Jaarverslag
Bedrijfsvoorlichting
De Kanarische Eilanden
Oud Nieuws
Haar Koninkrijk
Hallo Bandoeng
uitgebracht door de assistent, dc
heer C. van Groningen.
Aan mij is de taak om u meer in bij
zonderheden iets te vertellen van hit-
werk onzer vereniging in het jaar 1947.
Uiteraard zal ik ook om des tijds willo,
slechts hier en daar een greep kunnen
doen.
35. Eindelijk besloot meneer Van Em-
men, die een gunstig gelegen terrein
ontdekt had, te dalen. Tot dit doel vloog
de Pegasus laag, rakelings langs daken
en wegen strijkend, tot grote consterna
tie van de arme Untermeier, die tegen
allerlei geveltoppen, schoorstenen en
balcons gekwakt werd. Werkelijk. Herr
Untermeijer was hard opgelucht, toen de
Pegasus eindelijk op een grasperk vóór
de Parlementsgebouwen neerstreek!
36. Hoe groot was de verrassing van
meneer Van Emmen en zijn twee kleine
vriendjes, toen ze de arme Untermeier
bemerkten, van top tot teen bedekt met
stof, roet, schrammen, builen en blauwe
plekken.
Herr Untermeier was woedend, maar
meneer Van Emmen bracht hem dade
lijk tot kalmte. „Vanavond eet u met ons
mee en morgenochtend brengen we u
met de Pegasus naar Duitsland terug!"
zei hij.
ten we dit niet vergeten. Dit perceel
heeft een zeer laag fosfaatniveau. Voor
jaar 1946 was het P. citr. getal over het
proefveld, dat 4 are groot is 14. Na de
oogst van het afgelopen jaar werden alle
veldjes afzonderlijk bemonsterd en we
kregen toen het volgende:
Het P. utr. getal op de nulveldjes
was gemiddeld 11; op de 400-veldjes 14;
op de SOO-veldjes 18; op de 1200-veldjes
18V:.
Zoals u ziet is dus het P. citr. getal op
de nul-veldjes na 2 oogsten gedaald van
14 op 11, op de 400-veldjes is het geltik
gebleven, op de 800-veldjes is het geste
gen van 14 naar 18 en ook bii de 1200-
veldjes zien we een ongeveer gelijke
stijging.
Wanneer ik nu vertel, dat op grond
van vele gegevens aangenomen wordt,
dat hel P. citr. getal op bouwland zo on
geveer 40 wezen moet om onder alle
omstandigheden met een normale be
mesting een volle opbrengst te krijgen,
dan begrijpt u, dat het zeer gewenst is
om op dergelijke percelen een aantal ja
ren achter elkaar een overmaat van fos
faat te geven. Dit is ook van zeer groot
belang voor tijden van fosforsohaarsle.
Indien we percelen met een P. citr. getal
van 40 of hoger hebben, dan is een tij
delijk ontbreken van fosfaatmeststoffen
veel minder funest dan wanneer we per
celen hebben als dit proefperceel. En ik
geef u de verzekering, dat we op Texel
heel wat van dteze percelen hebben. De
Hid ontbreekt me om ook iets te vertel
len van een ander fosfaatproefveld op
bouwland.
(Wordt vervolgd.l
door Juan Régulo Pérez.
uit het Esperanto.
III. GESCHIEDENIS.
De Kanarische Eilanden traden de
aardrijkskunde en de gesohiedenis bin
nen in de 14e eeuw. Spanjaarden en Por
tugezen betwistten elkaar het bezit. Aan
het einde van de 16e eeuw, om precies tc
zijn, in 1492, eindigde de bezetting. Sinds
dien behoort de archipel aan Spanje.
Voorheen waren de eilanden slecths
vaag bekend. Slechts de Arabieren en de
Moren bezochten hen in de Middeleeu
wen. Toen waren er reeds bewoners en
de Marokkaanse piraten pleegden voort
durend overvallen om slaven te verkrij
gen. Daar enkele van deze slaven de ara-
bische taal leerden en aan hun meesters
over de levenswijze op de eilanden ver
telden, kunnen we nu nog iets weten
over dat verre verleden. De eerste ver
melding over de archipel lezen wij bij de
Romeinse geschiedschrijver Plinius,
maar ze is zeer verward en hier en daar
zelfs weerlegbaar.
Dadelijk na de ontdekking werden de
Kanarische Eilanden door alle 'zeemo
gendheden begeerd. De Portugezen en
de Spanjaarden werden het eens over het
Spaanse bezitsrecht. De ontdekker van
Amerika repareerde het roer van een zij
ner zeilschepen op het eiland Cran Ca
nada. Ten gevolge van het verlangen
van de andere zeemogendheden naar de
eilandengroep, hadden de eilandbewo
ners veel te lijden. Engelsen, Fransen en
Nederlandse Watergeuzen kaperden de
Spaanse schepen en overvielen de eilan
den. Meermalen werden opkomende stad
jes door het vuur verwoest. Do Engels
man Drake zelf viel de eilanden aan.
maar zonder resultaat. Nog aan het eind
van de 18e eeuw was de Engelse admi
raal Nelson voornemens een invasie op
de eilanden te ondernemen. Hij deed een
aanval op Santa Cruz de Tenerife. In
deze slag verloor hij zijn arm en slaagde
niet.
Behoudens dit, is de vergetelheid het
voornaamste historische kenmerk. De
Kanarische Eilanden waren een onbete
kende uithoek. Alleen zeelieden en reis
lustige geleerden wisten er iets van. Tij
dens de Napoleontische oorlogen waren
ze een interneringsoord voor Franse
krijgsgevangenen. Daar ver in zee. ver
geten.
IV. HEDEN.
In de 20e eeuw is de uitdrukking „Ge
lukkige Eilanden" nog maar beeld
spraak. Zelfs de natuur is niet meer zo
groots als voorheen, want de suikerriet
industrie, op zoek naar hout voor brand
stof, gaf de bergen het uiterlijk van kaal
geschoren hoofden. Toch hleef er iets
van de vergane indrukwekkende glorie
over, want de natuur weerstreeft zelfs de
mens.
Er zijn tegenwoordig twee steden met
meer dan 100,000 inwoners: Las Palmas
op Cran Canaria en Santa Cruz op Tene
rife. Electriciteit en straatwegen, sche
pen en vliegtuigen versnellen het leven.
En een grote petroleum-raffinaderij be
derft de atmosfeer van Santa Cruz de
Tenerife.
Een cultuurcentrum is de oude sin
jeurenstad La 'Laguna op het eiland Te
nerife. Zij bezit een universiteit met een
meer dan 100-jarige traditie. Deze uni
versiteit heeft nu drie faculteiten: een
rechtskundige, een scheikundige en een
letterkundige. De laatste twee werden
achtereenvolgens ingesteld in 1920 en
1939. Tot 1846 was er ook een theologi
sohe faculteit. In dezelfde stad bevindt
zich ook een vormingscentrum voor on
derwijzers van de volksscholen. Er be
staat ook een technische school voor ele
mentaire bouwkunde en voor landbouw.
Bovendien is hier ook het belangrijkste
staatsgymnasium.
La Laguna is tevens de katholieke
hoofdplaats met, een episcopaat, scmina
rie, kloosters, enz. Militaire hoofdplaats
is Santa Cruz de Tenerife en het centrum
der rechterlijke macht is Las Palmas dc
Cran Canaria. Vanaf 1926 vormen de Ka
narische Eilanden twee Spaanse provin
cies.
Tegenwoordig is de wereld klein. En
de Kanarische Eilanden zijn een deel in
dit kleine geheel. Radio, film, pers, nieu
we ideeën en doeleinden brengen de zie
len der eilandbewoners evenzo in beroe
ring als in Madrid, Bern of Helsinki. He'
moderne leven strijkt uiterst snel all,
plaatselijke eigenaardigheden gelijk. Het
strijkijzer der moderne tijd sleept ook de
Gelukzalige Eilanden mee...
Laten we hopen, dat de tot nog toe be
staande zelfgenoegzaamheid door geo
grafische Ligging en de geestelijke at
mosfeer niet tevens meegesleept wordt.
Vert. K.Wf.
uit de „Texelaar" van 27 Fehr. 1S98.
Oudesehild, 24 Febr. Aan de haring-
trekkerij, die sinds enige weken bij di
Hors door Helderse vletten wordt uitge
oefend, nemen nog geen Texelse boten
deel, zoals vroeger geregeld geschieddt.
Trouwens levert het haringtrekken tot
heden ook al weinig voordeel op. D»
vangst blijft gering. De prijs liep giste
ren van f5 tot f9 per tal (260 haringen!.
De Waal, 24 Febr. Bij de gisteravond
plaats gehad hebbende vergadering van
de feestcommissie voor het a.s. Kro
ningsfeest bleek, dat de ware feeststem
ming nog niet groot was. Tw ijfel vooral
rees bij ieder lid, of de bew oners, van
ons dorp wel feest wensten.- Besloten
werd om op Woensdag 9 Maart nog
maals alle in en omwonenden van De
Waal op te roepen door middel van een
adv. in de beide Tex. Couranten.
Den Hoorn, 24 Febr. Dinsdag hield de
vereniging „Lering en Genoegen" voor
een zeer goed bezette zaal haar laatste
vergadering in dit seizoen.
Nadat de voorz. de vergadering mot
een welkomstgroet had geopend, werd
voor deze avond opgevoerd: „De werk
staking". De spelers wisten met veel
gevoel het dramatische in dit stukje tot,
zijn recht te doen komen. Het daverend
applaus, dat bij het einde opging, was
voor hen het bewijs, dat de vergadering
ten hoogste voldaan was.
Vervolgens werd een kamerstukje
„De Badgasten" door 3 heren zeer ver
dienstelijk opgevoerd. Daarna werd een
luimige bijdrage „Twee Jantjes" gege
ven en ten slotte het blijspel „My queu
is weg". Dit laatste stukje, enkel door
jonge krachten opgevoerd, deed de zaai
soms schateren van het lachen. De me
dewerkenden hebben de voldoening
kunnen wegdragen, dat ze het publiek
uistekend hebben voldaan. Nadat de
i oorz. de aanwezigen had bedankt voor
hun tegenwoordigheid en de dames en
heren voor het genot de vergadering ge
schonken, scheidde men met een tot
w eerziens in de volgende wjnter.
In de laatste jaren moest ik in mijn
jaarverslag telkens de klacht uiten, dat
ook ons werk sterk leed onder de tijds
omstandigheden. Evenals de leden onzer
ver. in hun bedrijven hadden ook wij
met allerlei moeilijkheden te kampen
Hoewel deze moeilijkheden ook nu 'nog
niet geheel achter de rug zijn, mogen we
toch zeggen, dat het jaar 1947 voor ons
werk een niet ongunstig jaar is geweesr.
Wel benadeelde de langdurige winter
van 1946-1947. ook ons werk en werden
diverse proefvelden veel later aangelegd
dan gewenst was, waardoor de resulta
ten minder goed werden dan verwacht
had kunnen worden. Ook het gebrek
aan arbeidskrachten speelde c-ns, vooral
in de eerste helft van dit jaar parten.
Ook dit jaar moest het werk op de proef
velden heel vaak door de assistenten
zelf worden verricht. Maar toch, wij zijn
tevreden.
Alvorens aan mjjn eigenlijke verslag
te beginnen, wil ik enige namen noemen
van hen, die met mij een zeer werk
zaam aandeel hebben gehad in het werk
onzer vereniging. Daar zfjn allereerst de
he-de andere assistenten, de neren G. J.
Witte en C. J. van Leeuwen. De samen
werking met hen i3 voortreffelijk en ik
geloof te mogen zeggen, dat wij elkan
der zeer goed aanvullen, zodat wij een
goed trio vormen. Verder wil ik noemen
de heer C. Laan, hoofd van de Lagere
Landbouwschool met wie er eveneens
een zeer vruchtbare samenwerkig is.
Vooral ook door het feit, dat het kan
toor onzer ver. is ondergebracht in het
gebouw van de L.L.S., is een zeer nauw
contact tussen ons. En tenslotte wil ik
nog noemen de heer J. Schammeijer, die
op Texel werkzaam is als assistent bfi
de Cultuurtechnische Dienst en die tot
taak heeft, het vóóronderzoek te ver
richten voor de ruilverkavelingsplan
nen. Ook de heer Schammeijer heeft zijn
intrek genomen in ons kantoor en ook
met hem is er e-.-i\ zeer goede samen
werking. die wederzijds van zeer groot
belang kan zijn.
Thans iets over ons werk.
De proefvelden.
DE LUCHTREIS VAN
Wonderlijke avonturen van de
door G. Th. ROTMAN.
i
FEUILLETON.
naarTiet Engels van IDA BOYD
47.) Linda sloeg hem gade, zonder nog
meer te zeggen. Ze vroeg zich af hoe hij
j zo vreemd en ongevoelig kon doen en
l hoe ze daar naar hem kon zitten kijken,
terwijl Arthur op geen steenworp af-
I stands reeds ondervraagd en behandeld
I werd als een misdadiger. Hoe kón ze zo
blijven zitten? Hoe kón ze het uithou
den? Ach, ze zou het jarenlang moeten
uithouden.... Ilij zou het jarenlang
I moeten uithouden
i Bij die gedachte begaf haar alle zelf-
beheersing. Zij viel op het bed neer er.
barstte in hartstochtelijk snikken uit
Loutje raakte builen zichzelf van schrik
en verdriet. Het was iets als een op
luchting. dat er beneden aan de trap ge-
roepen werd en dat er voetstappen naar
boven kwamen. Het waren loetstappen
van meer dan één persoon. Wie konden
dat in 'shemelsnaam zijn?
Hij ging niet een zaklantaarn de ka
mer uit om de bezoekers bij te lichten.
„Wie is daar?" riep hij.
„Is dat Arthur Manners?" riep Len-
da's koele stem naar boven.
„Nee, dame", zei Loutje. ,,'t Is zijn
maat".
Zij kwamen de trap op, betraden het
portaaltje en gingen de zolderkamer
1 binnen.
2 Ze roken de vislucht, die van Cretton
Street door het open raam binnenkwam.
fnsforzuurproefveld bij dhr G. Hin. Dit
proefveld ligt iets ten Zuid-en van Den
Burg. Op het bedoelde perceel nemen
wij al enkele jaren fosfaatprocven. Dit
jaar werd het proefveld aangelegd op
hetzelfde gedeelte van het perceel, waar
vorig jaar de fosfaatproef op aardappe
len lag. Wellicht zult u zich herinneren,
dat wij toen een zeer grote oogstdepres-
sie kregen door het weglaten van de fos
faatbemesting en wel speciaal op het ge
deelte. dat op de pootgoeddatum werd
gerooid. Dit jaar werden bieten ver
bouwd. De nul-veldjes van vorig jaar
kregen ook dit jaar geen fosforzuur, ter
wijl do veldjes met 400, 800 en 1200 kg.
super ook dit jaar eenzelfde hoeveel
heid fosfaat kregen. De fosfaatbemes
ting werd pas zeer laat verstrekt, nl. op
8 Mei.
Het weglaten van de fosfaatbemesting
heeft hier wel een zeer grote opbrengst
vermindering gegeven. Dit was dan ook
wel duidelijk te zien tijdens de groei
periode. Het gewas op de nul-veldjes
heeft er de hele zomer zeer miserabel
uitgezien. Het beeld van een biet, die
aan fosfaatgebrek lijdt, vertoont grote
overeenkomst met een die te kampen
heeft met zure ziekte. In beide gevallen
heeft de biet een hard-groene kleur.
Meerdere planten op de nul-veldjes
hadden een zo kwijnend bestaan, dat ze
gedurende de groeiperiode zfjn wegge
vallen, zodat het aantal planten op deze
r eldjes, dat aanvankelijk even groot was
als op de andere veldjes, bij het rooien
aanmerkelijk kleiner was. Ook de veld
jes met een bemesting van 400 kg. super
per bunder bleven in het begin van de
groeitijd duidelijk achter. Het verschil
met de veldjes met zwaardere bemesting
werd tege.n liet eind van de groeitijd
steeds kleiner. Wanneer ik nu evenwel
de gemiddelde opbrengsten per are
noem, dan zult u bemerken, dat er toch
nog een duidelijke opbrengstverminde
ring is ten opzichte van de zwaarder be
meste veldjes.
Geen fosfaat 20600 kg. per bunder
400 kg. super 45200 kg. per bunder
800 kg. super 51400 kg. per bunder
1200 kg. super 60450 kg. per bunder
Zoals u ziet is zelfs op dit zeer fosfor-
arme perceel met een bemesting van 800
kg. super per bunder de topopbrengst
bereikt en als we kijken naar het be
trekkelijk geringe verschil tussen de
opbrengst bij een bemesting van 400 en
800 kg. super, dan mogen we wel con
cluderen, dat vermoedelijk ook bij een"
bemesting van 600 kg. super de top-op-
brengst cd bereikt zou zijn geweest. Be
tekent dit dus, dat we op dit perceel
voor liet gewas bieten wel kunnen vol
staan met een bemesting van 600 kg
super per bunder? M.i. niet! In de eer
ste plaats niet, omdat de opbrengsten dit
jaar als gevolg van dc de droogte vrij
laag liggen. De hoogste opbrengst was
-hier ruim 51000 kg. per bunder. Dat
bad ook 8000 kg. kunnen zijn in een nor
maal jaar. En m.i. zou in dit geval meer
fosfaat nodig zjjn geweest. Verder moe-
DE PEGASUS.
heer Van Emmen en zijn reisgenoten.
de scherpe geur van de geteerde hout
blokjes op de haard. De bezoekers wier
deftigheid en kostbare kleding Loutje
deden zwijgen van ontzag, waren zelf 'n
ogenblik sprakeloos door de armoedig
heid van deze omgeving. Het vinden van
haar zuster, wanhopig schreiend in
zulk eer uord en in zulk gezelschap,
was voor Lenda een nog groter schok
dan alles wat Wanda haar verteld bau.
O dat ze Jack hierin gehaald had!
„Je moeder vraagt naar je", zei Jack
tegen Linda. Hij voelde zich hopeloos
verlegen en wist geen andere woorden
te vinden.
Linda probeerde te antwoorden, maar
slaagde er niet in. Haar snikken, dat ze
niet meer beheersen kon, mengde zich
met het piepen en rammelen van de gek,
die als een tol draaide in de lievige
wind. Lenda rilde bij die vreselijke ge
luiden. Het toneel daar in die kale ka
mer leek niet meer menselijk. Ze wist
niet meer wat ze doen moest.
Loutje zei nu en dan iets, maar kreeg
geen antwoord. Door het open raam
klonk het geschreeuw van het volk in
Cretton Street.
„Om hemelswil 1" riep Lenda opeens
tegen Jack. „Breng ons weg van. dit
alles!"
Zij kregen Linda, die zó verzonken
was in haar verdriet, dat ze niet meer
schoen te horen, wat er tegen haar ge
zegd werd, overeind en brachten haar
met zachte drang de kamer uit en dc
lange trap af. terwijl Loutje bijlichtte.
„Zeg hem", zei Jack tegen Loutje,
toen ze bii hun taxi waren, „dat ik mor
genochtend bij hem kom. Hier is mijn
kaartje mijn telefoonnummer staat er
op als je mij wilt.spreken."
En zo reden ze naar huis. Lenda
bracht Linda naar bed en telefoneerde
rnrs. Rellace. Uit de manier, waarop bet
herioht, dat Linda die nacht niet zou
thuiskomen, werd ontvangen, zou men
hebben kunnen opmaken, dat de Reba
tes meenden, dat zij zelf een misdaad
begaan had.
„Ze is ziek, zeg ik u," riep Lenda
kwaad en legde de hoorn op het toestel.
„Ik begrijp niet, hoe Linda het al die
jaren thuis uitgehouden heeft", zei ze
bitter tegen haar man.
„Huilt- ze nog?" vroeg Jack. „Het is
niet om aan te heren! Kun je haar geen
kalmerend middel geven?"
Fli ging de volgende morgen naar
Ar'bur en Lenda ging naar Wanda.
Wanda had in do krant gelezen van
de arrestatie en er met Fred over ge-
snroken. Zij was dns min of meer voor
bereid toen Iw-nda kwam.
„Wat zegt Fred?" vroeg Linda.
„Hii vindt het vreseliik. dat T.inda het
eens is met Arthur", antwoordde Wan
da.
„T.ir.da is er zwaar ziek door gewor
den". zei I.enda. „Ik heb vanmorgen de
dokter bii baar gehad. Ze heeft koorts en
ziet er ellendig uit. Je hebt ons in een
prettige toestond gebracht. Ik hoop, dat
je voldaan bent".
„Tk hen vooral voldaan over het feit,
dat Fred alles wil doen om er buiten te
blijven", zei Wanda. „Hij vindt Linda's
smaak en de vrienden, die zij zoekt, ver
achtelijk en ik moedig hem daarin zo
veel mogelijk aan. Je hoeft mij niet zo
aan te kijken, Lenda. Het is iets, waar
voor we dankbaar moeten zijn. Als hti
edelmoedig wilde zijn en Arthur helpen,
en met de politie en andere advocaten
ging spreken, zou hij dadelijk alles te
weten komen. En wat zou er dan gebeu
ren? Alles zou vergeefs geweest zijn.
Wil je misschien, dat hij het te weten
komt?"
Lenda keek kwaad, maar kon hierop
weinig zeggen.
„Goed dan", vervolgde Wanda, die
Lenda's zwijgen als een instemming op
nam. „Laat het aan mij over en laat mij
met hem omspringen op mijn manier.
Hoe staat het met Roder? Weet je wat
er met hem gaat gebeuren? Ik zie niets
meer over hem in de kranten en ik ben
ongerust. Hij is veel gevaarlijker dan
Arthur. Arthur zal niets ieggen. Maar
Joost mag weten wat dat monster zal
zeggen".
„Ik weet niets van hem", zei Lenda
koel. Ze was nog nooit van haar leven
zo verontwaardigd geweest. „Jack is
naar Arthur om met hem over zijn ver
dediging te spreken en een advocaat
voor hem te zoeken. Hfl zal wel iets ho
ren. Je zult daarop dus maar moeten
wachten".
HOOFDSTUK XII.
„Het is erg aardig van u", zei Arthur
dankbaar. „Maar ik heb besloten en
DE STEM VAN NIWIN TEXEL.
Vandaag willen we de ons toegemeten
ruimte in dit zo graag gelezen hoesje
van de krant vullen met enkele medede
lingen en berichten, die jullie, Texelaars
iu Indië, wel zeer zullen interesseren.
Soldaat J. Bonnet is geheel aan de be
terende liand. Hij heeft al een eigen
handig geschreven brief aan z'n gezin
hier geschreven, Bonnet, van harte gefe
liciteerd!
Met de „Zuiderkruis" is verleden week
Kapitein P. Witte Czn., j*erepatriëerd.
Op Zuidhaffel .was het dón ook een blij
weerzien.
Maar behalve over „Ingekomen perso
nen" moeten we vandaag ook over „ver
trokken personen" iets meedelen. In de
afgelopen 14 dagen zijn nl. niet minder
dan 5 Texelse jongens als dienstplichtig
soldaat naar Indië vertrokken: J. Boo
gaard (Zevenhuizen); A. Hin (Dijkmans
huizen); M. Hopman (De Koog); B. Ko
gel- (Gerritsland) en P. Smit (De Waal).
We wensen hun allen een goede en ple
zierige reis, en vooral een tot spoedig
weerziens. Zodra ze in Indië zijn aange
komen, zullen we ze de Texelse Courant
toezenden, maar dan moeten we eerst
weten, welk adres ze hebben. Daarom
het verzoek aan hun ouders vanaf deze
plaats, om dit zo spoedig mogelijk aan
onze Voorzitster te laten weten (Huize
Sonnevanck").
Vrienden, voor vandaag genoeg. Weest
in ieder geval verzekerd van ons mede
leven. Schrijven letters HL ons nu
eens iets vóór 15 Maart? Secr.
„HALLO TEXEL!
Op de le Kerstdag werd mij 'n Kerst
pakket ter hand gesteld van de NIWIN;
ik zat toen op een radio-post ergens in
M.-Java, die alleen te bereiken is door
oerwouden en over slechte wegen. Hoe
wel er geen afzender op stond van een
bewoner van Texel of elders uit Neder
land, wil ik bfi deze mijn hartelijke dank
betuigen voor de vele dingen, die de
gehele Texelse bevolking voor ons alien
hier in Indië heeft gedaan en nog steeds
doet. Met belangstelling heb ik door de
Texelse- Crt„ die ons eerst door het
Kath. Thuisfront werd gezonden en nu
sinds Januari door de Niwin-Texel wordt
toegezonden, de acties van de verschil
lende dorpen gevolgd, en niet te verge
ten de grote Niwin-bazar, die ongetwij
feld een groot succes is geweest, en dan
nog de verschillende straatcolleetes.
Hier is zeker een woord van dank
voor het Niwin-Comité-Texel en alle me
dewerkers van bovengenoemde acties op
zijn plaats.
Als wij als verbindingspersoneel met
de radio-wagens er op uittrekken, dan
missen we de ontspanning en zijn vaak
verstoken van post, maar als we dan
weer thuiskomen, wacht ons de ontspan
ning door de Niwin voorbereid en ge
bracht (in de vorm van films e.a.) en de
vele post; dan vergeten we alle moeilijk
heden van de achter ons liggende we
ken.
Ik groet u hierbij vanuit Semarang.
KORP. J. D.
RECEPTEN.
Aardappelsla.
De gekookte aardappelen in plakjes
snijden en vermengen met slasaus of
aziin. zout, en: a. mosterd, fijngesneden
ui, selderij of peterselie; b. fijngesneden
ui, plakjes tomaat, peterselie; c. fijnge
sneden ui, fijngeschaafde rode kool; d.
fijngesneden andijvie, postelein, spina
zie; e. een rest sperciebonen.
Met karnemelk en wat citroensap in
plaats van azijn of slasaus is de sla sma
kelijker en uit voedingsoogpunt beter
dan met azijn. Wie citroen en karne
melk tot zijn beschikking heeft, gebruik?
die voor de sla.
Wentelteefjes, hartig of zoet. (4 pers./
8 dunne sneetjes brood (zonder korst),
bloem, 1 dl water of melk, een mespunt
zout, boter, margarine of vet om in te
bakken.
De sneetjes brood enige minuten we
ken, totdat zij door en door week, maar
nog stevig zijn. De sneetjes door een
"weinig bloem -halen en in boter, marga
rine of vet in de koekenpan aan weei's-
zijden goudbruin bakken, met geraspte
kaas of suiker bestrooien en warm op
doen
Linda is het daarmee eens dat ik een
voudig zal bekennen en het daarbfj la
ten. Dat lijkt, mfj voor alles en iedereen
het beste en ik wou er dus maar bij
blijven".
Jack Lascelles streek met zijn hand
over zijn haar.
„Ik had gehoopt, mijn vrouw te kun
nen vertellen, dat ik iets bereikt bad",
antwoordde bij vaag. „Ik begrijp wel, dat
de bedoeling is, om.... mrs. Bulling-
ham te beschermen; maar ik vind...
Hii wist niet goed hoe hij het zeggen
moest en daarom was liet. Arthur des te
duidelijker.
„Ik heb ben mijn hele leven gekend,
begrijpt u", zei Arthur peinzend. „Ik
zou niets tot mijn verdediging kunnen
zeggen, dat haar niet in moeilijkheden
zou brengen. En, daar ik hel voor hóór
gedaan heb en liet ongelukkigerwijze
heb verknoeid zal ik de gevolgen
maar op mij nemen. Voor Linda is het
natuurlijk afschuwelijk maar ik ge
loof, dat het nóg afschuwelijker voor
haar zou zijn, als ik het andere deed".
Jack knikte.
„Wij zullen je dit nooit kunnen ver
geiden, Manners", zei hij. „Je je be
hoeft maar te spreken Ze werden
allebei verlegen. „Als er iets, wat ook,
is, dat je gedaan wilt hebben. zeg het
mij altijd.
(Wordt vervolgd.)
Er werden door ons dit jaar weer een
flink aantal proefvelden aangelegd, die
evenwel niet allemaal een volledig en
duidelijk resultaat hebben gegeven. Ik
moet mij in dit verslag bepalen tot het
heel in het kort noemen van enkele
proefvelden, waarmede wij succes had-
den. Fn dan wil ik als eerste noemen het