Jaarverslag Bedrijfsvoorlichting De Kanarische Eilanden Oud Nieuws Haar Koninkrijk Hallo Bandoeng uitgebracht door de assistent, dc heer C. van Groningen. Aan mij is de taak om u meer in bij zonderheden iets te vertellen van hit- werk onzer vereniging in het jaar 1947. Uiteraard zal ik ook om des tijds willo, slechts hier en daar een greep kunnen doen. 35. Eindelijk besloot meneer Van Em- men, die een gunstig gelegen terrein ontdekt had, te dalen. Tot dit doel vloog de Pegasus laag, rakelings langs daken en wegen strijkend, tot grote consterna tie van de arme Untermeier, die tegen allerlei geveltoppen, schoorstenen en balcons gekwakt werd. Werkelijk. Herr Untermeijer was hard opgelucht, toen de Pegasus eindelijk op een grasperk vóór de Parlementsgebouwen neerstreek! 36. Hoe groot was de verrassing van meneer Van Emmen en zijn twee kleine vriendjes, toen ze de arme Untermeier bemerkten, van top tot teen bedekt met stof, roet, schrammen, builen en blauwe plekken. Herr Untermeier was woedend, maar meneer Van Emmen bracht hem dade lijk tot kalmte. „Vanavond eet u met ons mee en morgenochtend brengen we u met de Pegasus naar Duitsland terug!" zei hij. ten we dit niet vergeten. Dit perceel heeft een zeer laag fosfaatniveau. Voor jaar 1946 was het P. citr. getal over het proefveld, dat 4 are groot is 14. Na de oogst van het afgelopen jaar werden alle veldjes afzonderlijk bemonsterd en we kregen toen het volgende: Het P. utr. getal op de nulveldjes was gemiddeld 11; op de 400-veldjes 14; op de SOO-veldjes 18; op de 1200-veldjes 18V:. Zoals u ziet is dus het P. citr. getal op de nul-veldjes na 2 oogsten gedaald van 14 op 11, op de 400-veldjes is het geltik gebleven, op de 800-veldjes is het geste gen van 14 naar 18 en ook bii de 1200- veldjes zien we een ongeveer gelijke stijging. Wanneer ik nu vertel, dat op grond van vele gegevens aangenomen wordt, dat hel P. citr. getal op bouwland zo on geveer 40 wezen moet om onder alle omstandigheden met een normale be mesting een volle opbrengst te krijgen, dan begrijpt u, dat het zeer gewenst is om op dergelijke percelen een aantal ja ren achter elkaar een overmaat van fos faat te geven. Dit is ook van zeer groot belang voor tijden van fosforsohaarsle. Indien we percelen met een P. citr. getal van 40 of hoger hebben, dan is een tij delijk ontbreken van fosfaatmeststoffen veel minder funest dan wanneer we per celen hebben als dit proefperceel. En ik geef u de verzekering, dat we op Texel heel wat van dteze percelen hebben. De Hid ontbreekt me om ook iets te vertel len van een ander fosfaatproefveld op bouwland. (Wordt vervolgd.l door Juan Régulo Pérez. uit het Esperanto. III. GESCHIEDENIS. De Kanarische Eilanden traden de aardrijkskunde en de gesohiedenis bin nen in de 14e eeuw. Spanjaarden en Por tugezen betwistten elkaar het bezit. Aan het einde van de 16e eeuw, om precies tc zijn, in 1492, eindigde de bezetting. Sinds dien behoort de archipel aan Spanje. Voorheen waren de eilanden slecths vaag bekend. Slechts de Arabieren en de Moren bezochten hen in de Middeleeu wen. Toen waren er reeds bewoners en de Marokkaanse piraten pleegden voort durend overvallen om slaven te verkrij gen. Daar enkele van deze slaven de ara- bische taal leerden en aan hun meesters over de levenswijze op de eilanden ver telden, kunnen we nu nog iets weten over dat verre verleden. De eerste ver melding over de archipel lezen wij bij de Romeinse geschiedschrijver Plinius, maar ze is zeer verward en hier en daar zelfs weerlegbaar. Dadelijk na de ontdekking werden de Kanarische Eilanden door alle 'zeemo gendheden begeerd. De Portugezen en de Spanjaarden werden het eens over het Spaanse bezitsrecht. De ontdekker van Amerika repareerde het roer van een zij ner zeilschepen op het eiland Cran Ca nada. Ten gevolge van het verlangen van de andere zeemogendheden naar de eilandengroep, hadden de eilandbewo ners veel te lijden. Engelsen, Fransen en Nederlandse Watergeuzen kaperden de Spaanse schepen en overvielen de eilan den. Meermalen werden opkomende stad jes door het vuur verwoest. Do Engels man Drake zelf viel de eilanden aan. maar zonder resultaat. Nog aan het eind van de 18e eeuw was de Engelse admi raal Nelson voornemens een invasie op de eilanden te ondernemen. Hij deed een aanval op Santa Cruz de Tenerife. In deze slag verloor hij zijn arm en slaagde niet. Behoudens dit, is de vergetelheid het voornaamste historische kenmerk. De Kanarische Eilanden waren een onbete kende uithoek. Alleen zeelieden en reis lustige geleerden wisten er iets van. Tij dens de Napoleontische oorlogen waren ze een interneringsoord voor Franse krijgsgevangenen. Daar ver in zee. ver geten. IV. HEDEN. In de 20e eeuw is de uitdrukking „Ge lukkige Eilanden" nog maar beeld spraak. Zelfs de natuur is niet meer zo groots als voorheen, want de suikerriet industrie, op zoek naar hout voor brand stof, gaf de bergen het uiterlijk van kaal geschoren hoofden. Toch hleef er iets van de vergane indrukwekkende glorie over, want de natuur weerstreeft zelfs de mens. Er zijn tegenwoordig twee steden met meer dan 100,000 inwoners: Las Palmas op Cran Canaria en Santa Cruz op Tene rife. Electriciteit en straatwegen, sche pen en vliegtuigen versnellen het leven. En een grote petroleum-raffinaderij be derft de atmosfeer van Santa Cruz de Tenerife. Een cultuurcentrum is de oude sin jeurenstad La 'Laguna op het eiland Te nerife. Zij bezit een universiteit met een meer dan 100-jarige traditie. Deze uni versiteit heeft nu drie faculteiten: een rechtskundige, een scheikundige en een letterkundige. De laatste twee werden achtereenvolgens ingesteld in 1920 en 1939. Tot 1846 was er ook een theologi sohe faculteit. In dezelfde stad bevindt zich ook een vormingscentrum voor on derwijzers van de volksscholen. Er be staat ook een technische school voor ele mentaire bouwkunde en voor landbouw. Bovendien is hier ook het belangrijkste staatsgymnasium. La Laguna is tevens de katholieke hoofdplaats met, een episcopaat, scmina rie, kloosters, enz. Militaire hoofdplaats is Santa Cruz de Tenerife en het centrum der rechterlijke macht is Las Palmas dc Cran Canaria. Vanaf 1926 vormen de Ka narische Eilanden twee Spaanse provin cies. Tegenwoordig is de wereld klein. En de Kanarische Eilanden zijn een deel in dit kleine geheel. Radio, film, pers, nieu we ideeën en doeleinden brengen de zie len der eilandbewoners evenzo in beroe ring als in Madrid, Bern of Helsinki. He' moderne leven strijkt uiterst snel all, plaatselijke eigenaardigheden gelijk. Het strijkijzer der moderne tijd sleept ook de Gelukzalige Eilanden mee... Laten we hopen, dat de tot nog toe be staande zelfgenoegzaamheid door geo grafische Ligging en de geestelijke at mosfeer niet tevens meegesleept wordt. Vert. K.Wf. uit de „Texelaar" van 27 Fehr. 1S98. Oudesehild, 24 Febr. Aan de haring- trekkerij, die sinds enige weken bij di Hors door Helderse vletten wordt uitge oefend, nemen nog geen Texelse boten deel, zoals vroeger geregeld geschieddt. Trouwens levert het haringtrekken tot heden ook al weinig voordeel op. D» vangst blijft gering. De prijs liep giste ren van f5 tot f9 per tal (260 haringen!. De Waal, 24 Febr. Bij de gisteravond plaats gehad hebbende vergadering van de feestcommissie voor het a.s. Kro ningsfeest bleek, dat de ware feeststem ming nog niet groot was. Tw ijfel vooral rees bij ieder lid, of de bew oners, van ons dorp wel feest wensten.- Besloten werd om op Woensdag 9 Maart nog maals alle in en omwonenden van De Waal op te roepen door middel van een adv. in de beide Tex. Couranten. Den Hoorn, 24 Febr. Dinsdag hield de vereniging „Lering en Genoegen" voor een zeer goed bezette zaal haar laatste vergadering in dit seizoen. Nadat de voorz. de vergadering mot een welkomstgroet had geopend, werd voor deze avond opgevoerd: „De werk staking". De spelers wisten met veel gevoel het dramatische in dit stukje tot, zijn recht te doen komen. Het daverend applaus, dat bij het einde opging, was voor hen het bewijs, dat de vergadering ten hoogste voldaan was. Vervolgens werd een kamerstukje „De Badgasten" door 3 heren zeer ver dienstelijk opgevoerd. Daarna werd een luimige bijdrage „Twee Jantjes" gege ven en ten slotte het blijspel „My queu is weg". Dit laatste stukje, enkel door jonge krachten opgevoerd, deed de zaai soms schateren van het lachen. De me dewerkenden hebben de voldoening kunnen wegdragen, dat ze het publiek uistekend hebben voldaan. Nadat de i oorz. de aanwezigen had bedankt voor hun tegenwoordigheid en de dames en heren voor het genot de vergadering ge schonken, scheidde men met een tot w eerziens in de volgende wjnter. In de laatste jaren moest ik in mijn jaarverslag telkens de klacht uiten, dat ook ons werk sterk leed onder de tijds omstandigheden. Evenals de leden onzer ver. in hun bedrijven hadden ook wij met allerlei moeilijkheden te kampen Hoewel deze moeilijkheden ook nu 'nog niet geheel achter de rug zijn, mogen we toch zeggen, dat het jaar 1947 voor ons werk een niet ongunstig jaar is geweesr. Wel benadeelde de langdurige winter van 1946-1947. ook ons werk en werden diverse proefvelden veel later aangelegd dan gewenst was, waardoor de resulta ten minder goed werden dan verwacht had kunnen worden. Ook het gebrek aan arbeidskrachten speelde c-ns, vooral in de eerste helft van dit jaar parten. Ook dit jaar moest het werk op de proef velden heel vaak door de assistenten zelf worden verricht. Maar toch, wij zijn tevreden. Alvorens aan mjjn eigenlijke verslag te beginnen, wil ik enige namen noemen van hen, die met mij een zeer werk zaam aandeel hebben gehad in het werk onzer vereniging. Daar zfjn allereerst de he-de andere assistenten, de neren G. J. Witte en C. J. van Leeuwen. De samen werking met hen i3 voortreffelijk en ik geloof te mogen zeggen, dat wij elkan der zeer goed aanvullen, zodat wij een goed trio vormen. Verder wil ik noemen de heer C. Laan, hoofd van de Lagere Landbouwschool met wie er eveneens een zeer vruchtbare samenwerkig is. Vooral ook door het feit, dat het kan toor onzer ver. is ondergebracht in het gebouw van de L.L.S., is een zeer nauw contact tussen ons. En tenslotte wil ik nog noemen de heer J. Schammeijer, die op Texel werkzaam is als assistent bfi de Cultuurtechnische Dienst en die tot taak heeft, het vóóronderzoek te ver richten voor de ruilverkavelingsplan nen. Ook de heer Schammeijer heeft zijn intrek genomen in ons kantoor en ook met hem is er e-.-i\ zeer goede samen werking. die wederzijds van zeer groot belang kan zijn. Thans iets over ons werk. De proefvelden. DE LUCHTREIS VAN Wonderlijke avonturen van de door G. Th. ROTMAN. i FEUILLETON. naarTiet Engels van IDA BOYD 47.) Linda sloeg hem gade, zonder nog meer te zeggen. Ze vroeg zich af hoe hij j zo vreemd en ongevoelig kon doen en l hoe ze daar naar hem kon zitten kijken, terwijl Arthur op geen steenworp af- I stands reeds ondervraagd en behandeld I werd als een misdadiger. Hoe kón ze zo blijven zitten? Hoe kón ze het uithou den? Ach, ze zou het jarenlang moeten uithouden.... Ilij zou het jarenlang I moeten uithouden i Bij die gedachte begaf haar alle zelf- beheersing. Zij viel op het bed neer er. barstte in hartstochtelijk snikken uit Loutje raakte builen zichzelf van schrik en verdriet. Het was iets als een op luchting. dat er beneden aan de trap ge- roepen werd en dat er voetstappen naar boven kwamen. Het waren loetstappen van meer dan één persoon. Wie konden dat in 'shemelsnaam zijn? Hij ging niet een zaklantaarn de ka mer uit om de bezoekers bij te lichten. „Wie is daar?" riep hij. „Is dat Arthur Manners?" riep Len- da's koele stem naar boven. „Nee, dame", zei Loutje. ,,'t Is zijn maat". Zij kwamen de trap op, betraden het portaaltje en gingen de zolderkamer 1 binnen. 2 Ze roken de vislucht, die van Cretton Street door het open raam binnenkwam. fnsforzuurproefveld bij dhr G. Hin. Dit proefveld ligt iets ten Zuid-en van Den Burg. Op het bedoelde perceel nemen wij al enkele jaren fosfaatprocven. Dit jaar werd het proefveld aangelegd op hetzelfde gedeelte van het perceel, waar vorig jaar de fosfaatproef op aardappe len lag. Wellicht zult u zich herinneren, dat wij toen een zeer grote oogstdepres- sie kregen door het weglaten van de fos faatbemesting en wel speciaal op het ge deelte. dat op de pootgoeddatum werd gerooid. Dit jaar werden bieten ver bouwd. De nul-veldjes van vorig jaar kregen ook dit jaar geen fosforzuur, ter wijl do veldjes met 400, 800 en 1200 kg. super ook dit jaar eenzelfde hoeveel heid fosfaat kregen. De fosfaatbemes ting werd pas zeer laat verstrekt, nl. op 8 Mei. Het weglaten van de fosfaatbemesting heeft hier wel een zeer grote opbrengst vermindering gegeven. Dit was dan ook wel duidelijk te zien tijdens de groei periode. Het gewas op de nul-veldjes heeft er de hele zomer zeer miserabel uitgezien. Het beeld van een biet, die aan fosfaatgebrek lijdt, vertoont grote overeenkomst met een die te kampen heeft met zure ziekte. In beide gevallen heeft de biet een hard-groene kleur. Meerdere planten op de nul-veldjes hadden een zo kwijnend bestaan, dat ze gedurende de groeiperiode zfjn wegge vallen, zodat het aantal planten op deze r eldjes, dat aanvankelijk even groot was als op de andere veldjes, bij het rooien aanmerkelijk kleiner was. Ook de veld jes met een bemesting van 400 kg. super per bunder bleven in het begin van de groeitijd duidelijk achter. Het verschil met de veldjes met zwaardere bemesting werd tege.n liet eind van de groeitijd steeds kleiner. Wanneer ik nu evenwel de gemiddelde opbrengsten per are noem, dan zult u bemerken, dat er toch nog een duidelijke opbrengstverminde ring is ten opzichte van de zwaarder be meste veldjes. Geen fosfaat 20600 kg. per bunder 400 kg. super 45200 kg. per bunder 800 kg. super 51400 kg. per bunder 1200 kg. super 60450 kg. per bunder Zoals u ziet is zelfs op dit zeer fosfor- arme perceel met een bemesting van 800 kg. super per bunder de topopbrengst bereikt en als we kijken naar het be trekkelijk geringe verschil tussen de opbrengst bij een bemesting van 400 en 800 kg. super, dan mogen we wel con cluderen, dat vermoedelijk ook bij een" bemesting van 600 kg. super de top-op- brengst cd bereikt zou zijn geweest. Be tekent dit dus, dat we op dit perceel voor liet gewas bieten wel kunnen vol staan met een bemesting van 600 kg super per bunder? M.i. niet! In de eer ste plaats niet, omdat de opbrengsten dit jaar als gevolg van dc de droogte vrij laag liggen. De hoogste opbrengst was -hier ruim 51000 kg. per bunder. Dat bad ook 8000 kg. kunnen zijn in een nor maal jaar. En m.i. zou in dit geval meer fosfaat nodig zjjn geweest. Verder moe- DE PEGASUS. heer Van Emmen en zijn reisgenoten. de scherpe geur van de geteerde hout blokjes op de haard. De bezoekers wier deftigheid en kostbare kleding Loutje deden zwijgen van ontzag, waren zelf 'n ogenblik sprakeloos door de armoedig heid van deze omgeving. Het vinden van haar zuster, wanhopig schreiend in zulk eer uord en in zulk gezelschap, was voor Lenda een nog groter schok dan alles wat Wanda haar verteld bau. O dat ze Jack hierin gehaald had! „Je moeder vraagt naar je", zei Jack tegen Linda. Hij voelde zich hopeloos verlegen en wist geen andere woorden te vinden. Linda probeerde te antwoorden, maar slaagde er niet in. Haar snikken, dat ze niet meer beheersen kon, mengde zich met het piepen en rammelen van de gek, die als een tol draaide in de lievige wind. Lenda rilde bij die vreselijke ge luiden. Het toneel daar in die kale ka mer leek niet meer menselijk. Ze wist niet meer wat ze doen moest. Loutje zei nu en dan iets, maar kreeg geen antwoord. Door het open raam klonk het geschreeuw van het volk in Cretton Street. „Om hemelswil 1" riep Lenda opeens tegen Jack. „Breng ons weg van. dit alles!" Zij kregen Linda, die zó verzonken was in haar verdriet, dat ze niet meer schoen te horen, wat er tegen haar ge zegd werd, overeind en brachten haar met zachte drang de kamer uit en dc lange trap af. terwijl Loutje bijlichtte. „Zeg hem", zei Jack tegen Loutje, toen ze bii hun taxi waren, „dat ik mor genochtend bij hem kom. Hier is mijn kaartje mijn telefoonnummer staat er op als je mij wilt.spreken." En zo reden ze naar huis. Lenda bracht Linda naar bed en telefoneerde rnrs. Rellace. Uit de manier, waarop bet herioht, dat Linda die nacht niet zou thuiskomen, werd ontvangen, zou men hebben kunnen opmaken, dat de Reba tes meenden, dat zij zelf een misdaad begaan had. „Ze is ziek, zeg ik u," riep Lenda kwaad en legde de hoorn op het toestel. „Ik begrijp niet, hoe Linda het al die jaren thuis uitgehouden heeft", zei ze bitter tegen haar man. „Huilt- ze nog?" vroeg Jack. „Het is niet om aan te heren! Kun je haar geen kalmerend middel geven?" Fli ging de volgende morgen naar Ar'bur en Lenda ging naar Wanda. Wanda had in do krant gelezen van de arrestatie en er met Fred over ge- snroken. Zij was dns min of meer voor bereid toen Iw-nda kwam. „Wat zegt Fred?" vroeg Linda. „Hii vindt het vreseliik. dat T.inda het eens is met Arthur", antwoordde Wan da. „T.ir.da is er zwaar ziek door gewor den". zei I.enda. „Ik heb vanmorgen de dokter bii baar gehad. Ze heeft koorts en ziet er ellendig uit. Je hebt ons in een prettige toestond gebracht. Ik hoop, dat je voldaan bent". „Tk hen vooral voldaan over het feit, dat Fred alles wil doen om er buiten te blijven", zei Wanda. „Hij vindt Linda's smaak en de vrienden, die zij zoekt, ver achtelijk en ik moedig hem daarin zo veel mogelijk aan. Je hoeft mij niet zo aan te kijken, Lenda. Het is iets, waar voor we dankbaar moeten zijn. Als hti edelmoedig wilde zijn en Arthur helpen, en met de politie en andere advocaten ging spreken, zou hij dadelijk alles te weten komen. En wat zou er dan gebeu ren? Alles zou vergeefs geweest zijn. Wil je misschien, dat hij het te weten komt?" Lenda keek kwaad, maar kon hierop weinig zeggen. „Goed dan", vervolgde Wanda, die Lenda's zwijgen als een instemming op nam. „Laat het aan mij over en laat mij met hem omspringen op mijn manier. Hoe staat het met Roder? Weet je wat er met hem gaat gebeuren? Ik zie niets meer over hem in de kranten en ik ben ongerust. Hij is veel gevaarlijker dan Arthur. Arthur zal niets ieggen. Maar Joost mag weten wat dat monster zal zeggen". „Ik weet niets van hem", zei Lenda koel. Ze was nog nooit van haar leven zo verontwaardigd geweest. „Jack is naar Arthur om met hem over zijn ver dediging te spreken en een advocaat voor hem te zoeken. Hfl zal wel iets ho ren. Je zult daarop dus maar moeten wachten". HOOFDSTUK XII. „Het is erg aardig van u", zei Arthur dankbaar. „Maar ik heb besloten en DE STEM VAN NIWIN TEXEL. Vandaag willen we de ons toegemeten ruimte in dit zo graag gelezen hoesje van de krant vullen met enkele medede lingen en berichten, die jullie, Texelaars iu Indië, wel zeer zullen interesseren. Soldaat J. Bonnet is geheel aan de be terende liand. Hij heeft al een eigen handig geschreven brief aan z'n gezin hier geschreven, Bonnet, van harte gefe liciteerd! Met de „Zuiderkruis" is verleden week Kapitein P. Witte Czn., j*erepatriëerd. Op Zuidhaffel .was het dón ook een blij weerzien. Maar behalve over „Ingekomen perso nen" moeten we vandaag ook over „ver trokken personen" iets meedelen. In de afgelopen 14 dagen zijn nl. niet minder dan 5 Texelse jongens als dienstplichtig soldaat naar Indië vertrokken: J. Boo gaard (Zevenhuizen); A. Hin (Dijkmans huizen); M. Hopman (De Koog); B. Ko gel- (Gerritsland) en P. Smit (De Waal). We wensen hun allen een goede en ple zierige reis, en vooral een tot spoedig weerziens. Zodra ze in Indië zijn aange komen, zullen we ze de Texelse Courant toezenden, maar dan moeten we eerst weten, welk adres ze hebben. Daarom het verzoek aan hun ouders vanaf deze plaats, om dit zo spoedig mogelijk aan onze Voorzitster te laten weten (Huize Sonnevanck"). Vrienden, voor vandaag genoeg. Weest in ieder geval verzekerd van ons mede leven. Schrijven letters HL ons nu eens iets vóór 15 Maart? Secr. „HALLO TEXEL! Op de le Kerstdag werd mij 'n Kerst pakket ter hand gesteld van de NIWIN; ik zat toen op een radio-post ergens in M.-Java, die alleen te bereiken is door oerwouden en over slechte wegen. Hoe wel er geen afzender op stond van een bewoner van Texel of elders uit Neder land, wil ik bfi deze mijn hartelijke dank betuigen voor de vele dingen, die de gehele Texelse bevolking voor ons alien hier in Indië heeft gedaan en nog steeds doet. Met belangstelling heb ik door de Texelse- Crt„ die ons eerst door het Kath. Thuisfront werd gezonden en nu sinds Januari door de Niwin-Texel wordt toegezonden, de acties van de verschil lende dorpen gevolgd, en niet te verge ten de grote Niwin-bazar, die ongetwij feld een groot succes is geweest, en dan nog de verschillende straatcolleetes. Hier is zeker een woord van dank voor het Niwin-Comité-Texel en alle me dewerkers van bovengenoemde acties op zijn plaats. Als wij als verbindingspersoneel met de radio-wagens er op uittrekken, dan missen we de ontspanning en zijn vaak verstoken van post, maar als we dan weer thuiskomen, wacht ons de ontspan ning door de Niwin voorbereid en ge bracht (in de vorm van films e.a.) en de vele post; dan vergeten we alle moeilijk heden van de achter ons liggende we ken. Ik groet u hierbij vanuit Semarang. KORP. J. D. RECEPTEN. Aardappelsla. De gekookte aardappelen in plakjes snijden en vermengen met slasaus of aziin. zout, en: a. mosterd, fijngesneden ui, selderij of peterselie; b. fijngesneden ui, plakjes tomaat, peterselie; c. fijnge sneden ui, fijngeschaafde rode kool; d. fijngesneden andijvie, postelein, spina zie; e. een rest sperciebonen. Met karnemelk en wat citroensap in plaats van azijn of slasaus is de sla sma kelijker en uit voedingsoogpunt beter dan met azijn. Wie citroen en karne melk tot zijn beschikking heeft, gebruik? die voor de sla. Wentelteefjes, hartig of zoet. (4 pers./ 8 dunne sneetjes brood (zonder korst), bloem, 1 dl water of melk, een mespunt zout, boter, margarine of vet om in te bakken. De sneetjes brood enige minuten we ken, totdat zij door en door week, maar nog stevig zijn. De sneetjes door een "weinig bloem -halen en in boter, marga rine of vet in de koekenpan aan weei's- zijden goudbruin bakken, met geraspte kaas of suiker bestrooien en warm op doen Linda is het daarmee eens dat ik een voudig zal bekennen en het daarbfj la ten. Dat lijkt, mfj voor alles en iedereen het beste en ik wou er dus maar bij blijven". Jack Lascelles streek met zijn hand over zijn haar. „Ik had gehoopt, mijn vrouw te kun nen vertellen, dat ik iets bereikt bad", antwoordde bij vaag. „Ik begrijp wel, dat de bedoeling is, om.... mrs. Bulling- ham te beschermen; maar ik vind... Hii wist niet goed hoe hij het zeggen moest en daarom was liet. Arthur des te duidelijker. „Ik heb ben mijn hele leven gekend, begrijpt u", zei Arthur peinzend. „Ik zou niets tot mijn verdediging kunnen zeggen, dat haar niet in moeilijkheden zou brengen. En, daar ik hel voor hóór gedaan heb en liet ongelukkigerwijze heb verknoeid zal ik de gevolgen maar op mij nemen. Voor Linda is het natuurlijk afschuwelijk maar ik ge loof, dat het nóg afschuwelijker voor haar zou zijn, als ik het andere deed". Jack knikte. „Wij zullen je dit nooit kunnen ver geiden, Manners", zei hij. „Je je be hoeft maar te spreken Ze werden allebei verlegen. „Als er iets, wat ook, is, dat je gedaan wilt hebben. zeg het mij altijd. (Wordt vervolgd.) Er werden door ons dit jaar weer een flink aantal proefvelden aangelegd, die evenwel niet allemaal een volledig en duidelijk resultaat hebben gegeven. Ik moet mij in dit verslag bepalen tot het heel in het kort noemen van enkele proefvelden, waarmede wij succes had- den. Fn dan wil ik als eerste noemen het

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1948 | | pagina 4