Carla De Gouden Koets wint de grote prijs van Rome Kamperen op Texel is een waar genoegen vJ (Slot). Toen de versiering, ook die bracht zijn problemen mee. Aan de heer N. v.d. Waay, hoogleraar aan de Rijksacade mie voor Beeldende Kunsten werd het schilderwerk opgedragen. Van den Bos sche en Crevels ontwierpen de beeld groepen. Er zal heel wat geconfereerd zijn voor men het eens was. Want de Koets moest zoveel vertollen, zoveel uit beelden, dat schier alle bewoners van planten- en dierenrijk, alle emblemen en attributen uit Oudheid en legende ge bruikt moesten worden om in symbool en allegorie uit te beelden, wat het Ne derlandse volk zijn Koningin wilde dui delijk maken aan goede wensen en ze- zegebeden. Toch moest er een eenheid gevonden worden. De Koets in Hollandse Renais sance stijl de stijl van onze bloeitijd moest een harmonisch, niet overladen werkstuk worden, elk onderdeel in zijn uitwerking passend bij de rest en toch zijn eigen boodschap brengend, zijn ei gen taal sprekend. Wij vinden dat de op de naven geschilderde zonnen, het mild schijnend koningschap uitbeeldend, waaruit de spaken als schitterende stra len naar alle richtingen schieten, opge vangen door de, het firmament met de tekens van de dierenriem verbeeldende velgen. Wij zien het in de scharnieren en deurensloten met de hond- en uil problemen, symbolen van trouw en waakzaamheid. Aan de juichende kinder figuurtjes, die op het voorstel schijnen te vliegen, en aan de grimmige leeuwen, krachtige bewakers, die het achterge deelte van de Koets met een ketting af sluiten. Ook merken we het aan de op de treden geschilderde drijvende water lelies, symbool van de voorzichtigheid, of aan de snelheid voorstellende zwem vogels, die de bok schragen... En ziet dan de voorstellingen, die de vier panelen van het rijtuig versieren en de allegorische voorstellen op het dak. De voorzijde symboliseert de Toe komst. En vat hoopte men in 1898 van die toekomst? Een blik op het paneel is zeer leerzaam. Rechts een voorstelling van „Het Onderwijs aan het Volk". Links „Het Recht, hen uit het Volk be schermende, die hulp behoeven, een ge kwetste arbeider, een blinde grijsaard, een weduwe en wezen". De hoop op so ciale maatregelen doemt voor ons gees tesoog: ouderdomsvoorzieningen, ziek te- en ongevallenwetten, weduwe- en wezenfondsen. Onder deze voorstellin gen loopt een bas-relief van „de Le vensverzekering". De twee zijkanten van de Koets stellen de „Hulde van Ne derland" aan de rechterzijde en ter lin kerzijde de „Hulde der Koloniën". In de Nederlandse Hulde treffen wij in het midden een figuur, Nederland-Oran je, omringd door „de Vrede, het Onder wijs, de Hartael, de Nijverheid en de. Veeteelt" ter eenre zijde aan de andere kant „de Muziek, de Dichtkunst, de We tenschap, de Beeldende Kunst". Het Recht geleid door de Wijsheid en ge schraagd dom het Leger, de Tucht en de Orde". De hulde van de Koloniën wordt uitgedrukt door de Nederlandse door HEDDA LINDNER 35.) Carla zelf voelt helemaal geen op winding. Ze denkt er niet eens aan, dat ze met deze rit haar leven op het spel zet. Trouwens, ze acht het risico niet groot. Ze weet wat Goudlelie kan en weet dat het paard zich gewillig zal in spannen onder haar leiding. Neen, voor haar, die goede vrienden is met Goudle lie, en die bij wijze van spreken in de za del is opgegroeid, is deze rit niet iets onmogelijks. Pech kan natuurlijk een mens natuurlijk altijd hebben, dat is weer gebleken dobr het ongeval met Ste- phan, die zoveel zware hindernissen ge nomen heeft en nu gestruikeld is over een kleinigheid. Maar zij weet dat deze rit in andere op zichten betekent: een uiterst belangrijke episode in haar strijd tegen Lilian en dat is voor haar de hoofdzaak. Al het andere komt op de tweede plaats. Be haalt ze de prijs, dan heeft ze deze epi sode gewonnen. „En daarom moeten we winnen. Goud lelie. Begrijp je, dat we móéten." Goudlelie luistert belangstellend en spitst de oren. Ja, ze begrijpt het. Ze duwt haar zachte snuit tegc-n het ge zicht van haar vriendin en dat wil zeg- Maagd. aan beide zijden geflankeerd door zonen en dochters van het konink rijk overzee, die hun gaven aandragen. Rechts een vergezicht op Oost-Indië, links de West aan de kim. De achterzijde van de Koets wil de „historie" verbeelden. Zij toont een achtergrond van Amsterdam, het Paleis op de Dam en de Nieuwe Kerk, in de verte scheepvaart van IJ en Amstel. Daarvoor vereeuwigt de Muze der histo rie in het boek van de Tijd de volkshul- de bij de inhuldiging van Koningin Wilhelmina. Het dak van de Koets vormt 'n groep beelden, de allegorische voorstellingen van de vier bedrijven, die de volkswel vaart uitmaken en de Kroon, rustend met scepter en rijkszwaard op een kus sen, schragen. Het zijn de Handel met staf en leeuw, als symbool van de heer schappij over de aarde, de Arbeid met hamer en salamander als verpersoonlij king tan het vuur, de Landbouw met korenschoof en sikkel, gevolgd door 'n schaap (veeteelt) en de Scheepvaart met sextant en dolfijn. Op de vier hoeken van de bovenrand staan kinderfiguurtjes, die de Konink lijke wapens met lauweren omkransen, terwijl cherubijntjes zegekransen vlech ten om de Koninklijke initialen boven de portieren. De kroonlijst vertoont de wa pens tan de elf provinciën. Vooraan groter dan de anderen dat van Noord- Holland en van Amsterdam, de trotse schenkster van de Koets. Deze lijst wordt op de hoeken getorst door vier legendarische figuren, in de handen door koninklijke kronen gedek te, met gebogen, geëtste ruiten voorzie ne lantaarns, die - nog uitzondering in deze tijd bruikbaar zijn voor electri- sche verlichting. Onder de ramen loopt een fries, waar in in relief zijn gesymboliseerd: Gods dienst, Leger, Recht, Kunst, Weten schap en Arbeid. Dat alles is er en er is nog veel meer; er zijn horens van overvloed, er zijn narren, die in hun handjes de ivoren handvaten klemmen, er zijn leliën en rozen, er is de Trouw en er is in een cgSr touche het jaartal 1898. Ook de fraaie binnenbeklcding is een nader be schouwen ten zeerste waard. De 15 millioen steekjes in „petit, point" door nijvere vrouwenvingers geborduurd. Een ivoorkleurig fond met Oranjebloe sem gedamasseerd, waarover cherubijn tjes dartelen. Het plafond is om aan vele vrouwen de gelegenheid te geven aan het handwerk mee te werken in vakken verdeeld. De banen worden af gesloten door vergulde bogen, die in het midden zich verenigen tot de in lauwe ren gevatte initialen der Koningin, be schenen door een matgouden zon. De zijwanden zijn geborduurd met' de wapens der Provinciën, het Rijkswapen, het tegenwoordige en het vroegere wa pen van de stad Amsterdam. En dan het tapijtwerk, dat in de motieven van zijn versiering met tulp, narcis en hyacinth het met Nederlandse bloemen bestrooide pad van de jonge Koningin wil uitdruk ken. Het is alles tot in de kleinste details doordacht en uitgewerkt. ITet is een gen: „Ik zal doen wat ik kan, daarop kun je rekenen". De eerste, meer eenvoudige ritten worden eigenlijk met. weinig belangstel ling gadegeslagen en dat is jammer, want er rijdt prachtig materiaal, dat. on berispelijk werk levert. Doch eindelijk gelukt het de Zweedse luitenant Erik- son door zijn prachtige dressuur de aan dacht van liet. publiek in beslag te ne men. Er wordt geestdriftig geapplaudis seerd als de grote appelschimmel ten slotte een elegante révérance voor het publiek maakt. En dat gebeurt ongeveer terzelfdertijd als Stephan in het zieken huis zijn injectie krijgt en de professor bemoedigend zegt: „U wordt eerst een beetje slaperig, maar dat is maar even. Dan wordt u helder en fris en actief. Blijft u dus rustig liggen en soest u maar wat. Dan komt alles in orde". „Ik hoop het", zegt Stephan glimla chend, „want u weet, professor, dat ik rijden móét, wat er ook gebcure". Elf ruiters komen op de zadel-plaats bij elkaar als de hoofdrit van het con cours gaat beginnen. Het publiek geeft de Belg Dumoulin met Flying Fox de meeste kans. Weliswaar is hij in Ber lin door Goudlelie verslagen maar dat wil niet zeggen, dat hij geen revanche zou kunnen nemen. Vooral daar Flying Fox beter loopt op de vrije baan, daar de overdekte hal een slechte invloed op hem schijnt te hebben. En daarbij komt dan nog dat Goudlelie's meester, die een zeldzaam goed ruiter is, in het zieken huis ligt. Natuurlijk wil niemand iets profusie van figuren en dieren, bloemen en kleuren. Maar wat in een beschrij ving verloren gaat, is de indruk van 't evenwicht en de rust, die ondanks een drukke decoratie van het geheel uitgaat. Deze ligt in de schone lijnen, in het egale gouden fond, in de tere kleuren en de lichte schildering; het zh'n in één woord de harmonie en de eenheid, die van de Gouden Koets een waai' kunst werk gemaakt hebben. Zo was het plan, zo was de Gouden Koets geboren, maar daar stuitte het comité op een moeilijkheid. De Konin gin had te voren uitdrukkelijk te ken nen gegeven, dat Zij ter ere van Haar inhuldiging geen geschenken zou aan vaarden. Zelfs voor een Gouden Koets kou daarvoor geen uitzondering op ge maakt worden. Vele brieven, vele tele grammen en vele besprekingen van het bestuur met Harer Majesteits particulie re secretaris zijn gevoerd. Ton slotte be sloot de Koningin, geroerd door het. zo sympathieke denkbeeld van de hoofd stad, het geschenk te aanvaarden. Niet tijdens de inhuldigingsfeesten, maar op een nader te bepalen tijdstip. Dat de jeugdige Koningin Wilhelmina met de sprookjeskoets ingenomen was, moge echter wel blijken uit het feit, dat de aanvaarding van het geschenk reeds op 7 Sept., de dag onmiddellijk volgend op de inhuldiging werd vastgesteld. Die dag had onder grote plechtigheid, de aanbieding plaats. Sindsdien is de Gouden Koets een aan iedere Nederlander bekende ver schijning geworden. Trouw elk jaar een enkele uitzondering daargelaten vervoert zij de Koningin naar de histo rische Ridderzaal voor het openen van de nieuwe zitting der Staten-Generaal. Op die derde Dinsdag in September in de volksmond „Prinsjesdag" gehe ten - stromen de mensen van heinde en ver samen om liet schone schouwspel te genieten. Naast die staatkundige zijn er andere plechtigheden, waarbij de Koets meer luister aan de feestelijkhe den byzet. Tot tweemaal toe reed een van geluk stralende jonge bruid in de Gouden Koets. In 1901 de Koningin, in 1937 Prinses Juliana. En tot tweemaal toe staarde menigeen ontroerd naar het jonge leventje dat tussen zachte kus sens ter kerke gevoerd werd voor de plechtige doop. Prinses Juliana en la ter Haar oudste dochtertje, prinses Beatrix. Maar niet alleen jeugd droeg de Koets. Bij de herdenking van de dag. waarop Zij voor 50 jaar Nederlands Staatsburgeres geworden was, reed Ko ningin Emma tussen de jubelende me nigte, die niet wist hoe jegens de lieve oude vorstin en landsmoeder haar vreugde te uiten. En waarin anders dan in de Gouden Koets deed de Koningin haar feestelijke intocht in Amsterdam ter ere van Haar 25-jarig regeringsjubi leum? Van veel vreugde is de Gouden Koets getuige geweest. Maar er kwamen ook andere jaren. De vijand bezette het land en de Koninklijke familie moest uitwij ken. Vergeten als museumstuk stond de Koets lange jaren ongebruikt in de stallen. Het is een wonder, dat de be zetter haar daar liet en niet, zoals zo vele kunstwerken als oorlogsbuit mee sleepte of vernielde. Ook aan de benauwenis van oorlog en bezetting kwam een einde. De sober heid, die de teruggekeerde Koninklijke familie, in verband met de ontredderde toestand des lands betrachtte, heeft ge maakt. dat sinds de 3e Dinsdag in Sept. do opening der Staten-Generaal 1939 de Gouden Koets niet meer ge bruikt is. Wij hopen haar echter bij het 50-ja- rig regeringsjubileum van H.M. de Ko ningin weer te zien. Moge zij onze Ko ningin op haar laatste officiële tocht als regerend vorstin door Amsterdam dra gen. Door Amsterdam, dat deze Koets aan Haar, van wier regering het zoveel goeds verwachtte en wie het zo grote zegen toewenste, 50 jaar geleden ge schonken heeft. Hoe minder Colorodcrtevers thans de grond ingaan, Hoe beter volqend jaar 't gewas er bij zal staan. afdoen aan de moed en de goede wil der kleine barones. Het is ongelofelijk wat zij doen durft. Maar hebt li de moed haar veel kans te geven. De Italianen hebben hun allerbeste materiaal naar voren gebracht. Zij zul len alles doen wat zij kunnen om de prijs in het land te houden en zij stellen ium hoop op de jonge luitenant Costa. Hij heeft een groot ruitertalent en de merrie Principessa, die hij rijdt, heeft al herhaaldelijk bewezen, buitengewone kwaliteiten te bezitten. De luidspreker brult en als eerste ver schijnt de Zweed, ditmaal op een grote bruine hengst. Het dier neemt de eerste hindernissen zonder moeite, maar bij de muur raakt de achterhand de top en slaat er de lat af, ook de latten van de dubbelhindernis, die volgt, gaan er af. Dat maakt het paard schichtig en voor de sloot heeft hij er genoeg van en blijft staan. Zijn ruiter krijgt hem er toch over, maar zijn kansen zijn verkeken. Dertien fouten en 155 seconden. Dat kunnen de anderen zeker verbeteren. Maar het was geen slechte rit en het applaus klinkt duidelijk. Het aantal der fouten van de volgende ruiters wisselt tussen tien en vijf en twintig; de kortste tijd is 146 seconden Zonder een hindernis te raken is er niet een door de baan gekomen. En er heb ben zelfs twee ongevallen plaats gehad. De Engelsman en de Hongaar zijn bei den gevallen bij de sprong over de muur. Het is gelukkig goed afgelopen. FEESTRECEPTEN. Oranje gebakjes (16 stuks). 200 gr. (3 kopjes) bloem en 10 gram bakpoeder of 200 gr. zelfrijzend bak meel, 100 gr. (2/5 pakje) boter of marga rine, 70 gr. <4'/2 eetlepel) basterdsuiker, iets zout, ongeveer 2 eetlepels melk. De bloem met bakpoeder en het zout vermengen. De boter of de margarine tot kleine klontjes snijden, de suiker en het vocht toevoegen en het geheel tot 'n stevig deeg kneden, dat soepel doch niet nat mag zijn (anders voegt men nog iets bloem toe). Van dit deeg 32 ronde koek jes steken (hier een glas of dekseltje voor gebruiken), 16 kleinere rondjes en 16 zeer kleine rondjes (ter grootte van een vingerhoed). Deze koekjes op een bakplaat leggen en in 15 min. in een ma tig hete oven gaar en lichtbruin bakken. Heeft men geen oven, dan probere men een ingevette koekenpan met deksel er op, op een zéér zacht pitje. Vervolgens maakt men crème au beurre van: Vj liter melk, 25 gr. (21/: eetlepel) mai- zena, 60 gr. suiker, 50 gr. boter of mar garine, zout (vanillesuiker of sinaasap pelessence). De melk op een klein deel na aan de kook brengen met de suiker en iets zout. Met de rest van de melk de maizena aan mengen en hiermede de melk binden. De vla onder roeren iets af laten koelen en de boter of de margarine er door mengen. De crème verder onder roeren koud laten worden en op 'n koele plaats wegzetten om op to stijven. Is ze stijf, dan mengt men door 2/3 gedeelte van de crème een pakje vanillesuiker en de rest kleurt men oranje met sinaasappelessen ce. Ook heeft men nog nodig glazuur van: 80 gr. poedersuiker. 1 eetlepel wa ter, sinaasappelessence. De poedersui ker zeven, het water toevoegen cn enige druppels oranje-essence. Als de koekjes gebakken zijn, de grootste twee aan twee op elkaar plak ken met een laagje witte crème au beur re. Het bovenste koekje glaceren door het met een mes te bestrijken met oran je glazuur. Op de koekjes, een kleiner rondje plakken met witte crème au beurre. Dit eveneens glaceren en ver volgens het kleinste rondje er boven op zetten met w itte crème. Hier bovenop met oranje crème au beurre met be hulp van een spuitzakje of een papieren zakje) een torentje spuiten. Ook spuit men nog wat garnering op de uitsteken de rand van het onderste koekje. TOEWIJZING GRANEN UIT EIGEN OOGST. De Prov. Voedselcommissaris voor N.- Holland maakt, betreffende de regeling voor de toewijzing granen uit eigen oogst 1948, het volgende voor doisbe- dryven bekend: Binnen enige dagen zullen aan de telers van granen en peul vruchten de aanvraagformulieren voor de toewijzingen granen en peulvruchten uit eigen oogst 1948 worden toegezon den. lie belanghebbenden dienen deze formulieren ten spoedigste, zo volledig mogelijk ingevuld, aan hun PBH op te zenden, opdat de toewijzingen op tijd in het bezit van de telers kunnen zijn. 1. J>e deelnemers aan de zelfverzor- ging voor brood kunnen tegen inleve ring van een bepaald aantal broodbon nen 150 kg. tarwe en-of rogge per per soon toegewezen krijgen. 2. lie telerspremie bedraagt 50 kg. tarwe en-of rogge per persoon, dit zijn: de teler zelf, zijn gezinsleden, zijn land arbeiders en hun gezinsleden. Do telerspremie voor peulvruchten is minimaal 200 kg. groene erwten, schok kers en-of bruine bonen per bedrijf of, indien het aantal deelnemers op een be drijf meer dan 20 personen bedraagt, 10 kg. per persoon. 3. Toewijzing voor veevoederdoelein den (gerst, haver en-of gemengd gewas) registratie 11 Juli 1948. Landbouw werkpaarden 1 jaar en ou der 1200 kg.; hengsten van 1-3 jaar 1200 kg .-.hengsten van 3 jaar en ouder 1800 kg. Pluimvee: 20 kg. per dier geb. vóór 1948 tot het aantal, waarvoor toewijzing aanwezig. Rundvee: 100 kg. per dier. Fokvarkens: 600 kg. per dier, rogge, gerst, haver of gemengd gewas voor 't aantal, dat aangehouden mag worden. Huisslaehtingsvarkens voor telers en vaste landarbeiders 350 kg. rogge, ha ver, gerst en-of gemengd gewas. Paarden en ruiters hebben geen letsel van betekenis opgelopen. Flying Fox is in uitstekende conditie. Zijn stalen spieren schijnen hem zonder moeite over de hindernissen te dragen. De moeilijkste heeft hij al genomen. Maar bij een der laatste springt hij niet helemaal juist. Een van zijn achterhoe ven raakt de lat en neemt die mee. Drie fouten en 141 seconden roept de luid spreker door het daverende applaus heen. Doch het lawaai verstomt spoedig, want luitenant Costa verschijnt op Prin cipessa, Hij begint de rit. Met ademloze spanning volgen tien duizenden ogen het kleine zwarte fi guurtje, dat voortsnelt en verdwijnt voortsnelt en verdwijnt. Daar is de bre de sloot, Bijna allen hebben door een op spuitende waterstraal verraden dat hun sprong te kort was. De kijkers worden voor de ogen gehouden. Nu nu! Het donkere figuurtje is er overheen. Geen druppel water is opgesprongen. De moeilijkste sprongen zijn gedaan. Nu nog een paar dubbele hindernissen, waarvan er één Flying Fox's noodlot werd. Het zwarte paard neemt ze zonder- feil. Nu nog één Het is gebeurd. Géén fouten 141 seconden. De luidspreker- wordt overstemd door het daverende ge roep en handgeklap der menigte. Costa's vrienden moeten 'n weg voor hem banen. Opgewonden vrouwen trachten het paard te strelen, welks zwarte huid glanst onder het witte zweetschuim. De mensen vergeten bijna Elk jaar trekt Texel opnieuw duizen den kampeerders, die hun tenten op slaan op de vele mooi gelegen kampeer terreinen, die ons gezegend eiland rijk is. Ook de padvinders behoren tot de regelmatig weerkerende gasten. Vrij dag j.l. vertrok een groep, die wel een zeer bijzondere was, reden waarom wij ook gaarne enige regels hieraan wijden. De jongelui huisden gedeeltelijk in de bunkers rechts van de Badweg aan De Koog en in een drietal grote tenten. De groep bestond uit jeugdige patiënten van het Hervormde Instituut voor toe vallijders „Meer en Bos" uit Heemstede, waarbij dan gevoegd was een groep B. E.-padvinders. Dit B.E. is de afkorting van Bijzonde re Eisen legde de leider, dhr de Vries, ons uit. Deze jongelui, die lichamelijke of zielsgebreken hebben, worden in deze B.E.-groepen betrokken in het normale ontspanningsleven van de padvinderij. Samen hebben ze een heerlijke vacantie gehad in De Koog. Twee maal vlamde een kampvuur op aan het strand, er werden avondwandelingen gemaakt en tweemaal werd de strijd aangebonden tegen een jeugdelftal uit Den Burg en De Koog. 35 a 40 kg. aardappelen ver dwenen elke dag in de grote kookpot buiten de bunker om de hongerige ma gen van de 70 jongelui te vullen. Dhr de Vries verzocht ons zijn dank te willen overbrengen aan de inwoners van Tpxel en speciail van De Koog, voor het be grip en hst warme medeleven, waarmee zij deze misdeelde jongens zijn tegemoet getredeif: Speciaal dhr Toolens een woord van dank voor de belangeloze me dewerking bij de inrichting van de bun kers, welke geheel gewit en van ruiten voorzien werden. De tien dagen zijn omgevlogen en de jongens hebben volop genoten van Texels natuurschoon. Wij kregen de verzekering van de leiding van dit kamp, dat ons eiland stellig het volgend jaar weer met een bezoek vereerd zal worden. TUBERCULOSEBESTRIJDING ONDER HET RUNDVEE. Wist u. Dat 7 pet. van alle gevallen van tuberculose hij de mens veroor zaakt wordt door de rundertuber kelbacil! Dat een reagerend rund ten al len tijde open lijder (dus besmette lijk) kan worden. Denkt u er dan om. Dat u 's winters nooit geen kin deren iu de stal moet laten spelen, zolang er nog één of meer reagcer- ders aanwezig zijn. Dat u daarom ook geen rauwe melk moet drinken of laten drin ken! De Dir. Prov. Gez. D.v. Dieren in N-Holland, D. REMPT. CONCERT TE OOSTEREND. Zaterdagavond werd op het school plein van de nieuwe o.ls. te Oosterend, een concert gegeven door drie Texelse, fanfarecorpsen, t.w. Texels fanfare, Den Burg, Excelsior, Oosterend en VIOS te Oost. Den Hoorn was niet aanwezig. Voor dit concert bestond tamelijk veel belangstelling. Onze mening is, dat de verschillende corpsen goed gespeeld hebben. Tot slot speelden de ver. gezamenlijk twee marsen o.l.v. van de dir. van VIOS, dhr Flokstra. De adm. van de VVV Texel, dhr Oskamp dankte aan het einde het publiek voor zijn opkomst en dhr Schrama van Den Burg voor zijn onvermoeide pogingen om al deze concerten te organiseren, waardoor de VVV een massa werk uit de handen werd genomen. Een opmerking willen we nog maken en dat is, dat het Oosterender publiek blijkbaar nog niet gewoon is veel con certen bij te wonen, gezien het vele ru moer, dat er tijdens de muziek gemaakt werd. dat er nog twee ruiters moeten rijden: een vriend van Costa en. de Duitse barones. De leiders van 't concours pauzeren even om de rust te laten weerkeren. Fa- biani snelt naar Carla, die in de box bij Goudlelie staat te wachten op het resultaat. De kleine is wat terneergeslagen. Hij had deze beminnelijke vrouw zo graag de overwinning gegund. Zijn bewonde ring voor haar kent geen grenzen meer sedert zij Steplian's rit heeft overgeno men. „Geen fouten en 141 seconden", zegt hij, ietwat bedrukt, „dat is n.et te verbe teren. Beter dan nul fouten kan Goud lelie ook niet maken". Carla glimlacht, „Neen dat kan niet", zegt ze, „er blijft dus niets anders over dan de tijd te verbeteren". Maar Fabiani schudt zijn hoofd. „Du moulin en Costa hebben het in 141 se conden gedaan", zegt hij. „De anderen zijn niet onder de 145 gekomen. Prin cipessa vloog over de hindernissen". Carla laat zich niet ontmoedigen. „Ik heb vertrouwen in Goudlelie", zegt ze. „Zij is lichter en sneller dan Principes- sa. En het enige wat ik kan doen is de tijd verbeteren". „Hoofzaak is dat u er .ongedeerd door heen komt, barones. En bedenk, een tw eede prijs op zulk een concours is óók een belangrijke zaak. Thilngern zelf zou ook niet meer kunnen doen dan dat, na het succes van Costa". (Wordt vervolgd.) MIJNHEER PIMPELMANS GAAT PAARDRIJDEN. Plaatjes en versjes door G. TH. ROTMAN. 17. Wat was er gebeurd? Wel, terwijl meneer Pimpelmans met de agent stond te redekavelen had de schimmel - een Hele wagen vol sappige groenten ont dekt. Jan de groenteboer had namelijk zijn wagen in de steek gelaten om naar de voorstelling van meneer Pimpelmans te kjjken. „Ha!" had „Bleke Bet" ge dacht, ,dat zal smaken." 18. En de schimmel aan 't schransen! En toen Jan even later grinnikend naar zijn wagen terugkeerde, had „Bet" na- genoegde hele wagen in die tijd leegge geten. - Bet stond er met een doodon- als een tonnetje bij. Och, wat ging de schuldig gezicht en een buik zo rond arme Jan te keer!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1948 | | pagina 4