Carla
De Gouden Koets
wint de grote prijs
van Rome
Kamperen op Texel
is een waar genoegen
vJ
(Slot).
Toen de versiering, ook die bracht
zijn problemen mee. Aan de heer N. v.d.
Waay, hoogleraar aan de Rijksacade
mie voor Beeldende Kunsten werd het
schilderwerk opgedragen. Van den Bos
sche en Crevels ontwierpen de beeld
groepen. Er zal heel wat geconfereerd
zijn voor men het eens was. Want de
Koets moest zoveel vertollen, zoveel uit
beelden, dat schier alle bewoners van
planten- en dierenrijk, alle emblemen en
attributen uit Oudheid en legende ge
bruikt moesten worden om in symbool
en allegorie uit te beelden, wat het Ne
derlandse volk zijn Koningin wilde dui
delijk maken aan goede wensen en ze-
zegebeden.
Toch moest er een eenheid gevonden
worden. De Koets in Hollandse Renais
sance stijl de stijl van onze bloeitijd
moest een harmonisch, niet overladen
werkstuk worden, elk onderdeel in zijn
uitwerking passend bij de rest en toch
zijn eigen boodschap brengend, zijn ei
gen taal sprekend. Wij vinden dat de op
de naven geschilderde zonnen, het mild
schijnend koningschap uitbeeldend,
waaruit de spaken als schitterende stra
len naar alle richtingen schieten, opge
vangen door de, het firmament met de
tekens van de dierenriem verbeeldende
velgen. Wij zien het in de scharnieren
en deurensloten met de hond- en uil
problemen, symbolen van trouw en
waakzaamheid. Aan de juichende kinder
figuurtjes, die op het voorstel schijnen
te vliegen, en aan de grimmige leeuwen,
krachtige bewakers, die het achterge
deelte van de Koets met een ketting af
sluiten. Ook merken we het aan de op
de treden geschilderde drijvende water
lelies, symbool van de voorzichtigheid,
of aan de snelheid voorstellende zwem
vogels, die de bok schragen...
En ziet dan de voorstellingen, die de
vier panelen van het rijtuig versieren
en de allegorische voorstellen op het
dak. De voorzijde symboliseert de Toe
komst. En vat hoopte men in 1898 van
die toekomst? Een blik op het paneel is
zeer leerzaam. Rechts een voorstelling
van „Het Onderwijs aan het Volk".
Links „Het Recht, hen uit het Volk be
schermende, die hulp behoeven, een ge
kwetste arbeider, een blinde grijsaard,
een weduwe en wezen". De hoop op so
ciale maatregelen doemt voor ons gees
tesoog: ouderdomsvoorzieningen, ziek
te- en ongevallenwetten, weduwe- en
wezenfondsen. Onder deze voorstellin
gen loopt een bas-relief van „de Le
vensverzekering". De twee zijkanten
van de Koets stellen de „Hulde van Ne
derland" aan de rechterzijde en ter lin
kerzijde de „Hulde der Koloniën". In
de Nederlandse Hulde treffen wij in
het midden een figuur, Nederland-Oran
je, omringd door „de Vrede, het Onder
wijs, de Hartael, de Nijverheid en de.
Veeteelt" ter eenre zijde aan de andere
kant „de Muziek, de Dichtkunst, de We
tenschap, de Beeldende Kunst". Het
Recht geleid door de Wijsheid en ge
schraagd dom het Leger, de Tucht en
de Orde". De hulde van de Koloniën
wordt uitgedrukt door de Nederlandse
door HEDDA LINDNER
35.) Carla zelf voelt helemaal geen op
winding. Ze denkt er niet eens aan, dat
ze met deze rit haar leven op het spel
zet. Trouwens, ze acht het risico niet
groot. Ze weet wat Goudlelie kan en
weet dat het paard zich gewillig zal in
spannen onder haar leiding. Neen, voor
haar, die goede vrienden is met Goudle
lie, en die bij wijze van spreken in de za
del is opgegroeid, is deze rit niet iets
onmogelijks. Pech kan natuurlijk een
mens natuurlijk altijd hebben, dat is
weer gebleken dobr het ongeval met Ste-
phan, die zoveel zware hindernissen ge
nomen heeft en nu gestruikeld is over
een kleinigheid.
Maar zij weet dat deze rit in andere op
zichten betekent: een uiterst belangrijke
episode in haar strijd tegen Lilian
en dat is voor haar de hoofdzaak. Al het
andere komt op de tweede plaats. Be
haalt ze de prijs, dan heeft ze deze epi
sode gewonnen.
„En daarom moeten we winnen. Goud
lelie. Begrijp je, dat we móéten."
Goudlelie luistert belangstellend en
spitst de oren. Ja, ze begrijpt het. Ze
duwt haar zachte snuit tegc-n het ge
zicht van haar vriendin en dat wil zeg-
Maagd. aan beide zijden geflankeerd
door zonen en dochters van het konink
rijk overzee, die hun gaven aandragen.
Rechts een vergezicht op Oost-Indië,
links de West aan de kim.
De achterzijde van de Koets wil de
„historie" verbeelden. Zij toont een
achtergrond van Amsterdam, het Paleis
op de Dam en de Nieuwe Kerk, in de
verte scheepvaart van IJ en Amstel.
Daarvoor vereeuwigt de Muze der histo
rie in het boek van de Tijd de volkshul-
de bij de inhuldiging van Koningin
Wilhelmina.
Het dak van de Koets vormt 'n groep
beelden, de allegorische voorstellingen
van de vier bedrijven, die de volkswel
vaart uitmaken en de Kroon, rustend
met scepter en rijkszwaard op een kus
sen, schragen. Het zijn de Handel met
staf en leeuw, als symbool van de heer
schappij over de aarde, de Arbeid met
hamer en salamander als verpersoonlij
king tan het vuur, de Landbouw met
korenschoof en sikkel, gevolgd door 'n
schaap (veeteelt) en de Scheepvaart met
sextant en dolfijn.
Op de vier hoeken van de bovenrand
staan kinderfiguurtjes, die de Konink
lijke wapens met lauweren omkransen,
terwijl cherubijntjes zegekransen vlech
ten om de Koninklijke initialen boven de
portieren. De kroonlijst vertoont de wa
pens tan de elf provinciën. Vooraan
groter dan de anderen dat van Noord-
Holland en van Amsterdam, de trotse
schenkster van de Koets.
Deze lijst wordt op de hoeken getorst
door vier legendarische figuren, in de
handen door koninklijke kronen gedek
te, met gebogen, geëtste ruiten voorzie
ne lantaarns, die - nog uitzondering in
deze tijd bruikbaar zijn voor electri-
sche verlichting.
Onder de ramen loopt een fries, waar
in in relief zijn gesymboliseerd: Gods
dienst, Leger, Recht, Kunst, Weten
schap en Arbeid.
Dat alles is er en er is nog veel meer;
er zijn horens van overvloed, er zijn
narren, die in hun handjes de ivoren
handvaten klemmen, er zijn leliën en
rozen, er is de Trouw en er is in een
cgSr touche het jaartal 1898. Ook de
fraaie binnenbeklcding is een nader be
schouwen ten zeerste waard. De 15
millioen steekjes in „petit, point" door
nijvere vrouwenvingers geborduurd.
Een ivoorkleurig fond met Oranjebloe
sem gedamasseerd, waarover cherubijn
tjes dartelen. Het plafond is om aan
vele vrouwen de gelegenheid te geven
aan het handwerk mee te werken in
vakken verdeeld. De banen worden af
gesloten door vergulde bogen, die in het
midden zich verenigen tot de in lauwe
ren gevatte initialen der Koningin, be
schenen door een matgouden zon.
De zijwanden zijn geborduurd met' de
wapens der Provinciën, het Rijkswapen,
het tegenwoordige en het vroegere wa
pen van de stad Amsterdam. En dan het
tapijtwerk, dat in de motieven van zijn
versiering met tulp, narcis en hyacinth
het met Nederlandse bloemen bestrooide
pad van de jonge Koningin wil uitdruk
ken.
Het is alles tot in de kleinste details
doordacht en uitgewerkt. ITet is een
gen: „Ik zal doen wat ik kan, daarop
kun je rekenen".
De eerste, meer eenvoudige ritten
worden eigenlijk met. weinig belangstel
ling gadegeslagen en dat is jammer,
want er rijdt prachtig materiaal, dat. on
berispelijk werk levert. Doch eindelijk
gelukt het de Zweedse luitenant Erik-
son door zijn prachtige dressuur de aan
dacht van liet. publiek in beslag te ne
men. Er wordt geestdriftig geapplaudis
seerd als de grote appelschimmel ten
slotte een elegante révérance voor het
publiek maakt. En dat gebeurt ongeveer
terzelfdertijd als Stephan in het zieken
huis zijn injectie krijgt en de professor
bemoedigend zegt: „U wordt eerst een
beetje slaperig, maar dat is maar even.
Dan wordt u helder en fris en actief.
Blijft u dus rustig liggen en soest u
maar wat. Dan komt alles in orde".
„Ik hoop het", zegt Stephan glimla
chend, „want u weet, professor, dat ik
rijden móét, wat er ook gebcure".
Elf ruiters komen op de zadel-plaats
bij elkaar als de hoofdrit van het con
cours gaat beginnen. Het publiek geeft
de Belg Dumoulin met Flying Fox de
meeste kans. Weliswaar is hij in Ber
lin door Goudlelie verslagen maar dat
wil niet zeggen, dat hij geen revanche
zou kunnen nemen. Vooral daar Flying
Fox beter loopt op de vrije baan, daar de
overdekte hal een slechte invloed op
hem schijnt te hebben. En daarbij komt
dan nog dat Goudlelie's meester, die een
zeldzaam goed ruiter is, in het zieken
huis ligt. Natuurlijk wil niemand iets
profusie van figuren en dieren, bloemen
en kleuren. Maar wat in een beschrij
ving verloren gaat, is de indruk van 't
evenwicht en de rust, die ondanks een
drukke decoratie van het geheel uitgaat.
Deze ligt in de schone lijnen, in het
egale gouden fond, in de tere kleuren
en de lichte schildering; het zh'n in één
woord de harmonie en de eenheid, die
van de Gouden Koets een waai' kunst
werk gemaakt hebben.
Zo was het plan, zo was de Gouden
Koets geboren, maar daar stuitte het
comité op een moeilijkheid. De Konin
gin had te voren uitdrukkelijk te ken
nen gegeven, dat Zij ter ere van Haar
inhuldiging geen geschenken zou aan
vaarden. Zelfs voor een Gouden Koets
kou daarvoor geen uitzondering op ge
maakt worden. Vele brieven, vele tele
grammen en vele besprekingen van het
bestuur met Harer Majesteits particulie
re secretaris zijn gevoerd. Ton slotte be
sloot de Koningin, geroerd door het. zo
sympathieke denkbeeld van de hoofd
stad, het geschenk te aanvaarden. Niet
tijdens de inhuldigingsfeesten, maar op
een nader te bepalen tijdstip. Dat de
jeugdige Koningin Wilhelmina met de
sprookjeskoets ingenomen was, moge
echter wel blijken uit het feit, dat de
aanvaarding van het geschenk reeds op
7 Sept., de dag onmiddellijk volgend op
de inhuldiging werd vastgesteld. Die
dag had onder grote plechtigheid, de
aanbieding plaats.
Sindsdien is de Gouden Koets een
aan iedere Nederlander bekende ver
schijning geworden. Trouw elk jaar
een enkele uitzondering daargelaten
vervoert zij de Koningin naar de histo
rische Ridderzaal voor het openen van
de nieuwe zitting der Staten-Generaal.
Op die derde Dinsdag in September
in de volksmond „Prinsjesdag" gehe
ten - stromen de mensen van heinde
en ver samen om liet schone schouwspel
te genieten. Naast die staatkundige zijn
er andere plechtigheden, waarbij de
Koets meer luister aan de feestelijkhe
den byzet. Tot tweemaal toe reed een
van geluk stralende jonge bruid in de
Gouden Koets. In 1901 de Koningin, in
1937 Prinses Juliana. En tot tweemaal
toe staarde menigeen ontroerd naar het
jonge leventje dat tussen zachte kus
sens ter kerke gevoerd werd voor de
plechtige doop. Prinses Juliana en la
ter Haar oudste dochtertje, prinses
Beatrix. Maar niet alleen jeugd droeg
de Koets. Bij de herdenking van de dag.
waarop Zij voor 50 jaar Nederlands
Staatsburgeres geworden was, reed Ko
ningin Emma tussen de jubelende me
nigte, die niet wist hoe jegens de lieve
oude vorstin en landsmoeder haar
vreugde te uiten. En waarin anders dan
in de Gouden Koets deed de Koningin
haar feestelijke intocht in Amsterdam
ter ere van Haar 25-jarig regeringsjubi
leum?
Van veel vreugde is de Gouden Koets
getuige geweest. Maar er kwamen ook
andere jaren. De vijand bezette het land
en de Koninklijke familie moest uitwij
ken.
Vergeten als museumstuk stond
de Koets lange jaren ongebruikt in de
stallen. Het is een wonder, dat de be
zetter haar daar liet en niet, zoals zo
vele kunstwerken als oorlogsbuit mee
sleepte of vernielde.
Ook aan de benauwenis van oorlog en
bezetting kwam een einde. De sober
heid, die de teruggekeerde Koninklijke
familie, in verband met de ontredderde
toestand des lands betrachtte, heeft ge
maakt. dat sinds de 3e Dinsdag in Sept.
do opening der Staten-Generaal
1939 de Gouden Koets niet meer ge
bruikt is.
Wij hopen haar echter bij het 50-ja-
rig regeringsjubileum van H.M. de Ko
ningin weer te zien. Moge zij onze Ko
ningin op haar laatste officiële tocht als
regerend vorstin door Amsterdam dra
gen. Door Amsterdam, dat deze Koets
aan Haar, van wier regering het zoveel
goeds verwachtte en wie het zo grote
zegen toewenste, 50 jaar geleden ge
schonken heeft.
Hoe minder Colorodcrtevers thans
de grond ingaan,
Hoe beter volqend jaar 't gewas
er bij zal staan.
afdoen aan de moed en de goede wil der
kleine barones. Het is ongelofelijk wat
zij doen durft. Maar hebt li de moed
haar veel kans te geven.
De Italianen hebben hun allerbeste
materiaal naar voren gebracht. Zij zul
len alles doen wat zij kunnen om de
prijs in het land te houden en zij stellen
ium hoop op de jonge luitenant Costa.
Hij heeft een groot ruitertalent en de
merrie Principessa, die hij rijdt, heeft
al herhaaldelijk bewezen, buitengewone
kwaliteiten te bezitten.
De luidspreker brult en als eerste ver
schijnt de Zweed, ditmaal op een grote
bruine hengst. Het dier neemt de eerste
hindernissen zonder moeite, maar bij de
muur raakt de achterhand de top en
slaat er de lat af, ook de latten van de
dubbelhindernis, die volgt, gaan er af.
Dat maakt het paard schichtig en voor
de sloot heeft hij er genoeg van en blijft
staan. Zijn ruiter krijgt hem er toch
over, maar zijn kansen zijn verkeken.
Dertien fouten en 155 seconden. Dat
kunnen de anderen zeker verbeteren.
Maar het was geen slechte rit en het
applaus klinkt duidelijk.
Het aantal der fouten van de volgende
ruiters wisselt tussen tien en vijf en
twintig; de kortste tijd is 146 seconden
Zonder een hindernis te raken is er niet
een door de baan gekomen. En er heb
ben zelfs twee ongevallen plaats gehad.
De Engelsman en de Hongaar zijn bei
den gevallen bij de sprong over de
muur. Het is gelukkig goed afgelopen.
FEESTRECEPTEN.
Oranje gebakjes (16 stuks).
200 gr. (3 kopjes) bloem en 10 gram
bakpoeder of 200 gr. zelfrijzend bak
meel, 100 gr. (2/5 pakje) boter of marga
rine, 70 gr. <4'/2 eetlepel) basterdsuiker,
iets zout, ongeveer 2 eetlepels melk.
De bloem met bakpoeder en het zout
vermengen. De boter of de margarine
tot kleine klontjes snijden, de suiker en
het vocht toevoegen en het geheel tot 'n
stevig deeg kneden, dat soepel doch niet
nat mag zijn (anders voegt men nog iets
bloem toe). Van dit deeg 32 ronde koek
jes steken (hier een glas of dekseltje
voor gebruiken), 16 kleinere rondjes en
16 zeer kleine rondjes (ter grootte van
een vingerhoed). Deze koekjes op een
bakplaat leggen en in 15 min. in een ma
tig hete oven gaar en lichtbruin bakken.
Heeft men geen oven, dan probere men
een ingevette koekenpan met deksel er
op, op een zéér zacht pitje. Vervolgens
maakt men crème au beurre van:
Vj liter melk, 25 gr. (21/: eetlepel) mai-
zena, 60 gr. suiker, 50 gr. boter of mar
garine, zout (vanillesuiker of sinaasap
pelessence).
De melk op een klein deel na aan de
kook brengen met de suiker en iets zout.
Met de rest van de melk de maizena aan
mengen en hiermede de melk binden.
De vla onder roeren iets af laten koelen
en de boter of de margarine er door
mengen. De crème verder onder roeren
koud laten worden en op 'n koele plaats
wegzetten om op to stijven. Is ze stijf,
dan mengt men door 2/3 gedeelte van de
crème een pakje vanillesuiker en de rest
kleurt men oranje met sinaasappelessen
ce. Ook heeft men nog nodig glazuur
van: 80 gr. poedersuiker. 1 eetlepel wa
ter, sinaasappelessence. De poedersui
ker zeven, het water toevoegen cn enige
druppels oranje-essence.
Als de koekjes gebakken zijn, de
grootste twee aan twee op elkaar plak
ken met een laagje witte crème au beur
re. Het bovenste koekje glaceren door
het met een mes te bestrijken met oran
je glazuur. Op de koekjes, een kleiner
rondje plakken met witte crème au
beurre. Dit eveneens glaceren en ver
volgens het kleinste rondje er boven op
zetten met w itte crème. Hier bovenop
met oranje crème au beurre met be
hulp van een spuitzakje of een papieren
zakje) een torentje spuiten. Ook spuit
men nog wat garnering op de uitsteken
de rand van het onderste koekje.
TOEWIJZING GRANEN UIT EIGEN
OOGST.
De Prov. Voedselcommissaris voor N.-
Holland maakt, betreffende de regeling
voor de toewijzing granen uit eigen
oogst 1948, het volgende voor doisbe-
dryven bekend: Binnen enige dagen
zullen aan de telers van granen en peul
vruchten de aanvraagformulieren voor
de toewijzingen granen en peulvruchten
uit eigen oogst 1948 worden toegezon
den. lie belanghebbenden dienen deze
formulieren ten spoedigste, zo volledig
mogelijk ingevuld, aan hun PBH op te
zenden, opdat de toewijzingen op tijd in
het bezit van de telers kunnen zijn.
1. J>e deelnemers aan de zelfverzor-
ging voor brood kunnen tegen inleve
ring van een bepaald aantal broodbon
nen 150 kg. tarwe en-of rogge per per
soon toegewezen krijgen.
2. lie telerspremie bedraagt 50 kg.
tarwe en-of rogge per persoon, dit zijn:
de teler zelf, zijn gezinsleden, zijn land
arbeiders en hun gezinsleden.
Do telerspremie voor peulvruchten is
minimaal 200 kg. groene erwten, schok
kers en-of bruine bonen per bedrijf of,
indien het aantal deelnemers op een be
drijf meer dan 20 personen bedraagt, 10
kg. per persoon.
3. Toewijzing voor veevoederdoelein
den (gerst, haver en-of gemengd gewas)
registratie 11 Juli 1948.
Landbouw werkpaarden 1 jaar en ou
der 1200 kg.; hengsten van 1-3 jaar 1200
kg .-.hengsten van 3 jaar en ouder 1800
kg. Pluimvee: 20 kg. per dier geb. vóór
1948 tot het aantal, waarvoor toewijzing
aanwezig. Rundvee: 100 kg. per dier.
Fokvarkens: 600 kg. per dier, rogge,
gerst, haver of gemengd gewas voor 't
aantal, dat aangehouden mag worden.
Huisslaehtingsvarkens voor telers en
vaste landarbeiders 350 kg. rogge, ha
ver, gerst en-of gemengd gewas.
Paarden en ruiters hebben geen letsel
van betekenis opgelopen.
Flying Fox is in uitstekende conditie.
Zijn stalen spieren schijnen hem zonder
moeite over de hindernissen te dragen.
De moeilijkste heeft hij al genomen.
Maar bij een der laatste springt hij niet
helemaal juist. Een van zijn achterhoe
ven raakt de lat en neemt die mee. Drie
fouten en 141 seconden roept de luid
spreker door het daverende applaus
heen.
Doch het lawaai verstomt spoedig,
want luitenant Costa verschijnt op Prin
cipessa, Hij begint de rit.
Met ademloze spanning volgen tien
duizenden ogen het kleine zwarte fi
guurtje, dat voortsnelt en verdwijnt
voortsnelt en verdwijnt. Daar is de bre
de sloot, Bijna allen hebben door een op
spuitende waterstraal verraden dat hun
sprong te kort was. De kijkers worden
voor de ogen gehouden. Nu nu! Het
donkere figuurtje is er overheen. Geen
druppel water is opgesprongen. De
moeilijkste sprongen zijn gedaan. Nu
nog een paar dubbele hindernissen,
waarvan er één Flying Fox's noodlot
werd. Het zwarte paard neemt ze zonder-
feil. Nu nog één Het is gebeurd. Géén
fouten 141 seconden. De luidspreker-
wordt overstemd door het daverende ge
roep en handgeklap der menigte.
Costa's vrienden moeten 'n weg voor
hem banen. Opgewonden vrouwen
trachten het paard te strelen, welks
zwarte huid glanst onder het witte
zweetschuim. De mensen vergeten bijna
Elk jaar trekt Texel opnieuw duizen
den kampeerders, die hun tenten op
slaan op de vele mooi gelegen kampeer
terreinen, die ons gezegend eiland rijk
is. Ook de padvinders behoren tot de
regelmatig weerkerende gasten. Vrij
dag j.l. vertrok een groep, die wel een
zeer bijzondere was, reden waarom wij
ook gaarne enige regels hieraan wijden.
De jongelui huisden gedeeltelijk in de
bunkers rechts van de Badweg aan De
Koog en in een drietal grote tenten. De
groep bestond uit jeugdige patiënten
van het Hervormde Instituut voor toe
vallijders „Meer en Bos" uit Heemstede,
waarbij dan gevoegd was een groep B.
E.-padvinders.
Dit B.E. is de afkorting van Bijzonde
re Eisen legde de leider, dhr de Vries,
ons uit. Deze jongelui, die lichamelijke
of zielsgebreken hebben, worden in deze
B.E.-groepen betrokken in het normale
ontspanningsleven van de padvinderij.
Samen hebben ze een heerlijke vacantie
gehad in De Koog. Twee maal vlamde
een kampvuur op aan het strand, er
werden avondwandelingen gemaakt en
tweemaal werd de strijd aangebonden
tegen een jeugdelftal uit Den Burg en
De Koog. 35 a 40 kg. aardappelen ver
dwenen elke dag in de grote kookpot
buiten de bunker om de hongerige ma
gen van de 70 jongelui te vullen. Dhr de
Vries verzocht ons zijn dank te willen
overbrengen aan de inwoners van Tpxel
en speciail van De Koog, voor het be
grip en hst warme medeleven, waarmee
zij deze misdeelde jongens zijn tegemoet
getredeif: Speciaal dhr Toolens een
woord van dank voor de belangeloze me
dewerking bij de inrichting van de bun
kers, welke geheel gewit en van ruiten
voorzien werden.
De tien dagen zijn omgevlogen en de
jongens hebben volop genoten van
Texels natuurschoon. Wij kregen de
verzekering van de leiding van dit
kamp, dat ons eiland stellig het volgend
jaar weer met een bezoek vereerd zal
worden.
TUBERCULOSEBESTRIJDING
ONDER HET RUNDVEE.
Wist u.
Dat 7 pet. van alle gevallen van
tuberculose hij de mens veroor
zaakt wordt door de rundertuber
kelbacil!
Dat een reagerend rund ten al
len tijde open lijder (dus besmette
lijk) kan worden.
Denkt u er dan om.
Dat u 's winters nooit geen kin
deren iu de stal moet laten spelen,
zolang er nog één of meer reagcer-
ders aanwezig zijn.
Dat u daarom ook geen rauwe
melk moet drinken of laten drin
ken!
De Dir. Prov. Gez. D.v. Dieren
in N-Holland,
D. REMPT.
CONCERT TE OOSTEREND.
Zaterdagavond werd op het school
plein van de nieuwe o.ls. te Oosterend,
een concert gegeven door drie Texelse,
fanfarecorpsen, t.w. Texels fanfare, Den
Burg, Excelsior, Oosterend en VIOS te
Oost. Den Hoorn was niet aanwezig.
Voor dit concert bestond tamelijk veel
belangstelling.
Onze mening is, dat de verschillende
corpsen goed gespeeld hebben.
Tot slot speelden de ver. gezamenlijk
twee marsen o.l.v. van de dir. van VIOS,
dhr Flokstra.
De adm. van de VVV Texel, dhr Oskamp
dankte aan het einde het publiek voor
zijn opkomst en dhr Schrama van Den
Burg voor zijn onvermoeide pogingen
om al deze concerten te organiseren,
waardoor de VVV een massa werk uit
de handen werd genomen.
Een opmerking willen we nog maken
en dat is, dat het Oosterender publiek
blijkbaar nog niet gewoon is veel con
certen bij te wonen, gezien het vele ru
moer, dat er tijdens de muziek gemaakt
werd.
dat er nog twee ruiters moeten rijden:
een vriend van Costa en. de Duitse
barones.
De leiders van 't concours pauzeren
even om de rust te laten weerkeren. Fa-
biani snelt naar Carla, die in de box
bij Goudlelie staat te wachten op het
resultaat.
De kleine is wat terneergeslagen. Hij
had deze beminnelijke vrouw zo graag
de overwinning gegund. Zijn bewonde
ring voor haar kent geen grenzen meer
sedert zij Steplian's rit heeft overgeno
men.
„Geen fouten en 141 seconden", zegt
hij, ietwat bedrukt, „dat is n.et te verbe
teren. Beter dan nul fouten kan Goud
lelie ook niet maken".
Carla glimlacht, „Neen dat kan
niet", zegt ze, „er blijft dus niets anders
over dan de tijd te verbeteren".
Maar Fabiani schudt zijn hoofd. „Du
moulin en Costa hebben het in 141 se
conden gedaan", zegt hij. „De anderen
zijn niet onder de 145 gekomen. Prin
cipessa vloog over de hindernissen".
Carla laat zich niet ontmoedigen. „Ik
heb vertrouwen in Goudlelie", zegt ze.
„Zij is lichter en sneller dan Principes-
sa. En het enige wat ik kan doen is de
tijd verbeteren".
„Hoofzaak is dat u er .ongedeerd door
heen komt, barones. En bedenk, een
tw eede prijs op zulk een concours is óók
een belangrijke zaak. Thilngern zelf zou
ook niet meer kunnen doen dan dat, na
het succes van Costa".
(Wordt vervolgd.)
MIJNHEER PIMPELMANS GAAT PAARDRIJDEN.
Plaatjes en versjes door G. TH. ROTMAN.
17. Wat was er gebeurd? Wel, terwijl
meneer Pimpelmans met de agent stond
te redekavelen had de schimmel - een
Hele wagen vol sappige groenten ont
dekt. Jan de groenteboer had namelijk
zijn wagen in de steek gelaten om naar
de voorstelling van meneer Pimpelmans
te kjjken. „Ha!" had „Bleke Bet" ge
dacht, ,dat zal smaken."
18. En de schimmel aan 't schransen!
En toen Jan even later grinnikend naar
zijn wagen terugkeerde, had „Bet" na-
genoegde hele wagen in die tijd leegge
geten. - Bet stond er met een doodon-
als een tonnetje bij. Och, wat ging de
schuldig gezicht en een buik zo rond
arme Jan te keer!