Carla
De verschillende bedrijven op Texel.
-
in.
niet verwerkt kan worden.
Zou het niet mogelijk zijn om ons land
in verschillende districten te verdelen,
waardoor de vacantieperiode voor die
categorie over vijl of zes weken ver
deeld wordt?
Dat zou reeds een aanmerkelijke ver
betering zijn!
Het slephte weer.
De miserabele zomer heeft nog weer
een ander vraagstuk naar voren doen
komen. En wel dit: Hoe brengen we on
ze vacantie door? We zijn enkele keren
aan het strand geweest in het slechtst
van het seizoen. Daar zagen we de va-
cantiegangers, die eindelijk van een wel
verdiende rust konden genieten. Ze
hebben zich in tal van plaatsen ver
veeld. Ze zaten in de pensions of in de
hotels en keken naar de regen of luister
den naar de wind. Ze hebben van hun
vacantie weinig genoten. Is hiervoor 'n
oplossing te vinden? Er is in Nederland
een tamelijk fel verzet geweest tegen de
zgn. Butlinkampen. Ook wij bewonderen
de opzet niet. Maar toch rijst de vraag
of er in die richting niet iets gedaan
kan worden, waardoor in de grote va-
cantiecentra meer gelegenheden worden
geschapen om bij slecht weer de varan-
tiegangers bezig te houden.
Ordening noodzakelijk.
Het stichten van grote vacantiecentra
is geen zaak van particulier initiatief
alleen. Dat vergt ontzaggelijke offers.
Hier ligt een terrein braak voor grote
verenigingen. Wij denken aan vakver
enigingen, vakgroepen en aan over
heidsinstanties.
Tal van andere landen zijn reeds voor
gegaan. Op vele plaatsen worden recre
atieoorden gesticht. In Nederland ge
beurt nog niets.
Is hier geen mogelijkheid? Wij den
ken aan de talloze grote zalen, die ten
plattelande de hele zomer leeg staan.
Hier kunnen vacantieonderkomens ge
sticht worden, waardoor de stad meer
naar buiten kan gaan.
Het is 'n kwestie van organisatie en
aanpakken. „N. Schager".
VERTROKKEN PERSONEN.
Klaas A. Brons en echtg. v Wilhelmina-
laan 112 n Schagen, Spoorlaan D 174.
Rinze Comello, v Schildereind 78 naar
Achtkarspelen, Gerkeskloosler 87. Dirk
Krijnen, v Oudeschild 78b n Amsterdam
Pr. Hendrikkade 189. Margurite C C I
Bakker, Molenstraat 24 n Den Helder,
Parallelweg 61.
VRIJWILLIGE ZIEKENFON
VERZEKERING LEVERT TE K
OP.
Regeling 1947-1948, in afwachting
een nieuwe wet.
Do Vrijwillige Ziekenfondsverz
ring boert niet best meer, sedert de
plichte verzekering haar intrede
gedaan. Het tekort wordt voor de laf
twee jaren op rond 20 millioen gi
gesteld. Er zijn voor deze slechte K
komsten verschillende factoren aan|
wijzen.
In de eerste plaats zijn daar nat
lijk de sterk gestegen kosten vat
neesmiddelen, ziekenhuisverpleg
vervoer, enz., terwijl de premies
zijn verhoogd. Verhoging van pre
toch, zou in verband met de grote
nadelige gevolgen hebben gehad.
Het is echter wel duidelijk, d
Vrijwillige verzekering zo niet
doorgaan.
De verplichte komt te hii
De minister heeft nu na overleg
de Stichting van de Arbeid bepaald,
de helft van het verlies van de Vrijt
ge verzekering komt ten laste van
Verplichte verzekering en wel van
Vereveningsfonds, waarin de verplff'
bijdragen worden gestort.
Nieuwe wet op kom j'
Inmiddels kan worden medegedi
dat een nieuwe Ziekenfondswet in
bereiding is, waarbij de gehele regi
opnieuw zal worden bekeken.
Het is nog niet bekend, hoe deze
ling er uit zal zien. Wel is door so
gen verklaard, dat de inkomens]
nog weer aanzienlijk zal worden
hoogd, maar er zijn ook meningen 11
lanceerd, waarbij de veronderstefd
werd geuit, dat ieder Nederlander
zou moeten verzekeren.
Het zou dan beginnen te gelijken
een navolging van het Engelse
beeld, waar naar wij menen dit st
ook is ingevoerd.
Het lijkt, ons echter niet verstandijk
de zaak vooruit te lopen en ons ii
schouwingen te begeven over de
en nadelen die aan een dergelijk st|
verbonden zijn.
INGEKOMEN PERSONEN.
Van 3 t.m. 9 September 1948. Joha
G. van Gcrven, v Heer, Akkersteei
216 n De Cocksdorp 24. Jan Dekker,
Velsen, Meervlietstraat 6 n Oudesi§<
82.
t,
FOTO VAN DE WEEK.
HEIM'S KATHEDRAAL
WORDT GERESTAUREERD.
In de eerste wereldoorlog ontzagen de Duitsers zich niet het Franse
Reims aan een hevig bombardement bloot te stellen, waarbij de werel
roemde kathedraal ernstig werd beschadigd. In 1926 is Frankrijk bego|
met de restauratie van dit cultuurmonument, .dat ook wereldoorlog II
stond.
Van Sept, 1939 tot aan de bevrijding heeft het restauratiewerk vriiweljj1
gelegen. In 1945 is men eerst op volle kracht begonnen. Men schat dat er|a
10 jaar verstrijken zal eer de vaklieden, die vrijwel alles met de hand doenl1
reed zullen zijn, zodat twee generaties van arbeiders het handwerk j
melijk van vader op zoon over hierbij betrokken zijn. -
Veebezetting.
Na deze cijfers over aantallen enkele
opmerkingen over de veebezetting per
eenheid grasland.
In de bedrijfsgroepen mot meer dan
■10 peti grasland, daalt de melkveebezct-
tlng per 100 ha. met toenemend gras-
land-percentage van 40,1 tot 19,5; de zui
vere graslar.dbedrijven geven bierbij 'n
geweldige sprong naar beneden te zien.
eroorzaakt door het voorkomen van et
telijke zuivere scliapenbedrijven en be
drijven met 1 of 2 melkkoeien.
De gemiddelde melkvee-bezetting be
droeg in 1939: 31.4.
Voor het jaar 1947 waren genoemde
cijfers: 46,9 en 21,4 met een gemiddelde
van 36,2.
De fokooienbezetting per 100 ha. gras
land geeft met toenemend grasland-per
centage een stijging te zien van 413 tot
676 met een gemiddelde bezetting van
583. Voor 1947 waren deze cijfers: 338
en 554 met een gemiddelde van 425. De
fokooienbezetting blijkt in alle bedrijfs
groepen aanzienlijk gedaald; de schapen
zitter er dus niet zo „dik meer op".
Allereerst is van belang het aantal
eenlieidsdleren per 10 ha. grasland. Dit
Bedrijfsgroepen1939
ingedeeld naar melk-
percentage koeien
grasland
40 t-.ni. iOO 3,1458,3
40—80 3,69 51,5
80 t.m. 100 2,78 62,8
Het blijkt, dat in iedere bedrijfsgroep
de bezetting met melkkoeien en fokooien
ver uiteenloopt, zowel de bedrijven met
een lager percentage grasland als die
met een hoger vertonen ongeveer de-
dezelfde grote schommelingen.
Dit wijst er op, dat in Texel nog een
grote vooruitgang mogelijk is.
De achteruitgang van het aantal be
drijven met een dichte fokooienbezetting
is opvallend; in 1939 waren er 36 bedrij
ven met een bezetting van meer dan 80
fokooien per 10 ha. grasland en 88 be
drijven met een bezetting van 60-80 fok
ooien; voor 1947 waren deze cijfers 5 en
38.
De totale veebezetting, dus het totaal
eenheidsdieren per 10 ha. grasland ver
toont dezelfde grote spreiding. Deze cij
fers geven nog eens een instructief
overzicht van de daling van de totale
veebezetting per eenheid grasland, voor
al op de bedrijven met een hoog percen
tage grasland.
Verhouding: fokooien melkkoeien
In 1939 waren op Texel nog 18 bedrij
ven zonder melkkoeien, dus met alleen
schapen, en 47 bedrijven met 1 of twee
melkkoeien, dus bijna zuivere schapen-
bedrijven.
In 1947 waren deze cijfers 13 en 15.
Het aantal bedrijven met alleen scha
pen en overwegend schapen is in 1947
nog wel van betekenis, maar toch t.o.v.
1939 aanzienlijk gedaald.
li
wint de grote prijs
van Rome
door HEDDA LINDNER
38.) Zoir er op de wereld nog wel een
tweede vrouw bestaan, die zóó iets klaar
speelt? Hij knipt met zijn ogen. Het in
tense denken maakt zijn hoofd toch nog
moe. - Wat glanst daar zo op de deken?
Och, ja hel gouden lint Een aardi
ge gedaente, hem dat lint te sturen
het teken der overwinning hij glim
lacht, al half in slaap wie had dat
kunnen denken! Carla, die het gouden
lint wint.
Het was vijf dagen later. Het echt
paar Bredecke zat in de tuin van het ho
tel bij de middagthee. Erg levendig was
het gesprek tussen hen niet. Lilian's
slechte humeur was nog niet verdwenen
en haar andërs zo gehoorzame echtge
noot toonde de laatste dagen een pijnlij
ke onverschilligheid tegenover haar
nukken.
Zij zaten op de Thitngerns te wachten.
Stephan was die morgen uit het hospi
taal ontslagen, maar moest zich voor
lopig nog ontzien, waarom ze besloten
hadden, nog een paar weken naar de Ri
viera te gaan; ook Bredecke wilde de
laatste week van zijn vacantie daar door
brengen. En nu hadden man en vrouw-
het over deze reis.
„Ik begrijp werkelijk niet, waarom je
de auto niet wilt laten nakomen", zei
heeft alleen betrekking op melkkoeien
en fokooien; bij de omrekening tot fok
ooien is 1 melkkoe gelijk gesteld met 7
fokooien.
Het blijkt, dat in 1939 het gemiddeld
aantal eenheidsdieren per 10 ha. gras
land voor alle bedrijfsgroepen 80,3 was,
terwijl deze bezetting in 1947 gedaald
was tot 67,8
De huidige veebezetting is dus aan
zienlijk beneden de vooroorlogse.
Verder blijkt, dat in 1939 de bedrijfs
groepen met een lager percentage gras
land een aanmerkelijk lichtere veebezet
ting hebben dan de overige bedrijfs
groepen, terwijl in 1947 dit verschil niet
alleen opgeheven, maar zelfs in het
tegendeel is omgeslagen.
Van belang is voorts nog, dat de lich
tere veebezetting in 1947 t.o.v. 1939 voor
al te wijten is aan de achteruitgang van
het aantal fokooien per 10 ha. grasland;
deze daling vond in alle bedrijfsgroepen
plaats. Het aantal melkkoeien per 10 ha.
grasland nam zelfs in genoemde periode
nog toe; deze toeneming vond alleen
plaats in de bedrijfsgroepen van 4080
pet. grasland. Hieronder volgen nog eni
ge samenvattende cijfers oier deze vee
bezettingen
1947
80,3 3,62 42,5 67,8
77,3 4,38 38,6 69,3
82,3 2,80 46.6 66,2
De bedrijven met 5 t.m. 10 melkkoeien
zijn in de periode 1939-1947 gestegen
van 127 tot 148.
Het belangrijker worden van 't rund
vee blijkt ook nog uit de volgende cij
fers; In 1939 waren er 13 bedrijven zon
der fokooien, dus met alleen rundvee en
8 bedrijven met 1-20 fokooien in 1947
waren deze cijfers 23 en 19. De bedrij
ven met meer dan 100 fokooien zijn in
de periode 1939-1947 gedaald van 116
tot 58.
Zeer instructief is ook het overzicht
betreffende het aantal fokooien per
melkkoe. Deze verhouding is van groot
belang voor de gunstige resultaten bij
een gemengde beweiding van melk
koeien en schapen.
Velen zijn van mening, dat voor het
bereiken van deze gunstige beweidings
resultaten een verhouding van 3 a 4 fok
ooien per melkkoe voldoende is. Men be
hoeft bij deze verhouding ook niet bang
te zijn, dat de „fokkern" op Texel onvol
doende zal worden. Want nemen wij
aan, dat het aantal melkkoeien op Texel
in de eerstvolgende jaren zal stijgen tot
3000, dan blijven er op Texel nog altijd
9000 5 12000 fokooien over.
In 1947 waren op Texel 20335 fokooien.
Om het meeste profijt te trekken van de
schapen met hun „gouden bekjes", kan
dus de schapenstapel op Texel nog on
geveer gehalveerd worden.
2
Lilian geprikkeld. „Ik kan aan de Rivie
ra toch niet te voet gaan".
Bredecke haalde zijn schouders op.
„Ik heb je uitgelegd, Lilian, dat het te
duur wordt. Het kan werkelijk niet. Dat
moet je begrijpen".
„Sedert wanneer begin je aan geld te
denken, als ik iets van je vraag?" zei
Lilian snibbig. Het antwoord kwam
even kalin als het vorige: „Sedert mijn
financiële omstandigheden daartoe
dwingen. Als je je in de jaren van ons
huwelijk niet alleen had beziggehouden
met geld uitgeven, maar ook eens had
nagedacht waar dat geld vandaan kwam,
dan zou je je nu niet verwonderen. Ik
heb het laatste jaar grote uitgaven ge
had en mijn middelen zijn niet onbe
grensd".
Lilian gaf geen antwoord, bleef een
tijdje zitten mokken en zei toen opeens:
„De Thüngerns schijnen dergelijke
zorgen niet te hebben. De reis hierheen
bijvoorbeeld, het transport van paarden
en stalpersoneel dat. moet een hele
boel geld gekost hebben".
„Dat is dubbel en dwars betaald door
het succes van Goudlelie. Thiingern
heeft al prachtige aanbiedingen op zijn
paarden gekregen. HU zal wel zeer goe
de zaken doen".
„Dat heeft je bruine vriendinnetje
maar mooi opgeknapt", zei Lilian spot
tend.
„Ja, dat heef; ze en ze verdient dan
ook de vruchten van haar kranige over
winning te plukken".
„Dat kan wel, maar als ze voortaan
zoveel geld blijft uitgeven als hier in
De cijfers tonen aan, dat in 1939 het
aantal fokooien per melkkoe in de ver
schillende bedrijfsgroepen uiteenliep
van 10,3 tot 34,6 met een gemiddelde van
18,5; voor 1947 waren deze aantallen 7,2
en 25.9 met een gemiddelde van 11,1. Het
jaar 1947 geeft een enorme vooruitgang
te zien op de weg die Texel is ingesla
gen, maar is nog op een aanzienlijke af
stand van het eindpunt: 3 5 4 fokooien
per melkkoe.
Beziet men de cijfers wat gedetailleer
der dan blijkt dat er in 1939 slechts vijf
bedrijven waren met minder dan 4 fok
ooien per melkkoe en 20 bedrijven met
4-7 fokooien per melkkoe; in 1947 waren
deze 24 en 38.
Voorts waren er in 1939 nog 112 be
drijven met meer dan 20 fokooien per
melkkoe en in 1947 nog slechts 52.
Het blijkt, dat deze afneming vnl.
plaats vond in de bedrijven, met een
hoog percentage grasland, terwijl de toe
neming van het aantal bedrijven met
weinig fokooien per melkkoe vooral in
de bedrijfsgroepen met een laag percen
tage grasland plaats vond.
Het gaat dus in de goede richting,
maar er waren in 1947 toen nog 176 be
drijven met meer dan 7 fokooien per
melkkoe. Ei is dus nog wel het een en
ander te bereiken op Texel.
De bedrijven zijn gegroepeerd naar
aantal fokooien per melkkoe en percen
tage grasland. In deze groepen werd be
rekend het aantal melkkoeien, fokooien
en eenheidsdieren per 10 ha. grasland;
groepen met minder dan 5 bedrijven zijn
niet geclassificeerd.
Deze tabel geeft vooral een instruc
tief beeld van de hoogte der bezetting
aan melkkoeien en fokooien in de on
derscheiden groepen.
In de groep van 2-5 fokooien per
melkkoe volgens de meest vooruit
strevende hoeren de meest gewenste
verhouding blijkt het aantal melk
koeien per 10 ha. grasland 6-8 te bedra
gen en de fokooien-bezetting 20-30. In
de groep 10-15 fokooien per melkkoe
blijken deze cijfers 4-5 en 45-65 te zijn.
De cijfers betreffende het aantal een
heidsdieren per 10 ha. grasland geven
zeker niet de indruk, dat bij veel fok
ooien per melkkoe de hoogste totale vee
bezetting voorkomt; vooral de bedrijven
met 30 en meer fokooien per melkkoe
geven in de meeste groenen een lage
veebezetting te zien. L.E.I.
(Wordt vervolgd.)
HOE BRENGEN WIJ ONZE
VACANTIE DOOR
en problemen, die om een oplossing
vragen.
Het vacantieprobleem werd reeds eer
der besproken. Op het ogenblik, nu ze
reeds voor een groot gedeelte achter de
rug is voor grote groepen mensen, wil
len we er nog eens op terugkomen aan
de hand van een verslag van de Intern.
Vergadering van Vreemdelingenver
keer, die onlangs te Oslo werd gehou
den. Er werd daar op gewezen, dat liet
vreemdelingenverkeer een geheel ander
beeld had gekregen. Voorheen was het
zo, dat verschillende hotels moesten le
ven van enkele rijken uit vreemde lan
den, die met geld smeten. Mede tenge
volge van de deviezenmoeilijkheden is
dat tijdperk afgelopen.
De kleine man
In de plaats daarvan zal ïiu alle aan
dacht moeten worden besteed aan het
reizen en trekken van de kleine man.
Want ook hier geldt het spreekwoord
dat vele kleintjes één grote maken. Te
recht gaat men in vakkringen van het
Standpunt uit, dat er aan een groot aan
tal touristen misschien nog wel meer te
verdienen is, dan aan een klein aantal
rijken.
Direct komen dan echter de proble
men. In alle landen en dat geldt voor
Nederland met zijn dichte bevolking wel
in het bijzonder, zit men met een tekort
aan hotelruimte.
Nodig is in de eerste plaats vacantie-
spreiding. In dit verband werd de vraag
gesteld, of het bv niet mogelijk zou zijn,
voor de vacantie van de bouwvakarbei
ders een andere regeling te treffen.
Nu is het zo, dat de eerste week van
Aug. alle bouwvakken over het hele
land vacantie hebben, waardoor een
stroom vacantiegangers ontstaat, die
Rome zijn er geen paarden genoeg om
een dergelijke weelde te betalen. Ste
phan moest haar eens op de vingers tik
ken".
,Je schijnt dus toch de voordelen van
spaarzaamheid te kennen". Deze spot
tende toon zou hij vroeger nooit tegen
mij hebben durven aanslaan, dacht Lili
an nijdig. Het begon tot haar door te
dringen, dat zijn houding jegens haar
toaal veranderd was, vooral na die dag,
waarop hij haar met haar migraine al
leen gelatin had in het hotel om bij Car
la de beschermer te gaan spelen. Carla
hier en Carla daar. De mannen liepen
haar overal na sedert ze die rit gedaan
had 't mocht wat! Anderhalve minuut
op een paard zitten! Ze leken wel gek.
't Was waar, ze zag er beter uit dan
vroeger. Die schoonheidsbehandeling
moest handen vol geld kosten. „Van het
beetje geld, dat ze heeft, kan ze dat alle
maal onmogelijk betalen", zei ze hardop
als conclusie van haar gedachtengang.
Haar man begon opeens te hoesten en
het duurde een hele tijd ter hij haar
laatste woorden vragend herhaalde:
„Van het beetje geld dat ze heeft? Ben
je dan van haar financiën op de hoog
te?"
„Natuurlijk. Zij heeft twintig duizend
dollar gekregen toen ze trouwde; dat
heeft ze mij zelf gezegd. En ze koopt ja
ponnen, die op zijn minst 500 dollar
kosten. Ik weet maar al te goed hoe
duur zulke kleren zijn. En ik moet je
zeggen, dat ik medelijden heb met Ste-
phan".
Bredecke kon,ondanks alle zelfbeheer
sing, een licht grinniken niet onder
drukken. „Wind je er niet over op", zei
hij. „Het gevaar, dat Carla haar man ru
ïneert lijkt me niet zo groot als je
denkt".
Lilian zweeg en speelde in gedachten
met de sluiting van haar handtasje. Bre
decke nam een krant op en zo bleven ze
wachten zonder verder nog iets te zeg
gen. Ieder verzonken in zijn eigen ge
dachten.
Dan komen de Thüngerns. De weder
zijdse begroeting is hartelijk. De kellner
serveert de thee. Stephan ziet er moe
uit. De lijnen om zijn mond zijn dieper
geworden maar hebben het zwakke in
de uitdrukking van zijn gezicht wegge
nomen. Er ligt nu een peinzende trek
op, die hij vroeger nooit gehad heeft,
Uiterlijk is hij opgewekt, spot een beet
je met het verband waarin zijn arm ligt
en tracht de indruk te geven van een
goedgennuste en tevreden man.
Carla draagt een elegant complet in
zwart en wit en heeft tegen de koele
Maartwind een prachtige zilvervos om
haar schouders gelegd. Die kleren heb
ben een vermogen gekost, denkt Lilian.
Stephan moet gewaarschuwd worden,
anders heeft ze in een paar maanden
h$ar hele huwelijksgift opgemaakt. In
een paar maanden in een paar maan
den kan er zoveel gebeuren en weer
vervalt ze in een peinzend zwijgen.
Bredecke's bewondering voor Carla's
prachtige prestatie is nog steeds leven
dig. Hij heeft haar 's avonds naar het
feest en de volgende dag naar een thee
bij de Duitse gezant vergezeld en daar
bij een blik in een hem tot nog toe on-
i<
e
c
ie
ei
11
ii
iit
n<
ia
V<
li.
a'
bekende wereld geslagen. En iede?
was even hoffelijk en welwillend ff
hem geweest. De gezant zelf had 'n
tijd met hem gesproken over econl
sche kwesties en grote belangstel
getoond voor zijn zakelijke, heldere]
eenzettingen. Kik de Italianen wj
zeer vriendelijk geweest, al kondei
elkaar niet verstaan. Ze hadden eet
minnelijke afgunst getoond, dat lïfi
beroemde rijdster onder zijn hoede
Ernst Bredecke. die tot nog toe niet
anders gekend had dan werken en
ken, was 'n een gemoedsstemming
raakt, die hem met de dag jo
maakte. Dat zei Carla tegen hem en v
merkte ook Stephan op.
En natuurlijk moet hij over de dii
spreken, die hem vervullen. Het mis
gen van zijn vrouw merkt hij da
niet op. I
„Hoe gaat het Carla? Komen erf
Steeds bloemstukken?" vraagt hij k
gend. „Er moet een hausse ontstaan k
bij alle bloemenwinkels in Rome", ff
„Altijd nog", zegt Carla lachP
„Conchita is al wanhopig. Ze weet!
geen weg mee."
„Allemaal nog onbekende vel
ders?" schertst hij verder en hij
niets van de korte aarzeling vóór 1
antwoord; „neen allemaal onbekf
vereerders". Dat het kaartje aanjj
mand met witte orchideeën de ik
Andrë Vicomte de Lanval" vermei
en dat haar die naam niet onbe#
was, vond ze niet nodig "te zeggen.
f
(Wordt vervolgt f
fok- eenheids- melk- l'ok- eenheids
ooiendieren koeien ooiendieren
per 10 ha. grasland
MIJNHEER PIMPELMANS GAAT PAARDRIJDEN.
Plaatjes en versjes door G. TH. ROTMAN.
23. Met hevig gekletter vielen de fles
sen op de stenen stuk. Nu je weet alle
maal, dat chloroform een verdovend
middel is en het gevolg was uan ook, dat
allo voorbijgangers subiet bewusteloos
op de grond vielen; mijnheer Pimpel
mans en z'n paard incluis. Zonder boe
of bah lagen ze dwars over elkaar.
24. Het publiek, dat in de buurt wan
delde, sloeg overhaast op de vlucht, niet
anders duikende of er was plotseling de
een of andere vreselijke ziekte uitgebro
ken. Slechts 'n dappere politie-agent na
derde moedig de plek des onheils
helaas, ook hij zakte weldra duizelend
op het trottoir neer.