ffl 1 tl1 Carlci Waddenconferentie op Ameland Zo bewerken wij onz^ grond Ir Cleveringa licht de landbouwers voor r: H h Dj ei Lr wint de grote prijs van Rome Na de pauze vervolgde de heer Cleve ringa zijn causerie, waarbij een en ander werd verduidelijkt door lichtbeelden. Zo kregen wij afbeeldingen te zien van gron den, die door een goede organische voor ziening in een ideale structuur verkeerden en andere, die door totale verwaarlozing van de organische besmetting in een toe stand verkeerden, waarbij de planten slechts over een zeer klein gedeelte van de bouw- voor de beschikking hadden. Duidelijk werd nl. aangetoond, dat de wortels van onze cultuurplanten volkomen passief zijn. Er is geen wortel, die in een volkomen dode en dicht gesloten kluit dringt, maar de wortel moet gebruik maken van holten en scheu ren, die aanwezig zijn In een grond, die in een ideale structuur verkeert wordt één derde van het grondvolume ingenomen door lucht en van deze luchtholten kunnen de plantenwortels gebruik maken om de gehele bodem te doorzoeken. In een dergelijke grond kunnen ook alleen de schimmels groeien, die als rechtstreeks voedsel voor onze cultuurplanten dienen. Verder is het aanwezig zijn van voldoende lucht rondom de wortels nodig voor energieontwikkeling, die moet dienen om de in water opgeloste bodemzouten te transporteren naar de veel sterkere oplossing in de plantencellen Hoe kom het. aldus de heer Cleveringa, dat in een grond met ideale kruimelstruc tuur geen aaltjesziekte voorkomt en in gron den, die in organisch verval raken wel? Aan de hand van plaatjes gaf spr het antwoord. In de eerste grond groeien bepaalde schim mels, die kunnen dienen als „strop" voor de parasitaire aaltjes. Deze schimmels leg gen zich rondom de aaltjes en zuigen deze uit. Ook de vergelingsziekte in bieten is bijna uitsluitend een gevolg van structuurvervaj, aldus de heer Cleveringa. Wanneer de wor tels der bieten door kluiten of banken in hun groei gestoord worden verliest de plant zijn weerstand en geeft toegang aan het virus, dat de vergelingsziekte veroorzaakt. Zelfs schietervorming bij bieten heeft iets te maken met de structuur Weliswaar is de vatbaarheid voor schietervorming bij de ver schillende rassen ongelijk, maar bij eenzelfde ras zal eerder schietervorming optreden in dien de omstandigheden daar gunstig voor zijn. Zoals bekend treedt schictervorming vooral op indien de planten als gevolg van bepaalde omstandigheden groeivertraging ondervinden en door structuurfouten kan een zeer belangrijke groeiremming optreden j Ook een goede grondbewerking is van groot belang voor het behoud van een goede structuur. Zeer belangrijk is, dat men zich bij elke bewerking rekenschap geeft van wat men doet Geen bewerking in het wilde weg. De ploegdiepte wordt aangegeven door de diepte van de natuurlijke kruimeling en deze gaat nooit dieper dan 20 cm, op zandgrond meestal ondieper. Indien onder deze bouw- voor banken aanwezig zijn moet de „onder- gronder' er aan te pas komen. Duidelijk werd aangetoond welke eisen aan een on- dergrondsploeg moeten worden gesteld. Van groot belang is, dat de grond, die los ge maakt wordt op zijn plaats blijft en geen dode grond in de bouwvoor terecht komt. De meest gewenste grondbewerking in de nazomer is als volgt. Men stoppelt tot op een diepte van bijv 8 cm, maar tegelijk hiermee wordt met de ondergronder de grond los gemaakt tot op de diepte van de bouwvoor Hierna volgt zo spoedig moge lijk inzaai van een stoppelgewas. Er is voor een grond, speciaal een zandgrond niets funester dan bloot te liggen. Indien de zon op een dergelijke grond schijnt wordt het bacterie-leven aangewakkerd en het gevolg is een luxe-verbruik van organische stoffen. Regen doet de grond dicht slaan en slem pen Daarom op zoveel mogelijk percelen een stoppelgewas. Later in de herfst volgt dan het dieper ploegen. En op dit moment moet men onderzoeken of onder de bouw voor eventueel banken aanwezig zijn, die gebroken moeten worden. In de bespreking, die op de causerie volgde kreeg de heer Cleveringa telkens nog weer gelegenheid zijn mening over allerlei zaken naar voren te brengen. „Wanneer", aldus luidde een vraag, „het niet drachtig worden veroorzaakt wordt door verval van de structuur hoe komt het dan, dat dit kwaad het ene jaar op dit be drijf optreedt en het andere jaar weer op het andere?" De heer Cleveringa verklaarde dit als volgt. Op bijna alle bedrijven is het struc- tuurverval zeer ernstig. Maar wanneer op een bepaald bedrijf bepaalde omstandig heden de weegschaal doen overslaan in on gunstige zin Komt de catastrophe. De ver waarlozing van onze cultuurgrond heeft tot gevolg gehad, dat al onze bedrijven in wankelbaar evenwicht verkeren. „Honderd jaar geleden werd nog geen kustmest gebruikt en deed men het uit sluitend met organische meststoffen. Toch traden ook toen allerlei ziekten en epide- mieén op. Hoe verklaart U dit?" Zo luidde een volgende vraag. Ook in het verleden kwam verwaarlozing van de cultuurgrond voor. De heer Cleveringa wees er op, dat aan de hand van de geschiedenis veel te verklaren is. Zo bleek bijvoorbeeld, dat een sterke bevolkingsgroei in Engeland met een geweldige uitbreiding van de industrie, ver waarlozing van de cultuurgrond tengevolge had gehad. Toen daarop een grote epidemie volgde en het Engelse volk in aantal sterk teruggebracht werd was het gevolg een min dere uitbuiting van de bouwgrond en ver beterde groeiomstandigheden en gezond heidstoestand „Hoe denkt U over het onderploegen van stro?". Wij moeten ons bij de behandeling van de grond zoveel mogelijk aanpassen aan de natuur. Wij kunnen hiervoor in de leer gaan bij Howard. Bij zijn studie over de" samenstelling van de boshumus heeft hij gevonden, dat deze ideale humus voor drie vierde deel bestaat uit plantaardig en voor één vierde deel uit dierlijk materiaal Bij onze compostbereiding moeten wij dan ook op deze wijze te werk gaan Ook over het bestrijden van parasieten werden nog enkele vragen gesteld. „Para sieten", aldus de heer Cleveringa, zijn in secten. die ons waarschuwen, dat het met onze bedrijfsvoering niet in orde is. De na tuur heeft nu eenmaal de eigenschap om alles wat zwak en ziekelijk is te willen op ruimen. Al onze cultuurgewassen zijn ver zwakt als gevolg van het feit. dat de groei plaats niet deugt. Daarom hebben we met zoveel parasitaire ziekten te kampen. Spr. illustreerde dit met het volgende^erhaal In Afrika zijn de Europeanen bij hun komst de lequwen gaan bestrijden o.m. om het feit, dat deze leeuwen jacht maakten op de antilopen. Deze laatsten moesten nl. beschermd worden om er zelf jacht op te maken Toen men de MIJNHEER PIMPELMANS GAAT PAARDRIJDEN. Plaatip^ pn vprajes door G. TH. ROTMAN. 11'Mi -- 5-. Tien minuten later vertrok mijnheer Pimpelmans weer te paard. In 'n kalm sukkeldrafje reed hij door de stad, toen hij iets zag, wat zijn teder hart ont roerde. Een man probeerde tevergeefs een zwaarbeladen handwagen tegen de sterk hellende straat op te duwen. „Heb je een touw bij je?" riep mijn heer Pimpelmans de man toe. 52. Ja, dat had hij. „Nu", zei meneer Pimpelmans, „dan zal ik je eens helpen hoor!" Hij stopte af, bond het touw aan de handwagen het andere eind aan het paard, en stapte weer op. „Vooruit, Bles doe je best!" zei hij. Nu, dat was aan geen dovemansoren gezegd! leeuwen efectief bestreden had bleken er evenwel onder de antilopen ziekten uit te breken, die hele kudden uit deden sterven. Wat is hiervan de verklaring? Het blijkt, dat een gezonde antiloop juist iets harder kan lopen, dan een leeuw. Een dier. dat echter een bepaalde ziekte onder de leden heeft kan niet meekomen en wordt een prooi van de leeuwen. Op deze wijze worden de zieke dieren steeds opgeruimd. Toen de leeuwen verdreven werden bleven de zieke dieren in de koppel en het gevolg was, dat deze ook de gezonde dieren besmetten. Met deze illustratie eindigde de heer Cleveringa zijn betoog. Een luid applaus toonde met hoeveel in teresse men naar spr. had geluisterd. De heer de Lugt was dan ook ongetwijfeld de tolk van alle aanwezigen toen hij de heer Cleve ringa hartelijk dank bracht, voor de buiten gewoon verhelderende en geanimeerde cau serie. We kunnen waarschijnlijk alles wat U ons van avond verteld heeft nog wel niet verwerken, maar het zal zeker tot gevolg hebben, dat we over deze dingen gaan na denken. We hopen hartelijk, dat U bereid bent nog eerfs terug te komen. Hiermede kwam het einde van deze belangrijke verga dering. Het was inmiddels kwart voor twaalf geworden. C. v. Gr. EJLMNIEUWS. MORGEN IS VÖOR EEUWIG Kort na de wapenstilstand in 1918 verneemt Elizabeth Mae Donald, dat haar man, John, met wie zij pas een jaar getrouwd is, als vermist is opge geven. De sohok is ontzettend, temeer daar zij een baby verwacht. Dankbaar aanvaardt zij de morele steun van haar vroegere werkgever Larry Hamilton. Larry zowel als zijn tante Jessie ont fermen zich geheel over het charmante vrouwtje en hét duurt niet lang, of de logische consequentie van de zeer vriendschappelijke omgang tussen man en vrouw doet zich gelden: Larry wordt verliefd op zijn beschermelinge. Maar ver weg, tussen ontelbare gewonden, ligt een man, die de hel van Marne en Somme overleefd heeft. Een man, die met het oog op zijn vreselijke vermin kingen in afzondering wenst verder te leven en zijn naam angstvallig geheim houdt. John is een menselijk wrak, dat één vriend in Europe heelt, de Oosten rijkse chirurg Dr. Dudwig, die met be hulp van plastische chirurgie wonde ren bewerkstelligt. John is echter meer dan patiënt voor hem. Hij kan deze on gelukkige man, lichamelijk genezen, maar wat in zijn patiënt voor eeuwig geknakt en gebroken is, kan door geon v aardige handen, geen medische instru menten worden geneeld. Twintig jaar later Een baardig man. Kessler genaamd, komt in gezelschap van een klein meisje Margeret, in Amerika aan. Niemand kent indeze enigszins zielige oude heer de fiere jonge .uitenant John Mac Donald die eens naar de slagvelden vertrok. Nu is het de ohemicus Kessler, die de slagvelden ontvlucht is. Margaret het dochtertje van zijn oude' vriend en ïevensredder Dr. Luclwig, is aan zijn zorgen toevertrouwd. De vader heeft in een Duits concentratiekamp het lot van ontelbare nobele mannen gedeeld. Het is een ironische lotsbeschikking, dat juist de fabrieken van Larry Ha milton van zijn diensten gobiuik wen sen te maken en de de vriendschap die spoedig tussen werkgever en werkne mer gesloten wordt, .hem de huiselijke kring binnenleidt. Dan neemt de span ning van minuut tot minuut toe in deze buitengewoon boeiende film, die ge ze ker zult willen gaan zien. KATHOLIEKE KERKDIENST. Zondag: 'Missen in Den Burg en Oos terend om 7,30 en 10 uur, in Den Hoorn alleen om 10 uur. Biechtgelegenheid van 7-7,30 uur. Communie onder alle Missen en om 7 en 9 uur. 5 uur Meisjescongr. 7 uur lof. Na het lof Mannencongr. Deze week: Missen om 7 en 8 uur. Maandag, Dinsdag en Vrijdag ook nog een Mis om 9 uur. Communie vóór en onder de Missen. Dinsdag 7,30 uur Vrouwencongr. Woensdag In Den Hoorn om 8 uur een H. Mis. Half acht Jozef-lof. 8 uur Jon- genmannencongr. Donderdag: In Oosterend om 7,45 een gezongen Mis. Half aoht Jongedames- cong Vrijdag: 3,30 uur biechtgelegenheid voor schoolkinderen. Zaterdag: Van 4 tot 8 uur biechtgel. op hele uren. 6 uur rozenkrans. Het zal ongeveer midden in de maand Juni zijn geweest, dat wij bij een bezoek aan Vlieland een foldertje ontdekten, waar op getekend stonden de vier Friese Wad deneilanden met daaronder als onderschrift: „De Waddeneilanden, de stranden van he Noorden". Het verbaasde ons zeer dat dit foldertje uitgegeven was zonder voorkennis van onze Texelse V.V.V. en wij vonden het minder prettig, dat Texel niet genoemd werd. In dien er gestaan had. de Friese Wadden eilanden, Stranden van het Noorden, zou den wij geen protest hebben laten horen, doch nu lag de zaak anders Enfin, om kort te zijn, wij stelden ons in verbinding met de A.N.V.V. en, na een gevoerde correspondentie werden wij uit genodigd de Waddenconferentie op Ame land bij te wonen, die eind October ge houden zou worden. Hier zouden derge lijke kwesties behandeld worden en zou men trachten een inniger band te leggen GRUTTO tussen de vijf Waddeneilanden, die ge meenschappelijke moeilijkheden en belangen hebben. En zo zaten wij dan Woensdagavond 27 October op Araeland en gingen ver gaderen Wie er waren In de eerste plaats waren er de burge meester en vertegenwoordigers van de V.V.V.'s van Schiermonnikoog, Ameland, Terschelling, Vlieland en Texel. De direc teuren van de Provinciale U.V.V.'s uit Friesland en Noord-Holland, de heer Mr Hartung, chef van het kabinet van de Com missaris van de Koningin in de Provincie Friesland, de heer O. van der Gronden. Hoofd Binnenland van de A.N.V.V de A.N.V.V., de heer v d. Weyde, Chef afd Kamperen der A.N.WB., afgevaardigden van de Horeca en de pers uit Efciesland. De vergadering, die onder leiding stond van de heer Bins, directeur van de Provin ciale V.V.V.. had een zeer vlot verloop en de discussies werden op een prettige wijze gevoerd. In de eerste plaats werd natuurlijk Texel welkom geheten en de hoop uitgesproken, dat er een goede samen werking mag groeien tussen het ene Hol landse Waddeneiland en de vier Friese eilanden. Welke punten er zo behandeld werden. De dpor de V.V.V.'s te organiseren zomerattracties werden onder de loupe ge nomen. Het bleek dat dit alleen door de V.V.V. Texel op grote schaal gedaan werd. De heer Bins zegde toe, contact te zoeken met culturele verenigingen om dan te trach ten een gemeenschappelijk contract af te sluiten om opvoeringen op de eilanden te doen plaats vinden. Vervolgens kwam het etalagestuk in be spreking. Het bleek namelijk, dat er een etalagestuk bestaat, waarop de vier Friese eilanden voorkomen en dat geëtaleerd wordt in verschillende grote plaatsen van ons land. Er zal nu naar een weg gezocht worden Texel hierbij te plaatsen, zodat de V.V.V. Texel ook op deze goedkope wijze, propaganda in het gehele land kan maken De eilanden zijn bijzonder in trek en vooral de bewoners van het verre achterland wil len graag naar zee. Een vacantie op een eiland behoort wel tot de meest ideale die een heidebewoner zich in kan denken. Van daar dat de conferentie in principe besloot, het etalagestuk intensief te gebruiken en kan Texel blij zijn, hieraan mede te doen. Een gemeenschappelijke folder kwam eveneens ter sprake. Deze zal viertalig wor den en elk eiland krijgt een bladzijde toe- geweZfen. Een brandende kwestie: kamperen Over dit onderwerp werd lang en breed gesproken. De verschillende burgemeesters lichtten hun zienswijze toe, de secretarissen, administrateurs en directeuren der ver schillende V.V.V.'s vertelden het hunne en de heer Van der Weyde de man van dc A.N.W.B. liet de gevoelens van de kam peerders uitkomen. Ook de kwestie van de legesgelden kwam ter sprake. Uit deze discussie, waaraan zulke officiële personen deelnamen, kregen wij de indruk, dat we binnen afzienbare tijd een geheel nieuwe regeling mogen verwachten op kampeer- gebied. De legesgelden zullen in vele ge vallen herzien worden, terwijl er een kam- peerwet in voorbereiding is. Contracten tussen huurder verhuurder. Ook dit was een onderwerp waar "tjrote belangstelling voor bestond. De andere Waddeneilanden hadden ook te kampen met een aantal afzeggingen, hetgeen te on dervangen is met contracten, d.w.z. de huur der is dan verplicht tot schadevergoeding. Overigens zijn afspraken, gemaakt in brie ven eveneens bindend en kan de verhuur der, bij niet nakoming van de overeenkomst (bijv. tot huur van gemeubileerd huis, pen sion etc.) wettelijke schadevergoeding eisen. V acantiespreiding. We zouden dit „Brandende Kwestie' nummer twee kunnen noemen. Want wat zien we op het ogenblik. Een geweldige* toevloed van vacantiegangers tussen half Juli en half Augustus. Daarvoor en daarna is er veel meer ruimte. Vacantiespreiding is al een oud probleem maar toch bleek het nuttig te zijn, dit onderwerp aangesneden te hebben. De heer Van der Gronden deelde mede, dat er in November in Den Haag een conferentië gehouden zal worden door officiële instanties, waar dit onderwerp van alle kanten belicht zal worden. De hoop werd uitgesproken, dat er dan gekomen zou worden tot een vacantieregeling, die zowel de schooljeugd, de arbeiders, de ho tel-pensionhouders enz. ten goede zou ko men. Aan deze kwestie zit veel vast en dit is niet direct op te lossen. Het werd nacht. Toen het middernachtelijk uur gepas seerd was, werd nog druk geconfereerd en het was één uur toen de voorzitter een „tot straks" kon uitroepen. De volgende dag. De tweede dag werd besteed met het houden van besprekingen, die tot zelfs onder de lunch voortgezet werden. De namiddag \\>erd meer benut voor on derlinge contactlegging en had een meer vrolijk karakter. De Amelandse Horecabedrijven hadden een prima diner aangeboden terwijl de V.V.V. Ameland een gezellige avond of freerde. In principe werd nog besloten dat de volgende Waddenconferentie volgend na jaar op Texel gehouden zou worden. Er dient nog even op gewezen te worden, dat bindende besluiten op deze conferentie niet genomen werden, daar alle delegaties eerst ruggespraak moesten houden met hun diverse besturen. Als we terugkijken op deze dagen, dan (S 601 mogen we wel spreken van een zeer ge slaagde bijeenkomst, die de Waddeneilan den als groep en Texel als eiland op zich zelf, zeer zeker ten goede is gekomen. In deze geest van samenwerking zijn er grote resultaten te bereiken en de toekomst zal het bewijs leveren dat de ondernomen stap pen goede blijken te zijn geweest. GfW.O INGEKOMEN PERSONEN. over de periode van 22 t.m. 28 Oct. Gezina G. Nibbering vin Haarlem, Leidsahezijstraat 3 naar Schilderend 69 Petrus J. de Graaf van Canada naar De Coeksdoqi 41. VERTROKKEN PERSONEN Trijntje Dijker an Den Hoorn 38 naar Leeuwarden, Holstraat 30. Catharina A. Timmer van Weststraat 8 naar Nieuw- veen, Huize „Ursela". Trijntje J. vaö den Tol van De Cookadorp 61 naar In donesië, Hollandia. Anna E. Evers van De Koog 34 naar Amsterdam, Jac. van Lennepkade 32 III. ZON. MAAN EN HOOG WATER. De Zon komt 6 November op om 7,4è en gaat onder om 5,01 Maan 8 Nov. E.K., 16 Nov. V.M. Hoogwater ter rede van Taxel: 6 Nov. 0,15 en 0,40; 7 Nov. 0,50 en 1,20; 8 Nov. 1.30 en 2.05: 9 Nov. 2,20 en 3,10; 10 Nov. 3,30 en 4,25; 11 Nov. 4 50 en 5.40 12 Nov. 6,05 en 6,45. door HEDDA LINDNER Carla vervolgt: „Ik heb mij, met mijn man uitgesproken." Lilian kijkt op en voor een ogenblik kruisen zich haar blikken als degens. „Stcphan zou natuurlijk een schandaal verschrikkelijk vinden. Geen enkele man krenkt graag een vrouw met wie hij een maal een diepere verbinding gehad heeft. En ik ik ben je wel is waar niets verschul digd. maar ik denk allereerst aan je man. Je man is mijn vriend geworden en ik wil het hem besparen dat zijn goede naam in een sensationele affaire betrokken wordt. Ter wille van je man, zal ik niet meer denken aan de wijze, waarop je smaragd in mijn koffer is gekomen." „Ik dank je," zegt Lilian kort en koel. „Je hebt den strijd gewonnen, Carla. Reeds in Rome heb ik het gevoeld, toen je op Goudlelie de grote prijs haalde, op het paard dat mijn naam draagt." „Niet meer," zegt Carla. „Goudlelie heeft dadelijk na haar terugkeer haar oude naam weer gekregen." Lilian's gezicht is plotseling moe en vaal geworden. „Dat wist ik zelf niet," vervolgt Carla. „Stephan heeft haar dadelijk na mijn rit weer „Zonnedochter" gedoopt. Dus heeft hij zich toen al van mij los gemaakt" zegt Lilian met onvaste stem. „O ik heb door mijn eigen dwaasheid de enige man verloren, die ik heb liefgehad Want ik h e b hem lief gehad!" roept ze wanhopig. „Ik heb hem lief gehad!" „Waarom ben je dan niet met hem ge trouwd?" Vraagt Carla. En Lilian heft wanhopig haar handen op en mompelt: „Waarom ja waarom?" Geruchten gaan snel. De finesses over de gebeurtenissen, die zich in het directie-bu reau hadden afgespeeld, kwam weliswaar niemand te weten, maar dat de kleine baro nes geen hoteldievegge was, maar een mil- lionnaire, dat was al na twee uren bekend, in welke korte tijd de portiersloge in een soort inlichtingenbureau was veranderd. Niemand was er natuurlijk verbaasd over, want niemand had in ernst geloofd, dat die charmante vrouw het was te gek om los te lopen! Dat die élégance echt was, had je toch dadelijk kunnen zien en het was eigenlijk jammer geweest, dat er in de laatste tijd zo weinig gelegenheid geweest was met haar samen te zijn. Het terras was die avond dicht bezet en het publiek kreeg waar voor zijn geld, want de heer en mevrouw von Thüngern dineer den net als altijd met de blonde Duitse dame, zodat ieder zien kon dat praatjes over een ruzie tussen die twee ook al weer onzin waren geweest. Alleen de Vicomte en de oude professor waren blijkbaar die dag vertrokken. In hun plaats was nu een on bekende de gast aan het tafeltje, een glad geschoren, knappe man van omstreeks veer tig jaar, die goede vrienden met de Thün- gerns scheen te zijn. De gravin trok zich al spoedig na de maal tijd terug, want ze moest de volgende mor gen al vroeg op reis, maar de drie anderen bleven nog lang zitten praten De volgende morgen wandelde Carla en Stephan langs het strand. Happy End sprong en danste uitgelaten om hen heen, hoewel hij feitelijk met de loop der dingen niet te vreden had moeten zijn. Hij werd onmis kenbaar een beetje verwaarloosd, want zijn meesteres, wie hij zijn kleine hondenhart vol komen gegeven had, had sedert gisteren al leen maar oog en oor voor een grote man. die haar geen ogenblik alleen liet. Maar hij troostte zich met de strandbal len. die hij wegduwde en blaffend nasprong, onder de malste buitelingen. Carla keek naar zijn capriolen en zei: „Hij is een kleine schat. Ik ben zó aan hem- ge wend. dat ik hem niet meer zou kunnen mis sen. En een groot deel van mijn gevoel voor hem is dankbaarheid. Want hij heeft mij leren inzien, dat Lanval niet de man was, die ik in hem zag. Ik moet je bekennen, dat die man mij in 't begin werkelijk geboeid heeft". „Dat kan ik begrijpen, wan£ als hij niet iets bijzonders had in zijn wezen, zou hij nooit zo'n wonderlijke carrière gemaakt heb ben. Maar het is een heerlijke gedachte, nu achteraf, dat je altijd goed bewaakt bent geweest." Carla lachte. „Condat speelde zo onopvallend mijn ca valier, dat niemand, ook ik niet, iets bijzon ders aan hem merkte. Maar hij bewaakte mij in opdracht van vader en dat heeft hij prachtig gedaan." „Het was in ieder geval zeer verstandig van Condat, je vader er in te betrekken en- in te zien. dat er geen betere kans was, Lanval er in te laten lopen, dan door jou totaal onkundig te laten En dat je vader je onbewuste medewerking aan dit politiewerk alleen goedkeurde als je dag en nacht be waakt werd, kan ik dubbel goed begrijpen, want de man, die je natuurlijke beschermer had moeten zijn Zijn stem was onvast geworden en hij sprak niet verder. Carla nam zijn hand. „Stephan," zei ze zacht, „kwel jezelf en mij niet meer met die gedachten. We hebben immers alles uitge sproken en besloten een streep te zetten on der het verleden. Weg met die rimpels in je voorhoofd. En ze streek met haar Hand de rimpels weg Ze waren nu op een stille plek aan het strand gekomen en Stephan nam haar in zijn armen en kuste haar. Toen trok hij haar arm door de zijne en zij liepen langzaam verder, in zwijgen verzonken. Plotseling zei Stephan: „Kind, het is mij eigenlijk erg pijnlijk, dat je zoveel geld hebt." Carla blijft staan en kijkt hem stralend aan. „Je bent de enige mens ter wereld van wie ik dat geloof," zegt ze. „O, Stephan, dat is het verzoenende en heerlijke in dit moei lijke jaar, dat achter ons ligt, dat alles wat tussen ons geweest is, zo zuiver menselijk was, zonder materiële bijgedachten of be rekening. Ik neem dat jaar graag op de koop toe. wan ik weet nu voor altijd, dat je mij om mijzelf hebt lief gehad. Je weet niet, wat dat voor een vrouw betekent, die al vroeg moest ervaren, hoe alles en iedereen de knie buigt voor haar geld Eerst was ik n iets voor je, toen werd ik je kameraad en toen kon je mij opeens niet meer uitstaan." Hij maakt een verontwaardigd gebaar, maar zij vervolgt: „Ja. je dacht ten minste, dat je mij niet kon uitstaan, omdat je je onwillekeurig verzette tegen je hart dat mij lief kreeg Maar nu ken je je hart en weet, dat je mij lief hebt het meisje Carla, niet de dochter van een millionnair o, Stephan, als je eens wist wat dat voor mij zeggen wil". „Het meisje Carla." herhaalt hij langzaam „O. mijn lief meisje zeg me, wanneer word je nu werkelijk mijn vrouw7" „Op Ivernhof," zegt Carla en ze kussen elkaar, blij als kinderen. Einde.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1948 | | pagina 4