Sue
Landbouw lijdt jaarlijks grote schade
door verrotting van hout
Texelse firma gaat hout conserveren
Veehouders begrijpen hun belang
vindt het geluk.
Het warmbloed paard
Er wordt hard gewe
kt in de N.O.-Polder
OUDESOHDüD. Door de Fa. Frans
Zegel Kzn. alhier, wordt binnenkort 'n
voor Texel geheel nieuw bedrijf in wer
king gesteld nl. het tegen bederf berei
den van alle gebruikshout, waaronder
kan worden gerekend heinigpalen,
sohoeingplanken, vloerleggers en vloer
hout voor gebouwen, enz.
In plaats van het bekende creosoleren
wordt hier gebruik gemaakt van Wol
manzout. Hieronder geven wij een be
schrijving van deze houtbereiding:
Een goed houtconserveringsmiddel moet.
naast sterke zwamdodende werking, de
eigenschap bezitten hout tegen aantasting
door insecten te vrijwaren De houtvezels
mogen niet aangetast worden Voor een con-
serveeringsmiddel van hout is het ook van
belang dat het niet op ijzer inwerkt. Dan
kunnen bij de impregnering zonder bezwaar
ijzeren ketels, vaten en pijpleidingen wor
den gebruikt en ook de ijzeren verbindingen
als schroeven, spijkers en platen worden
niet aangetast. Naast deze eigenschappen
moet een impregneermiddel nog andere kwa
liteiten 'bezatten; zo mag het niet vluchtig
zijn, dwz niet verdampen uit het hout.
voorts de brandbaarheid van hout niet ver
hogen Het middel zal gemakelijk en diep
in het hout moeten kunnen dringen, zonder
door vochtige of verblauwde plekken tegen
gehouden te worden. Het middel moet reuk
loos zijn en het mag geen schadelijke in
vloed uitoefenen op mens, dier of plant
Men kan de houtconserveringsmiddelen
in 2 groepen verdelen en wel.
Ie de op oliebasis berustende impregneer
middelen. Tot deze groep behoren
creosoot en carbolineum
2c de in water oplosbare zoutmengsels
Tot deze groep behoren: de Wolman-
zouten, het sublimaat, koper- en zink-
zouten.
Voor tuinbouwdoeleinden is creosoot in
het algemeen niet te gebruiken, daar dit een
funeste invloed heeft op de plantengroei
Carbolineum bleek wel te gebruiken, mits
men het hout na de behandeling voldoende
tijd gaf om de doordringende geur kwijt te
raken, welke voor planten schadelijk is en
het bekende ..verbranden" veroorzaakt.
Wanneer carbolineum zijn doordringende
geur niet meer verspreidt, dus grotendeels
uitgewerkt is. is tevens in feite de houtbe-
schermende werking overeenkomstig ver
minderd.
Een bezwaar is ook, dat voor het over
grote deel slechts groen (nat) hout ter be
schikking staat, waarbij het percentage aan
vocht in dit verse hout te groot is, om vol
doende indringen der oliehoudende prepara
ten mogelijk te maken De opgebrachte olie-
laag verhindert verder, indien het al door
herhaaldelijk bestrijken gelukt enige indring-
diepte te verkrijgen, dat het vocht uit het
hout verdampt, zodat op deze wijze het be
handelde hout van binnenuit kan beginnen
te rotten, de z.g. „holrotting"
6 Naar het Engels
Het was lastig uit te maken, wat ze doen
moest, want als ze het spek bakte vóór ze
beneden kwamen, zou dat koud zijn eer ze
aan tafel waren. Ik zal eerst Ovette gaan
roepen, besloot ze. Die kan zeggen hoe het
gedaan moet worden.
Ze ging naar boven en klopte op Ovette's
deur, maar er kwam geen antwoord.
Ze deed de deur voorzichtig open en keek
naar binnen. Er was niemand. En al de wan
orde van gisteravond was verdwenen en de
mandkoffer was óók verdwenen en op de
wastafel was ook niets meer te bekennen
van Ovette's toilet-artikelen. De deur van
de muurkast stond open en die kast was
leeg. Het bed was niet beslapen. Door het
open raam kwam de wind naar binnen en
blies een stuk vloeipapier weg, dat op de
grond lag.
Ovette was verdwenen' Sue stond ver
stomd en keek dra zich heen. Ovette was in
de nacht weggegaan en blijkbaar met de be
doeling, niet terug te komen, want ze had
alles meegenomen. En daarom was er na
tuurlijk ook zo'n wanorde geweest de vorige
avond!
Wolmanzout.
Een afdoende oplossing voor land- en
tuinbouw biedt het Wolmanzout, behorende
tot de groep der in water oplosbare zout
mengsels. Daar de Wolmanzoutmengsels
geen ademgiften zijn, heeft men geen enkel
risico, dat de planten aangetast zullen wor
den of aantasting plaats vindt van gewas
sen, die men in gewolmaniseerde veiüngkis-
ten opslaat of verzendt. Dit punt is ook hier
te lande door diverse instanties onderzocht.
De ondervindingen opgedaan door ver
scheidene land- en tuinbouwconsulenten
waren oorzaak, dat ook de Inspecteur van
de Tuinbouw en Tuinbouwonderwijs als
zijn oordeel uitsprak ,,Uit de proefnemingen
welke door de Rijkstuinbouwconsulenten
zijn genomen is gebleken, dat de Wolman-
zouten van grote betekenis moeten worden
geacht voor de Nederlandse tuinbouw
De verdienste van Dr. Wolman, uitvin
der der Wolmanzouten, is, dat deze reeds
in het jaar 1900 systematisch het gehele on
derwerp der houtbereiding bestudeerde,
juiste richtlijnen vastlegde en steeds weer
verbeteringen aanbracht De Wolmanzou
ten worden in welhaast alle landen gebruikt
en de verzamelde ervaringen over een lange
reeks van jaren werden ten nutte gemaakt.
Dat de Wolmanzouten b.v. in Amerika in
enorme hoeveelheden gebruikt worden moge
blijken uit de Proceedings van de American
Wood-Preserver's Association Vol. 36,
1940 De tevens hierin vermelde gunstige
ervaringen zijn het resultaat van een onder
zoek, dat zich uitstrekt over een periode
van 1925 tot 1940.
Het zou in deze beknopte uiteenzetting te
ver voeren om de laboratoriumproeven,
welke nodig zijn om een juist inzicht in het
geen geschiedt te verkrijgen, tot in details
te bespreken. Eén van de belangrijkste
eigenschappen der Wolmanzouten is. dat
wanneer de zoutoplossing in het hout is ge
drongen, het door de aldaar aanwezige stof
fen, dus door de inhoud van de houtcellen,
chemisch gebonden en op de houtcellen ge
fixeerd wordt Deze nieuwe verbindingen
zijn voor de zwammen even zo giftig als het
oorspronkelijke in water opgeloste zout.
Toepassing van Wolmanzout
Men kan het hout met Wolmanzout op
3 wijzen tegen bederf bereiden:
le Het insmeren
Dit is de meest primitieve methode, indien
niet anders mogelijk, kan men deze toepas
sen. Het succes hangt veel af van de zorg
vuldigheid, waarmede men te werk gaat.
2e. Het onderdompelen.
Heeft men regelmatig enigszins grotere
hoeveelheden hout te impregneren, dan komt
het maken van een onderdompelingsinstal
latie in aanmerking. Een dergelijke instal
latie bestaat uit de eigenlijke bak voor het
onderdompelen en een voorraadvat Wan
neer men het te impregneren hout in de on-
derdompelbak heeft gestapeld en tegen op
drijven beveiligd, pompt men de vloeistof
uit de voorraadstank in de bak. Men moet
er voor zorgdragen, dat het te behandelen
Sue stond zich nog af te vragen of ze de
Darnay s zou gaan wekken, dan wel of ze
zou wachten tot ze beneden kwamen om
hun het nieuws te vertellen toen ze de
voordeur hoorde dichtslaan met een slag. die
het huis deed daveren. Ze bedacht zich niet
langer, maar snelde de trap af om te zien
wie het was en vond in de hall een man,
die bezig was zijn jas uit te trekken. Zijn
zachten vilthoed had hij op de halltafel ge
worpen.
„Hé! riep hij, naar Sue kijkend, die op
de derde trede van de trap aarzelend bleef
staan - ,,Hé. waar komt u zo opeens van
daan?"
Het drong tot Sue door, dat dit mr. Dar
nay zelf was. Hoe dit in haar opkwambe
greep ze niet goed. want ze was feitelijk nog
in de overtuiging, dat mr Darnay boven in
bed lag en bovendien klopte zijn verschij
ning helemaal niet met haar voorstelling van
een artist, want hij was lang en slank en
had een gebruind gezicht met doordringende,
grijze ogen hij leek veel meer op een
officier dan op een schilder, vond ze. Niet
temin voelde ze, dat dit mr Darnay was en
niemand anders. Zij gaf geen antwoord op
zijn uitroep en bleef hem verbaasd aanstaren.
„Nou?" zei hij na een paar seconden.
..Mag ik vragen wie u bent en wat u hier in
's hemelsnaam uitvoert?"
..Ik ben de keukenmeid," zei Sue.
..Dat is waar ook, voor de duivel!" riep
mr Darnay. Hij zweeg even en vervolgde
„Ik had je helemaal vergeten, kind en
(slot praatavond)
Als tweede spreker kregen we de heer
C. Swaerts Zijn onderwerp was: Het
Warmbloedpaard. Spr. wees er op, dat het
paard steeds minder in de belangstelling
komt te staan, omdat de tractor zijn plaats
gaat innemen. Dit is vooral het geval op
die bedrijven, waar de jongeren de leiding
in handen nemen. De ouderen houden nog
vaak vast aan het paard, omdat hier ook
een stuk liefhebberij bij te pas komt.
En wanneer men vast wil houden aan het
paard meent spr. dat in de eerste plaats
gedacht moet worden aan het Warmbloed-
paard. Spr. wijst daarbij speciaal op het
Groninger type. Dit type kordt gekenmerkt
door voldoende zwaarte en gewilligheid.
Ook voor het zwaardere landwerk is het
Groninger type zeer goed geschikt.
Verer wijst spr oj^ enkele zaken, die van
belang zijn voor dieren, waarmede men op
de keuring wil verschijnen. Het dier moet
dan al jong gewend worden aan een zekere
orde en gewilligheid Bij de zgn. verrichtings-
proeven moet het mogelijk zijn de dieren
zonder meer naast een hengst aan te span
nen. Komen we met iets goeds, dan zijn er
ook exportmogelijkheden
Wanneer men een warmbloedpaard op
de juiste wijze gebruikt is er, aldus de heer
Swaerts geen gezelliger werkpaard en ze
hebben het voordeel, dat ze minder voed
sel nodig hebben dan de zwaardere werk
paarden. Wel moet men er om denken, dat
geen grote hoeveelheden bieten gevoerd
worden, want dit geeit aanleiding tot de zgn
bietenberoerte. Spr. kon het in dit opzicht
niet eens zijn met een spr van de vorige
Praatavonden, die aan paarden volop bic
ten wilde voeren.
In de discussie, die op dit onderwerp
volgde wezen enkele aanwezigen op de veel
betere mogelijkheid van export voor zware
paarden dan voor het warmbloedpaard.
Deze laatste worden practisch niet geëxpor
teerd.
De heer Noordijk kon het niet met spr
eens zijn, dat de ziekte, die aangeduid werd
met de „bietenberoerte veroorzaakt werd
door een te grote gift bieten. Deze ziekte is
een gevolg van het geven van te veel kracht
voer op dagen, dat de dieren niet werken.
Op rustdagen moet de krachtvoergift wor
den verminderd of geheel worden wegge
laten. Een veel juistere naam voor de ziekte
is „Maandagziekte' Wanneer men bemerkt
dat het dier deze ziekte heeft moet men het
laten op de plaats, waar het is. Het dier
hout steeds goed onder de vloeistof staat,
dus nooit er boven uitsteekt
Het hout moet al naar gelang van zijn
afmeting 3 tot 10 dagen ondergedompeld
blijven. Als men rondhout heeft te behan
delen kan men veilig aannemen, dat 1 cm
dikte 1 dag gedompeld moet worden, d.w.z.
hout met een doorsnede van 8 cm moet dus
8 dagen onder de vloeistof blijven. Voor de
bereiding met Wolmanzouten door onder
dompeling komt zowel droog als groen (nat)
hout in aanmerking.
3e. Het impregneren onder druk.
In tegenstelling tot het onderdompelen,
dat in open bakken geschiedt, heeft men
voor dit systeem ketels nodig, die men kan
sluiten en die een druk tot 10 atmosfeer
uithouden. Dit systeem is geschikt voor alle
houtsoorten, die een impregnering toelaten,
vooropgesteld, dat het hout voldoende
droog is. Voor het hout in land- en tuin
bouw komen de 2e en 3e methode in aan
merking. Over het algemeen wordt het hout
in den tuinbouw volgens de 2e methode be
handeld, daar het niet altijd mogelijk is het
hout wegens het moeilijk transport en de
daaraan verbonden hoge kosten, naar e. n
inrichting te zenden, die het hout onder druk
behandelen kan.
Slot.
De Schade, door verrotting van hout, die
in de Nederlandse land- en tuinbouw jaar
lijks hersteld moet worden is een geregelde
bron van onkosten en beloopt verscheidene
millioenen guldens. Per bedrijf is dit verlies
van enkele tientallen tot honderden en zelfs
duizenden guldens per jaar, een som. die
men beter zou kunnen beleggen. Afgezien
nog van de kosten die de vernieuwing van
hout met zich brengt, zal direct de vraag
rijzen, waar men onder de huidige omstan
digheden het hout vandaan moet halen om
een dergelijke hoeveelheid beschikbaar te
stellen.
Het is daarom dringend noodzakelijk, dat
men in de land- en tuinbouw op veel groter
schaal dan tot nu toe, overgaat het hout te
conserveren
Wij wensen de fa, Zegel veel succes met
dit initiatief waarvan wij tevens alle gebrui
ken van het hout hierboven genoemd kun
nen profiteren.
Elise moet je ook vergeten hebben - dat
mormel, Ovette, heeft wel opgepast, iets over
je te zeggen, natuurlijk."
„Ik ben gisteravond pas gekomen." zei
Sue. „Daarom hebt ge nïij nog niet gezien."
Mr. Darnay keek haar op een wonderlijke
manier aan „En wat ga je nu doen?"
vroeg hij
„Ik wou het spek gaan bakken."
Hij wierp zijn hoofd achterover en lachte
een vreemde, vreugdeloze lach.
of ge moest willen, da'k wat anders
deed," vervolgde Sue, niet erg op haar ge
mak.
..Goeie genade, neen!" zei mr. Darnay,
„wat anders zou ik kunnen willen, dat je
deed? Bak dat spek in ieder geval. Al wan
kelen koninkrijken en tronen op hun grond
vesten wij moeten eten eten of dood
gaan en ik ben nog niet van plan om
dood te gaan."
Sue begon zich onbehaaglijk te voelen.
Was de man misschien niet goed bij t
hoofd7 Ze zette haar voet op de tweede
trede en aarzelde weer. „Zal ik eerst mrs.
Darnay wekken?" vroeg ze.
Hij had zich al omgekeerd, maar nu bleef
hij staan en keek weer naar haar.
„Mijn beste' kind ze zijn er vandoor
gegaan,' zei hij kalm. „Wil je mij zeggen, dat
je daar nog niets van weet7 Ja, hoor, ze
zijn allebei weg. Er is niemand meer hier in
huis dan ik en jij. Ik verwacht natuurlijk
niet, dat je blijven zult, ik had je totaal ver
geten.'
mag geen stap meer lopen, want dit heeft
meestal tot gevolg, dat het dier sterft, of wel
er treedt een verlamming op. Een paard, dat
deze ziekte heeft moet men onmiddellijk
flink toedekken en verder met rust laten.
Verder werd nog gesproken over het cou
peren der staarten. De meeste aanwezigen
beschouwden dit als een marteling der die
ren, waaraan zo spoedig mogelijk een eind
moest komen Het Stamboek voor Warm-
bloedpaarden heeft reeds een besluit in deze
zin genomen, want dieren met gecoupeerde
staarten worden niet meer opgenomen in
het Stamboek. Voor het Koudbloedpaard
was dit nog niet het geval.
In de pauze, die nu volgde werden enkele
mededelingen gedaan. Op 23 December a.s
houdt de vereniging haar jaarlijkse Kerst
avond. Iedereen is welkom. In de maand
Januari hoopt de heer Ir de Vries, Rijks-
veeteeltconsulent te Alkmaar voor de ver
eniging een lezing te houden over de gere
gistreerde Schapenfokkerij. Op deze avond
wordt ook de Schapenfilm vertoond.
Door de goede zorgen van de familie Laan
werden de aanwezigen ook op deze avond
weer getracteerd op koffie met koek.
C. v. Gr.
Sue ging naar de keuken en bakte het
spek, ze deed het werktuiglijk, want haar
gedachten waren er niet bij. Het is krek of
ze gek zijn, dacht ze, terwijl ze de reepjes
spek in de pan schikte ja. 't is krek of
ze gek zijn ze huren mij voor de keuken
en dan gaan ze midden in de nacht op de
loop Enfin, 't gaat m ij niet aan, natuur
lijk. 't Zijn hun eigen zaken.
Het ging haar inderdaad niet aan, hoe
haar werkgevers zich wensten te gedargen.
maar wat haar wel aanging, dat was haar
eigen toekomst en die had nu veel rooskleu
rigs verloren. Ze zag zichzelf al met han
gende pootjes naar Bedford teruggaan en als
verklaring van haar terugkeer dit ongeloof
lijke verhaal opdissen.
Sue maakte de tafel gereed en sloeg op
de gong en nog geen halve mipuut later zag
ze mr. Darnay naar het huis toe komen over
het grasveld, dat naar de rivier afliep
Zij liet hem aan zijn ontbijt en ging zelf
naar de keuken om te eten en ze was nau
welijks met haar maaltijd klaar of hij ver
scheen ook in de keuken. Zijn gezicht was
betrokken en hij had een pijp in zijn mond.
die hij vergeten had aan te steken.
„Hoor eens e ik moet je natuurlijk
betalen." zei hij. met jongensachtige ver
legenheid. „Ik weet er niet veel van
maar je bent hier gehaald en ik vermoed, dat
men je heeft doen geloven dat je hier zou
kunnen blijven en zo
„O dat geeft niets," ze Sue.
„Mrs. Darnay moest plotseling weg voor
e zaken."
WIJZIGING
INVALIDITEITSWET.
De Invaliditeitswet verplicht ieder,
die in loondienst arbeid verricht en de
leeftijd van 14 jaar of ouder heeft, zich
aan te melden bij de Raad van Arbeid
voor een rentekaart.
Alleen indien o.m. het aanvangssala
ris f 2,000,of hoger bedroeg viel de
betrokkene buiten deze wet en behoef
de geen rentekaart te worden aange
vraagd
Bij de wet van 29 October 194S No.
I, 470 is deze aanvangsloongrens ver
hoogd van f 2,000,tot f 3,000,
De Raad van Arbeid brengt nu on
der de aandacht van allen, die de laat
ste jaren voor het eerst in loondienst
zijn gegaan tegen een beloning van
meer dan 1' 2,000,— doch onder de f 3000
dat zij verplicht zijn zich bij de Raad
van Arbeid aan te melden om een ren
tekaart aan te vragen.
Indien het loon stijgt boven de
f 3,750,bestaat voor de werkgever
geen verplichting meer om zegels te
plakken.
„Ja," zei Sue. Ze keek op en ontmoette
zijn blik. dien hij dadelijk afwendde. Mr.
Darnay was een onhandig leugenaar.
„Je gelooft er natuurlijk geen woord van,"
zei hij bitter. „Waarom zou je ook. Maar
hoe 't zij, ik zal je zeer dankbaar zijn, als
je die verklaring aan je vrienden wilt geven.
Ik zou 't niet prettig vinden als in Beilford
het praatje rondging, dat ik ruzie heb gehad
met mijn vrouw. Ze vinden mij toch al een
zonderling."
Sue werd er verlegen van. Hij sprak ner
veus en stotterde nu en dan en zijn stem
klonk bitter. Waarschijnlijk zou hij later
als hij er over nadacht spijt krijgen van
zijn openhartigheid. 1%-:
„Je hebt het zeker wel gehoord," vervolg
de hij, „ze hebben haar bagage meegenomen
en nogal veel leven gemaakt.'
„Ik heb niets gehoord,' antwoordde
Sue. „Ik was gisteravond zó moe, dat ik da
delijk ben ingeslapen en niet wakker ben ge
worden voor vanmorgen. Ovette heeft mij
helemaal niet gezegd, dat ze weg zouden
gaan. Ik heb wel een mandkoffer op haar
kamer zien staan, toen ik naar boven" ging.
maar ik heb geen ogenblik gedacht
„Wat? riep hij, haar strak aankijkend
„Hoe laat ben je naar bed gegaan?"
„Om negen uur."
„En om negen uur heb je haar koffer klaar
zien staan? Maar ze hebben pas veel later
het besluit genomen om weg te gaan! Wacht
even daar moet ik het mijne van hebben!"
(Wordt vervolgd).
MIJNHEER PIMPELMANS GAAT PAARDRIJDEN.
Plaatjes en versjes door G. TH. ROTMAN.
69. Aangezfien mijnheer Pimpelmans
vlak boven een grote kalkbak hing,
hielden de werklui het. hijstouw kramp
achtig vast. Totdat opeens het raam
brak, mijnheer Pimpelmans in de kalk
plonste en de drie mannen die juist uit
alle maclit aan het touw trokken, een
drachtig op de grond rolden. Met pijn
lijke gezichten stonden ze weer op.
70. Inmiddels was ook mijnheer Pim
pelmans uit de kalkbaren verrezen;
mopperend liet hij zijn hoed leeglopen
terwijl de werklui hem stom van verba
zing aangaapten. Eén hunner liet daar
bij echter het hijstouw, nat hij nog
steeds in de hand had, los, zodat mijn
heer Pimpelmans met lievig gekraak de
overblijfselen van bet raam op zijn
hoofd kreeg.
Zodra de Noord-Oost Polder officieel
op 9 September 1942 droog viel, moest er
met de ontginningswerkzaamheden begon
nen worden. Hiertoe werden de arbeiders
in kampen ondergebracht, barakkenkolonies,
die plompverloren in de wildernis werden
neergezet. Naarmate men meer vorderde
met het werk, meer grond op verschillende
punten in cultuur gebracht werd, verrezen
er overal in de polder barakken-gemeen
schappen Zo waren er tenslotte 27 kampen
over het gehele gebied verspreid. Op het
moment zijn er veel minder omdat er een
aantal dicht ging, waarbij de arbeiders wer
den verplaatst naar nieuwe onontgonnen
streken.
Zij, die zich het eerst in dergelijke neder
zettingen zagen gehuisvest, hebben het hard
gehad. De behuizing was slécht, de weg
erheen modderig: er was geen busverbin
ding, geen ontspanning, geen goede sociale
en medische verzorging: het eten liet te
wensen over. de kameraadschap onderling
was slecht, want tijdens de bezetting zocht
alles een toevluchtsoord in de Polder.
Nu is het geheel anders. Er is een. spe
ciale organisatie „Kampbeheer" die
er naar streeft de behuizing zo prettig mo
gelijk te maken Ze stelt kampbeheerders
aan, jonge kerels meestal, die op vlotte
wijze met het werkvolk kunnen omspringen.
Ze zorgt ervoor, dat er goede spullen in
de pot komen: één of tweemaal soep vooraf,
tweemaal per week pap toe, slechts één
keer stamppot, verder gescheiden gerech
ten: aardappelen, groente, vlees en vis.
Geen liflafjes, maar stevige kost, die dam
men legt. Er is voldoende brood met be
legging (jam en een hartige brok), er is
koffie of thee en degeen, die dan nog geen
grond voelt, kan in de cantine de dam ver
zwaren. Maar dat doet niemand en de
„outsiderdie een hapje meeprikt moet
naald en draad bij zich dragen om op ge
zette tijden de knopen te verzetten.
Comfort
Kampbeheer zorgt verder voor het com
fort in. de kampen. Men streeft er naar de
bewoners in ploegjes van acht man te ver
delen. die samen een eet- en woonkamer
hebben, een wasgelegenheid" (douche),
toilet en slaapkamer.
In heldere keukens staan acht tot tien
„potten" waarin het eten gekookt niet
gestoomd wordt en waai iedere „kamer"
met zijn gamellen voor het loketje ver
schijnt om de dagelijkse geneugten in ont
vangst te nemen. In ieder kamp is voorts
een tuinman die zorgt voor de „aankleding"
en in gezonde onderlige wedijver streven
deze mannen ernaar hun kamp het best in
de bloemen te zetten. Hun architectonische
begaafdheid geeft elk kamp een eigen
cachet
Elke kampbeheerder heeft/voorts de be
schikking over een tweetal koks en een
tiental corveeërs. Deze laatsten schrobben
de kamers, doen de was, beredderen wat er
vuil is of overhoop ligt, kortom: zij spelen
voor dagmeisje Er is er één,, die met een
kruiwagen kolen rondtoert en 's winters
alle kachels bijhoudt, zodat de mannen
's avonds in een warm thuis komen.
Natuurlijk zou een vrouwen vinger nog
wel eens stof van een plintje kunnen vegen
maar een dergelijke overdreven zindelijk
heid is tenslotte een kwaal; de hygiëne
komt nooit in het gedrang
Voor de verpozing, ontwikkeling en ont
spanning staat er in elk kamp een grote
cantine met toneelaccommodatie. Overal is
radio en er staan piano's, biljarts, leestafels
en gezellige zitjes, die de tijd na het werk
kunnen veraangenamen.
Culturele commissie.
De culturele commissie, die nauw met
kampbeheer en de kerken samenwerkt,
zorgt dan voor de eigenlijke ontwikkeling
en ontspanning. Hierbij is ook het contact
met sociale werkers van grote waarde ge
bleken.
Men organiseert toneelvoorstellingen,
cabaretavonden, bonte avonden, muziekuit
voeringen. filmvoorstellingen, lezingen, ten
toonstellingen sjjeciale avonden Kerst
mis b.v. sportontmoetingen (speciaal op
zomeravonden omdat de arbeiders de week
-ends weg zijn), zelfs opera- en operette
uitvoeringen. Bijna elke avond is er in de
kampen iets te doen en het gehalte van het
gebodene is zeer hoog. Als men weet, dat
er goede toneelgezelschappen uit Amster
dam komen en dat bijvoorbeeld de film „Dc
zevende sluier" er draaide, kan men zeer
wel aannemen, dat de verstrooiing op hoog
peil staat.
Voor lezingen is niet zo veel belangstel
ling, omdat het onderwerp soms weinigen
interesseert Men hoopt echter, nu de Volks
hogeschool zijn medewerking heeft toege
zegd, dat er meer algemene lezingen ko
men, waarvoor de belangstelling groter is.
Door de IKO werden goede avonden be
legd die druk werden bezocht. Verder be
vordert men het cursuswerk, de huisvlijt en
het aanleggen van bibliotheken
Medische zorg.
Kampbeheer draagt ook zorg voor de
medische verzorging. Niemand komt de
polder in of hij wordt gekeurd en na zekere
tijd herkeurd. Overkomt een arbeider iets,
dan staat in Vollenhove een goed geoutil
leerd ziekenhuisje, waarin hij kan worden
opgenomen; men wil een polder van ge
zonde, levenslustige mensen. Daarom is in
de kampen alcohol geweerd. Zo ver van
moeder de vrouw en dan de flesdat
gaat niet. En allen schikken zich daarin
wonderwel
De geest is dan ook uitstekend Tijdens
de oorlog was het nog wel eens mis. In
de eerste plaats had men „van alles" onder
de kampbewoners studenten en zeelieden.
Er werd gestolen, gevochten, gekankerd,
ja wat niet. Bovendien „drosten" er heel
wat of legden het werk vroegtijdig neer.
Zo kon het gebeuren dat in 1946 na drie
maanden 73% der arbeiders was vertrok
ken. In 1947 bedroeg dit nog 46% en dit
jaar loopt het nog steeds terug.
Maar thans mag men niet klagen. Physiek
en lichamelijk zijn de mensen op peil en
„thuis is het ook niet alles". Zeker, ze ver
langen wel eens naar vrouw en kinderen;
vlak voor het periodieke verlof heerst er
wel eens een uitbundige stemming in het
kamp, maar als ze dan weer terug zijn en
een dag acclimatiseren, nou, dan zijn ze
soms wat blij weer gezellig onder elkaar te
zitten. 0
Neen, er zit geen cent kwaad in die grove
kerels, bij wie er eelt in de knuist en wel
eens wat al te veel baard op de wangen
groeit. Grondwerkers staan over het alge
meen laag in aanzien. Dat komt misschien
ook, omdat er altijd slik aan hun plunje
kleeft. Want het is in het nieuwe land zo,
dat je met één ons klei aan je schoenen
begint en er met drie kilo uitkomt. Maar
deze mannen verdienen beter Ze zijn
vreedzame soldaten die het mooie land op
plezierige wijze veroveren. Laat ieder dit
tot in lengte van dagen in gedachten
houden!