Sue Landbouw lijdt jaarlijks grote schade door verrotting van hout Texelse firma gaat hout conserveren Veehouders begrijpen hun belang vindt het geluk. Het warmbloed paard Er wordt hard gewe kt in de N.O.-Polder OUDESOHDüD. Door de Fa. Frans Zegel Kzn. alhier, wordt binnenkort 'n voor Texel geheel nieuw bedrijf in wer king gesteld nl. het tegen bederf berei den van alle gebruikshout, waaronder kan worden gerekend heinigpalen, sohoeingplanken, vloerleggers en vloer hout voor gebouwen, enz. In plaats van het bekende creosoleren wordt hier gebruik gemaakt van Wol manzout. Hieronder geven wij een be schrijving van deze houtbereiding: Een goed houtconserveringsmiddel moet. naast sterke zwamdodende werking, de eigenschap bezitten hout tegen aantasting door insecten te vrijwaren De houtvezels mogen niet aangetast worden Voor een con- serveeringsmiddel van hout is het ook van belang dat het niet op ijzer inwerkt. Dan kunnen bij de impregnering zonder bezwaar ijzeren ketels, vaten en pijpleidingen wor den gebruikt en ook de ijzeren verbindingen als schroeven, spijkers en platen worden niet aangetast. Naast deze eigenschappen moet een impregneermiddel nog andere kwa liteiten 'bezatten; zo mag het niet vluchtig zijn, dwz niet verdampen uit het hout. voorts de brandbaarheid van hout niet ver hogen Het middel zal gemakelijk en diep in het hout moeten kunnen dringen, zonder door vochtige of verblauwde plekken tegen gehouden te worden. Het middel moet reuk loos zijn en het mag geen schadelijke in vloed uitoefenen op mens, dier of plant Men kan de houtconserveringsmiddelen in 2 groepen verdelen en wel. Ie de op oliebasis berustende impregneer middelen. Tot deze groep behoren creosoot en carbolineum 2c de in water oplosbare zoutmengsels Tot deze groep behoren: de Wolman- zouten, het sublimaat, koper- en zink- zouten. Voor tuinbouwdoeleinden is creosoot in het algemeen niet te gebruiken, daar dit een funeste invloed heeft op de plantengroei Carbolineum bleek wel te gebruiken, mits men het hout na de behandeling voldoende tijd gaf om de doordringende geur kwijt te raken, welke voor planten schadelijk is en het bekende ..verbranden" veroorzaakt. Wanneer carbolineum zijn doordringende geur niet meer verspreidt, dus grotendeels uitgewerkt is. is tevens in feite de houtbe- schermende werking overeenkomstig ver minderd. Een bezwaar is ook, dat voor het over grote deel slechts groen (nat) hout ter be schikking staat, waarbij het percentage aan vocht in dit verse hout te groot is, om vol doende indringen der oliehoudende prepara ten mogelijk te maken De opgebrachte olie- laag verhindert verder, indien het al door herhaaldelijk bestrijken gelukt enige indring- diepte te verkrijgen, dat het vocht uit het hout verdampt, zodat op deze wijze het be handelde hout van binnenuit kan beginnen te rotten, de z.g. „holrotting" 6 Naar het Engels Het was lastig uit te maken, wat ze doen moest, want als ze het spek bakte vóór ze beneden kwamen, zou dat koud zijn eer ze aan tafel waren. Ik zal eerst Ovette gaan roepen, besloot ze. Die kan zeggen hoe het gedaan moet worden. Ze ging naar boven en klopte op Ovette's deur, maar er kwam geen antwoord. Ze deed de deur voorzichtig open en keek naar binnen. Er was niemand. En al de wan orde van gisteravond was verdwenen en de mandkoffer was óók verdwenen en op de wastafel was ook niets meer te bekennen van Ovette's toilet-artikelen. De deur van de muurkast stond open en die kast was leeg. Het bed was niet beslapen. Door het open raam kwam de wind naar binnen en blies een stuk vloeipapier weg, dat op de grond lag. Ovette was verdwenen' Sue stond ver stomd en keek dra zich heen. Ovette was in de nacht weggegaan en blijkbaar met de be doeling, niet terug te komen, want ze had alles meegenomen. En daarom was er na tuurlijk ook zo'n wanorde geweest de vorige avond! Wolmanzout. Een afdoende oplossing voor land- en tuinbouw biedt het Wolmanzout, behorende tot de groep der in water oplosbare zout mengsels. Daar de Wolmanzoutmengsels geen ademgiften zijn, heeft men geen enkel risico, dat de planten aangetast zullen wor den of aantasting plaats vindt van gewas sen, die men in gewolmaniseerde veiüngkis- ten opslaat of verzendt. Dit punt is ook hier te lande door diverse instanties onderzocht. De ondervindingen opgedaan door ver scheidene land- en tuinbouwconsulenten waren oorzaak, dat ook de Inspecteur van de Tuinbouw en Tuinbouwonderwijs als zijn oordeel uitsprak ,,Uit de proefnemingen welke door de Rijkstuinbouwconsulenten zijn genomen is gebleken, dat de Wolman- zouten van grote betekenis moeten worden geacht voor de Nederlandse tuinbouw De verdienste van Dr. Wolman, uitvin der der Wolmanzouten, is, dat deze reeds in het jaar 1900 systematisch het gehele on derwerp der houtbereiding bestudeerde, juiste richtlijnen vastlegde en steeds weer verbeteringen aanbracht De Wolmanzou ten worden in welhaast alle landen gebruikt en de verzamelde ervaringen over een lange reeks van jaren werden ten nutte gemaakt. Dat de Wolmanzouten b.v. in Amerika in enorme hoeveelheden gebruikt worden moge blijken uit de Proceedings van de American Wood-Preserver's Association Vol. 36, 1940 De tevens hierin vermelde gunstige ervaringen zijn het resultaat van een onder zoek, dat zich uitstrekt over een periode van 1925 tot 1940. Het zou in deze beknopte uiteenzetting te ver voeren om de laboratoriumproeven, welke nodig zijn om een juist inzicht in het geen geschiedt te verkrijgen, tot in details te bespreken. Eén van de belangrijkste eigenschappen der Wolmanzouten is. dat wanneer de zoutoplossing in het hout is ge drongen, het door de aldaar aanwezige stof fen, dus door de inhoud van de houtcellen, chemisch gebonden en op de houtcellen ge fixeerd wordt Deze nieuwe verbindingen zijn voor de zwammen even zo giftig als het oorspronkelijke in water opgeloste zout. Toepassing van Wolmanzout Men kan het hout met Wolmanzout op 3 wijzen tegen bederf bereiden: le Het insmeren Dit is de meest primitieve methode, indien niet anders mogelijk, kan men deze toepas sen. Het succes hangt veel af van de zorg vuldigheid, waarmede men te werk gaat. 2e. Het onderdompelen. Heeft men regelmatig enigszins grotere hoeveelheden hout te impregneren, dan komt het maken van een onderdompelingsinstal latie in aanmerking. Een dergelijke instal latie bestaat uit de eigenlijke bak voor het onderdompelen en een voorraadvat Wan neer men het te impregneren hout in de on- derdompelbak heeft gestapeld en tegen op drijven beveiligd, pompt men de vloeistof uit de voorraadstank in de bak. Men moet er voor zorgdragen, dat het te behandelen Sue stond zich nog af te vragen of ze de Darnay s zou gaan wekken, dan wel of ze zou wachten tot ze beneden kwamen om hun het nieuws te vertellen toen ze de voordeur hoorde dichtslaan met een slag. die het huis deed daveren. Ze bedacht zich niet langer, maar snelde de trap af om te zien wie het was en vond in de hall een man, die bezig was zijn jas uit te trekken. Zijn zachten vilthoed had hij op de halltafel ge worpen. „Hé! riep hij, naar Sue kijkend, die op de derde trede van de trap aarzelend bleef staan - ,,Hé. waar komt u zo opeens van daan?" Het drong tot Sue door, dat dit mr. Dar nay zelf was. Hoe dit in haar opkwambe greep ze niet goed. want ze was feitelijk nog in de overtuiging, dat mr Darnay boven in bed lag en bovendien klopte zijn verschij ning helemaal niet met haar voorstelling van een artist, want hij was lang en slank en had een gebruind gezicht met doordringende, grijze ogen hij leek veel meer op een officier dan op een schilder, vond ze. Niet temin voelde ze, dat dit mr Darnay was en niemand anders. Zij gaf geen antwoord op zijn uitroep en bleef hem verbaasd aanstaren. „Nou?" zei hij na een paar seconden. ..Mag ik vragen wie u bent en wat u hier in 's hemelsnaam uitvoert?" ..Ik ben de keukenmeid," zei Sue. ..Dat is waar ook, voor de duivel!" riep mr Darnay. Hij zweeg even en vervolgde „Ik had je helemaal vergeten, kind en (slot praatavond) Als tweede spreker kregen we de heer C. Swaerts Zijn onderwerp was: Het Warmbloedpaard. Spr. wees er op, dat het paard steeds minder in de belangstelling komt te staan, omdat de tractor zijn plaats gaat innemen. Dit is vooral het geval op die bedrijven, waar de jongeren de leiding in handen nemen. De ouderen houden nog vaak vast aan het paard, omdat hier ook een stuk liefhebberij bij te pas komt. En wanneer men vast wil houden aan het paard meent spr. dat in de eerste plaats gedacht moet worden aan het Warmbloed- paard. Spr. wijst daarbij speciaal op het Groninger type. Dit type kordt gekenmerkt door voldoende zwaarte en gewilligheid. Ook voor het zwaardere landwerk is het Groninger type zeer goed geschikt. Verer wijst spr oj^ enkele zaken, die van belang zijn voor dieren, waarmede men op de keuring wil verschijnen. Het dier moet dan al jong gewend worden aan een zekere orde en gewilligheid Bij de zgn. verrichtings- proeven moet het mogelijk zijn de dieren zonder meer naast een hengst aan te span nen. Komen we met iets goeds, dan zijn er ook exportmogelijkheden Wanneer men een warmbloedpaard op de juiste wijze gebruikt is er, aldus de heer Swaerts geen gezelliger werkpaard en ze hebben het voordeel, dat ze minder voed sel nodig hebben dan de zwaardere werk paarden. Wel moet men er om denken, dat geen grote hoeveelheden bieten gevoerd worden, want dit geeit aanleiding tot de zgn bietenberoerte. Spr. kon het in dit opzicht niet eens zijn met een spr van de vorige Praatavonden, die aan paarden volop bic ten wilde voeren. In de discussie, die op dit onderwerp volgde wezen enkele aanwezigen op de veel betere mogelijkheid van export voor zware paarden dan voor het warmbloedpaard. Deze laatste worden practisch niet geëxpor teerd. De heer Noordijk kon het niet met spr eens zijn, dat de ziekte, die aangeduid werd met de „bietenberoerte veroorzaakt werd door een te grote gift bieten. Deze ziekte is een gevolg van het geven van te veel kracht voer op dagen, dat de dieren niet werken. Op rustdagen moet de krachtvoergift wor den verminderd of geheel worden wegge laten. Een veel juistere naam voor de ziekte is „Maandagziekte' Wanneer men bemerkt dat het dier deze ziekte heeft moet men het laten op de plaats, waar het is. Het dier hout steeds goed onder de vloeistof staat, dus nooit er boven uitsteekt Het hout moet al naar gelang van zijn afmeting 3 tot 10 dagen ondergedompeld blijven. Als men rondhout heeft te behan delen kan men veilig aannemen, dat 1 cm dikte 1 dag gedompeld moet worden, d.w.z. hout met een doorsnede van 8 cm moet dus 8 dagen onder de vloeistof blijven. Voor de bereiding met Wolmanzouten door onder dompeling komt zowel droog als groen (nat) hout in aanmerking. 3e. Het impregneren onder druk. In tegenstelling tot het onderdompelen, dat in open bakken geschiedt, heeft men voor dit systeem ketels nodig, die men kan sluiten en die een druk tot 10 atmosfeer uithouden. Dit systeem is geschikt voor alle houtsoorten, die een impregnering toelaten, vooropgesteld, dat het hout voldoende droog is. Voor het hout in land- en tuin bouw komen de 2e en 3e methode in aan merking. Over het algemeen wordt het hout in den tuinbouw volgens de 2e methode be handeld, daar het niet altijd mogelijk is het hout wegens het moeilijk transport en de daaraan verbonden hoge kosten, naar e. n inrichting te zenden, die het hout onder druk behandelen kan. Slot. De Schade, door verrotting van hout, die in de Nederlandse land- en tuinbouw jaar lijks hersteld moet worden is een geregelde bron van onkosten en beloopt verscheidene millioenen guldens. Per bedrijf is dit verlies van enkele tientallen tot honderden en zelfs duizenden guldens per jaar, een som. die men beter zou kunnen beleggen. Afgezien nog van de kosten die de vernieuwing van hout met zich brengt, zal direct de vraag rijzen, waar men onder de huidige omstan digheden het hout vandaan moet halen om een dergelijke hoeveelheid beschikbaar te stellen. Het is daarom dringend noodzakelijk, dat men in de land- en tuinbouw op veel groter schaal dan tot nu toe, overgaat het hout te conserveren Wij wensen de fa, Zegel veel succes met dit initiatief waarvan wij tevens alle gebrui ken van het hout hierboven genoemd kun nen profiteren. Elise moet je ook vergeten hebben - dat mormel, Ovette, heeft wel opgepast, iets over je te zeggen, natuurlijk." „Ik ben gisteravond pas gekomen." zei Sue. „Daarom hebt ge nïij nog niet gezien." Mr. Darnay keek haar op een wonderlijke manier aan „En wat ga je nu doen?" vroeg hij „Ik wou het spek gaan bakken." Hij wierp zijn hoofd achterover en lachte een vreemde, vreugdeloze lach. of ge moest willen, da'k wat anders deed," vervolgde Sue, niet erg op haar ge mak. ..Goeie genade, neen!" zei mr. Darnay, „wat anders zou ik kunnen willen, dat je deed? Bak dat spek in ieder geval. Al wan kelen koninkrijken en tronen op hun grond vesten wij moeten eten eten of dood gaan en ik ben nog niet van plan om dood te gaan." Sue begon zich onbehaaglijk te voelen. Was de man misschien niet goed bij t hoofd7 Ze zette haar voet op de tweede trede en aarzelde weer. „Zal ik eerst mrs. Darnay wekken?" vroeg ze. Hij had zich al omgekeerd, maar nu bleef hij staan en keek weer naar haar. „Mijn beste' kind ze zijn er vandoor gegaan,' zei hij kalm. „Wil je mij zeggen, dat je daar nog niets van weet7 Ja, hoor, ze zijn allebei weg. Er is niemand meer hier in huis dan ik en jij. Ik verwacht natuurlijk niet, dat je blijven zult, ik had je totaal ver geten.' mag geen stap meer lopen, want dit heeft meestal tot gevolg, dat het dier sterft, of wel er treedt een verlamming op. Een paard, dat deze ziekte heeft moet men onmiddellijk flink toedekken en verder met rust laten. Verder werd nog gesproken over het cou peren der staarten. De meeste aanwezigen beschouwden dit als een marteling der die ren, waaraan zo spoedig mogelijk een eind moest komen Het Stamboek voor Warm- bloedpaarden heeft reeds een besluit in deze zin genomen, want dieren met gecoupeerde staarten worden niet meer opgenomen in het Stamboek. Voor het Koudbloedpaard was dit nog niet het geval. In de pauze, die nu volgde werden enkele mededelingen gedaan. Op 23 December a.s houdt de vereniging haar jaarlijkse Kerst avond. Iedereen is welkom. In de maand Januari hoopt de heer Ir de Vries, Rijks- veeteeltconsulent te Alkmaar voor de ver eniging een lezing te houden over de gere gistreerde Schapenfokkerij. Op deze avond wordt ook de Schapenfilm vertoond. Door de goede zorgen van de familie Laan werden de aanwezigen ook op deze avond weer getracteerd op koffie met koek. C. v. Gr. Sue ging naar de keuken en bakte het spek, ze deed het werktuiglijk, want haar gedachten waren er niet bij. Het is krek of ze gek zijn, dacht ze, terwijl ze de reepjes spek in de pan schikte ja. 't is krek of ze gek zijn ze huren mij voor de keuken en dan gaan ze midden in de nacht op de loop Enfin, 't gaat m ij niet aan, natuur lijk. 't Zijn hun eigen zaken. Het ging haar inderdaad niet aan, hoe haar werkgevers zich wensten te gedargen. maar wat haar wel aanging, dat was haar eigen toekomst en die had nu veel rooskleu rigs verloren. Ze zag zichzelf al met han gende pootjes naar Bedford teruggaan en als verklaring van haar terugkeer dit ongeloof lijke verhaal opdissen. Sue maakte de tafel gereed en sloeg op de gong en nog geen halve mipuut later zag ze mr. Darnay naar het huis toe komen over het grasveld, dat naar de rivier afliep Zij liet hem aan zijn ontbijt en ging zelf naar de keuken om te eten en ze was nau welijks met haar maaltijd klaar of hij ver scheen ook in de keuken. Zijn gezicht was betrokken en hij had een pijp in zijn mond. die hij vergeten had aan te steken. „Hoor eens e ik moet je natuurlijk betalen." zei hij. met jongensachtige ver legenheid. „Ik weet er niet veel van maar je bent hier gehaald en ik vermoed, dat men je heeft doen geloven dat je hier zou kunnen blijven en zo „O dat geeft niets," ze Sue. „Mrs. Darnay moest plotseling weg voor e zaken." WIJZIGING INVALIDITEITSWET. De Invaliditeitswet verplicht ieder, die in loondienst arbeid verricht en de leeftijd van 14 jaar of ouder heeft, zich aan te melden bij de Raad van Arbeid voor een rentekaart. Alleen indien o.m. het aanvangssala ris f 2,000,of hoger bedroeg viel de betrokkene buiten deze wet en behoef de geen rentekaart te worden aange vraagd Bij de wet van 29 October 194S No. I, 470 is deze aanvangsloongrens ver hoogd van f 2,000,tot f 3,000, De Raad van Arbeid brengt nu on der de aandacht van allen, die de laat ste jaren voor het eerst in loondienst zijn gegaan tegen een beloning van meer dan 1' 2,000,— doch onder de f 3000 dat zij verplicht zijn zich bij de Raad van Arbeid aan te melden om een ren tekaart aan te vragen. Indien het loon stijgt boven de f 3,750,bestaat voor de werkgever geen verplichting meer om zegels te plakken. „Ja," zei Sue. Ze keek op en ontmoette zijn blik. dien hij dadelijk afwendde. Mr. Darnay was een onhandig leugenaar. „Je gelooft er natuurlijk geen woord van," zei hij bitter. „Waarom zou je ook. Maar hoe 't zij, ik zal je zeer dankbaar zijn, als je die verklaring aan je vrienden wilt geven. Ik zou 't niet prettig vinden als in Beilford het praatje rondging, dat ik ruzie heb gehad met mijn vrouw. Ze vinden mij toch al een zonderling." Sue werd er verlegen van. Hij sprak ner veus en stotterde nu en dan en zijn stem klonk bitter. Waarschijnlijk zou hij later als hij er over nadacht spijt krijgen van zijn openhartigheid. 1%-: „Je hebt het zeker wel gehoord," vervolg de hij, „ze hebben haar bagage meegenomen en nogal veel leven gemaakt.' „Ik heb niets gehoord,' antwoordde Sue. „Ik was gisteravond zó moe, dat ik da delijk ben ingeslapen en niet wakker ben ge worden voor vanmorgen. Ovette heeft mij helemaal niet gezegd, dat ze weg zouden gaan. Ik heb wel een mandkoffer op haar kamer zien staan, toen ik naar boven" ging. maar ik heb geen ogenblik gedacht „Wat? riep hij, haar strak aankijkend „Hoe laat ben je naar bed gegaan?" „Om negen uur." „En om negen uur heb je haar koffer klaar zien staan? Maar ze hebben pas veel later het besluit genomen om weg te gaan! Wacht even daar moet ik het mijne van hebben!" (Wordt vervolgd). MIJNHEER PIMPELMANS GAAT PAARDRIJDEN. Plaatjes en versjes door G. TH. ROTMAN. 69. Aangezfien mijnheer Pimpelmans vlak boven een grote kalkbak hing, hielden de werklui het. hijstouw kramp achtig vast. Totdat opeens het raam brak, mijnheer Pimpelmans in de kalk plonste en de drie mannen die juist uit alle maclit aan het touw trokken, een drachtig op de grond rolden. Met pijn lijke gezichten stonden ze weer op. 70. Inmiddels was ook mijnheer Pim pelmans uit de kalkbaren verrezen; mopperend liet hij zijn hoed leeglopen terwijl de werklui hem stom van verba zing aangaapten. Eén hunner liet daar bij echter het hijstouw, nat hij nog steeds in de hand had, los, zodat mijn heer Pimpelmans met lievig gekraak de overblijfselen van bet raam op zijn hoofd kreeg. Zodra de Noord-Oost Polder officieel op 9 September 1942 droog viel, moest er met de ontginningswerkzaamheden begon nen worden. Hiertoe werden de arbeiders in kampen ondergebracht, barakkenkolonies, die plompverloren in de wildernis werden neergezet. Naarmate men meer vorderde met het werk, meer grond op verschillende punten in cultuur gebracht werd, verrezen er overal in de polder barakken-gemeen schappen Zo waren er tenslotte 27 kampen over het gehele gebied verspreid. Op het moment zijn er veel minder omdat er een aantal dicht ging, waarbij de arbeiders wer den verplaatst naar nieuwe onontgonnen streken. Zij, die zich het eerst in dergelijke neder zettingen zagen gehuisvest, hebben het hard gehad. De behuizing was slécht, de weg erheen modderig: er was geen busverbin ding, geen ontspanning, geen goede sociale en medische verzorging: het eten liet te wensen over. de kameraadschap onderling was slecht, want tijdens de bezetting zocht alles een toevluchtsoord in de Polder. Nu is het geheel anders. Er is een. spe ciale organisatie „Kampbeheer" die er naar streeft de behuizing zo prettig mo gelijk te maken Ze stelt kampbeheerders aan, jonge kerels meestal, die op vlotte wijze met het werkvolk kunnen omspringen. Ze zorgt ervoor, dat er goede spullen in de pot komen: één of tweemaal soep vooraf, tweemaal per week pap toe, slechts één keer stamppot, verder gescheiden gerech ten: aardappelen, groente, vlees en vis. Geen liflafjes, maar stevige kost, die dam men legt. Er is voldoende brood met be legging (jam en een hartige brok), er is koffie of thee en degeen, die dan nog geen grond voelt, kan in de cantine de dam ver zwaren. Maar dat doet niemand en de „outsiderdie een hapje meeprikt moet naald en draad bij zich dragen om op ge zette tijden de knopen te verzetten. Comfort Kampbeheer zorgt verder voor het com fort in. de kampen. Men streeft er naar de bewoners in ploegjes van acht man te ver delen. die samen een eet- en woonkamer hebben, een wasgelegenheid" (douche), toilet en slaapkamer. In heldere keukens staan acht tot tien „potten" waarin het eten gekookt niet gestoomd wordt en waai iedere „kamer" met zijn gamellen voor het loketje ver schijnt om de dagelijkse geneugten in ont vangst te nemen. In ieder kamp is voorts een tuinman die zorgt voor de „aankleding" en in gezonde onderlige wedijver streven deze mannen ernaar hun kamp het best in de bloemen te zetten. Hun architectonische begaafdheid geeft elk kamp een eigen cachet Elke kampbeheerder heeft/voorts de be schikking over een tweetal koks en een tiental corveeërs. Deze laatsten schrobben de kamers, doen de was, beredderen wat er vuil is of overhoop ligt, kortom: zij spelen voor dagmeisje Er is er één,, die met een kruiwagen kolen rondtoert en 's winters alle kachels bijhoudt, zodat de mannen 's avonds in een warm thuis komen. Natuurlijk zou een vrouwen vinger nog wel eens stof van een plintje kunnen vegen maar een dergelijke overdreven zindelijk heid is tenslotte een kwaal; de hygiëne komt nooit in het gedrang Voor de verpozing, ontwikkeling en ont spanning staat er in elk kamp een grote cantine met toneelaccommodatie. Overal is radio en er staan piano's, biljarts, leestafels en gezellige zitjes, die de tijd na het werk kunnen veraangenamen. Culturele commissie. De culturele commissie, die nauw met kampbeheer en de kerken samenwerkt, zorgt dan voor de eigenlijke ontwikkeling en ontspanning. Hierbij is ook het contact met sociale werkers van grote waarde ge bleken. Men organiseert toneelvoorstellingen, cabaretavonden, bonte avonden, muziekuit voeringen. filmvoorstellingen, lezingen, ten toonstellingen sjjeciale avonden Kerst mis b.v. sportontmoetingen (speciaal op zomeravonden omdat de arbeiders de week -ends weg zijn), zelfs opera- en operette uitvoeringen. Bijna elke avond is er in de kampen iets te doen en het gehalte van het gebodene is zeer hoog. Als men weet, dat er goede toneelgezelschappen uit Amster dam komen en dat bijvoorbeeld de film „Dc zevende sluier" er draaide, kan men zeer wel aannemen, dat de verstrooiing op hoog peil staat. Voor lezingen is niet zo veel belangstel ling, omdat het onderwerp soms weinigen interesseert Men hoopt echter, nu de Volks hogeschool zijn medewerking heeft toege zegd, dat er meer algemene lezingen ko men, waarvoor de belangstelling groter is. Door de IKO werden goede avonden be legd die druk werden bezocht. Verder be vordert men het cursuswerk, de huisvlijt en het aanleggen van bibliotheken Medische zorg. Kampbeheer draagt ook zorg voor de medische verzorging. Niemand komt de polder in of hij wordt gekeurd en na zekere tijd herkeurd. Overkomt een arbeider iets, dan staat in Vollenhove een goed geoutil leerd ziekenhuisje, waarin hij kan worden opgenomen; men wil een polder van ge zonde, levenslustige mensen. Daarom is in de kampen alcohol geweerd. Zo ver van moeder de vrouw en dan de flesdat gaat niet. En allen schikken zich daarin wonderwel De geest is dan ook uitstekend Tijdens de oorlog was het nog wel eens mis. In de eerste plaats had men „van alles" onder de kampbewoners studenten en zeelieden. Er werd gestolen, gevochten, gekankerd, ja wat niet. Bovendien „drosten" er heel wat of legden het werk vroegtijdig neer. Zo kon het gebeuren dat in 1946 na drie maanden 73% der arbeiders was vertrok ken. In 1947 bedroeg dit nog 46% en dit jaar loopt het nog steeds terug. Maar thans mag men niet klagen. Physiek en lichamelijk zijn de mensen op peil en „thuis is het ook niet alles". Zeker, ze ver langen wel eens naar vrouw en kinderen; vlak voor het periodieke verlof heerst er wel eens een uitbundige stemming in het kamp, maar als ze dan weer terug zijn en een dag acclimatiseren, nou, dan zijn ze soms wat blij weer gezellig onder elkaar te zitten. 0 Neen, er zit geen cent kwaad in die grove kerels, bij wie er eelt in de knuist en wel eens wat al te veel baard op de wangen groeit. Grondwerkers staan over het alge meen laag in aanzien. Dat komt misschien ook, omdat er altijd slik aan hun plunje kleeft. Want het is in het nieuwe land zo, dat je met één ons klei aan je schoenen begint en er met drie kilo uitkomt. Maar deze mannen verdienen beter Ze zijn vreedzame soldaten die het mooie land op plezierige wijze veroveren. Laat ieder dit tot in lengte van dagen in gedachten houden!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1948 | | pagina 4