Sue ¥1 mL&sM De winst van de waterleiding moet zijn: Een bloeiend vreemdelingenverkeer Natuurschoon moet dus beschermd blijven! Brammetje Flapoor en z'n vrienden Op wacht in een uitgestorven wereld De aardappelen worden oud vindt het geluk. Zeer geachte heer Mag ik mijn copy over „de waterlei ding" opgenomen in uw blad van 30 Maart nog iets aanvullen? 1 De watermeter. Betekent dit zoiets als de manoeuvres van bijvoorbeeld de apotheker, die zijn drankje in een flesje van 300 gr. klaar maakt, angstval lig zijn meter observeert? Geenszin Een aangeslotene heeft een abonnement, laten we aannemen van 25 m3. Per kwar taal krijgt hij van het bedrijf een inge vuld girobiljet, dat hij maar aan 't post kantoor heeft te storten en klaar. Over schrijdt hij deze 26 m3 niet, dan hoort hij niets meer, maar komt hij er wel bo ven, dan moet hij voor het meerdere vol gens de geldende bepalingen bijbetalen. Dit voorkomt watervermorsen. Neemt dit dan zo'n omvang aan? Wat ongebruikt blijft, wat verknoeid wordt, komt in elk geval op de rekening van het bedrijf. Als ik hierover ging uitweiden, zou ik uitlokken, wat ik juist wil tegen gaan. Bij de leiding van de bedrijven zijn de excessen genoeg bekend. Ter wil le van de watereconomie (zuinigheid hij watergebruik) zijn watermeters zeker gewenst Misschien acht iedere bedrijfs leiding ze zelfs wel noodzakelijk. Verloren water. 2. Hoeveel regenwater valt er per jaar op mijn huis? (Of op de gebouwen, waar over ik het beheer heb?) Wil iedere Texelaar dit eens voor zichzelf bereke nen? Misschien is het beter te zeggen: Wil ieder deze hoeveelheid voor zichzelf benaderen? Wanneer gedurende 1 jaar liet regenwater niet wegvloeide, mam- bleef staan, dan zou dit een hoogte be reiken van 688 m.m. Omdat het ons som metje zo eenvoudig maakt, nemen w> hiervoor 500 nun. Dit is '/t meter. Ais. de voorgevel van ons huis nu 20 meter en de zijmuur 30 m. is, dan is de oppervlakte van de grond, waar het huis op staat, 20x30 m'2 is 600 vierk. meter. Op dit huis valt dus 600x'/2 m3 is 300 m.1 water. Dit is 300,000 liter. In de regrt gaat dit. met uitzondering dan van zo'n regenbakje vol, vrijwel verloren. Lezer, wat doet u liever, dit water bewaren of in de droge lijd na zware dagtaak met 'n juk met twee emmers hoog op 50 liter halen, dikwijls uit. een drinkput, die een kwartier ver ligt? Een boer laat het on der werktijd halen in een groot vat op een slee. 't Kost tijd en geld en hoe is dan nog en hoe wordt dan de kwaliteit van het water, voordat het is opge bruikt? Zo wordt het behouden. 2a. Opberging van het regenwater. U heeft, wei boertlerijicn gezien, waar men „silo's" heeft voor gekuild gras, grote betonnen ringen. Nu vraag ik weer: Wel keldei-s voor gekuild gras en niet voor regenwater? Ais zo'n waterkelder ge plaatst moet worden, staat men voor re uitgave ineens. Men vergete niet, dat de waarde van het huis of van het be drijf blijvend hoger wordt. Wanneer een boet- .30 jaar op een bedrijf woont, kan 'hn dus 1/30 van de kosten op elk be- dryfsjaar brengen, terwijl na die 30 jaar de kelder bij goed gebruik nog in tact is Laten we nu de inhoud ber -kenen van zo n silo. U heeft al kunnen vaststellen, dat ze geleverd kunnen worden. Nemen we de middellijn 6 en de hoog te 4 meter, dan is de inhoud 4x22/7x3x3 m8 =792/7 m3 113 1/7 m3. Voor onze 300 m3 onder 2 genoemd hebben we eoh- ter niet 3 zulke bakken nodig, want er wordt geregeld van gebruikt en bij re genweer komt er ook geregeld weer water bij. Bovendien weten we niet pre cies hoeveel een koe per jaar drinkt. Als men nu begint met één zo'n waterkeldei-, van 113 ni3, dan blijkt na een jaar wel of dit voldoende is. Zo niet, dan kan men in de loop van de tijd naar behoefte bij bouwen. Nieuwe boerderijen liefst met pannen dekken. Een rieten dak zuigt zoveel water op. En om mee te komen met de tijd: 1, waterkelder (drinken); 2 silo (eten) en 3 ierkeïder (mest). En nu de mest op no. 3 en niet op no. 1. Ook het regenwater van burgerwoon huizen en arbeiderswoningen opvangen en bewaren. Denk aan het wassen van kleren, besproeien van bloementuinen, maar soms ook bij planten iu groentetui nen, straatschrobben, schoonmaak enz 3. De Koog en Everstekoog. Aanhaling uit de Tex. Crt. van 9 Maart, pag. 1, ko lom 2. „Binnen enkele jaren waarschijn lijk een pompstation ten zuiden van Di Koog". Wat zullen die ingelanden daar blij mee zijn! Uit dezelfde krant pag. 2, kolom 2: „Vanaf 1792 varen de polderlas- ten 57'/2 pet. van de lasten der andere polders". En nu: Dat zou niet goed gaan. Tex. Crt van 19 Maart pag. 1, kolom 1: „Nu is er ierbetering, want die pol ders zjj-i in de loop der tijden dank zij bewatering e.d. in vruchtbare gronden herschapen". Conclusie: De bewatering was in orde gekomen, men gaat er een pompstation plaatsen, haalt het water dus weer weg en de twee polders ver vallen weer In de oude ongewenste toe stand. 4. Nu weer IV v. Crt. vm 9 Maart, pag. 1, kolom 2: „De duinen bevatten vol doende water - ooi een gnv u- gebied dan het eiland zelf." Nergens emi simpel zin netje als: Hoe komen we aan voldoende water, zonder schade aan te richten? M.d.R. Er is werkelijk een historische door G. Th. Rotman -SAAk (Nadruk verboden) 41. Luid schreeuwend en wild om zich heenslaand holden de achtervolgers, d-e nu achtervolgden geworden waren, dooi de straten, waar Ihet gelukkig in da: vroege morgenuur niet druk was. Maar er kwam spoedig enige verademing voor de stakkers in de vorm van een banket- bakkersjongen, die met de lekkernijen in zijn manden de bijen naar zich toe- lokte en nu een beurt kreeg! 42. Tingeling. Vijf minuten laler ging de bel bij dokter Slikmaar. Jongens, jon gens, zoveel patiënten had hij nog nood tegelijk gehad! Het waren namelijk Brain's achtervolgers, die binnenkwa men, allemaal met opgezwollen neuzen, wangen en gezichten, vanwege de bijen steken! achterstand, die zo gauw mogelijk beëin digd moet worden. En !och geloof ik, dat we er blij om moeten zijn. Hoe was nl. de toestand in het duingebied tussen Den Helder en Hoek van Holland vóór dat er water voor de waterleidingen aan onttrokken werd en vóór dat het Ka naal er was door Holland op zijn smalst? Nu zijn we trots nog op het Zwanenwa- ter, maar we betreuren ten zeerste, dat dit een laatste rest is van een groot ge bied, dat precies zo was. Gelukkig ia men nu al-gemeen op zijn hoede, waar bij we oak even denken aan de afsluiting van de Oude Maas en de Brieise Nieuwe Maas. Het duingebied op het vasteland van Holland is misschien nog groten deels te redden door overschakeling op het IJselmeer. Het duingebied van Texel zou na uitdroging niet te herstellen zijn geweest. Nu is Texel gelukkig gewaar schuwd. 4a. Wat dan wel? M. d. R., nu uw ei gen woorden Tex. Crt. van 30 Maart, pag. 3 kolom 2: „Van Den Hoorn tot De Coeksdoru water ontfutselen aan de duincomplexen". M.a.w. Een lange en smalle prise d' eau (niet open natuurlijk) aan de blnnenvoet der ^eerste duinenrij (aan de oostzijde dus). Het duin moet ongeschonden blijven. Tex. Crt. van 23 Maart, pag. 1, kolom i: De dijkgraaf van Eieriand, dhr De Graaf, zegt, dat tussen „Madura en „Breda" niet minder dan negen windwa termolens het overtollige water weg maaiden. Nu weet ik dit niet maar ik veronderstel, dat dit water uit de duinen afkomstig was, welk water altijd werd aangeduid met „duinval". Bii pompen in de boven aangeduide lange smalle prise d' eau zouden deze molens wier taak door een modern gemaal is overgenomen, niet nodig zijn geweest, zodat een nadeel zou zijn omgezet in een voordeel! En dan zou het oppompen in elk geval zo moe ten, dat het duingebied tussen de 2de duinenrij en het strand ongeschonden blijft. 5. De winst. Dit bedrijf mag geen winst maken door maar zoveel mogelijk water te veitkopen. De winst voor Texel moet zijn een bloedend vreemdeling m- verkeer, dat wordt bevorderd le. door 'n waterleiding in te stellen; 2e. door de handhaving van het bestaande natuur schoon. Hier moet evenwicht gebracht worden Natuurlijk moet het bedrijf elk jaar af schrijven en ook moet een reserve ge vormd worden. Dreigt een tekort dan bv. verhoging van de prijs per m.3 of iets andere, maar nooit door productieverho ging. Doel: Zo spoedig mogelijk een water leiding. In de behoefte van mens eu dier moet worden voorzien uit water, dat verloren gaat (Mok, Slufter, regenwater, duinval). Dan wordt het duin-gebied niet geschonden..Ook'zou men dan geen land 'doen uitdrogen. Bij een prise d' eau als omschreven onder 4a zijn in elk geval De Koog en Everstekoog niet alleen de dupe. M. d. R. U wees terecht ook nog op verhoogde melkproductie bij zoet drink water voor het vee. Ik zal wel wat ver gelen hebben, maar we houden vast aan ons doel, hiervoor omschreven. t. t. UW POSTABONNEE. Commissies rijzen gewoonlijk in luxe wagens. Huzaar le klas van Vinkenstein uit Den Haag reist in Midden-Sumatra echter per drietonner. Reizen, in de nor male zin van het woord, is zoiets eigen lijk niet meer te noemen. Hotsebotsend over de weg van Padang naar Fort de Koek denkt hij dan menig maal met weemoed aan het devies van de Ned. Spoonw'egen: „Veilig, vlug -n voordelig". Als een voortdurende bedreiging staat midden in de wagen een kast met inhoud te dansen. Boem. een flinke kuil. De kast wipt omhoog en belandt juist op de tenen van van Vinkenstein. Even komt hem de prachtige straatweg van Amster dam naar Den Haag voor ogen, dan klemt hij zijn tanden op elkaar en pro beert de inhoud weer in de kasl te prop pen. Met de nodige inspanning gaat hij daarna zitten om prompt met zijn hoofd in onzachte aanraking met een of ande re ijzeren pin te komen Tenslotte arriveert alles euhter veilig in Fort de Kook, voor het oude „Merdeka Hotel", dat thans de naam draagt van „Topi Hitam", de „zwarte pet" Vandaar is het nog een aardig rukje naar Paloepoe. Een „slad" van twaalf huizen er. een schuur. Daar .s de we reld dichtgeplakt met -kranten, zoals do soldaten onder elkaar beweren In deze totaal dichtgegroeide kampong, waar de varkens eens per week „gedropt" wer den, daar leven en werken de jongens van de stoottroepen, van 'het 5e bataljon Prinses Irene en van het 5e eskadron Pantserwagens en nog andere broeder lijk sa-men. Het leven van deze mannen bestaat uit wachtkloppen, patrouille lopen en eten, om dan 's avonds, na een bezoek aan de cantine. de dag op -het veldbed te beëin digen. Veel vertier is hier niet. Een bioscoop zal men er nu vruchteloos zoe ken. De schuur is gedeeltelijk ingericht als cantine. Een 6 meter brede strook gras scheidt de cantine van de veestapel, 20 -koeien, die met neerhangende koppen om vader stier heen staan. Deze robuste stier heeft op de mannen blijkbaar veel indruk gemaakt. Boven de deur van de cantine prijkt tenminste een bord: „Wat niet als vriend -hier binnenhuppelt, wordt er met stierengan'g weer uitgpknuppeld". Van Vinkenstein doezelt bij het aan schouwen van deze veestapel weg. Voor zijn geest doemt een Hollandse boerde rij op. Mestgeurtjes dringen in zijn neus. Bij elke windvlaag koont er een vleugje bij, tot plotseling een rauwe kreet hem tot de werkeJijikfheid brengt. Het is Je stem van „Jan de brennschutter", Jantje Volkerts uit de Burgbussestraa'. in Bor ne, die schreeuwt met een vervaarlijke stem naar de radio-telegrafist. Oor Bes je: „Ho, hou eens op met steeds maar .ie Anna aan te roepen, het huis staat er van te trillen!" Cor Besje zoekt contact met een an der detachement en deed dat door een tonig in zijn microfoon te vragen: „An na hoort u mij. Anna wat is mijn sterk te?" Als iemand -liet in zijn hoofd haalt, om een snoepreisje naar Paloepoe te ma ken, dan zorge hij er echter voor een certificaat van de dokter bij zich te heb ben. Is dat niet zo, dan slingert men tl daar onherroepelijk voor twee uren op wadht. Ze hebben daar geen greintje medelijdon met bezoekers. Dank zij de tweede man, die altijd wel wat sterke veilhalen beschikbaar heeft, zijn twee van zulke uurtjes todh weer gauw ge noeg om. Laat u dus niet al te zeer af schrikken. Ook de huzaar, die we hier op zijn tocht volgen, gaat voor 2 uurtjes op wacht. Zijn maat is de soldaat Roos van de 80e Hu-pva. Samen met. de korpo raal Uitenbogaard heeft deze in het de tachement een „ziekenkist", waar ka meraden, die een bloedneus, een schram metje of een andere kleinigheid hebben, terecht kunnen. Is 't een zwaar geval, dan gaat de patiënt voor behandeling naar de stad. Deze gevallen ziin geluk kig maar zeldzaam Naast de ziekenkist staat de kok sid. Ie kl. v.d. Linde met zijn potten en pan nen te smijten. Volgens de bewoners van het detachement smaken zijn kokerei-leii altijd prima. Ook over een ander punt is men tot hier roerend eens. „Het is hier een uitgestorven, door de mensen en zelfs door de duivel vergeten stinkgat", zo drukt een mortierist dit in kernachti ge bewoordingen uit. Daar is men het over eens tot en met de commandant, Majoor S. de Vlieger, toe. De enige afwisseling in dit vrij eento nige leventje is de komst van een Dako ta of Pipe-raiib. De Dakota brengt het eten en de Bipercub strooit mot de post. VOOR DE VROUW. Als de tijd van de oude aardappelen ten einde loopt, gaan wij verlangend uit zien naar de nieuwe oogst. Niet alleen, omdat nieuwe aardappelen zo'n delica tesse vormen, maar ook omdat de oude tegen liet beigïn van de zomer minder smakelijk worden. Het lange bewaren heeft de schil dik en kurkadhtig ge maakt, de aardappelen krijgen lange uit lopers en vertonen vaak blauwe plekkto. Met schillen gaat er zeer veel verloren. Toch zullen wij, zolang de nieuw, aardappelen nog niet verkrijgbaar zijn, of nog te duur om ze geregeld te gebrui ken, moeten proberen, de oude zo mooi mogelijk op tafel te brengen. Als ze erg rimpelig zijn, zet men ze eerst een nacht ongeschild in water; dit vergemakkelijkt het schillen. Daarna kookt mien ze in ruim water. Op deze manier blijven de aardappelen blanker, de smmak wordt verbe-terd en ze komen kruimiger op tafel. Het spreekt vanzelf, dat dit slechts een noodmaatregel moet zijn, een uitzondering op de regel: „koolrt kort en in weinig water, dan blijven vitamines en voedingszouten beter behouden". Daar zowel door deze behandeling ais door het lange bewaren de oude aardap pelen nog maar heel weinig vitamine G bevatten, is liet juist in deze tijd zeer gewenst om dagelijks wat rauwe groen te te gébruiken, bv in de vorm van oia Verschillende bladgroenten: andjjvi-, spinazie, raapstelen, sla, kunnen ook heel goed rauw in stamp-pot worden ver werkt. Dil maakt de maaitijden rijki r aan liet onmisbare vitamine C. Af en toe kunnen we de oude aardap pelen ook eens vervangen door een har tige schotel van macaroni, bami, gort of rijst, of door een peulviuclitengerec-ht (bv. dikke erwten- of bonensoep, waar'n .vlees en-of melk zijn verwerkt om liet peulvruchten-eiwit aan vullen), met een stevig nagerecht. Om de smaak van de aardappelen ie verbeteren, is de verwerking tot pikan te aardippelschotels heel geschikt. Als voorbeeld noemen we: jachtschotel, pan- vis, aardappelen gestoofd in kerriesaus. RUNDERHORZELBESTRIJDING OP DE GOEDE WEG! De meeste pinken en vaarzen in N - Hollaud zijn nu tweemaal gewassen met derrispoeder en liet -blijkt dat er veel minder horzelbulten worden waargeno men dan vorig jaar. Dat is een verheu gend verschijnsel, ja, wij zijn op de goed- weg! Dat betekent ook: meer rust in de wei de, dus meer melk, meer vlees, beter hulden. Toch kon het nog beter! Nog altijd zijn er veehouders, die er min of meer afwijzend tegenover staan. In het noorden van N.-Holland gaat 't goed, maar daar spanden de zuivelfa brieken er zieli reeds jaren lang voor in. Het ls daar dus bter Ingeburgerd dun in het zuiden. Toch komt er ook daar verandering ten goede. En, in die ge meenten of complexen van gemeenten, waar speciaal daarvoor aangestelde per sonen (uitvoerders genaamd) deze was singen uitvoeren, daar ziet men ook de beste resultaten. Deze uitvoerders gaan boerderij aan boerderij langs en dat is ook de juiste manier. Alle boeren mo ten hieraan meedoen, want wie er niet aan meedoet, benadeelt niet alleen zich zelf, maar ook zijn goedwillende buur man, die er wel aan meedoet. Bovendien is liet wettelijk verplicht om de rundeihorzels te bestrijden. Als gevolg daarvan oefent de Veeartsenij- knridige Dienst door middel van de daar bij betrokken ambtenarep een intensieve controle uit over de gehele provincie. Er zijn verschillende veehouders in de provincie, die zelf hun dieren behande len. Mocht, u door drukke werkzaamhe den aan deze behandeling nog niets of niet genoeg gedaan hebben, doe liet da:i onmiddellijk, want het is „hoogste tild!" 't Is niet alleen uw belang, 't is ook hot belang van uw buurman, het is ook een algemeen belang! De Dir. Prov. Gezonrih. Dienst v. Dieren, D. REMPT. 60.) maar als u dat weet. riep mr. Hedley, opgelucht omdat hij op dit punt geen vertrouwen behoefde te schenden. Ik heb hem de opdracht voor dat portret bezorgd, omdat hij inderdaad geld nodig had, en, zoals ik zeide: het was een groot succes. Wat mjj betreft, ik vind dat hij zijn model te vee! geflat teerd heeft. Een beetje is altijd gort, natuurlijk. Maar sir Archibald was zeer met liet portret ingenomen. Het was voor mij een gro'te opluchting, kan ik u zeggen, want ik wist niet goed wat Dar- nay zou doen hij was in een zc -r treurige stenuning. Ge liadt u niet ongerust behoeven te maken, zei Sue. Mr. Darnay had het geld immers al aangenomen en hij moest hun dus geven wat zij vroegen, niet waar? Zo heeft hij het zeker gezien, zei Sue. H-m! zei mr. Hedley weer. Hoe het ook zij, ze waren zeer tevreden. Darnay kreeg daardoor verscheidene andere op drachten heel goetde maar hij heeft ze nog niet definitief genomen en als u het mij vraagt zal hij dat niet doen ook! Hij maakte weer een wanhopig ge baar met ziin handen. Stel u voor, miss Priiigle hij is er vandoor gegaan! Hij is eenvoudig verdwenen I En hij heeft mij hier laten zitten met die vijf schil derijen, die hij in Schotland gemaakt heeft. Ik had niet de minste hoop ze te zullen verkopen (ik voor mij achtte ze onverkoopbaar). Maar wat gebeurt er? Verleden week komt hier een klant van me een zeer rijke Amerikaan, die geweldig veel belang stelt in moderno kunst en een prachtige collectie heeft in zijn huis op Long Island. Hij komt altijd bij mij aan als hij in Engeland is. Ik vertelde ham van Damay's laatste rage on liet hem zijn nieuwe schilderijen zien, want ik was nieuwsgierig naar zijn oor deel natuurlijk. En wat zei hij? vroeg Sue gretig Hii kocht, ze alle vijf, antwoordde Hedley veelbetekenend. Het bleef eiven stil na deze veelzeg gende woorden. Toen vervolgde Hedley: U begrijpt waarschijnlijk niet wat dit zeggen wil. Het wil zeggen, dat Darna.v's nieuwe metbode erkend is. Het feit, dat mr. Toll-macher vijf Darnay's gekocht 'heeft, is Nieuws met een grote N. Ame rika koopt nu alle schilderijen, die Dar nay maar maken kan dat betekent het. Maar Darnay is verdwenen, spoor loos O wat heerlijk! riep Sue opge wonden. O mr. Hedley, wij móéten hem vinden en liet hem zeggen. Het moet toch mogelijk zijn, hem te vinden? Wij móéten hem vinden, herhaalde mr. Hedley. Maar of wij het kunnen? Ik kan het u niet zeggen. Ik heb 't ge probeerd bij zijn vrouw, zijn bank, zijn advocaat, maar ze weten geen van allen waar hij is. Ik. ik dadht...toen ik zag, dat u belang stelde in zijn werk. en toen u zei, dat u hem kende, dat u misschien meer zou weten... Maar Sue kon mr. Hedley evenmin helpen als de anderen, die hij genoemd had. Er zijn hier veel mensen geweest, die naar hem vroegen, vervolgde Hedley teleuigesteid en en- zijn ook veel brie ven voor hem gekomen. Ik weet niet, wat ik daar mee aan moet. Het enige wat ik zal kunnen doen is: wachten, tot hij iets van zich laat horen, 't Is een wan hopige toestand, want al dit wachten is alleen maar verlies in elk opzicht. Sue keek bedenkelijk. Ze vermoedde, dat Darnay wel niets van zich zou laten horen. Hii had wel gedaan alsof hij iels gaf om liet oordeel der wereld over zijn nieuwe werkwijze, maar diep in zijn hart was hij smartelijk gewond en te moeten terugkeren tot zijn oude techniek was zeker een nieuwe slag voor hem ge weest, al had hij er dan ook honderd guineas voor gekregen om zijn schulden te betalen. O waarom hebt ge niet in hem geloofd! riep Sue. Hoe hebt ge dat niet kunnen doen, mr. Hedley? Het zou zo veel verschil voor hem gemaakt hebban als ge hem wat aanmoediging hadt gege ven. Ge moet toch veel goeds in dia nieuwe schilderijen gezien hebben! U kunt me geen hardere verwijten maken dan ik mijzelf maak, zei mr. Hed ley bitter. Natuurlijk wist ik, dat er veel goeds was in de nieuwe schilderijen. Ik vermoedde alleen, dat ze onverkoopbaar waren. Het leek mij zulk een verkwis ting, omdat ik de andere zo gced veiko- pen kon... en Ik hoopte, dat hij dat eenmaal óók zou inzien en vanzelf tot z'n oude m in-ier van werken zou terugkeren. Dan kent u hem niet, zei Sue mei nadruk. Hierop wist mr. Hedley geen antwoord te geven. Ik ben maar een zakenman, zei hij, zijn armen uitbreidend. O juist! Maar ik dacht, dat ge goede kijk had op kunst, zei Sue met on bewuste ironie. Mr. Hedley's gezicht betrok. Een paar stekelige antwoorden kwamen in hem op, maar hij hield ze vóór zich, want het was tegen zijn belang, het met miss Pringle, die Darnay zo goed kende, aan de stok te krijgen. Zij zou hem kunnen helpen, Darnay w eer. op te sporen en 't betekende alles voor hém, Darnay weer te vinden en hem naar-de veilige 3tal terug te brenlgen. Een geregelde ver koop van Darnay's schilderijen naar Amerika zou hem grote commissies in brengen. Daarom gaf hij tenslotte een vriendelijk antwoord op Sue's beledi gende woorden en stond op om haar te laten voelen, dat hij het onderhoud als geëindigd beschouwde. Sue stond ook op, gaf hem, op zijn verzoek, haar adres en beloofde, zodra zij weer in de buurt kwam, een kijkje te zullen komen nemen in de toonzaal. Daarna vertrok ze. I Wie is ze precies? vroeg mr. Heu- ley, toen Sue vertrokken was. Wie en wat is ze? Het was natuurlijk een ihetoriscbe vraag, want Edward kon evenmin weten wie en wat miss Pringle was als mr. Hedley zelf ja, hij kon het nog veel minder weten, want hij had niet 't voor recht genoten van een half uur conver satie met miss Pringle. Edward trok een idiote grimas en schudde zijn hoofd, als wilde hij zeggen: Ik geloof niet, dat ze helemaal snik is. Mr. Hedley begreep dit woordenloze antwoodd maar al te goed Hoor es, Edward, zei hij, die dame is niet zo'n idoot als jij, waarschijnlijk nog wel denkt, maar dat doet er ook niet veel aan toe wat ze is; wie ze is. Zij kent Darnay van nabij, dat, is een feit. Ze heeft hem in Schotland leren kennen, natuurlijk op die boerderij, die hij daar gehuurd heeft, zei Edward. Mr. Hedley bleef enige ogenblikken in gedachten verzonken staan. Toen zei bij: Ja ja, dat is het. Darnay heeft me verteld dat hij daar kennis heeft gemaakt met sir James Faulds of Bell en hij sprak ook over een nichtje van sir James, is 't niet? (Wordt vervolgd.) J.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1949 | | pagina 4