FRIEDRICH'S
AVONTUUR
Non-stop-revue op de Texelse schorren
Wat deed „Draagt
elkanders lasten"?
Brammetje Flapoor en z'n vrienden
Na aftocht der duizenden grote
sterns e.a. zijn er de trekvogels bij
tienduizenden neergestreken.
„Ja, jal" zegt Teun Brouwer, de vo
gelwachter van de Texelse Schorren,
vol trots, „dit hier is nog eens wat an
ders daa die anderhalve lepelaar van
de Muyen, kun jij ze tellen?" Als Huib
Vermeulen, de man, die de scepter
zwaait in het domein van de lepelaars,
op dit ogenblik van de partij was ge
weest, zou Teun, zijn collego, mij dit
commentaar zeker met een knipoogje
hebben gegeven
Heub Vermeulen zou dan zo langs z'n
neus hebben opgemerkt, dat er in ons
land slechts drie oorden te vinden zijn,
die de \oorname lepelaars waardig keur
den om er hun nesten te bouwen, eie
ren te leggen en jongen te verzorgen,
maar dat de grote sterns en de visdief-
jes en de kapmeeuwen overal ontmoel
kunnen worden: langs de Noordzee van
Rottum tot Zeeuws-Vlaanderen.
Maar Huib is hier in geen velden of
wegen te zien en in de Muyen zullen wij
eveneens vergeefs naar hem zoeken,
want de Muyen zijn veer toegankelijk
voor iedereen: de lepelaars hebben dit
oord verlaten en voor zij de grote reis
naar het Zuiden gaan ondernemen,
voedsel ui zij nog een poosje op de
Schorren (van Teun).
Wij staan op de rechte, lange dijk
tussen het poldertje de Eendracht" ur
de Schorren, een driehonderd bunder
groot gebied buiten de dijk- Woest*
grond, begroeid met allerlei zoutminnen-
de planten als het limoenkruid, de z te-
kraal, de zeepostelein, de obione, de,zee
raket en niet te vergeten de zee-aster,
die nog overal haar paarse bloemen
toont ofschoon het hoogtepunt van haai
bloeitijd al weer enkele weken voorbij
is.
Voordat wij de droge schonen verla
ten om door kniehoog water naar de nu
het is volop eb, ook drooggevallen zand
vlakten te waden, wij.st Teun ons nog
het alom weelderig opgeschoten sparti
nagras, waarvan hier een jaar of acht
geleden de eerste zaadjes werden gede
poneerd.
Dicht op elkaar.
Ja, dc plantenwereld biedt altijd wel
iets nieuws, maar de vogelwereld heeft
voor de grootste verrassing hier ge
zorgd: Teun was al jaren vogelwachter,
toen de eerste grote sterns hier neer
streken om er hun nest te bouwen- Er
ging blijkbaar goede roep uit van di'.
terrein, want de kolonie groeide ziender
ogen en dit seizoen hebben hier 5000
paren grote sterns gebroed. Nog overal
vinden wij de sporen van de nesten. Da
grote sterns bouwen hun nesten liefst
zo dicht mogelijk bij elkaar en onze gids
heeft er dan ook wei eens 17 in een vier
kante meter gevonden! Het is niet zo,
dat de opeenhoping langzamerhand toe
neem!, nee, wanneer de eerste stern zijn
nest gaat maken komt nummer twee
FEUILLETON
19.) Eu nu werd zijn stem heel zacht,
heel nadrukkelijk en bijna fluisterend,
terwijl hij voortging. ,,En onder dat
moeras, mijnheer Mayenne, liggen dui
zenden en nog eens duizenden mensen.
Dood. Begraven. Ze zijn gestorven mat
een vloek op de lippen voor de gouver
neur, die ze niet wist te redden."
De gouverneur zweeg en lieu thans
opgewonden door zijn eigen woorden» de
kamer op en neer. Toen bleef hij, zon
der acht te slaan op Dunham, vóór
Richard Mayenne staan en zei met na
druk: U, mijnheer Mayenne, moest toch
zoiets inzien!
Neen! schreeuwde Richard Mayen
ne. Neen» nooit!
Neen, nooit! luidde de ongevraagde
echo van Dunham-
De gouverneur wierp een blik op
Friedricb, die scheen te willen zeggen:
En u? De vraag werd echter niet uitge
sproken en Friedrich bleef peinzen en
keek niet op. Wat er in hem omging,
kon niemand vermoeden De gouver
neur zweefde tussen hoop en teleurstel
ling.
Zijn woorden kregen plotseling een
scherpere klank. U wilt het dus niet b e
grijpen? U wilt u dus niet aan de hoog
ste wetten onderwerpen? Is dat uw laat
ste woord?
meteen gezellig dicht in de buurt zijn
kuiltje draaien en zijn strootje leggen!
Ook de kolonie visdiefjes is weer be
langrijk geweest: 1500 paren. Dan waren
er een duizend paren Noorse sterns en
last but...-, least.... de kapmeeuwen,
waarvan er vierduizend paren de
r-
Schorren tot broedplaats verkoren. Ge >11
enkele vogelwachter heeft veel met de
kapmeeuwen op, evenmin trouwens ais
met de zilvermeeuwen: beide soorten
zijn er op uit de jongen van andere vo
gels-die-zij-de-baas zijn te rov>n en met
huid en baar te verslinden. Als men die
meeuwen hun gang liet gaan, zouden zij
tenslotte in alle. kolonies de baas gaan
spelen en de andere vogels zou nog
maar een zeer bescheiden plaatsje onder
de zon blijven toebedeeld. Om aan de
rooflust van.de meeuwen paal en perk te
stellen worden hun eieren ieder jaar bij
duizenden geraapt. Z0 is Teun, geassis
teerd door zijn helpers, ook dit jaar
weer mat grote manden door de Schor
ren getrokken om meeuweneieren to
verzamelen- In totaal hebben zij er on
geveer twaalfduizend geraapt. Deze
hoeveelheid is naar Engeland verscheept
,,Deze kapmeeuwen smaken niet zo vis
sig, als die van de zilvermeeuwen", be
weert Teun.
Geen verliezen geleden.
De Schorren liggen nu droog, maar ze
liggen niet hoog en een springvloed zou
hier groot onheil kunnen stichten ten
opzichte van de broedkolonie: een twin
tig jaar geleden werden alle nesten door
springvloed weggespoeld. Dat gebeurde
in Mei- De vogels lieten zich echter niet
ontmoedigen en gingen opnieuw aan de
slag. De wederopbouw was juist vol
tooid, locn er in Juni opnieuw een
springvloed zijn verraderlijk werk deed.
Wleer gingen de liardnekige vogels aan
het bouwen en hun doorzetten werd met
succes bekroond: de kolonie bracht dat
jaar toch een nieuwe generatie voort al
kwamen de jongen dan wat later uit het
ei dan onder normale omstandigheden.
,,Dit jaar heb ik geen verliezen gele-
De Mayennes zwegen, ook Dunham
gaf geen antwooord. Kolonel Robertson
draaide zich om, ging naar een stoel,
nam zijn pet en handschoenen, welks
daar lagen en keek vragend naar de
gouverneur. Die bleef nog oven wach
ten, toen boog hy, zonder een woord te
zeggen en verliet met Robertson de ka
mer.
Toen hjj, gevolgd door de ordonnan
sen, in zijn wagen wegreed en zich ge
makkelijk in de kussens liet achterover-
glijden, zei hij tegen kolonel Robertson:
Ik had toch gedacht, dat tenminste de
jongste generatie de noodzakelijkheid
van dit offer had ingezien. Dat de va
ders stijfkoppen zijn, wist ik van te vo
ren- Maar sinds de burgemeester van
Baton Rouge mij heeft verteld, hoe
glansrijk de jonge Mayenne die oude
rotten van speculanten aan de graan-
beurs heeft weten schaakmat te zetten,
had ik al mijn hoop op hem gevestigd.
Kolonel Robertson maakte en weids
gebaar met zijn hand, dat scheen te
willen /.eggen: ,,Men weet liet ten slotte
niet-
Oharly Dunham bleef een ogenblik al
leen met Friedrich Wilhelm. Hij lachte
en vroeg: Geloof je, dat de gouverneur
nu kanonnen tegen ons laat oprukken?
Ja, de duivel hale mij! antwoordde
Friedrich geërgerd, maar ik geloof het
werkelijk. Je kwam ook wel .net op het
juiste ogenblik met je grofheden, Ohar
ly! Zonder jou, zouden wy misschien
ONZE LANDMACHT TER ZEE-
Ergens in Batavia vindt u een diago
naal verdeeld groen-rood vierkant, met
daarop een wit anker. Het is het kenti-
ken van het 'Korps Vaartuigendienst, en
van onze kennismaking met een van d»
eenheden van dit Korps willen we 11
iets vertellen.
Half vijf in de nacht. In het voorma
lige ertsliaventie van Ponielali. aan de
Oostkust van de Golf van Bon- ligt een
klein bootje, de 205 Het ziet er uit als
een sleepboot met een oliemotor, dus
geen schoorsteen, en als het dag is ge
worden zullen we zien dat het in de grij
ze oorlogsklmir is geschilderd, en dat 't
nummer 205 prijkt op het groen-rode
blok.
Zyn bemanning bestaat uit 5 man-
Zijn naam: Higgingsboot, zyn geboorte
plaats: New Orleans, en zyn geboorte
jaar 194S. Gebouwd voor rekening van
bet Ned. Ind. Gouvernement, 39 bruto
register ton. Ziedaar zyn signalement.
We welen niet hoeveel van deze Hig-
gingsbootjes er zyn, maar het moeten
er nogal wat wezen: waar we kwamen 'u
Zd. Celebes hoorden we ervan spreken-
Ze doen gewapende en ongewapende
dienst, controleren de duizenden kleine
eilanden, die de Archipel rijk is; som
mige houden zich bezig met het aan
houden en doorzoeken van prauwen....
De ,,205" belast zich met het vervoer
van goederen en personen. Dan weer be
vaart hy de Golf van Bone, waarin nog
steeds de Jappenmynen dry ven, ofwel
hy gaat naar Boeton, naar Makassar..-.-..
den!" z?gt Teun, ,,maar", zo vervolgt hij,
..een springvloed komt ook maar eens
in de 25 jaar voor, moet je denken".
En dan trekken we verder, alsmaar
wadend door het heldere water Een vet
te schol schiet vlak voor onze voeten
weg, krabben nemen eveneens de be
nen. ,-Kijk uit!" waarschuwt Teun
plagerig ,,die krabben hier sta ik niet
erg, als je niet voorzichtig bent, hou je
geen teen („toon") over!".
Ontelbaar.
De duizenden broedvogels van de
Schorren zyn al naar 't zuiden afgezakt-
Misschien zitten ze nu in het zuiden
van Frankrijk. Of al verder, want hun
doel, hun winterkwartier ligt aan hei
uiterste zuidpuntje van Afrika! D.wz.
de sterns, de kapmeeuwen vliegen hier
nog krijsend rond en die blyven hier 1 ij
de felste vorst. Duizenden vogels ver
trokken. Teun hoeft ze niet met lede
ogen hebben zien gaan, want als de eer
ste sterns voor hun lange reis naar de
andere kant van de wereld op dp wiekou
gaan komen de eerste trekvogels uit be'
I-Ioge Noorden reeds in zicht en van
daag zijn zij in ontelbare scharen op d i
Schorren te zien. Duizenden, tienduizen
den. ja. honderdduizenden bonle strand-
lopers lopen in driftige pasjes langs de
waterkant. Wy halen de camera uit de
hoes, komen behoedzaam nader, maar
wanneer wy het vogelheir on een hon
derd meter voor ons hebben gaan al die
kleine vogeltjes bewegen, pootjes zetten
zich af van de kleiige bodem en zacht
ruisend kiest een wolk van vogels hel
luchtruim. Het is als een bui fijne
sneeuw, waarop de zon haar blijde licht
laat. vallen- 'De camera klikt, maar ach,
wat zal het resultaat kunnen zyn, zulke
dreumessen op een honderd nieter, nog
weer ettelijke malen verkleind op he:
negatief.
Wy wenden de blikken elders, waar
het eveneens krioelt van de vogels: gro
te zwarte vlekken stellen de aalschol
vers voor, lichte strepen de langbenige
lepelaars (van Huib's Muyenb mantel
meeuwen, zilvermeeuwen, dwergsterns
op de voorgrond, kapmeeuwen, zilver-
plevieren, steenlopers, groenpootruitei",
rosse grutto's, kanoetstrand'opers, en
duizenden wulpen, die hier blyven zo
lang de vorst uitblijft.
,,De eigenlijke trekdrukte moet hier
nog beginnen, kom eind October, begin
November nog maar eens terug, dan "zijn
de rotganzen hier ook", zo inviteert ons
Teun, die plots zyn stok wijzend opheft
en enthousiast uitroept: .Kiek deer hei
je nog een koppel!"
Dat koppel is een indrukwekkend le
ger bonte strandlopertjes....
Ach, Teun is de bescheidenheid zelve!
met de gouverneur tot een overeenkom* t
zyn gekomen.
Tot een overeenkomst? Hoe zo?
Weet niel, zei Friedrich kort. Jy
neemt alles zo gemakkelijk op, Oharly.
dat bevalt me niet. Toen vroeg hy bij
verrassing: Hoe heet die man, die je 't
plan van de gouverneur heeft verraden?
Er was geen verraad in het spel
Die man had alleen zyn ogen gebruikt
en zyn hersens een beetje laten wer
ken- Veel was niet eens nodig. Hy
heette Brown.
Uit de buurt?
Neen, een vreemde- Tamelijk log,
maar iemand die zijn beste tijd 'had ge
had. Zal wel betere dagen hebben ge
kend, voorzover ik dat in de nacht kon
zien- Droeg iets als een licht zomerpak,
vervloekt ongeschikt voor dit jaarge
tijde.
Een licht zomerpak? Een licht zo
merpak? Friedrich beet op zijn lippen
en vroeg toen: Heette hy Brown of
noemde hij zich Brown?
Grote genade! lachte Dunham, u-
ten we aannemen, dat hij zich Brown
noemde. Wat verandert dat aan hol
feit, dat zijn mededeling van belang was?
Dat verandert daaraan niets, merk
te Friedrich op
Waaraan dan wel?
Weet niet
Dunham bromde hoofdschuddend iets
voor zich heen. Richard Mayenne kwam
de kamer weer in, sloot het raam. ging
in een grote leuningstoel zitten, stak om-
Ze horen,, althans deze 205, onder de
3e compagnie van het XVIc Bataljon
Infanterie KNIL, maar ook weer onder
het Korps Vaartuigendienst. en ei
genlijk leven ze zo'n beetje een onaf
hankelijk bestaan. Ik, korporaal X, naast
God schipper van het schip 205. O, net,
van Hr. Ms- Juliana. De kleine ploeg
aan boord vond nl. dat de „schepen van
oorlog" een naam dienen te hebben, on
ze kozen die van onze Koningin Eu
daarbij bleef liet niet, ze maakten een
schablone, en prompt verscheen op al e
hemdjes van de bemanning bet cijfer
205, daaronder een onklaar anker (we
menen dat dit zo heet in marinetaai) en
tot. slot: H. M- Juliana. De jongens vin
den dit mooier dan 205 en wij ook
Het feit, dat er een aan boord is, kan
de heren niet uit hun dagelijkse
doen van varen brengen. De korporaa,
is meester op zijn schip, en de mannen
lopen rond in de kleding die hun he.
gemakkelijkst is, in easu, of wel in hun
pyama (in de vroegte) of wel een short.
En dat anker op de pet zagen we ook
's avonds, toen we een huzaar van hel
schip in Palopo weer ontmoetten, na 14
uren varen. Een eigenaardige combina
tie, huzaar en anker, maar toch juist.
Veertien uren op de heel grote Golf
van Bone, waar bakens de plaats aanwe
zen van een veilige vaargeul, en waar
onze zee-KL-ers zich oriënterden op
kustvormen, waar in het bepaald niet
rustige water de Juliana op en neer
ging als de Oranje, bij passaatstorm in
de Indische Oceaan. Ze waren nog ni 't
helemaal „verzeet", spraken van rechts
en links en dat zou iedere marineman
doen blozen van ergernis- Maar ze
maakten het ons, mensen van het land.
erg gemakkelijk en erg prettig op hiy
scheepje, en we waren wat blij, dat we.
na een gehele nacht gereden te hebben,
ons in hun proper kajuitje konden uil-
strekken op de drie kooien, en vooral
Als instelling van het Ohr- Nationaal
Vakverbond werd het gesticht in 1919-
Bij liet 40-jarig bestaan van het C.N.V.
had dit fonds dus 30 jaar gewerkt.
Aanvankelijk was de deelname aan dit
fonds voor de leden der Chr. Vakbew •-
ging vrijwillig. Sinds de bevrijding is
liet zo, dat ieder die zich aanmeldt voor
het lidmaatschap, tegelijkertijd in dc
contributie een bedrag voor dit fond-,
betaalt. Daardoor-wordt een flinke ba
sis gelegd voor de hulpverlening aan
onze tbc-patiënten-
In de eerste 15 jaar van zijn bestaan,
nl. in 1934, kon de penningm. mededelen
dat ruim 4 ton aan hulpverlening was uit
betaald- Ruim 6 jaar later, nl- aan hei
einde van 1940 bleek dit bedrag opgeio
pen tot bijna f950,000. Bijna 0400 pa
tiënten waren in de periode 1919-1940
d'oor D.E.L. geholpen.
Helaas werd ook dit fonds door de
Duitsers in '41 geliquideerd. U weet nog
wel wat dit betekende! Alle geiden wor
den in beslag genomen en verdonkere
maand- Zodat bij de bevrijding in '45 dit
werk moest beginnen zonder nat er één
cent in kas was. Langzamerhand kaa-
men de contributies binnen en liet be
drag dat daaruit aan het fonds ten goede
kwam, steeg naarmate het ledental gro
ter werd. Ov er 1948, wij vertelden het i.
reeds, was dit bedrag opgelopen tot
i' ISO,000- Allemaal door de leden bijeen
gebracht-
Maar de ontstellende toename der tb<
leidde er toe. dat in datzelfde jaar
f 353,000 moest worden uitgekeerd. Wa
ren de uitgaven in 1939 nog slechts
f 105,000, negen jaar later was dit be
drag f 248.000 meer. Dank zij de activi
teit der leden, die op allerlei plaatsen in
zamelingen hielden, ook op dc vergade
ringen der Ohr. Vakbeweging, waren wc
in slaat het tekent van ruim f170,000op
te heffen.
In de jaren 1919 tot eind 1948 heet' t
fonds D.lii f 1, 575,000 uitgekeerd :ii
daarmede ruim 10,000 patiënten gehol
pen-
Het staat nu reeds vast,dat het be
drag in 1949 benodigd tot over de
f400,000 gaan zal. De ,bc neemt nog
steeds toe. Bovendien helpt het fonds
ook rustbehoevenden en kinderen, die
naar vacartiekolonies gaan- Hoofdzaal-
is en blijft, de tbc-bestryding-
De leden onzer vakver. zullen in de
weken van 5-17 September a.s. een be
roep op u doen. Zij gaven zelf reeds een
sladhtig een lange Vil'ginia-sigaar op en
zei, Dunham opnemend:
Ik ken je nu waarachtig lang ge
noeg, Oharly. Ik weet nog precies hoe 't
was, toen je hier in de buurt opdook.
Twintig jaar was je ongeveer, toen je
hier verscheen en je bezat in tolaal hon
derdvijfendertig dollar. Je ouders in
New York hadden je uit het ouderlijk
liuis laten gaan, je die hondtrdvijfen-
dertig dollar overhandigd en je de raad
gegeven, nu maar te proberen geheel
zelfstandig te worden.
Zo is het mijnheer Mayenne, zei
Dunham zonder verlegenheid- Mijn go- -
de vader, die groepleider was by de
brandweer in New York, en dertien kin
deren had. wien hij allemaal eten moest
geven, was blij, toen hij my kwijt was.
Vijftien jaar woon ik hier nu in de buurt
en, als ik mij zo mag uitdrukken, de
vriend van het huis Mayenne met het
voorrecht hier bij nacht en ontij altijd
onaangediend te mogen binnendringen
en de bewoners te mogen storen-
En in die vijftien jaar, Oharly Dun
ham, merkte Mayenne droogjes op, ben
je een rijk man geworden.
Na u, mijnheer Mayenne, riep
Dunham, na u!
Hij was gaan zitten en sprong nu
weer overeind- Hij gooide het raam
open, sloot het weer. nam zijn hoed en
zette die op liet hoofd van een -bronzen
beeld.
Goed, dat u my weer aan mijn le
vensgeschiedenis herinnert, zei hij. Des
te minder zal toelaten, dat men mijn
dat we ons aan een behoorlijke kraan
konden wassen en scheren, een luxe
waarvan ze zelfs in de officiële pasang-
gra'han van Kendari verstoken waren
gebleven.
-De jongens liepen geen wacht, ze wa
ren 0111 beurten roerganger en om 'beur
ten kwamen ze een praatje maken aan
dek- Ze lieten niet veel los over hun
werk, ze vinden dit zwalken bij weer en
wind over de eindeloze wateren van In
donesië blijkbaar net zo gewoon als het
varen door Hollands^ kanalen en de ge
dachte van een oorlogswapen aan boord
(er zyn Iliggingsboten die met een Bron
bewapend zijn), vervulde ze van schrik.
Ze zorgden goed voor ons, ze waren
rijk voorzien van blikjes en ze voerden
ons achtereenvolgens koffie, chocolade,
en stamppot van zuurkool, bereid dooi
de drie nieuwsgierige, Indonesische
djongossen, waarvan één z'n aandacht
v erdeelde tussen z'n werk en het in gips
gestoken been van een kleine Holland
se jongen, die z'n avontuur trots vertel
de. in het Maleis, voor een eerbiedig
en geïnteresseerd gehoor.
Toen de zon was ondergegaan achter
de berger, van Zuid-West Celebes, toen
de nacht viel, was de steiger van Palopo
nog maar zeer flauwtjes te zien.
Onze schipper stuurde er keurig op
af, ondanks het feit, dat geen licht du
kust aanduidt, en bescheen met zijn
zoeklicht de tientallen prauwen die het
haventje van Palopo bevolkten. Er wa
ren geen commando's, geen geroep, de
ploeg was volkomen op elkaar inge
steld en voor we het wisien lagen we
gemeerd.
Het is allemaal niet zo héél militair.
Een zilveren anker op een liuzarenpetje,
personeel in pyama of shorts. Maar we
zouden raar opgekeken hebben als deze
205, met zijn mannen er niet geweest
was, om ons over te varen. De schippers
van de Koninklijke Landmacht.
groot bedrag. Zij vragen u slechts een
klein bedrag naast het limine te geven
om daarmede de volksziekte, die tuber
culose licet, krachtig te kunnen bestrij
den. Onze pi. commissie, die de collecte
organiseert, is graag bereid, u nog
meer te vertellen over de arbeid van ons
fonds- Als u dat wilt, kunt- u zelfs offici
ële verslagen van ons fonds, die doe-
accountants worden gecontroleerd, in
zien.
Uw hulp zal door ons zeer worden ge
waardeerd. En wij kunnen het mooie
werk v an „Draagt Elkanders Lasten"
met blijdschap voortzetten-
JAARBEURS EXPOSEERT VELE
SOORTEN WERKTUIGMACHINES.
De Techn. Al'd. van de Jaarbeurs aan
de Croeselaan biedt een internationaal
aspekt- Grote kisten met buitenlandse op
schriften, arriveren op lange aanhang
wagens en worden afgegeven aan de la
keis van de kranen, om vervolgens op de
piaats van bestemming te worden gede
monteerd.
..Achtung, nicht kanten", zo lezen wij
op een grote kisi, afkomstig uit Honga
rije, die een prachtige draaibank blijkt le
bevatten. Elders komen exenterperser,,
boor- en slijpmachines uit hun houten
omhulsel te voorschijn-
Weer ergens verder wordt op vakkun
dige w ijze een meterslange kist met een
bruto gewicht van 8,500 kg. geopend, die
een nieuw type krukasslijpbank blijkt te
bevatten, die enkele weken geleden i:i
Engeland op een machinery-show werd
gedemonstreerd.
De grootste stukken, voor zover al
thans op liet. ogenblik aangevoerd, zijn
evenwel afkomstig uit Polen- Beha've
de monstiueu-ze draaibank van 14.000 kg-
die op de voorjaarsbeurs zoveel opzien
baarde, heeft de importeur thans ook
een niet minder gigantische kotterbank
naar Utrecht laten komen, die een ge
wicht heeft, van niet minder dan 22,000
kg. Deze machine is circa 3'/i meter
hoog cli bijna (i meter lang.
Voorts waren ook diverse houtbewer
kingsmachines gearriveerd ,\v.o. een -1-
zijdige machine voor parketindustrie.
De afdeling machines en werktuigen
voor de metaal- en houtindustrie belooft
dus zeer interessant te worden, te meer,
daar er nog diverse typen Engelse, Ame
rikaanse en Belgische machines worden
verwacht.
hele, met zov»el werk en zorg opge
bouwde bezit vernietigt.
Je bent dus van mening, Dunham,
dat we ons moeten verdedigen?
Ja, natuurlijk, dat is toch vanzelf
sprekend. Met alle ons ten dienste
staande middelen.
Laten wy dus zeggen, door een
dringend protest in Washington. En als
dat niet helpt?
Dan -zijn de vreedzame middelen
uitgeput, verklaarde Dunham.
Friedribh had een onbehagelijk ge
voel. Zeg dat. niet zo, zonder meer, z>i
hij- De regering zal op het ogenblik van
gevaar pioniertroepen zenden om de
dam op te blazen. Als wij ons niet alle
middelen, zoals je zegt. moeten verdedi
gen. dan moeten wij onder de gegeven
omstandigheden aan soldaten beletten 'n
militair bevel uit te voeren Weet je wal
dat wil zeggen?
Verdraaid! zei Dunham, je hebt een
eigenaardige wijze van vragen.
Hy liep naar het raam en keek een
poosje zwijgend naar het landschap^
Friedrich wendde zich tot zijn vader: U
vindt dus ook, dat de Mayennes oorlog
moeten voeren?
Richard Mayenne gaf niet direct ant
woord.
Laten we eens nagaan, hoe het ge
heel zich zal afspelen, opperde Frie
drich. Wanneer denkt u, dat liet gevaar
zyn hoogtepunt zal hebben bei-rikt?
Nu, antwoordde Richard langzaam,
vermoedelijk in vier, vijf dagen.
(Wordt vervolgd).
door G. Th. Rotman (Nadruk verboden)
101. Roiiinielboinbom! Daar kwamen
Tom, Fok en Menelik door de luchtko
ker naar beneden rollen en vielen boven
op de heerlijke taart, zodat het hele
schone bakwerk ineens plat was. De kok
werd bleek van woede, dat begrijp je-
want hij had het de kapitein al beloofd,
een fijne verrassing voor hem klaar te
maken.
102. Diep verontwaardigd greep hij 'n
pan vol kroten, sla, aardappelen en an
dere heerlijkheden- Het waren de kliek
jes van de vorige dagen, waar de kok
„huzarensla" van moest maken. En ter
wijl Fok hem verwoed naar z'n benen
sprong, zwaaide de kok de pan dreigend
heen en weer-