FRIEDRICH'S AVONTUUR Non-stop-revue op de Texelse schorren Wat deed „Draagt elkanders lasten"? Brammetje Flapoor en z'n vrienden Na aftocht der duizenden grote sterns e.a. zijn er de trekvogels bij tienduizenden neergestreken. „Ja, jal" zegt Teun Brouwer, de vo gelwachter van de Texelse Schorren, vol trots, „dit hier is nog eens wat an ders daa die anderhalve lepelaar van de Muyen, kun jij ze tellen?" Als Huib Vermeulen, de man, die de scepter zwaait in het domein van de lepelaars, op dit ogenblik van de partij was ge weest, zou Teun, zijn collego, mij dit commentaar zeker met een knipoogje hebben gegeven Heub Vermeulen zou dan zo langs z'n neus hebben opgemerkt, dat er in ons land slechts drie oorden te vinden zijn, die de \oorname lepelaars waardig keur den om er hun nesten te bouwen, eie ren te leggen en jongen te verzorgen, maar dat de grote sterns en de visdief- jes en de kapmeeuwen overal ontmoel kunnen worden: langs de Noordzee van Rottum tot Zeeuws-Vlaanderen. Maar Huib is hier in geen velden of wegen te zien en in de Muyen zullen wij eveneens vergeefs naar hem zoeken, want de Muyen zijn veer toegankelijk voor iedereen: de lepelaars hebben dit oord verlaten en voor zij de grote reis naar het Zuiden gaan ondernemen, voedsel ui zij nog een poosje op de Schorren (van Teun). Wij staan op de rechte, lange dijk tussen het poldertje de Eendracht" ur de Schorren, een driehonderd bunder groot gebied buiten de dijk- Woest* grond, begroeid met allerlei zoutminnen- de planten als het limoenkruid, de z te- kraal, de zeepostelein, de obione, de,zee raket en niet te vergeten de zee-aster, die nog overal haar paarse bloemen toont ofschoon het hoogtepunt van haai bloeitijd al weer enkele weken voorbij is. Voordat wij de droge schonen verla ten om door kniehoog water naar de nu het is volop eb, ook drooggevallen zand vlakten te waden, wij.st Teun ons nog het alom weelderig opgeschoten sparti nagras, waarvan hier een jaar of acht geleden de eerste zaadjes werden gede poneerd. Dicht op elkaar. Ja, dc plantenwereld biedt altijd wel iets nieuws, maar de vogelwereld heeft voor de grootste verrassing hier ge zorgd: Teun was al jaren vogelwachter, toen de eerste grote sterns hier neer streken om er hun nest te bouwen- Er ging blijkbaar goede roep uit van di'. terrein, want de kolonie groeide ziender ogen en dit seizoen hebben hier 5000 paren grote sterns gebroed. Nog overal vinden wij de sporen van de nesten. Da grote sterns bouwen hun nesten liefst zo dicht mogelijk bij elkaar en onze gids heeft er dan ook wei eens 17 in een vier kante meter gevonden! Het is niet zo, dat de opeenhoping langzamerhand toe neem!, nee, wanneer de eerste stern zijn nest gaat maken komt nummer twee FEUILLETON 19.) Eu nu werd zijn stem heel zacht, heel nadrukkelijk en bijna fluisterend, terwijl hij voortging. ,,En onder dat moeras, mijnheer Mayenne, liggen dui zenden en nog eens duizenden mensen. Dood. Begraven. Ze zijn gestorven mat een vloek op de lippen voor de gouver neur, die ze niet wist te redden." De gouverneur zweeg en lieu thans opgewonden door zijn eigen woorden» de kamer op en neer. Toen bleef hij, zon der acht te slaan op Dunham, vóór Richard Mayenne staan en zei met na druk: U, mijnheer Mayenne, moest toch zoiets inzien! Neen! schreeuwde Richard Mayen ne. Neen» nooit! Neen, nooit! luidde de ongevraagde echo van Dunham- De gouverneur wierp een blik op Friedricb, die scheen te willen zeggen: En u? De vraag werd echter niet uitge sproken en Friedrich bleef peinzen en keek niet op. Wat er in hem omging, kon niemand vermoeden De gouver neur zweefde tussen hoop en teleurstel ling. Zijn woorden kregen plotseling een scherpere klank. U wilt het dus niet b e grijpen? U wilt u dus niet aan de hoog ste wetten onderwerpen? Is dat uw laat ste woord? meteen gezellig dicht in de buurt zijn kuiltje draaien en zijn strootje leggen! Ook de kolonie visdiefjes is weer be langrijk geweest: 1500 paren. Dan waren er een duizend paren Noorse sterns en last but...-, least.... de kapmeeuwen, waarvan er vierduizend paren de r- Schorren tot broedplaats verkoren. Ge >11 enkele vogelwachter heeft veel met de kapmeeuwen op, evenmin trouwens ais met de zilvermeeuwen: beide soorten zijn er op uit de jongen van andere vo gels-die-zij-de-baas zijn te rov>n en met huid en baar te verslinden. Als men die meeuwen hun gang liet gaan, zouden zij tenslotte in alle. kolonies de baas gaan spelen en de andere vogels zou nog maar een zeer bescheiden plaatsje onder de zon blijven toebedeeld. Om aan de rooflust van.de meeuwen paal en perk te stellen worden hun eieren ieder jaar bij duizenden geraapt. Z0 is Teun, geassis teerd door zijn helpers, ook dit jaar weer mat grote manden door de Schor ren getrokken om meeuweneieren to verzamelen- In totaal hebben zij er on geveer twaalfduizend geraapt. Deze hoeveelheid is naar Engeland verscheept ,,Deze kapmeeuwen smaken niet zo vis sig, als die van de zilvermeeuwen", be weert Teun. Geen verliezen geleden. De Schorren liggen nu droog, maar ze liggen niet hoog en een springvloed zou hier groot onheil kunnen stichten ten opzichte van de broedkolonie: een twin tig jaar geleden werden alle nesten door springvloed weggespoeld. Dat gebeurde in Mei- De vogels lieten zich echter niet ontmoedigen en gingen opnieuw aan de slag. De wederopbouw was juist vol tooid, locn er in Juni opnieuw een springvloed zijn verraderlijk werk deed. Wleer gingen de liardnekige vogels aan het bouwen en hun doorzetten werd met succes bekroond: de kolonie bracht dat jaar toch een nieuwe generatie voort al kwamen de jongen dan wat later uit het ei dan onder normale omstandigheden. ,,Dit jaar heb ik geen verliezen gele- De Mayennes zwegen, ook Dunham gaf geen antwooord. Kolonel Robertson draaide zich om, ging naar een stoel, nam zijn pet en handschoenen, welks daar lagen en keek vragend naar de gouverneur. Die bleef nog oven wach ten, toen boog hy, zonder een woord te zeggen en verliet met Robertson de ka mer. Toen hjj, gevolgd door de ordonnan sen, in zijn wagen wegreed en zich ge makkelijk in de kussens liet achterover- glijden, zei hij tegen kolonel Robertson: Ik had toch gedacht, dat tenminste de jongste generatie de noodzakelijkheid van dit offer had ingezien. Dat de va ders stijfkoppen zijn, wist ik van te vo ren- Maar sinds de burgemeester van Baton Rouge mij heeft verteld, hoe glansrijk de jonge Mayenne die oude rotten van speculanten aan de graan- beurs heeft weten schaakmat te zetten, had ik al mijn hoop op hem gevestigd. Kolonel Robertson maakte en weids gebaar met zijn hand, dat scheen te willen /.eggen: ,,Men weet liet ten slotte niet- Oharly Dunham bleef een ogenblik al leen met Friedrich Wilhelm. Hij lachte en vroeg: Geloof je, dat de gouverneur nu kanonnen tegen ons laat oprukken? Ja, de duivel hale mij! antwoordde Friedrich geërgerd, maar ik geloof het werkelijk. Je kwam ook wel .net op het juiste ogenblik met je grofheden, Ohar ly! Zonder jou, zouden wy misschien ONZE LANDMACHT TER ZEE- Ergens in Batavia vindt u een diago naal verdeeld groen-rood vierkant, met daarop een wit anker. Het is het kenti- ken van het 'Korps Vaartuigendienst, en van onze kennismaking met een van d» eenheden van dit Korps willen we 11 iets vertellen. Half vijf in de nacht. In het voorma lige ertsliaventie van Ponielali. aan de Oostkust van de Golf van Bon- ligt een klein bootje, de 205 Het ziet er uit als een sleepboot met een oliemotor, dus geen schoorsteen, en als het dag is ge worden zullen we zien dat het in de grij ze oorlogsklmir is geschilderd, en dat 't nummer 205 prijkt op het groen-rode blok. Zyn bemanning bestaat uit 5 man- Zijn naam: Higgingsboot, zyn geboorte plaats: New Orleans, en zyn geboorte jaar 194S. Gebouwd voor rekening van bet Ned. Ind. Gouvernement, 39 bruto register ton. Ziedaar zyn signalement. We welen niet hoeveel van deze Hig- gingsbootjes er zyn, maar het moeten er nogal wat wezen: waar we kwamen 'u Zd. Celebes hoorden we ervan spreken- Ze doen gewapende en ongewapende dienst, controleren de duizenden kleine eilanden, die de Archipel rijk is; som mige houden zich bezig met het aan houden en doorzoeken van prauwen.... De ,,205" belast zich met het vervoer van goederen en personen. Dan weer be vaart hy de Golf van Bone, waarin nog steeds de Jappenmynen dry ven, ofwel hy gaat naar Boeton, naar Makassar..-.-.. den!" z?gt Teun, ,,maar", zo vervolgt hij, ..een springvloed komt ook maar eens in de 25 jaar voor, moet je denken". En dan trekken we verder, alsmaar wadend door het heldere water Een vet te schol schiet vlak voor onze voeten weg, krabben nemen eveneens de be nen. ,-Kijk uit!" waarschuwt Teun plagerig ,,die krabben hier sta ik niet erg, als je niet voorzichtig bent, hou je geen teen („toon") over!". Ontelbaar. De duizenden broedvogels van de Schorren zyn al naar 't zuiden afgezakt- Misschien zitten ze nu in het zuiden van Frankrijk. Of al verder, want hun doel, hun winterkwartier ligt aan hei uiterste zuidpuntje van Afrika! D.wz. de sterns, de kapmeeuwen vliegen hier nog krijsend rond en die blyven hier 1 ij de felste vorst. Duizenden vogels ver trokken. Teun hoeft ze niet met lede ogen hebben zien gaan, want als de eer ste sterns voor hun lange reis naar de andere kant van de wereld op dp wiekou gaan komen de eerste trekvogels uit be' I-Ioge Noorden reeds in zicht en van daag zijn zij in ontelbare scharen op d i Schorren te zien. Duizenden, tienduizen den. ja. honderdduizenden bonle strand- lopers lopen in driftige pasjes langs de waterkant. Wy halen de camera uit de hoes, komen behoedzaam nader, maar wanneer wy het vogelheir on een hon derd meter voor ons hebben gaan al die kleine vogeltjes bewegen, pootjes zetten zich af van de kleiige bodem en zacht ruisend kiest een wolk van vogels hel luchtruim. Het is als een bui fijne sneeuw, waarop de zon haar blijde licht laat. vallen- 'De camera klikt, maar ach, wat zal het resultaat kunnen zyn, zulke dreumessen op een honderd nieter, nog weer ettelijke malen verkleind op he: negatief. Wy wenden de blikken elders, waar het eveneens krioelt van de vogels: gro te zwarte vlekken stellen de aalschol vers voor, lichte strepen de langbenige lepelaars (van Huib's Muyenb mantel meeuwen, zilvermeeuwen, dwergsterns op de voorgrond, kapmeeuwen, zilver- plevieren, steenlopers, groenpootruitei", rosse grutto's, kanoetstrand'opers, en duizenden wulpen, die hier blyven zo lang de vorst uitblijft. ,,De eigenlijke trekdrukte moet hier nog beginnen, kom eind October, begin November nog maar eens terug, dan "zijn de rotganzen hier ook", zo inviteert ons Teun, die plots zyn stok wijzend opheft en enthousiast uitroept: .Kiek deer hei je nog een koppel!" Dat koppel is een indrukwekkend le ger bonte strandlopertjes.... Ach, Teun is de bescheidenheid zelve! met de gouverneur tot een overeenkom* t zyn gekomen. Tot een overeenkomst? Hoe zo? Weet niel, zei Friedrich kort. Jy neemt alles zo gemakkelijk op, Oharly. dat bevalt me niet. Toen vroeg hy bij verrassing: Hoe heet die man, die je 't plan van de gouverneur heeft verraden? Er was geen verraad in het spel Die man had alleen zyn ogen gebruikt en zyn hersens een beetje laten wer ken- Veel was niet eens nodig. Hy heette Brown. Uit de buurt? Neen, een vreemde- Tamelijk log, maar iemand die zijn beste tijd 'had ge had. Zal wel betere dagen hebben ge kend, voorzover ik dat in de nacht kon zien- Droeg iets als een licht zomerpak, vervloekt ongeschikt voor dit jaarge tijde. Een licht zomerpak? Een licht zo merpak? Friedrich beet op zijn lippen en vroeg toen: Heette hy Brown of noemde hij zich Brown? Grote genade! lachte Dunham, u- ten we aannemen, dat hij zich Brown noemde. Wat verandert dat aan hol feit, dat zijn mededeling van belang was? Dat verandert daaraan niets, merk te Friedrich op Waaraan dan wel? Weet niet Dunham bromde hoofdschuddend iets voor zich heen. Richard Mayenne kwam de kamer weer in, sloot het raam. ging in een grote leuningstoel zitten, stak om- Ze horen,, althans deze 205, onder de 3e compagnie van het XVIc Bataljon Infanterie KNIL, maar ook weer onder het Korps Vaartuigendienst. en ei genlijk leven ze zo'n beetje een onaf hankelijk bestaan. Ik, korporaal X, naast God schipper van het schip 205. O, net, van Hr. Ms- Juliana. De kleine ploeg aan boord vond nl. dat de „schepen van oorlog" een naam dienen te hebben, on ze kozen die van onze Koningin Eu daarbij bleef liet niet, ze maakten een schablone, en prompt verscheen op al e hemdjes van de bemanning bet cijfer 205, daaronder een onklaar anker (we menen dat dit zo heet in marinetaai) en tot. slot: H. M- Juliana. De jongens vin den dit mooier dan 205 en wij ook Het feit, dat er een aan boord is, kan de heren niet uit hun dagelijkse doen van varen brengen. De korporaa, is meester op zijn schip, en de mannen lopen rond in de kleding die hun he. gemakkelijkst is, in easu, of wel in hun pyama (in de vroegte) of wel een short. En dat anker op de pet zagen we ook 's avonds, toen we een huzaar van hel schip in Palopo weer ontmoetten, na 14 uren varen. Een eigenaardige combina tie, huzaar en anker, maar toch juist. Veertien uren op de heel grote Golf van Bone, waar bakens de plaats aanwe zen van een veilige vaargeul, en waar onze zee-KL-ers zich oriënterden op kustvormen, waar in het bepaald niet rustige water de Juliana op en neer ging als de Oranje, bij passaatstorm in de Indische Oceaan. Ze waren nog ni 't helemaal „verzeet", spraken van rechts en links en dat zou iedere marineman doen blozen van ergernis- Maar ze maakten het ons, mensen van het land. erg gemakkelijk en erg prettig op hiy scheepje, en we waren wat blij, dat we. na een gehele nacht gereden te hebben, ons in hun proper kajuitje konden uil- strekken op de drie kooien, en vooral Als instelling van het Ohr- Nationaal Vakverbond werd het gesticht in 1919- Bij liet 40-jarig bestaan van het C.N.V. had dit fonds dus 30 jaar gewerkt. Aanvankelijk was de deelname aan dit fonds voor de leden der Chr. Vakbew •- ging vrijwillig. Sinds de bevrijding is liet zo, dat ieder die zich aanmeldt voor het lidmaatschap, tegelijkertijd in dc contributie een bedrag voor dit fond-, betaalt. Daardoor-wordt een flinke ba sis gelegd voor de hulpverlening aan onze tbc-patiënten- In de eerste 15 jaar van zijn bestaan, nl. in 1934, kon de penningm. mededelen dat ruim 4 ton aan hulpverlening was uit betaald- Ruim 6 jaar later, nl- aan hei einde van 1940 bleek dit bedrag opgeio pen tot bijna f950,000. Bijna 0400 pa tiënten waren in de periode 1919-1940 d'oor D.E.L. geholpen. Helaas werd ook dit fonds door de Duitsers in '41 geliquideerd. U weet nog wel wat dit betekende! Alle geiden wor den in beslag genomen en verdonkere maand- Zodat bij de bevrijding in '45 dit werk moest beginnen zonder nat er één cent in kas was. Langzamerhand kaa- men de contributies binnen en liet be drag dat daaruit aan het fonds ten goede kwam, steeg naarmate het ledental gro ter werd. Ov er 1948, wij vertelden het i. reeds, was dit bedrag opgelopen tot i' ISO,000- Allemaal door de leden bijeen gebracht- Maar de ontstellende toename der tb< leidde er toe. dat in datzelfde jaar f 353,000 moest worden uitgekeerd. Wa ren de uitgaven in 1939 nog slechts f 105,000, negen jaar later was dit be drag f 248.000 meer. Dank zij de activi teit der leden, die op allerlei plaatsen in zamelingen hielden, ook op dc vergade ringen der Ohr. Vakbeweging, waren wc in slaat het tekent van ruim f170,000op te heffen. In de jaren 1919 tot eind 1948 heet' t fonds D.lii f 1, 575,000 uitgekeerd :ii daarmede ruim 10,000 patiënten gehol pen- Het staat nu reeds vast,dat het be drag in 1949 benodigd tot over de f400,000 gaan zal. De ,bc neemt nog steeds toe. Bovendien helpt het fonds ook rustbehoevenden en kinderen, die naar vacartiekolonies gaan- Hoofdzaal- is en blijft, de tbc-bestryding- De leden onzer vakver. zullen in de weken van 5-17 September a.s. een be roep op u doen. Zij gaven zelf reeds een sladhtig een lange Vil'ginia-sigaar op en zei, Dunham opnemend: Ik ken je nu waarachtig lang ge noeg, Oharly. Ik weet nog precies hoe 't was, toen je hier in de buurt opdook. Twintig jaar was je ongeveer, toen je hier verscheen en je bezat in tolaal hon derdvijfendertig dollar. Je ouders in New York hadden je uit het ouderlijk liuis laten gaan, je die hondtrdvijfen- dertig dollar overhandigd en je de raad gegeven, nu maar te proberen geheel zelfstandig te worden. Zo is het mijnheer Mayenne, zei Dunham zonder verlegenheid- Mijn go- - de vader, die groepleider was by de brandweer in New York, en dertien kin deren had. wien hij allemaal eten moest geven, was blij, toen hij my kwijt was. Vijftien jaar woon ik hier nu in de buurt en, als ik mij zo mag uitdrukken, de vriend van het huis Mayenne met het voorrecht hier bij nacht en ontij altijd onaangediend te mogen binnendringen en de bewoners te mogen storen- En in die vijftien jaar, Oharly Dun ham, merkte Mayenne droogjes op, ben je een rijk man geworden. Na u, mijnheer Mayenne, riep Dunham, na u! Hij was gaan zitten en sprong nu weer overeind- Hij gooide het raam open, sloot het weer. nam zijn hoed en zette die op liet hoofd van een -bronzen beeld. Goed, dat u my weer aan mijn le vensgeschiedenis herinnert, zei hij. Des te minder zal toelaten, dat men mijn dat we ons aan een behoorlijke kraan konden wassen en scheren, een luxe waarvan ze zelfs in de officiële pasang- gra'han van Kendari verstoken waren gebleven. -De jongens liepen geen wacht, ze wa ren 0111 beurten roerganger en om 'beur ten kwamen ze een praatje maken aan dek- Ze lieten niet veel los over hun werk, ze vinden dit zwalken bij weer en wind over de eindeloze wateren van In donesië blijkbaar net zo gewoon als het varen door Hollands^ kanalen en de ge dachte van een oorlogswapen aan boord (er zyn Iliggingsboten die met een Bron bewapend zijn), vervulde ze van schrik. Ze zorgden goed voor ons, ze waren rijk voorzien van blikjes en ze voerden ons achtereenvolgens koffie, chocolade, en stamppot van zuurkool, bereid dooi de drie nieuwsgierige, Indonesische djongossen, waarvan één z'n aandacht v erdeelde tussen z'n werk en het in gips gestoken been van een kleine Holland se jongen, die z'n avontuur trots vertel de. in het Maleis, voor een eerbiedig en geïnteresseerd gehoor. Toen de zon was ondergegaan achter de berger, van Zuid-West Celebes, toen de nacht viel, was de steiger van Palopo nog maar zeer flauwtjes te zien. Onze schipper stuurde er keurig op af, ondanks het feit, dat geen licht du kust aanduidt, en bescheen met zijn zoeklicht de tientallen prauwen die het haventje van Palopo bevolkten. Er wa ren geen commando's, geen geroep, de ploeg was volkomen op elkaar inge steld en voor we het wisien lagen we gemeerd. Het is allemaal niet zo héél militair. Een zilveren anker op een liuzarenpetje, personeel in pyama of shorts. Maar we zouden raar opgekeken hebben als deze 205, met zijn mannen er niet geweest was, om ons over te varen. De schippers van de Koninklijke Landmacht. groot bedrag. Zij vragen u slechts een klein bedrag naast het limine te geven om daarmede de volksziekte, die tuber culose licet, krachtig te kunnen bestrij den. Onze pi. commissie, die de collecte organiseert, is graag bereid, u nog meer te vertellen over de arbeid van ons fonds- Als u dat wilt, kunt- u zelfs offici ële verslagen van ons fonds, die doe- accountants worden gecontroleerd, in zien. Uw hulp zal door ons zeer worden ge waardeerd. En wij kunnen het mooie werk v an „Draagt Elkanders Lasten" met blijdschap voortzetten- JAARBEURS EXPOSEERT VELE SOORTEN WERKTUIGMACHINES. De Techn. Al'd. van de Jaarbeurs aan de Croeselaan biedt een internationaal aspekt- Grote kisten met buitenlandse op schriften, arriveren op lange aanhang wagens en worden afgegeven aan de la keis van de kranen, om vervolgens op de piaats van bestemming te worden gede monteerd. ..Achtung, nicht kanten", zo lezen wij op een grote kisi, afkomstig uit Honga rije, die een prachtige draaibank blijkt le bevatten. Elders komen exenterperser,, boor- en slijpmachines uit hun houten omhulsel te voorschijn- Weer ergens verder wordt op vakkun dige w ijze een meterslange kist met een bruto gewicht van 8,500 kg. geopend, die een nieuw type krukasslijpbank blijkt te bevatten, die enkele weken geleden i:i Engeland op een machinery-show werd gedemonstreerd. De grootste stukken, voor zover al thans op liet. ogenblik aangevoerd, zijn evenwel afkomstig uit Polen- Beha've de monstiueu-ze draaibank van 14.000 kg- die op de voorjaarsbeurs zoveel opzien baarde, heeft de importeur thans ook een niet minder gigantische kotterbank naar Utrecht laten komen, die een ge wicht heeft, van niet minder dan 22,000 kg. Deze machine is circa 3'/i meter hoog cli bijna (i meter lang. Voorts waren ook diverse houtbewer kingsmachines gearriveerd ,\v.o. een -1- zijdige machine voor parketindustrie. De afdeling machines en werktuigen voor de metaal- en houtindustrie belooft dus zeer interessant te worden, te meer, daar er nog diverse typen Engelse, Ame rikaanse en Belgische machines worden verwacht. hele, met zov»el werk en zorg opge bouwde bezit vernietigt. Je bent dus van mening, Dunham, dat we ons moeten verdedigen? Ja, natuurlijk, dat is toch vanzelf sprekend. Met alle ons ten dienste staande middelen. Laten wy dus zeggen, door een dringend protest in Washington. En als dat niet helpt? Dan -zijn de vreedzame middelen uitgeput, verklaarde Dunham. Friedribh had een onbehagelijk ge voel. Zeg dat. niet zo, zonder meer, z>i hij- De regering zal op het ogenblik van gevaar pioniertroepen zenden om de dam op te blazen. Als wij ons niet alle middelen, zoals je zegt. moeten verdedi gen. dan moeten wij onder de gegeven omstandigheden aan soldaten beletten 'n militair bevel uit te voeren Weet je wal dat wil zeggen? Verdraaid! zei Dunham, je hebt een eigenaardige wijze van vragen. Hy liep naar het raam en keek een poosje zwijgend naar het landschap^ Friedrich wendde zich tot zijn vader: U vindt dus ook, dat de Mayennes oorlog moeten voeren? Richard Mayenne gaf niet direct ant woord. Laten we eens nagaan, hoe het ge heel zich zal afspelen, opperde Frie drich. Wanneer denkt u, dat liet gevaar zyn hoogtepunt zal hebben bei-rikt? Nu, antwoordde Richard langzaam, vermoedelijk in vier, vijf dagen. (Wordt vervolgd). door G. Th. Rotman (Nadruk verboden) 101. Roiiinielboinbom! Daar kwamen Tom, Fok en Menelik door de luchtko ker naar beneden rollen en vielen boven op de heerlijke taart, zodat het hele schone bakwerk ineens plat was. De kok werd bleek van woede, dat begrijp je- want hij had het de kapitein al beloofd, een fijne verrassing voor hem klaar te maken. 102. Diep verontwaardigd greep hij 'n pan vol kroten, sla, aardappelen en an dere heerlijkheden- Het waren de kliek jes van de vorige dagen, waar de kok „huzarensla" van moest maken. En ter wijl Fok hem verwoed naar z'n benen sprong, zwaaide de kok de pan dreigend heen en weer-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1949 | | pagina 4