(jroen '^warLsJexels het harL,
Cenóenfiooi
Oud-Texelaar keerde terug naar oude,
vertrouwde plekjes uit zijn jeugd
Fryske Krite hield „léste joun"
paradijs voor vele soorten vogels
Meierblis
van
<£>£11 luxïviz ae-u w cjeiedew
WOENSDAG 12 APRIL 1950
63e JAARGANG. No. 6416
Uitgave N.V. v.h. Fa. Langeveld De Rooy
Boekhandel Drukkerij Bibliotheek
Den Burg - Texel - Postbus 11 - Tel 11
Verschijnt Woensdags en Zaterdags
Bankrek.: Rotterdamsche Bank en Coöp.
Boerenleenbank. Postgiro 652.
Abonnementsprijs f 2,45 per half jaar.
REIGERS
„Zelle we dan nou ers naar de eendenkooi gaan?" Aldus inviteerde ons de
opzichter van de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten, de man dus,
die op Texel de scepter zwaait ovei een groot aantal dorado's voor vogels. De
lezer begrijpt, dat wij dat voorstel met beide handen aannamen, want je krijgt
niet dikwijls permissie om een eendenkooi te beireden: de kooiker is daar
maar liefst alleen (met de natuur, met de vogels).
Op Texel liggen
vier eendenkooien,
drie ervan worden
door eilanders ge
ëxploiteerd, de kooi
waar wij heengin
gen is misschien
wel de mooiste- In
een wijde boog lig
gen de landerijen
er omheen. Een ge
bied, waar de stilte
spreekt- We nader-
derden ons doel
over kleine, kron
kelende weggetjes,
waarlangs de aar
den wallen stonden
waarop straks 'n
rose gloed zal lig
gen hier en daar
van het bloeiend
Engels gras.
De kooi. zo van verre een alleraar-
digst-loofhout-b09je-zonder-meer, lag ze
ker op 400 meter van „het laatste" weg
getje en daar stonden we voor een land
hek. Eigenlijk een land-en-waterhek,
want toen we er overheen waren ge
klommen, sopten we al meteen door een
meer dan drassig terrein vol plassen
met rode modder- Er liepen geen scha
pen, onze gids vertelde, dat hier zomer
dag wordt gehooid.
Verder. Langs vers geploegd land en
weldra stonden we voor een klein mo
lentje, dat straks actief gaat worden als
de eendenkooi water nodig heeft en even
verderop scheen de zon op de gepleister
de muurtjes van een miniatimrhuisje
met donkerrode pannen-
,,Dat is het kooihuis. iedere kooi heeft
er een- Daar worden de gevangen eer -
den in bewaard, alsmede het voer voor
de staleenden en het gereedschap. Soms
slaat het kooihuis ook wel in de kooi"
Er liep een brede gracht om de kooi,
maar de kooibrug lag dicht en dus kon
den wij binnengaan- Op dat. ogenblik
wisten we nog weinig van zo'n klein-
koninkrijkje-van-de kooiker af. Er wer
den in het jachtseizoen eenden ver
schalkt, ja. dat hadden we al op de
schoolbanken vernomen en sommige
kooikers hadden hulp van een aardig
hondje.
Nn weten we. dat zo'n kooi veel meer
is: hij is een1 lusthof voor tal van vogels,
die nooit zo dwaas zullen zijn vast te lo
pen iu de kooi: zij kwinkeleren er in de
bomen, leggen er hun eieren in verstop
te nesten.
Maart was het, maar het leek wel zo
mer: de"zon toverde millioenen zilveren
diamantjes op het rimpelende water
vlak midden in do kooi, een groot bassin
van zo'n 40 bij 30 meter, waarin veel
eenden zwommen: fraai getekende woer
den en minder fraai getekende wijfjes,
maar niet minder bevallig als ze zo
roeiend voortgingen naar een of ander
doel-
„Het benne feitelijk wilde eenden,
maar ze hebben kennis krege an Jaap!"
deelde onze gids mee toen wij bezig wa
ren ons te verbazen over het succes, dat
,,Jaap" de kooiker oogstte, toen
hij z'n staleenden riep. Er zij-n er in to
taal 500-600. Tweemaal daags worden ze
gevoederd, goed voer krijgen ze en ze
vinden die ,,Janp" dan ook een bovenste
beste kerel voor vvien ze helemaal geen
vrees koesteren. Vreemd, maar waarom
zo zullen de staleenden denken
waarom gaan onze gasten er altijd met
een vandoor als ze de baas in het vizier
krijgen? Dan gaan die stommeriken al
v erder de vangpijp in en tja, daar mot je
nu eenmaal niet. komen, want daar is een
valluik en je zit daar gevangen voordat
je er erg in hebt. je moet doodeenvoudig
bij bet voer blijven, de baas is volstrekt
niet krenterig, integendeel!
.,Kom maar. kom maar!" nodigt Jaap
■en ze komen, trouw als hondjes, die een
rugstreling verlangen.
Jaap was bezig met wegnemen van
rietschermen, die langs de pijp stonden:
dat riet maakt liet er te donker, daar
gaan de eenden (die hij vangen wil) en
de talingen (die bij enkel maar ringen
wil) niet al 1c bestin. De ervaring
heeft hem geleerd, dat ze liever het zon
licht tegemoet gaan en daarom komt er
voor dat riet gaas in de plaats.
De eenden doden zich te goed aan hei
voeder, dat op het water was gestrooid,
maar al smaakte het hun nog zo best,
toen wij hen naderden werden ze zwr
schuw- Ze vluchtten ,,hals ovr kop" het
wijde water weer op. Daar lagen leg-
korven. Verschillende vogels hadden er
reeds eieren gedeponeerd-
We ontdekten een ransuil.- De vogol
deed zijn middagdutje in een rijzige es
Behoedzaam kwamen we dichterbij,
maar op een meter of vier draaide hij
plotseling zijn kop om en trachtte bij de
indringers met zijn harde, oranjerode
ogen tc fixeren. Toen we nóg een stukje
GIFTEN VOOR HET WITTE KRUIS
NiN, Den Burg f 10.-, A L f 0,50, G-
W. f 0,50, fam. K f 2,50; fain. Z f 2,50;
J H- f2,50; fam. R f2,50; fam. V f6-;
lam. W f2,50; A- K. fl.-; fam- K f2,50;
fam. Z f2,50; J. B- f2.50; De Cocksdorp
fam. K 1' 2,50; A. B- f2,50; M- L f2,60;
fam. T f 4,50; PB. f 1-; Oudeschild D
1' 2,50; J. S. ft.-; fam. B f2.50;; fam K
f2,50; fam- K f5-; M. W. f2.50; Ooster
end fam. D. K. f 2,50: fam. V- R, f2.50;
De Westen f 2,50; De Waal f 2,50; G. W
f 1,50; Spang NlN f5.-; Zd. Haffel fam-
W f 4,50; 't Horntje N!N f 2,50; DH
Hoorn .1- B. f 10-
„Hei je nag wat voor de Meierblis?"
Een blonde kruüebol met lachende ogen
is moedig op een luinman afgestapt, die
juist op het punt slaat een hoopje tak
ken te verbranden.
„Ia, neem maar mee!" zegt-ie goed
hartig en dra sjouwen de blonde krulle-
hol en zijn assistenten hun „buit" naar
een wrak karretje, dat al een behoor
lijke vracht heelt. Daar zit van alles op:
het is immers schoonmaak en dan vin
den zij duizend en een spullen onder de
door moeder de vrouw algedankte goe
deren. Bovenop de wagen ligt een hoop
papier, kurkdroog, en om te voorkomen
dat de storm het mee nam in zijn wilde
vlucht voor het voorjaar, is het kleinste
lid van de troep nog weer op dat veder
lichte papier gekropen en zo troont hij
daar als een zeer machtig vorst.
„Wee hewwe veul meer as die!"
wordt er geroepen, wanneer in de verte
een wagentje wordt voortgeduwd door
een andere troep, die óók meierblis gaat
oprichten. Ja, de rivaliteit ontbreekt niet!
Meierblis! Straks zullen de vuren
weer branden ter ere van de Meimaand,
die weliswaar nog kwaje dagen geven
kan („Hij kan November zijn"), maar
die tevens de maand is, waarin (bijna)
alle vogeltjes een ei leggen.
Het is nog lang geen Mei, maar de
jeugd is ook dit jaar vroeg met de bouw
van de meierblis begonnen- Zodra ze de
school zijn ontvlucht trekken ze er met
hun transportmiddelen op uit, wedijve
rend wie de grootste blis zal hebben!
Meivuur, vuur van vreugde- Straks
zullen de vlammen weer hoog oplaaien,
rose gloed in donkere nacht. Meivuur,
symbool van licht en warmte, die duis
ternis en koude overwonnen.
nader kwamen nam hij voor alle zeker
heid de wieken
Wat 'n genot heb je van een goede kij
ker! Neem nou die waterhoentjes- Ze za
ten hoog en droog in een boom. Door de
glazen kregen we het diepe rood van de
voorhoofdplaat en de snavel vlak voor
ons. Hierna passeerden we een oude pe-
reboom, waarin reigers eens een nest
bouwden-
„Een paradijs, hè?" „Als je over een
poosje terugkomt zul je helemaal opkij
ken en oren te kort komen. Dan zijn er
de wielewaal, de tuinfluitertjes, de win
terkoninkjes. Hier huizen ook eksters,
brutale rover, maar... wat zijn ze mooi
getekend! Torenvalken zijn hier ook en
kool- en pimpelmezen- Die broeden in de
nestkastjes".
De meeste nestkastjes waren zodanig
door de spechten bewerkt, dat de kooi
ker de schade zal moeten herstellen.
Ten slotte kwamen we op enige oude
voederplaatsen. Daar worden allerlei
zangv ogeltjes getracteerd. Ze zitten er be
trekkelijk veilig, want schuin boven de
voederplaatsen, staat een groot scherm
van gaas. Als een roofvogel de argeloze,
rond de dis vergaderde vogeltjes wil
overvallen, vangt hij over het algemeen
bot doordat het gaas hem de weg ver
spert de aangevallenen kunnen dan
inmiddels een goed heenkomen zoeken.
Vorig jaar heeft een sperwer, die
hier pijlsnel neerdook, zijn „kwaje" be
doelingen met de dood moeten bekopen:
liet dier vloog zich dood op de gaasver
sperring. Onze gids heeft hem laten op
zetten-
Uit piëteit hebben we die verongelukte
sperwer nog even vereeuwigd....
Verlede jaar seumer sprak ik mit un
paar kennisse of om eris 'n daggie na
Tessel te gaan- We hodde un kleine oto
en deêr ginge we mee na 't Nuwediep-We
troffe 't niet best want toe we op 't- hoofd
kwamme wos de boot net un stikke bute
de have- We moste dus un heel tiedje
wachte- Mit de volgende boot kwamme
we mee. Er bleve un stik of wot vón die
grote wagens staan, die kor.ne der niet
meer op. Ik liep 't dek zo er is langs en
dogt bee me eige, het is wel jammer dat
er in deuze boot gien motor staat, dan
kreeg je meer ruumte op dek, in hee zow
ok harder lope.
Fan de have na de Burg sag ik ok
nag veul ouwe bekende plekkies. Het bos
bee Jan Helm in de zeshonaerd en eve
later de Keet maar die leek me lang zo
gezellig niet meer os vijf en seuvetig
jaar lede. toe Bram de Ruijter er in
weunde-
An de Burg eve un koppie in Texel in
toe na de Koog- Eve op 't strand keke in
toe weer na 't mezeum. Wot is deer ol
ies heel aars os seuve in seuvetig jaar
lede, toe stond er op de mient ien lmus
win Maarte Kore in die jonges Piet in
Kees in Hein wozze be ons op skool in
de Burg in don ginge we op Woensdag
of Zaterdag welderis mee te eisoeke. We
benne deur de Hore gaan in deur de
Prins Hendrik in zo veerdor deur na
doolhof In doolhof benne ws uut de oto
gaan in zo het'bossie in- Ik heb ok nag
eflies op de zeuve pannckoeke staan, in
dan denk je zo ers weerom, want 't wos
een kleine tachtig jaar lede dot ik deer
i k al stong- De zandkuui wos lang zo
mooi niet meer os in onze lied. hé wos
nou feul stijldel'. Ik ben maar weer 't
bossie ingaan in zo na benede. Ja. die
dikke ouwe home stonden ei nag, maar
de tenle fan Bok in Westeberg sag ik
niet meel'. We ginge maar weerom na de
Burg.
Aredags ogtes dogt ik, nou gaan ik in
me ietje ers un stikkie iope. t Postkan
toor «os weg :n 't weeshuus wos wig in
de skool van Meseu Glijnens dat wos nou
't kantoor van de krant worre- Bee de
weeze-hollebol sag ik drie van die klei
ne meisies an 't speula; toe ik digt bee
wos, ging er ien op een koggeltje weg
in er lag er ien op de gronci te graaie,
ik seg wot is er, nou seit ze dat nare
kiend so me un stikke komele in nou laat
ze me gleege- Ze begon weer te graaie,
maar ik hod gelukkig nag un peperhuu-
sie mit un paar szietjes be me, in ik gaf
er ien in dot hielp. Die are stond er ok
bee te gnokke. dus die kreeg er ok maar
ien. Een stikkie vierder sag ik jonges
an 't knikkers- Ik seg, vat doen jullie,
jonges, benne jullie an t' goffe? In ja,
tvvie wazze d'r an 't goffs in de dorde
stong er bee te kieke. Ik seg, mag hee
niet mee doen? Ja, seit die. iene, maar
hee wil niet goffe, hee wii stosse. in dot
wille wee niet, want mit stosse houd hee
er oltied ien achter, in don is het oltied
on in 't kuultje- Nou, ik seg. gaan jullie
don pigorre, don kenne jullie olie drie
mee doen, maar os je him mee laat doen
mit goffe don zei ik wel un Schogogol-
tje (1) foor je make- Maar nee. dot liopf-
de niet, dan ginge ze maar pigorre. Ik
vroeg hewwe jullie ollemaal un potter,
in ja. dot hodde ze-Er wos er ok ien die
hod nag een grote knikkt r om op 't. ent
te zette. Ze zptte er elk zes. De eerste
gooide sien polter un heel ent weg. de
Up 4 April 'iiat de Fryske Krite op
Texel de léste joun fan dit winterheal-
jier halden. Der wier dizze kear net- fol
ie bi langstelling, en dat wier einliks hast
wol to for'waehtsjen, hwant it program
ma fan dizzo winter elc drok genöeh.
For de minsken, dy 't- de Fryske saek in
waerm hert- tadrage binne Ore natürlik
net gau to folie jounen- En it wierne
dan ek de trouste leden, dy 't- nou ek
ver presint wierne. Mar iykwols it rólle
aerdicih en it wer 11 ure foardat wy der
erch ,vn hiene-
In stik ef hvvat. bitöfte foardragers
li'awve harren bést dien om de gesicih-
ten ut 'e plooi to krijen, hv.er't hja :k
wol yn slaggen. It wierne: Mefr. de Wolf
Mefr- v- Koningsveld, Mefr. Meindersina-
Akke Reitsma de hear en Mefr. Reitsma
dy 't dizze joun op 'e planken kamen, en
salang wy sokk? krêften bij de Kri
te havvwe, hoeche wij net hang to wêzen,
dat in joun net slagje sii Wis, it wierne
nou net bipaeld dreche stikken, mar ek
it ienfSldiche kin wolris maai vèze- Wij
soene for ofwikse'.ing nou wolris hwat
hearre volle mei kvvat mea- .vnhSlil, mar
hwa wit komt dat :k noch woiris. Bvge-
lyks om mar hwat 10 neamen in bespre
king fan in goed Frysk boek (dy binn
der genoch) ef in oer Frysk Onderwerp,
dér 't ris in aerdieh petear ut foarrkam
ine koe. De fleuriche stikjes koene dan
lylovols wol nei foaren bracht wurde,
mar dan mear for de „variaasjt;"- Nou
krijgt men wolris de vndruk dat it Ncht
en Wille, idee de osrhfin hat
Fierder waerd der op Jizze jjuu in hek
je iepen dien oer de -aeklike kant fan cl»
Kryte, dat wol sizz» ..er de tastin» fan de
kas fan de ponghaldcr- En dat feit 1 net
mei, hwant wy haw we net bést boerke
rant jier, sadat wy nou nan o forkearde
kant fan de rekken steane! D?r is sa
dudlik müglik utlein hwertrxli .t toko-
art untsttieen is. Dei kaem iwn al iv-
aksje fan de kant fan de leden, mar wy
binne it wer iens wurden. (Iepen kaart
spylje is us devys yn sok soarte fan
dingen).
Takomme hjerst sille wy hjir op wer-
(imkomme yn de earste ledengearkomste-
Hwa't it mei de tsjinwurdiche gong fan
saken net iens is, kin him dan uterje-
Sii de Krite bisteansmüglikheit havvwe,
dan sii sunichheit in earste eask vvéze
matte! Sa't it nou giet kin it. net, dai sii
eitsenien dudlik vvêze. Hawar, wy silie
[irebearje om sa gau muglik de skulden
oan'e kant to krijen, sadat vv.v takomme
jier wer mei frisse moed en in skjinne
lei lit ein sette kinne- er sille wy it dan
mar op oanhalde.
RK. TONEELVERENIGING ST JAN
VOERT WEER EEN BLIJSPEL OP
Blijkens een adv in dit nummer voert
bovenstaande toneelvereniging op 16
April in „Casino" een blijspel op. La
chen is gezond! Op die avond kunt u
die gezondheid opdoen-
(Ingezonden mededeling).
U BENT ER ZO
OP EEN MOSQUITO!
maar de tente fan Bok in Weslerberg
sag ik niet meer.
twiede wot dichter bee, in de dorde nag
wot dichter. Die veerste mog fanzelf
eerst gooie, maar dot leek hiliekedöl wel
niks, hee wos er wel zeuve voet bezeje-
Die twiede wow zeker olies te geliek
hewwe, hee gooide flak langs die grote
knikker. Ik seg teuge him, dot scheelde
niet veul. hee wos er testin don bee. De
dorde gooide er de holft of. Ik ben weg
gaan. want ik woüw nog ers kieke bee 't
ouwe skool weer ik un tachtig jaar lede
op skool kwam. In toe ik deer stond,
overkwam me weer doteelfde gevoel wot
:k de vorege dag hot op de zeuve panne-
koeke- Wot dot is. ken je niet opskrie-
ve. wan deer benne gien voorde foor. Un
tiedje later beunt we weer weggaan, in
ii stikkie buute de have hevv ik olniaar
staan kieke.
Meneer de uutgever van de Tesselse
krant, er word veul over Tessel skreve.
in ok veul moois in 't ken ok niet aars,
maar je moet fan 'n oer-oud Tessels ge
slacht veze en op Tessel gehore wez3 in
(leer lange jare fan je geboorte of vveunt
hewwe om te foele wot Teseel is- Ik sag
i toretje van Ski], Hogeberg mit 't bos-
■Je. de tores van de Burg, later 't Hor
retje in 't toretje van de Hoore. Toe hew
ik seit: dag Tessel in ik hew me om
draait, N- W- D.
(1Sdhogogeltje is een kruisje zetten
met je vinger in het zand naast het kuil
tje waar ze in knikkeren en dat moet ge
luk aanbrengen voor degens voor wie je
het doet.
(Uit de Texelse Courant van April 1800)
Gemeenteraad. ....De voorzitter (H.
W. de Joncheere) deelt hierop nog me
de dat was ingekomen een request van
Plaatsman, lantaarnopsteker te Ooster-
end, oni eene kleine verhooging van
salaris- Op voorstel van den voorzitter
wordt dit request in handen van B W
gesteld om daarover later prae-advies
uit te brengen.
Een circulaire van eenige dames uit
Haarlem, met betrekking tot pensionee-
ring van oude, gebrekkige vroedvrou
wen, waarvan er ongeveer 200 in ons
land zijn-
Het doel der dames is een kapitaal te
verkrijgen, waardoor aan oude. gebrek
kige vroedvrouwen pensioen kan worden
verleend, waardoor deize niet meer ver
plicht. zullen zijn hulp te verlenen, of
schoon liet beter was indien ze zulks
nalieten- Ben jaarlijkse subsidie wordt
gevraagd.
Op voorstel van den voorzitter wordt
liet gerenvoy.'oi'd naar B en W ter fine
van prae-advies. (IJaar is bijna geen
woord 'Hollands bij Red- Tex. Ort-
anno 1950).
Tot voor enkele dagen was er niets,
waardoor het Raadhuis onzer gemeente
zich onderscheidde van eene gewone
particuliere woning, thans echter is
daarin verandering gekomen en heeft
dat gebouw, znals zeker terecht werd op
gemerkt „een officieel tintje" gekregen.
Boven den ingang is name.ijk het wapen
der gemeente cangebrachi, en relief ge
sneden uit een zware teakhouten plank-
I'et werd vervaardigd, naar men ons
mededeelde, door een beeldhouwer te
Haarlem onder toezicht van 's Rijks
Archivaris-
De stier, eigendom van de afdeling
Texel van de Holl. Maatschap- van Land
bouw. werd te Purmerend verkocht voor
f300 Op de waag alhier gewogen bleek
zijn gewicht 1820 pond te bedragen
De Cocksdorp. 5 Apri. 1900. Tot
lichtwachter hij de Rijkskustvorlichting
te Eierland is benoemd de heer T Alder-
lieste, te Terschelling-