Wat is de bestekuil?
De Texelse imkers vierden het 40-jarig bestaan
van hun afdeling
Terugblik
Kapitein Klakkebos gaat naar Amerika
*4'
Jeudgrubriek
„Dolly"
Het blijkt ons telkens en in het bijzon
der uit enkele opmerkingen op de ver
gadering van de Coop. Zuivelfabriek
weer, dat er over de kwestie van het
kuilen van groenvoedergewassen nog
heel wat misverstand heerst. Dat ik hier
eens enkele van die misvattingen noe
men en recht zetten.
Zo heel vaak hoort men de opmerking:
Ik heb toch een beste kuil en waarom
zou ik het anders gaan doen?
Wat is een beste kuil? In veel geval
len geldt als maatstaf het feit, dat de
dieren het voer best opnemen. Nu is dit
natuurlijk een factor van belang. Een
best voer, dat de dieren toch niet vreten
willen heeft geen enkele waarde. Maar
het is toch wel zeer kortzichtig om uit
het feit, dat de dieren het kuilgras met
meer of minder graagte opnemen te con
cluderen, dat het voer wel goed is. Iede
re boer weet, dat sterk gebroeid hooi
meestal graag door ons rundvee wordt
gegeten, maar men weet evengoed dat
deze sterke broei verlies aan voedings
waarde betekent. Eenzelfde omstandig
heid kunnen we hebben bij het kuilen
van gras Kuilen in een langzaam tempo
geeft heel vaak een aangenaam riekend
product, maar men moet niet vragen wat
uiteindelijk overblijft van de oorspron
kelijke voedingswaarde. In het Land-
bouwverslag van N.-Holland wordt ge
zegd, dat men bij gewoon kuilen wat het
eiwit betreft van iedere 10 wagens groen
voeder er 6 in de sloot rijdt. Daarvoor is
men toch niet in de weer Kuilen van
gras zonder toevoeging moet op zijn
minst ,,een gokje" worden genoemd.
Dan is er het argument, dat op ons ei
land en bij onze bedrijfsvoering de mo
gelijkheid tot het inkuilen van groen
voedergewassen kleiner is dan in de
meeste streken aan de vaste wal. Daar
zit enige waarheid in. Maar ik wil direct
zeggen, dat het maar gedeeltelijk waar
is. Een feit is, dat op ons eiland het kui
len van voedergewassen te weinig syste
matisch gebeurt. Het is eigenlijk voor de
Texelse boer niet meer dan het wegwer
ken van een overschot van gras. Stel u
voor, dat een veeboer in het voorjaar
geen maatregelen nam om tijdig een
koeienweide te hebben. Dan zouden de
dieren wellicht half Mei nog op stal
staan. Maar omdat men als systeem ge
kozen heeft de dieren zo vroeg mogelijk
van stal te laten gaan worden er reeds
in Maart, mogelijk nog vroeger, maatre
gelen genomen om deze koeienweide tij
dig beschikbaar te hebben.
Daar komt dan nu de taak bij om ook
nog te zorgen voor een perceel, dat men
kan kuilen. Al in begin Maart gaat de
boer dus uitstippelen welk perceel hij
daarvoor beslemmen wil. Het betreffen
de preceel moet dan ir. ieder geval tij
dig een flinke stikstofbemesting hebben.
En nu weet ik heel goed, dat er allerlei
verrassingen kunnen optreden. Ongun
stig weer kan ons parten spelen, maar in
ieder geval zal door deze systematische
aanpak de kans op een voorjaarskuil
veel groter worden.
Verder is er nog de vraag of vroeg
hooien van goed materiaal niet beter is
dan het kuilen van gras. 'k Moet dan
toegeven, dat onze adviezen aanvanke
lijk wel in die richting zijn gegaan. Al
de bezwaren van kuilgras in aanmerking
nemende voelden wij er veel voor de
veehouders meer in de richting van
vroeg hooien dan van kuilen te leiden.
Onze zienswijze is in dit opzicht veran
derd, omdat wij de laatste jaren de
waarde van een werkelijk goede kuil zijn
gaan beseffen. In zo'n goede kuil is de
vitaminenvoorziening nl. buitengewoon
gunstig en deze hebben we vooral nodig
in de laatste maanden van de staltijd.
De vitaminenreserve, waarmee de die
ren op stal komen is dan nl. verbruikt
en aanvulling is nodig. Heel veel voor
jaarsongemakken zijn gevolg van gebrek
aan vitaminen. Nu de Hardeland-metho-
de de mogelijkheid schept om juist in de
ze laatste maanden kuilvoer te gebrui
ken, moet deze met beide handen wor
den aangegrepen.
Tenslotte dit. Van meerdere veehou
ders kregen wij de mededeling, dat ze
bereid zijn een silo te laten bouwen Wij
hebben er echter nog enkele nodig en
stellen het op prijs om zo spoedig moge
lijk opgaven voor het bouwen van silo's
te ontvangen Wanneer wij een opdracht
voor het bouwen van bv. 25 silo's tege
lijk kunnen verstrekken scheelt dit in de
prijs waarschijnlijk nog belangrijk. Pas
indien wij zeker zijn van een voldoend
aantal silo's kan de aankoop van een
Hardeland-machine worden geregeld.
En daarom: liefhebbers voor! C.v.Gr
DAMCIXB TEXEL.
Uitslagen van 16 Februari:
A.:
S. v. Heerwaarden-S. Ros 1-1; G. Dros
C. v. Heerwaarden 0-2.
B
P. Jansen-Joh. D. Bakker 0-2; Jb. v.
Lente-A. v d. Slikke 2-0.
Kampioenschap van Den Burg:
C P. Burger-D. Lap 2-0; J. Vonk-J.
Kikkert 2-0
Jeugdafdeling.
C. Vinke-H. Witte 2-0; M. Eelman-J. I
Kuiper 2-0; H. Witte-M. Eelman 2-0;
Dolf Roeper-F. Brucher 2-0; A. Wonder-
H Witte 2-0; F. Brucher-J. Kuiper 2-0,
F. Brucher-A. Wonder 2-0; M. Eelman
J. Boon 2-0; M. Eelman-Dirk Roeper 2-0.
F. v. Sambeek-J. Boon 2-0; F. v. Sam-
beek-Dirk Roeper 2-0, F. v. Sambeek
D. Toolens 2-0, M. Eelman-F. v. Sam
beek 2-0.
Hier volgt de eindstand in de Jeugd
afdeling:
C. Vinke 12 9 1 2 19
Dolf Roeper 12 9 0 3 18
H. Witte 12 9 0 3 18
D Toolens 12 7 0 5 14
A Wonder 12 6 1 5 13
Dirk Roeper 12 6 1 5 13
F. Brucher 11 6 0 5 12
M. Eelman 12 6 0 6 12
J. Mosk 12 5 1 6 11
F v Sambeek 12 5 1 6 11
C Schot 11 3 2 6 8
J Boon 12 1 1 10 3
J. Kuiper 12 0 2 10 2
Ter gelegenheid van het 40-jarig be
staan van de afdeling Texel van de ver
eniging tot bevordering van de bijen
teelt in Nederland werd Vrijdagavond in
De Oranjeboom de prachtige film „Im-
men en imker" vertoond, 's Middags
hebben ruim 600 schoolkinderen deze
film gezien, een voorstelling, gratis dooi
de jubilerende afdeling aangeboden.
,,Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst"
had het bestuur gedacht! De jeugd werd
op toast met honing onthaald!
's Avonds waren de imkers en hun
echtgenoten in De Oranjeboom bijeen.
Ook waren daar verschillende gasten: de
heer Groenveld, algemeen secretaris van
de Vereniging, tevens redacteur van 't
Groentje, het bekende maandblad voor
dij bijenteelt, de heer Seuninga, direc
teur van de handelsafdeling, die tevens
de film draaide en wethouder S. de
Waard en echtgenote. (Burgemeester De
Koning en wethouder Hin waren ver
hinderd). Ook de heer Terbrugge, die 26
jaar lang lid van het hoofdbestuur voor
Noordholland is, kon tot zijn spijt niet
aanwezig zijn.
Wegens ontstentenis van de voorzitter,
de heer L. Broere, werd de avond ge
opend door de heer P. Zijm Szn.:
Het is mij een groot genoegen namens
het bestuur der Texelse iemkers u allen
vanaf deze plaats een hartelijk welkom
toe te roepen en te gelijk de hoop uit te
spreken dat voor allen deze avond een
prettige herinnering zal nalaten.
(Nadruk verboden).
door G. TH. ROTMAN.
- a.-. --
17. Ook de volgende dagen kwam er
geen bericht van tante Ophelia, zelfs
geen onnozele ansichtkaart. „We praten
er niet meer over!" zei de kapitein, met
moeite een traan inslikkend, „want dat
helpt toch niets". En hij begon aan een
nieuw bootje, en toen dat veertien da
gen later klaar was, werd het op de
trein gezet en trokken ze er mee naar
Zuidzande.
18. Onder grote belangstelling van
badgasten en pootjesbaders werd het
bootje daar in zee gezet. De kapitein
laadde de ïaketten, en, nadat het drietal
er in plaatsgenomen had, duwde hij het
eerst een flink eind van het strand af.
„Eerst moeten we naar Engeland!" zei
hij, nou jongens, daar gaat-ie; hou je
vast!"
Zoals de Texelse Courant meldde werd
herfst 1910 door een aantal Texelse
iemkers besloten tot het oprichten van
een afdeling tot bevordering der Bijen
teelt in Nederland. Op 6 Februari 1911
werd de eerste ledenvergadering gehou
den. Jammer, dat de notulen van onze
afdeling uit die jaren niet meer aanwe
zig zijn.
Meester Visser uit Zuid-Eierland, die
als voorzitter de vergadering van 6 Fe
bruari 1911 leidde, schijnt daar een
lans gebroken te hebben voor de zgn.
losse bouw (dit zijn kasten) in plaats
van de vaste bouw (de korven).
Dit feit, de eerste bijenkasten op
Texel, is voor velen ook buiten de iem-
kerswereld een belangrijk feit geweest
aangezien dit nog vaak door oudere
mensen wordt aangehaald. De kasten
waren de zgn. Simplexkasten, nog
steeds zijn enkele hiervan op Texel in
gebruik.
De oudste notulen zijn van 26 April
1933. Op deze vergdering, geleid door
wijlen de heer W. Schumaker (voorzit
ter), (de heer Mak, secretaris was niet
aanwezig), vioeg wijlen de heer N. Kor-
tenhoeven het woord. Hij laakte het be
leid van het oude bestuur. Na veel ge
praat ontbond de heer Schumaker, zo
staat er letterlijk de „slapende vereni
ging" en bedankte zelf en ook voor de
niet-aanwezige heer Mak als bestuurslid.
Als nieuw bestuur werd gekozen: de
heer N. Kortenhoeven, voorzitter, de
heer Kil jan (ons oudste lid) secr.-pen-
ningmeester en de heer N. Lap, commis
saris. Hierdoor kunnen wij spreken van
een wedergeboorte der Texelse Vereni
ging. Al was ook dit begin moeilijk, men
ging vooruit: de heer Kortenhoeven wist
van aanpakken. Bovenal wist hij bij de
beginnende iemkers liefde voor het vak
bij te brengen
Reeds na enkele jaren zien wij een be
zielde groep beginnende iemkers onder
zijn leiding zich bekwamen in de zo
mooie liefhebberij, zodat wij haast zou
den kunnen spreken van de „School van
Kortenhoeven".
In* deze jaren is ook het reizen naar de
heide begonnen vaak met zeer goede re
sultaten.
Als stuwende kracht wil ik van deze
plaats ook herdenken, ik zou haast zeg
gen de 1ste leerling van de School van
Kortenhoeven onze vroegere secr.-pen-
ningmeester, wijlen de heer Jan Blom.
Tot in de oorlogsjaren kunnen wij spre
ken van een mooie, natuurlijke groei en
bloei onzer afdeling Toen, aangelokt
door de honing als onvervangbaar voe
dingsmiddel en hoge prijzen begon men
in de afdeling een geest van winzucht te
bespeuren, waarbij de ware liefde voor
bijen en iemker niet meer was, zoals in
de oude school, doch veel meer bijen-
houden mei als hoofddoel de baten.
Gelukkig zou ik haast zeggen is voor
deze iemkers de laatste jaren, door slech
te oogsten en dalende prijzen de lust tot
ïemkeren gaan tanen, zodat de vereni
ging op het ogenblik een natuurlijke zui
vering doormaakt waarbij zij en hier
twijfel ik als echte liefhebber van de
School van Kortenhoeven en Blom geen
ogenblik aan als verjongd te voor
schijn zal komen.
Moge ook deze avond en vooral de
mooie film er het zijne toe bijdragen de
iemkers en belangstellenden te doen in
zien het 3-voudige nut van het bijen-
houden.
Ie. honing en was;
2e. de bestuiving onzer gewassen;
3e. het bedrijven van de edele en ver
edelende bijenteelt zelf.
De heer Joustra schrijft hierover in
zijn boek terecht:
„Wie onder cijfers zou willen brengen
de band die de ware iemker aan z'n
bijen bindt, welke ten slotte het gehele
familieleven van de iemker in meer
huiselijke banen voert, die zal met mij
moeten verklaren, dat een dergelijk nut
in deze na-oorlogse tijd niet in cijfers is
uit te drukken".
Maeterlink, de Vlaamse dichter, bere
kende dat in ons gewest 12000 planten
minder zouden groeien door gebrek aan
bestuiving.
En daaicm: ïemkers-gezinsleden en
genodigden, ik wens u allen een goede
avond, tot heil van onze bijen en bloei
van de afdeling.
De heer Groenveld deelde me
de, dat het archief in Wageningen
door oorlogshandelingen verloren ge
gaan was, daardoor is ook daar thans
niets omtrent het grijs verleden van de
afdeling Texel bekend. Namens het
Hoofdbestuur bood cie heer Groenveld
een zilveren legpenning aan alsmede zijn
beste wensen voor de volgende 10 jaren.
Hierop werd de kleurenfilm ver
toond. Óver het leven der bijen. „Ga tot
de mieren, gij luiaards". Er had ook kun
nen staan: ..Ga tot de bijen!" want wat
zijn die actief! Een hoogbejaard imker
verklaarde eens: „Ik ben 50 jaar in het
vak geweest, juist lang genoeg om te be
grijpen, dat ik nog niets van het leven
der bijen weet!"
„Inderdaad, hoe dieper men erin door
dringt, hoe minder men ervan begrijpt",
aldus een andere vakman. Wij kunnen
slechts vol bewondering voor de rijk
dom der schepping toezien. Voor de ve
le grote wonderen in de natuur.
De cameraman heeft in deze film knap
werk verricht en wij werden weer een
heel klein beetje wijzer! Een ieder werd
getroffen door de merkwaardige vermo
gens der bijen, zoals bv. hun plaatsbepa-
lingsinstinct. hun werkdrift en hun or
ganisatietalent.
Na de film wenste de hec De Waard
de afdeling geluk met haar jubileum en
hij sprak de hoop uit, dat zij haar be
langrijk werk zou kunnen voortzetten.
Namens de jeugd van Texel bedankte
hij voor de aangeboden filmvoorstelling
De heer Groenveld had gewezen op de
betekenis t.o.v de bestuiving van de
aanplant van lindebomen in de plant
soenen. De heer De Waard merkte op
dat de waarnemend voorzitter, de heer
P. Zijm, tevens met de zorg van de ge
meentelijke plantsoenen is belast. Een
gelukkige omstandigheid dus. Spreker
had ook de indruk dat bij 't houden van
bijen het commercieel gewin niet de
doorslag kan geven, maar de liefde voor
het vak en de bewondering voor de na
tuur.
DIENSTREGELING N.V. T.E.S.O.
tot en met 29 April 1951:
Op werkdagen:
Van Texel: 5,30, §6,25; 7,50; 11,50; 14.50;
17,55.
Van Den Helder: 6,30; §8,15, 10,30, 13,20
16,20, 19,30.
Op Zon- en Alg. erkende Chr. Feest
dagen:
Van Texel: 7,50; 11,50; 17,55;
Van Den Helder: 10,30; 13,20; 19,30
Ingaande 2 April 1951 iedere Maan
dag
Nr. 79.
CONNY VENEMA.
Conny viert Vrijdag
23 Februari a.s. haar
vierde verjaardag. Zij
woont aan de Wilhelmi-'
nalaan nr. 62, te Den
Burg Haar neefje uit De
Waal is die dag ook
jarig. Ze houdt erg veel
veel van hem en daarom^
is het jammer, dat zei
niet samen in de krant!
komen. Hadden wij datl
maar eerder geweten"
dat had best gekund!
Conny hoopt, dat ze een autoped krijgt.
Nou, als je zo'n prachtig stuk speelgoed
krijgt, ben je niet slecht af! Ze wil voor
de avonduren, als de autoped op stal
moet, graag een verfdoos, want daarmee
kan ze dan lekker kliederen. Dat
schrijft ons haar moeder en dus zal het,
uit zulk een betrouwbare bron verno
men, wel waar zijn. Maar als je straks
naar de grote school gaat mag je natuur
lijk niet kliederen! Dan zou je voor net
heid maar een slecht cijfer op je rapport
krijgen, Conny!
We horen, dat je zo enig-lief met je
kleine broertje speelt en net een moe
dertje voor hem bent. Is het een lief
broertje?
Veel plezier Vrijdag!
Nr. 81. JAN, PIET EN RIA MOSK
Jan wordt vandaag, Woensdag 21 Fe
bruari. zes jaar. Piet viert op Donder
dag 15 Maart zijn achtste verjaardag en
Ria wordt op Zaterdag 18 Maart zeven
jaar. Zij wonen in de Gasthuisstraat nr.
8, Den Burg. Jan gaat samen met zijn
jongste broertje naar de Bewaarschool.
Hij leert al goed het A.B.C., zoals hij
ons via zijn privé-secretaresse Ria?
laat weten. In September gaat hij naar
de grote school en dat staat hem best
aan! Toen er ijs en sneeuw lag ging hij
fijn sleeën. Hij hoopte (dat schreef hij
allemaal een paar weken geleden) dat er
nog eens sneeuw en zo kwam!
Nu Jan, dezer dagen heb je je hartje
weer kunnen ophalen, nietwaar?
Zo, zo, gaat de krant met de foto hele
maal naar Australië? Daar is het op het
ogenblik volop zomer! In Australië wo
nen Oom P J. en Tante Jo en Oom Ri-
kus. Veel plezier vandaag, Jan!
Piet zit in de tweede klas en zijn rap
port pronkte met mooie cijfers. Hij wil
later machinebankwerker worden. Dan
gaat hij eerst naar de Ambachtsschool in
Den Helder. Hij tekent en leest graag.
Die liefhebberij komt je dan goed te pas:
een bankwerker moet niet alleen de te
keningen kunnen lezen, hij moet zelf
kunnen schetsen en zijn vakbladen kun
nen lezen! Als het zomer is gaan we weer
fijn zwemmen, aldus besluit Piet!
Veel plezier op je verjaardag, straks!
En ten slotte Ria. Zij kwam ons de
briefjes brengen en was al erg enthousi
ast toen ze hoorde, dat ze met z'n drieën
in de krant kwamen! Zij zit in de eerste
klas. Zij wandelt graag met haar twee-
iing-zusjes. Ria heeft ook nog drie
broertjes. Tjonge, dan zal jouw moeder
het wel druk hebben, dunkt ons! Maar
jij helpt haar al flink, schrijf je. Latei-
wil Ria naai de Huishoudschool! Sint
Nicolaas heeft haar met een borduur-
doos verrast. Was dat even fijn! Ria
leest ook graag.
Alle drie veel plezier op jullie ver
jaardag!
ZITTING CONSULTATIEBUREAU.
Heden (Woensdag 21 Februari) houdt
het Consultatiebureau voor Zuigelingen
weer zitting op de bekende uren.
S.V. De Cocksdorp.
Deze week werden alle wedstrijden
afgelast. A.s. week: SVC 1-BKC, De
Koog 2-SVC 2. Adsp. vrij.
FEUILLETON
9.) Hè, hè, Dol vouwde haar servet op
en keek vergenoegd in 't rond Iedereen
was reeds naar buiten en door de rui
ten zag ze de vrolijke kleuren der blou
ses en truien der dames tegen de hel
witte achtergrond, alles overgoten door
de gouden zonnestralen. Ze stond op en
zocht in de bewuste hoek naar een paar
stokken; er waren inderdaad nog enige
exemplaren over, doch, hoe ze ook zocht
en hoe ze ook paste, twee van gelijke
maat waren niel te vinden. Wat nu? Ze
zou buiten maar eens gaan vragen. In
de gang kwam juist de hotelier aan, die
heel belangstellend informeerde of de
ski's naar baar zin waren.
O, zei Dol, eigenlijk gezegd heb ik
ze nog niet gezien, maar ik heb geen
twee bij elkaar passende stokken kun
nen vinden.
Dat is jammer, want goede stokken
zijn wel zëèr belangrijk. Weet u wat?
Er staan hier nog een paar mooie van
m'n zoon. Hij heeft verschillende paren,
zodat hij deze wel kan missen.
Dat zou heerlijk zijn, maar zal hij
ze écht met nodig hebben, denkt u?
Wel nee, lachte de oude man, hij
geeft skilessen in Arosa en Davos en
komt zo bij gelegenheid eens naar de fa
milie hier kijken; meestal brengt hij
dan z'n liefste spulletjes mee. Dus u
kunt gerust zijn.
Tijdens het gesprek waren ze in de
keuken aangekomen cn uit een diepe
kast kwamen twee alluminium stokken
te voorschijn, blinkend als zilver met
lichtblauw leder versierd. Dol was ver
rukt: ik heb ze nog nooit zó mooi ge
zien! Vindt u hot niet erg gevaarlijk ze
me te geven? Ik heb nog nooit geskied
en ben vreselijk onhandig!
Neemt u ze maar gerust, lachte hij
geamuseerd, en ik hoop, dat ze u heel
veel geluk mogen brengen.
Opeens een stem, die ongeduldig
vroeg of de juffrouw nu eindelijk kwam
Dol keek belangstellend op. Deze stem
kwam haar bekend voor! In de deurope
ning stond een sportieve blonde jonge
man, bruin verbrand met helderblauwe
ogen
Gaat u mee? Men staat al minstens
een halfuur op u te wachten.
Ja, ziet u, er waren geen stokken
meer en nu heb ik van mijnheer hier,
deze mooie gekregen. Kijk eens, wat een
beelden!
Enorm, maar gaat u nu maar gauw
mee!
Dol bedankte de hotelier hartelijk en
hij moest lachen om haar enthousiaste
woorden Ook de blonde Adonis grijns
de Toen gingen Dol en hij naar buiten,
in het voorbijgaan Dol's ski's meene
mend, die heel eenzaam in de gang ston
den
Dol zette grote ogen op; ieder stond
reeds keurig op de lange laten. Ans ge
flankeerd c'oor Bert en Rolf, alles netjes
in groepen achter elkaar.
Kom je ook nog, riep Rolf. Kind,
wat heb jij weer geteut! Je durft zeker
met, hè?
Nu, je moet me straks maar eens
zien, grapte Dol terug, dan krijg je wel
een beetje meer eerbied voor me. On
derwijl peinsde ze, wie „die blonde" kon
zijn. Waarom was hij haar komen op
vissen bij de hotelier? Hoorde hij bij 't
hotel? Was hij één van de skileraren
of vertoefde hij, evenals zij, als gast hier?
En, wat haar bovenal belang inboezem
de, was, of hij werkelijk „de vreemde"
van gisteravond was. Ze keek op hem
neer. zoals hij op één knie hurkte om
haar schoenen aan de ski's te bevestigen.
Leuke blonde kop had hij en wat was
hij bruin! Ziezo, jongedame, dat is
klaar. Nu ziet u maar, dat u naar boven
komt. Boven is de oefenweide, genaamd
Idiotenhügel, vanwege de malle fratsen
der beginnelingen. Daar worden de les
sen gegeven. Ziet u daar vóóraan, die
jongeman met dat zwarte haar? Dat is
de skileraar. Die zal het u wel gauw
bijbrengen.
Krijgt u ook les?
Wel gehad, maar nu niet meer. Ik
kan er nu wel zo'n beetje op voort.
Even daarna zette de stoet zich in be
weging. En meteen begon de misère al;
het paadje bleek veel te smal en boven
dien liep het enigszins op, waardoor de
meestcn meer achteruit dan vooruit gin
gen Het was een werkelijk tobben en na
enige ogenblikken kwam er een plof, ge
volgd door een luide gil; iedereen keek
om en men zag Dol, bijna plat voorover
liggend met een vaart naar het hotel
terugstuiven, niet bij machte om ook
maar enigszins te remmen of te proberen
op de voeten te gaan staan. Ieder scha
terde en onder grote hilariteit schoof
Dol op deze minder elegante manier de
geopende staldeur binnen. Ondertussen
hadden enige heren, onder wie ook de
zwarte skileraar, zich een weg weten te
banen door de angstig schutterende be
ginnelingen en juist toen ze bij de stal
aankwamen, vertoonde Dol zich in de
deuropening, in elke hand een ski en
een stok.
Dat dce ik niet meer, hoor, lachte
ze, haar zwarte krulien schuddend. Zo
gek zien ze me niet! Wat een toestand.
Enfin, die dingen heb ik uit en nu ga ik
lekker lopen, tot ik ben waar ik wezen
moet En, vervolgde ze tot de skileraar,
of u nu kwaad wordt of niet, ik ga hier
niet meer op die dingen.
Heinz lachte maar eens en zei ondeu
gend dat hij het toch wel aardig zou vin
den om haar nog eens naar beneden te
zien glijden, doch verzocht de andere
beginnelingen, de houten latten maar af
te binden en gezamenlijk naar boven te
klimmen. Na veel gezucht en een heel
klein beetje gemopper trok de kleurige
lange stoet, omgeven door het helwit der
bergen, langzaam naar boven, tot hij bij
een bocht aan het oog onttrokken werd.
Dol en Ans zaten heel lui met lang uit
gestrekte benen op de lange bank voor
het hotel; hun snoetjes glimmend van 't
vet, de ogen beschermd door zonnebril
len. Dol in een dun wit blousje, Ans in
een fel rood jakje, dat allerliefst stond
bij het prachtige blonde haar.
Zalig hè, zuchtte Dol en porde
Ans eens in haar zij.
Kind, om nooit te vergeten. Nu,
we mogen wel wat hebben; crimineel
wat een morgen! Onze eerste les. Dat
houd ik geen week uit, vooral niet als
we 'smiddags ook moeten
Tóch was het fijn. Weet je wat ik
zo moppig vond? Die gymnastiek op de
ski's; kniebuigingen, omdraaien, ja, ik
weet al niet wat een malle fratsen. Hij
deed het wel leuk, hè, die Heinz! Voor
een goede sportleraar vind ik hem eigen
lijk te klein. Maar wat is-ie lenig! Ge
woon een slangenmens!
Rolf en Bert kwamen aangeslenterd:
Hebben jullie ook zo'n honger.
Ik wel, begon Dol, maar dat is
niets bijzonders; ik kan de hele dag wel
eten.
't Is je anders niet aan te zien, zei
Bert plagend. Jonge wat is het hi.er fijn,
om niet meer vandaan te gaan en Dol,
wat heb ik gegierd om jou, vanmorgen
in die stal. Je deed natuurlijk weer
dwaas.
Dank u beleefd voor het compli
ment! Alsof ik ooit .dwaas doe" en ze
snoof minachtend.
En hoe is het de freule bevallen?
vroeg Bert aan Ans, kind, wat ben je
beestachtig bruin! Erg moe? En de brui
ne ogen keken een beetje bezorgd naar
het tere meisjesgezicht.
Wel een beetje, antwoordde Ans,
maar ik ben het ook helemaal niet ge
wend, zo dat geren en gevlieg en al die
krachttoeren.
(Wordt vervolgd.