Wat is de bestekuil? De Texelse imkers vierden het 40-jarig bestaan van hun afdeling Terugblik Kapitein Klakkebos gaat naar Amerika *4' Jeudgrubriek „Dolly" Het blijkt ons telkens en in het bijzon der uit enkele opmerkingen op de ver gadering van de Coop. Zuivelfabriek weer, dat er over de kwestie van het kuilen van groenvoedergewassen nog heel wat misverstand heerst. Dat ik hier eens enkele van die misvattingen noe men en recht zetten. Zo heel vaak hoort men de opmerking: Ik heb toch een beste kuil en waarom zou ik het anders gaan doen? Wat is een beste kuil? In veel geval len geldt als maatstaf het feit, dat de dieren het voer best opnemen. Nu is dit natuurlijk een factor van belang. Een best voer, dat de dieren toch niet vreten willen heeft geen enkele waarde. Maar het is toch wel zeer kortzichtig om uit het feit, dat de dieren het kuilgras met meer of minder graagte opnemen te con cluderen, dat het voer wel goed is. Iede re boer weet, dat sterk gebroeid hooi meestal graag door ons rundvee wordt gegeten, maar men weet evengoed dat deze sterke broei verlies aan voedings waarde betekent. Eenzelfde omstandig heid kunnen we hebben bij het kuilen van gras Kuilen in een langzaam tempo geeft heel vaak een aangenaam riekend product, maar men moet niet vragen wat uiteindelijk overblijft van de oorspron kelijke voedingswaarde. In het Land- bouwverslag van N.-Holland wordt ge zegd, dat men bij gewoon kuilen wat het eiwit betreft van iedere 10 wagens groen voeder er 6 in de sloot rijdt. Daarvoor is men toch niet in de weer Kuilen van gras zonder toevoeging moet op zijn minst ,,een gokje" worden genoemd. Dan is er het argument, dat op ons ei land en bij onze bedrijfsvoering de mo gelijkheid tot het inkuilen van groen voedergewassen kleiner is dan in de meeste streken aan de vaste wal. Daar zit enige waarheid in. Maar ik wil direct zeggen, dat het maar gedeeltelijk waar is. Een feit is, dat op ons eiland het kui len van voedergewassen te weinig syste matisch gebeurt. Het is eigenlijk voor de Texelse boer niet meer dan het wegwer ken van een overschot van gras. Stel u voor, dat een veeboer in het voorjaar geen maatregelen nam om tijdig een koeienweide te hebben. Dan zouden de dieren wellicht half Mei nog op stal staan. Maar omdat men als systeem ge kozen heeft de dieren zo vroeg mogelijk van stal te laten gaan worden er reeds in Maart, mogelijk nog vroeger, maatre gelen genomen om deze koeienweide tij dig beschikbaar te hebben. Daar komt dan nu de taak bij om ook nog te zorgen voor een perceel, dat men kan kuilen. Al in begin Maart gaat de boer dus uitstippelen welk perceel hij daarvoor beslemmen wil. Het betreffen de preceel moet dan ir. ieder geval tij dig een flinke stikstofbemesting hebben. En nu weet ik heel goed, dat er allerlei verrassingen kunnen optreden. Ongun stig weer kan ons parten spelen, maar in ieder geval zal door deze systematische aanpak de kans op een voorjaarskuil veel groter worden. Verder is er nog de vraag of vroeg hooien van goed materiaal niet beter is dan het kuilen van gras. 'k Moet dan toegeven, dat onze adviezen aanvanke lijk wel in die richting zijn gegaan. Al de bezwaren van kuilgras in aanmerking nemende voelden wij er veel voor de veehouders meer in de richting van vroeg hooien dan van kuilen te leiden. Onze zienswijze is in dit opzicht veran derd, omdat wij de laatste jaren de waarde van een werkelijk goede kuil zijn gaan beseffen. In zo'n goede kuil is de vitaminenvoorziening nl. buitengewoon gunstig en deze hebben we vooral nodig in de laatste maanden van de staltijd. De vitaminenreserve, waarmee de die ren op stal komen is dan nl. verbruikt en aanvulling is nodig. Heel veel voor jaarsongemakken zijn gevolg van gebrek aan vitaminen. Nu de Hardeland-metho- de de mogelijkheid schept om juist in de ze laatste maanden kuilvoer te gebrui ken, moet deze met beide handen wor den aangegrepen. Tenslotte dit. Van meerdere veehou ders kregen wij de mededeling, dat ze bereid zijn een silo te laten bouwen Wij hebben er echter nog enkele nodig en stellen het op prijs om zo spoedig moge lijk opgaven voor het bouwen van silo's te ontvangen Wanneer wij een opdracht voor het bouwen van bv. 25 silo's tege lijk kunnen verstrekken scheelt dit in de prijs waarschijnlijk nog belangrijk. Pas indien wij zeker zijn van een voldoend aantal silo's kan de aankoop van een Hardeland-machine worden geregeld. En daarom: liefhebbers voor! C.v.Gr DAMCIXB TEXEL. Uitslagen van 16 Februari: A.: S. v. Heerwaarden-S. Ros 1-1; G. Dros C. v. Heerwaarden 0-2. B P. Jansen-Joh. D. Bakker 0-2; Jb. v. Lente-A. v d. Slikke 2-0. Kampioenschap van Den Burg: C P. Burger-D. Lap 2-0; J. Vonk-J. Kikkert 2-0 Jeugdafdeling. C. Vinke-H. Witte 2-0; M. Eelman-J. I Kuiper 2-0; H. Witte-M. Eelman 2-0; Dolf Roeper-F. Brucher 2-0; A. Wonder- H Witte 2-0; F. Brucher-J. Kuiper 2-0, F. Brucher-A. Wonder 2-0; M. Eelman J. Boon 2-0; M. Eelman-Dirk Roeper 2-0. F. v. Sambeek-J. Boon 2-0; F. v. Sam- beek-Dirk Roeper 2-0, F. v. Sambeek D. Toolens 2-0, M. Eelman-F. v. Sam beek 2-0. Hier volgt de eindstand in de Jeugd afdeling: C. Vinke 12 9 1 2 19 Dolf Roeper 12 9 0 3 18 H. Witte 12 9 0 3 18 D Toolens 12 7 0 5 14 A Wonder 12 6 1 5 13 Dirk Roeper 12 6 1 5 13 F. Brucher 11 6 0 5 12 M. Eelman 12 6 0 6 12 J. Mosk 12 5 1 6 11 F v Sambeek 12 5 1 6 11 C Schot 11 3 2 6 8 J Boon 12 1 1 10 3 J. Kuiper 12 0 2 10 2 Ter gelegenheid van het 40-jarig be staan van de afdeling Texel van de ver eniging tot bevordering van de bijen teelt in Nederland werd Vrijdagavond in De Oranjeboom de prachtige film „Im- men en imker" vertoond, 's Middags hebben ruim 600 schoolkinderen deze film gezien, een voorstelling, gratis dooi de jubilerende afdeling aangeboden. ,,Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst" had het bestuur gedacht! De jeugd werd op toast met honing onthaald! 's Avonds waren de imkers en hun echtgenoten in De Oranjeboom bijeen. Ook waren daar verschillende gasten: de heer Groenveld, algemeen secretaris van de Vereniging, tevens redacteur van 't Groentje, het bekende maandblad voor dij bijenteelt, de heer Seuninga, direc teur van de handelsafdeling, die tevens de film draaide en wethouder S. de Waard en echtgenote. (Burgemeester De Koning en wethouder Hin waren ver hinderd). Ook de heer Terbrugge, die 26 jaar lang lid van het hoofdbestuur voor Noordholland is, kon tot zijn spijt niet aanwezig zijn. Wegens ontstentenis van de voorzitter, de heer L. Broere, werd de avond ge opend door de heer P. Zijm Szn.: Het is mij een groot genoegen namens het bestuur der Texelse iemkers u allen vanaf deze plaats een hartelijk welkom toe te roepen en te gelijk de hoop uit te spreken dat voor allen deze avond een prettige herinnering zal nalaten. (Nadruk verboden). door G. TH. ROTMAN. - a.-. -- 17. Ook de volgende dagen kwam er geen bericht van tante Ophelia, zelfs geen onnozele ansichtkaart. „We praten er niet meer over!" zei de kapitein, met moeite een traan inslikkend, „want dat helpt toch niets". En hij begon aan een nieuw bootje, en toen dat veertien da gen later klaar was, werd het op de trein gezet en trokken ze er mee naar Zuidzande. 18. Onder grote belangstelling van badgasten en pootjesbaders werd het bootje daar in zee gezet. De kapitein laadde de ïaketten, en, nadat het drietal er in plaatsgenomen had, duwde hij het eerst een flink eind van het strand af. „Eerst moeten we naar Engeland!" zei hij, nou jongens, daar gaat-ie; hou je vast!" Zoals de Texelse Courant meldde werd herfst 1910 door een aantal Texelse iemkers besloten tot het oprichten van een afdeling tot bevordering der Bijen teelt in Nederland. Op 6 Februari 1911 werd de eerste ledenvergadering gehou den. Jammer, dat de notulen van onze afdeling uit die jaren niet meer aanwe zig zijn. Meester Visser uit Zuid-Eierland, die als voorzitter de vergadering van 6 Fe bruari 1911 leidde, schijnt daar een lans gebroken te hebben voor de zgn. losse bouw (dit zijn kasten) in plaats van de vaste bouw (de korven). Dit feit, de eerste bijenkasten op Texel, is voor velen ook buiten de iem- kerswereld een belangrijk feit geweest aangezien dit nog vaak door oudere mensen wordt aangehaald. De kasten waren de zgn. Simplexkasten, nog steeds zijn enkele hiervan op Texel in gebruik. De oudste notulen zijn van 26 April 1933. Op deze vergdering, geleid door wijlen de heer W. Schumaker (voorzit ter), (de heer Mak, secretaris was niet aanwezig), vioeg wijlen de heer N. Kor- tenhoeven het woord. Hij laakte het be leid van het oude bestuur. Na veel ge praat ontbond de heer Schumaker, zo staat er letterlijk de „slapende vereni ging" en bedankte zelf en ook voor de niet-aanwezige heer Mak als bestuurslid. Als nieuw bestuur werd gekozen: de heer N. Kortenhoeven, voorzitter, de heer Kil jan (ons oudste lid) secr.-pen- ningmeester en de heer N. Lap, commis saris. Hierdoor kunnen wij spreken van een wedergeboorte der Texelse Vereni ging. Al was ook dit begin moeilijk, men ging vooruit: de heer Kortenhoeven wist van aanpakken. Bovenal wist hij bij de beginnende iemkers liefde voor het vak bij te brengen Reeds na enkele jaren zien wij een be zielde groep beginnende iemkers onder zijn leiding zich bekwamen in de zo mooie liefhebberij, zodat wij haast zou den kunnen spreken van de „School van Kortenhoeven". In* deze jaren is ook het reizen naar de heide begonnen vaak met zeer goede re sultaten. Als stuwende kracht wil ik van deze plaats ook herdenken, ik zou haast zeg gen de 1ste leerling van de School van Kortenhoeven onze vroegere secr.-pen- ningmeester, wijlen de heer Jan Blom. Tot in de oorlogsjaren kunnen wij spre ken van een mooie, natuurlijke groei en bloei onzer afdeling Toen, aangelokt door de honing als onvervangbaar voe dingsmiddel en hoge prijzen begon men in de afdeling een geest van winzucht te bespeuren, waarbij de ware liefde voor bijen en iemker niet meer was, zoals in de oude school, doch veel meer bijen- houden mei als hoofddoel de baten. Gelukkig zou ik haast zeggen is voor deze iemkers de laatste jaren, door slech te oogsten en dalende prijzen de lust tot ïemkeren gaan tanen, zodat de vereni ging op het ogenblik een natuurlijke zui vering doormaakt waarbij zij en hier twijfel ik als echte liefhebber van de School van Kortenhoeven en Blom geen ogenblik aan als verjongd te voor schijn zal komen. Moge ook deze avond en vooral de mooie film er het zijne toe bijdragen de iemkers en belangstellenden te doen in zien het 3-voudige nut van het bijen- houden. Ie. honing en was; 2e. de bestuiving onzer gewassen; 3e. het bedrijven van de edele en ver edelende bijenteelt zelf. De heer Joustra schrijft hierover in zijn boek terecht: „Wie onder cijfers zou willen brengen de band die de ware iemker aan z'n bijen bindt, welke ten slotte het gehele familieleven van de iemker in meer huiselijke banen voert, die zal met mij moeten verklaren, dat een dergelijk nut in deze na-oorlogse tijd niet in cijfers is uit te drukken". Maeterlink, de Vlaamse dichter, bere kende dat in ons gewest 12000 planten minder zouden groeien door gebrek aan bestuiving. En daaicm: ïemkers-gezinsleden en genodigden, ik wens u allen een goede avond, tot heil van onze bijen en bloei van de afdeling. De heer Groenveld deelde me de, dat het archief in Wageningen door oorlogshandelingen verloren ge gaan was, daardoor is ook daar thans niets omtrent het grijs verleden van de afdeling Texel bekend. Namens het Hoofdbestuur bood cie heer Groenveld een zilveren legpenning aan alsmede zijn beste wensen voor de volgende 10 jaren. Hierop werd de kleurenfilm ver toond. Óver het leven der bijen. „Ga tot de mieren, gij luiaards". Er had ook kun nen staan: ..Ga tot de bijen!" want wat zijn die actief! Een hoogbejaard imker verklaarde eens: „Ik ben 50 jaar in het vak geweest, juist lang genoeg om te be grijpen, dat ik nog niets van het leven der bijen weet!" „Inderdaad, hoe dieper men erin door dringt, hoe minder men ervan begrijpt", aldus een andere vakman. Wij kunnen slechts vol bewondering voor de rijk dom der schepping toezien. Voor de ve le grote wonderen in de natuur. De cameraman heeft in deze film knap werk verricht en wij werden weer een heel klein beetje wijzer! Een ieder werd getroffen door de merkwaardige vermo gens der bijen, zoals bv. hun plaatsbepa- lingsinstinct. hun werkdrift en hun or ganisatietalent. Na de film wenste de hec De Waard de afdeling geluk met haar jubileum en hij sprak de hoop uit, dat zij haar be langrijk werk zou kunnen voortzetten. Namens de jeugd van Texel bedankte hij voor de aangeboden filmvoorstelling De heer Groenveld had gewezen op de betekenis t.o.v de bestuiving van de aanplant van lindebomen in de plant soenen. De heer De Waard merkte op dat de waarnemend voorzitter, de heer P. Zijm, tevens met de zorg van de ge meentelijke plantsoenen is belast. Een gelukkige omstandigheid dus. Spreker had ook de indruk dat bij 't houden van bijen het commercieel gewin niet de doorslag kan geven, maar de liefde voor het vak en de bewondering voor de na tuur. DIENSTREGELING N.V. T.E.S.O. tot en met 29 April 1951: Op werkdagen: Van Texel: 5,30, §6,25; 7,50; 11,50; 14.50; 17,55. Van Den Helder: 6,30; §8,15, 10,30, 13,20 16,20, 19,30. Op Zon- en Alg. erkende Chr. Feest dagen: Van Texel: 7,50; 11,50; 17,55; Van Den Helder: 10,30; 13,20; 19,30 Ingaande 2 April 1951 iedere Maan dag Nr. 79. CONNY VENEMA. Conny viert Vrijdag 23 Februari a.s. haar vierde verjaardag. Zij woont aan de Wilhelmi-' nalaan nr. 62, te Den Burg Haar neefje uit De Waal is die dag ook jarig. Ze houdt erg veel veel van hem en daarom^ is het jammer, dat zei niet samen in de krant! komen. Hadden wij datl maar eerder geweten" dat had best gekund! Conny hoopt, dat ze een autoped krijgt. Nou, als je zo'n prachtig stuk speelgoed krijgt, ben je niet slecht af! Ze wil voor de avonduren, als de autoped op stal moet, graag een verfdoos, want daarmee kan ze dan lekker kliederen. Dat schrijft ons haar moeder en dus zal het, uit zulk een betrouwbare bron verno men, wel waar zijn. Maar als je straks naar de grote school gaat mag je natuur lijk niet kliederen! Dan zou je voor net heid maar een slecht cijfer op je rapport krijgen, Conny! We horen, dat je zo enig-lief met je kleine broertje speelt en net een moe dertje voor hem bent. Is het een lief broertje? Veel plezier Vrijdag! Nr. 81. JAN, PIET EN RIA MOSK Jan wordt vandaag, Woensdag 21 Fe bruari. zes jaar. Piet viert op Donder dag 15 Maart zijn achtste verjaardag en Ria wordt op Zaterdag 18 Maart zeven jaar. Zij wonen in de Gasthuisstraat nr. 8, Den Burg. Jan gaat samen met zijn jongste broertje naar de Bewaarschool. Hij leert al goed het A.B.C., zoals hij ons via zijn privé-secretaresse Ria? laat weten. In September gaat hij naar de grote school en dat staat hem best aan! Toen er ijs en sneeuw lag ging hij fijn sleeën. Hij hoopte (dat schreef hij allemaal een paar weken geleden) dat er nog eens sneeuw en zo kwam! Nu Jan, dezer dagen heb je je hartje weer kunnen ophalen, nietwaar? Zo, zo, gaat de krant met de foto hele maal naar Australië? Daar is het op het ogenblik volop zomer! In Australië wo nen Oom P J. en Tante Jo en Oom Ri- kus. Veel plezier vandaag, Jan! Piet zit in de tweede klas en zijn rap port pronkte met mooie cijfers. Hij wil later machinebankwerker worden. Dan gaat hij eerst naar de Ambachtsschool in Den Helder. Hij tekent en leest graag. Die liefhebberij komt je dan goed te pas: een bankwerker moet niet alleen de te keningen kunnen lezen, hij moet zelf kunnen schetsen en zijn vakbladen kun nen lezen! Als het zomer is gaan we weer fijn zwemmen, aldus besluit Piet! Veel plezier op je verjaardag, straks! En ten slotte Ria. Zij kwam ons de briefjes brengen en was al erg enthousi ast toen ze hoorde, dat ze met z'n drieën in de krant kwamen! Zij zit in de eerste klas. Zij wandelt graag met haar twee- iing-zusjes. Ria heeft ook nog drie broertjes. Tjonge, dan zal jouw moeder het wel druk hebben, dunkt ons! Maar jij helpt haar al flink, schrijf je. Latei- wil Ria naai de Huishoudschool! Sint Nicolaas heeft haar met een borduur- doos verrast. Was dat even fijn! Ria leest ook graag. Alle drie veel plezier op jullie ver jaardag! ZITTING CONSULTATIEBUREAU. Heden (Woensdag 21 Februari) houdt het Consultatiebureau voor Zuigelingen weer zitting op de bekende uren. S.V. De Cocksdorp. Deze week werden alle wedstrijden afgelast. A.s. week: SVC 1-BKC, De Koog 2-SVC 2. Adsp. vrij. FEUILLETON 9.) Hè, hè, Dol vouwde haar servet op en keek vergenoegd in 't rond Iedereen was reeds naar buiten en door de rui ten zag ze de vrolijke kleuren der blou ses en truien der dames tegen de hel witte achtergrond, alles overgoten door de gouden zonnestralen. Ze stond op en zocht in de bewuste hoek naar een paar stokken; er waren inderdaad nog enige exemplaren over, doch, hoe ze ook zocht en hoe ze ook paste, twee van gelijke maat waren niel te vinden. Wat nu? Ze zou buiten maar eens gaan vragen. In de gang kwam juist de hotelier aan, die heel belangstellend informeerde of de ski's naar baar zin waren. O, zei Dol, eigenlijk gezegd heb ik ze nog niet gezien, maar ik heb geen twee bij elkaar passende stokken kun nen vinden. Dat is jammer, want goede stokken zijn wel zëèr belangrijk. Weet u wat? Er staan hier nog een paar mooie van m'n zoon. Hij heeft verschillende paren, zodat hij deze wel kan missen. Dat zou heerlijk zijn, maar zal hij ze écht met nodig hebben, denkt u? Wel nee, lachte de oude man, hij geeft skilessen in Arosa en Davos en komt zo bij gelegenheid eens naar de fa milie hier kijken; meestal brengt hij dan z'n liefste spulletjes mee. Dus u kunt gerust zijn. Tijdens het gesprek waren ze in de keuken aangekomen cn uit een diepe kast kwamen twee alluminium stokken te voorschijn, blinkend als zilver met lichtblauw leder versierd. Dol was ver rukt: ik heb ze nog nooit zó mooi ge zien! Vindt u hot niet erg gevaarlijk ze me te geven? Ik heb nog nooit geskied en ben vreselijk onhandig! Neemt u ze maar gerust, lachte hij geamuseerd, en ik hoop, dat ze u heel veel geluk mogen brengen. Opeens een stem, die ongeduldig vroeg of de juffrouw nu eindelijk kwam Dol keek belangstellend op. Deze stem kwam haar bekend voor! In de deurope ning stond een sportieve blonde jonge man, bruin verbrand met helderblauwe ogen Gaat u mee? Men staat al minstens een halfuur op u te wachten. Ja, ziet u, er waren geen stokken meer en nu heb ik van mijnheer hier, deze mooie gekregen. Kijk eens, wat een beelden! Enorm, maar gaat u nu maar gauw mee! Dol bedankte de hotelier hartelijk en hij moest lachen om haar enthousiaste woorden Ook de blonde Adonis grijns de Toen gingen Dol en hij naar buiten, in het voorbijgaan Dol's ski's meene mend, die heel eenzaam in de gang ston den Dol zette grote ogen op; ieder stond reeds keurig op de lange laten. Ans ge flankeerd c'oor Bert en Rolf, alles netjes in groepen achter elkaar. Kom je ook nog, riep Rolf. Kind, wat heb jij weer geteut! Je durft zeker met, hè? Nu, je moet me straks maar eens zien, grapte Dol terug, dan krijg je wel een beetje meer eerbied voor me. On derwijl peinsde ze, wie „die blonde" kon zijn. Waarom was hij haar komen op vissen bij de hotelier? Hoorde hij bij 't hotel? Was hij één van de skileraren of vertoefde hij, evenals zij, als gast hier? En, wat haar bovenal belang inboezem de, was, of hij werkelijk „de vreemde" van gisteravond was. Ze keek op hem neer. zoals hij op één knie hurkte om haar schoenen aan de ski's te bevestigen. Leuke blonde kop had hij en wat was hij bruin! Ziezo, jongedame, dat is klaar. Nu ziet u maar, dat u naar boven komt. Boven is de oefenweide, genaamd Idiotenhügel, vanwege de malle fratsen der beginnelingen. Daar worden de les sen gegeven. Ziet u daar vóóraan, die jongeman met dat zwarte haar? Dat is de skileraar. Die zal het u wel gauw bijbrengen. Krijgt u ook les? Wel gehad, maar nu niet meer. Ik kan er nu wel zo'n beetje op voort. Even daarna zette de stoet zich in be weging. En meteen begon de misère al; het paadje bleek veel te smal en boven dien liep het enigszins op, waardoor de meestcn meer achteruit dan vooruit gin gen Het was een werkelijk tobben en na enige ogenblikken kwam er een plof, ge volgd door een luide gil; iedereen keek om en men zag Dol, bijna plat voorover liggend met een vaart naar het hotel terugstuiven, niet bij machte om ook maar enigszins te remmen of te proberen op de voeten te gaan staan. Ieder scha terde en onder grote hilariteit schoof Dol op deze minder elegante manier de geopende staldeur binnen. Ondertussen hadden enige heren, onder wie ook de zwarte skileraar, zich een weg weten te banen door de angstig schutterende be ginnelingen en juist toen ze bij de stal aankwamen, vertoonde Dol zich in de deuropening, in elke hand een ski en een stok. Dat dce ik niet meer, hoor, lachte ze, haar zwarte krulien schuddend. Zo gek zien ze me niet! Wat een toestand. Enfin, die dingen heb ik uit en nu ga ik lekker lopen, tot ik ben waar ik wezen moet En, vervolgde ze tot de skileraar, of u nu kwaad wordt of niet, ik ga hier niet meer op die dingen. Heinz lachte maar eens en zei ondeu gend dat hij het toch wel aardig zou vin den om haar nog eens naar beneden te zien glijden, doch verzocht de andere beginnelingen, de houten latten maar af te binden en gezamenlijk naar boven te klimmen. Na veel gezucht en een heel klein beetje gemopper trok de kleurige lange stoet, omgeven door het helwit der bergen, langzaam naar boven, tot hij bij een bocht aan het oog onttrokken werd. Dol en Ans zaten heel lui met lang uit gestrekte benen op de lange bank voor het hotel; hun snoetjes glimmend van 't vet, de ogen beschermd door zonnebril len. Dol in een dun wit blousje, Ans in een fel rood jakje, dat allerliefst stond bij het prachtige blonde haar. Zalig hè, zuchtte Dol en porde Ans eens in haar zij. Kind, om nooit te vergeten. Nu, we mogen wel wat hebben; crimineel wat een morgen! Onze eerste les. Dat houd ik geen week uit, vooral niet als we 'smiddags ook moeten Tóch was het fijn. Weet je wat ik zo moppig vond? Die gymnastiek op de ski's; kniebuigingen, omdraaien, ja, ik weet al niet wat een malle fratsen. Hij deed het wel leuk, hè, die Heinz! Voor een goede sportleraar vind ik hem eigen lijk te klein. Maar wat is-ie lenig! Ge woon een slangenmens! Rolf en Bert kwamen aangeslenterd: Hebben jullie ook zo'n honger. Ik wel, begon Dol, maar dat is niets bijzonders; ik kan de hele dag wel eten. 't Is je anders niet aan te zien, zei Bert plagend. Jonge wat is het hi.er fijn, om niet meer vandaan te gaan en Dol, wat heb ik gegierd om jou, vanmorgen in die stal. Je deed natuurlijk weer dwaas. Dank u beleefd voor het compli ment! Alsof ik ooit .dwaas doe" en ze snoof minachtend. En hoe is het de freule bevallen? vroeg Bert aan Ans, kind, wat ben je beestachtig bruin! Erg moe? En de brui ne ogen keken een beetje bezorgd naar het tere meisjesgezicht. Wel een beetje, antwoordde Ans, maar ik ben het ook helemaal niet ge wend, zo dat geren en gevlieg en al die krachttoeren. (Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1951 | | pagina 4