TWEEDE BLAD TEXELSE COURANT
Twijnder's Manufacturen
Zonnepakje
ook ideaal voor
strandwandelingen
Een gift uit Amerika
IVOROL: tanden Wit adem Fris
Detectives
voor Uw gezondheid
Een avontuurlijke tocht
De „Hollandse" taal wordt ook gebruikt
in Australië
De vloot
gereed
tot
haringvangst
De malse maatjes komen!
ZATERDAG 16 MEI 1953
„Mooi zijn is een plicht voor elke
vrouw, arm of rijk. Het is een plicht te
genover haarzelf, haar omgeving en de
gemeenschap. Het is een plicht van elke
dag, ja van elk ogenblik. Een vrouw
moet er nooit slordig uitzien, zelfs niet
wanneer ze maar eens even naar de
kruidenier op hoek van de straat moet,
aldus de beroemde Engelse actrice Jean
Simmons, die een onzer medewerkers
gaarne een interview toestond: Zij ver
volgde:
Schoonheid is een kwestie van zelf
kennis, zelfcritiek. Kent u uzelf? Weet u
wat uw kwaliteiten en uw tekortkomin
gen zijn? Ontwikkel, verhoog de eerste
en verbeter de tweede.
Het is daarbij helemaal niet nodig
fantastische bedragen uit te geven aan
schoonheids-salons. Alles hangt af van
een goede smaak. Wat dikwijls de ene
vrouw goed staat, kan bij de andere af
stotelijk zijn. Daarom, kijk goed uit alls
u iets wilt nabootsen. Men vindt nooit
twee precies dezelfde vrouwen.
Denk ook maar niet, dat mooi worden
een kwestie van één dag is. Dit vergt tijd
en geduld. Men moet het leren hoe zich
op te maken en kleden en dit ook blijven
onderhouden. Daarbij zult u voortdu
rend met hindernissen rekening dienen
te houden.
Zo zijn er bv. vrouwen, die zich hard
nekkig vasthouden aan een bepaald soort
make-up of kapsel, dat hun beslist ndet
staat. Onderwerp u zelf eens aan een
grondige critiek. Kunt u dat zelf niet,
vraag dan het oordeel van anderen.
En dan nog één zeer belangrijk punt,
laat u niet misleiden door de mening
dat u de man van uw leven hebt ver
overd. Vandaag is hij u trouw, maar dat
wil ndet zeggen, dat hij het morgen nog
zal zijn. Hij heeft u om een bepaalde re
den gehuwd. Uw voorkomen blijft in zijn
geheugen gegrift en hij vergelijkt het
met dat van andere vrouwen. Zorg dat u
er altijd in zijn bijzijn verzorgd uitziet,
dat hij u niet ziet in een slordige peig
noir, of met krulspelden, of als hij 's
avonds thuiskomt, met een verhit, onop
gemaakt gezicht, omdat u het zo druk
heeft gehad die dag en nog aan het ko
ken bent. Blijf er altijd even verzorgd
uitzien als in de tijd dat u nog niet ge
trouwd was en hij u alleen maar van uw
beste kant zag".
En nu we toch op het terrein der
vrouwen zijn, willen we ook nog een
tipje oplichten van de Amerikaanse mo
de 1953.
Al is het dan nog geen zomer, men is
in Amerika aj druk bezig met het sa
menstellen van de zomercollecties.
Strand-garderobe.
Ook het zonnepakje is met vergeten,
daar de meeste Amerikanen hun vacan-
tdes doorbrengen aan zee. De Ameri
kaanse vrouwen maken van hun strand-
garderobe altijd ontzettend veel werk en
we laten u hier dan ook een strand-
japonnetje zien uit een grote collectie
jurken, pakjes etc. Het wordt gedragen
door de pittige en jeugdige Joan Rice en
is bij uitstek geschikt voor slanke fi
guurtjes. Het strapless bovenstuk is van
gebloemd katoen en de rok is wijd klok
kend van hetzelfde gebloemde katoen,
afgewisseld met stroken wit. De jurk
heeft een sluiting van achteren en een
ceintuur van dezelfde stof. Joan draagt
hierbij een paar wit rubberen schoentjes
die ideaal zijn voor wandelen langs het
strand.
De heer A. van Dienst ontving uit
Amerika een postwissel van 40 dollar
(f 150,-), welk bedrag bestemd was voor
het Rampenfonds. De som was geschon
ken door mevr. Buckley en een harer
kennissen Mevr. Buckley is de moeder
van de officier-vlieger J. H. Buokley, due
op 3 April 1945 op ons eiland omkwam.
(Men zal zich herinneren, dat toen in
het Hoornder-Nieuwland een Amerikaan
se bommenwerper neerstortte waarbij
alle inzittenden de dood vonden) Na
zijn voorlopig graf op het oorlogskerkhof
aan de Kogerstraat te Den Burg, vond
de heer Buckley zijn laatste rustplaats op
een Centraal Amerkaans Kerkhof in
Frankrijk. De heer Van Dienst houdt
van tijd tot tijd briefwisseling met de
moeder van de gesnevelde.
FEUILLETON
door T. LODEWIJK
6). Ik heb liever, dat u 't zegt, waag-
I de hij, dan weet ik, waar ik aan toe ben.
Waarom wilt u dat weten? Wat in-
I teresseer ik u?
Heel veel, wilde hij zeggen. Hij had
I Rudi Taal al gekend toen hij nog in
I Zuidhoek woonde. Haar prachtige haar
was hem het eerst opgevallen, het frisse
gezicht, haar slanke, mooie gestalte. En
de manier, waarop ze lachte.
Een beetje jongensachtig verliefd was
hij op haar geweest, maar hij had wel
begrepen, dat hij als zoon van de felste
concurrent, haar moeilijk kon benaderen.
Zijn studie vergde veel tijd. Hij was geen
jongen die achter de meisjes aanliep. En
langzamerhand had hij haar vergeten.
Nu hij haar had weergezien, geen aar
dig meisje meer, maar een knappe jonge
vrouw, met een verrassende zekerheid
van optreden, kwamen de oude gevoelens
plotseling en veel sterker, weer boven.
Hij had haar al gezien, toen ze binnen,
was gekomen. Onder het concert
had hij geen oog van haar af gehad. En
in de koffiekamer had hij al zijn moed
bijeengeraapt en haar aangesproken,
dankbaar voor het motief.... zij was
I ook uit Zuidhoek. Wat hij daar niet had
durven doen, kon hij 'hier in Amsterdam
op vreemde grond wel wagen.
Rolf Twijnders wist niet wat er alle
maal in dat kleine winkeltje van Taal
gestreden was. Hij had nooit gemerkt,
data zijn vader het speciaal op de onder
gang van de firma Taal voorzien had,
geloofde dit ook niet. Daarvoor was zijn
vader te zakelijk, te ruimdenkend ook.
Vader, die tenslotte van,zijn lievelings-
wens: zijn zoon in de zaak, was afge
stapt om. hem zijn zin te geven en te la
ten 9tuderen. Soms twijfelde hij, of hij
wel goed had gedaan. Maar de jaren van
studie waren nooit weg
En nu liep hij hier naast Rudi Taal en
ze was verbitterd. Ze had een wrok te
gen hem, omdat hij de zoon van zijn va
der was. Rolf kon zich dit bijna niet
indenken. Het leek hem onjuist en zelfs
oneerlijk. Maar het was met anders.
Wat interesseer ik u, ja, ze moest eens
weten, hoe ver hij in dat uur in de con
certzaal gekomen was. Wilde, roekeloze
plannen! Hij realiseerde zich, dat hij
werkelijk tot over de oren verliefd op dit
meisje was. Hij, een beetje terughou
dend, met altijd zeker van zijn zaak, be
wonderde met alleen haar uiterlijk,
maar ook 'haar levenslust, haar zeker
heid van optreden, .de vitaliteit, die van
haar uitstraalde. Een wonder gewoon
weg, dat ze nog niet verloofd was. Maar
ze droeg nog geen ring, dat had hij zo in
de gauwigheid al wel gezien
U interesseert me, zei hij na 'n lan
ge pauze omdat, .j a, wat moest hij
zeggen?
Ze hielp hem niet, wandelde naast hem
voort, onverschillig-hard het anders zo
vrolijke gezicht. Ze leek hem nu nog
mooier dan anders. Karakter had ze. Bij
na vorstelijk \yas ze, zoals ze daar liep
Ach hij maakte een maaibewe-
ging met zijn arm waarom moet ik
dat allemaal zeggen. Ik was blij, dat ik
u zag, vanavond. Ik vind hét prettig om
naast u te lopen. Ik wilde, dat ik u va
ker kon zien, dat we eens wat konden
praten over. over alles.
En als ik daar nu helemaal geen
prijs op stel?
Dat is uw goed recht. Maar waar
om bent u zo. zo hard?
Rudi stond Stil. Ze keek hem vlak in
't gezicht.
Dat zal ik u vertellen, meneer.
meneer Twijnders. Uw vader heeft de
zaak, waarin mijn tante zovele jaren
heeft geleefd en gewerkt, geruïneerd. Hij
heeft haar de dood ingejaagd met zijn
niets ontziende concurrent/ie. Dat heb ik
hem in zijn gezicht gezegd. Ik wil niets
met Twijnders te doen hebben, noch met
de vader, noch met de zoon. Ik vind het
al erg genoeg, dat ik weer aan die ver
schrikkelijke periode herinnerd ben.
Daarom zult u mij en plezier doen met
me voortaan met rust te laten. Daar
komt m'n tram. Adieu.
Met vlugge passen beende ze naar de
tram. Hij zag hoe de behulpzame con
ducteur haar op het achterbalcon hees.
Ze keek niet meer om. Hij zag haar rech
te rug tussen de banken doorschuiven.
Tweemaal klonk het fluitsignaal. En hij
keek de wegrijdende tram na.
Maar Rolf Twijnders mocht dan al wat
verleden en terughoudend zijn, hij had
het doorzettingsvermogen van zijn va
der geerfd. Hoe moeilijk het ook was in
een metropolis als Amsterdam één mens
te ontdekken, Rolf slaagde er in. Hij had
daarbij geluk, want hii ontmoette de ou
de heer Geraerdts, die hij wel kende om
dat hij tegenwoordig oök de firma Twijn
ders bezocht. Die vertelde hem genoeg
over Rudi Taal. En hij mocht het zijne
denken over de belangstelling van de
jonge Twijnders voor het nidhje van juf
frouw Taal, dat liet Rolf koud. Hij had
lange tijd nodig om zijn moed te verza
melen, maar op een avond belde hij bij
Rudi's woning aan.
(Wordt vervolgd).
ONGELUK BIJ RIOLEERINGS-
WERKZAAMHEDEN
De heer D. Bonne, Dorpsstraat, De
Koog, kreeg bij rioleringswerkzaamhe
den aan de Hoornderweg (tochtsloot) te
Den Burg, een bak met zand op zijn voet.
Een röntgenfoto wees uit, dat het getrof
fen lichaamsdeel gebroken was, zodat de
heer Bonne naar Den Helder moest wor
den vervoerd.
BOUWVERGUNNINGEN
De heer S. Hemelrijk, Oudesdhild 184,
verbouw voorgevel. F. L. de Grave, B157
uitbreiding bollenschuur. W. v.d. Werf,
K 82, verbouw boerderij. N. M. Schoo, K
99b, verbouw voorgevel. A de Smidt, O
156, bouw landbouwihangar. O. Kuil, C
100, bouw schuurtje. P. Keijser, Wester-
weg B 22, verandering schuur. H. v. d.
Geest, H 20, aanbrengen raamkozijn in
zijgevel. J. Vlas Czn., Oudesdhild 410,
■bouw kippenhok. B. Hoogenbosch, B 142,
bouw kippenhok.
S.V.C. ONTVANGT SINT BOYS
Hedenavond komt de sportvereniging
Sint Boys uit Sint Maarten bij SVC voor
een weekend. Om plm. half 7 worden ze
op De Cooksdorp verwacht. De officiële
ontvangst zal plaats vinden bij de heer
Nota, waar de pleegouders verzocht wor
den omstreeks die tijd aanwezig te zijn
voor het afhalen van hun gasten.
Na de wederzijdse kennismaking is er
's avonds gelegenheid om de feestelijke
opening van Hotel De Hoop mee te ma
ken. De directie van dit hotel heeft hier
spontaan aan meegewerkt om onze gas
ten een genotvolle avond aan te bieden,
hetgeen door ons bestuur ten zeerste ge
waardeerd wordt.
Zondag komen de verenigingen op het
groene veld tegen elkaar uit. Het pro
gramma bevat voet- en handbal. Om
half 2 wordt begonnne met voetbal, voor
zover dit bekend is op dit moment (Don
derdag). Mocht in het programma ver
andering komen, dan wordt dit Zaterdag
bekend gemaakt bij de aankomst van on
ze gasten Wij hopen, dat ieder zal mee
werken om dit sportweekend tot een
succes te maken. Een goed begin is 'het
halve werk. Om dan goed te beginnen
worden alle ingezetenen van de Noord
punt verzocht, de vlaggen uit te steken.
Dan krijgen we al een feestelijk aan
zien en als het weer dan meewerkt, dan
komt het zeker wel in orde. De spelende
elftallen staan in het kastje.
Op een goede morgen kunt u misschien
een oproep in uw brievenbus vinden om
u op een bepaalde dag voor onderzoek
op het consultatieburean voor tubercu
losebestrijding te melden.
Daar staat u waarschijnlijk wel even
paf van. U mankeert immers niets! En
toch is die oproep wel degelijk voor u
bestemd. Hoe komt dat?
Speurwerk
Tuberculose is een besmettelijke ziekte
veroorzaakt door de tuberkelbacil. De
eerste vraag, die de arts van een con
sultatiebureau zich dan ook stelt is:
waar is de patiënt besmet? En dan komt
het detectivewerk op gang. In de aller
eerste plaats worden de huisgenoten van
de zieke opgeroepen. Om twee redenen.
Eén van hen kan de besmettingsbron
zijn geweest. Bovendien kan, omgekeerd,
ook de patiënt zijn omgeving hebben
aangestoken. Ook wanneer verder nie
mand van het gezin tuberculose heeft,
worden ze toch nog van tijd tot tijd op
geroepen voor controle. Want in tegen
stelling tot verkoudheid of griep, is tu
berculose een sluipende ziekte, waarbij
het lang kan duren eer er duidelijke
verschijnselen zijn. En hoe eerder de
behandeling begint, hoe beter en sneller
veelal het resultaat ervan.
Besmetting op het werk
Heeft de besmetting niet thuis plaats
gevonden, dan worden de mensen opge
roepen, met wie de patiënt dagelijks in
aanraking kwam. Dus zijn collega's op
werk of kantoor. Ook in dat geval is het
in het goedbegrepen eigenbelang van de
opgeroepene meteen aan die oproep ge
hoor te geven Want de patiënt kan
ongeweten en ongewild door een der
collega's besimet zijn, maar die collega's
op hun beurt kunnen ook door de pati
ënt weer zijn aangestoken. De consulta-
tiebureaux werken dus in het belang
zowel van de gezonden als van de zieken.
Met andere woorden: voor uw persoon
lijke gezondheid!
Ook op school
Op de scholen werken de schoolartsen
voor de gezondheid van uw kinderen.
Daarbij speuren zij o.a. ook naar besmet
ting met tuberculose door middel van de
tuberculineproef. De tuberculine wordt
dan b.v. door een krasje in de huid ge
bracht. Gebeurt er in twee of drie dagen
naderhand niets, dan spreken we van
een negatieve reactie. Het kind is dan
niet met tuberculose besmet. Wordt de
omgeving van het krasje na enkele da
gen rood en gezwollen, dan is de reactie
positief. Dit betekent nog lang niet al
tijd, dat de onderzochte ook werkelijk
ziek is. Maar het is wél een reden tot
een nader onderzoek op een consultatie
bureau.
Voor uw gezondheid
Zo werken artsen en consultatiebure-
aux in het belang van het gehele Neder
landse volk om de tuberculose te bestrij
den. Gelukkig met heel goede resultaten.
Maar zolang er nog besmettingsgevaar is
in 1952 werden circa 15.000 nieuwe
gevallen van tuberculose geconstateerd!
is het werk nog steeds hard nodig. En
dus ook: uw medewerking, als u eens
zo'n oproep mocht krijgen!
door Tj. Wassenaar
IV
De weg is hier druk van de auto's, al
licht dat het vlugger gaat. Laten we nu
een lift krijgen tot vlak bij Morwell.
Mijn maat zat voorin, ik achter op het
bakkie. Het was een lange rit, zo'n 300
km. Het landschap werd niet mooier.
Geen bergen meer, kale vlakten met
overal dode bomen. Ja, het werd steeds
lelijker. 12 Mijl voor Morwell werden we
afgezet om al heel spoedig een lift tot
Morwell te krijgen. Het begon te sche
meren toen we in Morwell aankwamen.
Dit was een dag van 620 km. Maar Mor
well stond ons niets aan. Nee, dat was
ook niks. Doch we waren er moesten kij
ken naar onderdak. Zouden er geen
Hollanders wonen? Wij naar een taxi.
Ja, die wist er wel een. Kunt u ons er
brengen? vroegen we, want het was al
donker geworden. Nu, hij bracht ons er
door een modderweg, bar! Hij zette ons
af bij een mooi huis, maar daar achter
stond nog een huis en daar woonden ze,
dacht hij, of in het eerste, we moesten
maar vragen.
Wij er heen. De eerste deur, wij luis
teren (want een bel was er niet), daar
hoorden we Engels Toen achter om.
Daar sond nog een huisje, wij weer luis
teren. Het eerste wat we hoorden was:
„Verrek nu gauw!" Dat was Hollands!!!
Dat kon niet missen. Onze taal zo klaar
als een klontje.
Nr. 262.
JOPIE MAAS
Maandag 18 Mei a.s. viert Jopie haar
achtste verjaardag. Ze woont tegenover
het beroemde fort De Schans. Op die ou
de wallen kun je fijn spelen en stralks,
aan de andere kant van de waddenzeediik
kun je heerlijk zwemmen. Ze kan 't nog
wel niet, maar is vast voornemens het
komend seizoen te leren. Daarom hoopt
ze op een échte zomer.
Dinsdag 26 Mei a s. vaart de haring-
nefcvloot uit. Dan begint de jacht op Hol
landse Nieuwe Aan het vertrek der
vloot gaan altijd de vermaarde Vlagge
tjesdagen vooraf. Deze worden op Zater
dag 23 Mei en de beide Pinksterdagen
gehouden te Vlaardingen, Scheveningen
en IJmuiden. Daar liggen dan de fraai
geschilderde haringschepen onder een
rijke vlaggen tooi te pronken. Dit jaar
lijks schouwspel pleegt vele duizenden
kijkers te trekken, 's Zaterdagsmiddags
23 Mei worden in genoemde plaatsen ve
le feestelijkheden georganiseerd Optoch
ten, het hijsen van de Bedrijfschapswim
pel voor de best verzorgde haring door
Drs D. J van Dijk, voorzitter-directeur
van het Bedrijfschap voor VisserijDro-
ducten, ditmaal op de SCH 233 enz. 's
Avonds liggen de schepen onder 't licht
van schijnwerpers.
's Zondags is het 'kijkdag, 's Morgens
worden in de meeste kerken bidstonden
gehouden voor de „grote visserij" en 's
middags plegen allen naar de kant te
gaan om met vele „vreemdelingen" te
genieten van het schoon der vloot, die
gereed tot haringvangst ligt.
De haringdrijfnetvloot van Nederland
bestaat uit 250 schepen. Wanneer in het
hoogseizoen alle schepen met een vleet
de verzamelnaam der netten ongeveer
3000 meter vissen, hangen dus per
nacht plm. 750,000 meter netten in de
Noordzee. Dat is (ongeveer) de afstand
Amsterdam-Berlijn. Vorig jaar voerde de
haringvloot 958,140 kantjes aan. Dat was
95,328 kantjes meer dan het jaar daar
voor.
Bovendien werden 42,831,000 kg. verse
haring aan de wal gebracht. Kolossale
hoeveelheden. Voor het eigen land en.
voor vele inwoners van andere landen.
Haring is altijd een belangrijk export
artikel geweest. Vorig jaar gingen de va
ten naar niet minder dan 37 landen. Om
er enkele te noemen: België, Duitsland,
Ver. Staten, Canada enz.
Dinsdag vaart het eerste deel der vloot
uit. De rest volgt een week later. Men
begint met 50 netten, o.a. om de grootst
mogelijke zorg aan de malse jonge ha
ring te kunnen besteden. Woensdagavond
gaat de vloot vissen. Dan worden de net
ten uitgezet, „geschoten" zeggen de vis
sers. In de nacht van Woensdag op Don
derdag gaan ze halen. En dan (als er ge
vangen wordt) zal een aantal snelle kie
len met eigen vangst en die van koppel
genoten naar het vaderland snellen. De
„strijd", hoewel volkomen vreedzaam,
ontbrandt dan in volle hevigheid. Wie zal
de eerste Hollandse Nieuwe aanvoeren?
Een Vlaardinger, een Sdhevemnger, een
Katwijker of een IJmuidenaar? Wanneer
alles naar wens verloopt, kan a.s. Vrijdag
de eerste nieuwe aan de wal worden ge
bracht. Dan zullen de vlaggen aan wa
gens en winkels wapperen. Dan zijn ze
er: de malse maatjes!
De kennismaking was allerhartelijkst
en, er werd gauw wat voor ons klaarge
maakt. Onderdak konden ze ons niet
geven, maar men ging met ons mee om
te zoeken. Uiteindelijk belandden we bij
een andere Hollandse familie. Deze wa
ren in Indië geweest. We vertelden waar
we uit Holland vandaan kwamen. Mijn
maat kwam uit Groningen. Toen ik zei,
dat ik van Texel kwam, "nou toen was 't
klaar. Ze hadden ook een vacantie op
Texel doorgebracht, bij Adrie Huisman,
aan de Kogerweg bij het kerkhof, weet
je wel! Nou, of ik die kende. Had ik nog
mee ondergedoken gezeten in Leeuwar
den. Echte koffie werd gezet, koek en
gebak kwam op tafel en het werd laat
eer we gingen slapen.
's Morgens vroeg namen we afscheid
van deze hartelijke mensen die ons nog
de nodige boterhammen voor onderweg
mee gaven. Wij gingen weer richting
Baimsdale, naar Melbourne hadden we
geen zin. Dt eerste lift was 7 mijl met 'n
melkboer Dit telde af van onze 199
mijl. We gingen staan bij een spoorweg
overgang, waar de auto's de minste snel
heid hadden. Vele gingen voorbij. Ja,
in Morwell was geen werk. De Union
(Bond) had daar het werk zwart ver
klaard, d.w.z. er werd met gewerkt we
gens een paar ontslagen. Deze heeft veel
te vertellen hier en wordt door de ar
beiders gehoorzaamd. Hele werken leg
gen ze stop! Zo was het ook in Morwell.
Dit was niks voor ons.
Bij de spoorweg hebben we ook niet
lang gestaan, al spoedig stopte er een
truck. „Waar moeten jullie heen?"
„Naar Bairnsdale! O K! stap in, hij
moest er ook heen. In één ruk
gingen we door. Wat een pracht
kerel! We moesten de hele weg van hem
roken en niette kort. Vele woorden En
gels leerde hij ons onderweg door op din
gen te wijzen en het dan langzaam uit
te spreken. Om dezelfde tijd als daags te
voren stonden we weer in Bairnsdale,
waar we een politieagent aanschoten om
werkmogelijkheden hier. Volgens hem
moesten we naar Lakes Entrance. Nu,
wij konden die kant wel eens uitgaan.
Wat wisten wij van Australië, waar het
nu wel of niet goed was. We gingen bui
ten de slad en hebben eerst heerlijk in
de vrije natuur wat gegeten, met het uit
zicht op een groot mooi meer Een grote
brug over een rivier en bergen met
sneeuw op de top. Ja, daar waren we
vandaan gekomen. Brrrr!
Na het eten gingen we weer aan de
weg staan, maar weer met de duim staan
zwaaien. We raakten er al aan gewend.
Weer nieuwe kennismaking en Engels
praten, waar je zo moe van werd, goed
luisteren, denken wat je moest zeggen.
Hollands praten tegen elkaar ging niet.
Dit zou ongepast zijn tegenover je gast
heer, die gratis ruimte in z'n auto aan je
afstond.
Al spoedig een truck, die ons in één
ruk naar Lakes Entrance bracht. Een
man, die met veel zei en zijn radio kei
hard aanzette Het was een lift van 45
mijl, dat was tezamen 244 mijl. Lates
Entrance was meer dan wij verwachtten.
Wat we zagen overtrof alles. Voor ons
lag een meer, daarachter een echte duin-
richel met breed strand en zee. Aan de
landkant bergen met schitterende bossen.
Hier zou ik wel willen wonen. Een bad
plaats, mooier dan De Koog. Palmbomen
langs de meerkant. Zeldzaam, zo mooi!
Hier moesten we werk en huisvesting
zoöken! Maar alles liep tegen. De één
stuurde je naar de ander. Wel werk,
maar hoe lang? We waren vreemden; ze
kenden ons met. Het is voor een baas ook
een gok. Als vrije jongen geeft dat niet,
en kun je iels wagen, maar wij hadden
een gezin! De moed zakte ons in de
schoenen (voor het eerst!) Wat te doen?
Op een omgevallen boom hebben we be
raad gehouden. Verder hadden we niet te
gaan. Ze hadden ons al verteld, daar was
mets dan bos. Mijlen en mijlen ver. Wat
nu? Laten we terug gaan naar 't kamp
en de volgende week de andere kant op
gaan. We kunnen onze kleren wat op
knappen (na die vele regen). Want op
Zaterdag en Zondag kun je hier toch
geen werk zoeken, althans gering. Goed,
we stapten op. Maar het was niet vroeg
meer en het kamp lag zo'n slordige 440
mijl, plm. 620 km. ver weg.
Weer stonden we aan de weg, met
weemoed naar Lakes Entrance kijkend.
Niet voor ons! We kregen een lift in een
luxe wagentje met een bejaard vriende
lijk baasje. Die naar zijn vrouw ging in
het hospitaal. Het was donker, toen we
voor de derde maal in Baifnsdale ston
den. Hij bracht ons naar een meliksalon,
waar trucks enz. stopten voor Mel
bourne.
Hier stonden we, uur na uur ver
streek, op en neer lopende. Om plm. 11
uur werden we gefloten. Het bleek het
oude baasje te zijn met neg iemand bij
zich. Die had hij voor ons opgescharreld.
Hii had werk voor ons. Niet veel, maar
als wij bij hem die schoorsteen enz voor
hem maakten, dan zou hij zien om meer
werk en huisvesting in Lakes Entrance.
We konden eerst naar het kamp gaan
met de trein en Dinsdags terugkomen.
Hij zou de reiskosen betalen en wij had
den een kans. Hij was een iklein boertje.
Wat een kans! Die mochten we niet la
ten lopen. Ja, beloven kon hij niets, wat
we begrepen, maar het was een kans.
Van onze kant beloofden we dat we te
rugkwamen. Ze namen afscheid van ons
en wij bleven vol goede moed achter.
We kochten een reepje chocolade, die
hier erg lekker zijn (in grote stukken).
Alles leek weer mooier en beter. Wat
deerde ons wachten nu nog?
(Wordt vervolgd).