Hoe bevorderen wij op Texel het kampeerwezen
m
Het wapen van Breeck
De avonturen
van Bim en Bam
Probleem
De outillage
|De
Op reis
(slot)
De heer Oskam schetste eerst de oude
situatie, daarbij stelde hij, dat de aspi
rant kampeerder, die bij aankomst op
Texel ontdekte, dat zijn kampikaart niet
voldoende was, maar bovendien een ge
meentelijke vergunning was vereist,
zich stellig heeft laten ontvallen: „Hoe
heb ik het nu? Is mijn kampkaart in de
ene gemeente niet dezelfde als in de an
dere?"
Dat zo iets er mede toe kan leiden, dat
hij een volgende keer zegt, ik sla dit jaar
Texel maar over, laat zich begrijpen.
Al staat*hiertegenover. dat Texel aan de
gunstige omstandigheden heeft te bieden
dat Texel toch een grote aantrekkings-
kampeerders nog wel zoveel andere
kracht blijft uitoefenen op de kampeer
ders.
De kampkaarthouders kunnen zich
voortaan na aankomst op Texel
rechtstreeks in verbinding stellen met
een exploitant, die van het gemeente
bestuur een kampeerexploitatievergun-
mng heeft verkregen
De kampeerexploitatievergunning blijft.
Deze zal in de toekomst nog aan belang
rijkheid winnen.
Door het niet meer vereisen van een
kampeervergunning van kampkaarthou
ders derft de gemeente een belangrijk
bedrag aan inkomsten. Om in deze in
komstenderving gedeeltelijk te voor
zien was een compensatie noodzakelijk.
De leges voor de exploitatievergunnin
gen zullen zoals u reeds werd medege
deeld, worden veihoogd. De leges be
dragen thans f 1.per persoon, bere
kend over de eerste 25 personen, van de
in de vergunning vermelde maximum
capaciteit, met een minimum van f 10.-
per vergunning, en voorts f 0,50 per per
soon, berekend over het aantal kam
peerders, dat blijkens de vergunning
boven het aantal van 25 maximaal tege
lijkertijd mag worden toegelaten Het
is dus momenteel zo, dat de grotere be
drijven naar verhouding minder betalen
dan de kleinere bedrijven. Deze bepa
ling is destijds opgenomen om uitbrei
ding van het aantal kleinere bedrijfjes
tegen te gaan. Deze bepaling heeft hier
inderdaad wel aan medegewerkt maar
toch mag wel gesteld worden, dat er een
zekere onbillijkheid in schuilt de grote
re bedrijven te bevoordelen boven de
kleinere. Daarom heeft het gemeentebe
stuur gemeend, dat bij deze verhoging
de leges in elk geval dienen te worden
gelijk getrokken. Dit te meer nu het ge
meentebestuur voor het seizoen 1954 als
leidraad heeft aangenomen om slechts
aan hen, die in 1953 een kampeerexploi
tatievergunning bezaten wederom een
dergelijke vergunning te verlenen.
Nieuwe aanvragers zullen dus in het
algemeen niet meer voor een vergun
ning in aanmerking komen. Dit vormt
voor de bestaande kampeerbedrijven een
zekere bescherming. Mede hierdoor zal
een uitbreiding van het aantal kleinere
bedrijfjes in de toekomst niet mogelijk
zijn. Daarom heeft de Raad zich kunnen
verenigen met 't voorstel de leges voor
kampeerexploitatievergunningen te ver"
hogen tot een bedrag van f 1,50 per per
soon, berekend over de maximum capa
citeit, van het betreffende bedrijf.
Er zullen voorlopig nog kampeerders
naar Texel blijven komen zonder kamp-
kaart. Dezezullen een gemeentelijke
kampeervergunning nodijg blijven heb
ben. De vergunning zal nu niet meer
ten gemeentehuize uitgereikt worden,
doch in het vervolg op het bureau van
de Rijkspolitie te Den Burg. Van de
kampeerexploitanten wordt verwacht,
dat zij hierin loyaal zullen medewerken
en in hun bedrijven geen mensen zullen
toelaten, die geen kampkaart of kam-
peerpaspoort bezitten. Indien zij geen
kampkaart hebben, dienen zij eerst op
het politiebureau een vergunning af te
halen (waar dan tegelijkertijd een kamp
kaart wordt aangevraagd), alvorens de
kampeerders op de bedrijven mogen
worden toegelaten.
De controle op de kampeerders zal nu
voor een groot deel buiten hen omgaan,
tenzij zij door hun gedrag met de politie
tin aanraking komen. Aan de exploi
tatievergunningen is de voorwaarde
verbonden dat de exploitanten de kamp-
kaarten van hun kampeerders tijdelijk
dienen in te nemen. Hierop zal het vol
gende seizoen nauwlettend worden toe
gezien.
Voor iedere kampeerder die op of in
een bedrijf kampeert dient de exploi
tant een kampkaart of vergunning in
zijn bezit te hebben. Hij geeft deze do
cumenten eerst bij vertrek weer aan de
betrokkènen af. Dit waarborgt de ex
ploitant de ontvangst van de hem toe
komende bedragen en hierdoor is te
vens een controle mogelijk, die buiten
de kampeerders omgaat.
Eveneens zal een volgend jaar een
verscherpt toezicht worden gehouden op
het bijhouden van de registers van ko"
mende en gaande kampeerders. De ex
ploitanten zullen ontdekken dat zij er
zelf veel gemak van hebben, als zij een
dergelijk register behoorlijk bijhouden.
Dit maakt de afrekening met de kam"
peerders gemakkelijker
Het volgend seizoen geschiedt de le
gesheffing nog op grond van de voor
elk bedrijf vastgestelde maximum capa
citeit, doch het ligt in het voornemen
van het gemeentebestuur om in de toe
komst als maatstaf voor de legeshef
fing aan te nemen het aantal overnach
tingen in elk bedrijf. Dit zal betekenen
dat de heffing voor verschillende be
drijven een juister maatstaf krijgt. Im
mers als er in het hoogseizoen in een
bepaald bedrijf 50 kampeerders verblij
ven, betekent dit nog niet, dat ook over
het gehele seizoen gerekend een
heffing naar een maximum capaciteit
van 50 personen verantwoord is.
Om deze maatstaf te bereiken is het
nodig, dat voor elk bedrijf aan het eind
van het seizoen 1954 beschikt wordt over
een juiste opgave van het aantal over
nachtingen.
Hiervan zullen de exploitanten aan
het eind van het seizoen 1954 een opga
ve moeten doen. Het is mede in het be
lang van de exploitanten zelf om aan de
verstrekking van deze gegevens mede te
werken. De gegevens zullen echter al
leen verstrekt kunnen worden indien de
overnachtingregisters nauwkeurig wor
den bijgehouden. Hieraan zal het ko
mende seizoen dan ook extra aandacht
worden besteed.
Aansluitend aan deze avond zullen
de consulenten van de Nederlandse
Kampeerraad de verschillende bedrijven
voorlopig gaan controleren. De voor
waarden, die aan de bedrijven gesteld
zullen worden, zullen de exploitanten in
het begin van het jaar 1954 worden me
degedeeld. De eindcontrole zal evenals
andere jaren in de eerste helft van de
maand Mei 1954 plaats vinden. Dan
wordt verwacht, dat de exploitanten aan
hun verplichtingen hebben voldaan. De
ervaring is, dat vele exploitanten het
nakomen van de gestelde voorwaarden
wel tot de uiterste datum laten wach
ten, wat dan tot gevolg heeft dat de ex
ploitatievergunning eerst laat kan wor-
Copyftghl P I B Boi 6 Copcnhogtr.
Wat zouden Bim en Bam van
plan zijn? ze staan voor de
spiegel, haarkammen, brilli'-
antine er in en kijk nou
toch, daar zijn ze ook nog be
zig om parfum te gebruiken.
En daar gaan ze, helemaal
opgetuigd. Ze gaan aan me
neer Olifant vragen of ze mo
gen gaan wandelen met zijn
twee aardige dochtertjes.
Mijnheer Olifant snuift eens
aan een zegt: „Wandel eerst
maar eens een stukje met
mij." Dan stopt hij hen alle
bei in de vijver tot er geen
parfum meer is te ruiken.
„Zo", zegt mijnheer Olifant.
„En ga nou maar wandelen
hoor, met mijn dochters."
den uitgereikt. Men moet er evenwel re
kening mee houden, dat een dergelijke
handelswijze in de toekomst niet meer
kan worden aanvaard.
Indien men bepaalde bezwaren heeft
tegen de opgelegde voorwaarden dan
kunnen deze tijdig, dat is dus binnen 'n
redelijke tijd na men met de opgelegde
voorwaarden in kennis is gesteld, naar
voren gebracht worden. Het gaat ech
ter niet aan hiermee te wachten tot de
eindcontrole in Mei 1954.
Uitbreiding van de bestaande bedrij
ven blijft mogelijk, indien de uitbrei
ding in alle opzichten verantwoord is.
Dit houdt iii, dat in het vervolg slechts
een bestaande vergunning zal worden
uitgebreid, indien voor de betreffende
kampeerschuur of het kampeerhuisje 'n
bouwvergunning werd verkregen. De
exploitanten dienen hiermede wel reke"
ning te houden.
Het gemeentebestuur van Texel heeft
de overtuiging, dat het aantal kampeer
ders op Texel zijn maximum nog niet
heeft bereikt. Gestage uitbreiding van
het aantal kampeerders blijft waar
neembaar. Hiervan kan ook Texel mee
profiteren. Het gaat erom het kamperen
in verantwoorde banen te leiden, en het
is mede de hulp van de kampeerexploi-
tanten die daarvoor noodzakelijk is.
Eén minder goede exploitant kan meer
bederven, dan tien andere kunnen goed
maken.
Het gemeentebestuur vleit zich met
de hoop, dat de van gemeentewege ge
troffen maatregelen er mede toe kun
nen bijdragen het kamperen op Texel
te stimuleren.
De heer Stoovelaar begon met op te
merken, dat de Kampeerraad reeds voor
de oorlog bestond en wel in de vorm
van de stichting „Veilig Tehuis", welke
was opgericht met het doel de bescher
ming van de jeugd t.o.v. het kampeer
wezen. Gedurende de oorlog was de
Kampeerraad buiten het schootsveld
van de Bezetters gebleven en na de oor
log werd zij gesplitst in de eigenlijke
Kampeerraad, die zich bezig houdt met
het regelen van het kampeerwezen voor
oudere personen, terwijl de stichting
„Veilig Tehuis" zich bleef belasten met
het jeugd-kamperen etc. Het onderbren
gen van vacantiegangers bleek nl. niet
alleen een probleem wat de jeugd aan
ging, maar ook de ouderen, waar men
allerhande bouwsels als kampeergelegen-
heden aanbood. De kampeerraad be
staat uit vertegenwoordigers van het mi
nisterie van onderwijs, sociale zaken en
binnenlandse zaken, van allle instanties,
die iets te maken hebben met de bui
tenrecreatie (zoals de VW, de Horeca,
de ANWB, de Oikava) plus vertegen
woordigers van de neutrale, de christe
lijke en de katholieke stromingen in het
jeugdwezen.
De taak van de kampeerraad is be
langrijk, want ofschoon velen reeds
kamperen (daaronder verstaat men met
alleen verblijf in tenten, maar ook in
kampeerwagens, schuren, bivakken
optrekjes als kippenhokken etc.) zal het
aantal kampeerders zich belangrijk uit
breiden, en dat terwijl de beschikbare
kampeerruimte nu al krap is.
Wie gastvrijheid verleent denkt in de
eerste plaats aan geld verdienen, ge
lukkig zijn er die als belangrijkste doel
zien het geven van een goede recreatie-
mogelijkheid en zelfs een taak zien in
het opvoeden tot goede kampeerders,
want velen moeten werkelijk nog gehol
pen worden bij de wijze waarop men
zijn vacantie het beste besteedt. Dat is
vooral nodig wanneer u jongeren huis
vest, want die hebben persé leiding no
dig. Wie dit werk opneemt moet er ook
voor berekend zijn: Ik zou me b.v.
nooit durven opwerpen als schapenfok
ker! Sommigen nemen het veel te licht
op: ze redeneren, dat het aardig wat op
brengt, vender-„rolt het welMaar
daar zijn wij niet mee klaar! Denkt u
nu niet, dat wij als consulenten van de
Kampeerraad het zo prettig vinden
maatregelen in te voeren, maar de er
varing leert ons, dat bepaalde maatre
gelen onontbeerlijk zijn. Heus, wij roe
pen niet bij de vaststelling van een ver
ordening „Hoera" en een ieder, die ons
iets aan de hand kan doen om alle be
palingen etc. overboord te kunnen wer
pen, waarbij alles toch in goede banen
wordt geleid, nodigen wij gaarne uit tot
het verstrekken van advies!
Met samenwerking is alles bereikbaar
en daarom stellen wij uw medewerking
op zeer hoge prijs. Betekent het uitvaar
digen van een verordening het beknot
ten van de vrijheid? In zekere zin wel,
maar vrijheid betekent niet, dat wij de
gasten maar onder mogen brengen op
de wijze zoals ons goeddunkt! B.v. een
vervuild kippenhok als „riant optrekje"'
te annonceren.Minder goede inrich
tingen moeten of van de kaart óf op
hoger peil worden gebracht. Minder
goede inrichtingen worden vandaag of
morgen opzij geschoven, zodat wantoe
standen in de gemeente tot een mini
mum zullen worden teruggebracht. Wij
kunnen bereiken, dat de gemeentebestu
ren meer aandurven. Weet u, dat er een
gemeente is, die van de exploitant een
waaihorgsom eist?- Zeker, u is baas op
eigen erf, maar de gemeente blijft ten
slotte de verantwoordelijke instantie.
Spreker behandelde voorts het doel
van de kampkaart. Wordt zo'n kaart in
gehouden, dan wil dat niet zeggen, dat
de persoon hem definitief kwijt is: van
alle ingehouden kaarten is het maar
eenmaal voorgekomen, dat de bezitter
ten tweede male voor de Kampeerkaar-
tencentrale moest verschijnen.
De instelling van de kampeerkaart
ging van de kampeerders zelf uit: dat
certificaat toch voorkwam allerhande
moeilijkheden.
Vervolgens besprak de heer Stoove
laar de outillage van de kampeergele-
genheden: er dient een wasgelegenheid
te zijn, zowel voor jongens als voor
meisjes, er dient een behoorlijk toilet
gelegenheid te zijn, een behoorlijke af
voer. U dient een nadhtregister bij te
houden, uw controle op de jongens en
meisjes moet u zien als een helpen van
hen in de omgang met elkaar, maak
hen vooral duidelijk, dat u geen exces
sen duit en het walletje bij het schuur
tje dient te blijven. Kinderen boven de
12 jaar mogen niet slapen in het ver
trek, waar de ouders slapen, ook mogen
meerdere echtparen niet in hetzelfde
vertrek slapen. Op Texel is een aantal
•heel goede bedrijven, maar het spijt
me dit te moeten zeggen er zijn oofk
zwakke broeders onder, die nodig moe
ten zorgen, dat zij gelijke tred houden
met de overigen. Spreker zette uiteen
waarom strozakken de voorkeur verdie
nen boven los stro. Schaf die dus aan
of schrijf uw gasten, dat zij zelf zakken
gelieven mee te nemen. Zorg voor een
vastgehaakte trap met een stevige leu
ning, in geval van brand of andere on
gerief kunnen daardoor ernstige onge
lukken voorkomen worden. Zorgt ook
voor een afscheiding tussen het hooivak
en de kampeerzolder. Anders zoudt ge
bij brand wel eens naast de verzeke
ringspolis kunnen grijpen!
Er zijn mensen die menen, dat zij bij
het ontbreken van een bepaalde ver
gunning toch wel door kunnen gaan
maar daar zullen zij op de duur toch
last mee krijgen!
Veel zou ik ook kunnen zeggen over
de mentaliteit van de jeugd uit de stad.
Als u de steedse verhoudingen kende,
zoudt u medelijden hebben met een be
paalde categorie jongens en meisjes en
die kunnen ook bij u belanden. Weer
andere ouders vertrouwen erop, dat
hun kinderen komen bij ouders, die be
reid zijn een stukje van de verantwoor
delijkheid te dragen Wat tenslotte het
toezicht betreft: wij hebben liever, dat
u toezicht houdt, dan dat de politie de
ze taak verricht! Uiteindelijk blijft het
ons streven met zo min mogelijk formu
lieren zo'n groot mogelijk effect te be
reiken.
ZATE
Üitgc
Boek
Den
De 1
aars
1 De
dag ti
vij Yii
:enaai
daar
is St
leegc
■aan -
enhu
t'ange:
ïo ud
?en fc
De
•n zie
eest i
ils bi
en. J
ïog al
:ijn v
I
:en vc
- 2
vei
Surop.
ils ee:
en e.c
iuslar
Zo
en, v
oze j<
nengd
an v
iiversi
nente:
fig
italin
een, v
eldpo
ïeer I
vas i
•oonhe
roerde
uister
estud
>el bi
I
oor e
al m£
im nit
E
ijking
ioorda
:al bei
Rheumatischö Pijnen
slopen Uw krachten-
Maar st vreten ook in
op Uw humeur en gesteL
Laat dat toch niet zo doorgaan. Drijf die
pijnen uit! Met een bloedzuiverende Kru
schen-kuur. Met de jaren gingen Uw le
ver, nieren en ingewanden trager wer
ken. De zes minerale zouten v'an Kru-
schen brengen ze weer op gang. Als dat
gebeurt, geen opeenhoping van onzui
verheden meer in het bloed En daarme
de behoren dan ook vanzelf die pijnen
tot het verleden.
FEUILLETON
door T. LODEWIJK
26.) Plotseling schoot haar het eigenlij
ke doel van de tocht te binnen. Ze be
sloot van zijn stemming gebruik te ma
ken.
Nu, dan hebt u een wonder verricht
glimlachte ze ik heb hem nooit als
een lam gekend. Hij is met makkelijk.
Je vader en ik zijn het goed eens met
elkaar zei Sartorius met glimlachen
de vertrouwelijkheid. En we zullen
het nog wel veel méér eens worden. Ik
heb je vader al verscheidene malen ge
holpen en ik wil het nog vaker doen.
U vader geholpen?
Sartorius werd praatlustig en wilde
indruk op het meisje maken.
Ja, dat had je niet gedacht hè? van
een vent als ik. Maar zo ben ik. En ik
wil nog wel veel verder gaan. Als jij me
maar een handje helpt, brengen we je
vader wel tot rede. Want wij verstaan
elkaar wel, Marian, heb ik gemerkt.
Je bent een meisje van achttien karaat,
een echt raspaardje.
Ga me nu niet met een paard verge
lijken coquetteerde Marian maar in
haar hart had ze hem een oorvijg gege
ven dat was niet voor de eerste
keer, bedacht ze. Nu toonde Sartorius
zijn ware aard.
Trek je van je vader maar niets
aan ging de ander rustig door zo
lang wij samen het eens zijn vindt hij
alles goed. En wij tweeën spreken elkaar
nog wel eens, Marian.
Dezer dagen moet je eens bij me thuis
komen kijken, dan kunnen we zien hoe
alles moet worden. Nou, meiske, moet je
nog een glas champagne? Kom, dan ver
dwijnen de zorgen, we maken er een
gezellige avond van, laat die wagen de
pip krijgen, voor mijn part blijft ie de
hele nacht onder water. Wij vervelen
elkaar nog niet, wat?
Manan sloeg nu de schrik om het
hart. Wat was hij van plan, wat bezielde
hem? De correcte, beleefde Sartorius
van vanmorgen was verdwenen, hier
zat ze met een Lebemann die een avond
je uit was met een aardig meisje en pro
beerde waar voor zijn geld te krijgen.
Ze slaagde er in baar gezicht vriende
lijk te houden. Excuseer me een ogen
blik zei ze. Hij glimlachte vaderlijk-
welwillend en schonk nog eens in.
Marian haastte zich naar het toilet, de
enige plaats hier, veronderstelde ze,
waar het rustig was en ze een ogenblik
kon denken. Ze liep achteloos langs de
toiletjuffrouw, die met een witte jas aan
als een boedhabeeld gedoken zat achter
een schoteltje met een tienfrancstuk er
op.
Ze hoorde de verbaasde, halfgesmoorde
uitroep van de vrouw en keek op. Ze
staarde in het gezicht van Marie Gort,
die jarenlang werkster in Het Wapen
was geweest, voor ze met haar man naar
Amsterdam vertrok.
Juffrouw Marian zei de vrouw
verbaasd wat doet u hier en toen,
opeens denkend aan haar positie
neem me niet kwalijk, ik was zo ver
baasd u hier te zien. Ze dacht aan de
regels van het huis: klanten werden hier
gekend noch herkend, je nergens mee
bemoeien, mondje dicht. Als juffrouw
Marian.
Maar Marian was veel te blij dat ze
in deze onbekende, vijandige wereld een
vertrouwd gezicht zag.
Marie zei ze verrast wat doe
jij hier.
Ja, dan kan ik jou ook wel vragen -
Marie Gort legde haastig uit. Haar
man was gestorven. Door een kennis had
ze dit baantje gekregen. Niet slecht.
Maar een hele overgang met Het Wa
pen zei ze vertrouwelijk. Neem me
niet kwalijk, juffrouw Manan, maar u
had ik 'hier niet verwacht.
Ik ben hier.met een kennis
zei Marian, en legde snel uit hoe de si
tuatie zat. Marie liet veelbetekenend de
wenkbrouwen zakken.
Defect aan de wagen, hè? zei ze op
schampere toon. Als het niet te as
trant is, juffrouw, hoe heet die kennis?-
Sartorius antwoordde Marian hij
woont in Breeck, op die witte villa, je
weet wel, waar vroeger meneer Goude-
ket woonde.
Sartoriuspeinsde Marie toch
niet de Chinees? Zo noemen wij hem.
Een klein mannetje met zwart haar, ziet
er uit als een Chinees, bril, snorretje, en
een hoop poen.
Lijkt er veel op stemde Marian
toe.
En moet u nou nog met hem terug?
Ja dat zal wel moeten. Over een dikke
twintig minuten gaat de laatste trein,
dan ken u niet meer weg.
Marian sperde de ogen wijd open.
Hieraan had ze nog niet gedacht. Dan
was ze aan Sartorius overgeleverd. Dan
móest ze met hem mee, of ze wilde of
niet. Ze kon natuurlijk in Amsterdam 'n
hotel zoeken, maar dat was nu ook niet
bepaald aanbevelingswaardig in zo'n po
sitie.
Marie Gort kende haar wereldje en
ze kende Marian. Ze merkte de onzeker
heid van het meisje op, en ze begreep
méér dan ze zei. Eén ogenblik weifelde
ze. Mondje dicht, je met niemand be
moeien. Maar dan dacht ze aan Marian
die ze als schoolmeisje gekend had met
haar witte vlinderstnkken. Marian, die
altijd vrolijk en aardig was geweest,
niks geen kouwe drukte.
't Is misschien erg brutaal van me,
juffrouw Marian, en ik zet mijn betrek
king op 't spelmaar als ik u was
dan smeerde ik 'm. Ik nam een taxi en
reed as de wind naar Centraal, pakte de
trein en ging naar huis, zonder die me
neer.
Maar ik kan 'm toch niet zonder
meer laten zitten?
Die troost zich wel zei Marie
en als u het hem vertelt hebt u geen
kans meer. Hebt u nog iets in de garde
robe?
Marian dacht snel na Nee ik heb
alles, m'n tasje ook.
Geld?
Ja genoeg.
Nou, juffrouw Marian, wees wijs en
piep d'r tussenuit, 't Kan nogover
tien minuten zit u op het station. Taxi
dan Uw spoorkaartje ge- \jj
haald bij de V.V.V.„Texel" V
staat om de hoek.
Marian weifelde kort. Dan dacht ze
aan het gezicht van Sartorius, zijn op
merkingen, de manier waarop hij mei
haar gedanst had.... haastig frommel
de ze in haar tasje, stopte Mane een
gulden in de hand Hier Marie, dank
je welik zal het maar doen. Dag
en weg was ze.
Marie Gort keek verbaasd naar het
muntbiljet, dan naar de snel verdwij
nende. slanke gestalte in het grijs.
De 1
:il and
ijn ha
n de
ïog al
iet ha
te
erjaai
,De
ing gi
:en.
Iraam
net al
>eeldei
leeft i
'aak f
lereike
en so<
intwik
Maai
ieels j
'an ee
aren i
ntwik
ie ziel
egratii
laarbij
len vó
Iraam
194
Iraam
elangs
eggen
oor ei
ondhe
Na k
poeddg
inele
de
n zijn
ras tol
ferd z
et lot
loeten
edel ij k
en, d
!p
Afijn besloot ze niemand n de c
het 't gemerkt. Het zou zonde zijn van
de meid. Als het mijn dochter was....
en ze dacht aan Marians moeder. Die
was er niet meer. Nou, vanavond had
Marie Gort dan maar es voor een keer
tje moedertje gespeeld!
V
Marian leunde terug in de kussens
van de coupé. Ze had tweede genomen,
daar zat ze rustig. Ze liet het gebeurde
van de dag als een film langs haar ge
sloten ogen gaan. BahSartorius. Hij
was tóch wat ze had gedacht.
In de taxi had ze nog een ogenblilc
getwijfeld. Stel dat het echt was met die
motorpeoh. Maart och. het idee dal en; da
ze met deze man nog enkele uren, in de
beslotenheid van de grote wagen door
de stilte zou moeten rijden, deed haar
huiveren.
verwu
Iraam
klu
ij niei
berken
nverm
'emig
oor zi;
leeds i
rieven
elijk,
[eest,
jn bri
n. Zc
gesc
>and ti
tak te
oorbee
l>j toch