Hoe bevorderen wij op Texel het kampeerwezen m Het wapen van Breeck De avonturen van Bim en Bam Probleem De outillage |De Op reis (slot) De heer Oskam schetste eerst de oude situatie, daarbij stelde hij, dat de aspi rant kampeerder, die bij aankomst op Texel ontdekte, dat zijn kampikaart niet voldoende was, maar bovendien een ge meentelijke vergunning was vereist, zich stellig heeft laten ontvallen: „Hoe heb ik het nu? Is mijn kampkaart in de ene gemeente niet dezelfde als in de an dere?" Dat zo iets er mede toe kan leiden, dat hij een volgende keer zegt, ik sla dit jaar Texel maar over, laat zich begrijpen. Al staat*hiertegenover. dat Texel aan de gunstige omstandigheden heeft te bieden dat Texel toch een grote aantrekkings- kampeerders nog wel zoveel andere kracht blijft uitoefenen op de kampeer ders. De kampkaarthouders kunnen zich voortaan na aankomst op Texel rechtstreeks in verbinding stellen met een exploitant, die van het gemeente bestuur een kampeerexploitatievergun- mng heeft verkregen De kampeerexploitatievergunning blijft. Deze zal in de toekomst nog aan belang rijkheid winnen. Door het niet meer vereisen van een kampeervergunning van kampkaarthou ders derft de gemeente een belangrijk bedrag aan inkomsten. Om in deze in komstenderving gedeeltelijk te voor zien was een compensatie noodzakelijk. De leges voor de exploitatievergunnin gen zullen zoals u reeds werd medege deeld, worden veihoogd. De leges be dragen thans f 1.per persoon, bere kend over de eerste 25 personen, van de in de vergunning vermelde maximum capaciteit, met een minimum van f 10.- per vergunning, en voorts f 0,50 per per soon, berekend over het aantal kam peerders, dat blijkens de vergunning boven het aantal van 25 maximaal tege lijkertijd mag worden toegelaten Het is dus momenteel zo, dat de grotere be drijven naar verhouding minder betalen dan de kleinere bedrijven. Deze bepa ling is destijds opgenomen om uitbrei ding van het aantal kleinere bedrijfjes tegen te gaan. Deze bepaling heeft hier inderdaad wel aan medegewerkt maar toch mag wel gesteld worden, dat er een zekere onbillijkheid in schuilt de grote re bedrijven te bevoordelen boven de kleinere. Daarom heeft het gemeentebe stuur gemeend, dat bij deze verhoging de leges in elk geval dienen te worden gelijk getrokken. Dit te meer nu het ge meentebestuur voor het seizoen 1954 als leidraad heeft aangenomen om slechts aan hen, die in 1953 een kampeerexploi tatievergunning bezaten wederom een dergelijke vergunning te verlenen. Nieuwe aanvragers zullen dus in het algemeen niet meer voor een vergun ning in aanmerking komen. Dit vormt voor de bestaande kampeerbedrijven een zekere bescherming. Mede hierdoor zal een uitbreiding van het aantal kleinere bedrijfjes in de toekomst niet mogelijk zijn. Daarom heeft de Raad zich kunnen verenigen met 't voorstel de leges voor kampeerexploitatievergunningen te ver" hogen tot een bedrag van f 1,50 per per soon, berekend over de maximum capa citeit, van het betreffende bedrijf. Er zullen voorlopig nog kampeerders naar Texel blijven komen zonder kamp- kaart. Dezezullen een gemeentelijke kampeervergunning nodijg blijven heb ben. De vergunning zal nu niet meer ten gemeentehuize uitgereikt worden, doch in het vervolg op het bureau van de Rijkspolitie te Den Burg. Van de kampeerexploitanten wordt verwacht, dat zij hierin loyaal zullen medewerken en in hun bedrijven geen mensen zullen toelaten, die geen kampkaart of kam- peerpaspoort bezitten. Indien zij geen kampkaart hebben, dienen zij eerst op het politiebureau een vergunning af te halen (waar dan tegelijkertijd een kamp kaart wordt aangevraagd), alvorens de kampeerders op de bedrijven mogen worden toegelaten. De controle op de kampeerders zal nu voor een groot deel buiten hen omgaan, tenzij zij door hun gedrag met de politie tin aanraking komen. Aan de exploi tatievergunningen is de voorwaarde verbonden dat de exploitanten de kamp- kaarten van hun kampeerders tijdelijk dienen in te nemen. Hierop zal het vol gende seizoen nauwlettend worden toe gezien. Voor iedere kampeerder die op of in een bedrijf kampeert dient de exploi tant een kampkaart of vergunning in zijn bezit te hebben. Hij geeft deze do cumenten eerst bij vertrek weer aan de betrokkènen af. Dit waarborgt de ex ploitant de ontvangst van de hem toe komende bedragen en hierdoor is te vens een controle mogelijk, die buiten de kampeerders omgaat. Eveneens zal een volgend jaar een verscherpt toezicht worden gehouden op het bijhouden van de registers van ko" mende en gaande kampeerders. De ex ploitanten zullen ontdekken dat zij er zelf veel gemak van hebben, als zij een dergelijk register behoorlijk bijhouden. Dit maakt de afrekening met de kam" peerders gemakkelijker Het volgend seizoen geschiedt de le gesheffing nog op grond van de voor elk bedrijf vastgestelde maximum capa citeit, doch het ligt in het voornemen van het gemeentebestuur om in de toe komst als maatstaf voor de legeshef fing aan te nemen het aantal overnach tingen in elk bedrijf. Dit zal betekenen dat de heffing voor verschillende be drijven een juister maatstaf krijgt. Im mers als er in het hoogseizoen in een bepaald bedrijf 50 kampeerders verblij ven, betekent dit nog niet, dat ook over het gehele seizoen gerekend een heffing naar een maximum capaciteit van 50 personen verantwoord is. Om deze maatstaf te bereiken is het nodig, dat voor elk bedrijf aan het eind van het seizoen 1954 beschikt wordt over een juiste opgave van het aantal over nachtingen. Hiervan zullen de exploitanten aan het eind van het seizoen 1954 een opga ve moeten doen. Het is mede in het be lang van de exploitanten zelf om aan de verstrekking van deze gegevens mede te werken. De gegevens zullen echter al leen verstrekt kunnen worden indien de overnachtingregisters nauwkeurig wor den bijgehouden. Hieraan zal het ko mende seizoen dan ook extra aandacht worden besteed. Aansluitend aan deze avond zullen de consulenten van de Nederlandse Kampeerraad de verschillende bedrijven voorlopig gaan controleren. De voor waarden, die aan de bedrijven gesteld zullen worden, zullen de exploitanten in het begin van het jaar 1954 worden me degedeeld. De eindcontrole zal evenals andere jaren in de eerste helft van de maand Mei 1954 plaats vinden. Dan wordt verwacht, dat de exploitanten aan hun verplichtingen hebben voldaan. De ervaring is, dat vele exploitanten het nakomen van de gestelde voorwaarden wel tot de uiterste datum laten wach ten, wat dan tot gevolg heeft dat de ex ploitatievergunning eerst laat kan wor- Copyftghl P I B Boi 6 Copcnhogtr. Wat zouden Bim en Bam van plan zijn? ze staan voor de spiegel, haarkammen, brilli'- antine er in en kijk nou toch, daar zijn ze ook nog be zig om parfum te gebruiken. En daar gaan ze, helemaal opgetuigd. Ze gaan aan me neer Olifant vragen of ze mo gen gaan wandelen met zijn twee aardige dochtertjes. Mijnheer Olifant snuift eens aan een zegt: „Wandel eerst maar eens een stukje met mij." Dan stopt hij hen alle bei in de vijver tot er geen parfum meer is te ruiken. „Zo", zegt mijnheer Olifant. „En ga nou maar wandelen hoor, met mijn dochters." den uitgereikt. Men moet er evenwel re kening mee houden, dat een dergelijke handelswijze in de toekomst niet meer kan worden aanvaard. Indien men bepaalde bezwaren heeft tegen de opgelegde voorwaarden dan kunnen deze tijdig, dat is dus binnen 'n redelijke tijd na men met de opgelegde voorwaarden in kennis is gesteld, naar voren gebracht worden. Het gaat ech ter niet aan hiermee te wachten tot de eindcontrole in Mei 1954. Uitbreiding van de bestaande bedrij ven blijft mogelijk, indien de uitbrei ding in alle opzichten verantwoord is. Dit houdt iii, dat in het vervolg slechts een bestaande vergunning zal worden uitgebreid, indien voor de betreffende kampeerschuur of het kampeerhuisje 'n bouwvergunning werd verkregen. De exploitanten dienen hiermede wel reke" ning te houden. Het gemeentebestuur van Texel heeft de overtuiging, dat het aantal kampeer ders op Texel zijn maximum nog niet heeft bereikt. Gestage uitbreiding van het aantal kampeerders blijft waar neembaar. Hiervan kan ook Texel mee profiteren. Het gaat erom het kamperen in verantwoorde banen te leiden, en het is mede de hulp van de kampeerexploi- tanten die daarvoor noodzakelijk is. Eén minder goede exploitant kan meer bederven, dan tien andere kunnen goed maken. Het gemeentebestuur vleit zich met de hoop, dat de van gemeentewege ge troffen maatregelen er mede toe kun nen bijdragen het kamperen op Texel te stimuleren. De heer Stoovelaar begon met op te merken, dat de Kampeerraad reeds voor de oorlog bestond en wel in de vorm van de stichting „Veilig Tehuis", welke was opgericht met het doel de bescher ming van de jeugd t.o.v. het kampeer wezen. Gedurende de oorlog was de Kampeerraad buiten het schootsveld van de Bezetters gebleven en na de oor log werd zij gesplitst in de eigenlijke Kampeerraad, die zich bezig houdt met het regelen van het kampeerwezen voor oudere personen, terwijl de stichting „Veilig Tehuis" zich bleef belasten met het jeugd-kamperen etc. Het onderbren gen van vacantiegangers bleek nl. niet alleen een probleem wat de jeugd aan ging, maar ook de ouderen, waar men allerhande bouwsels als kampeergelegen- heden aanbood. De kampeerraad be staat uit vertegenwoordigers van het mi nisterie van onderwijs, sociale zaken en binnenlandse zaken, van allle instanties, die iets te maken hebben met de bui tenrecreatie (zoals de VW, de Horeca, de ANWB, de Oikava) plus vertegen woordigers van de neutrale, de christe lijke en de katholieke stromingen in het jeugdwezen. De taak van de kampeerraad is be langrijk, want ofschoon velen reeds kamperen (daaronder verstaat men met alleen verblijf in tenten, maar ook in kampeerwagens, schuren, bivakken optrekjes als kippenhokken etc.) zal het aantal kampeerders zich belangrijk uit breiden, en dat terwijl de beschikbare kampeerruimte nu al krap is. Wie gastvrijheid verleent denkt in de eerste plaats aan geld verdienen, ge lukkig zijn er die als belangrijkste doel zien het geven van een goede recreatie- mogelijkheid en zelfs een taak zien in het opvoeden tot goede kampeerders, want velen moeten werkelijk nog gehol pen worden bij de wijze waarop men zijn vacantie het beste besteedt. Dat is vooral nodig wanneer u jongeren huis vest, want die hebben persé leiding no dig. Wie dit werk opneemt moet er ook voor berekend zijn: Ik zou me b.v. nooit durven opwerpen als schapenfok ker! Sommigen nemen het veel te licht op: ze redeneren, dat het aardig wat op brengt, vender-„rolt het welMaar daar zijn wij niet mee klaar! Denkt u nu niet, dat wij als consulenten van de Kampeerraad het zo prettig vinden maatregelen in te voeren, maar de er varing leert ons, dat bepaalde maatre gelen onontbeerlijk zijn. Heus, wij roe pen niet bij de vaststelling van een ver ordening „Hoera" en een ieder, die ons iets aan de hand kan doen om alle be palingen etc. overboord te kunnen wer pen, waarbij alles toch in goede banen wordt geleid, nodigen wij gaarne uit tot het verstrekken van advies! Met samenwerking is alles bereikbaar en daarom stellen wij uw medewerking op zeer hoge prijs. Betekent het uitvaar digen van een verordening het beknot ten van de vrijheid? In zekere zin wel, maar vrijheid betekent niet, dat wij de gasten maar onder mogen brengen op de wijze zoals ons goeddunkt! B.v. een vervuild kippenhok als „riant optrekje"' te annonceren.Minder goede inrich tingen moeten of van de kaart óf op hoger peil worden gebracht. Minder goede inrichtingen worden vandaag of morgen opzij geschoven, zodat wantoe standen in de gemeente tot een mini mum zullen worden teruggebracht. Wij kunnen bereiken, dat de gemeentebestu ren meer aandurven. Weet u, dat er een gemeente is, die van de exploitant een waaihorgsom eist?- Zeker, u is baas op eigen erf, maar de gemeente blijft ten slotte de verantwoordelijke instantie. Spreker behandelde voorts het doel van de kampkaart. Wordt zo'n kaart in gehouden, dan wil dat niet zeggen, dat de persoon hem definitief kwijt is: van alle ingehouden kaarten is het maar eenmaal voorgekomen, dat de bezitter ten tweede male voor de Kampeerkaar- tencentrale moest verschijnen. De instelling van de kampeerkaart ging van de kampeerders zelf uit: dat certificaat toch voorkwam allerhande moeilijkheden. Vervolgens besprak de heer Stoove laar de outillage van de kampeergele- genheden: er dient een wasgelegenheid te zijn, zowel voor jongens als voor meisjes, er dient een behoorlijk toilet gelegenheid te zijn, een behoorlijke af voer. U dient een nadhtregister bij te houden, uw controle op de jongens en meisjes moet u zien als een helpen van hen in de omgang met elkaar, maak hen vooral duidelijk, dat u geen exces sen duit en het walletje bij het schuur tje dient te blijven. Kinderen boven de 12 jaar mogen niet slapen in het ver trek, waar de ouders slapen, ook mogen meerdere echtparen niet in hetzelfde vertrek slapen. Op Texel is een aantal •heel goede bedrijven, maar het spijt me dit te moeten zeggen er zijn oofk zwakke broeders onder, die nodig moe ten zorgen, dat zij gelijke tred houden met de overigen. Spreker zette uiteen waarom strozakken de voorkeur verdie nen boven los stro. Schaf die dus aan of schrijf uw gasten, dat zij zelf zakken gelieven mee te nemen. Zorg voor een vastgehaakte trap met een stevige leu ning, in geval van brand of andere on gerief kunnen daardoor ernstige onge lukken voorkomen worden. Zorgt ook voor een afscheiding tussen het hooivak en de kampeerzolder. Anders zoudt ge bij brand wel eens naast de verzeke ringspolis kunnen grijpen! Er zijn mensen die menen, dat zij bij het ontbreken van een bepaalde ver gunning toch wel door kunnen gaan maar daar zullen zij op de duur toch last mee krijgen! Veel zou ik ook kunnen zeggen over de mentaliteit van de jeugd uit de stad. Als u de steedse verhoudingen kende, zoudt u medelijden hebben met een be paalde categorie jongens en meisjes en die kunnen ook bij u belanden. Weer andere ouders vertrouwen erop, dat hun kinderen komen bij ouders, die be reid zijn een stukje van de verantwoor delijkheid te dragen Wat tenslotte het toezicht betreft: wij hebben liever, dat u toezicht houdt, dan dat de politie de ze taak verricht! Uiteindelijk blijft het ons streven met zo min mogelijk formu lieren zo'n groot mogelijk effect te be reiken. ZATE Üitgc Boek Den De 1 aars 1 De dag ti vij Yii :enaai daar is St leegc ■aan - enhu t'ange: ïo ud ?en fc De •n zie eest i ils bi en. J ïog al :ijn v I :en vc - 2 vei Surop. ils ee: en e.c iuslar Zo en, v oze j< nengd an v iiversi nente: fig italin een, v eldpo ïeer I vas i •oonhe roerde uister estud >el bi I oor e al m£ im nit E ijking ioorda :al bei Rheumatischö Pijnen slopen Uw krachten- Maar st vreten ook in op Uw humeur en gesteL Laat dat toch niet zo doorgaan. Drijf die pijnen uit! Met een bloedzuiverende Kru schen-kuur. Met de jaren gingen Uw le ver, nieren en ingewanden trager wer ken. De zes minerale zouten v'an Kru- schen brengen ze weer op gang. Als dat gebeurt, geen opeenhoping van onzui verheden meer in het bloed En daarme de behoren dan ook vanzelf die pijnen tot het verleden. FEUILLETON door T. LODEWIJK 26.) Plotseling schoot haar het eigenlij ke doel van de tocht te binnen. Ze be sloot van zijn stemming gebruik te ma ken. Nu, dan hebt u een wonder verricht glimlachte ze ik heb hem nooit als een lam gekend. Hij is met makkelijk. Je vader en ik zijn het goed eens met elkaar zei Sartorius met glimlachen de vertrouwelijkheid. En we zullen het nog wel veel méér eens worden. Ik heb je vader al verscheidene malen ge holpen en ik wil het nog vaker doen. U vader geholpen? Sartorius werd praatlustig en wilde indruk op het meisje maken. Ja, dat had je niet gedacht hè? van een vent als ik. Maar zo ben ik. En ik wil nog wel veel verder gaan. Als jij me maar een handje helpt, brengen we je vader wel tot rede. Want wij verstaan elkaar wel, Marian, heb ik gemerkt. Je bent een meisje van achttien karaat, een echt raspaardje. Ga me nu niet met een paard verge lijken coquetteerde Marian maar in haar hart had ze hem een oorvijg gege ven dat was niet voor de eerste keer, bedacht ze. Nu toonde Sartorius zijn ware aard. Trek je van je vader maar niets aan ging de ander rustig door zo lang wij samen het eens zijn vindt hij alles goed. En wij tweeën spreken elkaar nog wel eens, Marian. Dezer dagen moet je eens bij me thuis komen kijken, dan kunnen we zien hoe alles moet worden. Nou, meiske, moet je nog een glas champagne? Kom, dan ver dwijnen de zorgen, we maken er een gezellige avond van, laat die wagen de pip krijgen, voor mijn part blijft ie de hele nacht onder water. Wij vervelen elkaar nog niet, wat? Manan sloeg nu de schrik om het hart. Wat was hij van plan, wat bezielde hem? De correcte, beleefde Sartorius van vanmorgen was verdwenen, hier zat ze met een Lebemann die een avond je uit was met een aardig meisje en pro beerde waar voor zijn geld te krijgen. Ze slaagde er in baar gezicht vriende lijk te houden. Excuseer me een ogen blik zei ze. Hij glimlachte vaderlijk- welwillend en schonk nog eens in. Marian haastte zich naar het toilet, de enige plaats hier, veronderstelde ze, waar het rustig was en ze een ogenblik kon denken. Ze liep achteloos langs de toiletjuffrouw, die met een witte jas aan als een boedhabeeld gedoken zat achter een schoteltje met een tienfrancstuk er op. Ze hoorde de verbaasde, halfgesmoorde uitroep van de vrouw en keek op. Ze staarde in het gezicht van Marie Gort, die jarenlang werkster in Het Wapen was geweest, voor ze met haar man naar Amsterdam vertrok. Juffrouw Marian zei de vrouw verbaasd wat doet u hier en toen, opeens denkend aan haar positie neem me niet kwalijk, ik was zo ver baasd u hier te zien. Ze dacht aan de regels van het huis: klanten werden hier gekend noch herkend, je nergens mee bemoeien, mondje dicht. Als juffrouw Marian. Maar Marian was veel te blij dat ze in deze onbekende, vijandige wereld een vertrouwd gezicht zag. Marie zei ze verrast wat doe jij hier. Ja, dan kan ik jou ook wel vragen - Marie Gort legde haastig uit. Haar man was gestorven. Door een kennis had ze dit baantje gekregen. Niet slecht. Maar een hele overgang met Het Wa pen zei ze vertrouwelijk. Neem me niet kwalijk, juffrouw Manan, maar u had ik 'hier niet verwacht. Ik ben hier.met een kennis zei Marian, en legde snel uit hoe de si tuatie zat. Marie liet veelbetekenend de wenkbrouwen zakken. Defect aan de wagen, hè? zei ze op schampere toon. Als het niet te as trant is, juffrouw, hoe heet die kennis?- Sartorius antwoordde Marian hij woont in Breeck, op die witte villa, je weet wel, waar vroeger meneer Goude- ket woonde. Sartoriuspeinsde Marie toch niet de Chinees? Zo noemen wij hem. Een klein mannetje met zwart haar, ziet er uit als een Chinees, bril, snorretje, en een hoop poen. Lijkt er veel op stemde Marian toe. En moet u nou nog met hem terug? Ja dat zal wel moeten. Over een dikke twintig minuten gaat de laatste trein, dan ken u niet meer weg. Marian sperde de ogen wijd open. Hieraan had ze nog niet gedacht. Dan was ze aan Sartorius overgeleverd. Dan móest ze met hem mee, of ze wilde of niet. Ze kon natuurlijk in Amsterdam 'n hotel zoeken, maar dat was nu ook niet bepaald aanbevelingswaardig in zo'n po sitie. Marie Gort kende haar wereldje en ze kende Marian. Ze merkte de onzeker heid van het meisje op, en ze begreep méér dan ze zei. Eén ogenblik weifelde ze. Mondje dicht, je met niemand be moeien. Maar dan dacht ze aan Marian die ze als schoolmeisje gekend had met haar witte vlinderstnkken. Marian, die altijd vrolijk en aardig was geweest, niks geen kouwe drukte. 't Is misschien erg brutaal van me, juffrouw Marian, en ik zet mijn betrek king op 't spelmaar als ik u was dan smeerde ik 'm. Ik nam een taxi en reed as de wind naar Centraal, pakte de trein en ging naar huis, zonder die me neer. Maar ik kan 'm toch niet zonder meer laten zitten? Die troost zich wel zei Marie en als u het hem vertelt hebt u geen kans meer. Hebt u nog iets in de garde robe? Marian dacht snel na Nee ik heb alles, m'n tasje ook. Geld? Ja genoeg. Nou, juffrouw Marian, wees wijs en piep d'r tussenuit, 't Kan nogover tien minuten zit u op het station. Taxi dan Uw spoorkaartje ge- \jj haald bij de V.V.V.„Texel" V staat om de hoek. Marian weifelde kort. Dan dacht ze aan het gezicht van Sartorius, zijn op merkingen, de manier waarop hij mei haar gedanst had.... haastig frommel de ze in haar tasje, stopte Mane een gulden in de hand Hier Marie, dank je welik zal het maar doen. Dag en weg was ze. Marie Gort keek verbaasd naar het muntbiljet, dan naar de snel verdwij nende. slanke gestalte in het grijs. De 1 :il and ijn ha n de ïog al iet ha te erjaai ,De ing gi :en. Iraam net al >eeldei leeft i 'aak f lereike en so< intwik Maai ieels j 'an ee aren i ntwik ie ziel egratii laarbij len vó Iraam 194 Iraam elangs eggen oor ei ondhe Na k poeddg inele de n zijn ras tol ferd z et lot loeten edel ij k en, d !p Afijn besloot ze niemand n de c het 't gemerkt. Het zou zonde zijn van de meid. Als het mijn dochter was.... en ze dacht aan Marians moeder. Die was er niet meer. Nou, vanavond had Marie Gort dan maar es voor een keer tje moedertje gespeeld! V Marian leunde terug in de kussens van de coupé. Ze had tweede genomen, daar zat ze rustig. Ze liet het gebeurde van de dag als een film langs haar ge sloten ogen gaan. BahSartorius. Hij was tóch wat ze had gedacht. In de taxi had ze nog een ogenblilc getwijfeld. Stel dat het echt was met die motorpeoh. Maart och. het idee dal en; da ze met deze man nog enkele uren, in de beslotenheid van de grote wagen door de stilte zou moeten rijden, deed haar huiveren. verwu Iraam klu ij niei berken nverm 'emig oor zi; leeds i rieven elijk, [eest, jn bri n. Zc gesc >and ti tak te oorbee l>j toch

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1953 | | pagina 4