i m V °p PUROL Het wapen van Breeck Op de gladde ijzers Met jeugdherinneringen over het Eierlandse Kanaal Het Jeugdverhaal „De avonturen van Bim en Bam' - /fcT" 2S Collega van Livingstone was in Oosterenc Ontwikkeling in Café Dijt reis „Wie gaat mee over 't ijs, haal je schaatsen!" Wie blijft thuis als alom de schaatsport hoogtij viert, bij een niet al te barse temperatuur?! „Je kunt nog steeds vanaf Den Burg via „Het Kil'' naar Cocks- dorp!" was er beweerd en dat leek hun wel. Jeugdherinneringen. Ja, dót zeg je, want daar staat de man geworden knaap aan een sloot, die in je zoveel ou dere ogen meer van een brede greppel weg heeft. Als kind bond je bij „Sonne- vanck" op en over de Jan Aye sloot en bruggetje op, bruggetje af, belandde je tenslotte aan de Waalder Bomendijk, aan welks Noordkant altijd tot ijsbaan geworden land lag, waarover je een aardig stuk in de richting van Het Kil kwam. Het Kil is een meertje in de uiterste Oosthoek van polder Waalenburg. Over dat Kil heb je als jongen vaak heerlijk gezwierd, óók wel als het vervaar lijk kraakte Maar je stond nu, na al die jaren aan de oever van de Jan Ayesloot als een teleurgesteld mens, die ineens ver met zijn gedachten terugsnelt en zich dan afvraagt, bedrieg ik mezelf, of was het werkelijk zo fijn, toen!? Maar zij die daar geen jaren van de jon- genskiel hebben liggen, riepen al onge duldig: „Dat wordt niks, veuls te smal en je wordt duizelig van de bruggetjes. Trouwens in De Mars stikt het van het stuifzand!" Je laat als levenswijs mens de herin neringen maar weer waaien en lost je op in de karavaan, die zich a la tour de Texel Noordwaarts buigt om hele maal naar De Waal te peddelen. Daar wordt een dorpsbewoner aan de Pol derweg gepolst: „Ken je d'r zo komme, op het Kil?" De man meent van wel en geeft je de zegen meeMaar de sloot jes leken weer veuls te smal en onoe- lovi~ thomasten we weer verder, nu helemaal tot voorbi- het gemaal. Ach, oude herinneringen: daar ligt aan de hoge dijk het leuke huisje, waarin eens Kors List zijn verkleumde klantjes gloeiend hete anijsmelk (of in die geest) voorzette en hun het laatste nieuws ontfutselde. Met Ome Jan-van-„Texel", je leest hem nog wel eens ter gelegenheid van een of andere damwedstrijd, met die Ome Jan in de voorhoede zijn we als knaapje wed eens via de Jan Ayesloot en De Mars en over het prachtige wijde Kil van Waalenburg op de dijk bij en in het cafeetje van Kors List beland. Hebben we daar toen geen chocolade gedron ken? De lekkerste, die onze tong ooit heeft gestreeld?! Nu viert in dat cafeetje, voormalige cafeetje, de cultuur hoogtij: onze kunst- schilderes van Texelse bloede, mej. Souwtje de Wijn heeft daar enige jaren geleden haar atelier heen verplaatst en wij kunnen ons best voorstellen, dat de schilderes van onze wijde Texelse pol ders, van onze Texelse hemel en Texel se plassen daar haar hart weet op te halen. Bovendien wierp zij zich de laat ste jaren op als groot dierenvriend en wij weten, dat zij vooral in deze bitter De herberg van Kors List koude winterdagen en nachten het haar huisdieren voor zover dat in haar ver mogen ligt, aan mets laat ontbreken. Zonder ons zouden ze het daar in dat voormalig cafeetje dus wel redden. Twee minuten later ligt daar het Eier landse Kanaal de schaatslustige Texe laar te verleiden. Rap de gladde ijzers onder met als einddoel Durp, ons jong ste Texelse dorp, dat genoemd werd naar een zekere meneer De Cock, een der eerste aandeelhouders in een verme tele onderneming: het land vanaf de Ruige Dijk tot aan de duinen van het Eierlandse Huis inpolderen, opdat de akker over al die afstand vruchtbaar te maken zou zijn. Lang en breed is het Eierlandse Kanaal, na die belangrijke giaafwerkzaamheden. Het lijkt wel tweemaal zo breed als voorheen! Prach tig is het ijs, tenminste, tot de eerste brug, tenslotte wordt het gaandeweg minder goed en ter hoogte van de Een- drach tooi der kun je behoorlijk vallen door de aanwezigheid van stuifzand, vermengd met de sneeuw die als een fijne poeder is neergestrooid en óók de gevaarlijke ijsranden aan het oog ont trekt. Een behoorlijke tocht, zo vanaf de Waalenburger polderdijk tot aan Durp. De bruggetjes liegen op grote afstanden van elkaar, zodat je behoorlijk kunt uit halen! Jammer, dat het ijs Noordelijker van beslist slechte kwaliteit is, anders zou de Kanaal tocht wel meer liefheb bers trekken! Nu en dan passeer je een F I 6 óo. tegenligger en een hoogst enkele keer komt de nok van een boerderij boven de hoge dijk uit 'luren. De laatste kilo meters voeren je in 'n zeer wijde bocht op Durp aan. Maar dóar is het üs even tjes rtoed! Wij kunnen ons voorstellen, dat meester Zwart wel eens zwart zal kiiken naar zijn leerlingen, die hoe kan het anders de laatste tijd meer met hun gedachten op de Rogsloot zijn dan bij de Slag bij Nieuwpoort of de ha- ringkakende Willem Beuikelsz. Ze waren Zaterda^midag juist ibezig met ringsteken voor enkelingen. Heel het dorp scheen nresent en groot was de animo voor de wedstrijd zelf! Een jurylid met de Iklepoen stevig aan de oren, liet de ene ring na de andere door de sleuf naar de magneet rollen. Ja, ringsteken kunnen ze daar wel! Jon gens en meisjes, dames en heren, alle maal deden ze vol vuur mee. Enkele andere Duroers probeerden hun snel heid op de kittige Friese doorlopers of o- de imponerende Noren, want Maandag zou de wedstrijd om het kam pioenschap voor Eierland worden verre den en geloof nu niet, dat dat een zacht "•^kookt eitje zou worden! „Maak je een ritje mee?" Met deze vraag wendde Marius Reuvers Thzn. zich tot ons en glunderend zwaaide hij de deur van zijn vierpersoons „Morris" open. Hij was daar nota bene mee op de Rogsloot aan het passagieren gegaan, had o.a. even de familie van de kachel naar de baan gebracht. In de auto over het ijs -is een nieuwe sensatie voor ons en dus: met de schaat sen nog onder de zool de auto in. Met gang de anderhalve kilometer lange Rogsloot over. Tot aan de brug bij „Rio Grande". Dan weer terug en om te to nen, dat ie 'm goed in z'n macht heeft, rukt Marius de voorwielen bliksems- vlug loodrecht op de achterwielen. Het effect is een idioot vlug in het rond tol lende auto. Wij kunnen ons voorstellen, dat een andere passagier, die -nog maar weinige ritjes in een auto had gemaakt, de schrik om het hart sloeg, toen met hem aan boord dezelfde stunt werd uit gehaald. „Of het ijs de auto houdt?" „Makkelijk!" Ja, de winter is ouwerwets streng en zwaar is het iis. Vreugde voor de schaat sers, leed voor de dieren, die van voed- selen in de vrije natuur moeten bestaan. Ergens vinden we op de terugweg in 'n zijslootje een doodgevroren scholekster. Een der pootjes zit aan het ijs vastge vroren. Een der vele slachtoffers en ie dere dag zal hun aantal toenemen. Vrienden vergeet de vogels niet, zorg voor een hapje en wat water. Zoals de jachtopziener van Eierland, die bij Rio Grande iedere dag zo'n achthonderd eenden en andere gevederde vrienden op een hanie onthaalt. En dan gaan ze weer op de wieken De polder in of de zeedijk over De bezoeker hoort van de Durpers, dat er een hoge ijsberg vlak voorbij de stroming van het Eierlandse Gat ligt. Ja, dat bleek een fantastisch ijsland schap te zijn. Zeker een ijsklom^ die 10 meter boven het water uitsteekt. De Bim en Bam zijn vandaag weer eens ontzettend verve lend, ze hebben op zolder een propoenschieter gevonden en elk dier dat ze tegenkomen, krijgt een erwt naar zijn kop. Geen wonder dat de dieren kwaad zijn, zo leuk is het niet om, als je nergens op ver dacht bent, een harde erwt te gen je aan te krijgen. Ze spre ken af dat ze de beertjes wel zullen krijgen. Als Bim en Bam de volgende morgen hun kamer binnenkomen, kijken ze hun ogen uit. Op de tafel staat een taart, nee maar, 'n pracht stuk, helemaal ver sierd met vlinders en bloemen Bim staat er met een glunder gezicht bij te kijken. En net als ze van plan zijn er een flinke punt af te snijden, vliegt Bam met 'n gil achter uit Het is geen taart, het is een slang, die helemaal opge kruld ligt, versierd met leven de vlinders en slakken. Ze zijn natuurlijk erg bang, maar als ze opkijken, zien ze daar al hun dierenvriendjes, die hard lachen. enkele vaartuigjes in het miniatuurha ventje van De Cocksdorp zitten in het ijs gevangen. Overal ontwaart het oog enorme ijssühotsen, die plotseling op doemden en.nog lang niet versmol ten zijn. Nee, wij kunnen ons thans nog moei lijk voorstellen, dat wij al zo zoetjes aan naar de Lentemaand toe scharrelen! Inmiddels is de man van de drukbe- klante „koekenzopietent", recht tegen over de nieuwste kerk van Durp, daar stellig niet rouwig om! EEN MOTORSPORTVERENIGING IN WIER1NGERMEER? Donderdag wordt in „De Maaier" ee vergadering gehouden van een conul dat zich tot doel stelt in Wieringermee te komen tot oprichting van een motor sportclub. Wanneer de oprichting der verenigini een feit is geworden, hoopt men doo het uitschrijven van ritten en mogeliji ook door het houden van theorie-avon den, een band te leggen tussen alle mo torsportliefhebbers. De Ontwikkelingsclub te Oosterend had vorige week Dinsdag een collega van Livingstone en Stanly, nl. een Afri ka reiziger in de persoon van de heer Benfer als spreker in haar midden. Na opening door de voorzitter, de heer W. Renout, was het woord aan de spreker, die zoals bekend o.a. een enthousiast postzegelverzamelaar is, en juist het zien van al die vreemde postzegels, met name die met een afbeelding van de py- rarmden van Egypte er op, deed in hem het verlangen opkomen, zelf deze bouw werken te bezoeken. Door het schenken van pakjes postzegels wist hij zich in het buitenland veel vrienden te verwerven, die hem bij zijn reizen vaak zeer behulp zaam waren. Spreker reisde via Sicilië en Melta naar Tnpolitanië. Op het eer ste plaatje zagen we hem op een boot ergens op de Middellandse Zee, te mid den van blanken en kleurlingen. Toen spreker Tnpolitanië, het tegenwoordi ge koninkrijk Lybië, bezocht, was dit ge bied nog een Italiaanse kolonie. Spreker toonde enige opnamen van de tonijn visserij. Deze visjes zijn wel „iets" gro ter dan de scharretjes, die men bij „De Kaap" tracht te verschalken. Tripolis, de hoofdstad, heeft (had) twee wijken, nl. één uitsluitend toegankelijk voor blan ken en een wijk voor de inboorlingen. Hoewel deze scheiding niet prettig aan doet, heeft zij één voordeel: men heeft in eerstgenoemde wijk geen last van het eeuwige gebedel: Moneta? Moneta? In de stad ziet men zowel westerse als oosterse kleding door de bevolking dragen. Maar verder het binnenland in is de westerse kledij, als zijnde ondoel matig, niet in gebruik. De lange gewa den beschermen veel beter tegen zon en zand, dan het westerse colbertje. Aardig was ook de foto van de zwar te schoonheidskoningin Een andere in teressante opname was die van een markt. Volgens spreker heeft deze meer overeenkomst metlhet „Waterlooplein", dan de „Groeneplaats". De markt wordt er gehouden op Vrijdagmorgen, de Mo hammedaanse Zondag. Spreker heeft zowel per kameel als per vrachtauto het binnenland bereisd. Van zo'n kameelreis is hij zelfs zeeziek geweest. De bruilof ten in Noord-Afrika vinden wel enigs zins anders plaats dan hier: de 12-jarige bruid, verborgen in een van tapijten gemaakt „kamertje", wordt op de rug van een kameel naar haar nieuwe wo ning gebracht. Of, moderner, het „ka mertje" wordt op een vrachtauto gezet. Spreker toonde ook enige plaatjes van door hem bezochte scholen. Grappig was de opname van een gymnastiekles op een Arabische school. Het leek meer op een snokenfeest, dan op een gymles. Wanneer man, vrouw en rijdier op reis gaan, rijdt de man en loopt de vrouw, die dan tevens de door de ezel „gedrop te" mest verzamelt voor hun akkertje. Het gras, dat men voor zijn vee verza melt, lijkt meer op puntdraad dan op groenvoer. Woningen bevinden zidh vaak onder de grond. De atmosfeer is daar niet bepaald fris. Spreker liet ook een afbeelding zien van het kasteel van. Tripalis, waar vroeger door Barbarijse zeerovers gevangen Hollandse matrozen zijn gemarteld en gedood. Niet erg op wekkend waren de afbeeldingen van de executie en begrafenis van enige terro risten-verzetsstrijders. Dan vormden de drie haremdames een aardiger tafereel. T gev hun wa< pla; Vrij Ker Gei doe Ds. 3 L PT La; 12 Re< vat To lan dan Uw spoorkaartje ge haald bij de V.V.V. „Texel" Een niet ongevaarlijke belevenis wai het, toen spreker in een moskee kwam waar de gelovigen juist in gebed waren en waar hij toen de opname van zijn le ven kon maken. Bijzonder fraai was ook het interieur der moskee. Interessant was ook het verhaal over de in extase geraakte jonge Mohammedanen, die zidb; door hun priesters met lange prieme^ lieten doorsteken, zonder daar enige hinder van te ondervinden. Uit de op gravingen blijkt wel, dat vroeger (in de Romeinse tijd en ook nog eeuwen daar voor) in Noord-Afrika bloeiende steden waren, waar nu de woestijn heerst. Het leven in de forten, die dienst doen om de Bedoeinen in bedwang te houden, lijkt vrij eentonig, als men ziet hoe vrij eentonig de omgeving er vaak uitziet. Enkele grappige beelden waren die van de barbier, die zijn klant helpt, ter wijl deze languit op de grond ligt en met te vergeten de dokter, die er wel zeer wonderlijk toegetakeld uit zag. Op: Ouwe Sunderklaas zou hij geen slecht, figuur slaan. Overigens zijn doktoren, maar dan academisch gevormde artsen, wel nodig in dit land met zijn afschuwe lijke ziekten. In Tobroek, bekend uit de 2e wereldoorlog, heeft spreker nog een postzegeltentoonstelling gehouden, waarvoor veel medewerking en belang stelling werd ondervonden. Tenslotte, na 5 jaar reizen, bereikte spreker het land der Pyramiden. Een opname, gemaakt bij de Sphinx, vormde de laatste van een serie van 120 beelden, allen door spreker zelf opgenomen. In een kort slotwoord vertokte de voorzitter de dank der aanwezigen voor de interessante causerie. JEUGDFEEST OP „DE PUTTEN" De jeugd van Oosterend, Oost, Het Noorden en omgeving heeft zich Vrij dagmiddag opperbest geamuseerd, want toen mochten alle jongens en meisjes deelnemen aan schaatswedstrijden. Wel 100 kinderen versohenen aan de start en telkens weer steeg de spanning ten top. Hier zijn de uitslagen: Jongens 6-7 jaar: 1. Kees Kalis; 2. Wim van Tatenhove; 3 Ab. Kiewiet. Meisjes 6-7 jaar: 1. Janny Trap; 2. Ina Betsema, 3. Corina Eelman. Meisjes 8-9 jaar: 1. Janny Riemens; 2. Tonn-' v.d. Bis Bd.; 3. Maartje Koorn. Jongens 8-9 jaar: 1. Wim Eelman; 2. Wim Timmer; 3. Wim Bakker. Meisjes 10-11 jaar: 1. Ime v.d. Vis Bd. 2. Rina v.d. Vis Pd.; 3. Jane Verijzer. Jongens 10-11 jaar: 1. Sijb. van der Vis; 2. Johan Wuis; 3. Piet Daalder. Meisjes 12 jaar en ouder: 1. Rinie Riemens; 2. Carla Roest; 3. Tine Daal der. Jongens 12 jaar en ouder: 1. Kees Boersen; 2 Sjack Schraag; 3. Marinus van de Wetering; 4. Joop Betsema. De eerste prijzen bestonden voor meisjes uit zilveren lepeltjes; voor de jongens uit schrijfgarnituren, mond harmonica's, kinderboeken enz. Zaterdagmiddag was het ook druk op .De Putten" en Zaterdagavond de baan was 's avonds verlicht! was het zelfs enorm druk. NIEUWE FRANKEERZEGELS VAN NED. NIEUW-GUINEA De postadministratie van Ned. Nieuw- Guinea geeft een nieuwe serie frankeer zegels uit, met een afbeelding van een 1 Paradijsvogel. Een drietal waarden, nl. de 5. 10 en 15 cent, is nu verschenen. Aan de postkantoren, waar een verza melaarsloket is opengesteld, zijn de ze- gels, tegen de nominale waarde, ver- ft krijgbaar. FEUILLETON door T. LODEWIJK 40) Een uur later stapte de kellner Ma rinus, moeizaam hinkend, het bureau binnen, verwonderd over de sommatie die hij ontvangen had. Die jonge snot neus van een adjudant had hem het vel al van de botten gevraagd. Wat konden ze nu nog hebben? Ga zitten, Marinus zei Blank water vriendschappelijk ik wou je nog even wat vragen. Is het weer over die brand? in formeerde Marinus achterdochtig en zonder enthousiasme. Ja, het gaat over de brand. Maar luister eens even. Denk eens goed na. Er hangt veell van af, wat je hierop ant woordt. Jullie had electrisoh licht in de zaak niet? Vanzelf antwoordde Marinus verwonderd. Dat wist de inspecteur toch ook wel! Was dat lichtin orde? infor meerde de inspecteur verder. Ja, natuurlijk antwoordde Man- nus 't Brandde de eigenste avond ook nog. Nou ja, maar ik bedoelwas er nooit iets mee aan de hand? Een defect of zoiets? Niet dat ik weet. Zo. Geen storingen? Kortsluiting of zo? Niet dat ik weet. Niet dat je weet. Wie zorgde er voor het licht? Het schakelbord en zo? Nou dat deed meestal de baas zelf. Alléén de baas zelf. Ja, die draaide het licht aan en uit. Iedere avond. Had meneer Van Vueren verstand van electriciteit? Geen bal. Zo? Ouwerwets zekermoest er niks van hebben, niet? Ja lachte Marinus zo'n beetje u weet hoe de ouwe man was. Hij zou maar liefst de ouwe olielampen gehad hebben. Of kaarsen. Daar had ie het laatst no« over Kaarsverlichting, dat is je ware. Als er nou zo iets ehBlank water stak gemoedelijk een pijp op te prutsen was, zoals je altijd wel es hebt, aan het stopcontact of zo, of een draadje los of een fitting, deed hij dat óók zelf? Nee antwoordde Marinus vlot daar was ie als de dood voor. Hij was altijd bang voor schokken. Jij niet? Nee, ik niet, ik heb nog een blauwe Maandag bij een electricien gewerkt. Onu, dat was gemakkelijk Dus als er iets gebeurde, la-we zeggen een stop doorgeslagen of zo, dan kon jij dat opknappen. Dus jullie hoefden niet voor ieder wissewasje naar een electricien? - Als het even de moeite waard was wel. De baas hield niet van knoeien. Maar soms moest het wel eens. De avond vóór de-brand. ging toen niet opeens het licht uit? Marinus dacht na. Ja.... dat ie zo. Hoe weet u dat? Heel toevalli®. Een van m'n agen ten kwam langs en zag het uitflappen. Een minuut of vijf later was 't weer aan. Ja, dat heb ik opgeknapt ver klaarde Marinus trots. Was zeker niet zovéél aan de hand? Stop gesprongen. En jij hebt er een nieuwe inge draaid? Het leek of de man op de stoel tegen over de inspecteur veranderde. Zijn ge zicht werd als overtogen met een waas van sluwe achterdocht. Zijn hand greep de stoelleuning. Hij antwoordde niet. Nou, dat weet je toch nog wel? Niet zo precies meer was het aarzelend antwoord. Kijk eens Marinus wees Blank water terecht je moet me niet met smoesjes aan boord komen. Ik zie dat je zit te liegen. En dat hoef je heus niet te doen. Je hoeft ook niet bang te zijn. Het gaat met om jou. Maar als je met pre cies zegt hoe of wat, gaat een ander naar de haaien. De baas? fluisterde de kellner. Je baas, ja. Verder kan ik je niets zeggen. Ik wou alleen maar één ding van je weten. Toen het licht uitging, was er een stop gesprongen. Heb jij er toen een nieuwe ingedraaid? Neekwam het moeilijk. Waarom niet? Ze waren op. Ik had vergeten om nieuwe te halen. De baas had het die morgen gezegd. Ik was het vergeten. En hij was toch al slecht te spreken en de winkels waren dicht, en ik dacht Jij dacht? Ik repareer hem wel even, dan haal ik morgen meuwe stoppen. De man zei het als sprak hij zijn eigen doodvonnis uit. Dus jij hebt die stop gerepa- reerd. Op de ^ewone manier, zeker? Met een draadje, ja. Aha! zei de inspecteur. EXIT SARTORIUS De heer Sartorius keek de volgende morgen wel wat verwonderd op, toen hij bij het binnentreden door niemand min der dan door de eigenaar zelf werd ont vangen. Mijnheer Sartorius? vroeg Ver donck. U kwam voor meneer Van Vueren? Tja, dan zult u toah even moe ten wachten, en ik zou zeggen, komt u even mee naar mijn kantoor. O ah weerde Sartorius af ik kom later nog wel even terug. Spaar u de moeite, spaar u de moei te zei Verdonck vriendelijk hoffelijk u kunt gerust hier even wachten. Kom laat ik u voorgaan! en met een zachte, maar onweerstaanbare drang leidde hij de bezoeker, die weinig lust vertoonde aan de uitnodiging gehoor te geven, naar ziin kantoor. Hij bood hem een stoel en een sigaar aan, beijverde zich met een lucifer en toen beiden geze ten waren, zag hij zijn gast met een glimlach vol stralende jovialiteit aan. Hebt ook u een aantal jaren in de Oost doorgebracht? Ik ben daar zelf ook geweest, zo in m'n wilde jaren, voor ik een eerzaam huisvader werd aan de vaa lt u w e huid Ruwe handen Ruwe lippen tUUKtir' SMMA te wal Misschien kunnen we een paar minuutjes gezellig keuvelen en straks ontdekken we nog wederzijdse kennis sen! Sartorius ontdooide niet na deze har- telijke ouverture. Integendeel, zijn hou ding werd nog méér afwerend. Ik heb niet zulke prettige herinne ringen aan die tijd zei hij een beetje hooghartig en weinig lust er over te praten. Ik denk ook niet dat we daar gemeenschappelijke kennissen zullen hebben. Ik zou liever. O dat weet u niet viel Verdonck in, zonder zijn bezoeker gelegenheid te geven aan het woord te komen. Wat ik daar allemaal mee gemaakt heb, me neer Sartorius, ongelooflijk! De zonder lingste mensen ontmoet je daar. Ik weet nog goed, ik voer toen als steward op de Serawakkent u die boot? Nee? Werkelijk niet? Nooit op gevaren? Nou goed dan, het doet er ook niet toe: dat we een verstekeling hadden. Het bleek een gedroste soldaat te zijn, een koloni aal noemde ze dat vroeger. Een beetje zwaar aan de boemel geweest, in de dessa, ruzie over een Soembanese vrouw, het mes. enfin, u weet er misschien wel wat van, hoe dat daar soms kon toegaan in die oude tijd Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1954 | | pagina 4