i
m
V
°p
PUROL
Het wapen van Breeck
Op de gladde ijzers
Met jeugdherinneringen over het
Eierlandse Kanaal
Het Jeugdverhaal „De avonturen van Bim en Bam'
- /fcT" 2S
Collega van Livingstone was in Oosterenc
Ontwikkeling in Café Dijt
reis
„Wie gaat mee over 't ijs, haal je schaatsen!"
Wie blijft thuis als alom de schaatsport hoogtij viert, bij een niet al te barse
temperatuur?! „Je kunt nog steeds vanaf Den Burg via „Het Kil'' naar Cocks-
dorp!" was er beweerd en dat leek hun wel. Jeugdherinneringen. Ja, dót zeg
je, want daar staat de man geworden knaap aan een sloot, die in je zoveel ou
dere ogen meer van een brede greppel weg heeft. Als kind bond je bij „Sonne-
vanck" op en over de Jan Aye sloot en bruggetje op, bruggetje af, belandde je
tenslotte aan de Waalder Bomendijk, aan welks Noordkant altijd tot ijsbaan
geworden land lag, waarover je een aardig stuk in de richting van Het Kil
kwam. Het Kil is een meertje in de uiterste Oosthoek van polder Waalenburg.
Over dat Kil heb je als jongen vaak heerlijk gezwierd, óók wel als het vervaar
lijk kraakte
Maar je stond nu, na al die jaren aan
de oever van de Jan Ayesloot als een
teleurgesteld mens, die ineens ver met
zijn gedachten terugsnelt en zich dan
afvraagt, bedrieg ik mezelf, of was het
werkelijk zo fijn, toen!?
Maar zij die daar geen jaren van de jon-
genskiel hebben liggen, riepen al onge
duldig: „Dat wordt niks, veuls te smal
en je wordt duizelig van de bruggetjes.
Trouwens in De Mars stikt het van het
stuifzand!"
Je laat als levenswijs mens de herin
neringen maar weer waaien en lost je
op in de karavaan, die zich a la tour
de Texel Noordwaarts buigt om hele
maal naar De Waal te peddelen. Daar
wordt een dorpsbewoner aan de Pol
derweg gepolst: „Ken je d'r zo komme,
op het Kil?" De man meent van wel en
geeft je de zegen meeMaar de sloot
jes leken weer veuls te smal en onoe-
lovi~ thomasten we weer verder, nu
helemaal tot voorbi- het gemaal. Ach,
oude herinneringen: daar ligt aan de
hoge dijk het leuke huisje, waarin eens
Kors List zijn verkleumde klantjes
gloeiend hete anijsmelk (of in die geest)
voorzette en hun het laatste nieuws
ontfutselde.
Met Ome Jan-van-„Texel", je leest
hem nog wel eens ter gelegenheid van
een of andere damwedstrijd, met die Ome
Jan in de voorhoede zijn we als knaapje
wed eens via de Jan Ayesloot en De
Mars en over het prachtige wijde Kil
van Waalenburg op de dijk bij en in het
cafeetje van Kors List beland. Hebben
we daar toen geen chocolade gedron
ken? De lekkerste, die onze tong ooit
heeft gestreeld?!
Nu viert in dat cafeetje, voormalige
cafeetje, de cultuur hoogtij: onze kunst-
schilderes van Texelse bloede, mej.
Souwtje de Wijn heeft daar enige jaren
geleden haar atelier heen verplaatst en
wij kunnen ons best voorstellen, dat de
schilderes van onze wijde Texelse pol
ders, van onze Texelse hemel en Texel
se plassen daar haar hart weet op te
halen. Bovendien wierp zij zich de laat
ste jaren op als groot dierenvriend en
wij weten, dat zij vooral in deze bitter
De herberg van Kors List
koude winterdagen en nachten het haar
huisdieren voor zover dat in haar ver
mogen ligt, aan mets laat ontbreken.
Zonder ons zouden ze het daar in dat
voormalig cafeetje dus wel redden.
Twee minuten later ligt daar het Eier
landse Kanaal de schaatslustige Texe
laar te verleiden. Rap de gladde ijzers
onder met als einddoel Durp, ons jong
ste Texelse dorp, dat genoemd werd
naar een zekere meneer De Cock, een
der eerste aandeelhouders in een verme
tele onderneming: het land vanaf de
Ruige Dijk tot aan de duinen van het
Eierlandse Huis inpolderen, opdat de
akker over al die afstand vruchtbaar te
maken zou zijn. Lang en breed is het
Eierlandse Kanaal, na die belangrijke
giaafwerkzaamheden. Het lijkt wel
tweemaal zo breed als voorheen! Prach
tig is het ijs, tenminste, tot de eerste
brug, tenslotte wordt het gaandeweg
minder goed en ter hoogte van de Een-
drach tooi der kun je behoorlijk vallen
door de aanwezigheid van stuifzand,
vermengd met de sneeuw die als een
fijne poeder is neergestrooid en óók de
gevaarlijke ijsranden aan het oog ont
trekt.
Een behoorlijke tocht, zo vanaf de
Waalenburger polderdijk tot aan Durp.
De bruggetjes liegen op grote afstanden
van elkaar, zodat je behoorlijk kunt uit
halen! Jammer, dat het ijs Noordelijker
van beslist slechte kwaliteit is, anders
zou de Kanaal tocht wel meer liefheb
bers trekken! Nu en dan passeer je een
F I 6 óo.
tegenligger en een hoogst enkele keer
komt de nok van een boerderij boven
de hoge dijk uit 'luren. De laatste kilo
meters voeren je in 'n zeer wijde bocht
op Durp aan. Maar dóar is het üs even
tjes rtoed! Wij kunnen ons voorstellen,
dat meester Zwart wel eens zwart zal
kiiken naar zijn leerlingen, die hoe
kan het anders de laatste tijd meer
met hun gedachten op de Rogsloot zijn
dan bij de Slag bij Nieuwpoort of de ha-
ringkakende Willem Beuikelsz.
Ze waren Zaterda^midag juist ibezig
met ringsteken voor enkelingen. Heel
het dorp scheen nresent en groot was
de animo voor de wedstrijd zelf! Een
jurylid met de Iklepoen stevig aan de
oren, liet de ene ring na de andere door
de sleuf naar de magneet rollen. Ja,
ringsteken kunnen ze daar wel! Jon
gens en meisjes, dames en heren, alle
maal deden ze vol vuur mee. Enkele
andere Duroers probeerden hun snel
heid op de kittige Friese doorlopers of
o- de imponerende Noren, want
Maandag zou de wedstrijd om het kam
pioenschap voor Eierland worden verre
den en geloof nu niet, dat dat een zacht
"•^kookt eitje zou worden!
„Maak je een ritje mee?" Met deze
vraag wendde Marius Reuvers Thzn.
zich tot ons en glunderend zwaaide hij
de deur van zijn vierpersoons „Morris"
open. Hij was daar nota bene mee op
de Rogsloot aan het passagieren gegaan,
had o.a. even de familie van de kachel
naar de baan gebracht.
In de auto over het ijs -is een nieuwe
sensatie voor ons en dus: met de schaat
sen nog onder de zool de auto in. Met
gang de anderhalve kilometer lange
Rogsloot over. Tot aan de brug bij „Rio
Grande". Dan weer terug en om te to
nen, dat ie 'm goed in z'n macht heeft,
rukt Marius de voorwielen bliksems-
vlug loodrecht op de achterwielen. Het
effect is een idioot vlug in het rond tol
lende auto. Wij kunnen ons voorstellen,
dat een andere passagier, die -nog maar
weinige ritjes in een auto had gemaakt,
de schrik om het hart sloeg, toen met
hem aan boord dezelfde stunt werd uit
gehaald.
„Of het ijs de auto houdt?"
„Makkelijk!"
Ja, de winter is ouwerwets streng en
zwaar is het iis. Vreugde voor de schaat
sers, leed voor de dieren, die van voed-
selen in de vrije natuur moeten bestaan.
Ergens vinden we op de terugweg in 'n
zijslootje een doodgevroren scholekster.
Een der pootjes zit aan het ijs vastge
vroren. Een der vele slachtoffers en ie
dere dag zal hun aantal toenemen.
Vrienden vergeet de vogels niet, zorg
voor een hapje en wat water. Zoals de
jachtopziener van Eierland, die bij Rio
Grande iedere dag zo'n achthonderd
eenden en andere gevederde vrienden
op een hanie onthaalt. En dan gaan ze
weer op de wieken De polder in of de
zeedijk over
De bezoeker hoort van de Durpers,
dat er een hoge ijsberg vlak voorbij de
stroming van het Eierlandse Gat ligt.
Ja, dat bleek een fantastisch ijsland
schap te zijn. Zeker een ijsklom^ die 10
meter boven het water uitsteekt. De
Bim en Bam zijn vandaag
weer eens ontzettend verve
lend, ze hebben op zolder een
propoenschieter gevonden en
elk dier dat ze tegenkomen,
krijgt een erwt naar zijn kop.
Geen wonder dat de dieren
kwaad zijn, zo leuk is het niet
om, als je nergens op ver
dacht bent, een harde erwt te
gen je aan te krijgen. Ze spre
ken af dat ze de beertjes wel
zullen krijgen. Als Bim en
Bam de volgende morgen hun
kamer binnenkomen, kijken
ze hun ogen uit. Op de tafel
staat een taart, nee maar, 'n
pracht stuk, helemaal ver
sierd met vlinders en bloemen
Bim staat er met een glunder
gezicht bij te kijken. En net
als ze van plan zijn er een
flinke punt af te snijden,
vliegt Bam met 'n gil achter
uit Het is geen taart, het is
een slang, die helemaal opge
kruld ligt, versierd met leven
de vlinders en slakken. Ze
zijn natuurlijk erg bang, maar
als ze opkijken, zien ze daar
al hun dierenvriendjes, die
hard lachen.
enkele vaartuigjes in het miniatuurha
ventje van De Cocksdorp zitten in het
ijs gevangen. Overal ontwaart het oog
enorme ijssühotsen, die plotseling op
doemden en.nog lang niet versmol
ten zijn.
Nee, wij kunnen ons thans nog moei
lijk voorstellen, dat wij al zo zoetjes
aan naar de Lentemaand toe scharrelen!
Inmiddels is de man van de drukbe-
klante „koekenzopietent", recht tegen
over de nieuwste kerk van Durp, daar
stellig niet rouwig om!
EEN MOTORSPORTVERENIGING
IN WIER1NGERMEER?
Donderdag wordt in „De Maaier" ee
vergadering gehouden van een conul
dat zich tot doel stelt in Wieringermee
te komen tot oprichting van een motor
sportclub.
Wanneer de oprichting der verenigini
een feit is geworden, hoopt men doo
het uitschrijven van ritten en mogeliji
ook door het houden van theorie-avon
den, een band te leggen tussen alle mo
torsportliefhebbers.
De Ontwikkelingsclub te Oosterend
had vorige week Dinsdag een collega
van Livingstone en Stanly, nl. een Afri
ka reiziger in de persoon van de heer
Benfer als spreker in haar midden. Na
opening door de voorzitter, de heer W.
Renout, was het woord aan de spreker,
die zoals bekend o.a. een enthousiast
postzegelverzamelaar is, en juist het
zien van al die vreemde postzegels, met
name die met een afbeelding van de py-
rarmden van Egypte er op, deed in hem
het verlangen opkomen, zelf deze bouw
werken te bezoeken. Door het schenken
van pakjes postzegels wist hij zich in het
buitenland veel vrienden te verwerven,
die hem bij zijn reizen vaak zeer behulp
zaam waren. Spreker reisde via Sicilië
en Melta naar Tnpolitanië. Op het eer
ste plaatje zagen we hem op een boot
ergens op de Middellandse Zee, te mid
den van blanken en kleurlingen. Toen
spreker Tnpolitanië, het tegenwoordi
ge koninkrijk Lybië, bezocht, was dit ge
bied nog een Italiaanse kolonie. Spreker
toonde enige opnamen van de tonijn
visserij. Deze visjes zijn wel „iets" gro
ter dan de scharretjes, die men bij „De
Kaap" tracht te verschalken. Tripolis, de
hoofdstad, heeft (had) twee wijken, nl.
één uitsluitend toegankelijk voor blan
ken en een wijk voor de inboorlingen.
Hoewel deze scheiding niet prettig aan
doet, heeft zij één voordeel: men heeft
in eerstgenoemde wijk geen last van
het eeuwige gebedel: Moneta? Moneta?
In de stad ziet men zowel westerse
als oosterse kleding door de bevolking
dragen. Maar verder het binnenland in
is de westerse kledij, als zijnde ondoel
matig, niet in gebruik. De lange gewa
den beschermen veel beter tegen zon
en zand, dan het westerse colbertje.
Aardig was ook de foto van de zwar
te schoonheidskoningin Een andere in
teressante opname was die van een
markt. Volgens spreker heeft deze meer
overeenkomst metlhet „Waterlooplein",
dan de „Groeneplaats". De markt wordt
er gehouden op Vrijdagmorgen, de Mo
hammedaanse Zondag. Spreker heeft
zowel per kameel als per vrachtauto het
binnenland bereisd. Van zo'n kameelreis
is hij zelfs zeeziek geweest. De bruilof
ten in Noord-Afrika vinden wel enigs
zins anders plaats dan hier: de 12-jarige
bruid, verborgen in een van tapijten
gemaakt „kamertje", wordt op de rug
van een kameel naar haar nieuwe wo
ning gebracht. Of, moderner, het „ka
mertje" wordt op een vrachtauto gezet.
Spreker toonde ook enige plaatjes van
door hem bezochte scholen. Grappig was
de opname van een gymnastiekles op
een Arabische school. Het leek meer op
een snokenfeest, dan op een gymles.
Wanneer man, vrouw en rijdier op reis
gaan, rijdt de man en loopt de vrouw,
die dan tevens de door de ezel „gedrop
te" mest verzamelt voor hun akkertje.
Het gras, dat men voor zijn vee verza
melt, lijkt meer op puntdraad dan op
groenvoer. Woningen bevinden zidh
vaak onder de grond. De atmosfeer is
daar niet bepaald fris. Spreker liet ook
een afbeelding zien van het kasteel van.
Tripalis, waar vroeger door Barbarijse
zeerovers gevangen Hollandse matrozen
zijn gemarteld en gedood. Niet erg op
wekkend waren de afbeeldingen van de
executie en begrafenis van enige terro
risten-verzetsstrijders. Dan vormden de
drie haremdames een aardiger tafereel.
T
gev
hun
wa<
pla;
Vrij
Ker
Gei
doe
Ds.
3 L
PT
La;
12
Re<
vat
To
lan
dan Uw spoorkaartje ge
haald bij de V.V.V. „Texel"
Een niet ongevaarlijke belevenis wai
het, toen spreker in een moskee kwam
waar de gelovigen juist in gebed waren
en waar hij toen de opname van zijn le
ven kon maken. Bijzonder fraai was ook
het interieur der moskee. Interessant
was ook het verhaal over de in extase
geraakte jonge Mohammedanen, die zidb;
door hun priesters met lange prieme^
lieten doorsteken, zonder daar enige
hinder van te ondervinden. Uit de op
gravingen blijkt wel, dat vroeger (in de
Romeinse tijd en ook nog eeuwen daar
voor) in Noord-Afrika bloeiende steden
waren, waar nu de woestijn heerst.
Het leven in de forten, die dienst
doen om de Bedoeinen in bedwang te
houden, lijkt vrij eentonig, als men ziet
hoe vrij eentonig de omgeving er vaak
uitziet.
Enkele grappige beelden waren die
van de barbier, die zijn klant helpt, ter
wijl deze languit op de grond ligt en
met te vergeten de dokter, die er wel
zeer wonderlijk toegetakeld uit zag. Op:
Ouwe Sunderklaas zou hij geen slecht,
figuur slaan. Overigens zijn doktoren,
maar dan academisch gevormde artsen,
wel nodig in dit land met zijn afschuwe
lijke ziekten. In Tobroek, bekend uit
de 2e wereldoorlog, heeft spreker nog
een postzegeltentoonstelling gehouden,
waarvoor veel medewerking en belang
stelling werd ondervonden. Tenslotte, na
5 jaar reizen, bereikte spreker het land
der Pyramiden. Een opname, gemaakt
bij de Sphinx, vormde de laatste van
een serie van 120 beelden, allen door
spreker zelf opgenomen.
In een kort slotwoord vertokte de
voorzitter de dank der aanwezigen voor
de interessante causerie.
JEUGDFEEST OP „DE PUTTEN"
De jeugd van Oosterend, Oost, Het
Noorden en omgeving heeft zich Vrij
dagmiddag opperbest geamuseerd, want
toen mochten alle jongens en meisjes
deelnemen aan schaatswedstrijden. Wel
100 kinderen versohenen aan de start en
telkens weer steeg de spanning ten top.
Hier zijn de uitslagen:
Jongens 6-7 jaar: 1. Kees Kalis; 2.
Wim van Tatenhove; 3 Ab. Kiewiet.
Meisjes 6-7 jaar: 1. Janny Trap; 2. Ina
Betsema, 3. Corina Eelman.
Meisjes 8-9 jaar: 1. Janny Riemens; 2.
Tonn-' v.d. Bis Bd.; 3. Maartje Koorn.
Jongens 8-9 jaar: 1. Wim Eelman; 2.
Wim Timmer; 3. Wim Bakker.
Meisjes 10-11 jaar: 1. Ime v.d. Vis Bd.
2. Rina v.d. Vis Pd.; 3. Jane Verijzer.
Jongens 10-11 jaar: 1. Sijb. van der
Vis; 2. Johan Wuis; 3. Piet Daalder.
Meisjes 12 jaar en ouder: 1. Rinie
Riemens; 2. Carla Roest; 3. Tine Daal
der.
Jongens 12 jaar en ouder: 1. Kees
Boersen; 2 Sjack Schraag; 3. Marinus
van de Wetering; 4. Joop Betsema.
De eerste prijzen bestonden voor
meisjes uit zilveren lepeltjes; voor de
jongens uit schrijfgarnituren, mond
harmonica's, kinderboeken enz.
Zaterdagmiddag was het ook druk op
.De Putten" en Zaterdagavond de
baan was 's avonds verlicht! was het
zelfs enorm druk.
NIEUWE FRANKEERZEGELS VAN
NED. NIEUW-GUINEA
De postadministratie van Ned. Nieuw-
Guinea geeft een nieuwe serie frankeer
zegels uit, met een afbeelding van een 1
Paradijsvogel. Een drietal waarden, nl.
de 5. 10 en 15 cent, is nu verschenen.
Aan de postkantoren, waar een verza
melaarsloket is opengesteld, zijn de ze-
gels, tegen de nominale waarde, ver- ft
krijgbaar.
FEUILLETON
door T. LODEWIJK
40) Een uur later stapte de kellner Ma
rinus, moeizaam hinkend, het bureau
binnen, verwonderd over de sommatie
die hij ontvangen had. Die jonge snot
neus van een adjudant had hem het vel
al van de botten gevraagd. Wat konden
ze nu nog hebben?
Ga zitten, Marinus zei Blank
water vriendschappelijk ik wou je
nog even wat vragen.
Is het weer over die brand? in
formeerde Marinus achterdochtig en
zonder enthousiasme.
Ja, het gaat over de brand. Maar
luister eens even. Denk eens goed na. Er
hangt veell van af, wat je hierop ant
woordt. Jullie had electrisoh licht in de
zaak niet?
Vanzelf antwoordde Marinus
verwonderd. Dat wist de inspecteur toch
ook wel!
Was dat lichtin orde? infor
meerde de inspecteur verder.
Ja, natuurlijk antwoordde Man-
nus 't Brandde de eigenste avond ook
nog.
Nou ja, maar ik bedoelwas er
nooit iets mee aan de hand? Een defect
of zoiets?
Niet dat ik weet.
Zo. Geen storingen? Kortsluiting of
zo?
Niet dat ik weet.
Niet dat je weet. Wie zorgde er voor
het licht? Het schakelbord en zo?
Nou dat deed meestal de baas zelf.
Alléén de baas zelf.
Ja, die draaide het licht aan en uit.
Iedere avond.
Had meneer Van Vueren verstand
van electriciteit?
Geen bal.
Zo? Ouwerwets zekermoest er
niks van hebben, niet?
Ja lachte Marinus zo'n beetje
u weet hoe de ouwe man was. Hij zou
maar liefst de ouwe olielampen gehad
hebben. Of kaarsen. Daar had ie het
laatst no« over Kaarsverlichting, dat is
je ware.
Als er nou zo iets ehBlank
water stak gemoedelijk een pijp op
te prutsen was, zoals je altijd wel es
hebt, aan het stopcontact of zo, of een
draadje los of een fitting, deed hij dat
óók zelf?
Nee antwoordde Marinus vlot
daar was ie als de dood voor. Hij was
altijd bang voor schokken.
Jij niet?
Nee, ik niet, ik heb nog een blauwe
Maandag bij een electricien gewerkt.
Onu, dat was gemakkelijk Dus
als er iets gebeurde, la-we zeggen een
stop doorgeslagen of zo, dan kon jij dat
opknappen. Dus jullie hoefden niet voor
ieder wissewasje naar een electricien? -
Als het even de moeite waard was
wel. De baas hield niet van knoeien.
Maar soms moest het wel eens.
De avond vóór de-brand. ging
toen niet opeens het licht uit?
Marinus dacht na. Ja.... dat ie
zo. Hoe weet u dat?
Heel toevalli®. Een van m'n agen
ten kwam langs en zag het uitflappen.
Een minuut of vijf later was 't weer
aan.
Ja, dat heb ik opgeknapt ver
klaarde Marinus trots.
Was zeker niet zovéél aan de hand?
Stop gesprongen.
En jij hebt er een nieuwe inge
draaid?
Het leek of de man op de stoel tegen
over de inspecteur veranderde. Zijn ge
zicht werd als overtogen met een waas
van sluwe achterdocht. Zijn hand greep
de stoelleuning. Hij antwoordde niet.
Nou, dat weet je toch nog wel?
Niet zo precies meer was het
aarzelend antwoord.
Kijk eens Marinus wees Blank
water terecht je moet me niet met
smoesjes aan boord komen. Ik zie dat je
zit te liegen. En dat hoef je heus niet te
doen. Je hoeft ook niet bang te zijn. Het
gaat met om jou. Maar als je met pre
cies zegt hoe of wat, gaat een ander naar
de haaien.
De baas? fluisterde de kellner.
Je baas, ja. Verder kan ik je niets
zeggen. Ik wou alleen maar één ding
van je weten. Toen het licht uitging,
was er een stop gesprongen. Heb jij er
toen een nieuwe ingedraaid?
Neekwam het moeilijk.
Waarom niet?
Ze waren op. Ik had vergeten om
nieuwe te halen. De baas had het die
morgen gezegd. Ik was het vergeten. En
hij was toch al slecht te spreken en de
winkels waren dicht, en ik dacht
Jij dacht?
Ik repareer hem wel even, dan
haal ik morgen meuwe stoppen. De
man zei het als sprak hij zijn eigen
doodvonnis uit.
Dus jij hebt die stop gerepa-
reerd. Op de ^ewone manier, zeker?
Met een draadje, ja.
Aha! zei de inspecteur.
EXIT SARTORIUS
De heer Sartorius keek de volgende
morgen wel wat verwonderd op, toen hij
bij het binnentreden door niemand min
der dan door de eigenaar zelf werd ont
vangen.
Mijnheer Sartorius? vroeg Ver
donck. U kwam voor meneer Van
Vueren? Tja, dan zult u toah even moe
ten wachten, en ik zou zeggen, komt u
even mee naar mijn kantoor.
O ah weerde Sartorius af ik
kom later nog wel even terug.
Spaar u de moeite, spaar u de moei
te zei Verdonck vriendelijk hoffelijk
u kunt gerust hier even wachten.
Kom laat ik u voorgaan! en met een
zachte, maar onweerstaanbare drang
leidde hij de bezoeker, die weinig lust
vertoonde aan de uitnodiging gehoor te
geven, naar ziin kantoor. Hij bood hem
een stoel en een sigaar aan, beijverde
zich met een lucifer en toen beiden geze
ten waren, zag hij zijn gast met een
glimlach vol stralende jovialiteit aan.
Hebt ook u een aantal jaren in de
Oost doorgebracht? Ik ben daar zelf ook
geweest, zo in m'n wilde jaren, voor ik
een eerzaam huisvader werd aan de vaa
lt u w e huid
Ruwe handen
Ruwe lippen
tUUKtir' SMMA
te wal Misschien kunnen we een paar
minuutjes gezellig keuvelen en straks
ontdekken we nog wederzijdse kennis
sen!
Sartorius ontdooide niet na deze har-
telijke ouverture. Integendeel, zijn hou
ding werd nog méér afwerend.
Ik heb niet zulke prettige herinne
ringen aan die tijd zei hij een beetje
hooghartig en weinig lust er over te
praten. Ik denk ook niet dat we daar
gemeenschappelijke kennissen zullen
hebben. Ik zou liever.
O dat weet u niet viel Verdonck
in, zonder zijn bezoeker gelegenheid te
geven aan het woord te komen. Wat
ik daar allemaal mee gemaakt heb, me
neer Sartorius, ongelooflijk! De zonder
lingste mensen ontmoet je daar. Ik weet
nog goed, ik voer toen als steward op
de Serawakkent u die boot? Nee?
Werkelijk niet? Nooit op gevaren? Nou
goed dan, het doet er ook niet toe: dat
we een verstekeling hadden. Het bleek
een gedroste soldaat te zijn, een koloni
aal noemde ze dat vroeger. Een beetje
zwaar aan de boemel geweest, in de
dessa, ruzie over een Soembanese vrouw,
het mes. enfin, u weet er misschien
wel wat van, hoe dat daar soms kon
toegaan in die oude tijd
Wordt vervolgd)