V
Midget-golf, een attractie voor
toerist en Texelaar!
Met flinke ladingen springstoffen krijgt de
fa Scholte de Benbrack wel klein!
De stand van de Landbouwgewassen
Droogte, koude en regen gaven de boer veel zorgen
Op reis
Verschillen tussen Oosterend en Oudeschild
De Fa. Scholte uit
Diemen is weer druk
bezig met het verder
slopen van het wrak
van het Engelse
stoomschip Benbrack,
dat op 23 Januari 1890
ter hoogte van de
Slufter met een gro
te lading katoen
strandde. Die katoen
werd destijds gebor
gen en het schip ge
deeltelijk gesloopt,
maar gaandeweg zak
te het wrak dieper
en tenslotte was er
niets meer van te
bespeuren. Voorjaar
1952 kwam het wrak
door sterke strand-
afname weer bloot
en de Fa. Scholte,, die
eens poolshoogte
kwam nemen, zag er
wel wat in- Vorig
jaar zomer hebben zij
een enorme hoeveel
heid staal geborgen.
Dat bergen ging in
tussen met grote
moeite en hoge kos
ten gepaard, want 't
wrak zit nog altijd
stevig in elkaar! Het „klein maken" ge
schiedt o a. door middel van explosieve
stoffen (trotyl) en wie vorige week het
Nederlandse journaal in Texels Bios
coop Theater heeft gezien, zal ontdekt
hebben, dat deze springstof geweldige
uitbarstingen kan veroorzaken. Men kan
dan maar beter een eindje uit de buurt
blijven en zo heeft de op Texel opere
rende firma dan ook een groot terrein
met rode vlaggen afgebakend. Men doet
dus erg verstandig buiten dat gevaarlij
ke gebied te blijven!
„Het is een onnoemelijk zwaar schip
en wij hebben heel wat springstof no
dig!" Aldus de heer Scholte, die al heel
wat kilootjes „dynamiet" heeft gebruikt.
Soms heeft men om flink resultaat te
behalen wel 15-20 kg trotyl nodig en
dat geeft natuurlijk een behoorlijke
dreun!
Dit voorjaar arriveerde de Fa. Scholte
al bijzonder vroeg op het eiland: eerst
wilde'zij haar krachten eens op de sta
len damwand van de bekende „Chinese
muur" bij paal 12 beproeven. Ofschoon
het weer zeer ongeschikt bleef - men
heeft Oostelijke winden nodig en geen
Zuidwestelijke stormpjes!! - wist men er
toch plm 35 ton materiaal vandaan te
slepen. Tenslotte moesten ze vluchten
voor het ongunstige weer. T.z.t. gaan ze
daar echter opnieuw aan de slag. Eerst
zullen nu de resten van de Benbrack
worden opgeruimd.
Een dezer dagen heeft de firma Schol
te een uitstapje naar Normandië ge
maakt om eens te zien of daar ook niet
iets van haar gading te vinden was.
„Daar zit ook nog zat!" De bunkers
staan daar nog in dezelfde staat als in
zomer 1945: alles zit er nog in! Het is
evenwel door die rotsachtige kust erg
moeilijk het materiaal te bergen- Daar
liggen bovendien nog talloze granaten
her en der verspreid, gewoon op het
strand.
En dan komt de machtige kraanwagen om de buit even
weg te slepen De nieuwste kraanwagen is tweemaal
zo machtig als die, waarmee ze vorig jaar werkten. Deze
heeft nl- een hefvermogen van 20 ton en is uitgerust met
een 140 pk Mack Diesel met voorwielaandrijving. Voor
zo'n wagen betaal je de wegenbelasting per dag, wat 'n
bedrag van f 20,betekent! Voorts beschikt de firma nu
over een amphibie jeep, waar 'n motortje voor de straal-
pijp op gemonteerd staat. De springlading moet dikwijls
op flinke diepte onder het wrak worden aangebracht en
daarvoor spuit men een gat met behulp van een straal-
pijp, precies dus zoals tijdens de oorlog op het strand de
rijen palen in het strand werden geplaatst.
LAMPIONOPTOCHT IN
DE COCKSDORP
Heel Cocksdorp en omgeving waren
Zaterdagavond op de been om deel te
nemen aan of in ieder geval getuige te
zijn van de lampionoptocht, die even
over half negen bij het Theehuis startte.
Welk een prachtig effect leverde de
Molenlaan en de diverse punten in het
dorp zelf op: men had ook daar kwistig
met lampions versierd! Nog groter werd
de feestelijkheid toen VIOS van Oost
zich in 't Dorp, met brandende fakkels,
aan het hoofd van de stoet plaatste.
Onder pittige marsmuziek trok men
daarna door De Cocksdorp en de lange
stoet werd door heel wat in vreugdige
stemming verkerende volwassenen ge
volgd!
Besloten werd met het spel de strijd
om de man en de vrouw op het school
plein, waarbij mej- J. Verijzer en de heer
Van Tatenhove de overwinning be
haalden.
TROK GROTE BELANGSTELLING
Naar onze Cocksdorper correspondent
bericht was de Hervormde Kerk aldaar
geheel met belangstellenden gevuld,
toen de heer Jan P. Strijbos daar Vrij
dagavond de eerste van zijn twee Zuid-
Af rika-reportages bracht: een prachtige
kleurenfilm, welke door de ornitholoog
op boeiende en leerzame wijze werd toe
gelicht. Ongetwijfeld zal het gebouw
Vrijdagavond a.s. wederom vele toe
schouwers trekken!
Een explosie cn weer is een stuk van het
wrak losgeslagen.
(ian Uw spoorkaartje ge
haald hij de V. V. V. „Texel"
HOOG WATER
25 Aug. 6.56 en 7.31; 26 Aug. 8.08 en 8 23
27 Aug. 8.55 en 9.05-
Aan het strand is het ongeveer een uur
eerder hoog water-
PUBLICATIE
VAN DE CULTURELE RAAD
Woensdag 25 Augustus
Den Burg, Casino, „De Kleurenpracht
van Zuid-Afrika II" door Jan P. Strijbos
Donderdag 26 Augustus
Den Burg, Oranjeboom, Uitvoering UDI
met „Dr. Lexo"
Vrijdag 27 Augustus
Den Burg, Oranjeboom, Texelfilm.
De Cocksdorp, N.H. Kerk, „De Kleuren
pracht van Zuid-Afrika II" door Jan P.
Strijbos-
Zaterdag 28 Augustus
Oosterend, Athletiekdag S.V.O.
Zondag 29 Augustus
Den Burg, Start „Ronde van Texel".
Een dominee moet op de vraag van één
van zijn catechisanten waarom Jezus in
zijn discipelkring zoveel vissers had op
genomen eens het volgende antwoord
hebben gegeven. Een visser was meer
dan iemand anders afhankelijk van het
weer en daarom wist hij beter dan ieder
een, dat hij voor het welslagen van zijn
werk afhankelijk was van Gods zegen.
En deze mensen had Jezus in Zijn dis
cipelenkring nodig- Wanneer Jezus in
onze tijd en ons land had geleefd, aldus
de dominee, zou hij mogelijk boeren ge
nomen hebben.
Het bovenstaande bewijst dat deze
dominee wist dat het boerenbedrijf in
wel heel sterke mate afhankelijk is van
de weersomstandigheden. Het zomersei
zoen 1954 illustreert dit wel weer heel
duidelijk.
Als gevolg van de tot ver in Februari
aanhoudende vorstperiode konden de
voorjaarswerkzaamheden pas laat be
ginnen. Bovendien zagen de bouwboeren
zich voor het feit gesteld dat de winter
tarwe wel voor plm. 80% uitgevroren
was en een groot gedeelte van de herfst-
werkzaamheden dus vergeefs was ge
weest. De maand Maart gaf voor onze
omgeving iets meer regen dan normaal
en was verder donker en koud. Dit was
zeker niet bevorderlijk voor de voor
jaarswerkzaamheden. In meerdere ge
vallen kwam men er toe de grond te
vroeg te gaan bewerken, waardoor de
structuur van de grond bedorven werd-
April was buitengewoon droog en
koud, vooral na 10 April en zij, die
enigszins met het boerenbedrijf op de
hoogte zijn, weten dat dit nu juist iets
is wat de boer niet wil. De maand Mei
was eveneens droog, vooral voor het
Zuiden en midden van ons eiland. In het
Noordelijke gedeelte van Eierland vie
len die maand een paar flinke buien.
Naast vrij warme dagen gaf Mei ook
enkele zeer koude dagen.
De maand Juni was wat de regenval
betreft niet ongunstig. Vooral op Texel
kregen we deze maand wat meer regen
dan normaal De eerste helft van Juni
was koud, in de tweede helft van de
maand kregen we de warmste dagen
van deze zomer.
I De maand Juli was extra nat en bo
vendien koud en wat dit betreft maakt
1 de maand Augustus het tot nu toe niet
beter.
En nu de gewassen- Hoe hebben deze
i zich onder de weersomstandigheden van
deze grillige zomer gehouden? Wij wil
len U hiervan in het volgende een kort
overzicht geven.
De granen.
Zoals reeds gezegd moest een groot
gedeelte van de wintertarwe omge-
j ploegd worden. Voor een flink gedeelte
j zijn de vrijkomende percelen met zomer"
I tarwe bezaaid. Nog nooit te voren zagen
I wij zoveel zomertarwe op ons eiland.
De overgebleven wintertarwe heeft
over het algemeen een matige stand en
het is wel zeker dat dit gewas niet de
opbrengsten van vorig jaar zal geven.
De zomertarwe staat er over het alge
meen goed voor, maar wat de opbrengst
betreft durven wij nog niet optimistisch
te zijn. Al meerdere jaren is gebleken,
dat een natte en zonloze maand Juli
voor de zomertarwe funest kan zijn.
De zomergerst heeft in de maand Mei
en gedeeltelijk ook nog in de tweede
helft van Juni plaatselijk van droogte
geleden- Veel werkelijk zware gewassen
zomergerst zijn er weinig. Toch was als
gevolg van de zware regens in Juli en
Augustus de zomergerst hier en daar
ernstig gelegerd. Op het moment, dat
wij dit schrijven is dit gewas voor een
flink gedeelte gemaaid of met de com
bine geoogst. De eerste berichten om
trent de opbrengst lijken niet ongunstig
en wij hebben hoop dat de zomergerst
een normale opbrengst zal geven-
Zware gewassen haver waren er even
eens weinig, maar vooral dit gewas is
door de overvloedige regenval van de
laatste weken op veel plaatsen zeer ern
stig gelegerd. Op het moment is een
klein deel van dit gewas gemaaid, het
oogsten van de rest van dit gewas zal
veel arbeid vragen. Wij zijn van mening
dat de opbrengst van de haver in ieder
geval belangrijk minder zal zijn dan in
het zeer gunstige haverjaar 1953.
De erwten.
De laatste jaren was dit gewas voor
ons eiland van niet zo veel betekenis-
Dit jaar is de oppervlakte belangrijk
uitgebreid en is tweemaal zo groot als
in 1953. De stand van dit gewas was de
hele zomer goed en er waren beloften
voor een goede opbrengst. De weersom
standigheden in Juli en Augustus zijn
echter vooral voor dit gewas zeer slecht
geweest. De kwaliteit van de erwten
heeft hierdoor sterk geleden en wij vre
zen dat dit de uiteindelijke opbrengst
flink zal drukken.
Het vlas.
Ook de oppervlakte van dit gewas
werd flink uitgebreid. Helaas moeten
we echter vaststellen dat de uitkomsten
niet best zijn. Het koude, droge voor
jaar is wel zeer in het bijzonder voor
dit gewas funest geweest. De lengte van
het vlas is duidelijk minder dan nor
maal en als gevolg van de slechte groei
heeft het onkruid op veel percelen zijn
kans gekregen- Wij vrezen dat de afle
vering van dit gewas met veel moeilijk
heden gepaard zal gaan.
Koolzaad en Stoppelknollenzaad
De oppervlakte van het eerste gewas
was slechts klein. De stand was goed en
de opbrengsten bevredigend. Wij zijn
dan ook van mening dat koolzaad op
het moment de belangstelling van de
landbouwers weer waard is. In veel
opzichten is koolzaad o.i. een aanlokke
lijk gewas.
De oppervlakte stoppelknollenzaad is
dit jaar buitengewoon groot. Wij zijn
geneigd te veronderstellen dat de opper
vlakte van dit gewas op Texel wel on
geveer even groot is als in de gehele
rest van Nederland- Als gevolg van de
strenge winter was dit gewas, dat als
regel voor het grootste deel in de herfst
gezaaid wordt uitgewinterd en de zaad-
firma's hebben toen gezocht naar een
gebied met lage voorjaarstemperaturen
en zijn op Texel terecht gekomen. Voor
enkele variëteiten bleken de lage voor
jaarstemperaturen van dit jaar nog niet
voldoende te zijn en er trad geen zaad-
vorming op Voor de rest was de stand
goed. De eerste berichten omtrent de
opbrengst lijken niet ongunstig.
De aardappelen
De oppervlakte van dit voor ons ei
land zo belangrijke gewas is dit jaar nog
weer flink uitgebreid. De eerste ontwik
keling was traag, maar in de maand
Juni is dit gewas flink bijgekomen. In
Juli konden we de stand goed noemen.
De laatste weken zijn veel percelen aan
getast door de aardappelziekte en dit
heeft een buitengewoon snel afsterven
van enkele rassen tot gevolg gehad. De
opbrengst zal hierdoor aanzienlijk ge
drukt worden en bovendien is er het
risico van een flink percentage zieke
knollen-
Suikerbieten en Voederbieten
De oppervlakte suikerbieten is kleiner
dan vorig jaar. De moeilijkheden met
de arbeidsvoorziening zijn hier niet
vreemd aan. De stand van dit gewas
was aanvankelijk matig, maar ook hier
is in de maand Juni belangrijke verbe
tering gekomen. Toch is de ontwikkeling
van dit gewas ten achter bij normale
jaren. Het gewicht en het gehalte van
de bieten ligt duidelijk lager dan in
voorgaande jaren. Een gunstig verschil
ten opzichte van vorig jaar is het aan
tal schieters. In 1953 trad ernstige schie
tervorming op, thans is dit van geen be
tekenis. De veel latere zaaitijd van dit
jaar zal wel de belangrijkste factor van
dit verschil zijn-
De weersomstandigheden in nazomer
en herfst zijn van nog groot belang voor
het uiteindelijk resultaat van suiker
en voederbieten. Deze gewassen vragen
dringènd om zonnig, warm weer. En
eigenlijk is dit laatste op dit ogenblik
het verlangen van alles wat boer is.
In het volgend nummer hopen wij U
nog een overzicht te geven van het
graslandbedrijf. C. v. Gr.
De Midget-Golf te De
Koog, de miniatuurgolf
baan met niet minder
dan 18 holes, 18 ver
schillende hindernissen,
geniet behoorlijke be
langstelling. Nee, in de
namiddag niet en zeker
niet als het weer de
badgasten strandwaarts
lokt!, maar 's morgens
kan men daar altijd wel
liefhebberg voor dit al
leraardigste spel waar
nemen en 's avonds, als
er de feestelijke illumi
natie is ontstoken en
zich lange rijen witte
lampjes in lichtende
guirlandes tegen het
duister van de avond
hemel aftekenen, ja, dan
dan ziet men wel het meeste bezoek.
Wel 50 personen kunnen gelijktijdig dit
spel beoefenen en zo ziet men daar op
een en hetzelfde uur bakvisjes en oude-
W
HIERBOVEN
Dc Koog, die
Eén der holes werd met een model van
'n typisch Texelse boerderij gestoffeerd
de entree tot de midgct-golfbaan te
vooral 's avonds vele sportbeoefenaars
trekt.
ren van dagen geboeid bezig met het
wegslaan van de lichte balletjes. At
tractief ook na een „zware" vacantie-
dag, waar dit spel heus geen gevaar op
leveren kan voor het goed functioneren
van het hart! Aan dit spel kan iedereen
deelnemen! Ook t-a.v. de kosten: voor 't
luttele bedrag van drie kwartjes ont
vangt men materiaal en reglement en
kan men zo door elkaar rond een uur z'n
mik- en slagkunst toetsen.
De heer Kok, die ons had uitgenodigd
tot een bezoek demonstreerde ons even
het spel, dat geen enkele puzzle be
vat. „De meesten, die hier gespeeld
hebben komen terug en het lijkt wel of
sommigen er radicaal aan verslaafd zijn
geraakt!"
Enkele holes prijken met een aller
aardigst miniatuurbouwwerkje, zoals 'n
echte oude Texelse boerderij, een Texel
se schapenboet en een Texelse molen.
Het geheel maakt een keurige indruk en
mag dan ook als een aanwinst voor De
Koog worden beschouwd.
In het verslag van het College van
Zeevisserijen anno 1891, wordt er op ge
wezen, dat de vissers van Texel uit 2
gescheiden groepen bestaan, aldus Drs
Schreur van de Economisch Technolo
gische Dienst in zijn rapport over „De
Ontwikkeling van de Visserij van Texel"
Het^ buurtschap Oost vormt als het
ware de overgang tussen beide groepen.
Deze scheiding, die zowel op economisch
gebied (waaronder de aard van dg vis
serij) als op sociaal gebied te onderken
nen valt, wordt nog geaccentueerd door
een vrij duidelijke scheiding van het
woongebied.
Deze scheiding manifesteert zich de
laatste jaren (in economisch opzicht) wel
zeer duidelijk door de tamelijk welva
rende Noordzeevisserij van de Ooster-
enders ten opzichte van de aanzienlijk
minder gunstige uitkomsten van de
Waddenzeevisserij van Oudeschild.
Aanvankelijk namen alle, aan of nabij
de kust gelegen, dorpen van Texel aan
de visserij deel. Sedert het einde van de
18e eeuw is deze spreiding al aanzien
lijk minder geworden en komen de dor
pen Oosterend (met Oost) en Oudeschild
duidelijker naar voren, hetgeen moge
blijken uit het feit dat omstreeks 1843
aan de bestaande haven van het eiland
(Oude Schild) een tweede (Nieuwe
Schild) wordt toegevoegd ten behoeve
van de vissers van Oosterend (en Oost).
Ongetwijfeld is de visserij vanuit
Oosterend en Oost (beide dorpen zijn op
hoogten gelegen) van ouder datum dan
die van Oudeschild, welk dorp z'n voor
naamste functie vond in de approvian
dering van de op de rede van Texel
liggende schepen. Oudeschild kwam
daardoor sterker tot ontwikkeling dan
anders wel het geval zou zijn geweest.
Het ligt dan ook voor de hand, dat de
bevolking van Oudeschild in de loop der
jaren (bloeiperiode in de 17e eri 18e
eeuw) door een niet onaanzienlijk aan
tal immigranten is versterkt, hetgeen -
het zij hier slechts veronderstellender-
wijs gezegd - willicht invloed op de
aard van de bevolking heeft gehad.
Van een migratie van vissers van
Oosterend en Oost naar Oudeschild is
tot op heden gedurende de laatste 100
jaar, op enkele uitzonderingen na, nim
mer sprake geweest en zal voordien
waarschijnlijk evenmin zijn voorgeko
men-
Afgezien van de inham ten Noorden
van Oost, die bovendien nog een vind
plaats voor oesters vormde (sedert 1876
de huidige polder Het Noorden) en de
periode 1843-1860 waarin over de haven
te Nieuwe Schild beschikt kon worden,
was de haven van Oudeschild sedert de
tweede helft van de achttiende eeuw
de enige van het eiland. Het niet ver
huizen naar Oudeschild zal daarom ver
moedelijk wel in de eerste plaats toege
schreven moeten worden aan de ge
hechtheid van de bevolking aan het ge
boortedorp, een eigenschap die voor
vissersplaatsen in bijzondere mate blijkt
te gelden.
Samenvattend kan geconcludeerd
worden dat de betrekkelijk grote wel
vaart waarin de visserij van Oosterend
thans verkeert het gevolg is geweest
van een ontwikkeling die zich geduren
de de laatste honderd jaar heeft afge
speeld, waarbij de aard van de bevol
king - bepaald door de herkomst en
door de gedragsregels van het geloof
t a v. het maatschappelijk werkzaam zijn
- een zeer voorname rol heeft gespeeld.
Een en ander neemt niet weg dat ook
de visserij van Oosterend is teruggelo
pen Van een vloot van honderd schepen
zoals in de jaren omstreeks 1890 geteld
werd, is geen sprake meer- Deze terug
gang betekent minder als men bedenkt
dat de vaartuigen van destijds gemid
deld met 2 personen bemand waren, en
die van thans met 5 a 6, terwijl van
zelfsprekend de uitrusting en vangcapa-
citeit van de moderne vaartuigen niet
te vergelijken is met die van 50 jaar ge
leden. Deze sanering had voor 1918 reeds
voor een groot deel zijn beslag gekre
gen. In dit jaar bedroeg het aantal vaar
tuigen van Oosterend (en Oost) 42 (ex
clusief roeiboten) en dat van Oudeschild
39. De scheiding tussen Noordzee- en
Waddenzeevissers had zich toen nage
noeg voltrokken De noodzaak om op de
Noordzeevisserij en tot uitbreiding van
het bedrijf over te gaan deed zich bij de
vissers van Oudeschild na de eerste we
reldoorlog, toen ook zij goed verdiend
hadden, niet onmiddellijk voor. Het
dicht bij huis ter visvangst gaan en de
wiervisserij leverde hen voldoende op.
Toen dan ook in 1932 voor hen de grote
klap kwam in dc vorm van oen volko
men gewijzigde situatie in hun viswater,
zomede het plotseling verdwijnen van
het wier, zagen velen hun bedrijf ver
lopen. De positie waarin de Oudeschil
ders in 1932 waren komen te verkeren,
was er een waarop zij zelf geCn invloed
hadden gehad- De wijze, waarop hun po
gingen om uit de impasse te komen,
werden beantwoord door de Centrale
Overheid, waren echter niet bevorder
lijk voor het ontplooien van grotere ac
tiviteit.
Het verschil tussen Oosterend en
Oudeschild dat zo duidelijk naar voren
komt uit de tegenstellingen, die op alle
gebied aanwezig blijken te zijn, zo ver
volgt het rapport, kan nog met het vol
gende geval van de ontwikkeling van
één familiebedrijf aangevuld worden.
Het vermelden van een individueel ge
val ter karakterisering van een groep
moge gerechtvaardigd worden door het
feit, dat de selectie van de Oosterender
ondernemers er toe geleid heeft dat de
12 ondernemers van thans de afstamme
lingen zijn van 4 a 5 vissers van 100
jaar geleden. Uiteraard zou de groep
ondernemers van thans niet zo krachtig
geweest zijn, indien zij daarbij niet te
vens had kunnen rekenen op de mede
werking van hen wier ouders vroeger
ook als zelfstandigen werkzaam waren
geweest en die bereid bleken als knecht
te gaan varen. Bedoeld geval heeft zich
afgespeeld in de jaren 1923-1939. Aan
vankelijk voer de schipper met één
zoon, de tweede zoon was toen werk
zaam op een groot bedrijf aan de vaste
wal, terwijl de derde zoon bij de grote
vaart als stuurman dienst deed. De
tweede zoon zegde na enige tijd zijn be
trekking op, die toen meer opleverde
dan in het visserijbedrijf verdiend kon
worden, om bij zijn vader te gaan va
ren. Met hard werken en een crediet
van de Boerenleenbank slaagt men er in
een nieuw schip te kopen- De derde zoon
blijft nog enige jaren bij de grote vaart
om te verdienen Daarna komt ook deze
in het ouderlijke bedrijf. Na enige tijd
wordt opnieuw van schip veranderd, I
totdat in 1939 het bedrijf zover is uit
gegroeid dat er een tweede gelijkwaar- I
dig vaartuig aangekocht kan worden,
waarmee de splitsing van een bedrijf 'n
aanvang heeft genomen die 15 jaar te
voren als onmogelijk beschouwd moest
worden. Door dezelfde spaarzaamheid,
hard werken en het aan de dagr leggen
van ondernemingszin zijn alle bedrijven
van Oosterend gekomen op de eervolle
plaats die zij thans innemen te midden
"<m de Nederlandse kleine trawlvissery