C
Texelse Walvisvaarders leden
schipbreuk
ITOW
De Rundveefokkerij
De Grote Speurder
°p reis
In bijgaand artikel vervolgen wij ons
uittreksel van het „Dagverhaal van het
verongelukken van het Galjootschip
Hariingen in Straat-Davids. De togt van
de Equipage met sloepen over en langs
het ijs, en overwintering van dezelve in
het Noordelijke gedeelte van Groenland
door den kommandeur Klaas Hoekstra
van Texel''.
door -
Klaas Hoekstra van Texel
De volgende morgen, 24 Augustus
1826, gingen wij naar ons schip om te
zien of het misschien gerezen was, doch
het zat toen onder het ijs tot aan de
mars, zodat wij niet konden bergen dan
enige einden staand en lopend wand,
benevens enig hout van gebroken raa's
om te branden, van de zeilen enige
lappen, die afgesneden moesten worden,
zijn het grietje- en kruiszeil heel. De
lappen werden voor het grootste ge
deelte door de Engelse matrozen weg
genomen, de overige gaf ik ons volk, die
niets van hunne klederen hadden ge
borgen. Voorts werden nog geborgen
de lijnen van zes sloepen, in het geheel
37 stuks. Wij konden bij mogelijkheid
niet meerder krijgen, doch hoopten, dat
toen het ijs iets ruimde, het schip zou
rijzen. Des nachts moesten wij bij de
Dundee weer aan het zagen, daar het
hard begon te waaien en het ijs ging
kruien onder een dikke sneeuwjacht,
zodat wij, benevens de kapt. niet anders
dachten of wij zouden ook dit schip
verliezen. Tegen de morgen bedaarde
het weer en hield tot aller blijdschap
het kruien van het ijs op, evenwel kon
den wij met dubbel scheepsvolk bijna
niet tegen de persing zagen.
De volgende ochtend togen wij we
derom naar het wrak. Door hijsen, sto
ten en breken kregen de Engelsen de
kachel er uit. Op 28 Augustus konden
bijna alle zeilen van ons tweede stel
worden geborgen, benevens een grote
ketel en enige kaasjes, welke mede on
der het kajuitsdek in de piek waren.
Op de 31 Augustus besloten wij met
kapt. Duncan weer naar het wrak te
gaan en te beproeven om met congre-
vische vuurpijlen de kajuitspoorten in
te schieten, tussen de dekken, of het
bovendek ook wilde springen, om zo
doende nog enige provisie te krijgen;
welke pijlen zoveel uitwerkten dat ver
scheidene watervaten, benevens een vat
spek uit het grote luik opkwamen. Op
2 September gingen wij weer naar het
wrak om te zien of er ook enige veran
dering gekomen was en we enige vic
tualie konden krijgen, daar de Engelse
kapitein geen genoegzame provisie voor
dubbel scheepsvolk had. Maar na de
middag kwamen wij terug en hadden
niets kunnen krijgen dan een koperen
ketel en een weinig brandhout, daar het
wrak even met het kajuitsdek boven zat
en vóór geheel onder, bijkans op zijn
eind en overdekt met ijs.
Zo blijven de mannen volhouden om
zoveel mogelijk uit het wrak te bergen.
Op de 11de September vissen zij weer
in het wrak. Zij bemachtigen twee va
ten brood, geheel doornat en bedorven,
een vat gort, een vat grauwe erwten en
een vat duivebonen, doornat, „doch
konden gebruikt worden".
De 17de September kwam „met een
klein koeltje", dik van mist, soms
sneeuw, hopende, dat die wind aanhalen
zou en verandering geven, daar het
naar onze gedachten, de rechte wind
was. Alle sloepen werden gereed ge
maakt, met zeilen, kompassen, provi
sie enz. om des noods het schip ver
liezende, ons leven te redden en het
mogelijk zijnde Lively te krijgen, zijnde^
een Deense kolonie, ofschoon wij dach'
ten dat, zo niet allen, vrij zeker de
meesten althans zulks met de dood zou
den bekopen. Na de middag van de 19de
konden wij hier en daar enige rillen
zien en terwijl de wind aanhield begon
nen, zowel Engelsen als ons volk erover
te spreken om het schip te verlaten,
doch met die koude kon dit niet ge
schieden, daar men met de sloepen over
ijs moest en des nachts onder de blote
hemel zou moeten huisvesten. Velen
zouden waarschijnlijk in één etmaal
doodgevroren zijn. Op de 21ste liet kapt
Duncan een vaatje kruid met een lange
pijp erop in het wrak zakken, om ware
het mogelijk het schip te doen springen
en alzo nog enige provisie te krijgen.
Afgestoken zijnde, kwamen verscheide
ne watervaten boven, doch geen provi
sie. Op de 23ste probeerden de Engel
sen weer het wrak te doen springen. Er
kwamen verscheidene watervaten bo
ven, alsmede een vaatje robbetraan en
emge stukken spek. Des avonds half zes
ging de zon onder.
Zo kan een Texelse winter zijn, hoe
bar moet het dan wel in het hoge noor-
i den wezen.
Het was op de 25ste September
mooi weer, maar Klaas Hoekstra en de
zijnen hadden geen goeie dag: „Tegen
de middag riep het Engelse volk, of wel
de Officiers, hun kapitein boven, zeg
gende dat zij hij dat rantsoen niet kon
den leven. Dit had tot gevolg, dat zij
niets meer kregen, maar dat de kapitein
in de kajuit mede rantsoen nam, ge
vende aan de speksnijder de sleutels
van de provisie, zijnde zij toen tevreden.
De kapitein vroeg tevens of zij ook
verkozen dat de Hollanders zouden
vertrekken en van koude, honger en el
lende sterven, dat zij dan zulks moesten
ordonneren, dat hij zulks niet wilde
doen, maar begeerde met dezen te leven
zo lang hij kon, omdat het onmenselijk
zou zijn.
Doch hierop zwegen zij allen. Het
was voor ons zeer hard zulks te moeten
horen en zo er enig uitzicht was ge
weest, dat wij het leven hadden kun
nen houden, waren wij vertrokken,
maar wij moesten nu zulks horen en
verdragen.
Het ging toen weer enige dagen goed,
maar op de 4de October kwamen de
officieren van het Engelse schip op dek
en maakten om ons zeer veel tumult,
gevende zoveel te verstaan, dat de Hol
landers moesten vertrekken, zeggende:
„Het is onze provisie!" Doch de kapitein
zulks niet verkiezende te doen, veroor
zaakte hevige woorden onder hen, zodat
wij besloten te vertrekken, wel ziende,
dat zulks van dag tot dag erger zou
worden en dat het eenmaal toch zou
moeten gebeuren. Wij gaven de kapitein
te kennen, dat wij vertrekken zouden,
ofschoon wij ons niet anders dan de
dood voorstelden, waarop deze bitter
begon te schreien, zeggende: „Ik kan
geen meester blijven, zoals gij zelve
ziet."
Van dat ogenblik af maakten wij al
les gereed om te kunnen vertrekken. Ik
schreef een brief en liet die bij de kapi
tein van de Dundee liggen, met verzoek
zo hij soms uit bezetting mocht gera
ken, hem te bezorgen, opdat er enige
bericht van ons bij mijn Principalen en
betrekkingen mocht terecht komen,
daar wij ons zeker voorstelden allen
verloren te zijn. Nog enige andere brie
ven schreef ik, om, aan land komende,
hen in een fles aan een stok op te han
gen, in de hoop, dat ze op een ander
jaar gevonden zouden worden.
Op 5 October verzocht ik de kapitein
om provisie voor ons vertrek. Per hoofd
kregen wij 10 pond brood, 10 pond spek
en verder voor ieder man één en een
tweede fles rum. Voor de middag had
den wij onze sloepen gereed en brach
ten ze, toen drie uur gaans in het oost
op langs het ijs, waartoe de Engelsen
ons alle hulp boden. Intussen zagen wij
een beer, welke stoutmoedig op ons
aankwam, zo dicht, dat wij niet anders
dachten of wij zouden, hoewel zonder
wapens, met hem hebben moeten strij
den, doch hij werd door onze honden
verjaagd. Des avonds bij lichter ijs,
konden wij bezuiden ons een kleine ril
water zien. Wij lieten de sloepen daar
staan om de anderen daags vroeg te
vertrekken en keerden toen weer naar
het Engelse schip terug. Allen waren
vermoeid, zodanig, dat wij dachten, dat
die reis niet te doen was, sloepen noch
mensen het konden uithouden, zodat wij
des nachts weinig of niets konden sla
pen, daar wij ons een wissen dood voor
ogen stelden. (Wordt vervolgd)
SM/-5
1/
Cop/rwiht P I B Bo« 6 Copohoge
BIM EN BAM
De flamingo, die stil staat te
slapen, willen Bim en Bam
wel eens vangen en het lukt
Bim om dichterbij te komen
en allebei de benen van de
flamingo te pakken. Maar de
flamingo wordt wakker en
vliegt weg met Bim aan zijn
benen Dat had onze Bim niet
verwacht en krampachtig
houdt hij zich aan de flamin
go vast, die met een vaart
door de lucht zweeft. „Help,
ik wil naar beneden", maar
de flamingo vliegt door als
of er geen Bim bestaat Bim
wordt moe in zijn armen en
valt omlaag.... precies in de
schoorsteen van zijn eigen
huis. Maar hij heeft zich niet
bezeerd, doch is zo zwart als
een nikker. De giraffe, die
stond te kijken, proest het
uit van het lachen. Wat een
zwarte Bim.
(Vervolg van pagina 1)
met een la prijs. Een dergelijke stier
van die leeftijd behoeft eigenlijk niet
gekeurd te worden, wat hij waard is
voor de fokkerij was op de keuring vol
op aanwezig.
Gebroeders Huisman waren met 2
stieren aanwezig, t.w. de 2Vz-jarige
Noordster, van Ceres van Blokland,
een iets grote zeer diepe stier met be
merking op de achterbenen (1ste prijs)
en Adema 10 van de Iepenhof, 3Vz jaar
oud <(lb prijs) ook iets te groot, iets op
gezette rug en matige achterbenen.
De eigenaarsgroepen waren al naar de
grootte van het bedrijf, gesplitst in col
lecties van maximaal 5, 6 en 8 stuks
met minstens 3, resp. 4 en 5 melkge
vend.
De uitslag der kleinste collecties was:
la W. Kikkert, lb P. C. Hin, 2a M. J.
Kikkert, 2b Joh. Witte, 2c W. J. Bak
ker, 3a S. C. Witte en 3b D. J. Keyser.
Bij de middelgrote collecties la C. de
Wit, lb C. W. Bakker, lc Th. H. Hin,
2a C. de Wit, 2b M. C. Bakker, 3a K.
Mantje, 3b K. Zuidewind.
Alhoewel minder uniform, werd bij
de grote collecties, dank zij de individu
ele kwaliteit der dieren, de groep van
Gebr. Huisman op la gezet en de uni
forme groep iets grote koeien van Van
Beek op lb.
Ik zal de rubrieken niet stuk voor
stuk de revue laten passeren met ver
melding van de bekroonde dieren. De
aandacht kan wel gevestigd worden op
het aantal bekroonde dieren van Leo
pold van Blokland. Van deze stier wa
ren volgens de catalogus aanwezig 23
hokkelingen, verdeeld over 4 rubrieken.
Bekroond zijn in totaal 10 stuks, waar
van 3 met een eerste prijs, 2 een twee
de en 5 een derde prijs. Van de. 21 melk-
vaarzen zijn er 12 bekroond, waarvan
6 met een eerste prijs, 3 tweede en 3
derde. Van de 13 melktwenters behaal
den 2 een eerste prijs, 3 een tweede en 1
een derde. Van de 4-jarige (derdkal-
vers) 3 een eerste, 1 een tweede en 1
een derde prijs van de 7 'aanwezige
dieren.
Van de totaal 78 stuks hokkelingen
tot en met derdkalvers van Leopold
zijn 39 stuks bekroond of precies 50pct,
een prima resultaat en hiervan 16 stuks
met een eerste prijs.
In de productieklasse, minimaal
30.000 kg melk, met 3.60 pet vet, ston
den individueel beste koeien, la en la
ter kampioen werd Els, eign. W. Kik
kert, productie gemiddeld per 7 lijsten
4919 - 209 - 4.25 pet - 307 melkdagen.
De heer W. Kikkert behaalde met Geer
tje 8 (van Leopold) melktwenter, het
reserve-kumpioenschap, voorwaar een
groot succes voor een boer met 10 melk
koeien.
De individuele rubrieken zullen wij
niet afzonderlijk behandelen. Die van
de melkvaarzen, twenters, oudere
koeien en productie-klasse, waren allen
vrij goed, met meerdere typische goede
koeien aan de kop.
De fokveedag te Den Burg mag als
zeer goed geslaagd worden beschouwd
en de fokkerij gaat in de goede richting.
Alkmaar, September 1954.
IIET VOETBALFEEST TE DE KOOG
Op 23 October geeft de Kogervoetbal-
club een gecostumeerde feestavond voor
leden, donateurs en belangstellenden in
hotel „De Toekomst". Dit feest is ten
bate van de nieuwe kleedkamers.
Er wordt een verloting gehouden en
ook de mooiste costuums krijgen prij
zen. Kogers, zie het nut van het welzijn
van uw eigen voetbalvereniging in en
kom in groten getale op! De heer J.
Klaasen Bos nam het initiatief en zal
ook het bal leiden, wat bij hem in goe
de handen ligt. Zie ook de advertentie.
EERSTE PRAATAVOND IN DE
LANDBOUWSCHOOL
Op Donderdag 14 October a.s. vindt
de eerste praatavond van dit wintersei
zoen plaats. Doordat de spreker uit
Schagen verhinderd werd, zullen als
sprekers optreden: P. Glas, Schagen,
over „Kalveropfokwedstrijd" en C. P.
Laan over „Reis naar Zwitserland".
Iedereen die belangstelling stelt in deze
avond is welkom in de Landbouwschool.
Dit geldt voor alle praatavonden.
S.V.O-nieuws
Oosterend A dat met 3 invallers naar
Texel C toog wist toch nog met 5-1 te
winnen. Keurig gedaan jongens.
Oosterend 1 speelde tegen ZDH eén
aardige partij. Beide elftallen waren
van gelijke kracht. Het is alleen jam
mer dat er bij ons niet wat meer stoot
kracht in de voorhoede zit. Het was dan
ook Rinus, 38 jaar, die het enige doel
punt voor ons wist te maken, 2-1 in het
voordeel van ZDH.
Het tweede verloor met 21-0.
Zondag: Vada - Oosterend 1
Oosterend 2 WGW 6, 1.30 uur
SVC A Oosterend A aanvang 4 uur.
PROTESTANTSE KERKDIENSTEN
N.H. GEMEENTE OOSTEREND
Vrijdagavond 8 uur J.V. in de kerke-
kamer.
UITSLAG DER „TEMITO" ACTIE
De Slagzin: „Onze Middenstand gelijk
aan die van d' overkant".
Actie 1.
1. W. de Graaf, Molenstraat 45, Den
Burg 1 stofzuiger of f 135.
2. Henny Vermeulen, Julianastr., O'end
f 50. 3. J. C. Eelman, Kantoorstraat 14,
f 25.4. C. Kooyman, Wittekruisweg 7
10.5. P. v.d. Vis, Weverstraat 57, 10;
6. A F. de Vries, Hotel De Lindeboom,
107. Mej. Spigt, Kogerveld K9 10.
8. A. Pennekamp, Weverstraat 5, f 5.
9. J. Keyser, Dorpsstraat 73, De Waal,
5.10 J. A. M. Snik-Egging, Molen
straat 32, f 5.De geldprijzen worden
in waardebonnen verstrekt.
Actie 2.
Gewicht van de gezamenlijke standhou
ders was 2445 kg.
1. Mevr. de Wed. M. Boon-Koopman,
Den Hoorn 86, 1 stofzuiger of f 135.
2. C. J. Vinke, Weverstraat 87, f 50.
3. J. Dogger, P.H. Polder H 24 f 25.
4. Anny Witte, De Westen H 110, f 10;
5. Annie Veeger, Den Hoorn H 81, f 10;
6. D. J. Roeper, Warmoesstraat 81 f 10;
7. D. Verstegen, Beatrixlaan 30, f 10.-;
8. D. Drijver, Den Hoorn 77, f 5.9.
M. Lips-Koorn, Schildereinde 83, f 5.
10. P. vd Slikke, Westerweg B 131, f 5
Al deze prijzen kunt u afhalen bij de
he&* Martien Bakker, Gravenstraat.
INGEZONDEN
MYXOMATOSE
Mijnheer de Redacteur,
Mag ik naar aanleiding van het inge
zonden stuk van de heer S. D. Keyser
Rzn, even het volgende onder de aan
dacht brengen:
De heer Keyser noemt de nadelen van
het inenten tegen Myxomatose en raadt
de heren fokkers aan om niet te laten
enten. Foei, heer Keyser, is u een goed
lid van de Konijnenvereniging?
Heeft u de voor- en nadelen van het
enten tegen myxomatose gelezen in ons
fokkersblad van 2 October jl.? Zo niet,
dan zou ik dit gaarne opgenomen zien,
ook om anderen een inzicht te geven
hoe onze andere sportvrienden er over
denken. U beschrijft het als een nadeel
dat de fokkers niet kunnen komen op
een zomertentoonstelling, maar u weet
toch ook, dat de zomertentoonstelling
alleen voor jonge dieren is, en daar be
hoeven de dieren nog niet het gewicht
te halen, hetgeen ze moeten zijn. De
dieren moeten op hun gewicht zijn op
de najaarstentoonstelling. Indien men
tijdig laat enten is er nog tijd genoeg
over om de dieren op hun gewicht te
krijgen.
Indien u werkelijk veel met uw die
ren op hebt en u hebt een goede stal,
dan moet u het inënten tegen myxoma
tose ten zeerste toejuichen, ondanks
het feit dat er enige nadelen aan ver
bonden zijn. Maar het is toch zo dat die
nadelen niet opwegen tegen het voor
deel, dat het risico tot een minimum
blijft beperkt en het werk van jaren
niet in een handomdraai wordt vernie
tigd.
Ook het bakerpraatje, dat het alleen
voor de dierenartsen is om er goed geld
mee te verdienen moet uit de wereld
worden geholpen. Niets is minder waar
en zo voorkomt men het verwijt dat
men zichzelf zou kunnen maken bij
eventuele besmetting van zijn stal.
Heren fokkers let op uw zaak. Het
spreekwoord zegt: Beter voorkomen dan
genezen.
U vriendelijk dankend voor de ver
leende plaatsruimte
B. de Jong-Verstegen
FEUILLETON
Of te wel „De wonderlijke beleve
nissen van Picter Bakker.
12. Kijkt u nu niet naar die arm
band glimlachte het meisje een beet
je droef want daar zit 'em juist de
tragiek. Ik had zojuist hier een bespre
king met iemand waarvan ik dacht dat
hij deze armband wel zou willen kopen
en er in ieder geval enigszins de waar
de voor geven. Maar u weet misschien,
meneer Bakker, dat, wanneer je moét
verkopen, je nooit een behoorlijke prijs
maakt. Je bent al in 't nadeel wanneer
je je.eh waar moet aanbieden. De
mensen maken misbruik van m'n posi
tie
Wat wilde hij voor die armband
geven? informeerde Pieter opeens za
kelijk. Hij zag niet hoe de ogen van het
meisje een eigenaardige glans kregen.
Honderd guldenantwoorde ze
toonloos.
En u hebt nodig? Pieter was nu
opeens zakenman.
Een ogenblik aarzelde ze.
Ik had gehoopt op driehonderd
Hij is het zeker waard. Haar ogen tax
eerden hem. Wat zag hij er nu opeens
anders uit. Helemaal niet meer dat
schutterige meneertje.
Mag ik 'm eens zien? - vroeg hij.
Ze deed de armband af. Bekijkt u
'm maar stemde ze toe. Daar is
niks mee verloren.
Pieter bekeek het kleinood van alle
kanten. Hij nam er ruim de tijd voor.
En toch was het volkomen doelloos wat
hij deed, want hij had van sieraden geen
snars verstand. Hij wist geen verschil
tussen een robijn en een smaragd, tus
sen echt en vals, tussen zilver en plati
na. Maar hij won tijd om na te denken.
Kon hij dit meisje helpen? Zou ze het
van hem aannemen? Zou ze niet denken
dat hij....? In ieder geval, overlegde
hij scherpzinnig, mocht ze niet de in
druk krijgen dat medelijden of enige
andere dan zakelijke motieven hem be
wogen Hij moest de schijn handhaven
van een puur-zakelijke transactie. Zo
alleen kon hij haar zelfrespect en het
zijne redden en haar helpen.
Nog eens bekeek hij de armband cri-
tisch, hield hem tegen het licht, maakte
toen, een beetje verscholen, quasi een
paar onzinnige berekeningen op de ach
terkant van het menu.
Driehonderd gulden. die kunt
u er van mij altijd voor krijgen zei
hij toen bars.
Ze schrok en weifelde. Het was wél
vlot gegaan. Te vlot?
Dat kunt u niet doenaarzelde
ze.
Dat kunt u niet bekijken stelde
hij snel vast. Hij wist zich op dit ogen
blik volkomen de meerdere. Accoord?
Ze knikte stom. Ze was helemaal niet
zeker van haar zaak. De krijgslist was
gelukt. Twee meier, had Charrel ge
zegd, en ze had er drie Honderd gulden
de mandan konden ze weer even
voort. Maar 't was zo heel anders gelo
pen, helemaal niet volgens de plannen.
Pieter had zijn portefeuille al gegre
pen. Hij telde, achter de opstaande wijn
kaart, drie bankjes van honderd gulden
voor haar uit, borg toen snel de arm
band in zijn zak. Vóórdat ze er spijt van
krijgt, of argwaan dacht hij.
Met een hoge blos greep het meisje
de bankbiljetten en frommelde ze in
haar tasje. Toen stond ze op.
Ik moet nu heus gaanik ben
al veel te lang weggebleven stamel
de ze. Meneer Bakker, u bent.... u
bent ontzettend aardig geweest, ik
Hij zag haar verbaasd aan. Ze leek
haar beheerste positie geheel verloren
te hebben. Hij vond haar nog liever en
mooier dan eerst. Wat zou er zijn? Toen
begreep hij. Ze twijfelde omtrent zijn
beweegredenen, en was nu niet langer
zeker van haar zaak. Hij moest het ini
tiatief nemen.
Hij stak znn hand uit. Juffrouw van
Voorst, het was me een groot genoegen.
Misschien zien we elkaar nog eens
wéér.Ik hoop het.
Ze drukte zijn hand, zag hem aan.
Een vreemde, verwonderde blik. Toen
haastte ze zich weg.
Hij keek haar na.
Einde van het avontuur prevel
de hij, een beetje bitter. Maar hoopvol
dacht hij er achter: Wie weet?
Marian van Voorst, die helemaal niet
van Voorst heette, zat met Charrel en
haar broer op de armoedige pensionka
mer van de laatste. Voor haar op tafel
lagen drie bankbiljetten.
Dus hij gaf ze je vlot? infor
meerde Charrel achterdochtig.
Ja bevestigde het meisje kort
af. Moet ik je het verhaal voor de
derde keer vertellen?
En je hebt geen eh
Lange Charrel's blikken zeiden wat zijn
mond niet uitsprak.
Als je nou een klap op je gezicht
wilt hebben grauwde Henri uit zijn
wankele chesterfield dan moet je 't
nog es van m'n zuster zeggen.
Ik zei tóch niks? vroeg Charrel
beledigd.
Ik geef je maar een raad ant
woorde de jongen nijdig.
Je hebt niet met je eigen soort te
maken
Niet kibbelen jullie suste Ma
rian, die zag hoe Charrel's ogen boos
aardig begonnen te flikkeren bij die
laatste opmerking. We hebben het
geld, meer dan we dachten, de man hon
derd gulden voor een armband die nog
geen vijf-en-twintig waard is.
Nou, ik groet jullie Charrel
stond op, gritste zijn deel van de tafel
ik heb nog een en ander te doen.
Blij dat ie weg is zuchtte Henri.
Marian, het stuit me gewoon tegen
de borst met die kerel samen te werken.
Het zou niet nodig zijn als je maar
es 'n beetje doorzette wees zijn zus
ter hem terecht.
Ik kan me toch niet als loopjongen
gaan verhuren vroeg Henri met een
gekweld gezicht.
Nee, maar je moet je ook niet ver
beelden dat ze naar je lopen te zeoken.
Je kunt best wat, maar je zult wellicht
van onderop moeten beginnen. En eer
lijk werk is altijd beter dan dit.
Dat zeg jij? Profiteer jij er niet
van? Doe je er niet aan mee? Heb jij
die snuiter geen driehonderd pegels uit
zijn beurs gewrongen? Ik sta er nog al
tijd paf van hoe je 'm dat hebt geflikt.
Je hebt beslist hij zei het sarcastisch
een grote toekomst voor je
zijn stem stokte, toen hij het gezicht van
het meisje zag.Wat heb je Marian?
Ach, Henri haar stem klonk nu
bitter en vol afschuw. Ik haatte me
zelf. Die man was te goeder trouw. Het
is een eerlijke vent. Hij heeft me als 'n
heer behandeld. En ik heb hem als ge
mene oplichtster bestolen. Ik, die me
zelf diverse trapjes hoger achtte dan
hém, stond veel lager dan hij. En als
hij straks merkt wat een waardeloze
prul hij gekocht heeft, dan weet hij pre
cies wat ik waard ben.
Hij weet toch niet wie je bent?
Heb je je naam genoemd?
Ik heb gezegd dat ik van Voorst
heette.
Moeders naamde jongen
zei het zacht en schrok toen hij de uit
werking zag. Plotseling onbeheerst,
snikkend, boog Marian zich over de ta
fel, het hoofd op de armen.
flan Uw spoorkaartje ge- TJ
haalclbijdeV.V.V.„Texer' Jl