C Texelse Walvisvaarders leden schipbreuk ITOW De Rundveefokkerij De Grote Speurder °p reis In bijgaand artikel vervolgen wij ons uittreksel van het „Dagverhaal van het verongelukken van het Galjootschip Hariingen in Straat-Davids. De togt van de Equipage met sloepen over en langs het ijs, en overwintering van dezelve in het Noordelijke gedeelte van Groenland door den kommandeur Klaas Hoekstra van Texel''. door - Klaas Hoekstra van Texel De volgende morgen, 24 Augustus 1826, gingen wij naar ons schip om te zien of het misschien gerezen was, doch het zat toen onder het ijs tot aan de mars, zodat wij niet konden bergen dan enige einden staand en lopend wand, benevens enig hout van gebroken raa's om te branden, van de zeilen enige lappen, die afgesneden moesten worden, zijn het grietje- en kruiszeil heel. De lappen werden voor het grootste ge deelte door de Engelse matrozen weg genomen, de overige gaf ik ons volk, die niets van hunne klederen hadden ge borgen. Voorts werden nog geborgen de lijnen van zes sloepen, in het geheel 37 stuks. Wij konden bij mogelijkheid niet meerder krijgen, doch hoopten, dat toen het ijs iets ruimde, het schip zou rijzen. Des nachts moesten wij bij de Dundee weer aan het zagen, daar het hard begon te waaien en het ijs ging kruien onder een dikke sneeuwjacht, zodat wij, benevens de kapt. niet anders dachten of wij zouden ook dit schip verliezen. Tegen de morgen bedaarde het weer en hield tot aller blijdschap het kruien van het ijs op, evenwel kon den wij met dubbel scheepsvolk bijna niet tegen de persing zagen. De volgende ochtend togen wij we derom naar het wrak. Door hijsen, sto ten en breken kregen de Engelsen de kachel er uit. Op 28 Augustus konden bijna alle zeilen van ons tweede stel worden geborgen, benevens een grote ketel en enige kaasjes, welke mede on der het kajuitsdek in de piek waren. Op de 31 Augustus besloten wij met kapt. Duncan weer naar het wrak te gaan en te beproeven om met congre- vische vuurpijlen de kajuitspoorten in te schieten, tussen de dekken, of het bovendek ook wilde springen, om zo doende nog enige provisie te krijgen; welke pijlen zoveel uitwerkten dat ver scheidene watervaten, benevens een vat spek uit het grote luik opkwamen. Op 2 September gingen wij weer naar het wrak om te zien of er ook enige veran dering gekomen was en we enige vic tualie konden krijgen, daar de Engelse kapitein geen genoegzame provisie voor dubbel scheepsvolk had. Maar na de middag kwamen wij terug en hadden niets kunnen krijgen dan een koperen ketel en een weinig brandhout, daar het wrak even met het kajuitsdek boven zat en vóór geheel onder, bijkans op zijn eind en overdekt met ijs. Zo blijven de mannen volhouden om zoveel mogelijk uit het wrak te bergen. Op de 11de September vissen zij weer in het wrak. Zij bemachtigen twee va ten brood, geheel doornat en bedorven, een vat gort, een vat grauwe erwten en een vat duivebonen, doornat, „doch konden gebruikt worden". De 17de September kwam „met een klein koeltje", dik van mist, soms sneeuw, hopende, dat die wind aanhalen zou en verandering geven, daar het naar onze gedachten, de rechte wind was. Alle sloepen werden gereed ge maakt, met zeilen, kompassen, provi sie enz. om des noods het schip ver liezende, ons leven te redden en het mogelijk zijnde Lively te krijgen, zijnde^ een Deense kolonie, ofschoon wij dach' ten dat, zo niet allen, vrij zeker de meesten althans zulks met de dood zou den bekopen. Na de middag van de 19de konden wij hier en daar enige rillen zien en terwijl de wind aanhield begon nen, zowel Engelsen als ons volk erover te spreken om het schip te verlaten, doch met die koude kon dit niet ge schieden, daar men met de sloepen over ijs moest en des nachts onder de blote hemel zou moeten huisvesten. Velen zouden waarschijnlijk in één etmaal doodgevroren zijn. Op de 21ste liet kapt Duncan een vaatje kruid met een lange pijp erop in het wrak zakken, om ware het mogelijk het schip te doen springen en alzo nog enige provisie te krijgen. Afgestoken zijnde, kwamen verscheide ne watervaten boven, doch geen provi sie. Op de 23ste probeerden de Engel sen weer het wrak te doen springen. Er kwamen verscheidene watervaten bo ven, alsmede een vaatje robbetraan en emge stukken spek. Des avonds half zes ging de zon onder. Zo kan een Texelse winter zijn, hoe bar moet het dan wel in het hoge noor- i den wezen. Het was op de 25ste September mooi weer, maar Klaas Hoekstra en de zijnen hadden geen goeie dag: „Tegen de middag riep het Engelse volk, of wel de Officiers, hun kapitein boven, zeg gende dat zij hij dat rantsoen niet kon den leven. Dit had tot gevolg, dat zij niets meer kregen, maar dat de kapitein in de kajuit mede rantsoen nam, ge vende aan de speksnijder de sleutels van de provisie, zijnde zij toen tevreden. De kapitein vroeg tevens of zij ook verkozen dat de Hollanders zouden vertrekken en van koude, honger en el lende sterven, dat zij dan zulks moesten ordonneren, dat hij zulks niet wilde doen, maar begeerde met dezen te leven zo lang hij kon, omdat het onmenselijk zou zijn. Doch hierop zwegen zij allen. Het was voor ons zeer hard zulks te moeten horen en zo er enig uitzicht was ge weest, dat wij het leven hadden kun nen houden, waren wij vertrokken, maar wij moesten nu zulks horen en verdragen. Het ging toen weer enige dagen goed, maar op de 4de October kwamen de officieren van het Engelse schip op dek en maakten om ons zeer veel tumult, gevende zoveel te verstaan, dat de Hol landers moesten vertrekken, zeggende: „Het is onze provisie!" Doch de kapitein zulks niet verkiezende te doen, veroor zaakte hevige woorden onder hen, zodat wij besloten te vertrekken, wel ziende, dat zulks van dag tot dag erger zou worden en dat het eenmaal toch zou moeten gebeuren. Wij gaven de kapitein te kennen, dat wij vertrekken zouden, ofschoon wij ons niet anders dan de dood voorstelden, waarop deze bitter begon te schreien, zeggende: „Ik kan geen meester blijven, zoals gij zelve ziet." Van dat ogenblik af maakten wij al les gereed om te kunnen vertrekken. Ik schreef een brief en liet die bij de kapi tein van de Dundee liggen, met verzoek zo hij soms uit bezetting mocht gera ken, hem te bezorgen, opdat er enige bericht van ons bij mijn Principalen en betrekkingen mocht terecht komen, daar wij ons zeker voorstelden allen verloren te zijn. Nog enige andere brie ven schreef ik, om, aan land komende, hen in een fles aan een stok op te han gen, in de hoop, dat ze op een ander jaar gevonden zouden worden. Op 5 October verzocht ik de kapitein om provisie voor ons vertrek. Per hoofd kregen wij 10 pond brood, 10 pond spek en verder voor ieder man één en een tweede fles rum. Voor de middag had den wij onze sloepen gereed en brach ten ze, toen drie uur gaans in het oost op langs het ijs, waartoe de Engelsen ons alle hulp boden. Intussen zagen wij een beer, welke stoutmoedig op ons aankwam, zo dicht, dat wij niet anders dachten of wij zouden, hoewel zonder wapens, met hem hebben moeten strij den, doch hij werd door onze honden verjaagd. Des avonds bij lichter ijs, konden wij bezuiden ons een kleine ril water zien. Wij lieten de sloepen daar staan om de anderen daags vroeg te vertrekken en keerden toen weer naar het Engelse schip terug. Allen waren vermoeid, zodanig, dat wij dachten, dat die reis niet te doen was, sloepen noch mensen het konden uithouden, zodat wij des nachts weinig of niets konden sla pen, daar wij ons een wissen dood voor ogen stelden. (Wordt vervolgd) SM/-5 1/ Cop/rwiht P I B Bo« 6 Copohoge BIM EN BAM De flamingo, die stil staat te slapen, willen Bim en Bam wel eens vangen en het lukt Bim om dichterbij te komen en allebei de benen van de flamingo te pakken. Maar de flamingo wordt wakker en vliegt weg met Bim aan zijn benen Dat had onze Bim niet verwacht en krampachtig houdt hij zich aan de flamin go vast, die met een vaart door de lucht zweeft. „Help, ik wil naar beneden", maar de flamingo vliegt door als of er geen Bim bestaat Bim wordt moe in zijn armen en valt omlaag.... precies in de schoorsteen van zijn eigen huis. Maar hij heeft zich niet bezeerd, doch is zo zwart als een nikker. De giraffe, die stond te kijken, proest het uit van het lachen. Wat een zwarte Bim. (Vervolg van pagina 1) met een la prijs. Een dergelijke stier van die leeftijd behoeft eigenlijk niet gekeurd te worden, wat hij waard is voor de fokkerij was op de keuring vol op aanwezig. Gebroeders Huisman waren met 2 stieren aanwezig, t.w. de 2Vz-jarige Noordster, van Ceres van Blokland, een iets grote zeer diepe stier met be merking op de achterbenen (1ste prijs) en Adema 10 van de Iepenhof, 3Vz jaar oud <(lb prijs) ook iets te groot, iets op gezette rug en matige achterbenen. De eigenaarsgroepen waren al naar de grootte van het bedrijf, gesplitst in col lecties van maximaal 5, 6 en 8 stuks met minstens 3, resp. 4 en 5 melkge vend. De uitslag der kleinste collecties was: la W. Kikkert, lb P. C. Hin, 2a M. J. Kikkert, 2b Joh. Witte, 2c W. J. Bak ker, 3a S. C. Witte en 3b D. J. Keyser. Bij de middelgrote collecties la C. de Wit, lb C. W. Bakker, lc Th. H. Hin, 2a C. de Wit, 2b M. C. Bakker, 3a K. Mantje, 3b K. Zuidewind. Alhoewel minder uniform, werd bij de grote collecties, dank zij de individu ele kwaliteit der dieren, de groep van Gebr. Huisman op la gezet en de uni forme groep iets grote koeien van Van Beek op lb. Ik zal de rubrieken niet stuk voor stuk de revue laten passeren met ver melding van de bekroonde dieren. De aandacht kan wel gevestigd worden op het aantal bekroonde dieren van Leo pold van Blokland. Van deze stier wa ren volgens de catalogus aanwezig 23 hokkelingen, verdeeld over 4 rubrieken. Bekroond zijn in totaal 10 stuks, waar van 3 met een eerste prijs, 2 een twee de en 5 een derde prijs. Van de. 21 melk- vaarzen zijn er 12 bekroond, waarvan 6 met een eerste prijs, 3 tweede en 3 derde. Van de 13 melktwenters behaal den 2 een eerste prijs, 3 een tweede en 1 een derde. Van de 4-jarige (derdkal- vers) 3 een eerste, 1 een tweede en 1 een derde prijs van de 7 'aanwezige dieren. Van de totaal 78 stuks hokkelingen tot en met derdkalvers van Leopold zijn 39 stuks bekroond of precies 50pct, een prima resultaat en hiervan 16 stuks met een eerste prijs. In de productieklasse, minimaal 30.000 kg melk, met 3.60 pet vet, ston den individueel beste koeien, la en la ter kampioen werd Els, eign. W. Kik kert, productie gemiddeld per 7 lijsten 4919 - 209 - 4.25 pet - 307 melkdagen. De heer W. Kikkert behaalde met Geer tje 8 (van Leopold) melktwenter, het reserve-kumpioenschap, voorwaar een groot succes voor een boer met 10 melk koeien. De individuele rubrieken zullen wij niet afzonderlijk behandelen. Die van de melkvaarzen, twenters, oudere koeien en productie-klasse, waren allen vrij goed, met meerdere typische goede koeien aan de kop. De fokveedag te Den Burg mag als zeer goed geslaagd worden beschouwd en de fokkerij gaat in de goede richting. Alkmaar, September 1954. IIET VOETBALFEEST TE DE KOOG Op 23 October geeft de Kogervoetbal- club een gecostumeerde feestavond voor leden, donateurs en belangstellenden in hotel „De Toekomst". Dit feest is ten bate van de nieuwe kleedkamers. Er wordt een verloting gehouden en ook de mooiste costuums krijgen prij zen. Kogers, zie het nut van het welzijn van uw eigen voetbalvereniging in en kom in groten getale op! De heer J. Klaasen Bos nam het initiatief en zal ook het bal leiden, wat bij hem in goe de handen ligt. Zie ook de advertentie. EERSTE PRAATAVOND IN DE LANDBOUWSCHOOL Op Donderdag 14 October a.s. vindt de eerste praatavond van dit wintersei zoen plaats. Doordat de spreker uit Schagen verhinderd werd, zullen als sprekers optreden: P. Glas, Schagen, over „Kalveropfokwedstrijd" en C. P. Laan over „Reis naar Zwitserland". Iedereen die belangstelling stelt in deze avond is welkom in de Landbouwschool. Dit geldt voor alle praatavonden. S.V.O-nieuws Oosterend A dat met 3 invallers naar Texel C toog wist toch nog met 5-1 te winnen. Keurig gedaan jongens. Oosterend 1 speelde tegen ZDH eén aardige partij. Beide elftallen waren van gelijke kracht. Het is alleen jam mer dat er bij ons niet wat meer stoot kracht in de voorhoede zit. Het was dan ook Rinus, 38 jaar, die het enige doel punt voor ons wist te maken, 2-1 in het voordeel van ZDH. Het tweede verloor met 21-0. Zondag: Vada - Oosterend 1 Oosterend 2 WGW 6, 1.30 uur SVC A Oosterend A aanvang 4 uur. PROTESTANTSE KERKDIENSTEN N.H. GEMEENTE OOSTEREND Vrijdagavond 8 uur J.V. in de kerke- kamer. UITSLAG DER „TEMITO" ACTIE De Slagzin: „Onze Middenstand gelijk aan die van d' overkant". Actie 1. 1. W. de Graaf, Molenstraat 45, Den Burg 1 stofzuiger of f 135. 2. Henny Vermeulen, Julianastr., O'end f 50. 3. J. C. Eelman, Kantoorstraat 14, f 25.4. C. Kooyman, Wittekruisweg 7 10.5. P. v.d. Vis, Weverstraat 57, 10; 6. A F. de Vries, Hotel De Lindeboom, 107. Mej. Spigt, Kogerveld K9 10. 8. A. Pennekamp, Weverstraat 5, f 5. 9. J. Keyser, Dorpsstraat 73, De Waal, 5.10 J. A. M. Snik-Egging, Molen straat 32, f 5.De geldprijzen worden in waardebonnen verstrekt. Actie 2. Gewicht van de gezamenlijke standhou ders was 2445 kg. 1. Mevr. de Wed. M. Boon-Koopman, Den Hoorn 86, 1 stofzuiger of f 135. 2. C. J. Vinke, Weverstraat 87, f 50. 3. J. Dogger, P.H. Polder H 24 f 25. 4. Anny Witte, De Westen H 110, f 10; 5. Annie Veeger, Den Hoorn H 81, f 10; 6. D. J. Roeper, Warmoesstraat 81 f 10; 7. D. Verstegen, Beatrixlaan 30, f 10.-; 8. D. Drijver, Den Hoorn 77, f 5.9. M. Lips-Koorn, Schildereinde 83, f 5. 10. P. vd Slikke, Westerweg B 131, f 5 Al deze prijzen kunt u afhalen bij de he&* Martien Bakker, Gravenstraat. INGEZONDEN MYXOMATOSE Mijnheer de Redacteur, Mag ik naar aanleiding van het inge zonden stuk van de heer S. D. Keyser Rzn, even het volgende onder de aan dacht brengen: De heer Keyser noemt de nadelen van het inenten tegen Myxomatose en raadt de heren fokkers aan om niet te laten enten. Foei, heer Keyser, is u een goed lid van de Konijnenvereniging? Heeft u de voor- en nadelen van het enten tegen myxomatose gelezen in ons fokkersblad van 2 October jl.? Zo niet, dan zou ik dit gaarne opgenomen zien, ook om anderen een inzicht te geven hoe onze andere sportvrienden er over denken. U beschrijft het als een nadeel dat de fokkers niet kunnen komen op een zomertentoonstelling, maar u weet toch ook, dat de zomertentoonstelling alleen voor jonge dieren is, en daar be hoeven de dieren nog niet het gewicht te halen, hetgeen ze moeten zijn. De dieren moeten op hun gewicht zijn op de najaarstentoonstelling. Indien men tijdig laat enten is er nog tijd genoeg over om de dieren op hun gewicht te krijgen. Indien u werkelijk veel met uw die ren op hebt en u hebt een goede stal, dan moet u het inënten tegen myxoma tose ten zeerste toejuichen, ondanks het feit dat er enige nadelen aan ver bonden zijn. Maar het is toch zo dat die nadelen niet opwegen tegen het voor deel, dat het risico tot een minimum blijft beperkt en het werk van jaren niet in een handomdraai wordt vernie tigd. Ook het bakerpraatje, dat het alleen voor de dierenartsen is om er goed geld mee te verdienen moet uit de wereld worden geholpen. Niets is minder waar en zo voorkomt men het verwijt dat men zichzelf zou kunnen maken bij eventuele besmetting van zijn stal. Heren fokkers let op uw zaak. Het spreekwoord zegt: Beter voorkomen dan genezen. U vriendelijk dankend voor de ver leende plaatsruimte B. de Jong-Verstegen FEUILLETON Of te wel „De wonderlijke beleve nissen van Picter Bakker. 12. Kijkt u nu niet naar die arm band glimlachte het meisje een beet je droef want daar zit 'em juist de tragiek. Ik had zojuist hier een bespre king met iemand waarvan ik dacht dat hij deze armband wel zou willen kopen en er in ieder geval enigszins de waar de voor geven. Maar u weet misschien, meneer Bakker, dat, wanneer je moét verkopen, je nooit een behoorlijke prijs maakt. Je bent al in 't nadeel wanneer je je.eh waar moet aanbieden. De mensen maken misbruik van m'n posi tie Wat wilde hij voor die armband geven? informeerde Pieter opeens za kelijk. Hij zag niet hoe de ogen van het meisje een eigenaardige glans kregen. Honderd guldenantwoorde ze toonloos. En u hebt nodig? Pieter was nu opeens zakenman. Een ogenblik aarzelde ze. Ik had gehoopt op driehonderd Hij is het zeker waard. Haar ogen tax eerden hem. Wat zag hij er nu opeens anders uit. Helemaal niet meer dat schutterige meneertje. Mag ik 'm eens zien? - vroeg hij. Ze deed de armband af. Bekijkt u 'm maar stemde ze toe. Daar is niks mee verloren. Pieter bekeek het kleinood van alle kanten. Hij nam er ruim de tijd voor. En toch was het volkomen doelloos wat hij deed, want hij had van sieraden geen snars verstand. Hij wist geen verschil tussen een robijn en een smaragd, tus sen echt en vals, tussen zilver en plati na. Maar hij won tijd om na te denken. Kon hij dit meisje helpen? Zou ze het van hem aannemen? Zou ze niet denken dat hij....? In ieder geval, overlegde hij scherpzinnig, mocht ze niet de in druk krijgen dat medelijden of enige andere dan zakelijke motieven hem be wogen Hij moest de schijn handhaven van een puur-zakelijke transactie. Zo alleen kon hij haar zelfrespect en het zijne redden en haar helpen. Nog eens bekeek hij de armband cri- tisch, hield hem tegen het licht, maakte toen, een beetje verscholen, quasi een paar onzinnige berekeningen op de ach terkant van het menu. Driehonderd gulden. die kunt u er van mij altijd voor krijgen zei hij toen bars. Ze schrok en weifelde. Het was wél vlot gegaan. Te vlot? Dat kunt u niet doenaarzelde ze. Dat kunt u niet bekijken stelde hij snel vast. Hij wist zich op dit ogen blik volkomen de meerdere. Accoord? Ze knikte stom. Ze was helemaal niet zeker van haar zaak. De krijgslist was gelukt. Twee meier, had Charrel ge zegd, en ze had er drie Honderd gulden de mandan konden ze weer even voort. Maar 't was zo heel anders gelo pen, helemaal niet volgens de plannen. Pieter had zijn portefeuille al gegre pen. Hij telde, achter de opstaande wijn kaart, drie bankjes van honderd gulden voor haar uit, borg toen snel de arm band in zijn zak. Vóórdat ze er spijt van krijgt, of argwaan dacht hij. Met een hoge blos greep het meisje de bankbiljetten en frommelde ze in haar tasje. Toen stond ze op. Ik moet nu heus gaanik ben al veel te lang weggebleven stamel de ze. Meneer Bakker, u bent.... u bent ontzettend aardig geweest, ik Hij zag haar verbaasd aan. Ze leek haar beheerste positie geheel verloren te hebben. Hij vond haar nog liever en mooier dan eerst. Wat zou er zijn? Toen begreep hij. Ze twijfelde omtrent zijn beweegredenen, en was nu niet langer zeker van haar zaak. Hij moest het ini tiatief nemen. Hij stak znn hand uit. Juffrouw van Voorst, het was me een groot genoegen. Misschien zien we elkaar nog eens wéér.Ik hoop het. Ze drukte zijn hand, zag hem aan. Een vreemde, verwonderde blik. Toen haastte ze zich weg. Hij keek haar na. Einde van het avontuur prevel de hij, een beetje bitter. Maar hoopvol dacht hij er achter: Wie weet? Marian van Voorst, die helemaal niet van Voorst heette, zat met Charrel en haar broer op de armoedige pensionka mer van de laatste. Voor haar op tafel lagen drie bankbiljetten. Dus hij gaf ze je vlot? infor meerde Charrel achterdochtig. Ja bevestigde het meisje kort af. Moet ik je het verhaal voor de derde keer vertellen? En je hebt geen eh Lange Charrel's blikken zeiden wat zijn mond niet uitsprak. Als je nou een klap op je gezicht wilt hebben grauwde Henri uit zijn wankele chesterfield dan moet je 't nog es van m'n zuster zeggen. Ik zei tóch niks? vroeg Charrel beledigd. Ik geef je maar een raad ant woorde de jongen nijdig. Je hebt niet met je eigen soort te maken Niet kibbelen jullie suste Ma rian, die zag hoe Charrel's ogen boos aardig begonnen te flikkeren bij die laatste opmerking. We hebben het geld, meer dan we dachten, de man hon derd gulden voor een armband die nog geen vijf-en-twintig waard is. Nou, ik groet jullie Charrel stond op, gritste zijn deel van de tafel ik heb nog een en ander te doen. Blij dat ie weg is zuchtte Henri. Marian, het stuit me gewoon tegen de borst met die kerel samen te werken. Het zou niet nodig zijn als je maar es 'n beetje doorzette wees zijn zus ter hem terecht. Ik kan me toch niet als loopjongen gaan verhuren vroeg Henri met een gekweld gezicht. Nee, maar je moet je ook niet ver beelden dat ze naar je lopen te zeoken. Je kunt best wat, maar je zult wellicht van onderop moeten beginnen. En eer lijk werk is altijd beter dan dit. Dat zeg jij? Profiteer jij er niet van? Doe je er niet aan mee? Heb jij die snuiter geen driehonderd pegels uit zijn beurs gewrongen? Ik sta er nog al tijd paf van hoe je 'm dat hebt geflikt. Je hebt beslist hij zei het sarcastisch een grote toekomst voor je zijn stem stokte, toen hij het gezicht van het meisje zag.Wat heb je Marian? Ach, Henri haar stem klonk nu bitter en vol afschuw. Ik haatte me zelf. Die man was te goeder trouw. Het is een eerlijke vent. Hij heeft me als 'n heer behandeld. En ik heb hem als ge mene oplichtster bestolen. Ik, die me zelf diverse trapjes hoger achtte dan hém, stond veel lager dan hij. En als hij straks merkt wat een waardeloze prul hij gekocht heeft, dan weet hij pre cies wat ik waard ben. Hij weet toch niet wie je bent? Heb je je naam genoemd? Ik heb gezegd dat ik van Voorst heette. Moeders naamde jongen zei het zacht en schrok toen hij de uit werking zag. Plotseling onbeheerst, snikkend, boog Marian zich over de ta fel, het hoofd op de armen. flan Uw spoorkaartje ge- TJ haalclbijdeV.V.V.„Texer' Jl

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1954 | | pagina 4