Wat door het graven van de
Moksloot verloren ging
De voediüg van melkgeiten en de opfok
van lammeren
Wij trokken als kinderen dwars door de Bleekersvallei, de
kortste weg van Den Burg naar de „Alesia". Het Westerslag
bezat toen nog geen verhard fietspad. Die Blekersvallei, U
ziet het op bovenstaande foto, heeft nog niets van haar
schoonheid verloren!
Het was vooral Dr Jac. P. Thijsse, die
de betrokkenen allengs het besef heeft
bijgebracht, wat hier verloren is gegaan.
Er werden toen pogingen gedaan om
het bovengenoemde natuurgebied te be
hoeden voor verdere uitdroging. Zo
werd de bovenloop van de Moksloot in
1935 op zeven plaatsen afgedamd. Dit
leverde helaas geen merkbaar resultaat
op. De duinvalleien van het natuurge
bied verdroogden ondanks deze maatre
gel meer en meer en er is nu weinig
over wat nog herinnert aan de vroegere
glorie. Er zijn nog altijd valleitjes met
galigaan, met parnassia, knopbies en
orchideeën. En de klokjesgentiaan groeit
nu op de laagste plekken waar de ver
vallen resten van „tuunwoaltjes" staan,
die vroeger de schapen uit de plassen
met leverbot moesten weren. Maar de
floristisch arme duinriet- en struikhei-
debegroeiïngen, die kenmerkend zijn
voor de drogere duingronden, overheer
sen toch in zeer sterke mate.
Al met al is de tegenwoordige toe
stand van de Westerduinen niet erg be
vredigend. De Natuurwetenschappelijke
Commissie van de Voorlopige Natuur-
beschermingsraad en de Stichting „Het
Noord-Hollandsch Landschap" wendden
zich daarom in 1950 tot de directeur van
het Staatsbosbeheer, met het verzoek te
doen nagaan, of maatregelen tot verbe
tering mogelijk waren, zoals b.v. verde
re opstuwing van de Moksloot.
Het onderzoek vond nog in hetzelfde
jaar plaats, in samenwerking tussen een
waterstaatkundige en een plantensocio-
loog. Deze werkmethode voor het oplos
sen van hydrologische problemen is bij
ons nog weinig toegepast, in tegenstel
ling tot het buitenland. Daar heeft men
voor dit doel reeds herhaaldelijk een
dankbaar gebruik kunnen maken van
het feit, dat de natuurlijke vegetatie van
een terrein o.m. de waterstaatkundige
toestand ter plaatse weerspiegelt. Niet
alleen de gemiddelde hoogte van het
grondwatervlak maar ook de jaarlijkse
schommelingen daarvan en de wijzigin
gen, die zich op de lange duur door na
tuurlijke of kunstmatige factoren in de
hydrologische toestand voordoen, komen
in de samenstelling van het plantendek
tot uiting. De opgemeten waterstanden
geven een „momentopname" van de toe
stand, terwijl de gegevens verkregen uit
het planten-sociologisch onderzoek in
lichtingen verschaffen over de levens
omstandigheden gedurende een langere
periode. De uitkomsten die aldus in
„teamwork" worden verkregen, blijken
wederzijds vaak waardevolle aanvullin
gen te kunnen opleveren.
Bij het onderzoek in de Westerduinen
werd de ligging van het grondwatervlak
in enige transsecten opgemeten. Te zelf-
der tijd werd de vegetatie bestudeerd
en met de opgemeten grondwaterstan
den vergeleken.
Uit de opmetingen bleek nu, dat de
min of meer bolvormige zoetwaterlens
in de duinen gedurende de laatste de
cennia sterk is versmald door kustafslag.
De duinwaterstand daalde daarmee in
evenredige mate.
De verlaging van het peil in de aan
grenzende polders speelde daarbij even
eens een rol. "Thijsse heeft deze polders
nog gekend als gewoonlijk drasse vogel
weiden, maar de laatste tientallen jaren
hebben zij een 0,30 m a 0,50 m diepere
drooglegging gekregen. Hierdoor is het
wegkwellen van duinwater naar de pol
ders toegenomen, hetgeen vooral in het
oostelijk duingebied zijn invloed deed
gelden.
De vrij recente duinbebossing beoos
ten de Mokslootvallei vergde bovendien
een oppervlakkige ontwatering, terwijl
de aanwezigheid van het bos op zichzelf
een vermindering van de nuttige neer
slag betekende. Deze bebossing heeft dus
ook al geleid tot peilverlaging.
Er zij tenslotte op gewezen, dat de
Moksloot in het benedenstroomse, niet
afgedamde deel nog altijd water afvoert.
De peilschaalwaarnemingen, die sinds
1938 zijn verricht, geven aan, dat het
grondwater de laatste 15 jaren het
meest is gedaald in het gebied waar de
Moksloot reeds is afgedamd en de zee
de kust nog voortdurend afslaat.
Uit de beschikbare waterstaatkundige
gegevens viel voor dit gebied globaal 'n
peilverlaging af te leiden van ca. 0,50 m
tot 1,25 m. Het vegetatiekundig onder
zoek leverde overeenkomstige resulta
ten op.
In de noordelijke valleien van de Wes
terduinen kunnen thans vier hoofdtypen
van begroeiingen worden onderscheiden,
te weten:
1. De duinroosjeshellingen van de dui
nen aan de zeekant.
2. De duinrietbegroeiïngen in het Wes
ten der valleien.
3. De heidevegetaties in de oostelijke
helft daarvan.
4. De heide- en buntgrasgezelschappen
van de duinen aan de landzijde.
De onder 2 en 3 vermelde begroeiin
gen zijn, in tegenstelling met die onder
1 en 4, min of meer afhankelijk van
het grondwater. Bij de oorspronkelijke
plantengemeenschappen in de valleien is
dit in nog sterker mate het geval ge
weest. De huidige samenstelling van
deze gezelschappen gaf een aanwijzing,
dat de daling van de grondwaterstand
betrekkelijk snel moet hebben plaats
gevonden en wel het sterkst in de wes
telijke helft der valleien. De groepsge
wijze afstervende galigaan-begroeiïngen,
de bonte mengeling van vochtminnende
en van aan droogte aangepaste soorten
en dergelijke verschijnselen maakte dit
duidelijk. En ook de grootte van de uit
het vegetatiebeeld, als waarschijnlijk af
geleide daling kwam veelal zeer goed
overeen met de waterstaatkundige bere
keningen.
Door nu de benedenloop van de Mok
sloot zoveel mogelijk op te stuwen, zou
getracht kunnen worden ,de wateront
trekking aan het noordelijke verdrogen
de natuurgebied te verminderen. Doch
hoe groot zou dit effect dan zijn?
Onmiddellijk benedenstrooms van het
natuurgebied zou het peil door stuwen
van de benedenloop van de Moksloot
volgens berekening hoogstens 0,40 m.
kunnen stijgen. Maar deze stijging zou
zich nauwelijks noordwaarts kunnen
voortzetten in het natuurgebied.
Deze beperking wordt veroorzaakt
door het feit, dat het grondwatervlak
zuidwaarts thans nog maar flauw daalt
onder een helling ca. 0,5% O, terwijl dit
vlak naar zee en polder een zeer steil
verhang heeft van ca. 3,6% O. Dit laatst
bedoelde steile verhang valt vrijwel als
maximaal te beschouwen en vormt er de
beperkende factor voor verdere peilver-
hoging. In overeenstemming met deze
BIM EN BAM
De dieren zullen van Bim en
Bam les krijgen in aardrijks
kunde en Jumbo geeft toe
stemming om op zijn rug de
wereldbol te schilderen. Alle
vriendjes komen naar de les
luisteren en Bim wijst hun de
verschillende landen en van
elk land vertelt hij iets. Maar
Jumbo wordt van dat staan
wel erg moe en hij zegt dan
ook dat het nu wel eens tijd
wordt voor een dutje. Tot
vervelend toe staat hij te
geeuwen en opeens wandelt
hij rustig weg om een tukje
te gaan doen. Ja, en dan moe
ten alle dieren wel met hun
„wereldbol" meelopen en Bim
moet rennen om de les nog te
kunnen afmaken.
opvatting is het verschijnsel, dat in het
noordelijkste gebied het Noord-Zuid
verhang practisch nihil is. De water ont
trekkende invloed van de Moksloot is
daar in het geheel niet meer terug te
vinden.
Hieruit valt af te leiden, dat het eer
der bedoelde afdammen van de boven
loop in 1953 zeker een behoorlijk resul
taat zou hebben opgeleverd, als geen
kustafslag en polderpeilverlaging had
den plaats gehad.
Zou men onder de tegenwoordige om
standigheden ook de benedenloop van
de Moksloot opstuwen, dan zou de stij
ging in het natuurgebied rondom de
Biesbos minder dan 0,10 bedragen. De
grote „lekken" naar polder en zee zou
den toch blijven bestaan.
Wil men in de valleien van het na
tuurgebied de vroegere levensvoorwaar
den weer enigszins herstellen, dan zou
daar het water echter minstens 0,50 m
moeten stijgen. De thans bereikbare
stijging zou dus vrijwel geen effect
hebben.
Het opstuwen van de benedenloop van
de Moksloot zou dus geen voordeel bie
den. Wel zou het nadelige gevolgen heb
ben voor de pachters van de langs de
benedenloop gelegen graslanden. Deze
terreinen zouden hun waarde voor de
veehouders grotendees verliezen.
De conclusie van het onderzoek luidde
dan ook: Laat de waterloopkundige toe
stand van de Moksloot ongewijzigd be
staan, want tegen de verdroging is thans
helaas niets te doen.
Onder de huidige omstandigheden
blijken de kustafslag en de polderpeil
verlaging dus veel belangrijker oorza
ken van de verdroging te zijn dan het
nog afvoerende deel van de Moksloot.
De zee gaat ondertussen voort met
Texel's westkust af te schuren. Elk jaar
slokt ze ca. 10 m duin op.
De Rijkswaterstaat heeft nu twee
zanddijken aangelegd op de lage delen
van de zeereep en hoopt het zeewater
hiermee nog minstens 20 jaar te kunnen
weren uit de Mokslootvallei.
CONSULTATIE-BUREAU
RHEUMA-BESTRIJDING
Daar het bericht aangaande het uit
stellen van het Bureau in verband met
Goede Vrijdag door een misverstand
niet is geplaatst, delen wij de belang
hebbenden mede, dat dit nu Vrijdag 15
April zal worden gehouden.
MOEDERS OPGELET!
CONSULTATIEBUREAU VOOR
ZUIGELINGEN
Heden, Woensdag Consultatieureau
In verband met de veranderde dienst
regeling van de boot worden de taxi's en
moeders van buiten Den Burg verwacht
van 34 uur. Moeders van Den Burg
van 45 uur.
DIENSTREGELING N.V. TESO
Werkdagen:
Van Texel: 5,30; 7,45, 10,25; 12,55;
15,30; 18,00.
Van Den Helder: 6,30; 9,20; 11,40;
14,10; 16,45; 19,30.
Op Zon- en Alg. erk. Chr. Feestdagen
Van Texel: 7,55; 11,45; 16,00; 18,15.
Van Den Helder: 10,30; 13,10; 1710;
19,30.
NIEUWE HANDSCHOENEN
De Westduitse handschoenenindustrie
brengt voor het eerst heel elegante, mo
dieuze handschoenen, in afwachting van
de zomer.Ze zijn van leer gemaakt,
met een bovenstuk en voering van ge
breide (pure) perion. Ze kunnen zowel
door dames als door heren gedragen
worden en zijn bijzonder geschikt voor
automobilisten.
Voor fietsers en motorrijders bestaan
in dezelfde collectie speciale kaphand-
schoenen. De perion kap is elastisch en
blijft beter om mouw of manchet zitten.
De geruwde voering houdt de warmte
vast, neemt weinig vuil aan en kan zelfs
na langdurig gebruik niet vervilten.
In een onlangs gehouden radiocauserie
heeft de heeft S. de Jong Szn., Hoofd
assistent A bij het Rijks veeteeltconsu-
lentschap voor Zuidholland, aanwijzin
gen gegeven met betrekking tot de voe
ding van geiten en de opfok van lam
meren.
Bij de voeding van melkgeiten, aldus
spreker, gaat het vooral om de vitami
nevoorziening. Veel geiten hebben in het
voorjaar nl. grote behoefte aan vitamine
A en D. Het is dan ook verstandig, de
dieren zo spoedig mogelijk wat vers gras
bij te voeren. Voorts verdient het aan
beveling de dieren op een zonnige dag
eens buiten te laten lopen en bij voor
keur op een windvrije plaats.
Van groot belang is ook, dat de dieren
voldoende mineralen krijgen. Zo kan het
voeren van gemengde koekjes of brokjes
worden aanbevolen. Aan te raden is het
toedienen van extra mineralen of het
gebruik van een liksteen.
De eiwitvoorziening is eveneens van
groot belang. Behalve ruwvoer kan men
de dieren dan ook het beste een meng-
voer in de vorm van koek, brokjes of
meel voeren. Bij aankoop van mengvoer
dient er vooral op te worden gelet, dat
dit minstens 20% verteerbaar eiwit be
vat. Tenslotte zullen de dieren altijd de
PUBLICATIE VAN DE
CULTURELE RAAD
Woensdag 13 April
Den Burg, „De Zwaan", Kath. Arb.
Vrouwenver., filmavond verzorgd door
de heer Laan.
Donderdag 14 April
Den Burg, De Zwaan, Jaarvergadering
R.K. Ontwikkelingsclub.
Den Burg, „De Zwaan", R.K. Vrouwen
vereniging „Gilde". Spreker Pater Witte
Vrijdag 15 April
Den Burg, Casino, 20,30 uur Algemene
Vergadering Aandeelhouders N.V. TESO
Zaterdag 16 April
Den Burg, Hotel „Texel", Jaarvergade
ring Motorclub „Texel".
FEUILLETON:
De zoon
Door
Tom Lodewijk
van de
Burgemeester
25. Jongen, zei de burgemeester, en de
woorden kwamen er moeizaam uit. Het
is voor ons een heel offer geweest, je
daarheen te laten gaan. Maar we hoop
ten je, zij het langs een omweg, toch
weer terug te brengen tot een eervolle
plaats in je eigen kring. Je begrijpt ze
ker wel, dat je die kans wegschopt, zijn
stem klonk opeens, fel als je je afgeeft
met een doodgewoon volkskind.
Ik geef me met niemand af, weer
sprak Rob, plots vijandig. We kennen
elkaar al heel lang. We waren vrienden.
Toen merkte ik, dat ik haar niet missen
kon. Ik wil met haartrouwen.
Móet je haar trouwen? vroeg me
vrouw Agnes hooghartig, maar de angst
in haar gezicht was in tegenstrijd met
haar toon.
U kent haar niet, antwoordde Rob
en opeens kreeg zijn gezicht een andere
uitdruking. Zijn vader en moeder sloe
gen hem met een plotselinge verwonde
ring gade. Rob's gezicht had altijd een
wat sullige, ontevreden expressie gehad,
van een goeie, maar domme jongen, con
stant in de verdediging. Nu was het op
eens een geheel ander gezicht. Open,
blij, gelukkig, zelfverzekerd. Hier zat 'n
andere Rob. De jongen was een man ge
worden.
Mevrouw Agnes wendde haar blik af.
Haar droomkasteel was met één slag in
eengestort. Ze wilde niet aan de conse
quenties denken. Maar de vader keek
naar zijn zoon.
Rob, en zijn toon was anders nu,
houd je van dat meisje?
Ja vader, antwoordde de jongen. Ik
houd van haar, van haar alleen en van
haar altijd.
Dat zijn grote woorden, je bent
nog jong, jullie kent elkaar nog kort.
Het was of ik haar altijd al gekend
had. toen we elkaar voor het eerst spra
ken.
Dat is de ware liefde, glimlachte
Vera zacht en ze dacht aan haar adel
borst, die al weer onder de bekoring van
Isabeau uit was en niet begreep, hoe hij
ooit zijn blikken één moment van zijn
Vera af had kunnen wenden om ze te
vergasten aan dat exotische vlindertje.
Stil Veer, bemoei jij je er niet mee.
dat zijn onze zaken, sprak de moeder
Vertel es Rob, zei de vader, moeite
doende om de brug van het vertrouwen
te repareren, vertel es wat van haar.
Hoe ziet ze er uit, wat doet ze.
Aarzelend, moeilijk, vertelde Rob. Hij
beschreef Rie, het gezin Koster, de hulp
die haar vader hem gegeven had en
waaraan hij zoveel te danken had, de
goede kameraadschap eerst, die van in
tieme vriendschap was overgegaan in
echte liefde.
U moet niet denken vader, besloot
hij zijn verhaal, dat ik me niet heb inge
dacht, wat dit betekent. Voor haar is het
veel moeilijker dan voor mij. Juist het
feit, dat ik uit een andere kring kwam,
heeft haar er zo lang van weerhouden,
ja te zeggen.
Dan heeft ze getoond méér inzicht
te hebben dan jij, viel de moeder bits in.
Inderdaad, gaf Rob met ongewone
gevatheid terug, en dat is één van de
redenen, waarom ik haar nodig heb. Zij
lost allerlei problemen voor me op. Met
haar samen durf ik alles, alles.
Zélfs je ouders trotseren, klonk het
vinnig.
Agnes, de burgemeester, door er
varing levenswijs geworden, hief afwe
rend de hand op, je bent onbillijk. Dat
doet de jongen niet. Wij hebben hem zijn
eigen weg laten gaan. En hij doet dat
nu ook, consequent. Ik ben zelfsblij
kan ik niet zeggen, ik had andere idea
len, maar ik ben toch niet ondankbaar,
dat hij dat aandurft. Dat hij inderdaad
zijn eigen leven leeft.
Dat meisje heeft hem natuurlijk in
gepalmd, hield mevrouw Agnes koppig
vol.
Rob schoot in de lach. U kent haar
niet, moeder, anders zoudt U zo niet
praten.
Nee, we kennen haar niet, gaf de
burgemeester toe. Als het je werkelijk
ernst is, Rob, vraag haar dan, het vol
gend weekend met je mee te komen.
Niet het weekend, antwoordde de
jongen. Gewoon een avond in de week.
Het is een half uurtje met de bus, en ik
mag trouwens wel een wagen lenen van
meneer Korrenga.
- Je schijnt bij meneer Korrenga
nogal in de pas te staan?
Nouin de pas. Hij is niet zo. Hij
knort altijd. Zelfs als hij een compliment
maakt grauwt hij nog. Maar ik mag hem
graag.
Nu, dan moesten we dit gesprek
maar staken. Bel ons op als je komt, ik
zal zorgen dat ik thuis ben.
Toen Rob die avond de trap op ging
naar zijn .kamer, haalde Vera hem in. Ze
liep met hem de kamer binnen en ging
op de rand van het bed zitten.
Heb je geen foto van m'n nieuwe
schoonzus? zei ze nieuwsgierig. Is ze
zo'n kei, Rob? En is ze lief?
Ik vind haar een schat, glimlachte
Rob, maar ja, ik ben bevooroordeeld na
tuurlijk.
Ze keek hem opmerkzaam aan. De
manier waarop je dat zegt, zei ze lang
zaam, je bent anders geworden, Rob.
Mannelijker. En je ziet er zo gelukkig
uit! Heeft zij dat gedaan?
Zij óókzij het meest. Kijk, hier
is de foto. Ik kon hem beneden niet laten
zien. Moeder was zo hard. Ik was bang.
Moeder is diep teleurgesteld, ver
goelijkte Vera, ze zal wel weer bij
draaien. O Rob.ze is knap.
Dat vind ik ook. Anders dan Isa
beau
Ja. Sterker. Flinker. Meer adelaar
dan vlinder.
Hou op, lachte Rob, het lijkt wel of
je les in dierkunde geeft.
Ze heeft een goed gezicht, peinsde
Vera hardop. Zet haar in een auto en
doe haar een bontjas om en niemand
kijkt gek op als ze een dubbele naam
heeft.
Nietwaar? glimlachte Rob. Als je
sommige van onze deftigste mevrouwtjes
eens een huishoudschort voor deed, de
permanent in de war maakte en ze de
kamer liet stoffen, dan zien ze er min
der uit dan haar eigen werkster.
Maar het uiterlijk komt er ook niet
op aan, zei Vera, het gaat om het hart.
Ze heeft een hart van goud, ant-
beschikking moeten hebben over vol
doende water.
Als de dieren drachtig zijn, moet de
nodige aandacht aan de klauwverzor-
ging worden besteed. Zo is het in het
voorjaar en in de zomer dringend nood
zakelijk, dat men de klauwtjes regelma
tig bijsnijdt.
Bij de opfok van lammeren gaat het
erom, dat hiervoor dieren van goede af
stamming worden gekozen. Zo zal men
bij voorkeur een lam aanhouden van 'n
sterke melkgeit, waarvan een of meer
melklijsten bekend zijn. Beter is het één
lam goed op te fokken en te zorgen voor
goede kwaliteit dan een groot aantal
dieren te houden van matige kwaliteit.
In dit verband kan ook nog worden op
gemerkt, dat het nog niet zeker is, dat
Israël dit jaar weer lammeren afneemt.
Bij voorkeur houde men lammeren,
die vroeg, dus vóór half April, geboren
zijn.- Vaak is het mogelijk deze dieren in
de herfst al te laten dekken. Als het lam
geboren is, is het gewenst het diertje zo
spoedig mogelijk 100 tot 150 gram biest
te geven. De eerste 7 a 10 dagen moet
men de melk van de moeder voeren, bij
voorkeur direct na het melken. De hoe
veelheid melk kan men geleidelijk op
voeren tot plm. 1 tot IV4 kg melk oer
dag. Als men dit enige weken heeft ge
daan kan men het dier zonder bezwaar
wat minder melk geven en wat water
bij de melk doen. Bijvoedering met wat
hooi of groenvoer is dan tevens ge
wenst. Als men geen volle melk meer
geeft, kan men de dieren het beste wat
krachtvoer bijvoeren. Het voeren van de
dieren moet vooral regelmatig gebeuren.
Aan goed ontwikkelde lammeren, die
goed drinken en ook boklammeren kun
nen iets grotere hoeveelheden voer wor
den verstrekt. In elk geval moet er voor
worden gewaakt, dat de dieren te vet
worden. Van groot belang is nog de
huisvesting van de dieren. Nodig is een
ruime, lichte stal. Men houde de dieren
vooral ook zindelijk en late ze als het
enigszins mogelijk is loslopen.
woordde Rob vurig.
Nou, dat mag dan ook wel, vond
Vera, want de vuurproef zal niet uitblij
ven.
HOOFDSTUK X.
Koperen Feest.
Het was gebeurd.
Rob en Rie waren, op een mooie zo
meravond, samen in een Chevrolet van
de garage naar Beerzoyen gereden. Ze
hadden niet veel gepraat onderweg. Bei
den zaten ze onder de druk. Rob bedacht
hoe heerlijk het zou zijn, als. hij nu frank
en vrij zijn meisje naar het ouderlijk
huis kon brengen, zonder angst of ze bij
vader en moeder in de smaak zou. vallen,
zonder de wetenschap van al hun bezwa
ren. En Rie zag tegen de ontmoeting op,
zij keek naar het gezicht van Rob, naar
zijn sterke handen op het stuur, dan
kreeg ze weer vertrouwen dat hij het.
stuur van hun levensschip ook wel zou
weten te houden. Overigens was zij daar
zélf nog bij, dat was een troost....
Het was een moeilijke avond geweest.
Mevrouw Agnes kwam niet makkelijk
over haar teleurstelling heen. Daarenbo
ven moest ze zichzelf bekennen, dat Rob
met dit meisje heel goed voor de dag
kon komen, dat haar énig bezwaar was
dat ze niet uit de „betere kringen"
kwam.
De burgemeester ging het makkelijker-
af. Hij wist zich onder alle omstandig
heden te beheersen. In zijn hart vond hij
dit meisje geknipt voor Rob. Sterk ka
rakter, intelligent en veel meer ^be
schaafd en ontwikkeld dan hij had ver
wacht. Ze was in dit opzicht beslist
Rob's meerdere.