Groen Ztva in het hart., Tweede Kamer nam o.a. Luchtvaart terrein Texel onder de loupe Texel's moderne riolering groeit gestaag Op reis - WOENSDAG 7 DECEMBER 1955 70e JAARGANG No. TEXELSE» COURANT Uitgave N.V. v.h. Langeveld de Rooij Boekhandel Drukkerij Bibliotheek Den Burg - Texel - Postbus 11 - Tel- 11 Verschijnt Woensdags en Zaterdags. Bank: R'damse Bank, Coöp. Boerenl- Bank- Postgiro 652- - Abonn. pr. f 1,95 p kwart. 20 ct incasso. Adv- 8 ct p- mm. Hier volgen nog enige bijzonderheden uit de Memorie van Antwoord door de Ministers van Verkeer Waterstaat en Financiën op het voorlopig verslag van de Tweede Kamer inzake het wetsont werp oprichting van N.V.'s voor het luchtvaartterrein Eelde, Zuid-Limburg en Texel. Vóór 1940 was het Rijk financiëel niet betrokken bij de aanleg, inrichting of exploitatie van luchtvaartterreinen voor het burgerluchtverkeer. Een streek, wel ke het van belang achtte in het luchtver keer te kunnen worden opgenomen, droeg zelf de financiële consequenties van een dergelijk streven. Toen na de oorlog bleek, dat de lucht vaart zodanige eisen stelde aan de luchtvaartterreinen, dat zulks de finan ciële draagkracht van de streek, waarin het luchtvaartterrien was gelegen, te bo ven ging, rees de vraag, of het Rijk on der bepaalde voorwaarden financieel zou deelnemen bij de wederopbouw, in richting en exploitatie van een beperkt aantal burgerluchtvaartterreinen. Deze vraag werd na ingewonnen advies van de Rijkscommissie Luchtvaartterreinen bevestigend beantwoord, omdat deze ter reinen naast de gewestelijke belangen toch óók een algemeen belang dienden. Thans echter wordt in het Voorlopig Verslag in tegenstelling met de hierbo ven vermelde vraag: „Zijn er bij de ge westelijke burgerluchtvaartterreinen vol doende algemene belangen betrokken, om financiële deelname van het Rijk verantwoord te achten" de vraag gesteld, of de gewestelijke belangen wel zo groot zijn, dat deelneming door provincies, gemeenten en Kamers van Koophandel met een niet onaanzienlijk bedrag gewet tigd is. De ondergetekenden menen deze vraag bevestigend te moeten beantwoor den. Wil een gewest de mogelijkheid ope nen ingeschakeld te worden in het lucht verkeer, dan is de aanwezigheid van een luchtvaartterrein daarvoor een eerste vereiste. Aangezien zulk een terrein eisen stelt aan de omgeving, zodat bij het vaststel len van gemeentelijke uitbreidingsplan nen en streekplannen daarmede reke ning moet worden gehouden, dient uiter aard een besluit tot aanleg van een ge westelijk luchtvaartterrein te worden ge zien als een planning op lange termijn. Delen van het land, welke uit econo misch oogpunt in verband met hun lig- ling, verhoogde industrialisatie of vreemdelingenverkeer in de toekomst verbindingen door de lucht noodzakelijk achtten, vonden daarin aanleiding de aanleg, c.q. wederopbouw van een lucht vaartterrein te bevorderen. Het besluit tot aanleg van de onderhavige lucht vaartterreinen werd niet uitsluitend ge baseerd op het bestaan van binnenlands luchtverkeer. De mogelijkheid, dat re gelmatige verbindingen met het buiten land zouden ontstaan, werd en wordt nog steeds geenszins denkbeeldig geacht, terwijl onregelmatig luchtverkeer vooral voor wat betreft het vervoer van goederen - op de onderhavige terreinen de handel en industrie dier streken ten goede kan komen. De omstandigheid, dat de gewestelijke openbare lichamen met overgrote meer derheid bereid waren in het kapitaal deel te nemen, toont aan, dat de gewes telijke deelnemers zelf het van belang achtten met een luchtvaartterrein de streek open te leggen voor de luchtvaart. De aanwezigheid van een luchtvaart terrein brengt een zekere bedrijvigheid mede, verschaft werk, trekt bezoekers aan en vormt aldus een sociaal en econo misch belang, dat in de eerste plaats het gewest ten goede komt. Naar aanleiding van de vraag of niet ten gevolge van de ontwikkeling, welke de burgerluchtvaart in de laatste jaren heeft doorgemaakt, het gewestelijk be lang bij deze vliegvelden in sterke mate is verminderd, waarbij wordt gewezen op het stopzetten van het binnenlands luchtverkeer en de ontwikkeling van de helicopter, moge in de eerste plaats wor den gewezen op het feit, dat - zoals reeds hierboven werd uiteengezet - de onder havige luchtvaartterreinen met een ver- TOEZICHT OP DANCINGS De Burgemeester der gemeente Texel wijst er betrokkenen op, dat personen beneden de achttien jaar - ingevolge het bepaalde in artikel 1, sub A 10, van het Koninklijk Besluit van 27 April 1933, St. 235 - niet aanwezig mogen zijn in een dancing, gedurende de tijd, dat daarin gedanst wordt of gelegenheid tot dansen wordt gegeven. Evenmin mogen zij in 'n aanhorigheid van een dancing gedurende deze tijd aanwezig zijn. Op de naleving van deze bepaling zal worden toegezien. De Burgemeester van Texel, C. DE KONING der strekkend doel dan uitsluitend in schakeling in een binnenlands luchtnet werden aangelegd. De stopzetting van de binnenlandse luchtlijnen heeft ongetwij feld teleurstelling gewekt, maar de basis van de planning dezer luchthavens niet weggenomen. Dat het binnenlandse luchtverkeer met het vaste vleugelvlieg tuig echter nooit zal terugkomen, zou de eerste ondergetekende, hoewel een daarvoor economisch exploiteerbaar vliegtuigtype nog niet is ontwikkeld, niet durven onderschrijven. De vraag of de helicopter de onderha vige terreinen overbodig zou kunnen ma ken, meent de eerste ondergetekende ontkennend te moeten beantwoorden. Hoewel het rapport van de commissie van onderzoek inzake de toepassing van het hefschroefvliegtuig in de burger luchtvaart nog niet is verschenen en hoe wel de helicopter zich nog in een ont wikkelingsstadium bevindt, meent hij toch reeds te mogen stellen, dat de on derhavige luchtvaartterreinen de hun toegedachte taak zullen blijven vervul len. Het projecteren van helihavens in het centrum der steden lijkt aantrekke lijk, maar de grootte dier terreinen zal uit hoofde van te stellen veiligheidseisen toch zodanig worden, dat deze in verre weg de meeste gevallen niet in het cen trum, maar aan de rand der steden zul len dienen te worden geprojecteerd. Voorts mag niet worden vergeten, dat het niet mogelijk zal zijn reparatie en onderhoud van helicopters op deze klei ne terreinen te bewerkstelligen, terwijl - afgezien van de voorshans nog zeer on economische exploitatie van hefschroef- vliegtuigen - het vaste vleugelvliegtuig nooit geheel door de helicopter zal kun nen worden vervangen. De vraag van een der leden of de on derhavige luchtvaartterreinen niet in de eerste plaats een militair belang dienen en de exploitatie als burgerluchthaven als camouflage zou moeten worden aan gemerkt, moet ontkennend worden be antwoord. De ondergetekenden stemmen gaarne in met de mening, van andere zijde geopperd, waarbij wordt gewezen op één van de functies dezer terreinen: het zijn van uitwijkhaven binnen onze grenzen. Indien op operationele gronden uit wijken naar een buitenlandse luchthaven niet noodzakelijk is, zal aan uitwijken naar een binnenlandse luchthaven de voorkeur worden gegeven. Omgekeerd kunnen de onderhavige terreinen ook dienst doen als uitwijkhavens, indien buitenlandse luchthavens ten gevolge van weersomstandigheden niet kunnen worden gebruikt. De luchtvaartterreinen zijn voorts van belang voor de burgerluchtvaart in ver band met de vestiging van de voortge zette opleiding van vliegtuigbestuurders op Eelde, maar eveneens in verband met het maken van z.g. overlandvluchten door leerlingvliegers. Naar aanleiding van de opmerking van sommige leden over het verschil in de grootte van deelneming door het Rijk in het kapitaal der verschillende voor gestelde naamloze vennootschappen en de daaruit getrokken conclusie omtrent een verschil in waardering van het ge westelijk belang, merken de ondergete kenden op, dat dit belang bij deze lucht vaartterreinen gelijkelijk is gewaardeerd. De kosten van aanleg en inrichting van de terreinen verschillen uiteraard. Zo waren b.v. op het terrein op Texel geen verharde startbanen van node en dit heeft tot gevolg, dat de verhouding van deelneming in het kapitaal tussen Rijk en gewest een andere is dan bij de ter reinen, waar deze banen wel nodig wa ren. De opmerking in de Memorie van Toe lichting, dat de onderhavige luchtvaart terreinen in de eerste plaats als gewes telijke belangen beschouwd moeten wor den, is dan ook niet gebaseerd op de al of niet grotere deelneming van het Rijk in het kapitaal, maar op het reeds hier boven vermelde argument, dat het ge- west de mogelijkheid wilde scheppen in het luchtverkeer te worden opgenomen. Bij de opzet dezer vennootschappen is uitgegaan van de gedachte, dat bij het beleid het accent zoveel mogelijk op het ^ewest diende te vallen. Op bepaalde punten meende men echter het beleid van Rijkswege in de hand te moeten kunnen houden, met name wanneer, in geval van bijzondere omstandigheden of anderszins, het prevalerende algemeen belang dit zou vorderen. Met betrekking tot de exploitatieuit komsten kunnen de ondergetekenden als prognose geven, dat bij matige aantallen vliegtuigbewegingen op de onderhavige luchtvaartterreinen kan worden ver wacht, dat geen of althans geringe ex ploitatieverliezen zullen optreden. Een regeling omtrent eventuele exploitatie verliezen kan niet in de statuten worden opgenomen, aangezien zulks indruist te gen het wezen der naamloze vennoot schap, dat het risico van een aandeel houder beperkt tot zijn deelname in het kapitaal. Zouden tegen de verwachting in grote verliezen ontstaan, dan zullen aandeelhouders nader dienen te overleg gen, hoe deze moeten worden gedekt. Tot heden heeft de exploitatie der onder havige terreinen geen belangrijk verlies opgeleverd. Wat betreft de andere Waddeneilan den, mogen de ondergetekenden medede len, dat het voorshands niet in de be doeling ligt Rijksgelden te besteden voor aanleg aldaar van burger luchtvaartter reinen. Ter nadere inlichting moge wor den medegedeeld, dat op Ameland op initiatief van de gemeente een landings terrein in aanleg is - en gedeeltelijk reeds gereed - ter grootte van 500 x 1000 m. Op Terschelling en Schiermonnikoog kan in noodgevallen gebruik worden ge maakt van een daarvoor geschikt deel van het strand, terwijl op Vlieland een door militaire- luchtvaartuigen in gebruik zijnde landingsstrook aanwezig is. Bij de behandeling van het wetsont werp in de Tweede Kamer, op 29 No vember jl., werd gezegd door: De heer Visch: In de Memorie van Antwoord is een statistisch overzicht gegeven van de vliegtuigbewegingen op de luchtvaart terreinen Beek, Eelde en Texel. Gaarne zal ik van de Minister een nadere spe cificering van deze aantallen vernemen, bij voorbeeld over 1954 en het eerste halfjaar van 1955. Welk deel komt voor rekening van de verkeersmaatschappijen, welk deel voor de sportvliegerij en welk deel voor de militaire vliegtuigen? Wij krijgen dan een betere indruk welke ge westelijke belangen hiermede gemoeid zijn. De heer De Ruiter: De Regering acht het algemeen belang van deze luchtvaartterreinen groter dan het streekbelang. Ik ben die mening ook toegedaan. Toch is er streekbelang dat groter zal zijn naar gelang de bevolkings dichtheid, de handel en industrie en eventueel het vreemdelingenverkeer groter zijn. Vooral wat het laatste betreft, is er vroeger al eens vraag geweest naar moeilijk te bereiken plaatsen. Het vlieg veld te Haamstede dankt daaraan zijn ontstaan. Dit zou ook voor Texel gelden, ware het niet, dat dit eiland betrekkelijk gemakkelijk is te bereiken na een korte bootreis. In tijden van ijsgang zoekt men geen recreatie op Texel, ofschoon daar een vliegveld ook diensten kan bewijzen voor ziekenvervoer en aanvoer van le vensmiddelen en post. Indien opgemerkt wordt, dat op de andere eilanden des noods van het strand gebruik kan wor den gemaakt om te landen, zou ik willen zeggen, dat dit ook voor Texel kan gel den. Nu kan men niet steeds landen op het strand en het brengt risico's mee daarom gun ik Texel het luchtvaartter rein boven de andere Waddeneilanden. De Minister geeft in de Memorie van Antwoord een staatje van het luchtvaart- verkeer op genoemde luchtvaartterrei nen, om daarmede het bestaansrecht daarvan te illustreren. Hierbij wordt ge sproken van vliegtuigbewegingen. Ik zou in dit verband de vraag willen stellen, of hieronder ook valt het regelmatig op stijgen en dalen van de lesvliegtuigen. Indien dit het geval is, komt men ge makkelijk tot hoge cijfers. Waarom Texel een vliegterrein moet hebben en de andere Waddeneilanden niet, is mij nog niet duidelijk. Ook Ter schelling, Vlieland en Schiermonnikoog hebben 's zomers veel zomergasten en daar gelden ijsgang en storm 's winters in dezelfde of sterkere mate als voor Texel. Zit het verschil misschien hierin, dat men op Texel het initiatief heeft ge- „Ja, ze hebben met de riolering van de Burgwal in 1901 uitstekend werk ge leverd: die functionneert nog altijd voor de volle honderd procent", aldus de heer J. Veldstra, adjunct-directeur van Ge meentewerken, wie wij enige bijzonder heden vroegen inzake de huidige stand van zaken met betrekking tot de riole ring op ons eiland. In 1901 is dat feitelijk met de gelijk tijdige demping van de Burgwal begon nen. Dat was een gracht, die eens rond de kern van Texels hoofddorp - een burcht? - gelegen heeft. Maar op een goeie dag hebben ze in de Raad gezegd: „Dempen, want is het niet gek om een burgwal te hebben als je geen burcht bezit?" Ook in die dagen wisten ze de koe vakkundig bij de hoorns te nemen en het karwei werd vlot uit gevoerd. En hoe: „Tot nu toe hebben wij met de riolering van de Burgwal nooit moeilijkheden ondervonden, verstoppin- DAMCLUB OOSTEKEND Uitslag wedstrijd van Oosterend a te gen Den Burg c, gespeeld op 29 Novem ber voor de Eilandcompetitie: J. Trap Wzn-A. Vinke 11 A. Bakker-C. Medendorp 11 S. Trap-D. v.d. Werf 2—0 Jb Breman-J. A. van Enst 20 J. Vlaming-A. de Vries 20 P. S. Kuyper-J. Hillen 11 K. Burger-P. Bakker 20 Jn Blom-J. Koorn 02 D. Trap-R. Zijm 02 L. de Vries-P. Keijser Dzn. 20 13—7 VAKDIPLOMA Den Hoorn. De heer J. Boon Klzn. nam met goed gevolg deel aan de cur sus voor het leggen en plakken van lino- lieum, colorite- en colovinyltegels uit gaande van de Linoleumfabrieken te Krommenie. HOOG WATER Hoog water ter rede van Oudeschild: 7 Dec. 1,20 en 14,30; 8 Dec. 2,30 en 15,35; 9 Dec. 3,45 en 16,40; 10 Dec. 4,50 en 17,45. Aan het strand ongeveer een uur eer der hoog water. dan Uw spoorkaartje ge- haaldbijdeV.V.V.,,Texel" 4+ nomen? Wat de vertegenwoordiging in de Raad van Bestuur betreft, wil ik een enkele opmerking maken. Het verheugt mij, dat het Rijk zoveel plaatsen inruimt aan de bestuurders van -provincies, gemeenten. Ik kom tot deze opmerking, omdat de Kamers van Koophandel in Eelde één lid in het Bestuur krijgen, terwijl zij zes aandelen nemen, terwijl wat Texel be treft de Kamer van Koophandel in Hol lands Noorderkwartier voor een zetel niet aan bod komt. Wat is hiervan de reden geweest? De heer Algera, Minister van Verkeer en Waterstaat, antwoordde: De geachte afgevaardigde, de heer De Ruiter heeft gevraagd, waarom aan de Kamer van Koophandel, die zich bevindt op het terrein, dat wordt bestreken door het vliegveld Texel, geen zetel is toege kend. Ik meen reeds in de Memorie van Antwoord te hebben geantwoord, dat dit in overleg met het gewest is gebeurd. In het algemeen streven wij ernaar, in de Raad van Bestuur een niet te groot aan tal zetels te hebben, zodat deze een li chaam wordt, dat niet te moeilijk te hanteren is. De Kamer van Koophandel heeft hierin, naar ik meen, slechts voor een zeer gering deel (slechts twee aan delen deelgenomen, zodat ook uit dien hoofde deze Kamer van Koophandel daarin geen zetel zou behoeven te heb ben. De geachte afgevaardigde, de heer Visch, vraagt hoe groot de exploitatie verliezen zijn. In de jaren 1945 t.m. 1954 zijn de exploitatieverliezen geweest: voor Eelde f 12.600,voor Zuid-Limburg f 18.900,en voor Texel f 10.700, Wat betreft het vliegveld Zuid-Lim burg kan ik mededelen, dat het aantal vliegtuigbewegingen, die gebracht kun nen worden onder het begrip commer cieel verkeer, dus de luchtvaartmaat schappijen, in 1954 22 heeft bedragen, overig verkeer in totaal 30490, waarvan: particuliere vluchten 3345, les- en oefen- vluchten 24705, overige vluchten 2440. In het eerste half jaar van 1955 bedroe gen deze getallen resp. 2, 3922, 2314. 1538, 70. Voor wat vliegveld Eelde betreft, be dragen de getallen voor 1954, commer cieel verkeer 28, particuliere vluchten 332, les- en oefenvluchten 22365, overige vluchten 182, terwijl de cijfers voor het eerste halfjaar 1955 zijn: 16, 188, 27406 en 207. Voor Texel lag het in 1954 aldus: geen commercieel verkeer, 1064 particuliere vluchten, 372 les- en oefenvluchten en 250 overige vluchten. Over het eerste halfjaar 1955 waren de cijfers voor het niet-commerciële verkeer hier respec tievelijk 1244, 146 en 40. gen of iets dergelijks komen daar niet voor. Er liggen buizen van 30-50 cm. In die dagen was dat wellicht een flink formaat, maar nu werken ze - de N.V. Grontmij. - met wel zwaarder kaliber: U heeft ze maandenlang - tot ergernis van de omwoners - langs de Beatrixlaan zien liggen. Een klein kind kon er recht op in staan. Die buizen zult U niet in het hart van het dorp vinden, maar daar, waar kleinere kanalen hun inhoud lozen. De bedoeling van zo'n riolering kent U: het afvoeren van het huisvuil en het regenwater. Aangezien Texel, ook wat dit betreft, nog een grote achterstand heeft, zal het U niet verwonderen, dat dit object een der kostbaarste van deze tijd is. Men rekent erop, dat er een 10- 15 jaar nodig is om het uit te voeren. De kosten zijn op 1 tot 1,5 millioen gulden begroot. Zonde van het geld? Nee, het is een dringende noodzake lijkheid, dat de dorpen van een goed functionerende riolering worden voor zien. Wat b.v. De Koog aangaat: de rio lering aldaar is gereed en hoeveel narig heid en moeilijkheden men daardoor meteen opgelost heeft, valt niet te be schrijven. Het werd daar de laatste ja ren hét vraagstuk, want men zat om zo te zeggen „vol". Daarom ook heeft de ge meente er goed aan gedaan om De Koog als het urgentste geval te beschouwen. Maar intussen zit Den Burg ook om een modern afvoersysteem te springen. Wij denken bij ijs en schaatssport nog altijd terug aan het anstige ogenblik, waarop twee knapen in de „Verver- sloot" achter de Warmoesstraat doken: od de smurrie van die sloot had Koning Winter vergeefs getracht een hechte brug te bouwen en de overmoedige kna pen waren daar het haasje of dichter nog bij het beeld: de neger van geworden. In 1953 is voor Den Burg het eerste gedeelte van de nieuwe riolering gelegd, van de Warmoesstraat naar Plan-Zuid. En zo de Hoornderweg op, waar de Drie- huizertocht er goed voor was (en nog steeds is). Dat betrof intussen geen hoofdriolering, maar een afvoer vanaf de Burgwal. Momenteel is men hier aan Den Burg bezig met de aanleg van een zogenaamde ringleiding rond het dorp: Wilhelmina- laan, Wittekruisweg, Secretaris Jonker straat, Beatrixlaan i(de voormalige Sui- kerweg dus). Daarop wordt de „binnen- riolering" aangesloten met uitzondering echter van die welke in de voormalige Burgwal haar ongeziene functie uitoe fent. In de Driehuizertocht komt ook (nog) de ringleiding uit. In 1955 is aangelegd het gedeelte van de ringleiding vanaf het Rusthuis tot aan de Hoornderweg, in 1955-1956 is men bezig met de aanleg van de riolering van de Wilhelminalaan af tot aan het Rust huis. Als dat werk er op zit, zal de ring grotendeels gesloten zijn, waardoor men de Jan Ayesloot met rust kan laten. In 1954-1955 begon men buizen naar Oudeschild te transporteren. Ook daar was dit werk zeer urgent. Wij hebben destijds in een artikel over de woning toestand aldaar een „luikje" openge daan: in een der woningen troffen wij 'n complete vijver aan, water, dat voor namelijk uit de dijk was gevlucht en geen uitweg kon vinden. In genoemd tijdvak werden de buizen gelegd vanaf 't voormalige postkantoor via de Dorps straat tot aan het Buurtje, terwijl even wijdig daaraan een tak over de Achter weg werd gelegd. De riolering langs de Dorpsstraat zelf heeft voornamelijk ten doel het vocht uit de dijk en het regen water af te voeren. Thans is daar in uitvoering de riolering vanaf de Wijde Steeg naar het Postkantoor, zowel langs de Dorpsstraat als langs de Achterweg. En zo zullen alle dorpen van ons eiland binnen afzienbare tijd ook him rioleringsprobleem tot geschiedenis kun nen beschouwen. Intussen blijft, zoals U al heeft be merkt, de vraag, waar ze het laten. Wel, De Koog p&L u*-t z.g. bevloeiingssysteem toe, maar Dt Viiiurg zal een andere op lossing moete:. -rinden. Of de plaatsing van een zuiveringsinstallatie óf afvoer via een persleiding naar de Waddenzee. TEXELS OUDSTE MAN Zondag hoopt de heer Cornelisse, Waalderstraat, Den Burg, zijn 92ste ver jaardag te vieren. De heer Cornelisse„die nog steeds en goede gezondheid geniet, is Texels oudste man. De oudste ingezetene van Texel is mevr. Weverink-Beumkes, Huize „Irene" die in Februari 96 jaar wordt. „DE GELAARSDE KAT" Het ligt in het voornemen om de schooljeugd van heel Texel - de eerste vijf klassen - evenals vorig jaar weer te onthalen op een kindertoneelstukje. Ditmaal zal voor het voetlicht worden gebracht het sprookje „De Gelaarsde Kat". Het zal worden opgevoerd door de leerlingen van de Kweekschool te Den Helder. De eerste opvoering vindt plaats Vrijdagmiddag 16 December, de tweede Zaterdagochtend 17 December en de derde Zaterdagmiddag 17 December. De jeugd van de buitendorpen zal per bus naar Den Burg worden vervoerd. Dat is gratis. De entreeprijs zal gering zijn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1955 | | pagina 1