SF 50 jaar „Het Witte Kruis" Pepito's eerste grote avontuur Een vrouw met twee linkerhanden In de bezettingsjaren, om juist te zijn 15 januari 1942, ontving het Witte Kruis een schrijven van het Hoofdbestuur dat voortaan de kruisverenigingen onder toezicht zouden staan van de Neder landse Volksdienst. Hierbij zat z.g. niet de bedoeling voor de bestaande Neder landse instellingen op het gebied der Volksgezondheid te vernietigen, doch 'n boven alle partijen staande organisatie te scheppen ter behartiging van de volkswelvaart voor het gehele volk. „Werkt evenwel een bestaande organi satie tegen, dan is het lot van alle orga nisaties bezegeld, en wordt die onher roepelijk opgeheven". Er waren dus twee mogelijkheden: Willigen wij de eis in, dan blijven wij staan, zo niet dan zou dit het einde van onze vereniging betekenen. Besloten werd in deze aangelegenheid achter het Hoofdbestuur te staan. Wij hebben er verder weinig of niets meer van gehoord en zijn gewoon doorgegaan. Aangaande het 25-jarig bestaan van het Witte Kruis werd besloten geen extra drukte te maken, doch het op een a.s. ledenvergadering te memoreren. Op 9 februari 1933 werd door het Wit te Kruis een consultatiebureau voor Zuigelingen geopend in het voormalige café Den Burg, later in de bioscoopzaal van het hotel „De Oranjeboom". Leider van dit bureau was tot 1954 Dr. Ten Bruggencate, de zeer geziene kinderarts. Het Witte Kruis sluit zich als vereni ging aan bij het Centraal Genootschap voor Kinderherstellingsoorden en Ge zondheidskolonies. Door bemiddeling van onze afdeling zijn er in de loop der jaren reeds verscheidene kinderen uitgezonden naar de tehuizen van dit Genootschap. In het jaar 1946 had er in Het Witte Kruis een grote organisatorische wijzi ging plaats. In dat jaar kwam de fusie tot stand tussen het Witte Kruis en de T.A. Wijkverpleging, met dien verstande dat de wijkverpleging door het Witte Kruis werd overgenomen. Op voorstel van de Algemene Secreta resse van het Hoofdbestuur van het Witte Kruis werd op 30 oktober 1946 een vergadering belegd met het bestuur van de T.A. Wijkverpleging onder leiding van mevr. mr. Kunst. Spreekster hield voor deze fusie een warm pleidooi, aangezien het Hoofdbestuur van mening is dat de wijkverpleging een onderdeel vormt van de taak der kruisverenigingen. Het re sultaat van deze bespreking was dat in principe besloten werd deze fusie aan te gaan. In de algemene ledenvergadering op 14 november 1946 werd dan ook be sloten de wijkverpleging over te nemen. De gezusters Meyer en zuster J. Mulder traden dus vanaf die datum automatisch in dienst van het Witte Kruis, hetgeen van de kant van deze wijkverpleegsters geen bezwaren opleverde. Met ingang van 1 oktober 1948 werd aan Zr. J. Mulder op de meest eervolle wijze ontslag verleend uit onze dienst, nadat zij ruim 33 jaren op voorbeeldige wijze met inzet van haar gehele persoon- 50 Jaar Witte Kiuis op Texel. De secretaris, de heer H. K. Rem mers, heett de notulenboeken van de oprichting tot heden nog eens opengeslagen en aan de hand van de daaruit verzamelde gegevens een interessant over zicht samengesteld, waarvan wij hier het slot publiceren. lijkheid de belangen van de wijkverple ging, de t.b.c.-bestrijding en de zuigelin genzorg had behartigd. Als waardering voor de door haar verrichte arbeid in het belang van de Volksgezondheid werd aan haar de zilveren medaille, verbonden aan de Orde van Oranje Nassau uitgereikt. Met ingang van 1 maart 1949 werd ook aan de gezusters Meyer op de meest eer volle wijze eveneens ontslag verleend. Deze Zusters waren 15 april 1920 in dienst getreden van de T.A. Wijkverple ging. Ook zij hebben zich in die lange reeks van jaren in dienst van de Volks gezondheid zeer verdienstelijk gemaakt. Zr. A. L. Meyer, die plotseling door een ernstige ziekte werd getroffen, heeft helaas niet van het dubbel en dwars verdiende pensioen mogen profiteren. Zij overleed op 30 december 1953. Op 23 februari 1952 kwam haar zuster, mej. F. J. E. Meyer, onze magazijnbewaarster, te overlijden. Op 1 augustus 1948 traden de Zrs. Ha- rinck bij ons in dienst en met haar deed de Wittekruis-auto haar intrede. Een Ford Anglia. In april 1949 namen de Zrs. Harinck haar intrek in het Wijk- gebouw. Zr. Stokdijk was van 1 april 1949-15 maart 1950 bij onze vereniging in functie, Zr. de Jongh van 15 maart 1950- 26 juli 1954 en Zr. C. Mettau van 26 juli 1954 tot heden. Om de vele werkzaamheden over Texel te kunnen verrichten, wordt door een on zer Zusters te Den Burg, voor de lange afstand gebruik gemaakt van de auto, terwijl onze Zuster te Oosterend de be schikking heeft over een bromfiets. In 1950 werden de plannen voor het bouwen van een eigen consultatiebureau ernstig is overweging genomen. Het hou den van de zittingen voor het zuigelin genbureau in de bioscoop werd zo lang zamerhand een onhoudbare toestand. Intussen stelde de N.V. TESO een be drag van f 5000,beschikbaar aan die gene die de moed zou hebben een bad inrichting te stichten. De grote moeilijkheid lag in het finan cieren van het te stichten gebouw. In het laatste kwartaal van 1949 had het Witte Kruis in Oosterend de voorma lige gereformeerde pastorie aangekocht ten behoeve van haar wijkverpleging, teneinde altijd zeker te zijn van een wo ning voor de aldaar gevestigde wijkver pleegster. Het benedenhuis werd inge richt als wijkgebouw, woning zuster en klein magazijntje voor verplegingsartike- len, terwijl het bovenhuis voor aparte bewoning gereed werd gemaakt. Een plan werd ontworpen voor een consultatiebureau-badhuis met een vleu gel voor de t.b.c.-bestrijding. Aangezien het ons op een gegeven ogenblik te ver staan werd gegeven dat wij op een Rijks- MIDDENSTANDSVOORLICHTINGS- DIENST BENOEMDE RIJKSMIDDENSTANDSCONSULENT Naar wij vernemen is de Midden standsvoorlichtingsdienst overgegaan tot de aanstelling van een Middenstands consulent voor Noord-Holland. Het adres van deze consulent is Rijnstraat 4, Heemstede, tel. 34484. Deze Rijksmiddenstandsconsulent heeft een drieledige taak: n.l. het geven van voorlichting over het middenstandsbe- leid van de Overheid; het verstrekken van voorlichting en adviezen op bedrijfs economisch gebied en het informeren van de Overheid betreffende zaken van re gionale aard. Over welke onderwerpen en aan wie kan voorlichting en/of advies worden gegeven? a. De beleidsvoorlichting is voorlichting over het regeringsbeleid met betrekking 47. Moeizaam sjokten ze tegen de steile sneeuwberg op en hijgend van inspan ning stegen ze al hoger en hoger. Ze had den een prachtig uitzicht op de omgeving, maar hoe ze ook tuurden, open water was nergens te bekennen. Een onafzien bare ijsvlakte strekte zich naar alle kan ten uit. „Kom Pepito", hijgde Bloobeest, „nog hoger, misschien, dat we boven op de top meer zien". Doch toen ze de top hadden bereikt, hoorden ze duidelijk iemand praten. „Ha, ha, ha," lachte de onbekende, „ik weet nu zeker, dat we de wedstrijd winnen! Er is geen sikkepitje van de wedstrijd- vloot te zien! Ha, ha, die fopmijnen heb ben hun werk goed gedaan! Jef Aluin wint de race!" Toen Bloobeest en Pepito voorzichtig verder klommen ontwaarden ze iemand gewapend met een verrekijker. „Hm, hm", kuchte Bloobeest bescheiden, want het is ook boven op een sneeuwberg on beleefd iemand af te luisteren, „goede morgen, meneer!" Jef Aluin keek echter op noch om. „Hé", constateerde hij, „merkwaardig! Die koude lucht heeft 'n wonderlijke invloed op mijn geestvermo gens! In deze barre eenzaamheid hoor ik stemmen, die beleefd goede morgen wen sen!" „Nee, nee", antwoordde Bloobeest en tikte Jef Aluin, die zich volkomen alleen waande, op zijn hoed, „wij zijn echte stemmen!" Och, wat schrok Jef toen verschrikke lijk! Met een ruk draaide hij zich om en stamelde met krijtwit gelaat: „Koe ho- men. ik bedoel.hoe komen jullie hier! Ik heb toch fopmijnen uitgestrooid? bijdrage in het geheel niet behoefden te rekenen, werd de vleugel - als niet di rect urgent - geschrapt en bleven het consultatiebureau en het badhuis over. Met de middelen waarover het Witte Kruis beschikte, inclusief de opbrengst van een grootscheeps gehouden loterij, de 5000 gulden van de N.V. TESO en een renteloos voorschot van groot f 5000, van het Preventiefonds, werd besloten op het terrein achter het Wijkgebouw te Den Burg een consultatiebureau annex badhuis te bouwen. De eerste steen werd gelegd op 14 juni 1952 door Anita Beemsterboer en op 10 januari werd het gebouw geopend door mevr. mr. Kunst, Algemeen Secretaresse van het Hoofdbestuur. De zittingen van het zuigelingenbureau werden verdubbeld, het kleuterbureau kwam tot stand en tenslotte het rheuma- bureau. Onder auspiciën van het Witte Kruis werd in 1950 en 1954 de bevolking on derzocht op t.b.c. In 1949 werd het Kraamzorgcentrum Den Helder-Texel, later Den Helder en omstreken genoemd, geopend. Meerdere keren werd een moedercur sus gegeven en cursussen in huiselijke ziekenverpleging. Het consultatiebureau evenals 't bad huis voorziet in een grote behoefte - van de diverse bureaus wordt een zeer druk gebruik gemaakt; de exploitatie van hét balhuis is een zorgenkind voor het Witte Kruis en zal dat ook wel blijven Deze inrichting kan zichzelf niet bedruipen, zodat uit andere fondsen het tekort aan gezuiverd dient te worden. Na overname van de wijkverpleging, het stichten van een consultatiebureau met badhuis, de daarin ondergebrachte diensten ten behoeve van de Volksge zondheid w o. het nemen van röntgen foto's voor arm- en beenbreuken, waar eveneens regelmatig gebruik van wordt gemaakt, werd de taak van het Witte Kruis in zeer belangrijke mate uitge breid en is het zo langzamerhand een be drijf op zichzelf geworden, waar uiter mate belangrijk en verantwoordelijk werk wordt verricht. Waarom liggen jullie niet blauw van angst in het mijnenveld te wachten tot ik de race heb gewonnen? Bah Dreigend kwam hij op de argeloze Bloo beest af en pakte hem stevig bij z'n sjaal. „Jullie zitten vastgevroren, weten jullie dat? Ik win de race toch! Mijn tanden en ogenschip heeft een sterke ijsbreker. Ha, ha!" „Maar ik ben reuze-slim", pochte Bloo beest, „en Pepito is erg aardig en u bent een akelige man met een opschepperige lorgnet en een lelijke bontkraag!" „Ssst Bloobeest!", waarschuwde Pepito, „straks wordt-ie boos". Maar het was te laat. Jef Aluin ziedde van kwaadheid en rukte venijnig aan de das van Bloobeest. „Wat!", siste hij, „ben ik niet aardig? Is mijn lorgnet een opschepper?! Jij sukkel I En toen tot de middenstand en de mogelijkheden, die dit beleid voor de middenstanders inhoudt. Onderwerp van de beleidsvoorlichting kunnen zijn: de speciaal voor de middenstand in het leven geroepeh kredietregelingen; vesti gingswet; erkenningsreglementen; mid- aenstandsonderwijs; prijspolitiek, sociale voorzieningen; belastingen; winkelslui tingswet; opruimingswet; wet beperking cadeaustelsel; wet autovervoer; bepalin gen inzake de bouw van nieuwe be drijfspanden enz. De voorlichting kan desgevraagd wor den gegeven aan vak- en standsorgani saties van middenstanders, kamers van koophandel, borgstellingsfondsen, pro vinciale en gemeentebesturen, gemeen telijke sociale diensten, volkskrediet banken, rijksnijverheidsconsulenten, economisch-technologische instituten, provinciale en gemeentelijke planologi sche diensten, individuele middenstan ders enz. De consulent kan ook bemoeienis heb ben met regionale en plaatselijke mid denstandsmanifestaties en demonstraties. Dc bedrijfseconomische voorlichting De bedrijfseconomische voorlichting omvat voorlichting over productiviteits- opvoering; moderne bedrijfsadministra tie; het Centraal Orgaan ter bevordering van de bouw van middenstandsbedrijfs panden; publikaties van het Economisch Instituut voor de Middenstand; kosten- en financieringsstructuur; omzetstalistie- ken- reclame; verkoopmethoden; afbeta lingssystemen; postorderverkoop; zelf bediening; supermarket; het belang van de middenstand bij vreemdelingenver keer enz. In samenwerking met de midden standsbedrijfsorganisaties kan de Rijks middenstandsconsulent de oprichting be vorderen van zgn. discussiegroepen en bedrijfsvergelijkingsgroepen. De voorlichting aan het departement De voorlichting aan het departement heeft tot doel de Overheid voor te lich ten over zaken van regionale aard. Het middenstandsbeleid staat n.l. herhaalde lijk voor beslissingen, waarvoor een zo objectief mogelijk inzicht in plaatselijke en regionale omstandigheden vereist is. De inschakeling van een deskundig amb tenaar in de provincie is hierbij van zeer groot belang. De middenstandsconsulent heeft tot taak het houden van spreekbeurten en I discussie-avonden; tot het houden van of zitting nemen in fora; regelmatig con tact te onderhouden met middenstands bonden, provinciale en gemeentelijke organen en zo nodig met individuele middenstanders; het verlenen van be middeling en het houden van zitdagen; zitting te nemen als lid of adviseur in commissies. Bij de uitvoering van zijn taak zal de consulent nauw samenwerken met pro vinciale en plaatselijke overheden en voorts met de organen en instellingen, die bij de behartiging van middenstands- belangen in de provincie zijn betrokken en niet op de laatste plaats met de vrije organisaties van de middenstand, zomede de diensten en instellingen daarvan. UIT HET JAARVERSLAG VAN DE GEZONDHEIDSDIENST VOOR DIEREN Het jaarverslag geeft ook een overzicht van de runderhorzelbestnjding 1955 in onze provincie. Inzake de bestrijding op Texel worden de volgende mededelingen gedaan: Aantal wassers 3; Totaal aantal bezochte bedrijven: le r. 186, 2e r. 194, 3e r. 198. I Totaal aantal gecontroleerde dieren: le r. 813, 2e r. 984, 3e r. 1812; Totaal aantal bedrijven waar gewassen werd: le r. 186, 2e r. 31, 3e r. 4. Totaal aantal be handelde dieren: le r. pinken 813, oudere dieren 2; 2e r. pinken 423, oudere dieren 3e r. pinken 2, oudere dieren 2. Ge middeld aantal bulten op de besmette bedrijven: le r. 4,5, 2e r. 3, 3e r 1,5. De t.b.c.-bestrijdingscampagne 1954- 1955 resulteerde als volgt: Aantal bedr. 472; aantal dieren 7681; Hiervan reag. Reac. perc. Reac. perc. v.j. 0,1; Daling 0,1; t.b.c.-vrije be drijven: bedr. 472, dieren 7681, reag. Gesl. tegenvallers 1; Gesl. open vormen Tenslotte volgen hier de K.I. gegevens over het tijdvak 1 november 1953-31 oktober 1954: Alle geïnsemineerde dieren: Aantal 3176, percentage drachtige dieren 89,5, Eff. getal 1,62; Eerste inseminaties: aantal 3076, percentage drachtig 64.0, percen tage gust en niet meer aangeboden 4,1. Aantal leden 333, gemidd. aantal dieren per lid 9.5. „PAAIEN MAAROP HOOP B^TE ZEGEN" De vloot ligt varens-ree. Vlaggetjesdag in Vlaardingen, Sc| ningen en IJmuiden. De beslissing is gevallen. Op a.s. vaart de haringvloot uit. Dan i dus Buisjesdag. Dat wil zeggen, da zaterdag 19 mei, zondag 20 me maandag 21 mei, de Vlaggetjes* worden gehouden. Daardoor zijn ressante feestprogramma's samenge die ongetwijfeld weer vele duizj>ekh naar de haringhavens zullen voerei Vlaggetjesdag, dat is een oud Ho! kijkspel. De haringvloot ligt, klaar de start, fraai opgeschilderd onder vlaggenpracht voor de kant. Vlagg dag, dat is de pronkdag van het Nederlandse bedrijf. Van oudsher dag van vreugde in de haringplaat q cj( en B Willem Beukelszoon naar Vlaard Het accent valt dit jaar op Vlaj gen. Daar zal door de directeur va Bedrijfschap voor Visserijproductei heer Drs. D. J. van Dijk, officieel d drijfschapswimpel worden gehesen VL. 97, het schip, dat verleden ja best verzorgde haring van de Vlaai se vloot aanvoerde. Willem BeukeJfcehn de vermaarde uitvinder van het dit j der lang. Sec nwe; De o ®ega< xels er, c zal des middags met gevolg per st vja d het onderzoekingsvaartuig „Willem kelszoon" arriveren en zijn op- n> y( ting maken. Daarna heeft een vaai van loggers op de Maas plaats. Hi wordt ook door het Hospitaal-kerl enwe „De Hoop" deelgenomen, 's Avond de vloot onder het licht der schiji pers en trekt een muziekcorps, w ige d Jym imm; de leden in originele visserskledip fenin gestoken, door de stad. ;afdel Ook in Scheveningen en IJmuidf Jierr men 's zaterdags het beste beentje In Scheveningen wordt een vloo! voor de kust gehouden. In verbani het tij vangt deze om 11 uur aan schepen vallen omstreeks 13.00-13.3 weer binnen. Daarna trekt een gro ir0or tocht, waarin vele facetten van d serij worden uitgebeeld, door ningen. 's Avonds is er muziek a wjs haven en de dag wordt besloten m lelijk groot Vlaggetjesdag-vuurwerk. rcj e( In IJmuiden, waar ook de Kati }e a] vloot ligt, is een uitgebreid fee sen gramma samengesteld. Ook daar et nes tocht van jeugd- en sportverenig die door de plaats naar de haven „Een vlaggenzee trekt naar zee' volgd door een basketballwedstrij moto zen, lere Avonds, op het Stationsplein, treet nen j aantal gymnastiekverenigingen oj bijzondere nummers, ontleend visserij. Zo zal een groep van 180 nemers/sters „Ter haringvisserij" r(jen ren. Daarna volgt een concert op i van de haven, waar de schepen het licht van schijnwerpers liggei dag wordt besloten met een groot devuur, dat de zeekadetten zullen steken. 's Zondags is er geen „feest", di men, terecht, duizenden kijken dit schouwspel te genieten. schoon schouwspel: haringvangen. Gisteren begon de harin] Gisteren is de vloot uitge Dat was het startsein voor de ven jagerij. De Vlaardingers vertrekkd uur, de Scheveningers om 12 uur Katwijkers-IJmuidenaren om 14 u n te etbal igrijl link Tem igelic or dc men 'amei foor e bel S< 'liete: jrach :te rr nonst 'ot de vloot-gere^ stee idverz enigii ringe k, lar e ve t. e we> aties I Wie zal de eerste haring aanvocrei ^ting I zal het eerst binnen zijn? Een dinger, een Scheveninger, een Kat of en IJmuidenaar? Niemand wee [et lei er zijn verwachtingen. Vrijdag de eerste h tit< Men heeft natuurlijk al wel kensommetje aan de havens ge Dinsdag varen, woensdagmidda schot (netten uitzetten), in de nac en. U woensdag op donderdag de vleet En dan, als er gevangen is, aan gers - de snelste schepen der vlo r de vangst overgeven, die ermede vaderland varen. Als dat lukt d vrijdag 25 mei, in de loop van de eerste haring worden verwacht, lukt natuurlijk. Maar één ding vast. Het zal niet lang meer dï ook van de winkels en wagens zu vlaggen wapperen. Dan zijn ze er: de malse maatje Triomf, de vreugde stijge in toj FEUILLETON door TOM LODEWIJK 11. De jongens en meisjes hier spreken allemaal dialect, de een meer de ander minder. Daar spelen ze mee en daar kibbelen ze mee, en laat ze dat nou maar doen op hun eigen manier". „Ik wil er geen boeren van maken", zei Annelies kwaad. ,,'t Kon minder", pareerde Jan, je hoeft op de boeren heus niet néér te zien. Wind je toch niet zo op over die kleinig heden, dat breit zich allemaal wel recht" En dat was ook Jan's houding ten aanzien van zovele problemen, ,,'t Komt allemaal wel terecht". Zijn zonnig op timisme, gesteund door het succes in zaken, het plezier in zijn leven en wer ken, openden hem vele deuren. Ze von den zonder uitzondering in de streek Jan Belders een geschikte vent. Maar dat vrouwtje van hem, werd er geredeneerd, dat had het te hoog in 't hoofd. Die ver beeldde zich dat ze te goed was voor de streek. Ze begon langzamerhand het iso lement Annelies in te spinnen Zij zelf bemerkte dat ook. In het eerst was alles nieuw geweest. Het eigen huis, het geluk van het samen zijn. De mensen in het dorp waren aar dig, hoewel een beetje nieuwsgierig. Annelies was énders, haar enigszins exo tische verschijning, haar kleding, het viel allemaal op. In 't eerst vond ze dat leuk, later had ze af en toe het gevoel dat ze voor aap liep. Toen ze eens een nieuw kapsel lanceerde hoorde ze hoe de kin deren op straat zeiden: Wat heb dat wijf een gek haér. Ze lachte er toen nog om. Maar langzamerhand begon ze zich on zeker te voelen, ging ze niet eens graag uit huis, deed ze haar boodschappen zo snel mogelijk af of liet ze aan huis be zorgen. Na Jan Junior kwam Els, daar had ze nog verschil van mening met Jan over gehad. Want Annelies wilde dat het kind, als het een meisje was, Karin zou heten. „Karin", zei Jan geërgerd, waarom die zotheid? Ze is toch niet Noors of Zweeds?" „Ik vind Karin een mooie naam", hield Annelies vol. „Waarom moet dat kind opgeknapt worden met zo'n Eeuwig-zing-de-bossen- naam?" informeerde Jan. „Karin! En de volgende dan zeker Solveig, of Kristin Jansdochter. Toe, spaar me die gekheid. Ik hou niet van die aanstellerij. Omdat jij nou zit te genieten in die Noorse ro- mantiek-in-drie-delen, hoeft dat kind toch niet heel haar leven met een bui tenlandse naam rond te lopen? Karin? Waarom heet ge Karin. Omdat m'n mama zoveel van Noorse boekheldinnen hield!" „Ze moet zeker Betje heten, naar je moeder", vinnigde Annelies. „Ik wou wel graag dat ze naar m'n moeder heette", gaf Jan toe, „hoewel ik er helemaal geen bezwaar tegen heb haar naar jouw moeder te noemen. Mo nica, is dat je niet exotisch genoeg?" „Ik vind Monica een snertnaam", zei Annelies onlogisch. „Ik vind Betje ook een snertnaam", gaf Jan toe, begerig om de vrede te her stellen. „Maar Elisabeth vind je dat dan goed?" Het was Elisabeth geworden, en Els in de wandeling. En daarna kwam Ruth ook zomaar een verzinsel van An nelies. „Dat is tenminste een goeie Hol landse naam", vond Jan. „Je vergist je, waarde echtvriend", wees Annelies hem triomferend terecht. Ruth is een Oosterse naam". „Nou ja", vond Jan, „dat is strikt ge nomen, Elisabeth ook". Maar die Oosterse namen konden er wel mee door. Toen kleine Ruth moest komen en An nelies het werk niet afkon, besloot Jan dat ze hulp moest hebben. Hij kon het best betalen, en de oudste dochter 'van vrouw Wansink, Grietje, deed haar in trede als hulp in de huishouding. En daarmede deed Annelies haar intrede in de conversatie van het dorp. Grietje praatte graag, dat had ze van haar moeder. Juffrouw Wansink, op wie verder niets was aan te merken, mocht ook graag een praatje maken. De buur vrouwen wisten dat Grietje bij mevrouw Belders diende. En mevrouw Belders. tja, daar viel over te praten. Tijdens de naaikrans, waarvan zij een ijverig lid was, liet zij haar licht schijnen. „Kijk es", ze ze toen haar vriendin, juffrouw Baggelaar, de naam van het mevrouwtje Belders in de gesprekken had laten vallen, „ik ben de laatste om iemand de kroon van z'n hoofd af te halen. Je zult van mij nooit een kwaad woord over iemand horen. En onze Grietje is er nou een half jaar, en het kind heeft niks te klagen. Alleen nou ja ik heb er zelf drie grootgebracht, en m'n moeder zaliger négen acht jongens, ja, ik de enige dochter.maar in onze tijd en bij ons soort mensen hoefde je niet aan te komen voor een hulp in de huishouding. Gunst.ik zou niet weten wat ik moest beginnen. Ik heb altijd nog tijd genoeg overgehouden voor allerlei ander werk, dat weten jul lie wel, en als ik een meid moest hou den, ik zou zeggen: m'n lieve kind, ga maar weer naar huis, want ik heb niks voor je te doen. In de tijd dat ik jou heb gezegd hoe ik het hebben wil, heb ik hei zélf tweemaal gedaan!" En met een vol daan gebaar boog juffrouw Wansink zich weer over haar naaiwerk. „Maar niet alle vrouwen zijn ook zo sterk en zo flink als jij, Dora", kwam zacht de stem van Mientje Plsa, die een hoge rug had en uit wier blek gezicht twee grote, donkere ogen droefgeestig de wereld inkeken. „Nee, dat weet ik", antwoordde juf frouw Wansink goedhartig en met het niet altijd fijngevoelig medelijden van de sterke voor de zwakke, „maar haór man keert toch niks? Ik weet niet wat het is met die moderne jonge vrouwtjes. Ver onderstel dat ik m'n meisje de meubels liet wrijven en ik zat zélf te schilderen!" "den, feit b de ov n s dc leidin golf» zeer partij i rust i pracl d het rekke Ij vo» en ga r Roo< tellig ploeg 'tuitw itslag van Bro 3er, 7 Woo j ei - Zej 15. itslag romfic „Schildert ze?" klonk het in ko „Ja en wat", informeerde ju Wansink,, onze Griet zegt dat je touw aan vast kunt knopen son pianospelen, natuurlijk. Allemaal rare muziek, geen bekendé versje „Leuk voor jullie Griet, zij de ^n jc dweilen en mevrouw pianospelen" [otorer juffrouw Vonk, die om de een of n 3 st; reden fel jaloers was op het knap vrouwtje Belders. „Nou ja", vergoelijkte juffrouv sink, „laat ik eerlijk zijn, zó i Ze werkt zélf ook mee. Laatst tegen Grietje, toe meid, laat nu maar staan, haal een paar gebakj drinken we gezellig koffie in „Taartjes midden in de week mand jarig of zo?" informeerde Vonk met een ongelovige uithaal „Nee zo maar, dat kwam zo hoofd op. Nou, Griet vond 't krijgt heus geen werkhanden daar is ze met de kinderen. Maar dat de foensd e moe venv. terend Hoor e moe wacht gezin, INC rit W eschih juist, dan vraag ik me af: waaros geracje zo'n vrouw dan hulp nodig, als al die dingen tijd heeft?" „Wat kan 't je schelen", kwam Plas, een beetje gemelijk want r het geroddel, „als zij het nou kan". „Nou, zou hij zoveel verdienen felde juffrouw Baggelaar. „Een man kan d'r niet tegen dienen", meende juffrouw Vonk vat zonder bodem". (Wordt vervi CONS

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1956 | | pagina 4