SF
50 jaar „Het Witte Kruis"
Pepito's
eerste
grote
avontuur
Een vrouw met twee
linkerhanden
In de bezettingsjaren, om juist te zijn
15 januari 1942, ontving het Witte Kruis
een schrijven van het Hoofdbestuur dat
voortaan de kruisverenigingen onder
toezicht zouden staan van de Neder
landse Volksdienst. Hierbij zat z.g. niet
de bedoeling voor de bestaande Neder
landse instellingen op het gebied der
Volksgezondheid te vernietigen, doch 'n
boven alle partijen staande organisatie
te scheppen ter behartiging van de
volkswelvaart voor het gehele volk.
„Werkt evenwel een bestaande organi
satie tegen, dan is het lot van alle orga
nisaties bezegeld, en wordt die onher
roepelijk opgeheven".
Er waren dus twee mogelijkheden:
Willigen wij de eis in, dan blijven wij
staan, zo niet dan zou dit het einde van
onze vereniging betekenen. Besloten
werd in deze aangelegenheid achter het
Hoofdbestuur te staan. Wij hebben er
verder weinig of niets meer van gehoord
en zijn gewoon doorgegaan.
Aangaande het 25-jarig bestaan van
het Witte Kruis werd besloten geen extra
drukte te maken, doch het op een a.s.
ledenvergadering te memoreren.
Op 9 februari 1933 werd door het Wit
te Kruis een consultatiebureau voor
Zuigelingen geopend in het voormalige
café Den Burg, later in de bioscoopzaal
van het hotel „De Oranjeboom". Leider
van dit bureau was tot 1954 Dr. Ten
Bruggencate, de zeer geziene kinderarts.
Het Witte Kruis sluit zich als vereni
ging aan bij het Centraal Genootschap
voor Kinderherstellingsoorden en Ge
zondheidskolonies. Door bemiddeling van
onze afdeling zijn er in de loop der jaren
reeds verscheidene kinderen uitgezonden
naar de tehuizen van dit Genootschap.
In het jaar 1946 had er in Het Witte
Kruis een grote organisatorische wijzi
ging plaats. In dat jaar kwam de fusie tot
stand tussen het Witte Kruis en de T.A.
Wijkverpleging, met dien verstande dat
de wijkverpleging door het Witte Kruis
werd overgenomen.
Op voorstel van de Algemene Secreta
resse van het Hoofdbestuur van het
Witte Kruis werd op 30 oktober 1946 een
vergadering belegd met het bestuur van
de T.A. Wijkverpleging onder leiding van
mevr. mr. Kunst. Spreekster hield voor
deze fusie een warm pleidooi, aangezien
het Hoofdbestuur van mening is dat de
wijkverpleging een onderdeel vormt van
de taak der kruisverenigingen. Het re
sultaat van deze bespreking was dat in
principe besloten werd deze fusie aan te
gaan. In de algemene ledenvergadering
op 14 november 1946 werd dan ook be
sloten de wijkverpleging over te nemen.
De gezusters Meyer en zuster J. Mulder
traden dus vanaf die datum automatisch
in dienst van het Witte Kruis, hetgeen
van de kant van deze wijkverpleegsters
geen bezwaren opleverde.
Met ingang van 1 oktober 1948 werd
aan Zr. J. Mulder op de meest eervolle
wijze ontslag verleend uit onze dienst,
nadat zij ruim 33 jaren op voorbeeldige
wijze met inzet van haar gehele persoon-
50 Jaar Witte Kiuis op Texel. De
secretaris, de heer H. K. Rem
mers, heett de notulenboeken
van de oprichting tot heden nog
eens opengeslagen en aan de
hand van de daaruit verzamelde
gegevens een interessant over
zicht samengesteld, waarvan wij
hier het slot publiceren.
lijkheid de belangen van de wijkverple
ging, de t.b.c.-bestrijding en de zuigelin
genzorg had behartigd. Als waardering
voor de door haar verrichte arbeid in het
belang van de Volksgezondheid werd aan
haar de zilveren medaille, verbonden aan
de Orde van Oranje Nassau uitgereikt.
Met ingang van 1 maart 1949 werd ook
aan de gezusters Meyer op de meest eer
volle wijze eveneens ontslag verleend.
Deze Zusters waren 15 april 1920 in
dienst getreden van de T.A. Wijkverple
ging. Ook zij hebben zich in die lange
reeks van jaren in dienst van de Volks
gezondheid zeer verdienstelijk gemaakt.
Zr. A. L. Meyer, die plotseling door
een ernstige ziekte werd getroffen, heeft
helaas niet van het dubbel en dwars
verdiende pensioen mogen profiteren. Zij
overleed op 30 december 1953. Op 23
februari 1952 kwam haar zuster, mej. F.
J. E. Meyer, onze magazijnbewaarster,
te overlijden.
Op 1 augustus 1948 traden de Zrs. Ha-
rinck bij ons in dienst en met haar deed
de Wittekruis-auto haar intrede. Een
Ford Anglia. In april 1949 namen de
Zrs. Harinck haar intrek in het Wijk-
gebouw.
Zr. Stokdijk was van 1 april 1949-15
maart 1950 bij onze vereniging in functie,
Zr. de Jongh van 15 maart 1950- 26 juli
1954 en Zr. C. Mettau van 26 juli 1954
tot heden.
Om de vele werkzaamheden over Texel
te kunnen verrichten, wordt door een on
zer Zusters te Den Burg, voor de lange
afstand gebruik gemaakt van de auto,
terwijl onze Zuster te Oosterend de be
schikking heeft over een bromfiets.
In 1950 werden de plannen voor het
bouwen van een eigen consultatiebureau
ernstig is overweging genomen. Het hou
den van de zittingen voor het zuigelin
genbureau in de bioscoop werd zo lang
zamerhand een onhoudbare toestand.
Intussen stelde de N.V. TESO een be
drag van f 5000,beschikbaar aan die
gene die de moed zou hebben een bad
inrichting te stichten.
De grote moeilijkheid lag in het finan
cieren van het te stichten gebouw.
In het laatste kwartaal van 1949 had
het Witte Kruis in Oosterend de voorma
lige gereformeerde pastorie aangekocht
ten behoeve van haar wijkverpleging,
teneinde altijd zeker te zijn van een wo
ning voor de aldaar gevestigde wijkver
pleegster. Het benedenhuis werd inge
richt als wijkgebouw, woning zuster en
klein magazijntje voor verplegingsartike-
len, terwijl het bovenhuis voor aparte
bewoning gereed werd gemaakt.
Een plan werd ontworpen voor een
consultatiebureau-badhuis met een vleu
gel voor de t.b.c.-bestrijding. Aangezien
het ons op een gegeven ogenblik te ver
staan werd gegeven dat wij op een Rijks-
MIDDENSTANDSVOORLICHTINGS-
DIENST BENOEMDE
RIJKSMIDDENSTANDSCONSULENT
Naar wij vernemen is de Midden
standsvoorlichtingsdienst overgegaan tot
de aanstelling van een Middenstands
consulent voor Noord-Holland. Het adres
van deze consulent is Rijnstraat 4,
Heemstede, tel. 34484.
Deze Rijksmiddenstandsconsulent heeft
een drieledige taak: n.l. het geven van
voorlichting over het middenstandsbe-
leid van de Overheid; het verstrekken
van voorlichting en adviezen op bedrijfs
economisch gebied en het informeren van
de Overheid betreffende zaken van re
gionale aard.
Over welke onderwerpen en aan wie
kan voorlichting en/of advies worden
gegeven?
a. De beleidsvoorlichting is voorlichting
over het regeringsbeleid met betrekking
47. Moeizaam sjokten ze tegen de steile
sneeuwberg op en hijgend van inspan
ning stegen ze al hoger en hoger. Ze had
den een prachtig uitzicht op de omgeving,
maar hoe ze ook tuurden, open water
was nergens te bekennen. Een onafzien
bare ijsvlakte strekte zich naar alle kan
ten uit. „Kom Pepito", hijgde Bloobeest,
„nog hoger, misschien, dat we boven op
de top meer zien".
Doch toen ze de top hadden bereikt,
hoorden ze duidelijk iemand praten. „Ha,
ha, ha," lachte de onbekende, „ik weet
nu zeker, dat we de wedstrijd winnen!
Er is geen sikkepitje van de wedstrijd-
vloot te zien! Ha, ha, die fopmijnen heb
ben hun werk goed gedaan! Jef Aluin
wint de race!"
Toen Bloobeest en Pepito voorzichtig
verder klommen ontwaarden ze iemand
gewapend met een verrekijker. „Hm,
hm", kuchte Bloobeest bescheiden, want
het is ook boven op een sneeuwberg on
beleefd iemand af te luisteren, „goede
morgen, meneer!" Jef Aluin keek echter
op noch om. „Hé", constateerde hij,
„merkwaardig! Die koude lucht heeft 'n
wonderlijke invloed op mijn geestvermo
gens! In deze barre eenzaamheid hoor ik
stemmen, die beleefd goede morgen wen
sen!"
„Nee, nee", antwoordde Bloobeest en
tikte Jef Aluin, die zich volkomen alleen
waande, op zijn hoed, „wij zijn echte
stemmen!"
Och, wat schrok Jef toen verschrikke
lijk! Met een ruk draaide hij zich om en
stamelde met krijtwit gelaat: „Koe ho-
men. ik bedoel.hoe komen jullie
hier! Ik heb toch fopmijnen uitgestrooid?
bijdrage in het geheel niet behoefden te
rekenen, werd de vleugel - als niet di
rect urgent - geschrapt en bleven het
consultatiebureau en het badhuis over.
Met de middelen waarover het Witte
Kruis beschikte, inclusief de opbrengst
van een grootscheeps gehouden loterij, de
5000 gulden van de N.V. TESO en een
renteloos voorschot van groot f 5000,
van het Preventiefonds, werd besloten op
het terrein achter het Wijkgebouw te
Den Burg een consultatiebureau annex
badhuis te bouwen.
De eerste steen werd gelegd op 14 juni
1952 door Anita Beemsterboer en op 10
januari werd het gebouw geopend door
mevr. mr. Kunst, Algemeen Secretaresse
van het Hoofdbestuur.
De zittingen van het zuigelingenbureau
werden verdubbeld, het kleuterbureau
kwam tot stand en tenslotte het rheuma-
bureau.
Onder auspiciën van het Witte Kruis
werd in 1950 en 1954 de bevolking on
derzocht op t.b.c.
In 1949 werd het Kraamzorgcentrum
Den Helder-Texel, later Den Helder en
omstreken genoemd, geopend.
Meerdere keren werd een moedercur
sus gegeven en cursussen in huiselijke
ziekenverpleging.
Het consultatiebureau evenals 't bad
huis voorziet in een grote behoefte - van
de diverse bureaus wordt een zeer druk
gebruik gemaakt; de exploitatie van hét
balhuis is een zorgenkind voor het Witte
Kruis en zal dat ook wel blijven Deze
inrichting kan zichzelf niet bedruipen,
zodat uit andere fondsen het tekort aan
gezuiverd dient te worden.
Na overname van de wijkverpleging,
het stichten van een consultatiebureau
met badhuis, de daarin ondergebrachte
diensten ten behoeve van de Volksge
zondheid w o. het nemen van röntgen
foto's voor arm- en beenbreuken, waar
eveneens regelmatig gebruik van wordt
gemaakt, werd de taak van het Witte
Kruis in zeer belangrijke mate uitge
breid en is het zo langzamerhand een be
drijf op zichzelf geworden, waar uiter
mate belangrijk en verantwoordelijk
werk wordt verricht.
Waarom liggen jullie niet blauw van
angst in het mijnenveld te wachten tot
ik de race heb gewonnen? Bah
Dreigend kwam hij op de argeloze Bloo
beest af en pakte hem stevig bij z'n sjaal.
„Jullie zitten vastgevroren, weten jullie
dat? Ik win de race toch! Mijn tanden en
ogenschip heeft een sterke ijsbreker. Ha,
ha!"
„Maar ik ben reuze-slim", pochte Bloo
beest, „en Pepito is erg aardig en u bent
een akelige man met een opschepperige
lorgnet en een lelijke bontkraag!" „Ssst
Bloobeest!", waarschuwde Pepito, „straks
wordt-ie boos". Maar het was te laat.
Jef Aluin ziedde van kwaadheid en rukte
venijnig aan de das van Bloobeest.
„Wat!", siste hij, „ben ik niet aardig? Is
mijn lorgnet een opschepper?! Jij sukkel
I En toen
tot de middenstand en de mogelijkheden,
die dit beleid voor de middenstanders
inhoudt.
Onderwerp van de beleidsvoorlichting
kunnen zijn:
de speciaal voor de middenstand in het
leven geroepeh kredietregelingen; vesti
gingswet; erkenningsreglementen; mid-
aenstandsonderwijs; prijspolitiek, sociale
voorzieningen; belastingen; winkelslui
tingswet; opruimingswet; wet beperking
cadeaustelsel; wet autovervoer; bepalin
gen inzake de bouw van nieuwe be
drijfspanden enz.
De voorlichting kan desgevraagd wor
den gegeven aan vak- en standsorgani
saties van middenstanders, kamers van
koophandel, borgstellingsfondsen, pro
vinciale en gemeentebesturen, gemeen
telijke sociale diensten, volkskrediet
banken, rijksnijverheidsconsulenten,
economisch-technologische instituten,
provinciale en gemeentelijke planologi
sche diensten, individuele middenstan
ders enz.
De consulent kan ook bemoeienis heb
ben met regionale en plaatselijke mid
denstandsmanifestaties en demonstraties.
Dc bedrijfseconomische voorlichting
De bedrijfseconomische voorlichting
omvat voorlichting over productiviteits-
opvoering; moderne bedrijfsadministra
tie; het Centraal Orgaan ter bevordering
van de bouw van middenstandsbedrijfs
panden; publikaties van het Economisch
Instituut voor de Middenstand; kosten-
en financieringsstructuur; omzetstalistie-
ken- reclame; verkoopmethoden; afbeta
lingssystemen; postorderverkoop; zelf
bediening; supermarket; het belang van
de middenstand bij vreemdelingenver
keer enz.
In samenwerking met de midden
standsbedrijfsorganisaties kan de Rijks
middenstandsconsulent de oprichting be
vorderen van zgn. discussiegroepen en
bedrijfsvergelijkingsgroepen.
De voorlichting aan het departement
De voorlichting aan het departement
heeft tot doel de Overheid voor te lich
ten over zaken van regionale aard. Het
middenstandsbeleid staat n.l. herhaalde
lijk voor beslissingen, waarvoor een zo
objectief mogelijk inzicht in plaatselijke
en regionale omstandigheden vereist is.
De inschakeling van een deskundig amb
tenaar in de provincie is hierbij van
zeer groot belang.
De middenstandsconsulent heeft tot
taak het houden van spreekbeurten en
I discussie-avonden; tot het houden van of
zitting nemen in fora; regelmatig con
tact te onderhouden met middenstands
bonden, provinciale en gemeentelijke
organen en zo nodig met individuele
middenstanders; het verlenen van be
middeling en het houden van zitdagen;
zitting te nemen als lid of adviseur in
commissies.
Bij de uitvoering van zijn taak zal de
consulent nauw samenwerken met pro
vinciale en plaatselijke overheden en
voorts met de organen en instellingen,
die bij de behartiging van middenstands-
belangen in de provincie zijn betrokken
en niet op de laatste plaats met de vrije
organisaties van de middenstand, zomede
de diensten en instellingen daarvan.
UIT HET JAARVERSLAG VAN DE
GEZONDHEIDSDIENST VOOR DIEREN
Het jaarverslag geeft ook een overzicht
van de runderhorzelbestnjding 1955 in
onze provincie. Inzake de bestrijding op
Texel worden de volgende mededelingen
gedaan:
Aantal wassers 3; Totaal aantal bezochte
bedrijven: le r. 186, 2e r. 194, 3e r. 198.
I Totaal aantal gecontroleerde dieren: le
r. 813, 2e r. 984, 3e r. 1812; Totaal aantal
bedrijven waar gewassen werd: le r.
186, 2e r. 31, 3e r. 4. Totaal aantal be
handelde dieren: le r. pinken 813, oudere
dieren 2; 2e r. pinken 423, oudere dieren
3e r. pinken 2, oudere dieren 2. Ge
middeld aantal bulten op de besmette
bedrijven: le r. 4,5, 2e r. 3, 3e r 1,5.
De t.b.c.-bestrijdingscampagne 1954-
1955 resulteerde als volgt:
Aantal bedr. 472; aantal dieren 7681;
Hiervan reag. Reac. perc. Reac.
perc. v.j. 0,1; Daling 0,1; t.b.c.-vrije be
drijven: bedr. 472, dieren 7681, reag.
Gesl. tegenvallers 1; Gesl. open vormen
Tenslotte volgen hier de K.I. gegevens
over het tijdvak 1 november 1953-31
oktober 1954:
Alle geïnsemineerde dieren: Aantal 3176,
percentage drachtige dieren 89,5, Eff.
getal 1,62; Eerste inseminaties: aantal
3076, percentage drachtig 64.0, percen
tage gust en niet meer aangeboden 4,1.
Aantal leden 333, gemidd. aantal dieren
per lid 9.5.
„PAAIEN MAAROP HOOP B^TE
ZEGEN"
De vloot ligt varens-ree.
Vlaggetjesdag in Vlaardingen, Sc|
ningen en IJmuiden.
De beslissing is gevallen. Op
a.s. vaart de haringvloot uit. Dan i
dus Buisjesdag. Dat wil zeggen, da
zaterdag 19 mei, zondag 20 me
maandag 21 mei, de Vlaggetjes*
worden gehouden. Daardoor zijn
ressante feestprogramma's samenge
die ongetwijfeld weer vele duizj>ekh
naar de haringhavens zullen voerei
Vlaggetjesdag, dat is een oud Ho!
kijkspel. De haringvloot ligt, klaar
de start, fraai opgeschilderd onder
vlaggenpracht voor de kant. Vlagg
dag, dat is de pronkdag van het
Nederlandse bedrijf. Van oudsher
dag van vreugde in de haringplaat q cj(
en B
Willem Beukelszoon naar Vlaard
Het accent valt dit jaar op Vlaj
gen. Daar zal door de directeur va
Bedrijfschap voor Visserijproductei
heer Drs. D. J. van Dijk, officieel d
drijfschapswimpel worden gehesen
VL. 97, het schip, dat verleden ja
best verzorgde haring van de Vlaai
se vloot aanvoerde. Willem BeukeJfcehn
de vermaarde uitvinder van het
dit j
der
lang.
Sec
nwe;
De o
®ega<
xels
er, c
zal des middags met gevolg per st vja d
het onderzoekingsvaartuig „Willem
kelszoon"
arriveren en zijn op- n> y(
ting maken. Daarna heeft een vaai
van loggers op de Maas plaats. Hi
wordt ook door het Hospitaal-kerl enwe
„De Hoop" deelgenomen, 's Avond
de vloot onder het licht der schiji
pers en trekt een muziekcorps, w
ige d
Jym
imm;
de leden in originele visserskledip fenin
gestoken, door de stad. ;afdel
Ook in Scheveningen en IJmuidf Jierr
men 's zaterdags het beste beentje
In Scheveningen wordt een vloo!
voor de kust gehouden. In verbani
het tij vangt deze om 11 uur aan
schepen vallen omstreeks 13.00-13.3
weer binnen. Daarna trekt een gro ir0or
tocht, waarin vele facetten van d
serij worden uitgebeeld, door
ningen. 's Avonds is er muziek a wjs
haven en de dag wordt besloten m lelijk
groot Vlaggetjesdag-vuurwerk. rcj e(
In IJmuiden, waar ook de Kati }e a]
vloot ligt, is een uitgebreid fee sen
gramma samengesteld. Ook daar et nes
tocht van jeugd- en sportverenig
die door de plaats naar de haven
„Een vlaggenzee trekt naar zee'
volgd door een basketballwedstrij
moto
zen,
lere
Avonds, op het Stationsplein, treet nen j
aantal gymnastiekverenigingen oj
bijzondere nummers, ontleend
visserij. Zo zal een groep van 180
nemers/sters „Ter haringvisserij" r(jen
ren. Daarna volgt een concert op i
van de haven, waar de schepen
het licht van schijnwerpers liggei
dag wordt besloten met een groot
devuur, dat de zeekadetten zullen
steken.
's Zondags is er geen „feest", di
men, terecht, duizenden kijken
dit schouwspel te genieten.
schoon schouwspel:
haringvangen.
Gisteren begon de harin]
Gisteren is de vloot uitge
Dat was het startsein voor de ven
jagerij. De Vlaardingers vertrekkd
uur, de Scheveningers om 12 uur
Katwijkers-IJmuidenaren om 14 u
n te
etbal
igrijl
link
Tem
igelic
or dc
men
'amei
foor
e bel
S< 'liete:
jrach
:te rr
nonst
'ot
de vloot-gere^ stee
idverz
enigii
ringe
k, lar
e ve
t.
e we>
aties
I Wie zal de eerste haring aanvocrei ^ting
I zal het eerst binnen zijn? Een
dinger, een Scheveninger, een Kat
of en IJmuidenaar? Niemand wee [et lei
er zijn verwachtingen.
Vrijdag de eerste h tit<
Men heeft natuurlijk al wel
kensommetje aan de havens ge
Dinsdag varen, woensdagmidda
schot (netten uitzetten), in de nac en. U
woensdag op donderdag de vleet
En dan, als er gevangen is, aan
gers - de snelste schepen der vlo r de
vangst overgeven, die ermede
vaderland varen. Als dat lukt d
vrijdag 25 mei, in de loop van de
eerste haring worden verwacht,
lukt natuurlijk. Maar één ding
vast. Het zal niet lang meer dï
ook van de winkels en wagens zu
vlaggen wapperen.
Dan zijn ze er: de malse maatje
Triomf, de vreugde stijge in toj
FEUILLETON
door TOM LODEWIJK
11. De jongens en meisjes hier spreken
allemaal dialect, de een meer de ander
minder. Daar spelen ze mee en daar
kibbelen ze mee, en laat ze dat nou maar
doen op hun eigen manier".
„Ik wil er geen boeren van maken",
zei Annelies kwaad.
,,'t Kon minder", pareerde Jan, je hoeft
op de boeren heus niet néér te zien.
Wind je toch niet zo op over die kleinig
heden, dat breit zich allemaal wel recht"
En dat was ook Jan's houding ten
aanzien van zovele problemen, ,,'t Komt
allemaal wel terecht". Zijn zonnig op
timisme, gesteund door het succes in
zaken, het plezier in zijn leven en wer
ken, openden hem vele deuren. Ze von
den zonder uitzondering in de streek Jan
Belders een geschikte vent. Maar dat
vrouwtje van hem, werd er geredeneerd,
dat had het te hoog in 't hoofd. Die ver
beeldde zich dat ze te goed was voor de
streek. Ze begon langzamerhand het iso
lement Annelies in te spinnen
Zij zelf bemerkte dat ook.
In het eerst was alles nieuw geweest.
Het eigen huis, het geluk van het samen
zijn. De mensen in het dorp waren aar
dig, hoewel een beetje nieuwsgierig.
Annelies was énders, haar enigszins exo
tische verschijning, haar kleding, het viel
allemaal op. In 't eerst vond ze dat leuk,
later had ze af en toe het gevoel dat ze
voor aap liep. Toen ze eens een nieuw
kapsel lanceerde hoorde ze hoe de kin
deren op straat zeiden: Wat heb dat wijf
een gek haér. Ze lachte er toen nog om.
Maar langzamerhand begon ze zich on
zeker te voelen, ging ze niet eens graag
uit huis, deed ze haar boodschappen zo
snel mogelijk af of liet ze aan huis be
zorgen. Na Jan Junior kwam Els, daar
had ze nog verschil van mening met Jan
over gehad. Want Annelies wilde dat het
kind, als het een meisje was, Karin zou
heten.
„Karin", zei Jan geërgerd, waarom die
zotheid? Ze is toch niet Noors of
Zweeds?"
„Ik vind Karin een mooie naam",
hield Annelies vol.
„Waarom moet dat kind opgeknapt
worden met zo'n Eeuwig-zing-de-bossen-
naam?" informeerde Jan. „Karin! En de
volgende dan zeker Solveig, of Kristin
Jansdochter. Toe, spaar me die gekheid.
Ik hou niet van die aanstellerij. Omdat
jij nou zit te genieten in die Noorse ro-
mantiek-in-drie-delen, hoeft dat kind
toch niet heel haar leven met een bui
tenlandse naam rond te lopen? Karin?
Waarom heet ge Karin. Omdat m'n mama
zoveel van Noorse boekheldinnen hield!"
„Ze moet zeker Betje heten, naar je
moeder", vinnigde Annelies.
„Ik wou wel graag dat ze naar m'n
moeder heette", gaf Jan toe, „hoewel ik
er helemaal geen bezwaar tegen heb
haar naar jouw moeder te noemen. Mo
nica, is dat je niet exotisch genoeg?"
„Ik vind Monica een snertnaam", zei
Annelies onlogisch.
„Ik vind Betje ook een snertnaam",
gaf Jan toe, begerig om de vrede te her
stellen. „Maar Elisabeth vind je dat
dan goed?"
Het was Elisabeth geworden, en Els
in de wandeling. En daarna kwam Ruth
ook zomaar een verzinsel van An
nelies. „Dat is tenminste een goeie Hol
landse naam", vond Jan.
„Je vergist je, waarde echtvriend",
wees Annelies hem triomferend terecht.
Ruth is een Oosterse naam".
„Nou ja", vond Jan, „dat is strikt ge
nomen, Elisabeth ook". Maar die Oosterse
namen konden er wel mee door.
Toen kleine Ruth moest komen en An
nelies het werk niet afkon, besloot Jan
dat ze hulp moest hebben. Hij kon het
best betalen, en de oudste dochter 'van
vrouw Wansink, Grietje, deed haar in
trede als hulp in de huishouding. En
daarmede deed Annelies haar intrede in
de conversatie van het dorp.
Grietje praatte graag, dat had ze van
haar moeder. Juffrouw Wansink, op wie
verder niets was aan te merken, mocht
ook graag een praatje maken. De buur
vrouwen wisten dat Grietje bij mevrouw
Belders diende. En mevrouw Belders.
tja, daar viel over te praten.
Tijdens de naaikrans, waarvan zij een
ijverig lid was, liet zij haar licht schijnen.
„Kijk es", ze ze toen haar vriendin,
juffrouw Baggelaar, de naam van het
mevrouwtje Belders in de gesprekken
had laten vallen, „ik ben de laatste om
iemand de kroon van z'n hoofd af te
halen. Je zult van mij nooit een kwaad
woord over iemand horen. En onze
Grietje is er nou een half jaar, en het
kind heeft niks te klagen. Alleen nou ja
ik heb er zelf drie grootgebracht,
en m'n moeder zaliger négen acht
jongens, ja, ik de enige dochter.maar
in onze tijd en bij ons soort mensen
hoefde je niet aan te komen voor een
hulp in de huishouding. Gunst.ik zou
niet weten wat ik moest beginnen. Ik
heb altijd nog tijd genoeg overgehouden
voor allerlei ander werk, dat weten jul
lie wel, en als ik een meid moest hou
den, ik zou zeggen: m'n lieve kind, ga
maar weer naar huis, want ik heb niks
voor je te doen. In de tijd dat ik jou heb
gezegd hoe ik het hebben wil, heb ik hei
zélf tweemaal gedaan!" En met een vol
daan gebaar boog juffrouw Wansink zich
weer over haar naaiwerk.
„Maar niet alle vrouwen zijn ook zo
sterk en zo flink als jij, Dora", kwam
zacht de stem van Mientje Plsa, die een
hoge rug had en uit wier blek gezicht
twee grote, donkere ogen droefgeestig de
wereld inkeken.
„Nee, dat weet ik", antwoordde juf
frouw Wansink goedhartig en met het
niet altijd fijngevoelig medelijden van de
sterke voor de zwakke, „maar haór man
keert toch niks? Ik weet niet wat het is
met die moderne jonge vrouwtjes. Ver
onderstel dat ik m'n meisje de meubels
liet wrijven en ik zat zélf te schilderen!"
"den,
feit b
de ov
n
s dc
leidin
golf»
zeer
partij i
rust i
pracl
d het
rekke
Ij vo»
en ga
r Roo<
tellig
ploeg
'tuitw
itslag
van
Bro
3er, 7
Woo j ei
- Zej
15.
itslag
romfic
„Schildert ze?" klonk het in ko
„Ja en wat", informeerde ju
Wansink,, onze Griet zegt dat je
touw aan vast kunt knopen son
pianospelen, natuurlijk. Allemaal
rare muziek, geen bekendé versje
„Leuk voor jullie Griet, zij de ^n jc
dweilen en mevrouw pianospelen" [otorer
juffrouw Vonk, die om de een of n 3 st;
reden fel jaloers was op het knap
vrouwtje Belders.
„Nou ja", vergoelijkte juffrouv
sink, „laat ik eerlijk zijn, zó i
Ze werkt zélf ook mee. Laatst
tegen Grietje, toe meid, laat nu
maar staan, haal een paar gebakj
drinken we gezellig koffie in
„Taartjes midden in de week
mand jarig of zo?" informeerde
Vonk met een ongelovige uithaal
„Nee zo maar, dat kwam zo
hoofd op. Nou, Griet vond 't
krijgt heus geen werkhanden daar
is ze met de kinderen. Maar dat
de
foensd
e moe
venv.
terend
Hoor
e moe
wacht
gezin,
INC
rit W
eschih
juist, dan vraag ik me af: waaros geracje
zo'n vrouw dan hulp nodig, als
al die dingen tijd heeft?"
„Wat kan 't je schelen", kwam
Plas, een beetje gemelijk want r
het geroddel, „als zij het nou
kan".
„Nou, zou hij zoveel verdienen
felde juffrouw Baggelaar.
„Een man kan d'r niet tegen
dienen", meende juffrouw Vonk
vat zonder bodem".
(Wordt vervi
CONS