V WACHTEN Nederlanders werken in Zuid-Afrika Pepito's eerste grote avontuur duurt altijd lang m Een vrouw met twee linkerhanden Ir. Bout, Directeur van een ma chinefabriek in Kaapstad, is een week of drie in Nederland ge weest en heeft hier voor zijn fabriek 24 vaklieden aangesteld, die nu naar Zuid-Afrika zullen emigreren. Met deze mensen er bij en met de aanvullende hulp- arbeidskrachten zoals naturel len en kleurlingen, wordt de to tale personeelssterkte zijner fabriek dan ongeveer 250. Ir. Bout vertelt in nevenstaand artikel iets over zijn ervaringen met Nederlanders in Zuid-Afrika Nederlanders, die naar Zuid-Afrika emigreren, moeten eerste klas vaklieden zijn, omdat Zuid-Afrika alleen maar eer ste klas vakmensen vraagt. Hulpkrach ten - kleurlingen en naturellen - zijn daar voldoende aanwezig. Deze mensen zijn uitstekend voor hun werk en passen ook goed in het bedrijf; niet alleen in mijn bedrijf daar, maar in het algemeen in de machinebouw. Hu kan men het zo stellen dat een Nederlander, die in Nederland voor vak bekwaam geldt, dat ook in Zuid-Afrika is. Maar dan moet hij ook werkelijk een eerste klas vakman zijn en al in Neder land het hoogste loon verdienen. Iemand, die in Nederland nog een dub beltje onder het hoogste loon staat, eigen lijk dus maar een halve kracht is, geldt in Afrika beslist voor minder dan een halve kracht. De eisen, die daar aan onze produkten worden gesteld zijn net zo hoog als de eisen die in Nederland, in het algemeen in West-Europa gelden en de halve krachten betrekken wij dan ook uit de kleurlingengroep en de naturel- lengroep. Arbeidstempo Over het arbeidstempo wil ik alleen citeren wat een van onze werknemers, die in februari, ik meen met de „Groote Beer" naar Zuid-Afrika is gekomen heeft gezegd. Toen ik hem vroeg hoe het hem ging en hoe het hem beviel zei deze man (een koperslager-pijpfitter): „Nou het bevalt me best, maar het tempo is in deze fabriek bijzonder hoog en ik zou zo zeggen bijna hoger dan in Nederland". Dat klonk erg vriendelijk. Ik neem aan dat ons tempo gemiddeld ongeveer gelijk is aan dat in Nederland, voor de ene wat hoger en voor de andere wat lager. Lonen. De lonen, die wij betalen, bestaan uit verschillende componenten: het basis- loon, waarbij de duurtetoeslag komt, die door de Regering is vastgesteld. Voorts hebben wij sinds een jaar in onze fabriek een gematigd tariefstelsel, waardoor het totaalinkomen van een werknemer in de fabriek tussen de 16.-.- en de 18.-.- komt te liggen. Meestal bedraagt het zo 17.-.-, 17.5.- of 17.10.-. Besteding van het loon Wat deze mensen met deze 17.-.- per week kunnen doen hangt hoofdzakelijk van de vrouw af. In elk emigrantengezin is de vrouw een zeer belangrijk lid Als de vrouw zuinig is, kan van het loon zeker 2.-.- of 2.10.- per week worden gespaard. Verder zal het wel net gaan als in Nederland: zo de vrouw niet zui nig is, dan is er altijd geld te kort. (Wie zegt daar „Zie je nou wel!" - red.). In het algemeen moeten de huren voor de flats per maand worden betaald. Deze flats zijn sinds twee jaar ruimschoots beschik baar en vragen een klein weekloon. Dus om een maand huur te betalen moet de man een kleine week werken. De huur bedraagt dus ongeveer 20 tot 25 °/o van het loon en het overblijvende gedeelte is ruim voldoende om zich te kleden, te voeden en de nodige ontspanning te heb ben. Daarbij kan dan per week nog 1.-.-, 1.10.- of 2.-.- gespaard worden. Belastingen. De belastingen zijn er bijzonder laag. Een gezin met twee kinderen, waarvan de man ongeveer een f8.000,êi f9.000, per jaar verdient - en dat zijn de lonen die ik noemde - betaalt geen of heel wei nig belasting. De huishuren zijn dus eigenlijk de grote posten, de uitgaven voor voedingsmiddelen en kleding zijn ongeveer gelijk aan die in Nederland; het levensmiddelenpakket is op verschil lende punten wat duurder, op andere wat goedkoper. Vlees en boter zijn zelfs belangrijk goedkoper dan in Nederland, groenten en aardappelen zijn wat duur der, brood is ook wat duurder, fruit is daarentegen weer veel goedkoper. Kaap stad ligt in een typisch fruitland, waar de prachtigste vruchten groeien, die men zich maar kan bedenken: perziken, prui men, sinaasappelen, mandarijnen, bana nen en vooral druiven die men daar in de maanden januari, februari en maart in overvloed kan genieten. Over het algemeen kan men zeggen, dat men van het verdiende loon zeer be hoorlijk kan leven en er zelfs van kan sparen. Sociale voorzieningen De sociale voorzieningen in Zuid- Afrika hebben nog niet de hoogte van overeenkomstige, voorzieningen, die in Nederland bestaan, maar mensen die al enige jaren bij ons werken en die na tuurlijk nog regelmatig bericht krijgen van hun vrienden en familie uit Holland, vinden toch dat zij het in Zuid-Afrika cp het ogenblik zéér goed hebben. Indien iemand - om een voorbeeld te noemen - ziek wordt of binnen of buiten het be drijf een ongeval krijgt, dan ontvangt hij 26 weken lang 70 °/o van zijn totaal weekinkomen uitgekeerd. Daar betaalt 't bedrijf een gedeelte aan mee en met de hoge inkomens en de bestaande spaar mogelijkheid vormt dat naar mijn gevoel een zeer redelijke dekking bij ziekte en ongeval. Ons eigen bedrijf heeft daaren boven bij een particuliere maatschappij nog een verzekering afgesloten voor vergoeding van dokterskosten in geval van ziekte, zowel van de werknemer als van een van de gezinsleden: man, vrouw of kinderen. Daar betalen de werkne mers 2 shilling per week voor (dat is on geveer f 1,en het bedrijf doet daar 2 shilling bij. Dan is de hele familie voor dokterskosten gedekt. Wij hebben in te genstelling tot de meeste bedrijven, ook voor het gehele blanke personeel een pensioenregeling. Daar kan elke arbeider na twee jaar onafgebroken dienst lid van worden. De pensioen-gerechtigde leeftijd is bij ons net als in Nederland 65 jaar, de uitkering is natuurlijk naar rato van het aantal dienstjaren. Arbeidssfeer. Hoe is de sfeer over het algemeen in de Zuidafrikaanse bedrijven? Ook ons bedrijf is wat huidskleur en aard van personeel betreft gemengd van karakter en de Nederlanders passen zich daar bij zonder gauw bij aan. Al na een of twee maanden springen onze Nederlandse werknemers met die „boys", zoals wij die naturellen noemen, om of zij er jaren mee hebben samengewerkt. Het is altijd zo in het leven, dat men zelf behandeld wordt zoals men de mensen behandelt. Wie dus met zo'n „boy" op een pret tige manier omspringt, kan er op reke nen, dat zo'n „boy" op het laatst voor je door het vuur gaat en alles zal doen, ook met de nodige snelheid wat er van hem wordt gevraagd. De vrije tijd Het klimaat in Zuid-Afrika is van dien aard dat er tijdens weekenden - dus de zaterdag en zondag, waarop niet wordt gewerkt - voor ieder voldoende gelegen heid bestaat om zich uit te leven, op welk gebied ook. Er zijn prachtige bos sen, bergen, mooie stranden, schitterende openbare tuinen, grote sportvelden voor alle sport. Tijdens de weekenden doen wij daarom niets voor het personeel, maar wel hebben wij ongeveer 4 maal per jaar de z.g. contact-avonden om de personeelsleden de gelegenheid te geven elkaar wat nader te leren kennen. Speciaal voor de vrouwen is dat be langrijk. Zoals ik al zei, is de vrouw een belangrijk lid in het emigrantengezin en het is dikwijls zo, ook in Nederland, dat de vrouw niet weet waar de man 's morgens naar toe gaat. Ze kent dan al leen de naam van de zaak waar hij werkt, maar wat haar man doet, dat weet ze eigenlijk niet eens. Daarom zijn wij op het idee van de zg. contactavon den gekomen, waar ik dan een praatje houd over geboekte orders en afgelever de werken, mededeling doe van tevre- aenheidsbetuigingen van klanten, en zo in het algemeen de mensen een indruk geef van hetgeen er in de fabriek in het algemeen omgaat. Er worden dan verder wat films vertoond uit Nederland, uit Zuid-Afrika, films over Krugers Wild- tuin en bovendien hebben wij sinds een jaar een zg Kerstfeestfonds. De gelden voor de Kerstfeesten, worden op die con- lactavonden bijeengebracht. De dames worden verzocht gratis koekjes, cakes en taarten te bakken, die dan op die avond bij de thee worden verkocht of op Amerikaanse manier worden verloot. De baten hiervan vloeien in de kas voor het „Christmasfund", zoals wij dat noe men en daar worden dan elk jaar voor de kinderen van blanken en gekleurden cadeautjes van gekocht voor het Kerst feest. Dat hebben we vorig jaar voor het eerst gedaan en het is een alleraardigst succes geworden. Mijn eigen ervaring. Ik zelf ben begin 1950 met mijn gezin geemigreerd. Uitgegaan als technisch di recteur ben ik twee jaar geleden tot al- 55. Je f Aluin had met behulp van de ijsbreker de open zee weten te bereiken en stond aan dek zich te verkneukelen van plezier. Opeens werd zijn oor ge troffen door een hevig gedruis. „Hm," mompelde hij in zichzelf, „zeker gapende ijsberen!" en hij wendde zich om, ten einde het toneel in ogenschouw te ne men. Doch wie zou zijn woede kunnen beschrijven, toen hij inplaats van gapen de ijsberen de „Brul" zag, die zich met reuze-vaart een weg baande over de dik besneeuwde ijsvlakte?! Hij slaakte een serie rauwe kreten en zonk toen uitgeput van kwaadheid op het dek neer. „Ug, ug, ug" gorgelde hij, „was ik maar een nette kok geworden zoals mijn vader altijd wilde Bloobeest dacht er echter anders over; want toen hij na lang nadenken tot de conclusie kwam, dat hij verkeerd stond, gehoorzaamde de zwaartekracht hem weer en plofte hij met een zware dreun op de vloer van de kombuis. De borstel brak gelukkig zijn val, terwijl 't emmer tje met vet sopwater over zijn bolle hoofd kieperde. „Ik had dus tóch gelijk!" prevelde hij bellenblazend. „Ik stond verkeerd! Dat is me nog nooit gebeurd! Altijd wist ik mijn juiste plaats op de wereld!" Boven zijn natte hoofd, op het dek, krabbelden de kapitein en Pepito moei zaam overeind en strompelden duizelig naar de railing. Maar tot hun stomme verbazing zagen ze niets anders dan een snel voorbijschietende sneeuwmuur! Ik heb een bril nodig!" zei kapitein Drup pel, terwijl hij naarstig in zijn ogen wreef. „Ik zie alles spierwit!" „Nee, nee kapitein!" haastte Pepito zich de kapitein gerust te stellen. „De Brul" boort zich door de snee...." Maar ver der kwam hij niet! Met een sierlijke duik, dook de „Brul" naar beneden en kwam met een grote plons in zee terecht. gemeen directeur benoemd. Ik ben Delfts ingenieur, maar Zuid-Afrika heeft voor ingenieurs zijn eigen opleiding aan ver schillende universiteiten zoals Kaapstad en Johannesburg en Witwatersrand. Deze universiteiten erkennen onze Europese titels niet, alleen de ingenieurs uit Enge land worden erkend. Zuid-Afrika is ech ter nogal Amerikaans georiënteerd en bij een sollicitatie hoeft men nooit zijn di ploma's en cijferlijsten over te leggen. Men praat een beetje en dan wordt er gezegd: „Nou begin nou maar, dan zien we wel wat je waard bent". Dat heeft misschien enig nadeel voor mensen, die erg op diploma's en cijferlijsten staan, maar voor mensen, die van aanpakken weten en die een koel hoofd hebben weer belangrijke voordelen. Daardoor is het mogelijk dat ook iemand met een belang rijk lagere ontwikkeling dan ingenieur, het technisch in Zuid-Afrika zeer ver kan brengen. Delftse Ingenieur Hoewel de Delftse ingenieursgraad dus niet wordt erkend, ziin de mogelijkheden om door te stoten op de maatschappelijke ladder talrijk. Sinds kort is er in Zuid- Afrika een vereniging van Delftse inge nieurs opgericht met ongeveer 200 leden. Hieruit blijkt, dat reeds een behoorlijk aantal Delftse ingenieurs in Zuid-Afrika werkt. Ik heb verschillende vergaderin gen van die vereniging bijgewoond en daardoor weer vele oud-collega's kunnen ontmoeten, die met veel plezier in Zuid- Afrika werken zonder zich op hun inge nieurstitel te laten voorstaan. Allen heb ben zij zeer behoorlijke posities veroverd. BRtNGtN WIJ Dt KJieUUSTÊ D€SSINS LUNTER, Warmoesstraat 12, Den Bit (in een rij voor het loket) Haalt daarom uw plaatsbewijzen voor boot en trein in voorverkoop bij de V.V.V. NEDERLANDSE OLYMPIADE-ZEGELS 1956 Ter gelegenheid van de 16e Olympi sch Spelen zal de Nederlandse Postad ministratie in het tijdvak van 27 augus tus t.m. 6 oktober 1956 een serie van 5 bijzondere postzegels met toeslag uitge ven. Vier van de zegels zijn aan een af zonderlijke tak van sport gewijd, terwijl de vijfde de antieke Olympische spelen in herinnering brengt. De opbrengst van de toeslag komt ten goede aan het Nederlands Olympische Comité en zal worden aangewend tot be strijding van de kosten verbonden aan de uitzending van een Nederlandse af vaardiging naar Melbourne. Dat twee der zegels aan watersporten gewijd zijn, behoeft in een waterrijk land als Nederland geen verwondering te wekken. borden de Nederlandse zeilers wel licht niet zo gevreesd als de legendari sche ...Flying Dutchman", die met zijn spookschip de golven van de wereld zeeën kliefde, ze mogen er zijn en men mag erop rekenen, dat ze straks in Australië zullen proberen hun tegen standers de loef af te steken. Hetzelfde - zij het in mindere mate - geldt voor het Nederlandse waterpolo- team, dat gedurende korte tijd aan de Europese top stond, hoewel het in Hel sinki niet in staat bleek, het Olympische goud te veroveren. De daarop volgende verjonging stelde de trainer voor vele problemen, maar zoals de zaken er nu voorstaan is het nieuwe zevental zeker niet kansloos in de strijd tegen de over het algemeen harder spelende ploegen van andere landen. Uiteraard mocht een zegel gewijd aan de hockeysport in deze serie niet ont breken. Al gedurende vele jaren heeft het Nederlandse hockey zich op een bij zonder hoge post gehandhaafd. Slechts de grootmeesters uit India, konden steeds bewijzen sterker dan de Neder landers te zijn. De resultaten in het af gelopen winterseizoen hebben aange toond, dat het Nederlandse nationale team, ondanks de verjonging die het heeft ondergaan, niet aan kracht heeft ingeboet. Wat de athletiek betreft zal Melbour ne waarschijnlijk geen of slechts een zeer kleine Nederlandse representatie te zien geven. Dat deze tak van sport toch in de serie is vertegenwoordigd, kan gezien worden als de herinnering aan een nabij verleden. Het is immers in dit verband niet mogelijk zonder meer voorbij gaan aan de triomfen, die athletisch derland boekte in 1948, in het LondeJ Wembley-stadion, toen het natuurtaUj Fanny Blankers-Koen, „the flying houa wife", drie olympische titels behaaldel op de 100 en 200 meter hardlopen enf meter horden - en een beslissend as| deel had in de vierde Nederlandse zei die op de 4 x 100 meter estafette. Technische gegevens: De zegels zijn uitgevoerd in t- kleuren offset. De ontwerpen voor waarden 2 -f 3 en 25 -f 8 ct., zijn vaardigd door de heer Jan van Heel 's-Gravenhage, die voor de 5 3 en 5 cent door de heer Harry Disberg 's-Gravenhage en dat voor de 7 5 door de heer P. Wetselaar te Haarlei Tekst en waarde-aanduidingen van 2 3, 5 3, 10 5 en 25 8 verzorgd door de heer Disberg; die de 7 5 cent zijn van de hand van heer Wetselaar. De druk is van Joh. Enschedé en nen, Grafische Inrichting N.V. te Hai lem. De voorstellingen en kleuren zijn: 2 -f 3 ct: zeilscheepje; blauw fond waa in het scheepje in wit is uitgespaard. 5 3 ct: hardloopster; hardloopster een effen geel fond. 7 5 ct: amphora, waarop afgebet -n( hardlopende athleten; de vaas en de, e 611 rand vormende, tekst in rood-bruin en f9 athleten en de waarde-aanduiding zwart. 10 5 ct: hockey-speler; hockey-spe zwart op een effen grijs fond. 25 8 ct: waterpolo-speler; waterpöfv speler zwart op een effen groen fond. De tekst en waarde-aanduidingen v de 2, 5, 10 en 25 ct. zegels zijn of drukt in zwart of wit uitgespaard in sen effen fond. De zegelgrootte is 24.25 31,55 mm. De beeldrechthoek meet: 21 bij 28,55 mm. Kamstanding: 12^ 12 De zegels zullen tot en met 31 decei ter ber 1957 ook in het verkeer met h s buitenland voor de frankering gele tor blijven. IJC Eerste-dag-omslagen Ter gelegenheid van de uitgifte van Olympiade-zegels 1956 zal de postzeg tb handel zoals bij alle bijzondere uitgift z.g. eerste-dag-omslagen uitgeven. De op 27 augustus a.s. aan een lok van een postinrichting afgegeven eerst n dag-omslagen, waarop uitsluitend één meer Olympiadezegels 1956 mogen z geplakt, worden voorzien van een afdr 1 van een bijzonder stempel. BOERDERIJBRANDEN IN MEI In de maand mei 1956 zijn 28 boerd rijbranden voorgekomen, waarbij boerderij totaal werd vernield of zws beschadigd werd Drie van deze brand kwamen voor in Groningen, één Friesland, vier in Drenthe, drie in Ov< ijssel, zes in Gelderland, één in Utree! één in Zuid-Holland, één in Zeeland acht in Noord-Brabant. De directe schade door deze brand aangericht wordt geraamd op 900.901 Zeven van deze branden werden veroo zaakt door het spelen met vuur; tv? door gordijnen in aanraking gekom met brandend gastoestel: drie door sli ting in elektrische installatie (vermoed lijk); twee door blikseminslag; één do defect petroleumtoestel; één door vonk uit schoorsteen van stookhok; één di vonken van elektrische motor; één do controleren van aansluiting van v< nieuwde fles met butaangas met bra dende lucifer; één door onachtzaamhi met vuur, erwijl in negen gevallen oorzaak onbekend bleef. Bij deze branden zijn 16 varkens, stier, één veulen en 406 kippen om| komen. ilc api H DIS de FEUILLETON door TOM LODEWIJK 23. Nu was er een schuwe glimlach op zijn gezicht, nu hij zich voorzichtig neerzette naast haar bed. Hoe gaat 't zo, meisje? Best, zei ze en haar stem was innig tevreden. Alles? vroeg hij. Alles, antwoordde ze, ik heb de tijd gehad, Jan, om es na te denken. Ik ga 't voortaan anders doen. Nee, weersprak hij, niet jij, maar ik. Wij samen, zei ze zacht. Wij samen, herhaalde hij, juist. ja, dat is het, Annelies. We moeten het samen gaan doen. We hebben te veel langs mekaar heenge- leefd. Ik mopperde op jou, jij mopperde op mij, we hadden allebei gelijk en al lebei ongelijk. En dit moest gebeuren.. Ruthje, glimlachte ze, onze lieve kleine schat. Die bracht ons weer tot el kaar en ze heeft mij ook tottot andere mensen gebracht. Ik heb het wel mooi versierd, Jan, zei ze met een ver drietige glimlach, wat ben ik toch een.. Stil, zijn hand wees bevelend terug, geen zelfbeschuldigingen. Ik heb je maar laten tobben. En Annelies, ik moet het je zeggen, die avond had ik al lang thuis kunnen zijn, maar ik ben blijven biljar ten, omdat ik geen zin had. Hier in de bende te komen, glim lachte ze. Troost je maar Jan, d'r was hier geen bende, want ik was lekker met Carel Maes op stap, de hele middag. En de kinderen waren toch uit, naar het MastbosZe sloeg haar ogen neer, haar handen krampten zich ineen. Aha, zei Jan, dus daar lig je nog over te tobben! Nou meisje, troost je maar. Je had gelijk dat je er uittrok, want ik trok er ook tussen uit. Maar al lebei waren we goed mis, weet je. Ik keek naar jou en jij keek naar mij, en we waren vastbesloten te zorgen dat we ieder aan onze trek zouden komen. Maar dat we samen alléén maar hadden te kij ken naar onze kinderen, naar ons gezin, dat kwam niet bij ons op. Nee, Annelies, als er fouten gemaakt zijn, ben ik mins tens zo schuldig als jij. Maar ik wil daar niet over praten. Ik ben veel te blij. Blij? vroeg ze. Ja, blij. Ruthje hebben we weer te rug, en die lieve schat is weer zo fris als een hoentje. En we hebben Jan en Els. En ik heb.... jou. Eerlijk gezegd, geloof ik dat ik nog nooit zo van je ge houden heb als op dit ogenblik. Dan was ik je tóch voor, zei Anne lies en haar ogen begonnen te stralen. Hoezo? Ik wist het al eerder.toen ik je stem hoorde door de telefoon. En nu, Jan Belders, al die mooie praatjes en die liefdesverklaringen, het zet allemaal geen zoden aan de dijk. Als je werkelijk nog een beetje van me houdt, en als je werkelijk wat voor we wilt doen, zorg dan dat ik nóg zo'n kop koffie krijg. Zoals uwe Excellentie beveelt. Jan grinnikte en liep fluitend naar de keuken. En een paar dagen later zaten Jan en wachtmeester Verkaik samen in het bu reau, gebogen over een stuk papier met cijfers. Kijk es meneer, zei Verkaik, dat terrein, dat krijgen we van de gemeente in huur voor een krats. Maar die wippen en schommels en zo'n klimgeschiedenis, en dan de draaimolen natuurlijk, dat kost heel wat. Hoeveel is er nou opgehaald? vroeg Jan. Hier hebt u de lijst, antwoordde Verkaik, en Jan keek naar de lijst van de Speeltuinvereniging „Kindervreugde" en zag zijn eigen tientje staan. Zo, zei hij en hoeveel kom jullie te kort? Nog vijfhonderd gulden, antwoordde Verkaik. Als je nou vóór die tien van mij 'n vijf zet, suggereerde Jan en zijn ogen lachten, ben je d'r dan uit»? Tja, zuchtte Verkaik ongelovig, dan kunnen we meteen beginnen en dan van het voorjaar de boel kant en klaar ope nen. Nou, zei Jan, dat moesten we dan maar doen. Ten eerste vind ik, dat ik jullie wel wat verschuldigd ben, jullie in Maarnveld, voor.toen. Da's onzin, wees Verkaik af, dat was toch gewóón? Zoiets doe je voor me kaar. Jliist daarom. En daarbij moeten de kinderen een speelgelegenheid heb ben, zodat ze minder kans lopen in het Mastbos te verdwalen, vind je niet? Tja, grinnikte Verkaik, dat is nou zoals ze zeggen: als de ene hand de an dere wast, worden ze beide schoon. Mooi, Jan stond tevreden op. Ik zal 'n cheque sturen, want ik heb die vijfhon derd piek niet in m'n zak. Het was voorjaar. Vlaggen wapperden op het terrein bij de Bosweg, waar met grote letters „Kindervreugde" stond bo ven de ingang van de nieuwe speeltuin. Zilverblinkend stonden daar de werktui gen, schoon geel zand in de zandbak. Op de tegels stond de kinderschaar van Maarnveld, allemaal met een ballon in de hand. Jan zocht naar zijn spruiten. Daar stond jonge Jan, een beetje met z'n houding verlegen, want eigenlijk vond hij zich al te groot voor dit grut. Elsje stak uitdagend haar tong naar hem uit, blijk van liefde wist hij grinnekend. En heel aandachtig omhoogkijkend naar d'r ballonnetje, de ogen groot en de zon op haar haren, stond daar Ruthje, trots op haar prachtige witte strik. Hij stootte Annelies aan. Ze ziet ons niet eens, zei hij. Naast hem glimlachte mevrouw Verhaar. Ze is helemaal wég, fluis terde ze. De burgemeester hield een speech, en dankte de goede gevers die dit hadden mogelijk gemaakt. Wachtmeester Ver kaik knipoogde naar Jan. En toen gingen de ballonnen de lucht in. De kinderen juichten en joelden, stormden toen af op de grote houten tafels, waar limonade en vulkoeken wachtten. Nou mevrouw, zei de vrouw van de melkboer tot Annelies, als u schenkt, dan zal ik ronddelen. Vooruit dan maar, antwoordde A gr ïielies en goot in de grote karaf het w ter in de glazen met siroop. Jan stond naast Henk Beeremans, directeur. Moet je onze vrouwen zien, zei Be remans, Bets kan het haast niet de ba !er met die vulkoeken, zie je dat? En Ann lies is in drukke conferentie met vroi Maartense en Verkaik. zeker ge limonade genoeg voor die hele troep. Dan doen ze er maar water bij, Jan, de kraan is geduldig. Van water gKJJ sproken, ze hebben het nou toch dr genoeg. Zouden wij niet even in Het V pen Goed idee, vond Henk, moeten de vrouwen Wel nee, lachte Jan, die hebben veel te druk. Moet je Annelies in ac zien. Ze regeert die hele troep, sart met vrouw Maarense, zie je dat? Nou, zei Henk bewonderend en kroop een plotselinge hartelijkheid in i stem. Want hij wist er alles van en had zijn zorgen gehad om Jan en Annelies. Kerel je mag praten wat wilt, maar je hebt een vrouw met ttf rechterhanden! EINDE

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1956 | | pagina 4