Pimba de negerjongen Gijs de Peur r JAARVERSLAG P.T.V. Over 1956 zijn in totaal aangevoerd 5.458.887 eieren. Daarvoor is uitbetaald 711.675,46. De gemiddelde prijs per honderd eieren bedroeg 13,06. In 1955 was de gemiddelde prijs per honderd eieren 13,22. Het afgelopen jaar dus een opbrengst van 0,16 per honderd eieren minder. De prijzen van het pluim- veevoer waren gemiddeld 1.57Vt per 100 kg hoger dan in 1955. De bedrijfs resultaten voor de pluimveehouders zijn dus minder gunstig dan in het jaar 1955. Tijdens de vorstperiode van februari 1956 liepen de prijzen der eieren ge weldig naar boven. Dit kwam door de geringe aanvoer in het buitenland. Ook daar was de strenge winter van invloed op de productie. In de week van 20 tot 25 februari betaalden wij per kg 3, voor de eieren. Dat was voor de maand februari wel zeer hoog. In de week van 23 tot 28 januari betaalden wij per kg 1,85 uit. Dit was over het afgelopen jaar de laagste uitkering. Wij geven hier onder nog een specificatie van de aan gevoerde eieren van 1956. 5.448.342 stuks kippeëieren. Hiervoor uitbetaald 711.558,68; 10.056 eende eieren 852,11; 439 stuks ganzeëieren 97,52; 50 stuks kalkoene- en pauwe eieren 10,64. Totaal 5.458.887 stuks eieren voor 712.518,95. Af voor in houding van 2de soort 843,49. Over 1955 werden in totaal aange voerd 5.254.419 eieren. Hiervoor is uit betaald 693.153,39. Over 1956 dus een meerdere aanvoer van 204.468. Meer aan geldelijke opbrengst 18.522,07. Uit bo vengenoemde cijfers is te constateren dat 1956 niet alleen wat aanvoer, maar ook wat de uitkering betreft alle voor gaande jaren overtreft. Het was ons ook weer mogelijk om in 1956 belangrijke bedragen boven de weeknotering van de VECE uit te keren. Er werd over 34 we ken boven de weeknotering totaal uit betaald 11.370,12. Over 1955 bedroeg deze extra uitkering 7.656,76. Dit jaar dus een hogere extra uitkering van 3.713,36. Per kg bedroeg deze extra uitkering 0,0355768. Per honderd eie ren 0,208285. Over 1955 was de meer dere uitbetaling per kg 0,0247 of per honderd eieren 0,1482. Over 1956 dus 6 cent per honderd eieren meer. Wellicht dat deze cijfers in de ogen van onze aan voerders zeer gering zijn. Als men dit echter gaat omrekenen over de totale hoeveelheid aangevoerde eieren is het wel zeer belangrijk. Deze extra uitbeta ling was mogelijk omdat wij van de E.V. Alkmaar een winstuitkering van 6000,ontvingen en van de VECE 2372,Totaal dus 8372,Uit eigen middelen is dus aan deze uitkering nog toegevoegd 2998,12. De hoogste aanvoer van eieren ligt in de week van 24 tot 29 september. Er was toen een weekaanvoer van 134.738 stuks. De laagste aanvoer ligt in de week van 23 tot 28 juli, nl. 71.090 stuks. De hoogste geldelijke weekuitkering is in de week van 5 tot 10 november 19.172,87. De laagste opbrengst is in de week van 30 juli tot 4 augustus 9.315,94. Ge middeld is echter over 52 weken uitge keerd een weekbedrag van 13.686,06. Gemiddelde weekaanvoer 104.978 stuks. Van de totale aanvoer werden door de ophaaldienst verzameld 5.389.721 stuks. In het pakhuis werden door aanvoerders gebracht 69.166 stuks. Voor de door de ophaaldienst verza melde eieren werden 20.785 klanten be zocht. Per week komt dit dus gemiddeld op 400 afleveringen. Per aflevering komt dit op 259,3 ei. In het pakhuis was de gemiddelde aflevering per keer 94V2 ei. De plaatselijke verkoop was ook over 1956 zeer belangrijk. In totaal werden aan winkeliers en aan bakkers afgele verd 495.682 stuks. Over 1955 was deze plaatselijke omzet 444.613 stuks. Over 1956 dus een meerdere plaatselijke ver koop van 51.073 stuks. Dit is bijna 1000 eieren per week. De hoogste plaatselijke aflevering is in de week van 6 tot 11 augustus. Er werden toen afgeleverd 28.651 stuks. De laagste plaatselijke af levering is in de week van 2 tot 7 jan. Aflevering in die week was 3991 stuks. Het verbruik van eieren is vanaf 1953 belangrijk toegenomen. Stellen wij als basis voor 1953 100%. In 1954 was dit ten opzichte van 1953 128%; in 1955 !46,2%;in 1956 158,3%. Deze cijfers voor het binnenlands verbruik liggen dus gunstig. Pluimvee. Ook hiervan was de omzet belangrijk hoger dan in 1955. Totale om zet van pluimvee bedroeg 46.048,66. Het vorige jaar was deze omzet 40.000,Dit jaar dus ruim zesduizend gulden meer. We mogen hieruit conclu deren, dat men tevreden is geweest over de opbrengst. In totaal zijn aangevoerd 806 partijen pluimvee, konijnen enz. Door de ophaaldienst werden van deze aangevoerde partijen plm. 600 afgehaald. De rest is in het pakhuis door de kippen houders gebracht. Gemiddeld worden dus door de ophaaldienst voor het afha len van pluimvee wekelijks ook nog 12 partijen afgehaald. Voegen wij deze 12 partijen pluimvee bij de aanvoerders van de eieren dan worden gemiddeld per week met de auto bezocht 412 leveran ciers. Per dag dus gemiddeld 75 klanten. Bedrijfsmiddelen. In 1956 werd de in cns bezit zijnde vrachtwagen ingeruild voor een nieuwe. Er moest worden bij betaald 5400,Nu beschikken wij dus weer over een nieuwe wagen. De kosten van het onderhoud zijn voor een nieuwe wagen belangrijk minder. Ver der werd ook nog aangeschaft een tel machine. Deze kan worden aangesloten op het net van de TEM. Deze machine geeft veel arbeidsbesparing. Hij voldoet dan ook uitstekend. Andere bedrijfsmiddelen zijn hetzelf de gebleven. Deze staan zoals U uit de balans kunt zien zeer laag gewaardeerd. Gebouwen. Hierin kwam geen veran dering. Het kistenpakhuis wordt echter zeer bouwvallig. De hoge kosten van de nieuwbouw weerhouden ons tot het treffen van maatregelen. Personeel. De heer W. van Heerwaar- den is tot het einde van 1956 bij ons werkzaam geweest. Daarna heeft hij ge meend om z'n ontslag te moeten nemen. Dit in verband met zijn leeftijd. In zijn plaats trad zijn zoon S. van Heerwaar- den. Wij hopen met de opvolger op de zelfde prettige wijze samen te werken. Rest mij nog een woord van dank te brengen aan de heer Van Heerwaarden voor de wijze waarop hij steeds de be langen van de P.T.V. met veel ijver en nauwgezetheid heeft behartigd. Óns be stuur heeft op een passende wijze af scheid van hem genomen. Daarbij werd bij monde van de voorzitter dank ge bracht voor al hetgene dat Van Heer- waarden voor de P.T.V. deed. Als blijk van erkentelijkheid werd hem een rust stoel aangeboden. Wij hopen dat hij nog DAMCLUB TEXEL Uitslagen van 1 maart 1957: Jeugd: J. v.d. Bout-P. Bruin 02 J. Vonk-I. Moerbeek 20 W. Laan-J. A. v.d. Slikke 20 M. Stam-H. Verstegen 02 A.: C. Dijker-S. Ros 20 S. Bakker-C. v. Heerwaarden 11 S. v. Heervvaarden-J. Hooijberg 11 B.: A. Vinke-G. Dros 02 Jn. Stam-A. v.d. Slikke 11 C. v.d. Werf-Jo Schoo 02 P. Keijser-J. J. de Beurs 11 C.: Jn. Koorn-F. v. Sambeek 20 J. Wietsma-D. v.d. Werf 02 Texel 2-Oosterend: C. Meedendorp-Jn. Trap S. v. Heerwaarden-K. Burger C. P. Burger-H. Mulder P. W. Kooi-J. G. Vlaming Jb. Koorn-S. Trap R., Zijm-P. Daalder D. v.d. Werf-D. Kuiper C. Vinke-J. Brouwer J. Hillen-C. C. Barhorst J. A. v. Enst-J. Blom 1—1 2—0 0—2 0—2 2—0 0—2 0—2 2—0 1—1 0—2 8—12 Bij de jeugd blijft H. Verstegen de beste kansen houden, hoewel P. Bruin nog de leiding heeft. Veel zal ook af hangen van de partij tussen deze beiden. C. Dijker heeft dan nu de leiding in A. overgenomen, daar hij met gelijk aantal punten als S. van Heerwaarden altijd nog een partij achterstand heeft. S. Ros verloor op gniepige wijze een stuk en daarna de partij. S. van Heerwaarden dwong zwart wel steeds moeilijk spel op, maar moest in een 4 om 4 stand toch ervaren, dat er geen verschil meer was. In B. verloor A. Vinke opnieuw, waar mee hij nu volledig in de degradatie- zóne zit. Hij, G. Dros en C. P. Burger hebben hier nog een zware strijd te voeren. In C. heeft ook Jn. Koorn nog steeds kans op promotie, al zal dit wel theorie blijven. De Oosterenders namen tenslotte nog revanche voor de verloren bekerwed strijd. Buiten het eerste bord verliep het geheel nogal vlot. vele jaren van zijn welverdiende rust zal mogen profiteren. Theo Dijt werd opgevolgd door E. Brücher. Het overige personeel bleef bij het oude. Allen vervulden met ijver en plichtsbetrachting hun taak. Hiervoor komt hun een woord van dank toe. Vergaderingen. Door ons bestuur werd verschillende malen vergaderd. De heer Keijser bezoekt als afgevaardigde van onze P.T.V. steeds de vergaderingen die door het bestuur van de E.V. Alkmaar worden gehouden. Als steeds behartigt hij daar de belangen van onze P.T.V. Leden. De vereniging telt momenteel 564 leden. Het is niet onmogelijk, dat gezien de lage eierenprijzen van de laat ste weken, dat dit ledental iets terug zal lopen. De directeur besluit met een woord van dank aan al degenen, die de P.T.V. in 1956 wederom het vertrouwen hebben geschonken. „Wij geven ook nu weer de verzekering dat als steeds getracht zal worden om U de grootst mogelijke op brengst van de aangevoerde producten te verzekeren". 13. Zou de leeuwin hem volgen? Als hij een meter of vier gezwommen heeft, kijkt hij om. Nee, de leeuwin is rustig gaan liggen. Ze ligt zeker te wachten tot ik terug kom. Zolang jij daar ligt, kom ik niet! Bari blijft wel in de bomen. Dat kan geen kwaad. En ik zwem naar dat eiland, een eindje verderop. Pimba weet niet, dat juist op dat eiland een aantal krokodillen leven. Rustig zwemt hij ver der. Het gaat niet erg vlug, want hij moet tegen een sterke stroom op roeien. Daar word je doodmoe van, denkt Pimba. Dat is nog wat anders dan het vijvertje thuis! Ach, dat vijvertje! Was hij er maar vast! Hoe lang zou 't nog du ren? Uitgeput door het forse zwemmen, grijpt Pimba zich vast aan een boom stronk, om wat uit te rusten. Hij schudt het water uit zijn kroeskop en laat zich even terugdrijven. Niet al te lang, want zo zou hij nooit opschieten. Wat is dat? Er klinkt een merkwaardig geluid over het water en opeens schiet het Pimba te binnen wat het is. TEXELSE HONDEN NAAR DE RAI Op 7 mei zullen zes Texelse rashonden deelnemen aan de „Winter"-tentoon- stelling op de R.A.I. te Amsterdam. Texel wordt daar vertegenwoordigd door 4 Whippets, 1 Saluki (Perzische windhond) en 1 Boxer. TEXELS SCHAPENSTAMBOEK VERGADERDE Natte zomer richtte slachting aan onder schapen Tijdens de woensdagmiddag j.l. in het Landbouwhuis te Alkmaar gehouden al gemene vergadering van het „Texels Schapenstamboek in Noord-Holland" heeft de voorzitter, de heer A. Koopmans te Barsingerhorn, in zijn openingswoord verklaard, dat 1956 voor de schapenhou ders een droevig jaar is geweest als ge volg van de slechte weersomstandighe den. Aldus de Alkmaarse Courant. De heer Koopmans wees in het bijzonder op de leverbotziekte, waaraan talrijke scha pen en lammeren ten offer zijn gevallen. En sneuvelen thans nog steeds tientallen dieren, hetgeen uitzonderlijk jammer is, aangezien de prijzen op een behoorlijk niveau liggen. De voorzitter sprak de hoop uit, dat de wetenschap spoedig een juiste bestrijdingswijze voor de gevrees de leverbotziekte zal vinden. Ook de secretaris, de heer C. Roeper, gewaagde in zijn jaarverslag van de te genslagen, welke de schapenfokkerij heeft ondervonden in het afgelopen jaar. De natte zomer en herfst alsmede de honden hadden naar zijn oordeel een ware slachting aangericht onder de sta pel. Naast deze teleurstellende gang van zaken, kon de heer Roeper echter ook optimistische geluiden laten horen. De exportcijfers waren namelijk niet on gunstig en ook voor 1957 zijn de voor uitzichten goed. Het blijft nog steeds moeilijk om grote aantallen dieren voor de uitvoer aan te kopen. Toch gingen er 200 schapen naar Frankrijk, 50 rammen naar Polen, 63 ooien en lammeren naar België, waaronder de kampioen ram van Texel, terwijl Spanje 17 ooien en rammen kocht. De belangstelling in die landen voor het geregistreerde schaap uit Noord-Holland wordt jaarlijks gro ter. Naar de overige provincies hier te lande werden 259 dieren verkocht. In totaal werden door het secretariaat 837 afstammingsbewijzen uitgeschreven. De prijzen voor de weidelammren en de fokooien lagen hoog, de dieren moes ten meestal als het ware met goud worden betaald. De weiderij bracht dan ook minder op, temeer daar de op brengst in oktober en november bene den de verwachting bleef. Bovendien was de kwaliteit vanwege de natte zo mer en herfst minder goed. Het aantal ingeschreven dieren is vrijwel gelijk gebleven, ook het aantal fokkers heeft weinig verandering onder gaan. Er zijn thans 481 fokkers met 8364 geregistreerde dieren, waarvan 95 op Texel met gemiddeld 37V2 ooi en 386 lokkers op het vasteland van Noord- Holland met gemiddeld 12.8 ooi. Het ge middelde per aangesloten lid van het Texels Schapenstamboek bedraagt 17.7 hetgeen iets minder is dan vorig jaar. Er zijn in totaal 588 rammen in gebruik. De secretaris merkte ten slotte nog op, dat te veel jonge lammeren het leven laten door onoplettendheid van de fok kers. De voorzitter deelde mede, dat de be groting van 1957 een nadelig saldo vertoonde van 625. Dit tekort kon naar de mening van het bestuur gedekt wor den door een gulden te heffen voor elke ramlam die na voorkeuring voor inzen ding naar de fokdag te Den Burg en Alkmaar in aanmerking komt. De ver gadering kon hiermede akkoord gaan. Er werd nog de suggestie gedaan om voortaan voor elk dier een afstammings bewijs af te geven. Met deze suggestie kon het bestuur zich wel verenigen, speciaal ten aanzien van de ramlamme- ren, die op de fokdag komen. Er werd voorts medegedeeld, dat op de rammenmarkten van 1 en 8 oktober te Purmerend, 3 oktober te Schagen en 5 oktober te Hoorn uitsluitend goed gekeurde ramlammeren mogen worden ingezonden. Wegens periodieke aftre ding van de heren M. C. Bakker (Texel) en P. Donker Pzn. (Twisk), werden tot bestuursleden gekozen de heren C. Vee- ger (Texel) en P. Kistemaker (Abbe- kerk). COÖP. WERKTUIGENVERENIGIN Men schrijft ons: Leden en belangstellenden bezo vrijdagavond a.s. allen de jaarverga ring van de Coöp. Werktuigenverenigi Vooral in deze tijd, bij gebrek aan lai arbeiders zijn er nog verschillende gi machines door gezamenlijke exploit rendabel te maken. Onze agenda voor deze avond is r groot, dus een mooie gelegenheid over dit punt eens uitvoerig van dachten te wisselen. Ook zij die bela stelling voor onze vereniging hebl zijn welkom. Bedenk dat leden voor het verrich van werkzaamheden altijd voorgaan de tarieven voor hen belangrijk la liggen. Door toe te treden als lid kun op een gemakkelijke manier Uw bed mechaniseren. (Zie adv.). Z AKENNIEU WS HORLOGERIE LEIJDEKKERS Vrijdagmiddag heeft de heer Leijd kers zijn horlogerie aan de Warme straat geopend. Er is een keurig wink tje gemaakt met een aardige etal; gevuld met alles wat op het gebied de uurwerkhandel maar denkbaar is. Voorts zagen wij een ruimte, waa de zieke uurwerken etc. behandeld k nen worden. Dit werk verricht de h Leijdekkers al zo'n jaar of zestien, w, in het begin van de wereldoorlog is horlogemaker geworden. Voordien hij nl. stuurman op de grote vaart, w ambt door de oorlogshandelingen uit aard niet meer vervuld kon worden, bekwaamde zich allereerst bij een z\ ger, die in dezelfde branche werkza is, later was de heer Leijdekkers hoi gemaker te Amsterdam en Haarlem. Bij de opening was o.a. aanwezig heer M. Bakker, voorzitter van de r Middenstandsvereniging, afd. „Texel" Gaarne wensen wij de heer Leijd kers een succesvolle Texelse carrière t FILMAVOND P. V.D. A. OUDESCHI De filmavond van de P. v.d. A. v rnatig bezocht, wat jammer was, w; het programma was zeer interessant. De heer v.d. Vaart, gew, secr. van P. v.d. A. vertoonde o.a. „Schot te boo; van Herman v.d. Horst, een film over nuttige functie van bladgroen, een jo naai over de luchtvaart, nieuwe ind trieën in Drente en sponsduikers Griekenland, voorts zagen we hoe orkaan ontstaat en de rampzalige volgen daarvan, een filmpje over aantal Polen in Breda, die daar had< gevochten en er zich definitief hebl gevestigd en tenslotte een beeld over walvisvangst. De heer v.d. Vaart zei, dat de P. v.d. deze films met plezier draait om de mi sen een prettige avond te bezorgen, m« daarnaast om ze eens rustig te la luisteren en zich te bezinnen op de dai, lijkse dingen. Maar daarnaast mogen we niet geten, dat de wereld nog vol spanning en moeilijkheden is. Als wij met elk de wereld bewoonbaar willen mak moeten we met onszelf beginnen. All< dan kunnen we erin slagen een hec gemeenschap te vormen, die ook invli kan uitoefenen op de wereldverhoud gen en die in eigen land, waar de re ring voor moeilijke beslissingen sté We hebben boven onze stand geleefd moeten door gezamenlijke inspanning trachten er weer bovenop te komen. De te nemen maatregelen hebben tevredenheid gewekt. Bedenk echter, we in een land leven, waar niet één p tij alleen de weg kan wijzen. Daari zullen er altijd compromissen moe! zijn Bedenk dan, dat het niet de P. A. is, die niet verder wil gaan. Onze gedachten gaan natuurlijk naar buiten onze landsgrenzen, bv. n< Hongarije, waar de drift om in vrijh te leven in bloed is gesmoord, m.i. ech maar tijdelijk. Wij hebben die vrijhi wel, laten we er in goede gezondhi gebruik van maken. Willen wij een wereld van vrede vi werven en handhaven, dan zullen wij allen voor moeten werken in goede hi monie, ook bij ons werk van alle dag. De voorzitster van de P. v.d. A., me J. Koning-Bruin, sloot met een wo( van dank. speciaal voor de heer Vaart, die ondanks zijn drukke bez heden als Gew. secr. van de P. v.d. wethouder van Den Helder en lid Prov. Staten toch nog tijd gevonden h om naar Texel te komen. ZA' Uitc Boe Der O avo bou A W. Bur lezi E laai Sch had voo JOU] wai kw< bee prij niei en dac gez R me; voo zeg nie mei veli eve der ach De aan var larr avo din - o geti syn veli kra wei de gee leic moi wej cor iedi son ver cor lacl te alle de hoe wa Tl l wa zwi de de mu blij Wi; vei bet dee rin cor We onf rig 44 de, vai 1 Te: vei leg ter kal vai tre fin Fa zei hel ph me aa: ko de do< lar gii ka ni< in co: ste th; zé. zit he be tie ze ni to ge he Wi bi. ni di cc tii m door J. G. J. Bax 1. Klant of geen klant, iedereen in het dorp kende Gijs de Peur, die fier op zijn driewieler gezeten, geregeld door de stille straatjes of de mooie lanen van het dorp fietste, om er zijn paling, dun of dik, te slijten. Roepen deed hij niet. Hij had zijn vaste afnemers en nieuwe klanten win nen, daar voelde hij niets voor. Mensen, die geen klant waren en eens een keer trek in paling hadden, moesten zich maar in persoon bij hem vervoegen. Dat was zo Gijs' trots, hij voelde zich geen venter, maar had, zoals hij het zelf uit drukte, „een geregelde bizzenes". Gijs was een klein, maar stevig ke reltje van onbepaalde leeftijd, zo één, die men jaren zag, doch aan wie men niet bemerkte, dat hij ouder werd of veranderde. De enige verandering, die men op on geregelde tijden kon waarnemen en die dan ook wel zeer opviel, was, wanneer hij zijn haar had laten knippen en zijn snor had laten bijsnoeien. Dan was hij plotseling bijna een normale verschij ning geworden, ware het niet, dat zijn eveneens plotseling veel te grote pet in de eerste tijd na zijn „Make up" over z'n oren zakte. Zijn kleine, felle levenslus tige ogen zagen de mensen echter als altijd zo blauw en trouw in het gezicht, dat zij de bijna onherkenbare Gijs enkel maar toegeven konden. „Zo Gijs, heb je je haar weer eens la ten knippen?" waarop dan steeds het antwoord luidde: „Ja, mijn pet ging weer zo knellen!" Menigeen voegde er dan nog vaak aan toe: „Nou, ik moet zeggen, je bent een stuk opgeknapt, hoor!", waarbij Gijs dan maar eens grijnsde en met een knipoogje opmerkte: „Ja, dat heb ik ook al gemorken, de meissies keken tenminste zo naar me". Dat klemmen van zijn pet was overi gens maar een uitvlucht, want zijn pet was beslist niet te klein, integendeel, die was groot genoeg. Van voren zag men op het eerste gezicht alleen maar de klep van zijn pet en een woest, onregel matig harig begroeisel op de plaats, waar anderen een snor plegen te dragen. Niemand had hem ooit zonder pet ge zien; het praatje ging zelfs, dat hij hem in zijn bed ophield. De barbier zou hier over meer hebben kunnen vertellen. Die wist wel, dat Gijs' haar van natuur reeds bijna geheel wit was, hetgeen Gijs echter zo goed mogelijk probeerde te verbergen, want oud wilde hij niet zijn. Zijn eerste officiële bezoek bij de bar bier had overigens een heel andere oor zaak dan het klemmen van zijn pet. Dat zat namelijk zo: eens was Gijs' schuit, waarop hij ongeveer een half uur gaans van het dorp woonde, gezonken en om dat hij toen niet zo gauw wist, waar hij zijn bivak op moest slaan, had hij het voorstel van zijn palingleverancier, om zo lang bij hem in te trekken tot zijn nieuwe schuit klaar zou zijn, aangeno men. Deze helper in de nood, Hoos, een beroepsvisser, die aan een van de wijde plassen een vrij huisje bewoonde, had echter als voorwaarde gesteld, dat Gijs zich eerst een beetje moest laten op knappen, voordat hij bij hem mocht in trekken, wat betekende, dat hij een bad moest nemen en een bezoek bij de barbier moest brengen. Gijs had dit voorstel voorzichtigheids halve eerst een dag in beraad gehouden en waarschijnlijk getracht intussen een andere oplossing te vinden, althans op een goede, later zou blijken, dat het voor Gijs eerder een kwade dag werd, vertrok hij met handdoek en zeep ge wapend, om pas 's avonds terug te keren. Hoos en zijn familie, die hem meerma len ontmoetten, waren bij zijn aankomst echter stomverbaasd, toen zij de veran dering zagen, die zich in zo'n korte tijd aan hem had voltrokken. In plaats van een nuchtere, vertrouwde Gijs de Peur, verscheen daar een lichtelijk aange schoten, maar overigens zindelijk oud mannetje en wanneer als identiteitsstuk niet de ouwe trouwe pet op zijn thans schoon en rose hoofd, waarvan welis waar niet zo heel veel te zien was, had gezeten, was hij vermoedelijk niet eens binnengelaten Eenmaal in de huiska mer werd hij door de gehele familie be wonderd en in een gemakkelijke stoel geplant. „Voor Opa" had moeder Hoos hem nog toegevoegd. Toen Gijs daar nu in al zijn schoonheid zat en een beetje tot zich zelf was gekomen, vroeg Hoos hem met leedvermaak: „En Gijs, hoe voel je je nu wel, daar knapt een mens toch van op, niet?" „Belabberd", was de eerste ontboeze ming van Gijs, om er met een nog van afschuw getuigend gezicht aan toe te voegen: „Dat is de eerste en de laatste keer, dat ze mij in een badhuis hebben gezien. - Al zinkt mijn schuit nog tien keer, dan vraag ik nog liever aan boer Janus, of ik in zijn schuur mag slapen, dan dat ik nog eens onder zo'n sproei- ding ga staan". „Je had ook beter een kuipbad kun nen nemen, Gijs", viel Hoos hem in de rede, „dat neem ik ook altijd". „Ja", zuchtte Gijs, „jij hebt gemakke lijk praten, jij kan zwemmen, maar ik niet. Die juffrouw vroeg wel, of ik ook zo'n bad wou hebben, maar dat was mij te riskant. Toen hebben ze me in een hokkie geplant, met zo'n sproeiding in het midden. Nou, en toen ik eenmaal helemaal uitgekleed was, ben ik daar onder gaan staan. Maar daar deugde niks van, koud is niks voor mij, dus ik draai aan die warme kraan. Komt me daar een ijskouwe straal uit dat ding zetten, zo maar ineens over mijn blote rug. Ik met een sprong er onderuit, maar dat kostte me nog haast een teen, want daar bleef ik mee in het vlondertje ste ken. Toen heb ik voorzichtig die kraan weer dichtgedraaid. Ik kon gelukkig nog net er bij, zonder me nat te maken en dacht toen bij mijn eigen, ze hebben ze ker die kraan verkeerd aangesloten. D'r zit zeker in die kouwe per ongeluk warm water. Maar niks hoor, net zo koud als dat warme water. Daarna heb ik ze maar alle twee open gezet en gewacht, wat er zou gebeuren. Natui lijk heb ik in die tijd een pracht een kou gevat, dat kan je begrijpen, helemaal alleen en bloot in zo'n ster hokkie. Na een poosje heb ik es voorzich gevoeld, hoe het ermee stond en ja, was nu niet zo bar koud meer. Ik h' het eerst met mijn been geprobeerd dat ging nogal. Maar toen ik er w< helemaal onder stond, viel het toch ni mee en was het me toch nog veel koud. Toen zei ik zo tegen me zelf, wi je wat je nou doet, Gijs, draai nou kouwe kraan dicht, dan hebbie kans, die warme kraan toch nog zijn plii doet. En ja, het hielp, het werd lai zaam lekker. Totdat plotseling het ter zeker aan de kook was geraakt, w< daar krijg ik me ineens zo'n gloeien straal op mijn rug, dat ik dacht, dat levend verbrandde. Ik er weer onderuit, maar trap ik i op het stukkie zeep, dat ik in mijn v< bouwereerdheid had laten vallen en sla achterover met mijn hersens op 1 krukkie, waarop ik mijn schoenen sokken had gelaten. Mijn sokken vanz drijfnat. Die kon ik natuurlijk later n meer aankrijgen. Die heb ik nog in m jas zitten, kijk jij es even Marietje, je ze vinden kan". (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1957 | | pagina 4