Pimba
de
negerjongen
Gijs de Peur
r
JAARVERSLAG P.T.V.
Over 1956 zijn in totaal aangevoerd
5.458.887 eieren. Daarvoor is uitbetaald
711.675,46. De gemiddelde prijs per
honderd eieren bedroeg 13,06. In 1955
was de gemiddelde prijs per honderd
eieren 13,22. Het afgelopen jaar dus
een opbrengst van 0,16 per honderd
eieren minder. De prijzen van het pluim-
veevoer waren gemiddeld 1.57Vt per
100 kg hoger dan in 1955. De bedrijfs
resultaten voor de pluimveehouders zijn
dus minder gunstig dan in het jaar 1955.
Tijdens de vorstperiode van februari
1956 liepen de prijzen der eieren ge
weldig naar boven. Dit kwam door de
geringe aanvoer in het buitenland. Ook
daar was de strenge winter van invloed
op de productie. In de week van 20 tot
25 februari betaalden wij per kg 3,
voor de eieren. Dat was voor de maand
februari wel zeer hoog. In de week van
23 tot 28 januari betaalden wij per kg
1,85 uit. Dit was over het afgelopen
jaar de laagste uitkering. Wij geven hier
onder nog een specificatie van de aan
gevoerde eieren van 1956.
5.448.342 stuks kippeëieren. Hiervoor
uitbetaald 711.558,68; 10.056 eende
eieren 852,11; 439 stuks ganzeëieren
97,52; 50 stuks kalkoene- en pauwe
eieren 10,64. Totaal 5.458.887 stuks
eieren voor 712.518,95. Af voor in
houding van 2de soort 843,49.
Over 1955 werden in totaal aange
voerd 5.254.419 eieren. Hiervoor is uit
betaald 693.153,39. Over 1956 dus een
meerdere aanvoer van 204.468. Meer aan
geldelijke opbrengst 18.522,07. Uit bo
vengenoemde cijfers is te constateren
dat 1956 niet alleen wat aanvoer, maar
ook wat de uitkering betreft alle voor
gaande jaren overtreft. Het was ons ook
weer mogelijk om in 1956 belangrijke
bedragen boven de weeknotering van de
VECE uit te keren. Er werd over 34 we
ken boven de weeknotering totaal uit
betaald 11.370,12. Over 1955 bedroeg
deze extra uitkering 7.656,76. Dit jaar
dus een hogere extra uitkering van
3.713,36. Per kg bedroeg deze extra
uitkering 0,0355768. Per honderd eie
ren 0,208285. Over 1955 was de meer
dere uitbetaling per kg 0,0247 of per
honderd eieren 0,1482. Over 1956 dus
6 cent per honderd eieren meer. Wellicht
dat deze cijfers in de ogen van onze aan
voerders zeer gering zijn. Als men dit
echter gaat omrekenen over de totale
hoeveelheid aangevoerde eieren is het
wel zeer belangrijk. Deze extra uitbeta
ling was mogelijk omdat wij van de E.V.
Alkmaar een winstuitkering van
6000,ontvingen en van de VECE
2372,Totaal dus 8372,Uit eigen
middelen is dus aan deze uitkering nog
toegevoegd 2998,12.
De hoogste aanvoer van eieren ligt in
de week van 24 tot 29 september. Er
was toen een weekaanvoer van 134.738
stuks. De laagste aanvoer ligt in de week
van 23 tot 28 juli, nl. 71.090 stuks. De
hoogste geldelijke weekuitkering is in de
week van 5 tot 10 november 19.172,87.
De laagste opbrengst is in de week van
30 juli tot 4 augustus 9.315,94. Ge
middeld is echter over 52 weken uitge
keerd een weekbedrag van 13.686,06.
Gemiddelde weekaanvoer 104.978 stuks.
Van de totale aanvoer werden door de
ophaaldienst verzameld 5.389.721 stuks.
In het pakhuis werden door aanvoerders
gebracht 69.166 stuks.
Voor de door de ophaaldienst verza
melde eieren werden 20.785 klanten be
zocht. Per week komt dit dus gemiddeld
op 400 afleveringen. Per aflevering komt
dit op 259,3 ei. In het pakhuis was de
gemiddelde aflevering per keer 94V2 ei.
De plaatselijke verkoop was ook over
1956 zeer belangrijk. In totaal werden
aan winkeliers en aan bakkers afgele
verd 495.682 stuks. Over 1955 was deze
plaatselijke omzet 444.613 stuks. Over
1956 dus een meerdere plaatselijke ver
koop van 51.073 stuks. Dit is bijna 1000
eieren per week. De hoogste plaatselijke
aflevering is in de week van 6 tot 11
augustus. Er werden toen afgeleverd
28.651 stuks. De laagste plaatselijke af
levering is in de week van 2 tot 7 jan.
Aflevering in die week was 3991 stuks.
Het verbruik van eieren is vanaf 1953
belangrijk toegenomen. Stellen wij als
basis voor 1953 100%. In 1954 was dit
ten opzichte van 1953 128%; in 1955
!46,2%;in 1956 158,3%. Deze cijfers voor
het binnenlands verbruik liggen dus
gunstig.
Pluimvee. Ook hiervan was de omzet
belangrijk hoger dan in 1955. Totale om
zet van pluimvee bedroeg 46.048,66.
Het vorige jaar was deze omzet
40.000,Dit jaar dus ruim zesduizend
gulden meer. We mogen hieruit conclu
deren, dat men tevreden is geweest over
de opbrengst. In totaal zijn aangevoerd
806 partijen pluimvee, konijnen enz.
Door de ophaaldienst werden van deze
aangevoerde partijen plm. 600 afgehaald.
De rest is in het pakhuis door de kippen
houders gebracht. Gemiddeld worden
dus door de ophaaldienst voor het afha
len van pluimvee wekelijks ook nog 12
partijen afgehaald. Voegen wij deze 12
partijen pluimvee bij de aanvoerders
van de eieren dan worden gemiddeld per
week met de auto bezocht 412 leveran
ciers. Per dag dus gemiddeld 75 klanten.
Bedrijfsmiddelen. In 1956 werd de in
cns bezit zijnde vrachtwagen ingeruild
voor een nieuwe. Er moest worden bij
betaald 5400,Nu beschikken wij
dus weer over een nieuwe wagen. De
kosten van het onderhoud zijn voor een
nieuwe wagen belangrijk minder. Ver
der werd ook nog aangeschaft een tel
machine. Deze kan worden aangesloten
op het net van de TEM. Deze machine
geeft veel arbeidsbesparing. Hij voldoet
dan ook uitstekend.
Andere bedrijfsmiddelen zijn hetzelf
de gebleven. Deze staan zoals U uit de
balans kunt zien zeer laag gewaardeerd.
Gebouwen. Hierin kwam geen veran
dering. Het kistenpakhuis wordt echter
zeer bouwvallig. De hoge kosten van de
nieuwbouw weerhouden ons tot het
treffen van maatregelen.
Personeel. De heer W. van Heerwaar-
den is tot het einde van 1956 bij ons
werkzaam geweest. Daarna heeft hij ge
meend om z'n ontslag te moeten nemen.
Dit in verband met zijn leeftijd. In zijn
plaats trad zijn zoon S. van Heerwaar-
den. Wij hopen met de opvolger op de
zelfde prettige wijze samen te werken.
Rest mij nog een woord van dank te
brengen aan de heer Van Heerwaarden
voor de wijze waarop hij steeds de be
langen van de P.T.V. met veel ijver en
nauwgezetheid heeft behartigd. Óns be
stuur heeft op een passende wijze af
scheid van hem genomen. Daarbij werd
bij monde van de voorzitter dank ge
bracht voor al hetgene dat Van Heer-
waarden voor de P.T.V. deed. Als blijk
van erkentelijkheid werd hem een rust
stoel aangeboden. Wij hopen dat hij nog
DAMCLUB TEXEL
Uitslagen van 1 maart 1957:
Jeugd:
J. v.d. Bout-P. Bruin 02
J. Vonk-I. Moerbeek 20
W. Laan-J. A. v.d. Slikke 20
M. Stam-H. Verstegen 02
A.:
C. Dijker-S. Ros 20
S. Bakker-C. v. Heerwaarden 11
S. v. Heervvaarden-J. Hooijberg 11
B.:
A. Vinke-G. Dros 02
Jn. Stam-A. v.d. Slikke 11
C. v.d. Werf-Jo Schoo 02
P. Keijser-J. J. de Beurs 11
C.:
Jn. Koorn-F. v. Sambeek 20
J. Wietsma-D. v.d. Werf 02
Texel 2-Oosterend:
C. Meedendorp-Jn. Trap
S. v. Heerwaarden-K. Burger
C. P. Burger-H. Mulder
P. W. Kooi-J. G. Vlaming
Jb. Koorn-S. Trap
R., Zijm-P. Daalder
D. v.d. Werf-D. Kuiper
C. Vinke-J. Brouwer
J. Hillen-C. C. Barhorst
J. A. v. Enst-J. Blom
1—1
2—0
0—2
0—2
2—0
0—2
0—2
2—0
1—1
0—2
8—12
Bij de jeugd blijft H. Verstegen de
beste kansen houden, hoewel P. Bruin
nog de leiding heeft. Veel zal ook af
hangen van de partij tussen deze beiden.
C. Dijker heeft dan nu de leiding in A.
overgenomen, daar hij met gelijk aantal
punten als S. van Heerwaarden altijd
nog een partij achterstand heeft. S. Ros
verloor op gniepige wijze een stuk en
daarna de partij. S. van Heerwaarden
dwong zwart wel steeds moeilijk spel op,
maar moest in een 4 om 4 stand toch
ervaren, dat er geen verschil meer was.
In B. verloor A. Vinke opnieuw, waar
mee hij nu volledig in de degradatie-
zóne zit. Hij, G. Dros en C. P. Burger
hebben hier nog een zware strijd te
voeren.
In C. heeft ook Jn. Koorn nog steeds
kans op promotie, al zal dit wel theorie
blijven.
De Oosterenders namen tenslotte nog
revanche voor de verloren bekerwed
strijd. Buiten het eerste bord verliep het
geheel nogal vlot.
vele jaren van zijn welverdiende rust
zal mogen profiteren.
Theo Dijt werd opgevolgd door E.
Brücher. Het overige personeel bleef bij
het oude. Allen vervulden met ijver en
plichtsbetrachting hun taak. Hiervoor
komt hun een woord van dank toe.
Vergaderingen. Door ons bestuur werd
verschillende malen vergaderd. De heer
Keijser bezoekt als afgevaardigde van
onze P.T.V. steeds de vergaderingen die
door het bestuur van de E.V. Alkmaar
worden gehouden. Als steeds behartigt
hij daar de belangen van onze P.T.V.
Leden. De vereniging telt momenteel
564 leden. Het is niet onmogelijk, dat
gezien de lage eierenprijzen van de laat
ste weken, dat dit ledental iets terug zal
lopen.
De directeur besluit met een woord
van dank aan al degenen, die de P.T.V.
in 1956 wederom het vertrouwen hebben
geschonken. „Wij geven ook nu weer de
verzekering dat als steeds getracht zal
worden om U de grootst mogelijke op
brengst van de aangevoerde producten
te verzekeren".
13. Zou de leeuwin hem volgen? Als hij
een meter of vier gezwommen heeft,
kijkt hij om. Nee, de leeuwin is rustig
gaan liggen. Ze ligt zeker te wachten tot
ik terug kom. Zolang jij daar ligt, kom
ik niet! Bari blijft wel in de bomen. Dat
kan geen kwaad. En ik zwem naar dat
eiland, een eindje verderop. Pimba weet
niet, dat juist op dat eiland een aantal
krokodillen leven. Rustig zwemt hij ver
der. Het gaat niet erg vlug, want hij
moet tegen een sterke stroom op roeien.
Daar word je doodmoe van, denkt
Pimba. Dat is nog wat anders dan het
vijvertje thuis! Ach, dat vijvertje! Was
hij er maar vast! Hoe lang zou 't nog du
ren? Uitgeput door het forse zwemmen,
grijpt Pimba zich vast aan een boom
stronk, om wat uit te rusten. Hij schudt
het water uit zijn kroeskop en laat zich
even terugdrijven. Niet al te lang, want
zo zou hij nooit opschieten. Wat is dat?
Er klinkt een merkwaardig geluid over
het water en opeens schiet het Pimba te
binnen wat het is.
TEXELSE HONDEN NAAR DE RAI
Op 7 mei zullen zes Texelse rashonden
deelnemen aan de „Winter"-tentoon-
stelling op de R.A.I. te Amsterdam.
Texel wordt daar vertegenwoordigd
door 4 Whippets, 1 Saluki (Perzische
windhond) en 1 Boxer.
TEXELS SCHAPENSTAMBOEK
VERGADERDE
Natte zomer richtte slachting aan onder
schapen
Tijdens de woensdagmiddag j.l. in het
Landbouwhuis te Alkmaar gehouden al
gemene vergadering van het „Texels
Schapenstamboek in Noord-Holland"
heeft de voorzitter, de heer A. Koopmans
te Barsingerhorn, in zijn openingswoord
verklaard, dat 1956 voor de schapenhou
ders een droevig jaar is geweest als ge
volg van de slechte weersomstandighe
den. Aldus de Alkmaarse Courant. De
heer Koopmans wees in het bijzonder op
de leverbotziekte, waaraan talrijke scha
pen en lammeren ten offer zijn gevallen.
En sneuvelen thans nog steeds tientallen
dieren, hetgeen uitzonderlijk jammer is,
aangezien de prijzen op een behoorlijk
niveau liggen. De voorzitter sprak de
hoop uit, dat de wetenschap spoedig een
juiste bestrijdingswijze voor de gevrees
de leverbotziekte zal vinden.
Ook de secretaris, de heer C. Roeper,
gewaagde in zijn jaarverslag van de te
genslagen, welke de schapenfokkerij
heeft ondervonden in het afgelopen
jaar. De natte zomer en herfst alsmede
de honden hadden naar zijn oordeel een
ware slachting aangericht onder de sta
pel. Naast deze teleurstellende gang van
zaken, kon de heer Roeper echter ook
optimistische geluiden laten horen. De
exportcijfers waren namelijk niet on
gunstig en ook voor 1957 zijn de voor
uitzichten goed. Het blijft nog steeds
moeilijk om grote aantallen dieren voor
de uitvoer aan te kopen. Toch gingen er
200 schapen naar Frankrijk, 50 rammen
naar Polen, 63 ooien en lammeren naar
België, waaronder de kampioen ram
van Texel, terwijl Spanje 17 ooien en
rammen kocht. De belangstelling in die
landen voor het geregistreerde schaap
uit Noord-Holland wordt jaarlijks gro
ter. Naar de overige provincies hier te
lande werden 259 dieren verkocht. In
totaal werden door het secretariaat 837
afstammingsbewijzen uitgeschreven.
De prijzen voor de weidelammren en
de fokooien lagen hoog, de dieren moes
ten meestal als het ware met goud
worden betaald. De weiderij bracht dan
ook minder op, temeer daar de op
brengst in oktober en november bene
den de verwachting bleef. Bovendien
was de kwaliteit vanwege de natte zo
mer en herfst minder goed.
Het aantal ingeschreven dieren is
vrijwel gelijk gebleven, ook het aantal
fokkers heeft weinig verandering onder
gaan. Er zijn thans 481 fokkers met
8364 geregistreerde dieren, waarvan 95
op Texel met gemiddeld 37V2 ooi en 386
lokkers op het vasteland van Noord-
Holland met gemiddeld 12.8 ooi. Het ge
middelde per aangesloten lid van het
Texels Schapenstamboek bedraagt 17.7
hetgeen iets minder is dan vorig jaar.
Er zijn in totaal 588 rammen in gebruik.
De secretaris merkte ten slotte nog op,
dat te veel jonge lammeren het leven
laten door onoplettendheid van de fok
kers.
De voorzitter deelde mede, dat de be
groting van 1957 een nadelig saldo
vertoonde van 625. Dit tekort kon naar
de mening van het bestuur gedekt wor
den door een gulden te heffen voor elke
ramlam die na voorkeuring voor inzen
ding naar de fokdag te Den Burg en
Alkmaar in aanmerking komt. De ver
gadering kon hiermede akkoord gaan.
Er werd nog de suggestie gedaan om
voortaan voor elk dier een afstammings
bewijs af te geven. Met deze suggestie
kon het bestuur zich wel verenigen,
speciaal ten aanzien van de ramlamme-
ren, die op de fokdag komen.
Er werd voorts medegedeeld, dat op
de rammenmarkten van 1 en 8 oktober
te Purmerend, 3 oktober te Schagen en
5 oktober te Hoorn uitsluitend goed
gekeurde ramlammeren mogen worden
ingezonden. Wegens periodieke aftre
ding van de heren M. C. Bakker (Texel)
en P. Donker Pzn. (Twisk), werden tot
bestuursleden gekozen de heren C. Vee-
ger (Texel) en P. Kistemaker (Abbe-
kerk).
COÖP. WERKTUIGENVERENIGIN
Men schrijft ons:
Leden en belangstellenden bezo
vrijdagavond a.s. allen de jaarverga
ring van de Coöp. Werktuigenverenigi
Vooral in deze tijd, bij gebrek aan lai
arbeiders zijn er nog verschillende gi
machines door gezamenlijke exploit
rendabel te maken.
Onze agenda voor deze avond is r
groot, dus een mooie gelegenheid
over dit punt eens uitvoerig van
dachten te wisselen. Ook zij die bela
stelling voor onze vereniging hebl
zijn welkom.
Bedenk dat leden voor het verrich
van werkzaamheden altijd voorgaan
de tarieven voor hen belangrijk la
liggen. Door toe te treden als lid kun
op een gemakkelijke manier Uw bed
mechaniseren. (Zie adv.).
Z AKENNIEU WS
HORLOGERIE LEIJDEKKERS
Vrijdagmiddag heeft de heer Leijd
kers zijn horlogerie aan de Warme
straat geopend. Er is een keurig wink
tje gemaakt met een aardige etal;
gevuld met alles wat op het gebied
de uurwerkhandel maar denkbaar is.
Voorts zagen wij een ruimte, waa
de zieke uurwerken etc. behandeld k
nen worden. Dit werk verricht de h
Leijdekkers al zo'n jaar of zestien, w,
in het begin van de wereldoorlog is
horlogemaker geworden. Voordien
hij nl. stuurman op de grote vaart, w
ambt door de oorlogshandelingen uit
aard niet meer vervuld kon worden,
bekwaamde zich allereerst bij een z\
ger, die in dezelfde branche werkza
is, later was de heer Leijdekkers hoi
gemaker te Amsterdam en Haarlem.
Bij de opening was o.a. aanwezig
heer M. Bakker, voorzitter van de r
Middenstandsvereniging, afd. „Texel"
Gaarne wensen wij de heer Leijd
kers een succesvolle Texelse carrière t
FILMAVOND P. V.D. A. OUDESCHI
De filmavond van de P. v.d. A. v
rnatig bezocht, wat jammer was, w;
het programma was zeer interessant.
De heer v.d. Vaart, gew, secr. van
P. v.d. A. vertoonde o.a. „Schot te boo;
van Herman v.d. Horst, een film over
nuttige functie van bladgroen, een jo
naai over de luchtvaart, nieuwe ind
trieën in Drente en sponsduikers
Griekenland, voorts zagen we hoe
orkaan ontstaat en de rampzalige
volgen daarvan, een filmpje over
aantal Polen in Breda, die daar had<
gevochten en er zich definitief hebl
gevestigd en tenslotte een beeld over
walvisvangst.
De heer v.d. Vaart zei, dat de P. v.d.
deze films met plezier draait om de mi
sen een prettige avond te bezorgen, m«
daarnaast om ze eens rustig te la
luisteren en zich te bezinnen op de dai,
lijkse dingen.
Maar daarnaast mogen we niet
geten, dat de wereld nog vol spanning
en moeilijkheden is. Als wij met elk
de wereld bewoonbaar willen mak
moeten we met onszelf beginnen. All<
dan kunnen we erin slagen een hec
gemeenschap te vormen, die ook invli
kan uitoefenen op de wereldverhoud
gen en die in eigen land, waar de re
ring voor moeilijke beslissingen sté
We hebben boven onze stand geleefd
moeten door gezamenlijke inspanning
trachten er weer bovenop te komen.
De te nemen maatregelen hebben
tevredenheid gewekt. Bedenk echter,
we in een land leven, waar niet één p
tij alleen de weg kan wijzen. Daari
zullen er altijd compromissen moe!
zijn Bedenk dan, dat het niet de P.
A. is, die niet verder wil gaan.
Onze gedachten gaan natuurlijk
naar buiten onze landsgrenzen, bv. n<
Hongarije, waar de drift om in vrijh
te leven in bloed is gesmoord, m.i. ech
maar tijdelijk. Wij hebben die vrijhi
wel, laten we er in goede gezondhi
gebruik van maken.
Willen wij een wereld van vrede vi
werven en handhaven, dan zullen wij
allen voor moeten werken in goede hi
monie, ook bij ons werk van alle dag.
De voorzitster van de P. v.d. A., me
J. Koning-Bruin, sloot met een wo(
van dank. speciaal voor de heer
Vaart, die ondanks zijn drukke bez
heden als Gew. secr. van de P. v.d.
wethouder van Den Helder en lid
Prov. Staten toch nog tijd gevonden h
om naar Texel te komen.
ZA'
Uitc
Boe
Der
O
avo
bou
A
W.
Bur
lezi
E
laai
Sch
had
voo
JOU]
wai
kw<
bee
prij
niei
en
dac
gez
R
me;
voo
zeg
nie
mei
veli
eve
der
ach
De
aan
var
larr
avo
din
- o
geti
syn
veli
kra
wei
de
gee
leic
moi
wej
cor
iedi
son
ver
cor
lacl
te
alle
de
hoe
wa
Tl
l
wa
zwi
de
de
mu
blij
Wi;
vei
bet
dee
rin
cor
We
onf
rig
44
de,
vai
1
Te:
vei
leg
ter
kal
vai
tre
fin
Fa
zei
hel
ph
me
aa:
ko
de
do<
lar
gii
ka
ni<
in
co:
ste
th;
zé.
zit
he
be
tie
ze
ni
to
ge
he
Wi
bi.
ni
di
cc
tii
m
door J. G. J. Bax
1. Klant of geen klant, iedereen in het
dorp kende Gijs de Peur, die fier op zijn
driewieler gezeten, geregeld door de
stille straatjes of de mooie lanen van
het dorp fietste, om er zijn paling, dun
of dik, te slijten.
Roepen deed hij niet. Hij had zijn
vaste afnemers en nieuwe klanten win
nen, daar voelde hij niets voor. Mensen,
die geen klant waren en eens een keer
trek in paling hadden, moesten zich
maar in persoon bij hem vervoegen. Dat
was zo Gijs' trots, hij voelde zich geen
venter, maar had, zoals hij het zelf uit
drukte, „een geregelde bizzenes".
Gijs was een klein, maar stevig ke
reltje van onbepaalde leeftijd, zo één,
die men jaren zag, doch aan wie men
niet bemerkte, dat hij ouder werd of
veranderde.
De enige verandering, die men op on
geregelde tijden kon waarnemen en die
dan ook wel zeer opviel, was, wanneer
hij zijn haar had laten knippen en zijn
snor had laten bijsnoeien. Dan was hij
plotseling bijna een normale verschij
ning geworden, ware het niet, dat zijn
eveneens plotseling veel te grote pet in
de eerste tijd na zijn „Make up" over z'n
oren zakte. Zijn kleine, felle levenslus
tige ogen zagen de mensen echter als
altijd zo blauw en trouw in het gezicht,
dat zij de bijna onherkenbare Gijs enkel
maar toegeven konden.
„Zo Gijs, heb je je haar weer eens la
ten knippen?" waarop dan steeds het
antwoord luidde: „Ja, mijn pet ging
weer zo knellen!" Menigeen voegde er
dan nog vaak aan toe: „Nou, ik moet
zeggen, je bent een stuk opgeknapt,
hoor!", waarbij Gijs dan maar eens
grijnsde en met een knipoogje opmerkte:
„Ja, dat heb ik ook al gemorken, de
meissies keken tenminste zo naar me".
Dat klemmen van zijn pet was overi
gens maar een uitvlucht, want zijn pet
was beslist niet te klein, integendeel, die
was groot genoeg. Van voren zag men
op het eerste gezicht alleen maar de
klep van zijn pet en een woest, onregel
matig harig begroeisel op de plaats,
waar anderen een snor plegen te dragen.
Niemand had hem ooit zonder pet ge
zien; het praatje ging zelfs, dat hij hem
in zijn bed ophield. De barbier zou hier
over meer hebben kunnen vertellen. Die
wist wel, dat Gijs' haar van natuur
reeds bijna geheel wit was, hetgeen Gijs
echter zo goed mogelijk probeerde te
verbergen, want oud wilde hij niet zijn.
Zijn eerste officiële bezoek bij de bar
bier had overigens een heel andere oor
zaak dan het klemmen van zijn pet. Dat
zat namelijk zo: eens was Gijs' schuit,
waarop hij ongeveer een half uur gaans
van het dorp woonde, gezonken en om
dat hij toen niet zo gauw wist, waar hij
zijn bivak op moest slaan, had hij het
voorstel van zijn palingleverancier, om
zo lang bij hem in te trekken tot zijn
nieuwe schuit klaar zou zijn, aangeno
men.
Deze helper in de nood, Hoos, een
beroepsvisser, die aan een van de wijde
plassen een vrij huisje bewoonde, had
echter als voorwaarde gesteld, dat Gijs
zich eerst een beetje moest laten op
knappen, voordat hij bij hem mocht in
trekken, wat betekende, dat hij een
bad moest nemen en een bezoek bij de
barbier moest brengen.
Gijs had dit voorstel voorzichtigheids
halve eerst een dag in beraad gehouden
en waarschijnlijk getracht intussen een
andere oplossing te vinden, althans op
een goede, later zou blijken, dat het
voor Gijs eerder een kwade dag werd,
vertrok hij met handdoek en zeep ge
wapend, om pas 's avonds terug te
keren.
Hoos en zijn familie, die hem meerma
len ontmoetten, waren bij zijn aankomst
echter stomverbaasd, toen zij de veran
dering zagen, die zich in zo'n korte tijd
aan hem had voltrokken. In plaats van
een nuchtere, vertrouwde Gijs de Peur,
verscheen daar een lichtelijk aange
schoten, maar overigens zindelijk oud
mannetje en wanneer als identiteitsstuk
niet de ouwe trouwe pet op zijn thans
schoon en rose hoofd, waarvan welis
waar niet zo heel veel te zien was, had
gezeten, was hij vermoedelijk niet eens
binnengelaten Eenmaal in de huiska
mer werd hij door de gehele familie be
wonderd en in een gemakkelijke stoel
geplant. „Voor Opa" had moeder Hoos
hem nog toegevoegd. Toen Gijs daar nu
in al zijn schoonheid zat en een beetje
tot zich zelf was gekomen, vroeg Hoos
hem met leedvermaak: „En Gijs, hoe
voel je je nu wel, daar knapt een mens
toch van op, niet?"
„Belabberd", was de eerste ontboeze
ming van Gijs, om er met een nog van
afschuw getuigend gezicht aan toe te
voegen: „Dat is de eerste en de laatste
keer, dat ze mij in een badhuis hebben
gezien. - Al zinkt mijn schuit nog tien
keer, dan vraag ik nog liever aan boer
Janus, of ik in zijn schuur mag slapen,
dan dat ik nog eens onder zo'n sproei-
ding ga staan".
„Je had ook beter een kuipbad kun
nen nemen, Gijs", viel Hoos hem in de
rede, „dat neem ik ook altijd".
„Ja", zuchtte Gijs, „jij hebt gemakke
lijk praten, jij kan zwemmen, maar ik
niet. Die juffrouw vroeg wel, of ik ook
zo'n bad wou hebben, maar dat was mij
te riskant. Toen hebben ze me in een
hokkie geplant, met zo'n sproeiding in
het midden. Nou, en toen ik eenmaal
helemaal uitgekleed was, ben ik daar
onder gaan staan. Maar daar deugde
niks van, koud is niks voor mij, dus ik
draai aan die warme kraan. Komt me
daar een ijskouwe straal uit dat ding
zetten, zo maar ineens over mijn blote
rug. Ik met een sprong er onderuit, maar
dat kostte me nog haast een teen, want
daar bleef ik mee in het vlondertje ste
ken.
Toen heb ik voorzichtig die kraan
weer dichtgedraaid. Ik kon gelukkig nog
net er bij, zonder me nat te maken en
dacht toen bij mijn eigen, ze hebben ze
ker die kraan verkeerd aangesloten.
D'r zit zeker in die kouwe per ongeluk
warm water. Maar niks hoor, net zo
koud als dat warme water. Daarna heb
ik ze maar alle twee open gezet en
gewacht, wat er zou gebeuren. Natui
lijk heb ik in die tijd een pracht
een kou gevat, dat kan je begrijpen,
helemaal alleen en bloot in zo'n ster
hokkie.
Na een poosje heb ik es voorzich
gevoeld, hoe het ermee stond en ja,
was nu niet zo bar koud meer. Ik h'
het eerst met mijn been geprobeerd
dat ging nogal. Maar toen ik er w<
helemaal onder stond, viel het toch ni
mee en was het me toch nog veel
koud. Toen zei ik zo tegen me zelf, wi
je wat je nou doet, Gijs, draai nou
kouwe kraan dicht, dan hebbie kans,
die warme kraan toch nog zijn plii
doet. En ja, het hielp, het werd lai
zaam lekker. Totdat plotseling het
ter zeker aan de kook was geraakt, w<
daar krijg ik me ineens zo'n gloeien
straal op mijn rug, dat ik dacht, dat
levend verbrandde.
Ik er weer onderuit, maar trap ik i
op het stukkie zeep, dat ik in mijn v<
bouwereerdheid had laten vallen en
sla achterover met mijn hersens op 1
krukkie, waarop ik mijn schoenen
sokken had gelaten. Mijn sokken vanz
drijfnat. Die kon ik natuurlijk later n
meer aankrijgen. Die heb ik nog in m
jas zitten, kijk jij es even Marietje,
je ze vinden kan".
(Wordt vervolgd)