Cjroen '/warL-Jexels in het harL,
Knap op die kale sehnnr met Ceta-Bever Buitenbijts
De geschiedenis van onze
vuurtoren
Buiteocentrum De Sluftervallei werd geopend
ZATERDAG 20 APRIL 1957
71» JAARGANG No. 711#
TEXELSEWCOIIRANT
Uitgave N.V. ,.h. Langeveld de Rooij
Boekhandel - Drukkerij Bibliotheek
Den Burg - Texel - Postbus 11 - Tel. 11
Verschijnt woensdags en zaterdags-
Bank: R damse Bank, Coöp. Boerenl.
Bank- Postgiro 652. - Abonn- pr- 2,25 p.
kwart, -f 20 ct incasso. Adv- 10 ct p. mm
15
edr
opl
165
i e
lo^
:eri
an
'ot;
>04
1<
19
IS
v
uit
set
i
li
86
In de zomer van 1922 fietsten twee
jeugdige vogelliefhebbers van Haarlem
naar Den Helder. Zij staken met de veer
boot „De Dageraad" het Marsdiep over
naar Texel en begaven zich daarna op
weg naar De Cocksdorp, gelegen op de
noordelijke punt van het eiland. Het doel
van de tocht was het reddingboothuisje
bij paal 31, waar een week zou worden
gekampeerd. De jongelui namen echter
de verkeerde weg en kwamen na een
vermoeiende tocht - er stond veel wind
- tegen donker bij de vuurtoren ten
noorden van De Cocksdorp aan.
Enkele bewoners van de zes huisjes
die om de vuurtoren stonden gegroe
peerd, waren erg vriendelijk en raadden
hun aan die avond niet verder te trek
ken. Zo kwam het dat zij vlak onder het
wijd uitstralende licht van de vuurtoren,
hun tent opsloegen. Zo lezen wij in het
blad „Olie" van de Koninklijke/Shell.
Ruim 10 jaar later logeerde een van
deze jongens wederom op Texel, echter
nu in het hoofddorp van het eiland, Den
Burg. Is het wonder dat zijn hart trok
naar de Vuurtoren bij De Cocksdorp7 Op
een mooie zomeravond in 1933 beklom
hij de trappen naar de uitkijkpost en
maakte een praatje met de vuurtoren
wachter. Samen genoten zij van het uit
zicht over zee, waar een enkel schip aan
worpen en in de zomer van 1956 uitge
voerd om de vuurtoren te beveiligen.
Ten oosten van de vuurtoren wordt de
kust aangevallen door het water, dat
z'n snelheid - en daardoor z'n vernielen
de kracht - krijgt door de sterke eb- en
vloedstroom in het Engelsmangat tussen
Texel en Vlieland. In het noorden daar
entegen wordt het water opgezweept
door de wind en richt dan z'n aanvallen
cp de kust.
Beide aanvallen dienen op afzonder
lijke wijze te worden bestreden. In het
oosten heeft men, op de plaats waar dit
het meest nodig was, enige zinkstukken
- grote drijvende vlotten van rijshout ge
maakt - verzwaard met stortsteen laten
zinken om te voorkomen dat de bodem
verder uitschuurt. Bovendien zijn ter
plaatse een tweetal strandhoofden ge
maakt om de stroomsnelheid van het
water langs de kust aldaar te verminde
ren. Indien dit nodig mocht blijken, zul
len verder noordwaarts hiervan nog
meer strandhoofden worden aangelegd.
In het noorden heeft men er op meer
zichtbare wijze werk van gemaakt om
de duinvoet aldaar te beschermen. Over
een lengte van ruim 600 meter is het
vrij steile duintalud uitgevlakt.
Aangezien het onderste gedeelte van
de duinvoetbekleÖing in een ontgraving
ZON, MAAN EN HOOG WATER
De zon komt 21 april op om 5,31 en
gaat onder om 7,47 uur.
Maan: 22 april L.K.; 30 april N.M.
Hoog water ter rede van Oudeschild:
20 apr. 11,52 en 21 apr 0,09 en 12,45;
22 apr. 0,35 en 13,11; 23 apr. 1,28 en
14,17; 24 apr. 2,40 en 15,37; 25 apr. 4,00
en 16,55; 26 apr. 5,16 en 18,02; 27 apr.
6,18 en 18,53.
Aan het strand ongeveer een uur eer
der hoog water
GEVONDEN EN VERLOREN
VOORWERPEN
tot en met 17 april 1957
Gevonden: rode port. met knip; 1 paar
bruin lederen handschoenen; porte
feuille; petrol-kleurige sjaal; groen
bruine want; kilometerteller van een
rijwiel; zijden sjaal met wollen kant;
armband met bloemmotief; blauw grijze
ceintuur; groene port. met inhoud; gele
wollen sjaal; 1 mandje; 1 paar bruine
handschoenen; 10,in rode enveloppe;
kleedje om te borduren; bruine port.
met knip; rode plastic port. met klein
geld; wieldop fiat; rood kinderfietsje
(3-wieler); blauwe rechterwant waarin
br. port.; 4 ringen-armband; en te Oos
terend: bruin gebl. wollen sjaal; doublé
kettinkje; huissleutel („Bruinzeel"; port.
met ca. 2,vier stec-ksleutels.
Verloren: gele gebreide das; 1 paar
grijze handschoenen; blauw jongensjasje;
een bruine tas; zwarte „Waterman"
vulpen; port, met 0,40 (Ooslerendj.
Het bureau is hiervoor dagelijks ge
opend van 16.00 tot 18.00 uur
GRENS HOOGWATFft
op po^NTAL --Bf '56
VUURTOREN
gï"
gu
de horizon te zien was. Het eiland met
z'n duinenrij, waarachter de polders zich
veilig uitstrekken tot aan de dijk aan
de Waddenzee, ademde vrede en rust.
De kerktorens in de dorpen tekenden
zich af als zwarte silhouetten tegen de
donkerblauw wordende avondlucht. Wei
nig konden zij toen vermoeden, dat 12
jaar later de hel ook in dit kleine para
dijs zou losbreken. Dat een strijd op le
ven en dood zou worden gevoerd en dat
beneden hen in de polder de boerderijen
met hun beschuttinggevende daken zou
den branden als fakkels.
In die vreselijke tijd ging ook de vuur
toren ten onder Het hoge bouwsel, dat
stormen had weerstaan, werd in de
laatste dagen van de achter óns liggende
wereldbrand vernield. Z'n kostbare gla
zen en prisma's, die het licht tot stralen
bundelden, werden versplinterd door
granaten. In de muren werden gaten ge
schoten en de trappen en wanden werden
met bloed bevlekt.
Later, in 1948, werd de toren her
bouwd. Een bronzen plaat, aangebracht
bij de ingang, herinnert aan deze ge
schiedenis met de zakelijke woorden:
DEZE LICHTTOREN
OPGERICHT 1863-1864
BIJ BESCHIETING DOOR
DUITSERS VERNIELD 1945
HERBOUWD 1948
In de eerste dagen van dit jaar had
de jongen van 1922, nu ouder en wat
stijver geworden, wederom tot reisdoel:
de vuurtoren bij De Cocksdorp op Texel.
Vergezeld van een goede reisgenoot, die
eveneens van dit mooie eiland houdt,
maakte hij de overtocht van Den Helder
naar Oudeschild met een nieuwe boot,
die de oude vertrouwde naar „De Dage
raad" draagt.
De herbouwde vuurtoren was weder
om in gevaar geweest, nu door de erf
vijand: het water. Wat was het geval?
De vuurtoren was in de 19e eeuw ge
bouwd op het duin, en de duinvoet aan
het strand was toen in het noorden ca.
460 meter van de toren verwijderd. Ook
het strand was destijds vrij breed.
Toen de jongens in 1922 bij de toren
kampeerden, was de duinstrook ter
plaatse echter al ongeveer 140 meter
smaller geworden. In 1956 was de duin
voet in dezelfde lijn gemeten - vakmen
sen spreken dan van „een raai" - nog
slechts 70 meter en de top van het duin
talud was nog maar 50 meter van de
toren verwijderd. Ook het strand was
veel smaller geworden en de gemiddelde
hoogwaterlijn bevond zich angstig dicht-
bij.
Het is duidelijk dat er gevaar bestond
dat tijdens een flinke storm het duin nog j
verder zou afslaan en de toren in de
golven zou verdwijnen. Dit te meer,
daar in 1952 op één plaats niet minder
dan 185 meter afslag van het duin werd
gemeten. De Rijkswaterstaat was echter
op z'n qui vive. Er werden plannen ont-
en beneden de gemiddelde hoogwater
stand moest worden gemaakt, is voor de
uitvoering van het werk een tijdelijke
zanddijk gelegd die het water moest ke
ren. Helaas brak die dijk door - ondanks
de in allerijl aangebrachte versterking
van zandzakken - tijdens de storm van
begin augustus 1956 en het werkterrein
liep onder water. Ook deze tegenslag
werd echter overwonnen en het werk
dat in mei 1956 was begonnen, kwam op
tijd gereed, namelijk op 16 oktober van
hetzelfde jaar.
Het plan van de Rijkswaterstaat voor
ziet bovendien nog in een verdere ver
dediging van de kust daar men zo nodig
de duinvoetbekleding in westelijke rich
ting kan verlengen en - al naar behoefte
- ten westen daarvan strandhoofden kan
aanleggen. Dat deze bescherming van de
kust enorme kosten met zich medebrengt,
zal wel geen verdere uitleg behoeven.
Het rijzenbed met de daarover aange
brachte stortsteen is geheel met zand
bedekt; zo nu en dan is een klein ge
deelte van de strook koperslak-keien
zichtbaar. Het zand is namelijk steeds in
beweging. Daarom worden ook door de
Rijkswaterstaat dagelijks peilingen ver
richt. De hierbij verkregen gegevens zul
len, na bestudering, de verdere uitvoe
ring van de genoemde plannen en het
tempo hiervan bepalen.
De vuurtoren staat nu veilig als voor
heen op het hoge duin. Drie van de zes
tijdens de Duitse bezetting afgebroken
huisjes werden bij de toren herbouwd.
Hier wonen de opzichter van de plaatse
lijke kustwacht en twee van de vuurto
renwachters met hun gezinnen. De an
dere twee wachters wonen in De Cocks-
corp, dat ruim drie kilometer verder
landwaarts ligt.
's Avonds schaart het licht van Texel
zich in de rij van vuurtorenlichten langs
onze kust. Rusteloos werpen zij in de
donkere nacht hun lichtbundels ver over
zee en land, de zeeman tot steun en ons
op het land tot vreugde.
BURGERLIJKE STAND VAN TEXEL
van 12 tot en met 17 april 1957
Geboren: Karin Ingrid, dv Rienk
Gaasbeek en Wilhelmina Moor; Jan
Jacob, zv Gerardus J. Bakker en Janna
Wiegers; George Anthony, zv Jacob P.
Eelman en Jacoba E. Schoorl.'
Ondertrouwd: Frederik Eijk en Aartje
Bonte.
CONSULTATIEBUREAU VOOR
ZUIGELINGEN
Woensdag 24 april consultatiebureau
De moeders worden verwacht:
De Cocksdorp 1,45 uur; Oosterend 2,15
uur; Oudeschild 2,45 uur; Den Hoorn
3,15 uur; De Koog 3,45 uur. De moeders
van Den Burg worden verwacht van 4
tot 5 uur.
BALDADIGE JEUGD VERNIELDE
RUITEN
Er zijn dezer dagen niet minder dan
acht ruiten vernield van de in aanbouw
zijnde zomerhuisjes te De Koog. De po
litie heeft reeds enige jeugdige personen
aan de tand gevoeld en proces-verbaal
opgemaakt.
BEMALINGSGEBOUW VOOR DE
PRINS HENDRIKPOLDER
Door de plaatselijke commissie voor de
ruilverkaveling op Texel wordt op vrij
dagmorgen 3 mei in hotel „De Linde
boom" te Den Burg de openbare aanbe
steding gehouden voor het bouwen van
een bemalingsgebouw ten behoeve van
de Prins Hendrikpolder.
HUUR HOUTRIJKE WONINGEN
Naar wij vernemen hebben burgemees
ter en wethouders, behoudens goedkeu
ring van de Minister van Volkshuisves
ting, de huur van de z.g. houtrijke wo
ningen te Den Burg voorlopig bepaald
op 12,65 per week en voor die in de
overige dorpen op 11,50 per week
SCHOOLREIS VAN DE
LANDBOUWSCHOOL
De leerlingen van de landbouwschool
zullen een schoolreis maken van maan
dag 13 tot en met donderdag 16 mei
naar Zuid Limburg. Er wordt overnacht
in de jeugdherbergen te Vaals en te
Beegden.
TEXEL VERWACHT VELE TOERISTEN
Gedurende het Paasweekend zullen
velen de rol van toerist gaan vervullen.
De dagbladen meldden, dat door het land
een grote stroom van toeristen zal trek
ken en dat zodoende vele bedden be
sproken zijn.
Toen wij donderdagochtend ten kan
tore van de V.V.V. „Texel" omtrent het
te verwachten toeristenbezoek navraag
deden, werd ons medegedeeld, dat de
verwachtingen ook voor ons eiland gun
stig waren: „Op het ogenblik", zo deelde
men ons die dag mede, „blijken reeds
verscheidene hotels, met name te De
Koog, te zijn volgeboekt", terwijl de
weersomstandigheden van het ogenblik
van dien aard waren, dat de VVV
„Texel" de verwachting koesterde, dat
ook vele „late" gasten hun route alsnog
naar Texel zouden nemen.
Op het strand van De Koog zijn in
middels de eerste badhuisjes verschenen,
een bewijs, dat het voorseizoen is begon
nen.
De N.V. TESO wachtten ook weer
drukke dagen, want donderdag kon men
ons mededelen, dat zeer vele auto's een
plaatsje hadden besproken. De belang
stelling voor Texel bleek zo groot, dat
besloten werd voor Goede Vrijdag en
zaterdag al 't beschikbare materiaal in te
schakelen. De boten zullen namelijk
stampvolle autodekken vertonen.
Het uitgebreide qezelschap maakte later op de middaq een wandeling over
het uitgebreide, haai geleqen terreinOp deze toto ziet U van rechts naar links:
burgemeester C. de Koninggemeente-secretaris P- Beemsterboer, mevr. Beem-
sterboer, mevr. De Koning en de heer J- Gulmans, adjudant der Rijkspolitie.
Hier ziet U het moment vastqelegd,
waarop de heer H. WMeijer, directeur
van de N-V- BUKA, ,,De Sluftervallei"
ofticiëel opent-
TOEN DEN HOORN NOG GEEN
STRANDWEG BEZAT
Vanmiddag zal de verbinding van Den
Hoorn met de zee officiéél worden ge
opend. Een historische dag, want deze
weg zal voor Den Hoorn als toeristenoord
van grote betekenis blijken te zijn. Het
moeizaam zwoegen door de duinen kan
tot het verleden behoren
In het Doopsgezinde Jaarboekje van
1932 heeft D. Tomkins een kostelijk ver
slagje geschreven over zijn bezoek aan
Den Hoorn in 1906, in de tijd, dat „Happy
Days" nog een rustige pastorie was, in
de tijd, dat men nog helemaal geen idee
van vreemdelingenverkeer had.
Wij laten hier de schrijver aan het
woord
„Wij gaan uit, het klaphekje tussen de
zodenmuurtjes van de pastorietuin door
en het duin in. Zwemmen in zee na
tuurlijk. Ik schep geen behagen in de
tegenspoeden van mijn medemensen
ik weet niet, of de tegenwoordige bewo
ners van de Hoornse pastorie ooit van
plan zullen zijn, met een zeker optimisme
de tocht naar het zilte nat te aanvaarden
met de bedoeling een bad te nemen en
lekker opgefrist weer thuis te komen.
Zijn het geboren eilanders, dan zullen
zij het zeker niét doen. Zijn het lieden
van de vaste wal, dan voel ik mij ge- I
drongen hun hier inzage te geven van j
een beknopte handleiding, die ik inder
tijd ten eigen nutte samenstelde om een
tocht dwars door de duinen zo rendabel
mogelijk te maken. I
Mijn raadgevingen, getoetst aan de
praktijk, zijn dan.
1. Tracht niet wijzer te zijn dan de
schapen van het district: ze volgen de
kortste en gemakkelijkste weg, ergo:
kies het „schapenpad".
2. Doe de tocht liever niet als ge geen
beproefde longen en drie verschoningen
minstens hebt.
3 Wees niet zo eigenzinnig om te me
nen, dat ge het droog zult houden als de
passerende inboorling „slorderig weertje"
zegt.
4. Wie amechtig bij een heyvel neervalt
moge bedenken, dat er nog twintig van
dezelfde soort komen; niemand in het
dorp is zo gek, om zonder dringende
noodzaak dwars door de duinen te lopen.
5. Neem geen sigaren mee, want ze
branden over hun gehele lengte in -
koop liever ^en iets te grote, wasechte
pet.
6. Vermijd alles wat afwaaibaar is: ge
ziet het over de duintoppen wegdartelen
en 's avonds zal het vermoedelijk in Rot-
tumeroog zijn.
7. Tracht niet harder te lopen dan een
middelmatig schaap: ze kennen het mars
tempo sinds jaren. En dan nog, na al
deze raadgevingen, na de toch niet ge
ringe prestatie, om zonder kompas steeds
de richting te houden, loodrecht op het
strand in een omgeving, die Euclides
moet hebben gekend om de gelijk- en
gelijkvormigheid te kunnen uitvin
den daar minderen de duinen, het
doel is bereikt, daar breidt zich de ruimte
uit
Thalassa! (De Zee), wil ik juichen,
maar jawel: mijn metgezel wijst op een
grazig dal van onbescheiden afmetingen
en zegt met verheven berusting: „Dit is
nu het Groote Vlak: we zijn ongeveer
op de helft". Hij wil nog doorlopen ook!
„Dus nogeens zoveel rijen duinen op
en af?" steun ik hijgend.
„Iets minder", stelt hij vriendelijk ge
rust.
Een bad in de Noordzee moet duur ge
kocht worden.
Tot zover voorlopig D. Tomkins, die
misschien niet meer in het land der
levenden verkeert en zo ja, jammer ge
noeg de opening van de nieuwe route
naar zee niet bijwoont. Hij zou z'n ogen
uitkijken en constateren, dat tegenwoor
dig een bad in de Noordzee-achter-Den
Hoorn beslist niet duur gekocht behoeft
te worden: je rijdt er in enkele minuten
heen, over de nieuwe straatweg of over
het fietspad.
En vind je de zee te ruw of de tem
peratuur (toch) te laag, wel, dan kun je
heerlijk verpozen in het uitgebreide res
taurant van de heer en mevrouw Coe-
vert, die vandaag wel eens de allereer-
sten konden zijn bij het hijsen van de
vlag. Nee, in 1906 zou het Hoornder
restaurant-aan-zee weinig aftrek hebben
genoten en niemand kreeg het in die tijd
trouwens in zijn hoofd om daar in die
eenzaamheid een paviljoentje neer te
zetten: je kon hoogstens een paar jutters
aantreffen en die zouden het paviljoen
stellig niet met een bezoek gaan vereren:
Ze kauwden liever hun sappige pruim
tabak en gaven aan het duinwater stel
lig de voorkeur boven de Coca Cola van
Gerrit.
Ja, sinds de heer Tomkins over ons
eiland zwierf is er zo het een en ander
veranderd, verbeterd veelal. Neem b.v.
de verbinding tussen de andere dorpen,
met name die tusen Oudeschild en Oos
terend. Over zo'n tocht doet hij het vol
gende uit de doeken:
„We rijden met regen 'naar Oosterend
(vanuit Den Hoorn?). Op een zeer hoge,
smalle dijk met natte, brede sloten aan
weerskanten in de diepte, houdt de
koetsier stil. „Wilt U de zeiltjes open of
dicht hebben?" vraagt hij En als wij
aarzelen: „Als ze open zijn regent U nat,
als ze dicht zijn, hebt U kans van de
dijk af te waaien".
We komen nat aan.
Tegen de avond wordt ons een slaap
vertrek gewezen. Ik kijk onzeker rond,
want het essentiële van een slaapvertrek,
het bed, ontbreekt. De waard wijst veel
betekenend naar de linker bovenhoek
van de kamer. Ik zoek er een hangmat,
maar de geelgeverfde betimmering is
kaal en glad. En dan wordt ons voorge
daan hoe men in dit gezegende land zijn
nachtrust geniet. Klim een ladder op,
open een deur en duik van de bovenste
sport in het duistere diep van een bed
stee.
„Tegen springvloeden", zegt de domi
nee.
De pastorie van Den Hoorn heeft een
andere bestemming gekregen. We keren
er niet meer terug van een fietstocht bij
stormweer naar de Noordpunt van Eier-
land: dóér heb ik me een voorstelling
leren vormen van het land der buitenste
duisternis".
Tot zover Tomkins, die bij een heden
daags bezoek aan de Noordpunt ook wel
het een en ander gewijzigd zou zien.
Maar wél kan het daar even dreigend
spoken als een halve eeuw terug, waar
tussen techniek en natuur nog steeds
geen toenadering valt te bespeuren.