De rijkdom van ons vogeleiland
J
„De Slufter 9 dorado voor de
Texelse vogels
WACHTEN
Gijs de Peur
duurt altijd lang!
,,'t Valt heus niet mee met zo'n vracht
op je fiets, want het pad is veel te rul
geworden", aldus een bejaarde, blauw
gekielde jutter-met-Drees-steun, die het
hooggebergte van Texel - de steile zuid
rand van de Slufter - had beklommen en
eens even stond uit te blazen. „Beneden
heb ik nog meer hout liggen", verduide
lijkte hij en ging weer zakken. Aan zijn
fiets hingen diverse flinke stukken hout,
die een uur tevoren nog ergens langs de
oever van de Noordzee hadden gelegen.
Even later kwam de bejaarde jutter te
rug. Hij torste een kanjei van een plank,
die de roestige fiets stellig als het be
kende laatste loodje zal hebben be
schouwd.
Jutten in de Slufter lijkt ons een
zwaar karwei, maar ja, je hebt mensen,
die het laten liggen van een mooie plank
nog veel erger vinden dan 'm op je nek
te gooien en er een gezicht ver mee weg
te tippelen
Ergens in de verte, aan de rand van
het duin, dat de Sluftervlakte tegen de
Noordzee moet beschermen, ontwaarden
wij twee miertjes, waarvan de kijker ons
vertelde, dat dit geen vogeleierendieven
waren, maar in tegendeel leden van de
vogelwacht. Van vroeg tot laat zijn ze
in functie en dat is maar goed ook, want
steeds meer vogels kiezen de uitgestrekte
Sluftervlakte tot broedterrein. Wij heb
ben nog altijd „Wat vliegt daar", een der
vogelgidsjes, nodig om een waterral van
een dwergstern te onderscheiden, maar
konden zo op het ook wél constateren,
dat daar beneden ons talrijke vogels ver
toefden. Vooral eidereenden. Er bestaat
geen fraaier gekleurde vogel. Overal
bergeenden, overal een hijtje en een
zijtje, die maar zo'n beetje lanterfantten
en eerst tot een bepaald doel kwamen,
toen wij hen op de gevoelige plaats pro
beerden vast te leggen. Wij waren zeker
nog een dertig meter van hen vandaan
toen zij zich reeds in de vuurline waan
den en met een „liever bloojan dan
doojan" de kuiten namen, niet overijld,
maar gestaag, zoals het een wel opge
voede vogel betaamt. Ze tippelden door
de kreken, die regelmatig door de Sluf
ter worden gevoed. Overigens: wij zou
den hen niet achtervolgd hebben: overal
heeft men immers bordjes geplaatst, die
ons duidelijk maken, dat wij daarachter
een gebied vinden, waar de vogels rustig
moeten kunnen broeden. Vroeger stonden
hier geen borden, maar toen de eider
eenden er neerstreken en nesten gingen
bouwen, was bescherming van het ter
rein noodzakelijk geworden. Van die be-
NIEUWE AVONTUREN VAN PIMBA
scherming nu, weten allerlei andere soor
ten vogels een dankbaar profijt te trek
ken. Met name de kluut, die ook dit
voorjaar weer rijkelijk vertegenwoor
digd is. Verder zagen wij er kieviten,
scholeksters en meeuwen. Opeens snorde
een heel koppel grijze vogels voorbij.
Wij meenden, dat het wulpen waren, of
vergisten wij ons? Ze schenen ons name
lijk iets kleiner toe. De lucht was ver
vuld van vogelzang. Geen wonder: de
meimaand is in het land. In mei denk je
aan ontspruitend hout, dat dekking moet
geven aan het vogelnest. In mei denk je
aan bloeiend (Engels) gras en de eerste
(Duitse) toeristen. Het Engelse gras heb
ben wij inderdaad zien bloeien, maar
Duitse toeristen zagen wij niet veel, niet
één.
In „Café De Slufter" ontmoetten wij
slechts twee gasten, die misschien vorig
jaar gelezen hadden, dat Van der Werf
zo'n best bakkie zet. Nee, ze kwamen
niet uit Zeeland, zoals hun al meer was
gevraagd, ze kwamen uit Epe, uit de
Veluwe. Om de Texelse vogels te zien.
Dat kwam dit jaar prachtig uit, want
het was gelukt een vroege vakantie te
Eén van de mannen heeft Bomhas
geslagen
Op zekere morgen was Pimba zonder
Bombas op stap gegaan. Hij moest en
zou het bos eens in; zolang Bombas er
was, was hij er nog niet geweest. De
mannen uit het dorp wilden toch wel
graag, dat Bombas hen hielp bij het
werk en twee van hen gingen naar
Bombas toe om hem te halen. Maar
Bombas ging niet mee. Er kwamen nog
enkele mannen bij en allen probeerden,
met lieve woordjes de olifant te be
wegen, mee te gaan. Toen het niet luk
te, was een van hen zo dom, Bombas te
slaan. De olifant stond op, slaakte een
vervaarlijk gebrul, zodat de mannen
ijlings op de vlucht sloegen. Rustig
maar toch een beetje onheilspellend,
liep Bombas op een der hutten toe.
Hij zette er zijn geweldige kop onder
en in minder dan geen tijd lag de kraal
ondersteboven. Net even te laat kwam
Pimba aanhollen, die het dier tot rust
kon brengen. Ik ga niet meer alleen
weg, dacht Pimba toen. Morgen gaan
we met z'n drieën.
Eenzame wandelaars in Texels grootste
natuurreservaat
reserveren. De man vertelde ons, dat hij
diverse nesten buiten het bewaakte ge
bied had gevonden. Hij straalde, zoals
een filatelist straalt bij het ontdekken
van een gloednieuwe postzegel. Zijn
vrouw kwam ook nog even aan het
woord - dat schijnt internationaal tot de
goede gewoonten te behoren - en ver
telde ons, dat haar man „weg was" van
ae vogels. Zij nam dit zonder mokken,
ja toonde zelfs grote belangstelling voor
onze uiteenzetting. Van het feit, waarom
de vogels juist zo graag op Texel broe
den. Zij volgde ook hierin haar man, zo
als het de vrouw betaamt. Later op de
tocht dachten wij, dat die vrouw even
goed een man getrouwd had kunnen
hebben, die „weg was" van het motor
rijden of „weg was" van de hengelsport.
Ook dan zou zij haar aanpassingsvermo
gen aan de dag gelegd hebben.
Met vogels - zo zagen wij - is dat
anders: soort bij soort en hobbv bij hob
by: er waren er, die het liefst in de bo
men sprongen, er waren er die het liefst
door de modder sopten en er waren er -
zoals de leeuweriken - die het liefst in
het azuur van de voorjaarshemel hingen.
Overigens geloofden wij, dat de vrouw
van de jutter zich best aan de hobby
van haar wederhelft zal weten aan te
passen, want hij, die voor groot geld en
kleine kachelhoutjes zorgt, moet nog
steeds tot het genre „populaire mannen"
behoren.
Deze overpeinzingen geworden U van
af een duintop langs de Slufter, genoemd
naar een kreek, die destijds helemaal
vanuit polder Eierland - toen nog onge
cultiveerd land zonder dijken - verbin
ding tot stand bracht tussen de Noord
zee en de Waddenzee. Nadat ze de Stuif-
dijk hadden aangelegd was het met de
glorie van die Slufterkreek gedaan,
maar erg goed heeft de gekortwiekte
Slufter deze degradatie nooit kunnen
slikken en keer op keer toont zij nog
haar oerkracht: nu eens door het weg-
FEUILLETON
door J. G. J. Bax
25. Gijs dacht aan Rinus. Zo'n stomme
ezel, dan verdiende hij ook niet beter,
als hij ze ook voor zijn neus liet wegka
pen. Daar zou hij hem voor onder han
den nemen! Manetje dacht met zorg aan
de toekomst; als Jakob nu maar flink
was en zijn woord hield, zij zocht dan
wel een betrekking totdat alles zou zijn
geregeld. Zij zou in elk geval standvastig
blijven en niet toegeven. Het eerst ver
brak het meisje de stilte: „Kom, ik zal
maar eens beginnen, daar ben ik tenslotte
voor gekomen", „Bestig, dan ga ik maar
zolang buiten zitten, dan loop ik tenmin
ste niet in de weg".
Toen Marietje de boel aan kant had,
nam zij afscheid van Gijs, die haar nog
eens vroeg voorlopig niets te ondernemen
en geen gekke dingen te doen, wat zij
hem tenslotte beloofde. Toen het meisje
weg was, liep Gijs in gedachten verdiept
heen en weer. Hij voelde dat het zijn
plicht was iets te doen cm verder onheil
te voorkomen. Een ogenblik stond hij
stil voor zijn goudvissen, als zocht hij
een oplossing bij de schele of de dooie.
Met Hoos praten? Nee, dat had geen zin,
daar viel niet mee te praten. Het be
roerdste was, dat Hoos nuchter was, toen
hij zijn dochter de deur had gewezen,
dan was het zeker menens. Wat dan,
met Jacob? Die kon hij niet goed zetten
en hem liet hij er als 't enigszins kon
voorlopig liever buiten. Met vrouw Hoos.
I U
De duinen en bossen zijn een kostelijk,
niet genoeg te waarderen bezit van
Texel, een bezit dat de bewondering ge
niet, en verdient, van de gasten doch óók
recht heelt op him zorg. De bordjes „Ver
boden Toegang" zijn gelukkig niet tal
rijk in deze prachtige terreinen. Waaróm
ze er niettemin zijn (en helaas: moeten
zijn), vertelt ons in het onderstaande
artikel de heer M. Mantje, bosbouwkun
dig ambtenaar op Texel, in „Voor Vrien
den van Texel" aan wiens toezicht de
bossen en duinen zijn toevertrouwd. Zijn
beschouwing bevelen wij gaarne in de
aandacht van onze tegenwoordige gasten
aan.
Reeds vaak is de schoonheid, de rust
en de vrijheid van ons eiland bezongen.
Het is goed, eens onder ogen te zien,
waaruit deze vrijheid bestaat en op wel
ke wijze wij daarvan kunnen en behoren
te gemeten. Eerst moeten we dan echter
v/eten, waar de voornaamste recreatie
gebieden liggen. Hoewel Texel als ge
heel een schoonheid biedt, die haar
weerga niet heeft en men urenlang kan
genieten van de wonderschone panora
ma's, bijvoorbeeld vanaf de dijk aan de
Oostzijde langs de Waddenzee, of van
het prachtig glooiende landschap, door
sneden met tuinwallen en gestoffeerd
met schapen en lammeren, waarboven
prachtige luchten het geheel vervolma
ken, zijn het toch in de eerste plaats de
duinen en bossen aan de Westzijde van
het eiland, waar men ongestoord kan
dwalen zonder vrees te moeten hebben,
iemands eigendomsrechten aan te tas
ten. Want deze duinen en bossen zijn
eigendom van de Staat, dus van ons alle
maal, van U en van mij. Daar lopen we
op eigen grond en genieten van een
schoonheid, waarvan we niet wisten, dat
we die bezaten. Het beheer van die ter
reinen is opgedragen aan het Staatsbos
beheer, dat namens ons allen handelt als
eigenaar en naar besté weten en inzicht
datgene doet, dat het beste geacht moet
worden voor het behoud van ons aller
eigendom.
Die eigendom bestaat niet alleen uit de
grond waarop we lopen, het zand dat
schitterend wit ligt te blinken en waarin
ae wind vaak grillige stuifgaten heeft
gevormd van een romantische aantrek
kelijkheid. Nee, de rijkdom van ons aller
bezit wordt gevormd door de schepping
van deze duingrond, de wondere wereld
van grote en kleine planten, van het
nietige mosje tot het vlijmscherpe gali-
gaan en de grillig verwaaide vlieren.
Wat een weelde, zich hierin te kunnen
verdiepen en steeds maar weer nieuwe
dingen te ontdekken. We zien de vlier
bloeien, we genieten van het duinroosje
en staan verrast van het felle geel van de
muurpeper. Ons ontdekkersinstinct is
dan ontwaakt en we willen méér vinden,
méér weten. Na jaren zullen we ontdek
ken, dat er geen einde komt, dat deze
schepping te veelomvattend is, om in één
mensenleven te leren kennen en we zul
len stil worden en nog intenser genieten.
Daarnaast zijn er de door mensenhand
gevormde bossen. Het is goed, hier in te
dwalen of te spelen met de kinderen op
de brede, vaak met gras begroeide paden.
We ontdekken dan, welk een rust er uit
gaat van dit stille grote bos. Een rust,
die we nodig hebben in ons jachtig be
staan ergens in de wereld, die hier ver
„De Geul'j waar reigers, w eide- en roofvogels broeden
slaan van een kunstmatig duin, dan
weer door nieuw gebied in te palmen
en naar de heer C. van der Werf ons
meedeelde, moet de Slufter de afgelopen
wintermaanden opnieuw een heel stuk
noordwaarts geschoven zijn.
IIALVE EEUW GELEDEN
Met genoegen denken wij nog terug
aan het arresleefestijn, afgelopen winter
gehouden. Er waren veel meer arren dan
menigeen had verwacht. Overigens wil
dat niet zeggen, dat je arren te kust en te
keur kon bemachtigen.
In 1906 kon dat nog wel, want in de
Texelaar van 30 december 1906 lezen wij
twee advertenties inzake de aanbieding
van arren:
Te koop een ar met belletuig bij P. S.
Keijser, Burg.
En verder: Te koop een zo goed als
nieuwe arreslee. C. J. Bakker, Burg.
van ons schijnt en die nu onwezenlijk en
dwaas aandoet.
Boven dit dorado van bos en duin zwe
ven de vogels in tal van soorten en in
velerlei kledij. Veel van deze gevederde
vrienden hebben hun nest in de duinen.
De soorten, die van gezelligheid houden,
broeden in kolonies, andere eenzaam ver
scholen ergens in het uitgestrekte duin
gebied of op de weilanden, ja zelfs op 't
strand.
De vogels vormen wel het meest kwets
bare onderdeel van de levensgemeen
schap in ons recreatiegebied. Ze zijn
schuw van aard en keren vaak niet terug
op hun nest, wanneer ze er onverwacht
van worden opgeschrikt. Opgejaagd
door een mens, die buiten de betreden
paden dwaalde of door een hond die uit-
gelaten rond zijn baas rent, op zijn ma
nier genietend van een ongekende vrij-
i heid.
Wij, die met verstand zijn gezegend,
moeten weten, dat we van begin maart
tot begin juli onze hond in duin en bos,
op veld en hei aan de lijn moeten houden.
Op het strand kan hij ravotten zoveel hij
I wilj maar verder willen we toch ons aller
bezit sparen en de vogels de rust gunnen,
die zij nodig hebben voor hun voortbe
staan.
Enkele gebieden, waar grote concen
traties van broedende vogels voorkomen,
zoals „De Geul" met haar reigers, weide
en roofvogels, „De Westerduinen" met
haar zilvermeeuwen, „De Muy" met de
bekende lepelaarskolonie en „De Krim"
met de eidereenden en kluten, zijn gedu
rende het broedseizoen afgesloten voor
het publiek. Om deze gebieden zien we
dan de zo gehate bordjes „Verboden
toegang". Ze zijn geplaatst om de vogels
tegen onszelf te beschermen.
Laten we niet boos worden, wanneer
we die bordjes zien, maar eerder be
schaamd. Beschaamd, omdat het nodig is
de vogelwereld te beschermen tegen één
individu: de mens. Alle andere schepse
len mogen vrij voorbij deze afpaling, al
leen wij niet, omdat we zo schadelijk
kunnen zijn. Laten we niet proberen,
toch op eigen gelegenheid deze terreinen
te doorkruisen. We zullen slechts ont
dekken, dat de vogelwachters onverbid
delijk zijn en ons beleefd doch zonder
pardon een bekeuring zullen geven. Ge
lukkig kunnen we echter allen een ver
gunning krijgen om de vogelterreinen te
bezoeken. We behoeven slechts een af
spraak te maken met de Bosbouwkundig
ambtenaar te De Koog. Daarna zullen
dezelfde vogelwachters ons met liefde en
enthousiasme meenemen door hun gebie
den en ons meer laten zien, dat wij zelf
ooit zouden kunnen ontdekken. Na deze
ervaring bezien we de bordjes „Verboden
toegang" anders en zullen we dankbaar
zijn, dat er zo goed gezorgd wordt voor
dit onbetaalbaar rijke bezit. We zullen
ons er niet beknot door gevoelen, want
er blijven immers nog honderden hecta
ren vrije duinen over. En dank zij de
verkregen voorlichting zullen we in
deze vrije duinen, in de bossen en over
het gehele eiland méér genieten, omdat
velen van ons nu hebben leren zien. We
Daar zou hij ook niet veel verder mee
komen; een best wijf, maar veel te
schuchter om aan de kwestie iets te kun
nen veranderen. Rinus dan? Ja, natuur
lijk Rinus, die moest hij op de hoogte
brengen, die moest dan maar eens to
nen, dat hij een kerel was en dat hij
werkelijk van Marietje hield. Als hij nog
een jonge vent was, zou hij wel weten
wat hem te doen stond. Hoe laat was
het nu, effen over vijven, mooi, dan kon
hij hem net treffen als ie van de tuin
kwam.
„Hei, Rinus, stop eens effen!" riep Gijs
de jongen toe. Hij had hem bij de hol
naar de brug opgewacht en Rinus stapte
af. „Zo, Gijs, wat is er?" „Ik heb je op
gewacht, Rinus, ik had je graag effen
gesproken". „Dat kan, maar wat doe je
ernstig man, dat ben ik helemaal niet
van je gewend. Loop je zover met mij
op, want ik rammel van de honger".
„Ja, als je het goed vindt, ga ik effen met
je mee". „Best Gijs, eet dan gelijk een
boterhammetje mee, je had toch beloofd
nog eens langs te komen en je weet,
Moeder is blij als ze je weer eens ziet.
„Maar wat is er aan het handje, zijn er
zwarigheden?"
Zij waren nu bij Hoos gekomen. Gijs
probeerde door de raampjes te zien of
hij Marietje kon ontdekken, maar omdat
het binnen donker was kon hij niets on
derscheiden. Ook op het erf was niemand
te zien. Rinus, die zijn zoekende blikken
bemerkte vroeg verbaasd: „Wat loop je te
spinsen, Gijs, zoek je iemand? Je lijkt wel
een detective!" „Ja, ik keek eigenlijk of
ik Marietje zag". „Marietje zag?" vroeg
Rinus verwonderd. „Als je haar hebben
moet, kun je toch wel binnen gaan en
naar haar vragen!" „Nee, ik wou alleen
maar weten of ze thuis Was". „Wat doe
je toch geheimzinnig, Gijs, ik snap er
niks van". „Nee, ik zal het je straks wel
uitleggen".
Omdat Vrouw de Regt, de moeder van
Rinus, een bescheiden vrouwtje, dat al-
ieen maar voor haar zoon leefde, zo aan
gedrongen had, was Gijs een boterham
blijven eten. Nieuwsgierig om te weten
wat hij op zijn hart had, had Rinus hem
direct na het eten uitgenodigd nu toch
eens naar zijn tuin te komen kijken, dat
had hij al zo dikwijls beloofd. Nadat hij
hem aldus naar buiten had getroond,
keek hij hem in afwachting aan. „Ik zal
het je maar ineens zeggen, Marietje wil
het huis uit!" „Het huis uit waarom?"
was Rinus' eerste vraag. „Ruzie met Hoos
vanwege Jacob", antwoordde Gijs, die 't
kort wilde maken. „Daar snap ik niks
van, wil zij er zelf uit?" „Ja en nee, als
ze Jacob niet laat lopen moet ze er van
Hoos uit, maar er is vanmiddag zo'n
ruzie geweest, dat ze gezegd moet heb
ben, dat ze uit eigen beweging wel weg
zou gaan". „Hoe weet je dat?" „Ze is
vanmiddag bij me geweest en heeft 't mij
verteld". Langzaam liepen zij door Rinus'
proeftuin, langs de keurige groentebed
den, waar overal bordjes stonden met
bijzonderheden over zaaitijd, soort, be
mesting en andere dingen, die voor Rinus
bij zijn proeven van belang waren. Rinus
was in nadenken verzonken. Gijs in be
wondering voor wat zorgzame handen
hier in vrije tijd aangelegd en onderhou
den hadden Schuin keek hij naar de
jongen, die zeker twee koppen groter
was. Mot je zo'n grote kwajongen daar
nou zien lopen, nou zit-ie in de put, zou
je hem niet in zijn nek grijpen en hem
met zijn haren naar haar toe slepen?
„Nou, Rinus", stootte hij hem aan, „wat
zeg je er wel van, heb je nou je zin?"
„Hè", schrok Rinus op, „mijn zin?" „Ja,
natuurlijk, als jij een vent was geweest
en een beetje minder aan je tuin had ge
dacht, was het vast zo ver niet gekomen.
Maar nee, Rinus had meer belang bij zijn
kroten hier" en voor een bedje stilstaand
verplettterde hij met zijn voet een van
de keurig in het gelid staande plantjes.
„Het zijn geen kroten, Gijs", kon Rinus
niet nalaten hem te verbeteren. „Niet!"
„Nou, het kan me niet schelen wat het
zijn! viel Gijs woedend uit, kwaad dat
iemand op zo'n moment nog lust had zijn
botanische kennis te luchten. „Het zou
beter geweest zijn als die dingen hier"
en weer sneuvelde een plantje, „kroten
of niet, een beetje minder mooi in het
rijtje stingen en Rinus zich een beetje
meer om wat anders bekommerd had!"
„Toe, Gijs" trachtte Rinus, die er be
dremmeld bijstond hem te bedaren".
„Word nou niet kwaad". „Niet kwaad,
laat me wel kwaad worden, dan wordt
er tenminste eentje kwaad, want het
schijnt jou niet veel te kunnen schelen,
wel?" „Dat weet je wel beter, maar als
zo nou werkelijk van Jacob houdt, wat
moet ik er dan aan doen? Als ze nou het
huis uit wil, omdat Hoos het niet goed
vindt, dan zal ze toch wel wat om Jacob
geven".
zullen in de planten- en dierenwerë
J dingen opmerken waar we altijd
j voorbij zijn gegaan We zullen beseffe
dat we de mooiste vakantie van ons 1
ven doorbrachten op het vogeleilai
Texel.
Moge het echter dan ook zo zijn, d
wc hebben leren beseffen, dat al de
schoonheid en vrijheid slechts bestendij
kan worden wanneer we tonen deze vri
heid waard te zijn.
Moge het woord van onze vorstin o
aller lijfspreuk worden: „Hebt eerbii
voor alles, wat leeft en groeit".
Slechts dan kan Texel blijven wat h
nog is: „Een rijkgezegend eiland,
oase van vrijheid".
CULTURELE RAAD IN 1955 EN 195
Zoals gemeld, heeft de secretaris v£j
óe Culturele Raad een volle pagina g
wijd aan het onderwerp „Sportaccomd
daties":
Het tempo, waarin de achterstand ad
doelmatige sportaccomodaties kan wcr.j;
den ingelopen, verontrust de culture?
raad en is naar zijn mening niet bevoB
derlijk voor een verdere uitbouw van
lichamelijke opvoeding en de sport.
Het gemeentelijk sportveld te I>;
Burg kon in gebruik worden genomejr
Een aanvang werd gemaakt met
verbetering van het sportveld te IH
Hoorn. Hoewel deze verbetering op ze»
veel technische moeilijkheden stuitt
ziet het er naar uit, dat door het aai
brengen van een aantal besproeiing^
installaties op het veld een bevredigen!'
oplossing kan worden verkregen.
Het terrein, bestemd tot ijsbaan
speelweide te Den Burg, kon in de ve
slagperiode worden aangekocht, terw.
de ijsbaan nog voor het jaar 1957 kt
worden gerealiseerd. Voor speelwek
zal het terrein nog een verdere „aankl
ding" behoeven. In dit verband worfe
ook gewezen op de behoefte aan e
„spelvoetbalveldje" voor de jeugd.
In Den Hoorn kon een zeer gunsti
combinatie-mogelijkheid worden vens
zenlijks, n.l. een speelwerklokaal van
kleuterschool, hetwelk tevens kan dien
als gymnastieklokaal voor de Jan Dr
verschool aldaar. Als het mogelijk
blijken deze combinatie ook in andei
dorpen door te voeren, zou dit zon<
twijfel van zeer grote betekenis zijn vi
de lichamelijke ontwikkeling van
schooljeugd.
De openbare scholen in de buitern
pen konden in de verslagperiode wor<
voorzien van volleybalmaterialen, k<
balmaterialen en springstandaards.
materialen werden in de eerste pi
voor schoolgebruik beschikbaar gesti
B. en W. vonden echter goed, dat
volleybalmaterialen ook voor gebn
buiten schoolverband zouden wori
uitgeleend. Doel hiervan was de volle
balsport ook in de buitendorpen te i
troduceren. In de verslagperiode werd
de volleybalmaterialen reeds meerde
keren uitgeleend, al was het gebruik
de verschillende dorpen niet gelijk
(Slot pagina 2]
zu
na
scl
sti
nit
pa
ge
lie
m<
Bc
ve
de
toi
Vc
ov
de
va
m;
nii
ee
op
eif
Gijs deed een paar stappen terug
rustig midden in een keurig bedje pe
staande, waarvan Rinus onwillekeui
ontstelde, keek hij hem meewarig
„Nou zal ik me niet meer kwaad mak
maar ik zou je één ding willen vragi
hou je van Marietje of niet?" „Natui
lijk!" „Mooi, dan moet je zelf nu
weten wat je te doen staat, ik bemoeit*
er verder niet mee" en kalm uit de pe
stappend, liep hij het hoofd schudde
op het huisje toe.
Voor hij hier aangekomen was, hii
Rinus hem staande. „Weet je ook wj
neer ze weg gaat en waar naar tos
„Nee, ik heb je al gezegd dat ik er
der buiten blijf, maar as ik me er i
mee bemoeid had, was ze nou missch
al weg geweest". „Zo maar je kan ft
wel raad geven. Wat kan ik er aan doe
Met Hoos praten? Ik kan toch niet
Jacob gaan?"
„Begin je nou weer! Je zoekt het*?
maar uit, ik heb je in elk geval gewü
schuwd en nou ga ik je Moeder gei
zeggen en dan smeert Gijs hem, salu
(Wordt vervolgd).
cei
ge
rit
jie
da
de
tu
gr
la<
nii
me
afl
ae
be
tig
ge
Ier
Df
zal
be
te*
sh
ga
tie
sl<
wc
be
er
rij
on
ju
(in een rij voor hel loket)
Haalt daarom uw plaatsbewijs
voor boot en trein in voorverko<
bij de V.V.V.
Di
sii
w;
w<
de
de
r.ii
hi
pa
br
la: