„Verdronken Land"
VRIJDAG BRUINVISSEN OP TEXEL?
De heer G. J. de Haan zou vrijdag a.s.
naar Texel terugkeren als deelnemer aan
de bruinvissenjacht in de Deense wate
ren, waar ze de laatste tijd nogal succes
gehad hebben.
Wij hopen, dat dit succes zo volledig
wordt, dat de achter het museum in
gereedheid gebrachte vijver spoedig ge
vuld zal zijn met een aantal levenslustige
bruinvissen, tot leeringh ende vermaeck
van Toerist en Texelaar.
LECTUURVOORZIENING
RODE KRUIS
Van het Lectuurdepót Rode Kruis ont
vingen wij bericht, dat de opbrengst van
het lectuurhuisje in Den Burg in 1957
1025 kg tijdschriften en 50 boeken be
droeg. Wanneer we daarbij bedenken, dat
iedere kg lectuur ongeveer 6 uur ont
spanning aan patiënten geeft, kunnen wij
ons een beeld vormen van het nut van
deze lectuurvoorziening.
Namens de patiënten dan ook hartelijk
dank. In verband met de schoonmaak-
drift, die vele huisvrouwen al weer in
hun vingertoppen voelen kriebelen, wil
len wij U er nog even op attent maken,
dat partijtjes tijdschriften en boeken
gaarnp bij U thuis worden afgehaald
door de colonneleden. Gaarne bericht aan
G. van Beek, Westerweg 20d, Den Burg.
„DE TANTE VAN CHARLEY"
TE DE WAAL
Ook de tweede uitvoering van de
Waalder toneelvereniging ,,'t Amateur
tje", zaterdagavond j.l. werd een succes.
De zaal in het dorpshuis „De Wielewaal"
was nagenoeg geheel bezet. Wanneer de
weersomstandigheden gunstiger waren
geweest, was ook deze avond de zaal on
getwijfeld geheel gevuld geweest. Ver
scheidene Burgenaars hadden het niet
aangedurfd zich op de ongepekelde, dus
spiegelgladde Waalderweg Waalwaarts te
begeven. En terecht. Maar zij hebben
wat gemist.
Meester Albers opende namens de
voorzitter der toneelvereniging, die zelf
met zijn medespelers achter de gordijnen
stond te popelen om te beginnen.
Het toneelstuk ,De Tante van Charley"
is een blijspel, d.w.z. het is een komisch
spel.
Twee studenten, Jack (de heer T. Reij)
en Charley (de heer A. Kager) inviteren
op de kamer van Jack hun vriendinnen
Kitty (mevr. R. du Porto-Kieft) en Aia-
bella (mevr. J. Reij-Schoenmaker). Vol
gens een krantenbericht blijkt, dat de
tante van Charley, Donna Lucia d'Alva-
dorez (mevr. A. Keijser-Zegel) op weg is
van Brazilië naar Europa. Haar neef
Charley verwacht haar derhalve die dag
op bezoek. Men is van plan 's avonds 'n
dinertje te organiseren en men heeft dus
een tafelheer nodig voor Donna Lucia.
Daarvoor wordt een vriend, de student
Will Babberley (de heer K. Splunter) uit
genodigd. Deze laat zich daartoe over
halen en wil zich daarvoor wat omkleden;
zij zal toch liever een waardige dame
als tafelgenote hebben.
Als de vriendinnen arriveren is tante
Lucia nog niet aangekomen. Wat nu?
Jack brengt de oplossing: Will moet
spelen voor de tante van Charley, Donna
Lucia d'Alvadorez. Dit geeft uiteraard
vele komische situaties. De vader van
Jack, de gepensioneerde kolonel Chesney
(de heer W. Sweere) en de voogd van
Arabella, advocaat Spettique (de heer J.
Lok) worden bijv. verliefd op Donna
Lucia (alias Will Babberley).
Nog mooier wordt het, als later de
echte Donna Lucia met haar nichtje
Ellen (mej. R. Eelman) ten tonele ver
schijnt. Zij verbergt aanvankelijk haar
identiteit en legt de verklede Will Bab
berley het vuur na aan de schenen.
Overigens heeft Will Babberley het
wel zwaar te verduren. Terwijl hij zijn
vrienden ziet flirten met hun vriendinnen
mag hij alleen, vermomd als dame, kij
ken naar zijn meisje uit Nice, het nichtje
Ellen.
Vreemde situaties. Toch komt alles na
tuurlijk goed voor elkaar. Advocaat Spet
tique, die de hand van „Donna Lucia"
heeft verkregen, steekt dit niet onder
stoelen of banken. Op een avond bij hem
thuis maakt hij zijn verloving bekend
met „Donna Lucia". Nu moet Jack wel
met de waarheid voor de dag komen. De
arme advocaat ontvlucht zijn huis en de
studenten krijgen toestemming van de
echte Donna Lucia om zich te verloven
met hun respectievelijke vriendinnen. En
Donna Lucia zelf? Zij gaat hertrouwen,
met haar vroegere amour, kolonel
Chesney!
Tussen alles door vervult de huis
knecht van Jack Chesney, Brasset (de
heer J. Verijzer) een goed gespeelde ko
mische rol.
De toneelvereniging ,,'t Amateurtje"
kan tevreden zijn over de behaalde re
sultaten. Van bevoegde zijde mochten we
reeds vernemen, dat het spel op vele
punten heel goed was. Natuurlijk zijn er
ook zwakkere momenten, maar daarvoor
zijn we dan ook amateurs. Het is nu
zaak om de zwakke plekken nader te
bestuderen en te zorgen, dat deze een
volgende keer niet meer, althans minder,
aanwezig zijn.
Het stuk is in eerste instantie inge
studeerd onder leiding van meester Al
bers. Later heeft men de heer G. Witvliet
bereid gevonden, om de puntjes op de i
te zetten, gezien de weinige ervaring, die
meester Albers op dit gebied heeft.
Niet onvermeld mag blijven de steun
en toeverlaat van de spelers en speel
sters op de uitvoeringen: mevr. B. Keij-
ser-Stammes. Zij souffleerde op beide
avonden, een ware opoffering, want zelf
zie je van het stuk niets. Het kapwerk
was in goede handen bij mevr. Beumkes.
Nadat Meester Albers de toneelavond
gesloten had, begon een gezellig bal.
Velen maakten hiervan gebruik. De
muzikale afdeling werd verzorgd door de
dansleraar van het Waalder Dorpshuis,
de heer Craanen met assistentie van zijn
echtgenote. Tot ongeveer half drie bleef
men bijeen.
GEVONDEN EN VERLOREN
VOORWERPEN
tot en met 27 januari 1958:
Gevonden te Den Burg: padvinders-
riem; huissleutel; mombakkes (doodskop);
bruine lederen handschoen; geruite das;
rode want; zakmesje (souvenir Den Hel
der); padvindersriem; zakmesje met étui;
paar witte wanten; groen gebreide muts;
zilveren ring met rode steen; pet (flu
weel); blauwe kinderwant; donkerbruin
kinderjasje; blauwe kinderwant met
zeehondmodel; bruine lederen portemon-
naie; te Oosterend: glacé handschoen;
plastiek kindertasje; muntbiljet van
2,50.
Verloren te Den Burg: blauwe vulpen
in grijs étui; rode gebreide das; rood
blauw gebreide want; blauwe pet met
bont; zwarte zeiljopper met ritssluiting;
rood-wit-groene want; rode want met
wit; grijze glacé handschoen; rood-bruin
zakmes; vuilnisemmer; zwarte gevoerde
dameshandschoenen; bos sleutels; rode
gebreide handschoen; grijze glacé hand
schoen; paar zwarte gevoerde glacé
handschoenen, blauwe gebreide want;
bruine gebreide kinderhandschoen; bruin
beige kinderhandschoen; witte hand
schoen; beige ceintuur; te Oosterend:
lederen motorkap; teddybeer.
VERKEERSCURSUS OP MODERNE
LEEST GESCHOEID
Zowel de heer J. Gulmans als de heer
W. F. Stomp, p.a. Rijkspolitie, Den Burg,
hebben de laatste dagen vergeefs uitge
zien naar de door hen verwachte stroom
van opgaven tot deelname aan de nieuwe
algemene verkeerscursus. Ze vroegen
aan de heer M. L. Kempenaar, Emma-
laan 10, Den Burg, of die soms overwerkt
was door de stroom van aanvragen te
behandelen, maar ook dit adres bleef van
de verwachte reactie verstoken. Tot
dusverre hebben slechts 20 personen
(aan de hand van een briefkaartje) zich
voor deze cursus opgegeven. Dat is merk
waardig, want de vorige cursussen wer
den op alle dorpen druk bezocht. Acht
men zich volleerd? Heeft men de eerste
oproep niet gelezen? In ieder geval hoopt
men toch tot het organiseren van de
avonden, die weer in alle dorpen zullen
worden gehouden, te kunnen overgaan.
Deze cursus zal nog attractiever en wel
licht of zo mogelijk nog duidelijker zijn,
want met behulp van filmstrips zal het
gesprokene worden verduidelijkt.
Dit wordt een op moderne leest ge
schoeide cursus, belangrijk voor „oud
leerlingen" en voor hen, die nog niet
eerder deelnamen.
Sinds de vorige cursqs is de verkeers
drukte wéér toegenomen en dit ver
schijnsel zal nog wel even geconstateerd
kunnen worden: al meer mensen, al meer
weggebruikers, al meer kans op botsin
gen met alle nare gevolgen van dien.
Verzekerd of niet verzekerd, je wordt er
altijd minder van en ofschoon wij geen
el tot onze lengte kunnen toedoen, toch
is het niet verantwoord om zich als leek
in het drukke verkeer te wagen.
Wij hebben ook in deze een voorname
taak te vervullen en wie kan heer in het
verkeer zijn als hij niet bekend is hoe
het moet, wat de voorwaarden voor dat
predikaat zijn?
Daarom hopen wij, dat deze herhaalde
opwekking zich even omgaand aan te
melden mag ook bij de politie op het
eigen dorp het gewenste effect heeft,
want heus, we zijn nog lang niet alle
maal verkeersminded al menen som
migen misschien van wél!
FILMNIEUWS:
„DE WRAAK VAN TORIANO"
Omstreeks 1878 heeft men in het
zuidwesten van de Verenigde Staten van
Noord-Amerika veel te lijden van de
aanvallen der Apachen. Er wordt op al
lerlei manier geprobeerd tot een vreed
zame oplossing te komen, maar de India
nen blijken niet te vertrouwen. Het felst
is de strijd tussen Bannon, die door In
dianen in gevangenschap is grootge
bracht, en Toriano, een Indianenaan-
voerder.
Bannon weet zijn belagers na lange
strijd, waarin heel wat bloed vloeit, uit
te schakelen. Naast het gieren van de
kogels en het uiten van de wildste kre
ten door de Apachen is er het warm-
kloppende hart van een mooie vrouw
die het Bannon in feite ook nog weer
lastig genoeg maakt.
„ONS HUWELIJK"
De Engelse Patricia Roc speelt een
prachtige rol in de Italiaanse film „Ter-
wille van ons huwelijk". Haar tegen
speler is Armando Francioli, die even
eens tot een bewonderenswaardige pres
tatie komt.
Het verhaal is aanvankelijk zeer sim
pel en doorspekt met „toevalligheden".
Naderhand bereikt het een alleszins knap
niveau, zij het voornamelijk door het
dramatische gegeven, dat verscheidene
bioscoopbezoekers grote tranen zal doen
schreien.
Een componist, die moeilijke jaren
heeft doorgemaakt, is op de top, als zijn
zoontje plotseling overlijdt. Het geluk
van het vaderschap vooral had hem tot
dusverre geïnspireerd. Hij dreigt aan
lager wal te geraken, maar zijn vrouw
geeft hem met een tweede kind zijn ge
luk terug, wetend, dat zij zelf waar
schijnlijk zal sterven.
Het einde mag men raden.
Nederlands nieuws
O.a.: 17e eeuws scheepswrak in de
Noord-Oostpolder blootgelegd; Aardap
pelwasmachine te Barendrecht in ge
bruik genomen; Jeugdige mode-ontwer
pers tonen hun creaties te Amsterdam
Slipjacht achter de meute in Sleen
(Drente); Breitner, de schilder van Am
sterdam herdenkingstentoonstelling in
de hoofdstad; Internationaal Tafeltennis
toernooi te Deventer.
Wereldnieuws
O.a.: Rendez-vous in India: Mac-
Millan en Soekarno ontmoeten elkaar te
New-Delhi; Storm zet schepen op de
kust; Het Pamir-proces te Lübeck, Ame
rikaanse Bomarc-raketten in produktie
genomen; Begrafenis van Prinses Jo
sephine van België.
FRYSKE KRITE
„Fryslan Oerein" was de titel van de
Revue, die donderdag door Tetman de
Vries in „De Oranjeboom" werd opge
voerd. De trek naar de industrie en daar
door de ontvolking op het platteland,
wat biedt de stad en wat heeft het stille
dorp nog aan te bieden, worden in deze
Revue op uitstekende wijze naar voren
gebracht.
Wij maken kennis met de smid en tim
merman van een klein dorpje in Fries
land. Ondanks uitstekende vakkennis,
maar zonder de hier zo nodige vergun
ningen en diploma's wordt de kleine baas
allengs in een hoek gedrongen.
De jeugdige timmerman, niet zo ge
hecht aan zijn geboortegrond, vestigt
zich te Rotterdam in de industrie. Liever
grote knecht dan kleine baas. Kortere
werktijden, vast loon, moderne flats en
het vertier in de grote stad, daar kan het
oude dorp niet tegenop. Zijn pogingen
om ook de oudere smid over te halen
blijven voorlopig zonder resultaat. Door
nood en teleurstelling gedwongen ver
trekt hij ten langen leste ook naar de
stad. Maar op de achtergrond van zijn
denken knaagde heimwee naar het oude
dorp. Naarmate zijn verblijf in de stad
voortduurt ziet hij nog enkel de zon
zijde van zijn dorp en vergeet de be
krompenheid, sleur en de lauwheid in
betalen van zijn klanten. Na het weer
zien van een oude dorpsgenoot wordt het
verlangen te sterk en vertrekken de smid
en zijn dochter voor een paar dagen naar
hun geboortegrond. Hoe bitter worden zij
teleurgesteld als zij ongewild getuige zijn
van een gesprek waarin beiden over de
hekel worden gehaald en de kletspraat
op het dorp duidelijk tot uiting komt.
De Revue „Fryslan Oerein" beoogt hier
mee: weg met die sleur, lauwheid en
dergelijke. Breng leven en vertier op uw
dorpen en probeer ook op die manier de
ontvolking op het platteland tegen te
gaan. De prachtige décors en het prima
spel hebben allen een onvergetelijke
avond bezorgd.
Tetman de Vries tot weerziens.
Dit is de titel van het toneelstuk, dat
zaterdag in „De Oranjeboom" door de
Vereniging van Oud-Leerlingen der
Lagere Landbouwschool op lofwaardige
wijze is opgevoerd. De zaal was vrij goed
bezet en voor komende zaterdag zijn al
geen kaarten meer verkrijgbaar.
Het stuk is gebaseerd op historische
feiten en speelt zich af in de Krimpener-
waard, omstreeks 1928, toen deze streek
door watersnood geteisterd werd.
Na een vlot uitgesproken openings
woord door de voorzitter der vereniging,
de heer W Kikkert, „De Mient", maken
wij in de eenvoudig ingerichte woon
kamer van boerderij „Oudervrucht" ken
nis met de jonge boer Gieljan Vermaat
(de heer IJ. Kikkert) en zijn vrouw Dora
(mevr. N. Keesom-Logman). Ook ont
moeten wij daar de oude vrouw Vermaat
(mevr. I. Wuis-de Wit) en de meid (mej.
Tiny Zwan). Een normaal bedrijf en een
normaal slag volk, maar de schrijver
voert nog meer personen ten tonele:
Rinus van Batenburg (de heer A. Boer-
horst) heeft de brutaliteit om door te
dringen tot de boerderij ten einde voor
de zoveelste maal te pogen Dora van haar
man af te troggelen. Dora brengt hem
goed aan het verstand, dat zij liever een
moeizaam bestaan lijdt met de man van
wie zij houdt, al is het dan een boer, die
hard voor het dagelijks brood moet wer
ken, dan aan de zijde gaat van iemand,
die helemaal geen indruk op haar kan
maken, ook al zwemt die persoon in het
geld. Ook onder de moeilijkste omstan
digheden als hun bedrijf door waters
nood verloren dreigt te gaan blijft ze
haar man trouw. Dit doet zijn „liefde"
allengs in haat verkeren en tenslotte is
hij zo dol van wraaklust, dat hij een
hongerige bedelaar (de heer Kees Witte)
voor een handvol geld er toe brengt de
dijk door te steken, met als gevolg, dat
het boerderijtje van Gieljan door het
water zal worden overspoeld.
De oude moeder wijst haar kinderen
steeds op hun plicht onder alle omstan
digheden trouw te blijven aan Gods ge
boden en op Hem te vertrouwen, maar
Gieljan moppert alsmaar als de bij have
en goed zwerende mens. Eerst als de
nood het hoogst gestegen is, ziet hij zijn
dwaling in en erkent hij de Schepper
als de Enige ware Hulp.
Dit verhaal, dat niet alleen een traan,
maar ook een lach ontlokte, werd over
het algemeen zeer goed naar voren ge
bracht en op vele plaatsen in de zaal
zagen wij toeschouwers de zakdoek wel
eens voor de ogen drukken!
Ja, er waren dikwijls ontroerende mo
menten en dat het gezelschap ontroering
heeft weten te verwekken, is tevens een
bewijs van het goede spel, dat ingestu
deerd en opgevoerd werd onder leiding
van de heer G. Witvliet, Den Burg.
De heer IJ. Kikkert was echt de jonge
boer, die al zijn hoop op de vruchten van
zijn arbeid had gevestigd. Het was maar
heel goed, dat de Schepper hem zulk 'n
volhardende moeder had gegeven! Mevr.
Wuis had een zeer goede opvatting van
haar moeilijke taak. Mevr. Keesom bleek
eveneens de juiste figuur te kunnen ere-
eren: onder die moeilijke omstandighe
den hadden wij het echt met haar te
doen. Alleen in de pogingen haar man
te weerhouden de ongelukkige minnaar
te beschadigen, slaagden noch mevr.
„Vermaat" noch zijn trouwe gade. Dat
had toch wel met wat meer tumult en
spanning kunnen worden geënsceneerd!
De heer H. de Lugt was een prima
Dijkgraaf, een man van gezag, waarbij
zijn rijzige gestalte hem zeker van pas
kwam! De heer A. Boerhorst had met de
hem toebedeelde rol ogenschijnlijk een
kolfje naar zijn hand. Wij mogen wel
zeggen, dat wij hier weer eens om de
onvervalste Aat-stijl hebben kunnen
lachen!
De heer A. Brans kwam als oude
knecht heel aardig voor de dag, terwijl
mej. Tiny Zwan veel succes oogstte als
de meid. De heer A. Witte, ,,'s Hertogen
bosch", had als een kleine, bange boer
S.V.C. VOOR HET VOETLICHT
Zaterdag 25 januari trad SVC voor de
tweede maal voor het voetlicht met
,Drie is te veel". Ik mag van dit stuk
niks verklappen", aldus voorzitter De
Graaf, alleen dat U zult zien, dat de fa
milie van Gravenlande in de gekste
siutaties zal komen te verkeren".
Bij het opgaan van het doek zit mevr.
Van Gravenlande (mevr. Buys-Waldus)
met haar dochter Emmy (mej. R de
Graaf) hevig te redetwisten over het a.s.
bezoek van een rijke Amerikaanse fami
lie, waarvan de zoon verliefd blijkt te
zijn op Emmy. Deze is daar echter niet
van gediend. Ze bespreekt met de huis
knecht Emille (de heer D. Quartel) hoe ze
samen het diner in het honderd zullen
laten lopen. Emille valt van de trap met
een blad glazen, daar Emmy enige trap
roeden los gemaakt heeft. Ook haar va
der (de heer M. de Waard) valt naar be
neden. Zo zit de familie met een hin
kende gastheer en een butler, die niet
kan lopen als de visite verschijnt.
Doch eerst komt mevrouw op het idee
de stoker te vragen om een andere huis
knecht en omdat hij er niks op weet
biedt hij zichzelf aan. Zo wordt Drikus
(de heer W. Ran) omgedoopt tot Drie.
Als de Amerikaanse familie arriveert
hangt er een hevige spanning in huis.
Als de familie weer plaats heeft geno
men, meldt zich de dokter (de heer L.
van Tongelen). Hij is namelijk door de
heer des huizes geroepen voor zijn be
zeerde enkel. Doch op hetzelfde moment
verschijnt ook dokter Link (de heer L.
v.d. Veen Jzn), die op verzoek van Emmy
is gekomen en haar rust voorschrijft. Mr.
Oldenbach (de heer L. vd. Veen Sr.) is
hevig geschrokken van Emmy. Fred, zijn
zoon (de heer P. Kikkert) heeft n.l. altijd
gezegd, dat Emmy zo knap was, maar
wat hij hier te zien krijgt is in een
woord vreselijk. Ook Freds moeder
(mevr. Boon-Waldus) is hevig ontdaan
en Oma Oldenbach (mevr. Ran-Smit)
weet ook niet meer hoe ze het heeft.
Maar als Emmy Fred terugziet heeft
ze de grootste spijt van haar komedie en
slooft ze zich uit om weer bij Fred in de
gunst te komen. Hoewel hij dol verliefd
op haar is, doet hij alsof ze lucht is. Zo
heeft hij al heel gauw door als de dochter
van Drie (mej. H. Schouten) haar vader
komt zoeken, wie Drie eigenlijk is. Doch
hij speelt goed zijn rol in dit drama.
En Drie haalt ondertussen de gekste
dingen uit. Hij brengt de familie ge
woon in wanhoop, als hij tijdens het di
ner soep over Oma's hoofd morst En
als hij haar een dag later overhaalt om
een glaasje met hem te drinken, is het
huis te klein. Als Oma later een flater
slaat tegenover de burgemeester (de heer
L. van Tongelen in een dubbelrol), zit
iedereen gewoon met de handen in het
haar. Hij is bijna even dom als Jansje het
dienstmeisje (mej. R. v.d. Beek), die
mevrouw af en toe ook de zenuwen op
het lijf jaagt met haar oliedomme stre
ken. Voorts was daar Lou de Bokser nog
(de heer C. Wetsteen), die in deze tijd
Drikus plaats als stoker innam. Maar
eind goed al goed. Emmy en .Fred ver
loven zich juist als de Amerikaanse
familie genoeg heeft van al deze dwaze
verwikkelingen. Ook zien we nog even
Dokter Link, die er zich persoonlijk van
overtuigt, dat hij verloren heeft bij
Emmy. Intussen is Emille, de echte huis
knecht ook weer hersteld. Zodat alles
weer op zijn pootjes terechtkomt, nadat
Drikus en Lou nog een keer van de
trap gekeild zijn.
Dit kostelijke spel was gewoon af De
lach raakte dan ook niet van lucht. De
rollen zaten er bij allemaal goed in,
maar vooral Drikus was kostelijk. Het
publiek heeft zitten juichen.
De prettige stemming bleef nog tot
laat in de nacht voortduren, want „The
Nutscrackers" zorgden voor gezellige
dansmuziek, zodat iedereen nog lang
bleef om maar zo lang mogelijk van deze
prettige avond te genieten.
inderdaad de allures van zo'n schichtig
kereltje, in schrille tegenstelling tot de
door de wol geverfde figuur van de
bedelaar, welke rol door Kees Witte met
verve werd uitgebeeld. Mej. N. van
Swinderen voldeed zeer als de blinde
dochter.
Niet alle personen spraken duidelijk
genoeg: men dient er rekening mee te
houden, dat ook de achterste rijen het
stuk van A tot Z willen volgen.
De toneelaankleding was goed ver
zorgd, terwijl de heer Groothuizen, Alk
maar, diverse figuren aan de hand van
verfjes en pruiken, reliëf had gegeven.
Er zou klokslag acht worden begonnen,
maar het werd tegen half negen eer het
doek kon opgaan. Dat kwam o.a. doordat
de grimeur nog steeds op een speler zat
te wachten, terwijl, die speler er allang
was, maar niet wist, dat de grimeur
reeds lange tijd naar hem had uitgekeken
Er was bal na o.l.v de Ritmisohe
Eilanders.
EEN „TEXEL-AVOND" IN DJ
VREEMDE
In het voorjaar van 1957 had
genoegen in contact te komen me
heer Wernli uit Zürieh. Deze en
siaste natuurliefhebber en am;
filmer bracht voor de tweede maa
vakantie op Texel door. Samen beze
wij verscheidene mooie plekjes op
eiland en zo groeide de kenmsmaki]
tot vriendschap. Gedurende die tij
seften wij, hoe rijk het leven kanj
wanneer je het goed weet te gebnl
Wernli, die in het zakenleven zijl
staan vindt, verstaat de kunst onl
open te kunnen stellen voor datgenl
de natuur ons te bieden heeft. Hi J
verrijkt hij zijn leven en dat van
gezin. Daarnaast laat hij echter ii
weinige vrije uren ook anderen n
nieten en opent hen de ogen vooi
schone op aarde. De wijze, waarop 1
doet, komt goed uit in een krante
kei, dat ik één dezer dagen onder
kreeg.
Het was „Der Sihltaler" van l
cember 1957, die een verslag overl
filmavond van de heer Wernli I
ceerde onder het hoofd: „Fahri
Paradies".
De vertaling hiervan luidt als vo
Het gezegende land, dat God de
ardbewoners schonk, heette „H(
radijs". Een tuin van nooit geëven
schoonheid en onmetelijke volte, di
haar bewoners een zorgeloos bt
bood.
Helaas werd deze staat van geluk
de zonden van deze kinderen Gods
altijd onmogelijk gemaakt.
Voor altijd? Of toch niet voor eei
Is er toch nog een streek op onzf
stormachtige ontwikkeling zijnde, i
die ons door haar schoonheid aan
paradijs doet denken? Waar de ra
nog niets aan Gods schepping ver
ren; waar mensen en dieren in onge
de rust samenleven?
Willi Wernli, de bekende natuurv
kan deze vragen slechts bevestigen
antwoorden. Hij was in een parad
op Texel, het eerste eiland in de r
West-Friese eilanden. Hij legde d
tuur van dit mooie eiland op zijn
vast en vertoonde deze op verzoe
de Ornithologische vereniging „Si
in de gehoorzaal Kronenwiese voo
talrijk en uiterst dankbaar publiek
Texel is ongeveer 30 km lang en
breed. Het eiland heeft zeven dorp
telt 10.000 inwoners.
Onvermoeibaar en met oneindig
geduld, gepaard gaande aan een
liefde voor de Schepping, doork
Wernli de prachtige broedterreim
de andere delen van het eiland. M
hulp van een schuiltent benaden
centimeter voor centimeter de verl
woordigers van de over de 130 sc
tellende prachtige vogelwereld van'
Wat hij op zijn films, die zonde
zondering buitengewoon scherp en p
tig natuurlijk van kleur waren, mee
huis bracht, is niet te beschrijver
moet men zien, woorden schieten
tekort.
Een bonte bergeend, midden o
weg wandelend in de ontwakende
jonge scholeksters, de kluut met z'i
ge gebogen snavel, een wulp, die o
duintop zijn wereld overziet, torenv
schreeuwend om voedsel in het
oude eksternest, de dappere kievii
strandplevier, die op de trek 16.00
aflegt, de brutale zilvermeeuwen
onvermoeibare steenloper, de koj
kop broedende grote sterns, het
van de schuwe lepelaars: heerlijke o
getelijke opnamen.
U toonde ons dat echter niet a
mijnheer Wernli, U gaf ons ook eer
van de vreugde uit Uw hart, dat
voor alles wat leeft en groeit. Uw
leidende woorden deden dat niet n
en lieten ons iets begrijpen van c
zieling van een sterk met de natuu
bonden mens. Een mens, die de sc
heid en het wonder der Schepping!
waar te nemen en vast te leggen,
de vogels U vertrouwen, zo moet
mensen U vertrouwen. Door Uw vrl
beleven wij vreugde. Uw beleveo
werden onze belevenissen. Wij hi
de natuur zo nodig! Door U vinde
ontspanning, vreugde, vrede, rust
U leren wij rustig waarnemen en
duldig wachten. Hebben wij dit ii
steeds jachtiger wordende leven
vandaag niet steeds meer nodig?
woorden en beelden geven ons het
antwoord. Daarvoor zeer veel danl
tot spoedig weerziens in Adliswil!
Wij nuchtere Texelaars knippcre:
even met de ogen, wanneer we dit
Misschien glimlachen we en hale
schouders op vanwege zo'n lofti
over ons eiland. Wij moeten dan
bedenken, dat een Zwitser zich 2
uitdrukt dan wij koele Nederlander
moet ons echter wel een groot gem
doen te horen hoe mooi een ander
eiland vindt.
Het werk van de heer Wernli
voor Texel ongetwijfeld een grote p
gandistische waarde. Daarnaast i
het echter ook in ons iets wakker
seffen wij, Texelaars, wel in well
bevoorrechte positie wij verkeren di
mogen leven op een eiland als het
Zien wij zelf wel het mooie om
heen? Ik geloof het niet, maar wel
mij bovenstaand artikel tot nade
Een buitenlander maakt ons opmerl
op wat wij bezitten. Ieder bezit t
echter verplichtingen met zich me
verplichting tot de instandhoudinj
dat bezit. Hiervan is lang niet ied
doordrongen en daarom meende i
goed aan te doen, dit artikel wee
geven. Wellicht kan het iets bijd
tot het begrip, dat natuurbesche
niet een zaak is van de enkeling,
van ons allen en wel zeer specia2
iedere Texelaar die direct of indire<
dagelijks brood verdient dank zij 1
onvolprezen natuur.
M. Mantji