„Verdronken Land" VRIJDAG BRUINVISSEN OP TEXEL? De heer G. J. de Haan zou vrijdag a.s. naar Texel terugkeren als deelnemer aan de bruinvissenjacht in de Deense wate ren, waar ze de laatste tijd nogal succes gehad hebben. Wij hopen, dat dit succes zo volledig wordt, dat de achter het museum in gereedheid gebrachte vijver spoedig ge vuld zal zijn met een aantal levenslustige bruinvissen, tot leeringh ende vermaeck van Toerist en Texelaar. LECTUURVOORZIENING RODE KRUIS Van het Lectuurdepót Rode Kruis ont vingen wij bericht, dat de opbrengst van het lectuurhuisje in Den Burg in 1957 1025 kg tijdschriften en 50 boeken be droeg. Wanneer we daarbij bedenken, dat iedere kg lectuur ongeveer 6 uur ont spanning aan patiënten geeft, kunnen wij ons een beeld vormen van het nut van deze lectuurvoorziening. Namens de patiënten dan ook hartelijk dank. In verband met de schoonmaak- drift, die vele huisvrouwen al weer in hun vingertoppen voelen kriebelen, wil len wij U er nog even op attent maken, dat partijtjes tijdschriften en boeken gaarnp bij U thuis worden afgehaald door de colonneleden. Gaarne bericht aan G. van Beek, Westerweg 20d, Den Burg. „DE TANTE VAN CHARLEY" TE DE WAAL Ook de tweede uitvoering van de Waalder toneelvereniging ,,'t Amateur tje", zaterdagavond j.l. werd een succes. De zaal in het dorpshuis „De Wielewaal" was nagenoeg geheel bezet. Wanneer de weersomstandigheden gunstiger waren geweest, was ook deze avond de zaal on getwijfeld geheel gevuld geweest. Ver scheidene Burgenaars hadden het niet aangedurfd zich op de ongepekelde, dus spiegelgladde Waalderweg Waalwaarts te begeven. En terecht. Maar zij hebben wat gemist. Meester Albers opende namens de voorzitter der toneelvereniging, die zelf met zijn medespelers achter de gordijnen stond te popelen om te beginnen. Het toneelstuk ,De Tante van Charley" is een blijspel, d.w.z. het is een komisch spel. Twee studenten, Jack (de heer T. Reij) en Charley (de heer A. Kager) inviteren op de kamer van Jack hun vriendinnen Kitty (mevr. R. du Porto-Kieft) en Aia- bella (mevr. J. Reij-Schoenmaker). Vol gens een krantenbericht blijkt, dat de tante van Charley, Donna Lucia d'Alva- dorez (mevr. A. Keijser-Zegel) op weg is van Brazilië naar Europa. Haar neef Charley verwacht haar derhalve die dag op bezoek. Men is van plan 's avonds 'n dinertje te organiseren en men heeft dus een tafelheer nodig voor Donna Lucia. Daarvoor wordt een vriend, de student Will Babberley (de heer K. Splunter) uit genodigd. Deze laat zich daartoe over halen en wil zich daarvoor wat omkleden; zij zal toch liever een waardige dame als tafelgenote hebben. Als de vriendinnen arriveren is tante Lucia nog niet aangekomen. Wat nu? Jack brengt de oplossing: Will moet spelen voor de tante van Charley, Donna Lucia d'Alvadorez. Dit geeft uiteraard vele komische situaties. De vader van Jack, de gepensioneerde kolonel Chesney (de heer W. Sweere) en de voogd van Arabella, advocaat Spettique (de heer J. Lok) worden bijv. verliefd op Donna Lucia (alias Will Babberley). Nog mooier wordt het, als later de echte Donna Lucia met haar nichtje Ellen (mej. R. Eelman) ten tonele ver schijnt. Zij verbergt aanvankelijk haar identiteit en legt de verklede Will Bab berley het vuur na aan de schenen. Overigens heeft Will Babberley het wel zwaar te verduren. Terwijl hij zijn vrienden ziet flirten met hun vriendinnen mag hij alleen, vermomd als dame, kij ken naar zijn meisje uit Nice, het nichtje Ellen. Vreemde situaties. Toch komt alles na tuurlijk goed voor elkaar. Advocaat Spet tique, die de hand van „Donna Lucia" heeft verkregen, steekt dit niet onder stoelen of banken. Op een avond bij hem thuis maakt hij zijn verloving bekend met „Donna Lucia". Nu moet Jack wel met de waarheid voor de dag komen. De arme advocaat ontvlucht zijn huis en de studenten krijgen toestemming van de echte Donna Lucia om zich te verloven met hun respectievelijke vriendinnen. En Donna Lucia zelf? Zij gaat hertrouwen, met haar vroegere amour, kolonel Chesney! Tussen alles door vervult de huis knecht van Jack Chesney, Brasset (de heer J. Verijzer) een goed gespeelde ko mische rol. De toneelvereniging ,,'t Amateurtje" kan tevreden zijn over de behaalde re sultaten. Van bevoegde zijde mochten we reeds vernemen, dat het spel op vele punten heel goed was. Natuurlijk zijn er ook zwakkere momenten, maar daarvoor zijn we dan ook amateurs. Het is nu zaak om de zwakke plekken nader te bestuderen en te zorgen, dat deze een volgende keer niet meer, althans minder, aanwezig zijn. Het stuk is in eerste instantie inge studeerd onder leiding van meester Al bers. Later heeft men de heer G. Witvliet bereid gevonden, om de puntjes op de i te zetten, gezien de weinige ervaring, die meester Albers op dit gebied heeft. Niet onvermeld mag blijven de steun en toeverlaat van de spelers en speel sters op de uitvoeringen: mevr. B. Keij- ser-Stammes. Zij souffleerde op beide avonden, een ware opoffering, want zelf zie je van het stuk niets. Het kapwerk was in goede handen bij mevr. Beumkes. Nadat Meester Albers de toneelavond gesloten had, begon een gezellig bal. Velen maakten hiervan gebruik. De muzikale afdeling werd verzorgd door de dansleraar van het Waalder Dorpshuis, de heer Craanen met assistentie van zijn echtgenote. Tot ongeveer half drie bleef men bijeen. GEVONDEN EN VERLOREN VOORWERPEN tot en met 27 januari 1958: Gevonden te Den Burg: padvinders- riem; huissleutel; mombakkes (doodskop); bruine lederen handschoen; geruite das; rode want; zakmesje (souvenir Den Hel der); padvindersriem; zakmesje met étui; paar witte wanten; groen gebreide muts; zilveren ring met rode steen; pet (flu weel); blauwe kinderwant; donkerbruin kinderjasje; blauwe kinderwant met zeehondmodel; bruine lederen portemon- naie; te Oosterend: glacé handschoen; plastiek kindertasje; muntbiljet van 2,50. Verloren te Den Burg: blauwe vulpen in grijs étui; rode gebreide das; rood blauw gebreide want; blauwe pet met bont; zwarte zeiljopper met ritssluiting; rood-wit-groene want; rode want met wit; grijze glacé handschoen; rood-bruin zakmes; vuilnisemmer; zwarte gevoerde dameshandschoenen; bos sleutels; rode gebreide handschoen; grijze glacé hand schoen; paar zwarte gevoerde glacé handschoenen, blauwe gebreide want; bruine gebreide kinderhandschoen; bruin beige kinderhandschoen; witte hand schoen; beige ceintuur; te Oosterend: lederen motorkap; teddybeer. VERKEERSCURSUS OP MODERNE LEEST GESCHOEID Zowel de heer J. Gulmans als de heer W. F. Stomp, p.a. Rijkspolitie, Den Burg, hebben de laatste dagen vergeefs uitge zien naar de door hen verwachte stroom van opgaven tot deelname aan de nieuwe algemene verkeerscursus. Ze vroegen aan de heer M. L. Kempenaar, Emma- laan 10, Den Burg, of die soms overwerkt was door de stroom van aanvragen te behandelen, maar ook dit adres bleef van de verwachte reactie verstoken. Tot dusverre hebben slechts 20 personen (aan de hand van een briefkaartje) zich voor deze cursus opgegeven. Dat is merk waardig, want de vorige cursussen wer den op alle dorpen druk bezocht. Acht men zich volleerd? Heeft men de eerste oproep niet gelezen? In ieder geval hoopt men toch tot het organiseren van de avonden, die weer in alle dorpen zullen worden gehouden, te kunnen overgaan. Deze cursus zal nog attractiever en wel licht of zo mogelijk nog duidelijker zijn, want met behulp van filmstrips zal het gesprokene worden verduidelijkt. Dit wordt een op moderne leest ge schoeide cursus, belangrijk voor „oud leerlingen" en voor hen, die nog niet eerder deelnamen. Sinds de vorige cursqs is de verkeers drukte wéér toegenomen en dit ver schijnsel zal nog wel even geconstateerd kunnen worden: al meer mensen, al meer weggebruikers, al meer kans op botsin gen met alle nare gevolgen van dien. Verzekerd of niet verzekerd, je wordt er altijd minder van en ofschoon wij geen el tot onze lengte kunnen toedoen, toch is het niet verantwoord om zich als leek in het drukke verkeer te wagen. Wij hebben ook in deze een voorname taak te vervullen en wie kan heer in het verkeer zijn als hij niet bekend is hoe het moet, wat de voorwaarden voor dat predikaat zijn? Daarom hopen wij, dat deze herhaalde opwekking zich even omgaand aan te melden mag ook bij de politie op het eigen dorp het gewenste effect heeft, want heus, we zijn nog lang niet alle maal verkeersminded al menen som migen misschien van wél! FILMNIEUWS: „DE WRAAK VAN TORIANO" Omstreeks 1878 heeft men in het zuidwesten van de Verenigde Staten van Noord-Amerika veel te lijden van de aanvallen der Apachen. Er wordt op al lerlei manier geprobeerd tot een vreed zame oplossing te komen, maar de India nen blijken niet te vertrouwen. Het felst is de strijd tussen Bannon, die door In dianen in gevangenschap is grootge bracht, en Toriano, een Indianenaan- voerder. Bannon weet zijn belagers na lange strijd, waarin heel wat bloed vloeit, uit te schakelen. Naast het gieren van de kogels en het uiten van de wildste kre ten door de Apachen is er het warm- kloppende hart van een mooie vrouw die het Bannon in feite ook nog weer lastig genoeg maakt. „ONS HUWELIJK" De Engelse Patricia Roc speelt een prachtige rol in de Italiaanse film „Ter- wille van ons huwelijk". Haar tegen speler is Armando Francioli, die even eens tot een bewonderenswaardige pres tatie komt. Het verhaal is aanvankelijk zeer sim pel en doorspekt met „toevalligheden". Naderhand bereikt het een alleszins knap niveau, zij het voornamelijk door het dramatische gegeven, dat verscheidene bioscoopbezoekers grote tranen zal doen schreien. Een componist, die moeilijke jaren heeft doorgemaakt, is op de top, als zijn zoontje plotseling overlijdt. Het geluk van het vaderschap vooral had hem tot dusverre geïnspireerd. Hij dreigt aan lager wal te geraken, maar zijn vrouw geeft hem met een tweede kind zijn ge luk terug, wetend, dat zij zelf waar schijnlijk zal sterven. Het einde mag men raden. Nederlands nieuws O.a.: 17e eeuws scheepswrak in de Noord-Oostpolder blootgelegd; Aardap pelwasmachine te Barendrecht in ge bruik genomen; Jeugdige mode-ontwer pers tonen hun creaties te Amsterdam Slipjacht achter de meute in Sleen (Drente); Breitner, de schilder van Am sterdam herdenkingstentoonstelling in de hoofdstad; Internationaal Tafeltennis toernooi te Deventer. Wereldnieuws O.a.: Rendez-vous in India: Mac- Millan en Soekarno ontmoeten elkaar te New-Delhi; Storm zet schepen op de kust; Het Pamir-proces te Lübeck, Ame rikaanse Bomarc-raketten in produktie genomen; Begrafenis van Prinses Jo sephine van België. FRYSKE KRITE „Fryslan Oerein" was de titel van de Revue, die donderdag door Tetman de Vries in „De Oranjeboom" werd opge voerd. De trek naar de industrie en daar door de ontvolking op het platteland, wat biedt de stad en wat heeft het stille dorp nog aan te bieden, worden in deze Revue op uitstekende wijze naar voren gebracht. Wij maken kennis met de smid en tim merman van een klein dorpje in Fries land. Ondanks uitstekende vakkennis, maar zonder de hier zo nodige vergun ningen en diploma's wordt de kleine baas allengs in een hoek gedrongen. De jeugdige timmerman, niet zo ge hecht aan zijn geboortegrond, vestigt zich te Rotterdam in de industrie. Liever grote knecht dan kleine baas. Kortere werktijden, vast loon, moderne flats en het vertier in de grote stad, daar kan het oude dorp niet tegenop. Zijn pogingen om ook de oudere smid over te halen blijven voorlopig zonder resultaat. Door nood en teleurstelling gedwongen ver trekt hij ten langen leste ook naar de stad. Maar op de achtergrond van zijn denken knaagde heimwee naar het oude dorp. Naarmate zijn verblijf in de stad voortduurt ziet hij nog enkel de zon zijde van zijn dorp en vergeet de be krompenheid, sleur en de lauwheid in betalen van zijn klanten. Na het weer zien van een oude dorpsgenoot wordt het verlangen te sterk en vertrekken de smid en zijn dochter voor een paar dagen naar hun geboortegrond. Hoe bitter worden zij teleurgesteld als zij ongewild getuige zijn van een gesprek waarin beiden over de hekel worden gehaald en de kletspraat op het dorp duidelijk tot uiting komt. De Revue „Fryslan Oerein" beoogt hier mee: weg met die sleur, lauwheid en dergelijke. Breng leven en vertier op uw dorpen en probeer ook op die manier de ontvolking op het platteland tegen te gaan. De prachtige décors en het prima spel hebben allen een onvergetelijke avond bezorgd. Tetman de Vries tot weerziens. Dit is de titel van het toneelstuk, dat zaterdag in „De Oranjeboom" door de Vereniging van Oud-Leerlingen der Lagere Landbouwschool op lofwaardige wijze is opgevoerd. De zaal was vrij goed bezet en voor komende zaterdag zijn al geen kaarten meer verkrijgbaar. Het stuk is gebaseerd op historische feiten en speelt zich af in de Krimpener- waard, omstreeks 1928, toen deze streek door watersnood geteisterd werd. Na een vlot uitgesproken openings woord door de voorzitter der vereniging, de heer W Kikkert, „De Mient", maken wij in de eenvoudig ingerichte woon kamer van boerderij „Oudervrucht" ken nis met de jonge boer Gieljan Vermaat (de heer IJ. Kikkert) en zijn vrouw Dora (mevr. N. Keesom-Logman). Ook ont moeten wij daar de oude vrouw Vermaat (mevr. I. Wuis-de Wit) en de meid (mej. Tiny Zwan). Een normaal bedrijf en een normaal slag volk, maar de schrijver voert nog meer personen ten tonele: Rinus van Batenburg (de heer A. Boer- horst) heeft de brutaliteit om door te dringen tot de boerderij ten einde voor de zoveelste maal te pogen Dora van haar man af te troggelen. Dora brengt hem goed aan het verstand, dat zij liever een moeizaam bestaan lijdt met de man van wie zij houdt, al is het dan een boer, die hard voor het dagelijks brood moet wer ken, dan aan de zijde gaat van iemand, die helemaal geen indruk op haar kan maken, ook al zwemt die persoon in het geld. Ook onder de moeilijkste omstan digheden als hun bedrijf door waters nood verloren dreigt te gaan blijft ze haar man trouw. Dit doet zijn „liefde" allengs in haat verkeren en tenslotte is hij zo dol van wraaklust, dat hij een hongerige bedelaar (de heer Kees Witte) voor een handvol geld er toe brengt de dijk door te steken, met als gevolg, dat het boerderijtje van Gieljan door het water zal worden overspoeld. De oude moeder wijst haar kinderen steeds op hun plicht onder alle omstan digheden trouw te blijven aan Gods ge boden en op Hem te vertrouwen, maar Gieljan moppert alsmaar als de bij have en goed zwerende mens. Eerst als de nood het hoogst gestegen is, ziet hij zijn dwaling in en erkent hij de Schepper als de Enige ware Hulp. Dit verhaal, dat niet alleen een traan, maar ook een lach ontlokte, werd over het algemeen zeer goed naar voren ge bracht en op vele plaatsen in de zaal zagen wij toeschouwers de zakdoek wel eens voor de ogen drukken! Ja, er waren dikwijls ontroerende mo menten en dat het gezelschap ontroering heeft weten te verwekken, is tevens een bewijs van het goede spel, dat ingestu deerd en opgevoerd werd onder leiding van de heer G. Witvliet, Den Burg. De heer IJ. Kikkert was echt de jonge boer, die al zijn hoop op de vruchten van zijn arbeid had gevestigd. Het was maar heel goed, dat de Schepper hem zulk 'n volhardende moeder had gegeven! Mevr. Wuis had een zeer goede opvatting van haar moeilijke taak. Mevr. Keesom bleek eveneens de juiste figuur te kunnen ere- eren: onder die moeilijke omstandighe den hadden wij het echt met haar te doen. Alleen in de pogingen haar man te weerhouden de ongelukkige minnaar te beschadigen, slaagden noch mevr. „Vermaat" noch zijn trouwe gade. Dat had toch wel met wat meer tumult en spanning kunnen worden geënsceneerd! De heer H. de Lugt was een prima Dijkgraaf, een man van gezag, waarbij zijn rijzige gestalte hem zeker van pas kwam! De heer A. Boerhorst had met de hem toebedeelde rol ogenschijnlijk een kolfje naar zijn hand. Wij mogen wel zeggen, dat wij hier weer eens om de onvervalste Aat-stijl hebben kunnen lachen! De heer A. Brans kwam als oude knecht heel aardig voor de dag, terwijl mej. Tiny Zwan veel succes oogstte als de meid. De heer A. Witte, ,,'s Hertogen bosch", had als een kleine, bange boer S.V.C. VOOR HET VOETLICHT Zaterdag 25 januari trad SVC voor de tweede maal voor het voetlicht met ,Drie is te veel". Ik mag van dit stuk niks verklappen", aldus voorzitter De Graaf, alleen dat U zult zien, dat de fa milie van Gravenlande in de gekste siutaties zal komen te verkeren". Bij het opgaan van het doek zit mevr. Van Gravenlande (mevr. Buys-Waldus) met haar dochter Emmy (mej. R de Graaf) hevig te redetwisten over het a.s. bezoek van een rijke Amerikaanse fami lie, waarvan de zoon verliefd blijkt te zijn op Emmy. Deze is daar echter niet van gediend. Ze bespreekt met de huis knecht Emille (de heer D. Quartel) hoe ze samen het diner in het honderd zullen laten lopen. Emille valt van de trap met een blad glazen, daar Emmy enige trap roeden los gemaakt heeft. Ook haar va der (de heer M. de Waard) valt naar be neden. Zo zit de familie met een hin kende gastheer en een butler, die niet kan lopen als de visite verschijnt. Doch eerst komt mevrouw op het idee de stoker te vragen om een andere huis knecht en omdat hij er niks op weet biedt hij zichzelf aan. Zo wordt Drikus (de heer W. Ran) omgedoopt tot Drie. Als de Amerikaanse familie arriveert hangt er een hevige spanning in huis. Als de familie weer plaats heeft geno men, meldt zich de dokter (de heer L. van Tongelen). Hij is namelijk door de heer des huizes geroepen voor zijn be zeerde enkel. Doch op hetzelfde moment verschijnt ook dokter Link (de heer L. v.d. Veen Jzn), die op verzoek van Emmy is gekomen en haar rust voorschrijft. Mr. Oldenbach (de heer L. vd. Veen Sr.) is hevig geschrokken van Emmy. Fred, zijn zoon (de heer P. Kikkert) heeft n.l. altijd gezegd, dat Emmy zo knap was, maar wat hij hier te zien krijgt is in een woord vreselijk. Ook Freds moeder (mevr. Boon-Waldus) is hevig ontdaan en Oma Oldenbach (mevr. Ran-Smit) weet ook niet meer hoe ze het heeft. Maar als Emmy Fred terugziet heeft ze de grootste spijt van haar komedie en slooft ze zich uit om weer bij Fred in de gunst te komen. Hoewel hij dol verliefd op haar is, doet hij alsof ze lucht is. Zo heeft hij al heel gauw door als de dochter van Drie (mej. H. Schouten) haar vader komt zoeken, wie Drie eigenlijk is. Doch hij speelt goed zijn rol in dit drama. En Drie haalt ondertussen de gekste dingen uit. Hij brengt de familie ge woon in wanhoop, als hij tijdens het di ner soep over Oma's hoofd morst En als hij haar een dag later overhaalt om een glaasje met hem te drinken, is het huis te klein. Als Oma later een flater slaat tegenover de burgemeester (de heer L. van Tongelen in een dubbelrol), zit iedereen gewoon met de handen in het haar. Hij is bijna even dom als Jansje het dienstmeisje (mej. R. v.d. Beek), die mevrouw af en toe ook de zenuwen op het lijf jaagt met haar oliedomme stre ken. Voorts was daar Lou de Bokser nog (de heer C. Wetsteen), die in deze tijd Drikus plaats als stoker innam. Maar eind goed al goed. Emmy en .Fred ver loven zich juist als de Amerikaanse familie genoeg heeft van al deze dwaze verwikkelingen. Ook zien we nog even Dokter Link, die er zich persoonlijk van overtuigt, dat hij verloren heeft bij Emmy. Intussen is Emille, de echte huis knecht ook weer hersteld. Zodat alles weer op zijn pootjes terechtkomt, nadat Drikus en Lou nog een keer van de trap gekeild zijn. Dit kostelijke spel was gewoon af De lach raakte dan ook niet van lucht. De rollen zaten er bij allemaal goed in, maar vooral Drikus was kostelijk. Het publiek heeft zitten juichen. De prettige stemming bleef nog tot laat in de nacht voortduren, want „The Nutscrackers" zorgden voor gezellige dansmuziek, zodat iedereen nog lang bleef om maar zo lang mogelijk van deze prettige avond te genieten. inderdaad de allures van zo'n schichtig kereltje, in schrille tegenstelling tot de door de wol geverfde figuur van de bedelaar, welke rol door Kees Witte met verve werd uitgebeeld. Mej. N. van Swinderen voldeed zeer als de blinde dochter. Niet alle personen spraken duidelijk genoeg: men dient er rekening mee te houden, dat ook de achterste rijen het stuk van A tot Z willen volgen. De toneelaankleding was goed ver zorgd, terwijl de heer Groothuizen, Alk maar, diverse figuren aan de hand van verfjes en pruiken, reliëf had gegeven. Er zou klokslag acht worden begonnen, maar het werd tegen half negen eer het doek kon opgaan. Dat kwam o.a. doordat de grimeur nog steeds op een speler zat te wachten, terwijl, die speler er allang was, maar niet wist, dat de grimeur reeds lange tijd naar hem had uitgekeken Er was bal na o.l.v de Ritmisohe Eilanders. EEN „TEXEL-AVOND" IN DJ VREEMDE In het voorjaar van 1957 had genoegen in contact te komen me heer Wernli uit Zürieh. Deze en siaste natuurliefhebber en am; filmer bracht voor de tweede maa vakantie op Texel door. Samen beze wij verscheidene mooie plekjes op eiland en zo groeide de kenmsmaki] tot vriendschap. Gedurende die tij seften wij, hoe rijk het leven kanj wanneer je het goed weet te gebnl Wernli, die in het zakenleven zijl staan vindt, verstaat de kunst onl open te kunnen stellen voor datgenl de natuur ons te bieden heeft. Hi J verrijkt hij zijn leven en dat van gezin. Daarnaast laat hij echter ii weinige vrije uren ook anderen n nieten en opent hen de ogen vooi schone op aarde. De wijze, waarop 1 doet, komt goed uit in een krante kei, dat ik één dezer dagen onder kreeg. Het was „Der Sihltaler" van l cember 1957, die een verslag overl filmavond van de heer Wernli I ceerde onder het hoofd: „Fahri Paradies". De vertaling hiervan luidt als vo Het gezegende land, dat God de ardbewoners schonk, heette „H( radijs". Een tuin van nooit geëven schoonheid en onmetelijke volte, di haar bewoners een zorgeloos bt bood. Helaas werd deze staat van geluk de zonden van deze kinderen Gods altijd onmogelijk gemaakt. Voor altijd? Of toch niet voor eei Is er toch nog een streek op onzf stormachtige ontwikkeling zijnde, i die ons door haar schoonheid aan paradijs doet denken? Waar de ra nog niets aan Gods schepping ver ren; waar mensen en dieren in onge de rust samenleven? Willi Wernli, de bekende natuurv kan deze vragen slechts bevestigen antwoorden. Hij was in een parad op Texel, het eerste eiland in de r West-Friese eilanden. Hij legde d tuur van dit mooie eiland op zijn vast en vertoonde deze op verzoe de Ornithologische vereniging „Si in de gehoorzaal Kronenwiese voo talrijk en uiterst dankbaar publiek Texel is ongeveer 30 km lang en breed. Het eiland heeft zeven dorp telt 10.000 inwoners. Onvermoeibaar en met oneindig geduld, gepaard gaande aan een liefde voor de Schepping, doork Wernli de prachtige broedterreim de andere delen van het eiland. M hulp van een schuiltent benaden centimeter voor centimeter de verl woordigers van de over de 130 sc tellende prachtige vogelwereld van' Wat hij op zijn films, die zonde zondering buitengewoon scherp en p tig natuurlijk van kleur waren, mee huis bracht, is niet te beschrijver moet men zien, woorden schieten tekort. Een bonte bergeend, midden o weg wandelend in de ontwakende jonge scholeksters, de kluut met z'i ge gebogen snavel, een wulp, die o duintop zijn wereld overziet, torenv schreeuwend om voedsel in het oude eksternest, de dappere kievii strandplevier, die op de trek 16.00 aflegt, de brutale zilvermeeuwen onvermoeibare steenloper, de koj kop broedende grote sterns, het van de schuwe lepelaars: heerlijke o getelijke opnamen. U toonde ons dat echter niet a mijnheer Wernli, U gaf ons ook eer van de vreugde uit Uw hart, dat voor alles wat leeft en groeit. Uw leidende woorden deden dat niet n en lieten ons iets begrijpen van c zieling van een sterk met de natuu bonden mens. Een mens, die de sc heid en het wonder der Schepping! waar te nemen en vast te leggen, de vogels U vertrouwen, zo moet mensen U vertrouwen. Door Uw vrl beleven wij vreugde. Uw beleveo werden onze belevenissen. Wij hi de natuur zo nodig! Door U vinde ontspanning, vreugde, vrede, rust U leren wij rustig waarnemen en duldig wachten. Hebben wij dit ii steeds jachtiger wordende leven vandaag niet steeds meer nodig? woorden en beelden geven ons het antwoord. Daarvoor zeer veel danl tot spoedig weerziens in Adliswil! Wij nuchtere Texelaars knippcre: even met de ogen, wanneer we dit Misschien glimlachen we en hale schouders op vanwege zo'n lofti over ons eiland. Wij moeten dan bedenken, dat een Zwitser zich 2 uitdrukt dan wij koele Nederlander moet ons echter wel een groot gem doen te horen hoe mooi een ander eiland vindt. Het werk van de heer Wernli voor Texel ongetwijfeld een grote p gandistische waarde. Daarnaast i het echter ook in ons iets wakker seffen wij, Texelaars, wel in well bevoorrechte positie wij verkeren di mogen leven op een eiland als het Zien wij zelf wel het mooie om heen? Ik geloof het niet, maar wel mij bovenstaand artikel tot nade Een buitenlander maakt ons opmerl op wat wij bezitten. Ieder bezit t echter verplichtingen met zich me verplichting tot de instandhoudinj dat bezit. Hiervan is lang niet ied doordrongen en daarom meende i goed aan te doen, dit artikel wee geven. Wellicht kan het iets bijd tot het begrip, dat natuurbesche niet een zaak is van de enkeling, van ons allen en wel zeer specia2 iedere Texelaar die direct of indire< dagelijks brood verdient dank zij 1 onvolprezen natuur. M. Mantji

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1958 | | pagina 2