RANG is alleen RANG als er RANG op staat goed boek Boekhandel Par k st raat W Jo of René TEXEL'S HISTORIE (Vervolg van pagina 1) was door uitslibben en wier al geheel onbruikbaar geworden. In 1852 was er bij het provinciaal bestuur een request bin nengekomen van een Amsterdamse oes terhandelaar om gelden ter beschikking te stellen voor verbetering van deze ha ven, welke toen de „oesterhaven" was. Er waren in die jaren n.l. vele oester- banken bij Texel en de Texelse oesters waren in de internationale handel zeer gewild, omdat zij het houdbaarst waren gebleken. In verband met verzending naar het buitenland was deze eigenschap natuurlijk van groot belang. De Oudeschilder haven was dus inmid dels „de" haven van het eiland geworden en werd bijv. in 1856 aangedaan door 667 Nederlandse en door 1 buitenlands schip. Deze getalllen hadden echter betrekking op niet op Texel thuishorende vaartuigen. De Texelse vloot bestond uit 2 stoom boten en 44 gewone vaartuigen, wier schippers op het eiland woonden. Aan de haven van Oudeschild was ech ter ook zo nu en dan wel wat te doen. Tenminste lees ik, dat in 1858 de haven belangrijk verbeterd werd en dat in dat jaar definitief met het begrip „haven" van Nieuweschild werd afgerekend. De „directeuren" van die haven hadden in dat jaar de havengronden in eigendom overgedragen aan het waterschap der z.g. gemeenschappelijke polders op Texel, waardoor deze heren van al hun ver plichtingen geheel waren ontheven en de haven van Nieuweschild dus een eeuw geleden precies „geschiedenis" was ge worden. Behalve vissen naar vis werd er door Texelaars gevist naar oesters, naar wier en ook naai stenen! Zo kreeg in 1849 weduwe Guurtje Lootsman, geb. Koffeman, tot wederop- zeggings toe vergunning om aan de zuid en noordwestzijde van het eiland, op een afstand van hoogstens 50 tot 100 ellen uit de zeeweringen, steen uit zee te vissen. De weduwe zag blijkbaar in deze visserij profijt, want zij liet een bok met wind werk bouwen op een stevig vaartuig, waarmede zij in dat jaar ongeveer 60 last keien wist op te halen. Het waren keien, zoals men ze in Noorwegen en Drente vindt, dus vermoedelijk zwerfblokken, in de ijstijd door de gletschers naar ons land meegevoerd en waarvan de oer- bewoners van Drente hun hunnebedden bouwden. Ik heb tenminste nergens kun nen vinden, dat hier sprake was van keien, welke door de mens bijv. ter beveiliging van de kust of een dijk in zee waren gedeponeerd. In 1850 haalde de bok van de weduwe 100 last keien op. Het merendeel dezer rotsblokken ging naar de Westfriese zeedijken om de gol ven te breken van een al te rumoerige zee. Een ander onderwerp wat ten nauwste met de zee verband houdt is het inpol- deringswerk, waaraan het op Texel ook niet heeft ontbroken. Het heeft geen zin een volledig over zicht van deze nuttige arbeid te geven, temeer omdat het verhaal dan zeker „taai" zou worden, wat ik in alle gevallen wil vermijden. Daarom doe ik zo hier en daar een paar grepen, welke duidelijk het wel en wee doen zien verbonden aan het droogmaken van land. Zo ging het in 1847 met de indijking van de Prins Hendrik polder aan de zuid en oostzijde aanvankelijk lang niet naar wens. Toen de bedijking tot op tweederde was gevorderd stak op de 2ee septem ber een harde wind op, gepaard aan een meer dan gewoon hoge waterstand, met als gevolg, dat de dijk op vele plaat sen bezweek. De polder, die door z.g. vorstkaden al van de zee was afgesloten, vloeide weer geheel onder. In 1848 waren 450 man bezig met het herstel en de voltooiing van de dijken, welke in dat jaar dan ook gereed kwa men. De Prins Hendrik Polder was in 1848 geheel droog en kon in alle richtin gen al worden doorkruist. De totale op pervlakte bedroeg ruim 467 bunder, dij ken, bermen, waterleidingen inbegrepen. Door middel van sloten werd de polder in 22 kavels verdeeld, terwijl nieuw ge maakte wegen tot die kavels toegang verleenden. Voor de waterstand was het nodig de polder in 3 delen te verdelen. Het land werd vlot in cultuur gebracht en er stond zelfs al één boerderij. Het verslag vermeldde: „Aanvankelijk dacht men, dat de grond van zeer geringe waarde zou zijn, doch is bij doelmatig be stuur en goede behandeling vatbaar voor goede opbrengst". In 1850 stonden er al drie „kapitale boerderijen" en 3 arbeiderswoningen, ter wijl het land had opgeleverd 2740 mud den graan, aardappelen en erwten. Een jaar later rapporteerde het pro vinciaal bestuur, dat men aan de dijken van de nieuwe Prins Hendrikpolder niets deed! Een slecht begin. Men vond zeker, dat er reeds genoeg was geïn vesteerd. Gedeputeerde Staten lieten een ernstige waarschuwing horen. Zeer te- ïecht. Maar behalve die Pr. H. Polder tracht te men nog meer land te winnen Toen de Pr. H. Polder gemaakt werd bedijkte men tevens een buitenschor van 2% ha. en zaaide het met koolzaad in. S. Keijser c.s. verzochten in 1847 toe stemming om 200 bunders buitengronden te mogen bedijken. J. L. Kikkert c.s. idem voor ruim 492 bunder en D. de Graaf c.s. hetzelfde voor 63 bunder ruim. Ook lieden van buiten het eiland had den belangstelling, zoals de heer P. Lan- geveld te Hardinxveld, die 11 bunder wilde bedijken. Hij had reeds ten noorden van de Roggesloot, tegen de dijk van „het Eijerland" 12 bunders ingedijkt. Dat waren aan hem toebehorende buiten schorren. J. S. Daalder c.s. van Texel was ook een landveroveraar. Hem gelukte de be dijking van 14 bunder buitenschorren, liggende tussen een gedeelte van de oude dijk van de verdronken polder „Hoorn en Burg" en de nieuwe dijk van de Pr. Hen drikpolder En tënslotte wil ik U even in vogel vlucht het jaar 1858 laten zien, het jaar, dat dus precies een eeuw achter ons ligt. De totale bevolking van het eiland be droeg toen 6141 personen, waarvan 3138 mannen en de rest vrouwen. Er waren dus minder vrouwen dan mannen, zodat er wel eens vechtpartijtjes geweest zullen zijn om een meisje, veronderstel ik zo! In 1858 werden 99 kindertjes geboren, waarvan 5 tweelingen. Bij die tweelingen waren de meisjes nu eens verre in de meerderheid, want bij die 10 babies was maaréén jongetje. Men had in die dagen nog geen even redige vertegenwoordiging en lang niet iedereen was stemgerechtigd. Zo bezat Texel in dat jaar maar 343 kiesgerech tigden, zoals dat heette. Er was in 1858 juist gemeenteraadsverkiezing op Texel, maar veel animo om mee te doen aan de verkiezing was er niet. Nog geen derde deel kwam op om zijn stem uit te bren gen. Nu bestond er in die dagen ook nog geen verschijningsplicht, zoals in ónze tijd, want dan zou het beeld vermoedelijk anders zijn geweest. Het raadslid C. Dijt Hzn. was overleden en in zijn plaats werd verkozen G. Schraag. Een ramp was zeker, dat er in dat jaar twee boerderijen afbrandden. Een grote vooruitgang echter was de nieuwe weg, welke aangelegd was tussen Den Burg en De Waal. Het was een échte „kunstweg" van bijkans 3 km. lengte en 2Vz el breed. Deze weg was aangelegd door het waterschap der 29 gemeen schappelijke polders. Op het gebied der waterschappen werd het eervol ontslag van de dijkgraaf van het waterschap Waal en Burg zeker druk besproken, evenals de benoeming van zijn opvolger P. K. Kuiper en de benoe ming van een zekere heer Mr. Blussée tot heemraad van het waterschap Eijerland. En zo bent U dan thans op de hoogte van de daverende dingen op Texel een eeuw geleden. Misschien vertel ik U bin nen met al te lange tijd nog eens iets over de wier-visserij en de oesterteelt van Texel. Twee cultures, welke men niet i meer kent, doch welke van grote beteke nis zijn geweest. COP.DlRK HART WAT HET IVOREN BEELDJE VERTELDE 19. SAMBO SLAAPT. De zon klimt snel hoog boven de reuzenbomen van het oerwoud uit. In de hut van Nogamba wordt het zo heet als in een bakkers oven, maar Sambo slaapt door. Oom Sambo niet, die wordt wakker en bromt tevreden als hij zijn kostbare hakmes ziet liggen. Maar wat is dat bot gewor den! Daar begrijpt hij niets van, want hij weet natuurlijk niets van die omgehakte boom. Zal hij Sambo wakker porren? Och laat maar slapen denkt Oom Sambo, ik ga eerst dat mes maar eens slijpen, 's Avonds komt Nogamba eens kijken, geeft de vogel en het pantertje wat eten en drinken en verdwijnt weer. Sambo slaapt nog steeds en pas als het weer licht begint te worden, wordt hij wakker van het lawaai dat de dieren maken. De papegaai heeft Panko zo lang geplaagd tot deze hem te pakken heeft gekregen en nu is Lorre in last. Dat zal me een jager worden die Panko en Sambo begint maar direct met hem af te richten. Dagelijks trekt hij met Panko het bos in. In het begin waar schuwt het diertje alleen maar als er buit in de buurt is, maar na een paar maanden valt Panko dapper aan en moet Sambo er heel vlug bij zijn om nog iets van de buit te redden. Het is heel moei lijk om die panter te leren dat hij de jachtbuit niet verscheuren mag en moet wachten tot hij zijn deel krijgt, maar met veel geduld gelukt ook dat. Na één jaar is Panko volwassen en een ster ke lijfwacht voor Sambo geworden. Voor de anderen is hij nog gevaarlijk genoeg en ze zouden hem zeker doden als Panko niet zoveel vlees in de pot bracht. Sambo heeft nu een mooie stapel huiden om te verkopen en hoopt dat Aboel Hassan, de Arabische koopman gauw komen zal. En eindelijk. ja.daar hoort hij de tam-tam. WAT VOOR WEER HEBT U STRAKS IN UW VAKANTIE? Is er wel één onderwerp denkbaar, waarover meer wordt gesproken dan het weer? Bij de kapper, in de tram en in de trein, altijd is het weer een dankbaar objekt voor mensen die niet direkt iets anders weten te zeggen. Maar niet alleen als bron voor conversatie is het weer belangrijk. Het is het ook zondags als U een dagje uit wilt, en helemaal belangrijk wordt het als u met vakantie gaat. Augustus is dé regenmaand, zegt de een, blijf dan maar thuis. Welnee, zegt een ander, regenen doet het altijd en overal. Vorig jaar ben ik 14 dagen in juli weg geweest. Wij hadden toen 2 regenbuiten, één van 9 dagen en één van 5! Wij heb ben geen stap buiten de deur kunnen zet ten, het was ons geld in armoede ver teren. Ja, de regen kan in ons landje behoor lijk parten spelen. Vooral de laatste jaren was dat treurig. Eigenaars van pensions en strandtentjes, organisatoren van per- soneelsuitstapjes, voorstellingen in open luchttheaters, landdagen, muziek- en zangconcoursen zouden u daar alles over kunnen vertellen. Zoals tegen elk ander risico, heeft de mens echter pok gezocht om zich tegen regen te kunnen verzeke ren en met de zomer in zicht is het mis schien interessant om u daarover iets te vertellen! 't Begon in het smalste huis van Amsterdam Evenals zovele andere vormen van ver zekering, stond de wieg van de regen verzekering in Engeland. Als eerste land van het continent volgde Frankrijk en in 1921 was het mogelijk zich ook in Nederland te verzekeren. Merkwaardig was het, dat de regenverzekering in eer ste instantie als een „reclameverzeke ring" was bedoeld. Heel spoedig bleek echter, dat de werkelijke behoefte aan deze verzekeringsvorm zeer groot was. In ons land werd de regenverzekering ge ïntroduceerd door Lugt Sobbe Co., wel firma gevestigd is in het smalste huis van Amsterdam. Wanneer u in Amster dam bent, moet u zelf eens gaan kijken op de Herengracht no. 554. Natuurlijk was de regenverzekering niet direct tot in de perfectie georgani seerd. Allerlei kinderziekten moesten worden overwonnen. In 1928, toen in Amsterdam de Olympische Spelen wer den gehouden, was de produktie echter al aardig op gang. In dat jaar werd reeds meer dan 100.000,premie gemaakt. Dit was het gevolg van een enorme pu bliciteit. Vele artikelen werden aan deze nieuwe verzekering gewijd. De ouderen onder onze lezers zullen zich dit waar schijnlijk nog wel herinneren. Dat deze publiciteit de populariteit van de regen verzekering sterk ten goede kwam is be grijpelijk. Het schade-percentage mocht er echter ook zijn. Vele kleine, maar ook vele grote claims werden uitbetaald. Ook de laatste jaren zijn grote sommen uitbetaald. Dat de regenverzekering in Nederland gehandhaafd kan blijven, is dan ook alleen te danken aan de brede basis, waarop zij rust. Het uitermate natte klimaat in Nederland levert over het algemeen 'n niet te best resultaat op. Dat de regenverzekering desondanks hier toch blijft bestaan, komt alleen omdat de maatschappij, waar deze verzekering wordt ondergebracht, niet alleen in Ne derland werkt, doch vrijwel over de ge hele wereld. Andere landen met een be ter klimaat maken het dus mogelijk, dat de maatschappij haar regenpolis in Ne derland kan handhaven. Op koninginnedag komt de stroom al los Het aantal objekten, dat jaarlijks tegen regen wordt verzekerd, neemt steeds toe. Elke gebeurtenis immers, die in de open lucht plaats vindt en waarvan het succes afhankelijk is van de weergesteldheid, vormt een dankbaar objekt voor de re genverzekering. In april komt de grote stroom van aanvragen reeds los. Een voorbeeld is Koninginnedag. Op deze dag worden veel festiviteiten georganiseerd en het zijn vooral de Oranjeverenigingen, die er hoe langer hoe meer toe overgaan de door hen georganiseerde feesten tegen regen te verzekeren. Vanzelfsprekend is het ook mogelijk zich gedurende langere termijn tegen regen te verzekeren. Voor al specifieke seizoenbedrijven zoals hotels en pensions, restaurantbedrijven, dieren parken, zweminrichtingen, botenverhuur- bedrijven e.d. maken veel van deze mo- gelijkheid gebruik. Het aantal mogelijk heden op regenverzekeringsgebied is legio. Naast de reeds vermelde polissen kent men de „WV-Arnhem-polis" en de „Vrije-dag-Pluvius-polis". Dit zijn de polissen, waarbij gedurende een aantal uren per dag dekking wordt verleend tegen een uniforme premie. Het nieuwste op dit gebied is wel de „vakantie-regen verzekering", welke in juni 1957 werd ontworpen. Deze vakantie regenverzeke ring biedt gedurende 7 dagen (dag en nacht) een dekking tegen regenschade, tegen een premie van slechts 10%, waar bij de verzekerde zelf kan vaststellen of hij voor een uitkering in aanmerking komt of niet. Ga de vakantie beschermd tegemoet Voor een „Vakantie-Regenpolis" wordt afgesloten dient eerst nog een keuze ge maakt te worden uit een van de tien Hoofdstations van het K.N.M.I. Deze Hoofdstations zijn: 1. Den Helder; 2. Ypenburg, 3. Vlissin- gen; 4. Leeuwarden; 5. Vliegveld Eelde; 6. Schiphol; 7. De Bilt; 8. Vliegveld Twente; 9. Eindhoven; 10. Vliegveld Zuid Limburg. Wanneer de nieuwslezer van de A.N.P Nieuwsdienst dus op een morgen in de maand juni zegt: „Vliegveld Eelde neerslag 5,6 mm...." dan kan dit voor U een uitkering van de door u verzeker de dagsom betekenen, wanneer u de „Va kantie-Regenpolis" tenminste hebt afge sloten met vermelding van het regensta tion „Vliegveld Eelde"! Het kan voorkomen, dat in nachtelijke uren een fikse bui precies voldoende mil limeters regen brengt om uw uitkering veilig te stellen, zodat u dan toch nog de volgende morgen onder een stralende zon uw vakantiegenot kunt beleven. In dat geval hebt u geluk gehad! Het kan ook voorkomen, dat Uw vakantie geheel in stromen regenwater ondergaat. De uitke ring van de „Vakantie-Regenpolis" ver zacht dan aan het eind van uw vakantie toch nog iets van uw teleurstelling. En het is bij dit alles toch een waarlijk sportief genoegen om iedere morgen door uw radio even te horen, hoe uw regen uitkering er voor staat! Daarbij is het prettig te weten, dat een objectief insti tuut als het K.N.M.I. te De Bilt uw „re- gen-belangen" behartigt. Maar u moet natuurlijk niet boos worden, wanneer u hoort, dat het op het door u gekozen regenstation droog was, terwijl het elders regende. Want die kans zit er natuurlijk ook in. Voor een •der Rangetje Het merk RANG staat duidelijk op iedere Rangrol, alsook op het beschermend omhulsel van RANG, een product van de Kingfabrieken HG ïeuilletoD door H. Westenberg 71. „Omdat er in dit land dingen gebeu ren, beste Jo, waartegen jullie niet op gewassen bent. In een ander land...." Woedend buigt Jo het hoofd. Zijn ge zicht is vuurrood: al zijn innerlijke el lende, die hij zo zorgvuldig voor de man voor hem verbergen wil, verschijnt plot seling in zijn ogen, die de ander donker grijs aanzien! „Wij zouden immers al lang uit dit land wegzijn, als René niet. Hij bedenkt zich en zwijgt, maar na diep adem gehaald te hebben, vervolgt hij; „René is ziek geworden. We durfden niet verder te gaan. Daarom ben ik ook hier bij deze dokter gekomen. En daarom alleen is het u gelukt me te pakken te krijgen!" Hans maakt een afwijzende beweging. „Ik heb je toch niet te pakken gekregen! Wat een dwaze uitdrukking! Ik ben al leen maar blij, dat ik je toevallig heb ontmoet. En mag ik misschien weten, wat René mankeert?" Jo zwijgt. Mag ik het zeggen, vraagt hij zichzelf af. „Mag ik ze onder deze omstandigheden weer laten lopen, zonder te weten, waar ze zitten?" peinst Hans. Zou ik maar niet meteen ingrijpen? Och nee, liever niet, eerst nog maar eens pro beren wat ik zo bereiken kan „Jo", verbreekt Eckhart eindelijk de stilte, „Jo, je zegt, dat René ziek is. En ik denk, dat hij tamelijk ernstig ziek is, anders zouden jullie immers met meer hier geweest zijn, nietwaar? Maar hoe moet dat nu verder gaan? Ik denk, dat je zelf al gedacht hebt, dat het beste zou zijn, maar niet verder te gaan. kijk eens, het zou toch heel begrijpelijk zijn., als jullie terug zouden komen omdat René ziek is, niemand in de wereld zou je dat kwalijk kunnen nemen of voor laf houden. Integendeel, ik zou mijn hoed voor jullie afnemen! Want niet iedereen zou de moed hebben een doel op te ge ven, dat hij al bijna bereikt heeft Dus Jo, denk er nog eens goed over na! Zouden jullie niet weer naar huis willen komen? Zou het vooral voor je zieke vriend niet het allerbeste zijn? Als je het niet doet, is het een heel grote ver antwoordelijkheid voor je. Nu trekt ook Jo langzaam zijn benen op de vensterbank, trekt ze omhoog, legt zijn hoofd op zijn knieën en slaat zijn armen er omheen. Zo zit hij lange tijd zonder zich te verroeren. Een stroom van gedachten en beelden danst door zijn hoofd. Och, eigenlijk heeft hij al honderd maal hetzelfde gedacht en overwogen? En per slot van rekening; als hij nu terug zou gaan omdat René ziek is, zou dat toch immers geen rederi hoeven te zijn om later niet weer te gaan.tenmin ste als ze daarginds met hun onzinnige ruilerij en bloedtest tot een resultaat zou den komen, dat niet met de ideeën van hem en René zou overeenkomen. „En denkt u", begint hij eindelijk voor zichtig, „dat als wij terug zouden komen, thuis alles bij het oude zou blijven?" Hans kijkt radeloos in het rond. Dat is een erg lastige vraag, die de jongen hem nu stelt! Alles bij het oude? Juist nu vijf minuten voor de beslissing? Dat zou Leotine toch nooit doen! Hij moet voorzichtig zijn om het kleine vertrouwen van de jongen, dat hij nog nauwelijks bezit, niet nu al dadelijk door een verkeerd woord of een belofte, die niet nagekomen kan worden, te ver liezen. Liegen en zeggen, dat alles bij het oude zal blijven? Nee, dat wil hij niet. Ook niet als dat de enige manier zou zijn om hem thuis te krijgen. Maar wat dan? Hij tracht zich door een weder vraag te redden: „Zou dat jullie voor waarde zijn om terug te komen?" Jo kijkt hem tussen zijn armen door aan. „Voorwaarde heeft hij gezegd? O, zo, ze verwachten dus, dat hij en René voorwaarden zullen stellen? Of ten minste, ze zullen er op in gaan als ze het doen! Dat is een nieuw gezichtspunt! Hij, Jo, schijnt in deze geschiedenis dan toch eindelijk ook eens een woordje te mogen meespreken....! Hij verbergt zijn hoofd weer in zijn armen en sluit zijn ogen een paar seconden, in diep nadenken. Dus ze schijnen nu toch een beetje bang voor hem te zijn, constateert hij met innige voldoening. Waarschijnlijk heeft mamma gezegd: „Het kan me allemaal niets meer schelen, als de jongen maar terugkomt!" Jawel, dat zal zij gezegd hebben; en wat zal hij nu doen? Hij moet er van profi teren, natuurlijk, en gauw ook en flink! Want wie weet of morgen, als het ten slotte zou blijken, dat René zieker is, dan ze denken, de blaadjes niet omgekeerd zullen worden. En. Plotseling springt Jo op en gaat vlak voor Hans Eckhart staan. Hij weet op eens wat hij wil. „Ik heb meer dan één voorwaarde eer ik weer naar huis zou gaan", zegt hij zacht, terwijl de besluiten zich pijlsnel vormen in zijn hoofd. „Meer dan één voorwaarde", herhaalt hij nadrukkelijk. „Ten eerste zou alles moeten blijven zoals het was.of ten minste. nee, laat mij nu uitspreken! Ik weet al wat U zeggen wilt.dat wil zeggen, als mevrouw Brackwieser er op blijft staan om die bloedtest te laten maken en als daarbij iets voor de dag zou komen, dat niet met de plannen van René en mij overeen zou komen, dan ja, luister goed, dan zullen ze René en mij officieel moeten toestaan naar Duitsland te gaan en daar naar school! Want als we daar eenmaal zijn, kan het ons geen steek meer schelen of we Jansen of Pie- tersen heten. Ten tweede: tot ons vertrek blijven we allebei bij onze werkelijke moeders; ik meen, ik bijbij mama en René, nou dat hoef ik niet verder uit te leggen. Nummer drie: er mag geen woord ge sproken worden over wat er gebeurd is! Door niemand! En geen vraag waar we geweest zijn en hoe en wat! En geen standjes! Ik geloof, dat u deze bepaling speciaal mijnheer Brackwieser zult moe ten voorleggen.... En ten vierde: On middellijk de politie waarschuwen, dat zij met deze zaak niets meer te maken heeft! En dat van nu af aan al! Als u dat niet doet, is er met mij niet meer te praten! Want dan dat met de politie, dat hebben we jullie het meest kwalijk ge nomen. Ziezo, dat is alles! En denkt U, nu nog, dat het doel zal hebben, deze voorwaarden thuis over te brengen?" Hans kijkt bedenkelijk. Maar een licht je tintelt in zijn ogen, dat Jo niet ziet; hij is zelfs nog jong genoeg om de gro teske voorwaarden van Jo te kunnen appreciëren! s „Goed", knikt hij. „Ik zal ze in elk geval thuis overbrengen.en hoe kan ik jullie bereiken voor het antwoord?" Jo denkt een ogenblik na. „Ik zal U vanavond nog opbellen", zegt hij dan. „Zo tegen tien uur". „Mooi! En.... waar zul je dan op bellen?" Bij Brackwieser, ik kan ze dan meteen vertellen, wat de dokter van René heelt gezegd". „En waar jullie.zo ongeveer zitten, oat wil je me liever niet zeggen, hè?" Energiek schudt Jo het hoofd. „Weet Dr. Zohagul het ook niet?" „Nee, en hij zal het ook niet te weten komenen gaat u nu nog naar hen toe?" Weer klinkt Jo's stem wantrou wend. Maar Hans Eckhart heeft een scherp gehoor. „Wil je liever, dat ik niet naar hem toe ga?" Waarderend kijkt Jo hem aan. „Ja, dat zou ik prettig vinden. En ik zou hel liefste willen, dat u nu weg zoudt gaan naar huis, en ons met rust laten en dat met de politie nu dadelijk in orde gaal maken". „En wat staat van jouw kant hier te genover?" (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1958 | | pagina 4