RANG is alleen RANG als er RANG op staat
goed boek
Boekhandel
Par k st raat
W
Jo of René
TEXEL'S HISTORIE
(Vervolg van pagina 1)
was door uitslibben en wier al geheel
onbruikbaar geworden. In 1852 was er bij
het provinciaal bestuur een request bin
nengekomen van een Amsterdamse oes
terhandelaar om gelden ter beschikking
te stellen voor verbetering van deze ha
ven, welke toen de „oesterhaven" was.
Er waren in die jaren n.l. vele oester-
banken bij Texel en de Texelse oesters
waren in de internationale handel zeer
gewild, omdat zij het houdbaarst waren
gebleken. In verband met verzending
naar het buitenland was deze eigenschap
natuurlijk van groot belang.
De Oudeschilder haven was dus inmid
dels „de" haven van het eiland geworden
en werd bijv. in 1856 aangedaan door 667
Nederlandse en door 1 buitenlands schip.
Deze getalllen hadden echter betrekking
op niet op Texel thuishorende vaartuigen.
De Texelse vloot bestond uit 2 stoom
boten en 44 gewone vaartuigen, wier
schippers op het eiland woonden.
Aan de haven van Oudeschild was ech
ter ook zo nu en dan wel wat te doen.
Tenminste lees ik, dat in 1858 de haven
belangrijk verbeterd werd en dat in dat
jaar definitief met het begrip „haven"
van Nieuweschild werd afgerekend. De
„directeuren" van die haven hadden in
dat jaar de havengronden in eigendom
overgedragen aan het waterschap der z.g.
gemeenschappelijke polders op Texel,
waardoor deze heren van al hun ver
plichtingen geheel waren ontheven en de
haven van Nieuweschild dus een eeuw
geleden precies „geschiedenis" was ge
worden.
Behalve vissen naar vis werd er door
Texelaars gevist naar oesters, naar wier
en ook naai stenen!
Zo kreeg in 1849 weduwe Guurtje
Lootsman, geb. Koffeman, tot wederop-
zeggings toe vergunning om aan de zuid
en noordwestzijde van het eiland, op een
afstand van hoogstens 50 tot 100 ellen uit
de zeeweringen, steen uit zee te vissen.
De weduwe zag blijkbaar in deze visserij
profijt, want zij liet een bok met wind
werk bouwen op een stevig vaartuig,
waarmede zij in dat jaar ongeveer 60 last
keien wist op te halen. Het waren keien,
zoals men ze in Noorwegen en Drente
vindt, dus vermoedelijk zwerfblokken, in
de ijstijd door de gletschers naar ons
land meegevoerd en waarvan de oer-
bewoners van Drente hun hunnebedden
bouwden. Ik heb tenminste nergens kun
nen vinden, dat hier sprake was van
keien, welke door de mens bijv. ter
beveiliging van de kust of een dijk in
zee waren gedeponeerd. In 1850 haalde
de bok van de weduwe 100 last keien op.
Het merendeel dezer rotsblokken ging
naar de Westfriese zeedijken om de gol
ven te breken van een al te rumoerige
zee.
Een ander onderwerp wat ten nauwste
met de zee verband houdt is het inpol-
deringswerk, waaraan het op Texel ook
niet heeft ontbroken.
Het heeft geen zin een volledig over
zicht van deze nuttige arbeid te geven,
temeer omdat het verhaal dan zeker
„taai" zou worden, wat ik in alle gevallen
wil vermijden. Daarom doe ik zo hier en
daar een paar grepen, welke duidelijk het
wel en wee doen zien verbonden aan het
droogmaken van land.
Zo ging het in 1847 met de indijking
van de Prins Hendrik polder aan de zuid
en oostzijde aanvankelijk lang niet naar
wens. Toen de bedijking tot op tweederde
was gevorderd stak op de 2ee septem
ber een harde wind op, gepaard aan
een meer dan gewoon hoge waterstand,
met als gevolg, dat de dijk op vele plaat
sen bezweek. De polder, die door z.g.
vorstkaden al van de zee was afgesloten,
vloeide weer geheel onder.
In 1848 waren 450 man bezig met het
herstel en de voltooiing van de dijken,
welke in dat jaar dan ook gereed kwa
men. De Prins Hendrik Polder was in
1848 geheel droog en kon in alle richtin
gen al worden doorkruist. De totale op
pervlakte bedroeg ruim 467 bunder, dij
ken, bermen, waterleidingen inbegrepen.
Door middel van sloten werd de polder
in 22 kavels verdeeld, terwijl nieuw ge
maakte wegen tot die kavels toegang
verleenden. Voor de waterstand was het
nodig de polder in 3 delen te verdelen.
Het land werd vlot in cultuur gebracht
en er stond zelfs al één boerderij. Het
verslag vermeldde: „Aanvankelijk dacht
men, dat de grond van zeer geringe
waarde zou zijn, doch is bij doelmatig be
stuur en goede behandeling vatbaar voor
goede opbrengst".
In 1850 stonden er al drie „kapitale
boerderijen" en 3 arbeiderswoningen, ter
wijl het land had opgeleverd 2740 mud
den graan, aardappelen en erwten.
Een jaar later rapporteerde het pro
vinciaal bestuur, dat men aan de dijken
van de nieuwe Prins Hendrikpolder
niets deed! Een slecht begin. Men vond
zeker, dat er reeds genoeg was geïn
vesteerd. Gedeputeerde Staten lieten een
ernstige waarschuwing horen. Zeer te-
ïecht.
Maar behalve die Pr. H. Polder tracht
te men nog meer land te winnen Toen
de Pr. H. Polder gemaakt werd bedijkte
men tevens een buitenschor van 2% ha.
en zaaide het met koolzaad in.
S. Keijser c.s. verzochten in 1847 toe
stemming om 200 bunders buitengronden
te mogen bedijken. J. L. Kikkert c.s. idem
voor ruim 492 bunder en D. de Graaf c.s.
hetzelfde voor 63 bunder ruim.
Ook lieden van buiten het eiland had
den belangstelling, zoals de heer P. Lan-
geveld te Hardinxveld, die 11 bunder
wilde bedijken. Hij had reeds ten noorden
van de Roggesloot, tegen de dijk van „het
Eijerland" 12 bunders ingedijkt. Dat
waren aan hem toebehorende buiten
schorren.
J. S. Daalder c.s. van Texel was ook
een landveroveraar. Hem gelukte de be
dijking van 14 bunder buitenschorren,
liggende tussen een gedeelte van de oude
dijk van de verdronken polder „Hoorn en
Burg" en de nieuwe dijk van de Pr. Hen
drikpolder
En tënslotte wil ik U even in vogel
vlucht het jaar 1858 laten zien, het jaar,
dat dus precies een eeuw achter ons ligt.
De totale bevolking van het eiland be
droeg toen 6141 personen, waarvan 3138
mannen en de rest vrouwen. Er waren
dus minder vrouwen dan mannen, zodat
er wel eens vechtpartijtjes geweest zullen
zijn om een meisje, veronderstel ik zo!
In 1858 werden 99 kindertjes geboren,
waarvan 5 tweelingen. Bij die tweelingen
waren de meisjes nu eens verre in
de meerderheid, want bij die 10 babies
was maaréén jongetje.
Men had in die dagen nog geen even
redige vertegenwoordiging en lang niet
iedereen was stemgerechtigd. Zo bezat
Texel in dat jaar maar 343 kiesgerech
tigden, zoals dat heette. Er was in 1858
juist gemeenteraadsverkiezing op Texel,
maar veel animo om mee te doen aan de
verkiezing was er niet. Nog geen derde
deel kwam op om zijn stem uit te bren
gen. Nu bestond er in die dagen ook nog
geen verschijningsplicht, zoals in ónze
tijd, want dan zou het beeld vermoedelijk
anders zijn geweest. Het raadslid C. Dijt
Hzn. was overleden en in zijn plaats werd
verkozen G. Schraag.
Een ramp was zeker, dat er in dat
jaar twee boerderijen afbrandden.
Een grote vooruitgang echter was de
nieuwe weg, welke aangelegd was tussen
Den Burg en De Waal. Het was een échte
„kunstweg" van bijkans 3 km. lengte en
2Vz el breed. Deze weg was aangelegd
door het waterschap der 29 gemeen
schappelijke polders.
Op het gebied der waterschappen werd
het eervol ontslag van de dijkgraaf van
het waterschap Waal en Burg zeker druk
besproken, evenals de benoeming van
zijn opvolger P. K. Kuiper en de benoe
ming van een zekere heer Mr. Blussée tot
heemraad van het waterschap Eijerland.
En zo bent U dan thans op de hoogte
van de daverende dingen op Texel een
eeuw geleden. Misschien vertel ik U bin
nen met al te lange tijd nog eens iets over
de wier-visserij en de oesterteelt van
Texel. Twee cultures, welke men niet
i meer kent, doch welke van grote beteke
nis zijn geweest.
COP.DlRK HART
WAT HET
IVOREN
BEELDJE
VERTELDE
19. SAMBO SLAAPT. De zon klimt snel
hoog boven de reuzenbomen van het
oerwoud uit. In de hut van Nogamba
wordt het zo heet als in een bakkers
oven, maar Sambo slaapt door. Oom
Sambo niet, die wordt wakker en bromt
tevreden als hij zijn kostbare hakmes
ziet liggen. Maar wat is dat bot gewor
den! Daar begrijpt hij niets van, want hij
weet natuurlijk niets van die omgehakte
boom. Zal hij Sambo wakker porren?
Och laat maar slapen denkt Oom Sambo,
ik ga eerst dat mes maar eens slijpen,
's Avonds komt Nogamba eens kijken,
geeft de vogel en het pantertje wat eten
en drinken en verdwijnt weer. Sambo
slaapt nog steeds en pas als het weer
licht begint te worden, wordt hij wakker
van het lawaai dat de dieren maken. De
papegaai heeft Panko zo lang geplaagd
tot deze hem te pakken heeft gekregen
en nu is Lorre in last.
Dat zal me een jager worden die Panko
en Sambo begint maar direct met hem
af te richten. Dagelijks trekt hij met
Panko het bos in. In het begin waar
schuwt het diertje alleen maar als er
buit in de buurt is, maar na een paar
maanden valt Panko dapper aan en moet
Sambo er heel vlug bij zijn om nog iets
van de buit te redden. Het is heel moei
lijk om die panter te leren dat hij de
jachtbuit niet verscheuren mag en
moet wachten tot hij zijn deel krijgt,
maar met veel geduld gelukt ook dat. Na
één jaar is Panko volwassen en een ster
ke lijfwacht voor Sambo geworden. Voor
de anderen is hij nog gevaarlijk genoeg
en ze zouden hem zeker doden als Panko
niet zoveel vlees in de pot bracht. Sambo
heeft nu een mooie stapel huiden om te
verkopen en hoopt dat Aboel Hassan, de
Arabische koopman gauw komen zal.
En eindelijk. ja.daar hoort hij de
tam-tam.
WAT VOOR WEER HEBT U STRAKS
IN UW VAKANTIE?
Is er wel één onderwerp denkbaar,
waarover meer wordt gesproken dan het
weer? Bij de kapper, in de tram en in de
trein, altijd is het weer een dankbaar
objekt voor mensen die niet direkt iets
anders weten te zeggen. Maar niet alleen
als bron voor conversatie is het weer
belangrijk. Het is het ook zondags als U
een dagje uit wilt, en helemaal belangrijk
wordt het als u met vakantie gaat.
Augustus is dé regenmaand, zegt de een,
blijf dan maar thuis. Welnee, zegt een
ander, regenen doet het altijd en overal.
Vorig jaar ben ik 14 dagen in juli weg
geweest. Wij hadden toen 2 regenbuiten,
één van 9 dagen en één van 5! Wij heb
ben geen stap buiten de deur kunnen zet
ten, het was ons geld in armoede ver
teren.
Ja, de regen kan in ons landje behoor
lijk parten spelen. Vooral de laatste jaren
was dat treurig. Eigenaars van pensions
en strandtentjes, organisatoren van per-
soneelsuitstapjes, voorstellingen in open
luchttheaters, landdagen, muziek- en
zangconcoursen zouden u daar alles over
kunnen vertellen. Zoals tegen elk ander
risico, heeft de mens echter pok gezocht
om zich tegen regen te kunnen verzeke
ren en met de zomer in zicht is het mis
schien interessant om u daarover iets te
vertellen!
't Begon in het smalste huis van
Amsterdam
Evenals zovele andere vormen van ver
zekering, stond de wieg van de regen
verzekering in Engeland. Als eerste land
van het continent volgde Frankrijk en
in 1921 was het mogelijk zich ook in
Nederland te verzekeren. Merkwaardig
was het, dat de regenverzekering in eer
ste instantie als een „reclameverzeke
ring" was bedoeld. Heel spoedig bleek
echter, dat de werkelijke behoefte aan
deze verzekeringsvorm zeer groot was. In
ons land werd de regenverzekering ge
ïntroduceerd door Lugt Sobbe Co.,
wel firma gevestigd is in het smalste huis
van Amsterdam. Wanneer u in Amster
dam bent, moet u zelf eens gaan kijken
op de Herengracht no. 554.
Natuurlijk was de regenverzekering
niet direct tot in de perfectie georgani
seerd. Allerlei kinderziekten moesten
worden overwonnen. In 1928, toen in
Amsterdam de Olympische Spelen wer
den gehouden, was de produktie echter al
aardig op gang. In dat jaar werd reeds
meer dan 100.000,premie gemaakt.
Dit was het gevolg van een enorme pu
bliciteit. Vele artikelen werden aan deze
nieuwe verzekering gewijd. De ouderen
onder onze lezers zullen zich dit waar
schijnlijk nog wel herinneren. Dat deze
publiciteit de populariteit van de regen
verzekering sterk ten goede kwam is be
grijpelijk. Het schade-percentage mocht
er echter ook zijn. Vele kleine, maar ook
vele grote claims werden uitbetaald.
Ook de laatste jaren zijn grote sommen
uitbetaald. Dat de regenverzekering in
Nederland gehandhaafd kan blijven, is
dan ook alleen te danken aan de brede
basis, waarop zij rust. Het uitermate
natte klimaat in Nederland levert over
het algemeen 'n niet te best resultaat op.
Dat de regenverzekering desondanks hier
toch blijft bestaan, komt alleen omdat de
maatschappij, waar deze verzekering
wordt ondergebracht, niet alleen in Ne
derland werkt, doch vrijwel over de ge
hele wereld. Andere landen met een be
ter klimaat maken het dus mogelijk, dat
de maatschappij haar regenpolis in Ne
derland kan handhaven.
Op koninginnedag komt de stroom al los
Het aantal objekten, dat jaarlijks tegen
regen wordt verzekerd, neemt steeds toe.
Elke gebeurtenis immers, die in de open
lucht plaats vindt en waarvan het succes
afhankelijk is van de weergesteldheid,
vormt een dankbaar objekt voor de re
genverzekering. In april komt de grote
stroom van aanvragen reeds los. Een
voorbeeld is Koninginnedag. Op deze dag
worden veel festiviteiten georganiseerd
en het zijn vooral de Oranjeverenigingen,
die er hoe langer hoe meer toe overgaan
de door hen georganiseerde feesten tegen
regen te verzekeren. Vanzelfsprekend is
het ook mogelijk zich gedurende langere
termijn tegen regen te verzekeren. Voor
al specifieke seizoenbedrijven zoals hotels
en pensions, restaurantbedrijven, dieren
parken, zweminrichtingen, botenverhuur-
bedrijven e.d. maken veel van deze mo-
gelijkheid gebruik. Het aantal mogelijk
heden op regenverzekeringsgebied is
legio. Naast de reeds vermelde polissen
kent men de „WV-Arnhem-polis" en de
„Vrije-dag-Pluvius-polis". Dit zijn de
polissen, waarbij gedurende een aantal
uren per dag dekking wordt verleend
tegen een uniforme premie. Het nieuwste
op dit gebied is wel de „vakantie-regen
verzekering", welke in juni 1957 werd
ontworpen. Deze vakantie regenverzeke
ring biedt gedurende 7 dagen (dag en
nacht) een dekking tegen regenschade,
tegen een premie van slechts 10%, waar
bij de verzekerde zelf kan vaststellen of
hij voor een uitkering in aanmerking
komt of niet.
Ga de vakantie beschermd tegemoet
Voor een „Vakantie-Regenpolis" wordt
afgesloten dient eerst nog een keuze ge
maakt te worden uit een van de tien
Hoofdstations van het K.N.M.I. Deze
Hoofdstations zijn:
1. Den Helder; 2. Ypenburg, 3. Vlissin-
gen; 4. Leeuwarden; 5. Vliegveld Eelde;
6. Schiphol; 7. De Bilt; 8. Vliegveld
Twente; 9. Eindhoven; 10. Vliegveld Zuid
Limburg.
Wanneer de nieuwslezer van de A.N.P
Nieuwsdienst dus op een morgen in de
maand juni zegt: „Vliegveld Eelde
neerslag 5,6 mm...." dan kan dit voor
U een uitkering van de door u verzeker
de dagsom betekenen, wanneer u de „Va
kantie-Regenpolis" tenminste hebt afge
sloten met vermelding van het regensta
tion „Vliegveld Eelde"!
Het kan voorkomen, dat in nachtelijke
uren een fikse bui precies voldoende mil
limeters regen brengt om uw uitkering
veilig te stellen, zodat u dan toch nog de
volgende morgen onder een stralende zon
uw vakantiegenot kunt beleven. In dat
geval hebt u geluk gehad! Het kan ook
voorkomen, dat Uw vakantie geheel in
stromen regenwater ondergaat. De uitke
ring van de „Vakantie-Regenpolis" ver
zacht dan aan het eind van uw vakantie
toch nog iets van uw teleurstelling.
En het is bij dit alles toch een waarlijk
sportief genoegen om iedere morgen door
uw radio even te horen, hoe uw regen
uitkering er voor staat! Daarbij is het
prettig te weten, dat een objectief insti
tuut als het K.N.M.I. te De Bilt uw „re-
gen-belangen" behartigt. Maar u moet
natuurlijk niet boos worden, wanneer u
hoort, dat het op het door u gekozen
regenstation droog was, terwijl het elders
regende. Want die kans zit er natuurlijk
ook in.
Voor een
•der Rangetje
Het merk RANG staat duidelijk op iedere Rangrol, alsook op het beschermend omhulsel van
RANG, een product van de Kingfabrieken
HG
ïeuilletoD
door H. Westenberg
71. „Omdat er in dit land dingen gebeu
ren, beste Jo, waartegen jullie niet op
gewassen bent. In een ander land...."
Woedend buigt Jo het hoofd. Zijn ge
zicht is vuurrood: al zijn innerlijke el
lende, die hij zo zorgvuldig voor de man
voor hem verbergen wil, verschijnt plot
seling in zijn ogen, die de ander donker
grijs aanzien! „Wij zouden immers al
lang uit dit land wegzijn, als René niet.
Hij bedenkt zich en zwijgt, maar na
diep adem gehaald te hebben, vervolgt
hij; „René is ziek geworden. We durfden
niet verder te gaan. Daarom ben ik ook
hier bij deze dokter gekomen. En daarom
alleen is het u gelukt me te pakken te
krijgen!"
Hans maakt een afwijzende beweging.
„Ik heb je toch niet te pakken gekregen!
Wat een dwaze uitdrukking! Ik ben al
leen maar blij, dat ik je toevallig heb
ontmoet. En mag ik misschien weten,
wat René mankeert?"
Jo zwijgt. Mag ik het zeggen, vraagt
hij zichzelf af. „Mag ik ze onder deze
omstandigheden weer laten lopen, zonder
te weten, waar ze zitten?" peinst Hans.
Zou ik maar niet meteen ingrijpen? Och
nee, liever niet, eerst nog maar eens pro
beren wat ik zo bereiken kan
„Jo", verbreekt Eckhart eindelijk de
stilte, „Jo, je zegt, dat René ziek is. En
ik denk, dat hij tamelijk ernstig ziek is,
anders zouden jullie immers met meer
hier geweest zijn, nietwaar? Maar hoe
moet dat nu verder gaan? Ik denk, dat je
zelf al gedacht hebt, dat het beste zou
zijn, maar niet verder te gaan. kijk
eens, het zou toch heel begrijpelijk zijn.,
als jullie terug zouden komen omdat
René ziek is, niemand in de wereld zou
je dat kwalijk kunnen nemen of voor laf
houden. Integendeel, ik zou mijn hoed
voor jullie afnemen! Want niet iedereen
zou de moed hebben een doel op te ge
ven, dat hij al bijna bereikt heeft
Dus Jo, denk er nog eens goed over na!
Zouden jullie niet weer naar huis willen
komen? Zou het vooral voor je zieke
vriend niet het allerbeste zijn? Als je
het niet doet, is het een heel grote ver
antwoordelijkheid voor je.
Nu trekt ook Jo langzaam zijn benen
op de vensterbank, trekt ze omhoog, legt
zijn hoofd op zijn knieën en slaat zijn
armen er omheen. Zo zit hij lange tijd
zonder zich te verroeren. Een stroom van
gedachten en beelden danst door zijn
hoofd. Och, eigenlijk heeft hij al honderd
maal hetzelfde gedacht en overwogen?
En per slot van rekening; als hij nu terug
zou gaan omdat René ziek is, zou dat
toch immers geen rederi hoeven te zijn
om later niet weer te gaan.tenmin
ste als ze daarginds met hun onzinnige
ruilerij en bloedtest tot een resultaat zou
den komen, dat niet met de ideeën van
hem en René zou overeenkomen.
„En denkt u", begint hij eindelijk voor
zichtig, „dat als wij terug zouden komen,
thuis alles bij het oude zou blijven?"
Hans kijkt radeloos in het rond. Dat is
een erg lastige vraag, die de jongen hem
nu stelt! Alles bij het oude? Juist nu
vijf minuten voor de beslissing? Dat zou
Leotine toch nooit doen!
Hij moet voorzichtig zijn om het
kleine vertrouwen van de jongen, dat hij
nog nauwelijks bezit, niet nu al dadelijk
door een verkeerd woord of een belofte,
die niet nagekomen kan worden, te ver
liezen. Liegen en zeggen, dat alles bij
het oude zal blijven? Nee, dat wil hij
niet. Ook niet als dat de enige manier
zou zijn om hem thuis te krijgen. Maar
wat dan? Hij tracht zich door een weder
vraag te redden: „Zou dat jullie voor
waarde zijn om terug te komen?"
Jo kijkt hem tussen zijn armen door
aan. „Voorwaarde heeft hij gezegd?
O, zo, ze verwachten dus, dat hij en René
voorwaarden zullen stellen? Of ten
minste, ze zullen er op in gaan als ze het
doen! Dat is een nieuw gezichtspunt! Hij,
Jo, schijnt in deze geschiedenis dan toch
eindelijk ook eens een woordje te mogen
meespreken....! Hij verbergt zijn hoofd
weer in zijn armen en sluit zijn ogen een
paar seconden, in diep nadenken. Dus ze
schijnen nu toch een beetje bang voor
hem te zijn, constateert hij met innige
voldoening. Waarschijnlijk heeft mamma
gezegd: „Het kan me allemaal niets meer
schelen, als de jongen maar terugkomt!"
Jawel, dat zal zij gezegd hebben; en wat
zal hij nu doen? Hij moet er van profi
teren, natuurlijk, en gauw ook en flink!
Want wie weet of morgen, als het ten
slotte zou blijken, dat René zieker is, dan
ze denken, de blaadjes niet omgekeerd
zullen worden. En.
Plotseling springt Jo op en gaat vlak
voor Hans Eckhart staan. Hij weet op
eens wat hij wil. „Ik heb meer dan één
voorwaarde eer ik weer naar huis zou
gaan", zegt hij zacht, terwijl de besluiten
zich pijlsnel vormen in zijn hoofd.
„Meer dan één voorwaarde", herhaalt
hij nadrukkelijk. „Ten eerste zou alles
moeten blijven zoals het was.of ten
minste. nee, laat mij nu uitspreken!
Ik weet al wat U zeggen wilt.dat wil
zeggen, als mevrouw Brackwieser er op
blijft staan om die bloedtest te laten
maken en als daarbij iets voor de dag
zou komen, dat niet met de plannen van
René en mij overeen zou komen, dan ja,
luister goed, dan zullen ze René en mij
officieel moeten toestaan naar Duitsland
te gaan en daar naar school! Want als we
daar eenmaal zijn, kan het ons geen
steek meer schelen of we Jansen of Pie-
tersen heten.
Ten tweede: tot ons vertrek blijven we
allebei bij onze werkelijke moeders; ik
meen, ik bijbij mama en René, nou
dat hoef ik niet verder uit te leggen.
Nummer drie: er mag geen woord ge
sproken worden over wat er gebeurd is!
Door niemand! En geen vraag waar we
geweest zijn en hoe en wat! En geen
standjes! Ik geloof, dat u deze bepaling
speciaal mijnheer Brackwieser zult moe
ten voorleggen.... En ten vierde: On
middellijk de politie waarschuwen, dat zij
met deze zaak niets meer te maken heeft!
En dat van nu af aan al! Als u dat niet
doet, is er met mij niet meer te praten!
Want dan dat met de politie, dat
hebben we jullie het meest kwalijk ge
nomen. Ziezo, dat is alles! En denkt U,
nu nog, dat het doel zal hebben, deze
voorwaarden thuis over te brengen?"
Hans kijkt bedenkelijk. Maar een licht
je tintelt in zijn ogen, dat Jo niet ziet;
hij is zelfs nog jong genoeg om de gro
teske voorwaarden van Jo te kunnen
appreciëren! s
„Goed", knikt hij. „Ik zal ze in elk
geval thuis overbrengen.en hoe kan
ik jullie bereiken voor het antwoord?"
Jo denkt een ogenblik na. „Ik zal U
vanavond nog opbellen", zegt hij dan.
„Zo tegen tien uur".
„Mooi! En.... waar zul je dan op
bellen?"
Bij Brackwieser, ik kan ze dan meteen
vertellen, wat de dokter van René heelt
gezegd".
„En waar jullie.zo ongeveer zitten,
oat wil je me liever niet zeggen, hè?"
Energiek schudt Jo het hoofd.
„Weet Dr. Zohagul het ook niet?"
„Nee, en hij zal het ook niet te weten
komenen gaat u nu nog naar hen
toe?" Weer klinkt Jo's stem wantrou
wend.
Maar Hans Eckhart heeft een scherp
gehoor. „Wil je liever, dat ik niet naar
hem toe ga?"
Waarderend kijkt Jo hem aan. „Ja, dat
zou ik prettig vinden. En ik zou hel
liefste willen, dat u nu weg zoudt gaan
naar huis, en ons met rust laten en dat
met de politie nu dadelijk in orde gaal
maken".
„En wat staat van jouw kant hier te
genover?"
(Wordt vervolgd).