Op broedplaats „De Schorren zagen weer talloze vogels het levenslicht U REIST - Raadsel in Nijmegen BEWONERS VAN JXMTLAND (ZWEDEN) OP TEXEL Hier volgt het tweede artikel: Ieder Hollands kind leert op school dat Texel het vogel- en schapeneiland is, en dat is natuurlijk waar zoals alles waar is wat men op school leert. De vogels ziet men niet zo veel hier in het dorp, indien men de duizenden mussen niet meetelt. Maar men behoeft niet ver het dorp uit te gaan om te zien dat het hier een vogel- paradijs is. Schapen daarentegen ziet men overal, tot zelfs in het dorp. Het is niet de bedoeling dat ze zich op de alge mene wegen begeven, maar men moet er op voorbereid zijn, dat men ieder ogen blik en waar dan ook een schapenkudde ontmoet. Hun geblaat hoort men overal en altijd. Texel is een blatend eiland. Eigenlijk wist ik niet zoveel van de landbouw hier en daarom ging ik de dorpsstraat op gisteravond en interview de een paar klompendragende dorpsbe woners, de eerste de beste, die ik tegen kwam. Ik kreeg alles te weten wat ik weten wilde behalve hoeveel de land bouwer verdient. Dat is natuurlijk een even groot geheim op Texel als in Jamt- land. Het gesprek wees uit, dat alle boe ren op dit eiland schapen hebben. Moge lijk in doorsnee 40-50. Maar men zegt dat er een oude boer is die er 300 heeft. Men krijgt 4 kg. wol per jaar van een vol wassen dier. Dat is niet zo'n geweldige opbrengst, alhoewel, schapenvlees brengt natuurlijk ook wat op. Vroeger molk men de schapen, maar nu zijn er nog maar enkelen, die de vette schapenmelk win nen. Schapenkaas is een zeldzaamheid, haast nog ongewoner dan geitenmelk thuis bij ons. Overigens zijn er behoorlijk wat geiten op Texel. De koeien zijn ge williger en rustiger dan de blatende schapen, maar die hebben begrijpelijker wijs grotere economische betekenis. De boeren hebben over het algemeen onge veer 10 melkkoeien, doch zeer weinigen hebben een melkmachine. Het melken is hier mannenwerk. Er zijn wel enkele boerinnen die melken, maar dat is beslist een uitzondering. Natuurlijk telen de boeren ook graan en aardappelen, maar de grond is zandig en ziet er tenminste niet vet uit. Ook is er bollenteelt op het eiland. In de narcissenteelt heeft men zich gespecialiseerd. Hoeveel de landbouwers verdienen, daar komt men niet achter, doch ik vond dat ze er uitzagen alsof ze een goed be staan hadden. Bos hebben de particulieren niet. Alle bos is geplant en eigendom van de staat. De meeste bossen zijn pas 50 - 60 jaar oud. De boeren waren uiterst sceptisch rond het jaar 1890 toen er sprake was van bosbeplanting. Dat zou nooit lukken op dit winderige eiland. Doch het ging goed en de bossen zijn werkelijk prachtig met idyllische fietspaden links en rechts. Men heeft reeds een heel deel afgewerkt de bossen groeien erg vlug hier. Maar ik zou nog iets vertellen over de inkomsten van de landbouwers. Ik geloof zeker dat dat goed is en de levensstan daard is naar Hollandse begrippen zeer goed. Gezelschapsreizen zijn geweldig populair onder de Texelse landbouwers. De rector (directeur) van de Landbouw school regelt deze. De boeren waarmee ik sprak in de dorpsstraat waren in Dene- Van de week kwamen we weer eens tot de overtuiging, dat waar volk is, volk wil wezen: in Den Burg was het zeer, zeer druk. De straten waren gewoonweg Kalverstraten wat de drukte aangaat. Er kon in Den Burg zelf geen auto meer bij en dat wil wat zeggen, want het nieuwe parkeerterrein aan de Burgwal kan heel wat voertuigen bergen. Toch ontstond nergens een opstopping van betekenis, wat mede te danken was aan de politio nele verkeersleiding op de strategische punten van Texels city. We dachten daaraan, toen we een praatje maakten met de vogelwachters van ,,De Schorren", het aan de buiten zijde van de Waddenzeedijk gelegen na tuurreservaat van „Natuurmonumenten". U vindt het (wellicht met veel spul en moeite, want U moet diverse hekken ope nen èn zorgvuldig weer sluiten) ergens ten Noorden van de Molen van het Noorden. In Den Burg maandags duizenden men sen, maar op die groen-begroeide Schor ren het hele zomerseizoen door duizenden vogels, die daar niet alleen inkopen doen, maar er ook nog jongen verzorgen, wo ningen bouwen en indringers van het lijf houden. Is Den Burg iedere maandag een dorp van vastgestelde omvang, „De Schorren" tonen tweemaal per dag een ander beeld, want de zee dringt om de twaalf uur landinwaarts: dan verdwijnen grote stukken terrein onder de zeespie gel. De vogels houden daar uiteraard re kening mee: ze bouwen hun nesten op hoogten of hogen ze behoorlijk op. Ze houden rekening met een normaal tij water, maar een springvloed doet hun altijd weer de das om. Dan spoelen die nesten die in de gevaarlijke zone liggen finaal weg. De vogels dienen dan weer opnieuw met de gezinsuitbreidingsmaat regelen te beginnen: opnieuw nestmate riaal aanslepen enz. enz. Een honderdtal paren visdiefjes is daar dit seizoen de dupe geweest van een waterstand waar niet op gerekend was. De vogelwachters vonden n.l. drie weken geleden nog een honderdtal visdiefnesten en daaruit blijkt, dat deze vogels een tweede (of derde?) broedpoging van plan waren. Toen die abnormaal hoge waterstand de nesten had overspoeld hebben de vogel- wachters nog gedaan wat ze konden en allerlei nog min of meer in tact zijnde nesten opgehoogd, maar veelal wordt die medewerking door de betrokken belang- marken en Duitsland geweest. De ene was als echte Hollander op zijn klompen mee gegaan, de hele reis. Een enkel keertje deed hij ze uit op zijn reis door Duitsland en dat was toen hij in Keulen de Dom ging bezichtigen. Toen liep hij op zijn sokken. De volgende reis willen zij naar Frankrijk gaan. Wie weet komt er op een dag nog eens een bus met bewoners van Texel op klompen hierheen. En dan klossen ze rond op onze straten en wegen. Ze zijn zeker welkom. G. S. hebbenden niet eens gewaardeerd en ke ren zij de oude nesten de rug toe. Dat tweede broedsel ging dit seizoen trouwens opnieuw verloren en omdat het naar de opvatting van de vogels al wat laat in het jaar werd, voelden ze niets meer voor een derde poging. We kwamen op advies van opzichter Boot bij „De Schorren" toen de vloed liep. Dan lopen ettelijke bunders droog gevallen grond weer onder. Op die plaat sen plegen regelmatig duizenden (of tien duizenden?) vogels voedsel te zoeken. De zee dringt ook hen terug en op eenmaal gaan ze op de wieken om aan de andere kant van de dijk een weiland op te zoe ken. Een uurtje schafttijd wordt ook door de vogels op prijs gesteld. En zo zagen we daar op emge stukken weiland achter de boerderij „Irene Hoeve" van de fami lie Rutten van de week talloze scholek sters en rose grutto's zitten, ja talloze, hele legers van vogels. Het was werke lijk imponerend en wij herinneren ons niet ooit zoveel vogels bijeen te hebben gezien. Aan de grond tenminste niet! Ze wachten er rustig de tijd af, dat de eb weer een kans zou krijgen. „De Schorren" hadden een groene tint. De vogelwachters zeiden, dat die kleur veroorzaakt werd door het overvloedig groeiende spartinagras. Dit is een ver haal op zichzelf: jaren geleden werd deze grassoort door het bestuur van polder Het Noorden geïmporteerd uit Italië met het doel de schorren te versterken. De schorren liggen namelijk voor een nage noeg geheel onbeschoeide dijk. De voor de dijk liggende gronden vormen een eer ste barricade, welke de zee ontmoet bij haar poging een verrassende aanval op het eiland zelf te ondernemen. Dat spartinagras groeide er echter allengs zo weelderig, dat de andere vegetatie, met name het lamsoor, in de verdrukking kwam. Dat is erg jammer, omdat het lamsoor een prachtig blauw-paars bloempje rijk is en die duizenden bloemp jes leggen samen een roze gloed over het Schorren-kleed. De vogels zelf storen zich overigens niet aan de aard van de plantengroei: de grote sterns hebben er ook dit jaar weer indrukwekkende aan tallen jongen groot gebracht, al waren ze nu dan wat minder in aantal dan we wel gewend zijn. Maar dat was niet de schuld van deze vogels, doch van een parasiet, die zich in de luchtpijp van de jonge vo gels vestigde. Daaraan zijn heel wat vo gels ten gronde gegaan. Deze kwaal schijnt ook in andere broedkolonies de nodige slachtoffers te hebben gemaakt. Dan lagen er weer erg veel kapmeeuw- nesten. Het feit, dat ze jaar in, jaar uit door de vogelwachters danig dwars wor den gezeten en hun eieren bij manden tegelijk zien wegvoeren, kan hun blijk baar niet weerhouden ieder jaar opnieuw een broedpoging op De Schorren te wa gen. Misschien veronderstellen ze, dat de aanhouder wint. De scholeksters waren ook weer goed WAT HET IVOREN BEELDJE VERTELDE Wat het IVOREN BEELDJE vertelde 34. De scheepsjongen is een ver neefje van Sambo. Hij schreeuwt iets in zijn moedertaal, waar alleen Aboel-ben-Has- san een paar woorden van begrijpt. Maar dan begint ook de uitkijk te brullen: „Land, land, land" en zien ze allemaal aan de kim een blauw waasje, dat ook wel een wolkje kan zijn. Het is echter wel degelijk land en bovendien nog het doel van de reis: China. Dat zien ze een uur tje later duidelijk aan een pagode, een toren met wel twintig daken boven el kander. Zo worden ze alleen in China gebouwd en dan nog maar in de grote steden. Aan het water is te zien, dat ze de monding van een grote rivier naderen. Het water wordt vuil en er drijft allerlei afval rond, tot hele bomen toe. Aboel moet intussen als scheidsrechter optre den, want de negerjongen en de uitkijk zijn hevig aan het vechten gegaan. We ken geleden heeft Aboel een prijs uitge loofd voor wie het eerst „land" zou roe pen als China in 't zicht zou komen. Hij is echter de enige aan boord, die de jongen in zijn eigen taaltje „land" heeft horen roepen en nu is Leiden in last. De jonge koopman is echter zo blij dat het einddoel nabij is, dat hij de kampioenen allebei een mooi mes geeft, op voorwaar de, dat zij elkaar er niet mee in reepjes zullen snijden. De bemanning staat nu, volledig bewapend, met een gepast wan trouwen de voorbij varende schepen te bekijken. E rkan wel eens een luie piraat zijn, die heel dicht bij huis naar buit zoekt. Ze zijn pas zeker dat alles goed gaat, wanneer ze bij een vrij plaatsje de tros uitgooien. Een jonge Chinees, die in ons verhaal een grote rol speelt, vangt die tros handig op en maakt hem vast. vertegenwoordigd. Er lagen laat in het seizoen nog vele nesten. Ze broeden hier kennelijk later dan op andere kolonies op het eiland. De scholeksters versieren hun nesten hier met kokkelschelpen. De bouwsels zijn een plaatje waard en vele toeristen stellen hun camera dan ook in als ze een scholeksternest ontdekken. Toeristen uit binnen- en buitenland: Amerikanen, Engelsen, Fransen, Zweden en Zwitsers. Allemaal over het onbegaanbare dijk paadje ten noorden van het Prins Hen drik Hotel. Dit jaar zijn er minder vo gelliefhebbers komen opdagen dan an ders. Ook in het Prins Hendrik hotel, waar sinds enige jaren weer Coca Cola, koffie en thee gedronken kan worden jammer, dat Floris Dekker's pand niet meer mensen trekt vernamen we, dat het erg slapjes is wat de stroom toeristen aangaat. Een Duitse gast had de waardin echter verzekerd, dat hij wel de nodige reclame voor haar zou gaan maken en dat hij wel de bijbehorende referenties zou verstrekken. Inderdaad is dit 'n rus tige en zenuwsterkende omgeving. En om de zenuwen te stillen behoeft ge heus niet van vroeg tot laat in het hoge gras van de dijk te liggen luieren: U kunt de vogels volgen, U kunt de schepen volgen, U kunt er vis vangen, maar natuurlijk buiten de dijk, want anders zoudt U maar in conflict komen met de palingvisser van het Kanaal door het Noorden. Terwijl wij die aantekening maakten vloog er pardoes een oeverzwaluw langs. Die hebben hun domein aan de rand van de in februari 1953 ontstane dijkdoor braak in de Eendrachtpolder. Ook zagen we de fijnvleugelige Noorse sterns. En tenslotte: de trekvogels, want de vogeltrek is al weer lang aan de gang, zoals U weet. Trekvogels trekken altijd bij tienduizenden tegelijk. Dat is vooral de gewoonte van de bonte strandlopers, de kanoetstrandlopers (bruin op gevor derde leeftijd, grijs in de kinderschoenen) Op De Schorren scharrelen ook weer verscheidene bergeenden families rond. Zij komen daar als de jongen in staat zijn de trek naar zee tot een goed einde te brengen, want deze vogels broeden bij voorkeur in de duinen. In het voorjaar heeft de eidereend er met zes nesten gebroed. Ze zaten prachtig gecamoufleerd in het hoge spartinagras. Ook mogen we de aanwezigheid van de fraaie lepelaars niet onvermeld laten. De jongen, in jeugdkleed, voelen zich al weer hele branies. Waar halen die de energie vandaan om over enkele maan den al weer voor een vliegtocht van dui zenden kilometers op te stijgen, want zoals bekend brengen ze de wintermaan den aan de oevers van de Nijl door. „De Schorren" tenslotte zijn ook een geliefd oord voor vogelwachter Teun Brouwer, die dit jaar, in maart, zijn tach tigste verjaardag heeft mogen vieren en nog altijd actief is. Hij is, als we ons niet vergissen, al meer dan 50 jaar in dienst van „Natuurmonumenten". „Ik kan nu eenmaal niet thuis zitten", zo zei hij, „ik moet iets om handen hebben en pra ten over de goeie ouwe tijd kan ik altijd nog KAMPEERVERBOD IN APELDOORN NU OOK VOOR „EIGEN" GROND Veel kampeerders in de gemeente Apeldoorn zullen op staande voet moeten vertrekken naar de officiële kampeerter- ïeinen. De gemeenteraad heeft namelijk een wijziging van de kampeerverorde- ning aangenomen, waardoor het voortaan verboden zal zijn buiten de officiële kam peerterreinen te kamperen, ook als men aat op eigen grond doet. Alleen als er ook een woning op die grond staat mag het nog. De achtergrond van dit besluit vormt de ontduiking van de kampeerverorde- ning, die de laatste jaren op vrij grote schaal geschiedde, doordat eigenaren hun grond in kleine stukjes verdeelden, dik wijls zo klein, dat er maar net een tent op kon staan. Deze stukjes grond wer den per advertentie te koop aangeboden en er waren inderdaad vele liefhebbers voor zo'n „eigen" stukje kampeerter rein. Men behoefde zich dan immers geen plaats te zoeken op de vaak drukke offi ciële kampeerplaatsen, omdat de ver ordening kamperen op eigen grond toe stond. Door de wijziging van de verorde ning zijn de meeste bezitters van deze stukjes grond, meestal stedelingen onder wie veel Amsterdammers, gedu peerd. De stukjes zijn namelijk zo klein, dat zij voor ieder ander doel waarde loos zijn. SPORTNIEUWS S.V.C. Zondagavond werd bij uitstekend we de jaarlijkse veteranenwedstrijd gespee tussen De Cocksdorp en Eierland. Voi jaar werd de beker door Eierland wonnen, maar nu wisten de Cocksdorpe door een 40 zege de beker aan I Cocksdorp te houden. In deze wedstrijd wist C. na een h« uur een 10 voorsprong te nemen da hun actieve linksbuiten. Eierland, hoev spelend met 10 man, verweerde zich he tig, maar slaagde er niet in om in stand verandering te brengen. Zo kwa de rust met een 10 voorsprong voor Cocksdorp. Na de thee is het elftal van Eierlai ook compleet en direct wordt het Cock dorp doel onder druk gezet. Een ha schot wordt goed gestopt door de C.-do( man en even later vliegt de bal buit het bereik van de keeper tegen de pai Het zit de Eierlanders niet mee in de fase van de strijd. Uit een ongevaarlij aanval van Cocksdorp wordt de sta onverwachts 20. Met dit doelpunt v« de beslissing en geeft E. zich gewonne In de resterende speeltijd moet de ui stekende spelende E-keper nog twee ma vissen. Zo komt het einde met een 4- overwinning voor De Cocksdorp. De ker werd later in Hotel De Hoop met e toepasselijk woord door de voorzitter, heer Jo de Graaf, aan de Cocksdorp ploeg uitgereikt. Tot het volgend ja maar weer. De loterij om de SVC-beker werd eve eens die avond gehouden. Zondag 17 aug. worden de volgen wedstrijden gespeeld. Tex. Boys 1-Oi terend 1, aanvang half twee; SVC ZDH 1, aanvang 3 uur. De Koog 1 looi vrij. Deze keer krijgen vier spelers t richt voor het klaar maken van het te rein. Willen deze heren er voor zorgi dat alles goed wordt verzorgd, daar de wedstrijden geheel volgens de KNV regelmaat gespeeld worden. MAINZ IN HET TEKEN VAN ESPERANTO Toen de eerste groepen Esperantist enige dagen voor de aanvang van wereldcongres in Mainz aankwam werden zij verrast door de aanblik vi een stad in feesttooi. Bij het station w< perden 2 grote Esperanto-vlaggen, flankeerd door de vlaggen van de 40 v ken, die op het congres waren vertegf woordigd. De voornaamste straten waren versif met de vlaggen van 135 Duitse sted wier burgervaders op deze wijze een w kom wilden toeroepen aan de congress ren uit zoveel verschillende landen. Ov al waren grote biljetten aangebrac die mededelingen over het congres vatten, terwijl alle trams gepavoise< waren. Het was het mooiste zomerweer, men zich wensen kon, toen de burj meester van Mainz, de heer Franz Ste in gezelschap van Mevrouw Stein, z naar het prachtige museum voor meinse en etrurische kunst begaf om 3-daagse seminarium van de Haagse peranto-leraar, Andreo Cseh, te open De bedoeling hiervan was de zogenaan Cseh-methode practisch te demonstrei voor toekomstige internationale Espen to-leraren. De burgemeester ble vloeiend Esperanto te kunnen sprek evenals Mevrouw Stein. De cursus wi een groot succes, waaraan uiteindelijk personen uit 17 landen deelnamen. Het congres waaraan 2000 men: deelnamen, werd zondagmorgen evenei door burgemeester Stein geopend in genwoordigheid van vele Duitse re ringsautoriteiten. Na de openingsn kwamen de officiële vertegenwoordig van verschillende regeringen op het dium om het congres geluk te wensen. Nederlandse regering was vertegenwo digd door Ir. J. R. G. Isbrücker uit I Haag. De feestrede werd uitgesproi door Prof. Dr. Ivo Lapenna (Joegoslav Op de toneelavond werd „Spoken" de Noorse schrijver Ibsen opgevoerd Esperanto-vertaling door het Internal nale Kunsttheater in Parijs, dat schillende Joegoslavische acteurs haar leden telt. rustiger en prettiger als u voor uw bootovertocht treinreis vooraf plaatsbewijzf baalt bij de V.V.V. FEUILLETON door G. PLANTEMA 12. „Hebben uw mannen intussen in de omgeving al iets gevonden?" informeerde Ohlquist. Voordat Broekman antwoord kon ge ven, hoorden zij haastige voetstappen in de vestibule. Ze zagen een man in burger voor de dag komen. Hij liep vlug op de inspekteur toe. „Ha, rechercheur", riep deze „Iets ontdekt?" „Jawel, inspekteur," hoorden zij. „In de struiken, ongeveer vijftig meter van het tuinhek, vonden we nog een lijk!" „Zo!" riep Broekman uit. „Wie is er nog meer vermoord? Weet je dat al?" „Het is een kleine, donkere man", ver telde de rechercheur. „Hij is met een mes doodgestoken. De moordenaar had hem zo'n beetje onder de struiken verborgen". „Dan moeten we dadelijk gaan kijken". Zij volgden de rechercheur naar buiten. De man bracht hen naar het inrijhek. Hij wees hun toen de weg langs de afraste ring van de grote tuin. Het huis stond, evenals dat van de Nabarescu's, in een tuin, die het hele terrein tussen de twee evenwijdig lopende wegen besloeg. Dit was ook het geval met de villa, die ver derop stond. Maar tussen de beide om heinde tuinen lag een stuk bos. De grond onder de bomen was dicht begroeid met struiken en ongeveer tien meter van de weg zagen zij boven de takken uit, de hoofden en uniformpetten van een paar agenten, die in een kring op een bepaalde plek stonden. Zij stonden bij een struik. Onmiddellijk ontdekten de beide inspek- teurs en de advokaat, dat half onder de neerhangende takken en twijgen verscho len een menselijk lichaam lag. Duidelijk waren de benen te zien, gehuld in grijze broekspijpen. „De Roemeen!" riep Broekman. Het was dr. Maroniu, die daar voor over op de mosgrond lag. Hij vertoonde, zoals hij daar lag, geen zichtbare sporen van misdrijf. Doordat het lichaam voor over lag, was het bloed dadelijk op de grond gevloeid en het droge mos had het opgezogen, zodat zich slechts onder de plaats, waar het lichaam zich bevond, een vochtige plek had gevormd. „Hij heeft dus bij het achtervolgen van de moordenaar de dood gevonden, de arme kerel", stelde Broekman vast. „Gro te genade, de man, die dit gedaan heeft, moet over ijzeren zenuwen beschikken. Is het mes er niet?" „Geen spoor van te vinden", antwoord de de inspekteur. Op de droge, overal met mos of gras begroeide grond was van voetsporen niets te vinden. Van de dader ontbrak elk spoor. Er was geen enkele aanwijzing omtrent de richting waarin hij zich na zijn gruwelijke daad kon hebben verwij derd. De politiemannen hadden de gehele omgeving al nauwkeurig afgezocht, maar niets kunnen ontdekken. En op dit ogen blik, reeds enige uren na de moord, moest de dader zich al lang uit de voeten hebben gemaakt. De kelner Leesman, een gebogen, wit harige man, die al jaren in het concert gebouw was, kwam spoedig nadat de inspecteurs en Ernst in de villa Estella waren teruggekeerd. Maar veel nieuws kregen zij niet van hem te horen. Na tuurlijk, Leesman herinnerde zich goed het eigenaardige groepje, dat in zijn wijk had gezeten. De heer Van der Zuyden kende hij trouwens. Hij wist mee te delen, dat de nog onbekende jongeman alleen was binnengekomen. Later hadden zich de beide Roemenen en de Zweed bij hem gevoegd. Maar de kelner had niet kunnen vaststellen, of zij elkaar al ken den, omdat Leesman zich juist aan het buffet bevond, toen de drie de foyer bin nenkwamen. Hij wist wel te vertellen, dat de jongeman eerst alleen een glas bier besteld en dat hij onmiddellijk na de komst van de anderen met hen wijn had gedronken. Dit duidde er toch op, dat de vier tenminste geen vreemden voor el kaar waren, want het is geen gewoonte, een wildvreemde dadelijk uit te nodigen tot meedrinken. In villa Estella had Broekman zich geïnstalleerd in de kamer, die vlak bij de vestibule lag. Daar liet hij, nadat Lees man zijn verklaringen had afgelegd, de Zweed Jörgensen verschijnen. Deze for se, grijzende man maakte een bedaarde indruk. „U bent hier gekomen als gast van de iamilie Van der Zuyden?" begon de Nij meegse inspecteur. „Gedeeltelijk", antwoordde de Zweed. „Om u de situatie precies uit te leggen, ik ben hier ten dëTfe uit zakelijke over wegingen. U weet misschien, dat de heer Van der Zuyden een liefhebber was van kostbare juwelen? Welnu, ik ben juwe lier en ik meen, dat mijn naam bij inge wijden geen ongunstige klank heeft. Een paar jaar geleden heb ik de heer en mevrouw Van der Zuyden leren kennen, toen zij Stockholm bezochten en in mijn zaak kwamen. In juli, begin van die maand, was ik in Parijs voor zaken en daar heb ik de heer Van der Zuyden toe vallig weer ontmoet. Hij vertelde mij, in onderhandeling te zijn over de aankoop van een kostbaar parelsnoer en nu wilde het, dat ik juist dit soort parels bijzonder heb bestudeerd. Ik weet niet met wie hij onderhandelde. Hij nodigde me uit, op mijn terugreis van Parijs naar Stockholm bij hem te komen om het snoer te be kijken en er mijn oordeel over uit te spreken. Zo kwam ik hier verleden week. Maar het bleek, dat het bewuste parel snoer nog niet ter beschikking was". „De verkoper bevond zich niet in Nij megen", vervolgde de Zweed, „en de heer Van der Zuyden zou hem vragen, zo spoedig mogelijk te komen. Voorlopig zou ik als gast hier blijven. Ik had daar geen bezwaar tegen, omdat ik toch met vakan tie wilde gaan, zodra ik in Zweden terug zou zijn. Ik beschouwde dit verblijf dus als een voorproefje. Intussen, het parel snoer heb ik tot nu toe niet onder ogen gekregen". „U kende dus de heer Van der Zuyden slechts vrij oppervlakkig, als ik het goed begrepen heb?" vroeg inspecteur Broek man. „Inderdaad", bevestigde Jörgensen. „Ik wil van een dode geen kwaad sprek maar u zult me begrijpen, wanneer zeg, dat ik weinig gesteld ben op f soonlijke omgang met de heer Van Zuyden. Zijn leefwijze valt niet bijzon in mijn smaak". „Ik begrijp u", zei Broekman. „En Maroniu? Kende u hem en mej. Ilesc „Dr. Maroniu kende ik al geruime tij gaf de Zweed toe: „Hij heeft veel reisd en ook mijn kennismaking met dateert van een bezoek, dat hij Stockholm bracht. Hij is een levenc prater, vaak geestig en ik mag 1 graag. De dame ontmoette ik hier Nijmegen voor het eerst". „Wist U, dat zij beiden bij de fan Nabarescu logeerden?" „Dat niet. Het was een verrassing, ik tijdens een wandeling in de bossen Maroniu ontmoette". „Weet u iets naders over dr. Maroni „Betrekkelijk. Voorzover ik weet, is een scheikundige, die in Roemenië in brieken werkt, die verschillende soo: medicamenten produceren. Hij sch veel te hebben gereisd om met ant chemici over vakproblemen te sprei In ieder geval kreeg ik altijd de indi dat dr. Maroniu door zijn werk in fabrieken heel behoorlijk geld verdien „En mej. Ilescu? U leerde haar toedoen- van dr. Maroniu kennen, waar? Weet U iets naders over haar! (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1958 | | pagina 4