Op broedplaats „De Schorren zagen
weer talloze vogels het levenslicht
U REIST -
Raadsel in Nijmegen
BEWONERS VAN JXMTLAND
(ZWEDEN) OP TEXEL
Hier volgt het tweede artikel:
Ieder Hollands kind leert op school dat
Texel het vogel- en schapeneiland is, en
dat is natuurlijk waar zoals alles waar is
wat men op school leert. De vogels ziet
men niet zo veel hier in het dorp, indien
men de duizenden mussen niet meetelt.
Maar men behoeft niet ver het dorp uit
te gaan om te zien dat het hier een vogel-
paradijs is. Schapen daarentegen ziet
men overal, tot zelfs in het dorp. Het is
niet de bedoeling dat ze zich op de alge
mene wegen begeven, maar men moet er
op voorbereid zijn, dat men ieder ogen
blik en waar dan ook een schapenkudde
ontmoet. Hun geblaat hoort men overal
en altijd. Texel is een blatend eiland.
Eigenlijk wist ik niet zoveel van de
landbouw hier en daarom ging ik de
dorpsstraat op gisteravond en interview
de een paar klompendragende dorpsbe
woners, de eerste de beste, die ik tegen
kwam. Ik kreeg alles te weten wat ik
weten wilde behalve hoeveel de land
bouwer verdient. Dat is natuurlijk een
even groot geheim op Texel als in Jamt-
land. Het gesprek wees uit, dat alle boe
ren op dit eiland schapen hebben. Moge
lijk in doorsnee 40-50. Maar men zegt dat
er een oude boer is die er 300 heeft. Men
krijgt 4 kg. wol per jaar van een vol
wassen dier. Dat is niet zo'n geweldige
opbrengst, alhoewel, schapenvlees brengt
natuurlijk ook wat op. Vroeger molk men
de schapen, maar nu zijn er nog maar
enkelen, die de vette schapenmelk win
nen. Schapenkaas is een zeldzaamheid,
haast nog ongewoner dan geitenmelk
thuis bij ons. Overigens zijn er behoorlijk
wat geiten op Texel. De koeien zijn ge
williger en rustiger dan de blatende
schapen, maar die hebben begrijpelijker
wijs grotere economische betekenis. De
boeren hebben over het algemeen onge
veer 10 melkkoeien, doch zeer weinigen
hebben een melkmachine. Het melken is
hier mannenwerk. Er zijn wel enkele
boerinnen die melken, maar dat is beslist
een uitzondering. Natuurlijk telen de
boeren ook graan en aardappelen, maar
de grond is zandig en ziet er tenminste
niet vet uit. Ook is er bollenteelt op het
eiland. In de narcissenteelt heeft men
zich gespecialiseerd.
Hoeveel de landbouwers verdienen,
daar komt men niet achter, doch ik vond
dat ze er uitzagen alsof ze een goed be
staan hadden.
Bos hebben de particulieren niet. Alle
bos is geplant en eigendom van de staat.
De meeste bossen zijn pas 50 - 60 jaar
oud. De boeren waren uiterst sceptisch
rond het jaar 1890 toen er sprake was
van bosbeplanting. Dat zou nooit lukken
op dit winderige eiland. Doch het ging
goed en de bossen zijn werkelijk prachtig
met idyllische fietspaden links en rechts.
Men heeft reeds een heel deel afgewerkt
de bossen groeien erg vlug hier.
Maar ik zou nog iets vertellen over de
inkomsten van de landbouwers. Ik geloof
zeker dat dat goed is en de levensstan
daard is naar Hollandse begrippen zeer
goed. Gezelschapsreizen zijn geweldig
populair onder de Texelse landbouwers.
De rector (directeur) van de Landbouw
school regelt deze. De boeren waarmee ik
sprak in de dorpsstraat waren in Dene-
Van de week kwamen we weer eens
tot de overtuiging, dat waar volk is, volk
wil wezen: in Den Burg was het zeer,
zeer druk. De straten waren gewoonweg
Kalverstraten wat de drukte aangaat. Er
kon in Den Burg zelf geen auto meer bij
en dat wil wat zeggen, want het nieuwe
parkeerterrein aan de Burgwal kan heel
wat voertuigen bergen. Toch ontstond
nergens een opstopping van betekenis,
wat mede te danken was aan de politio
nele verkeersleiding op de strategische
punten van Texels city.
We dachten daaraan, toen we een
praatje maakten met de vogelwachters
van ,,De Schorren", het aan de buiten
zijde van de Waddenzeedijk gelegen na
tuurreservaat van „Natuurmonumenten".
U vindt het (wellicht met veel spul en
moeite, want U moet diverse hekken ope
nen èn zorgvuldig weer sluiten) ergens
ten Noorden van de Molen van het
Noorden.
In Den Burg maandags duizenden men
sen, maar op die groen-begroeide Schor
ren het hele zomerseizoen door duizenden
vogels, die daar niet alleen inkopen doen,
maar er ook nog jongen verzorgen, wo
ningen bouwen en indringers van het lijf
houden. Is Den Burg iedere maandag een
dorp van vastgestelde omvang, „De
Schorren" tonen tweemaal per dag een
ander beeld, want de zee dringt om de
twaalf uur landinwaarts: dan verdwijnen
grote stukken terrein onder de zeespie
gel. De vogels houden daar uiteraard re
kening mee: ze bouwen hun nesten op
hoogten of hogen ze behoorlijk op. Ze
houden rekening met een normaal tij
water, maar een springvloed doet hun
altijd weer de das om. Dan spoelen die
nesten die in de gevaarlijke zone liggen
finaal weg. De vogels dienen dan weer
opnieuw met de gezinsuitbreidingsmaat
regelen te beginnen: opnieuw nestmate
riaal aanslepen enz. enz. Een honderdtal
paren visdiefjes is daar dit seizoen de
dupe geweest van een waterstand waar
niet op gerekend was. De vogelwachters
vonden n.l. drie weken geleden nog een
honderdtal visdiefnesten en daaruit
blijkt, dat deze vogels een tweede (of
derde?) broedpoging van plan waren.
Toen die abnormaal hoge waterstand de
nesten had overspoeld hebben de vogel-
wachters nog gedaan wat ze konden en
allerlei nog min of meer in tact zijnde
nesten opgehoogd, maar veelal wordt die
medewerking door de betrokken belang-
marken en Duitsland geweest. De ene was
als echte Hollander op zijn klompen mee
gegaan, de hele reis. Een enkel keertje
deed hij ze uit op zijn reis door Duitsland
en dat was toen hij in Keulen de Dom
ging bezichtigen. Toen liep hij op zijn
sokken. De volgende reis willen zij naar
Frankrijk gaan. Wie weet komt er op een
dag nog eens een bus met bewoners van
Texel op klompen hierheen. En dan
klossen ze rond op onze straten en wegen.
Ze zijn zeker welkom.
G. S.
hebbenden niet eens gewaardeerd en ke
ren zij de oude nesten de rug toe.
Dat tweede broedsel ging dit seizoen
trouwens opnieuw verloren en omdat het
naar de opvatting van de vogels al wat
laat in het jaar werd, voelden ze niets
meer voor een derde poging.
We kwamen op advies van opzichter
Boot bij „De Schorren" toen de vloed
liep. Dan lopen ettelijke bunders droog
gevallen grond weer onder. Op die plaat
sen plegen regelmatig duizenden (of tien
duizenden?) vogels voedsel te zoeken. De
zee dringt ook hen terug en op eenmaal
gaan ze op de wieken om aan de andere
kant van de dijk een weiland op te zoe
ken. Een uurtje schafttijd wordt ook door
de vogels op prijs gesteld. En zo zagen
we daar op emge stukken weiland achter
de boerderij „Irene Hoeve" van de fami
lie Rutten van de week talloze scholek
sters en rose grutto's zitten, ja talloze,
hele legers van vogels. Het was werke
lijk imponerend en wij herinneren ons
niet ooit zoveel vogels bijeen te hebben
gezien. Aan de grond tenminste niet! Ze
wachten er rustig de tijd af, dat de eb
weer een kans zou krijgen.
„De Schorren" hadden een groene tint.
De vogelwachters zeiden, dat die kleur
veroorzaakt werd door het overvloedig
groeiende spartinagras. Dit is een ver
haal op zichzelf: jaren geleden werd deze
grassoort door het bestuur van polder
Het Noorden geïmporteerd uit Italië met
het doel de schorren te versterken. De
schorren liggen namelijk voor een nage
noeg geheel onbeschoeide dijk. De voor
de dijk liggende gronden vormen een eer
ste barricade, welke de zee ontmoet bij
haar poging een verrassende aanval op
het eiland zelf te ondernemen. Dat
spartinagras groeide er echter allengs zo
weelderig, dat de andere vegetatie, met
name het lamsoor, in de verdrukking
kwam. Dat is erg jammer, omdat het
lamsoor een prachtig blauw-paars
bloempje rijk is en die duizenden bloemp
jes leggen samen een roze gloed over het
Schorren-kleed. De vogels zelf storen
zich overigens niet aan de aard van de
plantengroei: de grote sterns hebben er
ook dit jaar weer indrukwekkende aan
tallen jongen groot gebracht, al waren ze
nu dan wat minder in aantal dan we wel
gewend zijn. Maar dat was niet de schuld
van deze vogels, doch van een parasiet,
die zich in de luchtpijp van de jonge vo
gels vestigde. Daaraan zijn heel wat vo
gels ten gronde gegaan. Deze kwaal
schijnt ook in andere broedkolonies de
nodige slachtoffers te hebben gemaakt.
Dan lagen er weer erg veel kapmeeuw-
nesten. Het feit, dat ze jaar in, jaar uit
door de vogelwachters danig dwars wor
den gezeten en hun eieren bij manden
tegelijk zien wegvoeren, kan hun blijk
baar niet weerhouden ieder jaar opnieuw
een broedpoging op De Schorren te wa
gen. Misschien veronderstellen ze, dat de
aanhouder wint.
De scholeksters waren ook weer goed
WAT HET
IVOREN
BEELDJE
VERTELDE
Wat het IVOREN BEELDJE vertelde
34. De scheepsjongen is een ver neefje
van Sambo. Hij schreeuwt iets in zijn
moedertaal, waar alleen Aboel-ben-Has-
san een paar woorden van begrijpt. Maar
dan begint ook de uitkijk te brullen:
„Land, land, land" en zien ze allemaal
aan de kim een blauw waasje, dat ook
wel een wolkje kan zijn. Het is echter wel
degelijk land en bovendien nog het doel
van de reis: China. Dat zien ze een uur
tje later duidelijk aan een pagode, een
toren met wel twintig daken boven el
kander. Zo worden ze alleen in China
gebouwd en dan nog maar in de grote
steden. Aan het water is te zien, dat ze
de monding van een grote rivier naderen.
Het water wordt vuil en er drijft allerlei
afval rond, tot hele bomen toe. Aboel
moet intussen als scheidsrechter optre
den, want de negerjongen en de uitkijk
zijn hevig aan het vechten gegaan. We
ken geleden heeft Aboel een prijs uitge
loofd voor wie het eerst „land" zou roe
pen als China in 't zicht zou komen.
Hij is echter de enige aan boord, die de
jongen in zijn eigen taaltje „land" heeft
horen roepen en nu is Leiden in last. De
jonge koopman is echter zo blij dat het
einddoel nabij is, dat hij de kampioenen
allebei een mooi mes geeft, op voorwaar
de, dat zij elkaar er niet mee in reepjes
zullen snijden. De bemanning staat nu,
volledig bewapend, met een gepast wan
trouwen de voorbij varende schepen te
bekijken. E rkan wel eens een luie piraat
zijn, die heel dicht bij huis naar buit
zoekt. Ze zijn pas zeker dat alles goed
gaat, wanneer ze bij een vrij plaatsje de
tros uitgooien. Een jonge Chinees, die in
ons verhaal een grote rol speelt, vangt die
tros handig op en maakt hem vast.
vertegenwoordigd. Er lagen laat in het
seizoen nog vele nesten. Ze broeden hier
kennelijk later dan op andere kolonies op
het eiland. De scholeksters versieren hun
nesten hier met kokkelschelpen. De
bouwsels zijn een plaatje waard en vele
toeristen stellen hun camera dan ook in
als ze een scholeksternest ontdekken.
Toeristen uit binnen- en buitenland:
Amerikanen, Engelsen, Fransen, Zweden
en Zwitsers.
Allemaal over het onbegaanbare dijk
paadje ten noorden van het Prins Hen
drik Hotel. Dit jaar zijn er minder vo
gelliefhebbers komen opdagen dan an
ders. Ook in het Prins Hendrik hotel,
waar sinds enige jaren weer Coca Cola,
koffie en thee gedronken kan worden
jammer, dat Floris Dekker's pand niet
meer mensen trekt vernamen we, dat
het erg slapjes is wat de stroom toeristen
aangaat. Een Duitse gast had de waardin
echter verzekerd, dat hij wel de nodige
reclame voor haar zou gaan maken en
dat hij wel de bijbehorende referenties
zou verstrekken. Inderdaad is dit 'n rus
tige en zenuwsterkende omgeving. En
om de zenuwen te stillen behoeft ge heus
niet van vroeg tot laat in het hoge gras
van de dijk te liggen luieren: U kunt de
vogels volgen, U kunt de schepen volgen,
U kunt er vis vangen, maar natuurlijk
buiten de dijk, want anders zoudt U maar
in conflict komen met de palingvisser
van het Kanaal door het Noorden.
Terwijl wij die aantekening maakten
vloog er pardoes een oeverzwaluw langs.
Die hebben hun domein aan de rand van
de in februari 1953 ontstane dijkdoor
braak in de Eendrachtpolder. Ook zagen
we de fijnvleugelige Noorse sterns.
En tenslotte: de trekvogels, want de
vogeltrek is al weer lang aan de gang,
zoals U weet. Trekvogels trekken altijd
bij tienduizenden tegelijk. Dat is vooral
de gewoonte van de bonte strandlopers,
de kanoetstrandlopers (bruin op gevor
derde leeftijd, grijs in de kinderschoenen)
Op De Schorren scharrelen ook weer
verscheidene bergeenden families rond.
Zij komen daar als de jongen in staat
zijn de trek naar zee tot een goed einde
te brengen, want deze vogels broeden bij
voorkeur in de duinen. In het voorjaar
heeft de eidereend er met zes nesten
gebroed. Ze zaten prachtig gecamoufleerd
in het hoge spartinagras.
Ook mogen we de aanwezigheid van de
fraaie lepelaars niet onvermeld laten. De
jongen, in jeugdkleed, voelen zich al
weer hele branies. Waar halen die de
energie vandaan om over enkele maan
den al weer voor een vliegtocht van dui
zenden kilometers op te stijgen, want
zoals bekend brengen ze de wintermaan
den aan de oevers van de Nijl door.
„De Schorren" tenslotte zijn ook een
geliefd oord voor vogelwachter Teun
Brouwer, die dit jaar, in maart, zijn tach
tigste verjaardag heeft mogen vieren en
nog altijd actief is. Hij is, als we ons niet
vergissen, al meer dan 50 jaar in dienst
van „Natuurmonumenten". „Ik kan nu
eenmaal niet thuis zitten", zo zei hij,
„ik moet iets om handen hebben en pra
ten over de goeie ouwe tijd kan ik altijd
nog
KAMPEERVERBOD IN APELDOORN
NU OOK VOOR „EIGEN" GROND
Veel kampeerders in de gemeente
Apeldoorn zullen op staande voet moeten
vertrekken naar de officiële kampeerter-
ïeinen. De gemeenteraad heeft namelijk
een wijziging van de kampeerverorde-
ning aangenomen, waardoor het voortaan
verboden zal zijn buiten de officiële kam
peerterreinen te kamperen, ook als men
aat op eigen grond doet. Alleen als er
ook een woning op die grond staat mag
het nog.
De achtergrond van dit besluit vormt
de ontduiking van de kampeerverorde-
ning, die de laatste jaren op vrij grote
schaal geschiedde, doordat eigenaren hun
grond in kleine stukjes verdeelden, dik
wijls zo klein, dat er maar net een tent
op kon staan. Deze stukjes grond wer
den per advertentie te koop aangeboden
en er waren inderdaad vele liefhebbers
voor zo'n „eigen" stukje kampeerter
rein. Men behoefde zich dan immers geen
plaats te zoeken op de vaak drukke offi
ciële kampeerplaatsen, omdat de ver
ordening kamperen op eigen grond toe
stond. Door de wijziging van de verorde
ning zijn de meeste bezitters van deze
stukjes grond, meestal stedelingen
onder wie veel Amsterdammers, gedu
peerd. De stukjes zijn namelijk zo klein,
dat zij voor ieder ander doel waarde
loos zijn.
SPORTNIEUWS S.V.C.
Zondagavond werd bij uitstekend we
de jaarlijkse veteranenwedstrijd gespee
tussen De Cocksdorp en Eierland. Voi
jaar werd de beker door Eierland
wonnen, maar nu wisten de Cocksdorpe
door een 40 zege de beker aan I
Cocksdorp te houden.
In deze wedstrijd wist C. na een h«
uur een 10 voorsprong te nemen da
hun actieve linksbuiten. Eierland, hoev
spelend met 10 man, verweerde zich he
tig, maar slaagde er niet in om in
stand verandering te brengen. Zo kwa
de rust met een 10 voorsprong voor
Cocksdorp.
Na de thee is het elftal van Eierlai
ook compleet en direct wordt het Cock
dorp doel onder druk gezet. Een ha
schot wordt goed gestopt door de C.-do(
man en even later vliegt de bal buit
het bereik van de keeper tegen de pai
Het zit de Eierlanders niet mee in de
fase van de strijd. Uit een ongevaarlij
aanval van Cocksdorp wordt de sta
onverwachts 20. Met dit doelpunt v«
de beslissing en geeft E. zich gewonne
In de resterende speeltijd moet de ui
stekende spelende E-keper nog twee ma
vissen. Zo komt het einde met een 4-
overwinning voor De Cocksdorp. De
ker werd later in Hotel De Hoop met e
toepasselijk woord door de voorzitter,
heer Jo de Graaf, aan de Cocksdorp
ploeg uitgereikt. Tot het volgend ja
maar weer.
De loterij om de SVC-beker werd eve
eens die avond gehouden.
Zondag 17 aug. worden de volgen
wedstrijden gespeeld. Tex. Boys 1-Oi
terend 1, aanvang half twee; SVC
ZDH 1, aanvang 3 uur. De Koog 1 looi
vrij. Deze keer krijgen vier spelers t
richt voor het klaar maken van het te
rein. Willen deze heren er voor zorgi
dat alles goed wordt verzorgd, daar de
wedstrijden geheel volgens de KNV
regelmaat gespeeld worden.
MAINZ IN HET TEKEN VAN
ESPERANTO
Toen de eerste groepen Esperantist
enige dagen voor de aanvang van
wereldcongres in Mainz aankwam
werden zij verrast door de aanblik vi
een stad in feesttooi. Bij het station w<
perden 2 grote Esperanto-vlaggen,
flankeerd door de vlaggen van de 40 v
ken, die op het congres waren vertegf
woordigd.
De voornaamste straten waren versif
met de vlaggen van 135 Duitse sted
wier burgervaders op deze wijze een w
kom wilden toeroepen aan de congress
ren uit zoveel verschillende landen. Ov
al waren grote biljetten aangebrac
die mededelingen over het congres
vatten, terwijl alle trams gepavoise<
waren.
Het was het mooiste zomerweer,
men zich wensen kon, toen de burj
meester van Mainz, de heer Franz Ste
in gezelschap van Mevrouw Stein, z
naar het prachtige museum voor
meinse en etrurische kunst begaf om
3-daagse seminarium van de Haagse
peranto-leraar, Andreo Cseh, te open
De bedoeling hiervan was de zogenaan
Cseh-methode practisch te demonstrei
voor toekomstige internationale Espen
to-leraren. De burgemeester ble
vloeiend Esperanto te kunnen sprek
evenals Mevrouw Stein. De cursus wi
een groot succes, waaraan uiteindelijk
personen uit 17 landen deelnamen.
Het congres waaraan 2000 men:
deelnamen, werd zondagmorgen evenei
door burgemeester Stein geopend in
genwoordigheid van vele Duitse re
ringsautoriteiten. Na de openingsn
kwamen de officiële vertegenwoordig
van verschillende regeringen op het
dium om het congres geluk te wensen.
Nederlandse regering was vertegenwo
digd door Ir. J. R. G. Isbrücker uit I
Haag. De feestrede werd uitgesproi
door Prof. Dr. Ivo Lapenna (Joegoslav
Op de toneelavond werd „Spoken"
de Noorse schrijver Ibsen opgevoerd
Esperanto-vertaling door het Internal
nale Kunsttheater in Parijs, dat
schillende Joegoslavische acteurs
haar leden telt.
rustiger en prettiger
als u voor uw bootovertocht
treinreis vooraf plaatsbewijzf
baalt bij de V.V.V.
FEUILLETON
door G. PLANTEMA
12. „Hebben uw mannen intussen in de
omgeving al iets gevonden?" informeerde
Ohlquist.
Voordat Broekman antwoord kon ge
ven, hoorden zij haastige voetstappen in
de vestibule. Ze zagen een man in burger
voor de dag komen. Hij liep vlug op de
inspekteur toe.
„Ha, rechercheur", riep deze „Iets
ontdekt?"
„Jawel, inspekteur," hoorden zij. „In
de struiken, ongeveer vijftig meter van
het tuinhek, vonden we nog een lijk!"
„Zo!" riep Broekman uit. „Wie is er
nog meer vermoord? Weet je dat al?"
„Het is een kleine, donkere man", ver
telde de rechercheur. „Hij is met een mes
doodgestoken. De moordenaar had hem
zo'n beetje onder de struiken verborgen".
„Dan moeten we dadelijk gaan kijken".
Zij volgden de rechercheur naar buiten.
De man bracht hen naar het inrijhek. Hij
wees hun toen de weg langs de afraste
ring van de grote tuin. Het huis stond,
evenals dat van de Nabarescu's, in een
tuin, die het hele terrein tussen de twee
evenwijdig lopende wegen besloeg. Dit
was ook het geval met de villa, die ver
derop stond. Maar tussen de beide om
heinde tuinen lag een stuk bos. De grond
onder de bomen was dicht begroeid met
struiken en ongeveer tien meter van de
weg zagen zij boven de takken uit, de
hoofden en uniformpetten van een paar
agenten, die in een kring op een bepaalde
plek stonden. Zij stonden bij een struik.
Onmiddellijk ontdekten de beide inspek-
teurs en de advokaat, dat half onder de
neerhangende takken en twijgen verscho
len een menselijk lichaam lag. Duidelijk
waren de benen te zien, gehuld in grijze
broekspijpen.
„De Roemeen!" riep Broekman.
Het was dr. Maroniu, die daar voor
over op de mosgrond lag. Hij vertoonde,
zoals hij daar lag, geen zichtbare sporen
van misdrijf. Doordat het lichaam voor
over lag, was het bloed dadelijk op de
grond gevloeid en het droge mos had het
opgezogen, zodat zich slechts onder de
plaats, waar het lichaam zich bevond, een
vochtige plek had gevormd.
„Hij heeft dus bij het achtervolgen van
de moordenaar de dood gevonden, de
arme kerel", stelde Broekman vast. „Gro
te genade, de man, die dit gedaan heeft,
moet over ijzeren zenuwen beschikken.
Is het mes er niet?"
„Geen spoor van te vinden", antwoord
de de inspekteur.
Op de droge, overal met mos of gras
begroeide grond was van voetsporen niets
te vinden. Van de dader ontbrak elk
spoor. Er was geen enkele aanwijzing
omtrent de richting waarin hij zich na
zijn gruwelijke daad kon hebben verwij
derd. De politiemannen hadden de gehele
omgeving al nauwkeurig afgezocht, maar
niets kunnen ontdekken. En op dit ogen
blik, reeds enige uren na de moord,
moest de dader zich al lang uit de voeten
hebben gemaakt.
De kelner Leesman, een gebogen, wit
harige man, die al jaren in het concert
gebouw was, kwam spoedig nadat de
inspecteurs en Ernst in de villa Estella
waren teruggekeerd. Maar veel nieuws
kregen zij niet van hem te horen. Na
tuurlijk, Leesman herinnerde zich goed
het eigenaardige groepje, dat in zijn wijk
had gezeten. De heer Van der Zuyden
kende hij trouwens. Hij wist mee te
delen, dat de nog onbekende jongeman
alleen was binnengekomen. Later hadden
zich de beide Roemenen en de Zweed bij
hem gevoegd. Maar de kelner had niet
kunnen vaststellen, of zij elkaar al ken
den, omdat Leesman zich juist aan het
buffet bevond, toen de drie de foyer bin
nenkwamen. Hij wist wel te vertellen,
dat de jongeman eerst alleen een glas
bier besteld en dat hij onmiddellijk na de
komst van de anderen met hen wijn had
gedronken. Dit duidde er toch op, dat de
vier tenminste geen vreemden voor el
kaar waren, want het is geen gewoonte,
een wildvreemde dadelijk uit te nodigen
tot meedrinken.
In villa Estella had Broekman zich
geïnstalleerd in de kamer, die vlak bij de
vestibule lag. Daar liet hij, nadat Lees
man zijn verklaringen had afgelegd, de
Zweed Jörgensen verschijnen. Deze for
se, grijzende man maakte een bedaarde
indruk.
„U bent hier gekomen als gast van de
iamilie Van der Zuyden?" begon de Nij
meegse inspecteur.
„Gedeeltelijk", antwoordde de Zweed.
„Om u de situatie precies uit te leggen,
ik ben hier ten dëTfe uit zakelijke over
wegingen. U weet misschien, dat de heer
Van der Zuyden een liefhebber was van
kostbare juwelen? Welnu, ik ben juwe
lier en ik meen, dat mijn naam bij inge
wijden geen ongunstige klank heeft. Een
paar jaar geleden heb ik de heer en
mevrouw Van der Zuyden leren kennen,
toen zij Stockholm bezochten en in mijn
zaak kwamen. In juli, begin van die
maand, was ik in Parijs voor zaken en
daar heb ik de heer Van der Zuyden toe
vallig weer ontmoet. Hij vertelde mij, in
onderhandeling te zijn over de aankoop
van een kostbaar parelsnoer en nu wilde
het, dat ik juist dit soort parels bijzonder
heb bestudeerd. Ik weet niet met wie hij
onderhandelde. Hij nodigde me uit, op
mijn terugreis van Parijs naar Stockholm
bij hem te komen om het snoer te be
kijken en er mijn oordeel over uit te
spreken. Zo kwam ik hier verleden week.
Maar het bleek, dat het bewuste parel
snoer nog niet ter beschikking was".
„De verkoper bevond zich niet in Nij
megen", vervolgde de Zweed, „en de heer
Van der Zuyden zou hem vragen, zo
spoedig mogelijk te komen. Voorlopig zou
ik als gast hier blijven. Ik had daar geen
bezwaar tegen, omdat ik toch met vakan
tie wilde gaan, zodra ik in Zweden terug
zou zijn. Ik beschouwde dit verblijf dus
als een voorproefje. Intussen, het parel
snoer heb ik tot nu toe niet onder ogen
gekregen".
„U kende dus de heer Van der Zuyden
slechts vrij oppervlakkig, als ik het goed
begrepen heb?" vroeg inspecteur Broek
man.
„Inderdaad", bevestigde Jörgensen. „Ik
wil van een dode geen kwaad sprek
maar u zult me begrijpen, wanneer
zeg, dat ik weinig gesteld ben op f
soonlijke omgang met de heer Van
Zuyden. Zijn leefwijze valt niet bijzon
in mijn smaak".
„Ik begrijp u", zei Broekman. „En
Maroniu? Kende u hem en mej. Ilesc
„Dr. Maroniu kende ik al geruime tij
gaf de Zweed toe: „Hij heeft veel
reisd en ook mijn kennismaking met
dateert van een bezoek, dat hij
Stockholm bracht. Hij is een levenc
prater, vaak geestig en ik mag 1
graag. De dame ontmoette ik hier
Nijmegen voor het eerst".
„Wist U, dat zij beiden bij de fan
Nabarescu logeerden?"
„Dat niet. Het was een verrassing,
ik tijdens een wandeling in de bossen
Maroniu ontmoette".
„Weet u iets naders over dr. Maroni
„Betrekkelijk. Voorzover ik weet, is
een scheikundige, die in Roemenië in
brieken werkt, die verschillende soo:
medicamenten produceren. Hij sch
veel te hebben gereisd om met ant
chemici over vakproblemen te sprei
In ieder geval kreeg ik altijd de indi
dat dr. Maroniu door zijn werk in
fabrieken heel behoorlijk geld verdien
„En mej. Ilescu? U leerde haar
toedoen- van dr. Maroniu kennen,
waar? Weet U iets naders over haar!
(Wordt vervolgd)