9
roen /wa
in het harL,
Texels Museum glanslicht in
de Parel der Waddenzee
Maar nieuw gebouw en groter terrein onontbeerlijk
Ds. Van Rhijn nam afscheid van
Herv. Gemeente Den Hoorn
BNSDAG 17 SEPTEMBER 1958
EXELSE
73e JAARGANG No. 7284
COU RANT
gave N.V. v.h. Langeveld de Rooij
pkhandel Drukkerij Bibliotheek
Burg - Texel - Postbus 11 Tel. 11
Verschijnt woensdags en zaterdag»
Bank: R'damse Bank, Coöp. Boerenl.
Bank. Postgiro 652. - Abonn.pr. 2,25 p.
kwart. 20 ct incasso. Adv. 10 ct p. mm
/flict
WAT IS RECLASSEREN?
:er dagen wordt de jaarlijkse collec-
ior het reclasseringswerk gehouden,
aanleiding van deze actie verzocht
ons om opname van het volgende
komt het, dat er mensen zijn die in
met de maatschappij komen? Dat
oude vraag, waar zeer veel over
cht en geschreven is. Wanneer men
m ^antwoorden probeert samen te vat-
jJ,»dan tonen die altijd weer facetten.
- de loop der tijden zijn er geweest, die
diepste achtergronden van die con-
üctsituatie menen te moeten wijten aan
e gegevenheden, de kwaliteiten of mis-
:hien juist het gebrek daaraan, waarmee
en mens in deze wereld komt. Wanneer
erymens geboren wordt, is hij geen on
tschreven blad papier. Hij komt nooit
is neutrale persoon in deze wereld, maar
fej doet zijn intrede in het leven met een
^veelheid van soms tegenstrijdige nei-
fingen en mogelijkheden of misschien
m onmogelijkheden. Dat is de bekende
unlegtheorie.
Aan de andere kant komt de mens in
feze wereld nooit in een neutrale omge-
nng, want hij wordt ergens geboren in
een concrete situatie. De plek waar men
roor de eerste maal het leven ontmoet,
raar het „zo zijn" van de wereld blijkt,
nar men zich zijn levensbeelden ver
terit, is allerminst neutraal. Er zijn er
•ie zeggen, dat het juist de ontmoeting
Eet deze plek is, die tot gevolg kan heb-
zen, dat de mens zozeer in een conflict-
tuatie gedreven wordt, dat hij tot wan-
?drag komt. Dit is de milieutheorie.
Weer anderen nemen aan, dat zowel de
anleg als het milieu en hun onderlinge
tisselwerking doorslaggevend zijn voor
vorming of ^nis vorming van de mens.
De mens is _en totaliteit. Alle facetten
ran ons menselijk bestaan zijn onlosma
kelijk op elkaar betrokken. Eén van die
'icetten en wel een zeer belangrijk is de
Üihamelijke conditie, waarmee de mens
Joor dit leven gaat. Gelukkig is het niet
a>, dat mensen, die lichamelijk met slech-
'i kansen op de wereld komen, als het
tare voorbestemd zouden zijn om te mis-
ükken in het leven. Maar daar in wezen
lichamelijke tekorten, wanneer ze door
at milieu óf genegeerd worden óf wan
ner er veel te veel aandacht aan be
steed wordt, en mens in de verlatenheid
binnen drijven, liggen daar mogelijkhe
den voor een a-sociaal, eventueel anti-
sociaal levensgedrag.
Een ander facet van ons menselijk be-
itaan is, dat wij rationele wezens zijn. In
Èt werelddeel worden aan de mens van
randaag hoge intellectuele eisen gesteld,
tiet aantal kinderen dat op school leer-
soeilijkheden vertoont, wordt groter. Het
i niet te verwonderen, dat men onder
riminelen verstandelijk zwakbegaafde
aensen aantreft. Zij werden in de con-
iictsituatie gedreven, omdat zij moesten
«antwoorden aan eisen waartegen zij
rerstandelijk niet opgewassen waren,
tok dit kan leiden tot gevoelens van
Minderwaardigheid en eenzaamheid en
ot de uiterlijke verschijningsvorm daar-
an, n.l. wangedrag.
Er komen ook mensen ter wereld, die
sychisch gestoord zijn. Velen van hen
ijden aan een grote mate van gevoels-
rmoede en zijn niet in staat om in hun
even waarachtige gevoelsrelaties tot hun
sedemensen op te bouwen. En door hun
enzaamheid komen deze mensen soms
ot allerlei vormen van afwijkend gedrag,
let is vaak zo: hoe eenzamer een mens is
fes te meer zal hij geneigd zijn ervoor te
orgen dat men zich met hem bezig móet
wouden.
Maar, zoals gezegd, wij beginnen ons
ïven ook ergens in de wereld. In de
ntmoeting met dit ergens kan het zijn
at we ons ook verlaten gaan voelen,
lemen wij de levensgeschiedenissen, zo-
Is die zijn neergelegd in-de dossiers van
riminelen, voor ons, dan lezen we daar-
nvaak dat er in de familie krankzinnig-
eid voorkwam, epilepsie, dronkenschap.
we lezen dat deze mens in zijn leven
ooit enigerlei vorm van emotionele ge-
orgenheid heeft gekend. Een „thuis"
ebben velen nooit gekend.
Het is voor iemand die reclasseert
oodzakelijk dat hij om te beginnen één
mg aanvaardt, namelijk dat in onze
amenleving het belang van de enkeling
ndergeschikt gemaakt is aan dat van de
emeenschap. Maar betekent dit ook, dat
'ij de wetsovertreder mogen straffen?
Ms en ziet in welke omstandigheden
eze mens opgegroeid is, heeft men dan
og het recht om hem te straffen? Ja,
'ant de ergste liefdeloosheid die een
>ens tegenover de ander ten toon kan
preiden bestaat hierin, dat hij bij voor-
aat geneigd is de ander de verantwoor-
elijkheid voor eigen leven te ontnemen
i de zin van: „Stakker, je kon het niet
elpen". Men moet zo lang dit mogelijk
appelleren aan het gevoel van verant-
oordelijkheid. Misschien is het wat
lerk gezegd, maar zij hebben recht op
kaf. En dat mag hen niet onthouden
'orden.
Reclassering heeft niets te maken met
et verdoezelen van de grenzen. De gren
en moeten scherp getrokken blijven,
>aar binnen die grenzen trachten we de
medemens te ontmoeten. Dat is re-
'asseren.
Reclasseren is: een mens, die misschien
»jn hele leven thuisloos is geweest, een
Miniatuurglctchcrs
De heer G. J. de Haan, directeur van
het Texels Museum is een benijdenswaar
dig man. Zelden hebben wij iemand ont
moet wiens idealen zo in overeenstem
ming zijn met zijn beroep. Toen hij in
1945 als twintig-jarige kampeerder voor
het eerst kennis maakte met het bezit
van Texels Museum was dit een door oor
logsgeweld geteisterde ruïne, haastig op
eengestapeld in een garage van de TESO.
Thans na dertien jaar onafgebroken ar
beid heeft hij in de Dennen een museum
staan, dat een ieders bewondering en
respect afdwingt. De eerste zeven jaar
deed hij zijn werk vrijwel alleen, als een
kluizenaar levend temidden van de bos
sen. Doch zes jaar geleden kreeg hij een
toegewijde hulp: Zijn vrouw. Het is wer
kelijk hartverkwikkend te vernemen met
hoeveel liefde deze beide mensen leven
voor hun werk. Dat heeft zijn resultaten
gehad, want juist hierdoor is het Texels
Museum, in tegenstelling tot vele andere
musea een levend museum geworden,
verkwikkend als de koele nachtwind, die
ons vergezelde toen wij, na een bijzonder
boeiend gesprek, eerst om half twee te
rugkeerden naar Oudeschild.
Meester Kraai maakte begin
De aanleiding tot een bezoek aan de
heer De Haan was een bericht, dat op de
begroting van de gemeente een bedrag
staat uitgetrokken van 2525,voor het
stichten van een nieuw museumgebouw,
want zoals al wat jong is en leeft, groeit
ook het Texels Museum gestadig door.
Ondanks alle moeilijkheden, die hier
door ontstaan, leidt dit in zekere zin toch
tot een grappige situatie: Het museum,
gevestigd in een voormalige Duitse kan
tine, hunkert evenals de oorspronkelijke
bezoekers naar meer „Lebensraum".
Het Texels Museum is geenszins oud.
Eerst in 1930 werd het door het lofwaar
dige initiatief van „meester" Kraai opge
richt. Met behulp van zijn schoolkinderen
begon hij met het aanleggen van een ver
zameling opgezette vogels. Later breidde
hij zijn collectie uit door het bijeengaren
van schelpen, vlinders, Texelse oudheden,
foto's, platen en wat al niet meer. Zo
ontstond er een unieke verzameling,
waaraan velen zeer veel genoegen hebben
beleefd.
In de oorlog kreeg de school, waarin
deze verzameling was ondergebracht eni
ge voltreffers te incasseren. Veel ging er
toen verloren, zoals vele archiefplaten en
een groot gedeelte van de vogelcollectie.
Wat er van overbleef werd overgebracht
naar de garage van de TESO in de Wil-
helminalaan. De heer Kraai is dit leed
bespaard gebleven, want hij was reeds in
1942 overleden.
Ruim 20.000 bezoekers
Na de oorlog is men dadelijk begonnen
met het herstel van het museum. Thans
heeft men niet alleen een museum in
de Dennen, maar sedert 1955 tevens een
fraaie Oudheidskundige Kamer in Den
Burg. In het begin was men letterlijk blij
met alles wat aangeboden werd, maar
thans is de verzameling zó groot, dat
men reeds ernstig moet gaan selecteren.
Hoe zeer het museum in trek is bij de
toeristen blijkt wel uit het grote aantal
bezoekers, dat evenals in de twee vooraf
gaande jaren meer dan 20.000 bedroeg.
Mevrouw De Haan hoopt zelfs vurig, dat
zij nog vóór de definitieve sluiting, 15
september a.s., de 21.000ste zal kunnen
begroeten. Hoe de heer De Haan er in is
geslaagd de vele attracties, waarover wij
in ons nummer van zaterdag 2 augustus
uitvoerig schreven, in dit kleine gebouw
en op de niet al te grote, daaromheenlig-
gende terreinen onder te brengen, is een
raadsel. Maar het is hem gelukt en elke
bezoeker krijgt dadelijk een bijzonder
prettige indruk door de levendige en fan
tasierijke manier, waarop opgezette vo
gels, schelpen, insecten, geologische
merkwaardigheden, vogel-diarama's, op
gezette vissen enz. enz. staan opgesteld.
De grote attractie van het museum zijn
natuurlijk de zeehonden, die jong en oud
urenlang kunnen vermaken. En niet te
vergeten de fraaie zeeaquaria en het
vogelhospitaal, waar thans een torenvalk
en een door olie besmette Jan van Gent
worden verzorgd.
thuis geven. Dat wil zeggen, deze zeker
heid te geven: van nu af aan is er een
deur die voor hem openstaat, wordt er op
hem gewacht, is er iemand die belang
stelling voor hem heeft.
Zo draagt de ware reclasseerder de
reclasseringsgedachte uit op eigen wijze,
ook wanneer de omstanders zich cynisch
en smalend over het werk uitlaten, dat
toch immers onbegonnen is. En dat resul
taat dan? A. Roland Holst zei eens:
Ik zal de halmen niet meer zien
noch binden ooit de volle schoven,
maar doe mij in den oogst qelooven
waarvoor ik dien
Zeker het museum in de Dennen heeft
ook in haar huidige vorm vele aantrekke
lijkheden, maar het zou veel beter kun
nen zijn! Als er maar ruimte was!
Ruimte! Ruimte! Daar draait alles om,
want het museum, levend als het is,
groeit en groeit, zodat het dreigt te ver
stikken in zijn enge harnas.
„Het mooiste zou zijn als het nieuwe
gebouw aan de weg van Den Burg naar
De Koog kwam te staan, vindt de heer
De Haan. Een groter gebouw en liefst
een paar bunder land. Dan zou hij de
ruimte hebben om zijn fantasie uit te
leven. Geestdriftig spreekt hij over de
mogelijkheden. „Wij zouden dan het pu
bliek kunnen laten zien hoe de graafwesp
zijn broed verzorgt", vertelt hij. Een ko
lonie van enige honderden op een klein
stukje grond, een ronde bank er omheen
en iedereen zou kunnen zien hoe zo'n
diertje zijn eitjes legt, rupsen verschalkt,
hen segment voor segment verdooft met
zijn scherpe angel en dan naar de eitjes
sleept, zodat haar jongen straks een le
vende voedselbron zullen vinden. Ook
mierenkolonies en niet te vergeten hun
aartsvijand de mierenleeuw, zouden op
die manier een boeiend kijkspel kunnen
geven.
Verder denkt hij aan vernuftig ge
bouwde nestkastjes, waardoor men zon
der moeite de broedverzorging van de
koolmees zou kunnen zien. Hij zou er ma
quettes kunnen maken, waarmee met
veel raffinement nagemaakte gletchers
het verloop van de ijstijd zichtbaar zou
zijn. Of maquettes, die op suggestieve
manier, het ontstaan van Texel zouden
kunnen uitbeelden En zo zouden er tal
loze mogelijkheden zijn, die dit Nat. Hist.
Museum nog veel attractiever zouden
kunnen maken als het huidige.
Wij hopen van ganser harte, dat de
wensen van de heer De Haan in vervul
ling zullen gaan, want juist in dit mu
seum kan zowel de vreemdeling als de
Texelaar zelf een onuitputtelijke schat
aan wetenswaardigheden omtrent Texel
vinden.
CURSUSSEN IN DE
LANDBOUWHUISHOUDSCHOOL
Met ingang van oktober zullen aan de
Landbouwhuishoudschool weer enkele
avondcursussen gegeven worden, bij vol
doende deelname. Voor pensionhouders
kunnen met name de kookcursussen zeer
leerzaam zijn. Zie voor aanmelding adv.
AFSCHEID IN TRIPLO
De heer Quint, directeur van de VVV,
ontmoette hen begin juli op een hotel
terras in Den BurgTwee Amerikaanse
studenten, de een kort en dik, de andere
lang en dun. Een opgewekt, geestig
span, vol ondernemingslust.
Ze waren van de V.S. uit per schip
naar Denemarken gegaan, kochten er
een sportwagen en reden via Hamburg
en Amsterdam naar Texel. Ze „deden"
ons eiland in twee dagen en namen ai-
scheid van de heer Quint. Ze hadden 'n
verre reis voor de bumper, want ze wil
den langs de Rijn naar Zwitserland en
dan naar Oostenrijk, Yoego-Slavië, Ita
lië, Frankrijk en Spanje.
Na twee maanden zag de heer Quint
hen weer op Texel. Ja, ze waren in
Spanje geweest, een prachtig land,
maar Texel was toch beter, en daarom
waren ze maar even via Parijs terug
gekomen. In die vrolijke lichtstad ont
moetten zij onverwachts een studiege
noot, die daar meteen was meegegaan.
Op 1 september nam het drietal afscheid
van de heer QuintZe gingen naar
Hamburg, waar zij passage hadden ge
boekt op een vliegtuig naar de „States".
Hun auto, waar zij door al hun avontu
ren zeer gehecht aan waren geraakt,
ging op de boot.
Het zal U niet verbazen, als wij U ver
tellen, dat de heer Quint op 3 september
in Den Burg een hem bekend trio ont
moette. Een korte dikke, een lange dun
ne en een tussenmaat. Of de Hamburgse
Reperbahn er schuld aan had, vermeldt
de historie niet maar ze zaten zonder
geld en vewachtten via Texels VVV een
cheque van hun verbolqen papa's. Het
geld kwam en twee van de drie vonden,
dat er nog best een reisje van een paar
dagen naar Enqeland af kon. De kleine
dikke bleef hier, want hij was een min
naar van de vrije natuur. Op 7 septem
ber was het drietal weer bijeen en nam
afscheid van de heer Quint
Gedrieën trokken ze, op De Dageraad
spijtig omziend, naar Schiphol en
natuurlijk, U begrijpt het al: ze kwamen
terug en namen afNeen, neen, U
beqrijpt het niet! Deze keer qingen ze
echt naar Uncle Sam.
Maar volgend jaar! Dan komen ze
terug en blijven minstens twee maanden
hier, hebben ze beloofd.
Zo ziet ge: Eenmaal Texel, altijd Texel!
JONGDIERENDAG KOTEX
De keuringsdag van jonge dieren van
de konijnenvereniging Kotex, zaterdag 13
september jl., is een ware hoogtijdag ge
worden voor alle deelnemende leden, een
dag waarop het vooral aan de spanning
niet ontbrak, want het ging uiteraard
om niets meer of minder dan een beslis
sing omtrent de kwaliteit van het aange
houden fokmateriaal. En aangezien ook
in de wereld der konijnenfokkers de
jeugd een zekere wissel op de toekomst
heeft, is het belang van een keuringsdag
zonder meer duidelijk.
Men zag de fokkers elkaar toeknikken
wanneer er een diertje op de keurings
tafel verscheen en de keurmeester een
waarderende opmerking maakte: dan zat
het goed, dan was dat een diertje waar
men mee voort kon! Maar ja, dat was
natuurlijk niet steeds het geval. Een klei
nigheid kan voldoende zijn om de hoop,
of de overtuiging, waarmee men een be
paald diertje ter tafel bracht, tot niets
ineen te zien schrompelen. „Jammer",
sprak de keurmeester in zo'n geval, „als
ze dit plekje of dat pluisje niet had ge
had. zonde, zonde; het zou een mon
ster-dier geweest zijn". En een monster
wil in dit geval dan „prachtig" beduiden.
Deze tafelkeuring is uitstekend verlo
pen en de fokkers kunnen tevreden zijn,
niet in de laatste plaats over de keur
meester, die zich veel arbeid en moeite
getroost heeft. Maar bovenal over de
kwaliteiten van de voorgebrachte dieren.
Er werden er 70 stuks ter keuring voor
gedragen, waarvan er drie het predikaat
ZZG verwierven; drieëndertig ZG, twin
tig GG; acht G, terwijl slechts een diertje
zonder predikaat moest uitvallen.
Met Blauwe Wener wisten de heren H.
A. Witte en B. van Eldik elk 1 x ZZG te
behalen; de heer J. A. Barhorst met Witte
Wener 1 x ZZG; de heer J de Vries met
Groot Zilvers 2 x ZG. De heer J. A. Bar
horst wist bovendien met zijn nieuwe ras
Konijngrijze Vlaamse Reuzen heel goed
voor de dag te komen, evenals mej. Mieke
Keijser, ook met ditzelfde ras. De heer
A. Mosk behaalde 2 x ZG met Witte
Vlaamse Reuzen, terwijl de heer G. Eel-
man met dit ras ook goed tevoorschijn
kwam. De heer A. Bakker behaalde met
Gele v. Bourgondië 1 x ZG en 2 x GG,
een goed resultaat als men bedenkt, dat
vooral in dit de „toppers" maar heel dun
gezaaid zijn. De heer A. C. Pool behaalde
4 x ZG met Tannetjes, 2 x ZG en 3 x
GG met Havanna's. Noemen wij verder
nog Rijnlanders van de heer S. Keijser,
die ook succes oogstte met Franse Hang
oren en de heer G. Visman met zijn
nestje Blauwe Weners.
Bij de jeugleden sleepte Jan Kikkert
met Groot Chinchella's de prijs in de
wacht, op de voet gevolgd door D. Pool
met 2 x ZG en P. v: Leeuwen met 1 x
ZG in Witte Weners.
De ereprijs, een beker, werd gewonnen
door de heer H. A. Witte, met een kleine
voorsprong op de andere ZZG-winners de
heren B. v. Elk en J A. Barhorst.
Tenslotte, namens Kotex, een dank
woord aan de fa. Gebr. Bruin voor het
gebruik van de schuur. En verder aller
aandacht gericht op de komende tentoon
stelling op 29 - 30 november, waar ook
de oudere dieren zullen verschijnen.
4 OKTOBER: WERELD DIERENDAG
's Is jammer, dat ze 't niet beseffen,
maar 4 oktober is voor alle dieren in de
wereld een belangrijke dag. behalve voor
bladluizen, vlooien, sprinkhanen en aan
verwante soorten. Die vallen er buiten.
Een belangrijke dag. Wereld Die
rendag. Natuurlijk u mag uw hond,
uw kat, uw papagaai, uw kanarie, uw os,
uw ezel, allemaal mag u ze iets lekkers
geven. Toe maar! Doch wat u hen vooral
moet geven is een warm plaatsje onder
de zon en in uw hart. Dan is het voor Uw
dieren echt Dierendag.
Zondagmiddag heeft Ds. C. H. van
Rhijn, na bijna 6 jaar de gemeente te
hebben gediend, afscheid genomen van de
Ned. Herv. Gemeente te Den Hoorn.
Om half drie begon de dienst en toen
Ds. de kerk binnen kwam, was deze vol
met gemeenteleden en vrienden van
andere plaatsen.
Na het votum en groet werd gezongen
Ps. 8 1 en 4 en na de schuldbelijdenis,
genadeverkondiging en Lofprijzing Gez.
136 1, 3 en 5. De eerste Schriftlezing
was uit Jesaja 6e hoofdstuk, vs. 1-8. De
tweede schriftlezing uit Lucas 6 43-49.
De tekst voor de prediking was ont
leend aan Ps. 51 vers 17: „Here open mijn
lippen, opdat mijn mond Uw lof verkon
digen".
Met het woord van Prediker sprekende,
vroeg de voorganger zich af of het nu tijd
was om te lachen of te wenen. Maar
staande voor het aangezicht van de God
delijke Vader, worden deze dingen onbe
langrijk. Hij is het Centrum tegenover
de Heilige God. Voorganger vond zich
schuldig, net als in het gedeelte van
Psalm 51 en toch durfde hij te vragen:
„Open mijn lippen, opdat mijn mond Uwe
lof verkondige" In Gods Koninkrijk be
staan geen kneusjes. God wil gebruik
maken van onheilige lippen om Zijn lof
te verkondigen. Loven van God is aller
eerst hem belijden, maar ook een weer-
stralen van Zijn grote liefde en niet ver
geten nauw bij elkaar te komen, want
loven is het zich herinneren wat God
voor de mens betekent. Moge deze bede:
„Heer open onze lippen, opdat onze mond
Uwe lof verkondige" bij herhaling blijven
klinken in de liturgie, dan kunnen voor
gangers komen en gaan, maar Zijn lof
blijft eeuwig bestaan.
Na de zegen zong de Gemeente domi
nee toe met Gezang 118 A vers 3.
Ouderling C. van Rossem nam hierna
de leiding en sprak daarbij een wel
komstwoord tot de aanwezigen namens de
gemeente. In het bijzonder tot Dr. Plooy,
vertegenwoordiger van de Classis Alk
maar, burgemeester C. de Koning en
echtgen. en wethouder C. H. Roeper en
echtgen, tot de predikanten Ds. v.d.
Zwaag, Ds. De Lange, Ds. Van Reijendam,
Ds. Soesan, Ds. Klijnsma, Ds. Waarden
burg, de Eerw. heer kapelaan Suydgeest,
de heer G. Oskam, secr. van de Culturele
Raad, de heer J. van Wolferen, hoofd van
de o.l. school te Den Hoorn, en tot Z.E.
Mr. Dr. A. A. van Rhijn en echtgenote en
Prof. I. C. van Houte en echtgenote, resp.
ouders en schoonouders van Ds. Van
Rhijn.
Hierna richtte Dr. Plooy, namens het
Breedmoderamen van de classis Alkmaar
het woord tot de scheidende predikant.
Hij bracht de dank over voor hetgeen Ds.
in de afgelopen 6 jaar in de classis had
verricht. Ook memoreerde spreker het
pastorale werk en de restauratie, die in
Ds.'s ambtstijd volbracht werd. Maar ook
in de Stichting Sociaal Toerisme, gods
dienstonderwijs op de o.l. school en zijn
werk in de ring van predikanten van
Texel.
Om dan buiten zijn gewone werk ook
de studie te volbrengen voor zijn Docto
raal examen.
Hierna kreeg burgemeester De Koning
de gelegenheid afscheid te nemen, niet
alleen als autoriteit, maar ook als per
soonlijk vriend, want spreker zeide veel
persoonlijk contact gehad te hebben, n.l.
als voorzitter van het restauratie-comité.
Spreker noemde Ds. een belangrijk man,
niet alleen voor de Hoornder gemeente,
maar ook daar buiten, onder meer in de
culturele raad. Spreker zeide een heel
prettige herinnering te houden aan de
aangename gesprekken met Ds. en mevr.
Van Rhijn.
Namens de gemeente Texel moest spr.
hartelijk danken voor hetgeen Ds. voor
Den Hoorn en daarbuiten gedaan heeft.
Ds. v.d. Zwaag bedankte Ds. namens de
Doopsgezinde gemeente voor de goede
samenwerking. „Zonder Gods hulp kun
nen we niet, maar met Gods hulp kunen
we over een muur springen; moge U met
Gods hulp nog over vele muren springen"
Ds. De Lange, sprekend namens de
Geref. Kerk, zei nog maar een korte pe
riode op Texel te zijn. Spreker zeide, na
zo even het gezang gehoord te hebben,
het hem voorkwam niet een paar hon
derd mensen, maar heel Texel gehoord
te hebben. Het is mijn wens, dat wij een
maal als Kerk één zullen zijn. Ik hoop,
dat U veel goeds en Gods rijke zege mag
ontvangen in de Industriewijk.
Op een geestige manier sprak Ds. Van
Reijendam, namens de ring Texel, Ds. en
mevrouw toe. In de jaren, dat U hier
woont is er heel wat veranderd. Uw blik
ging verder dan Uw kerkelijke gemeente.
U hebt voor alles op Texel recht harte
lijke belangstelling gehad. Spreker zeide:
„Bij Uw komst op Texel is er als het
ware iets van Den Haag binnengekomen,
van het Binnenhof, de ambassade. Een
tunnel is er geweest waarvan Uw ge
meente en kerk van heeft geprofiteerd.
Nu gaat U heen naar Vlaardingen, maar
we zullen altijd merken, dat U op Texel
geweest bent.
U bracht „de vaart in de ring", daar
zijn wij U dankbaar voor. Wij wensen U
daar gezegende arbeid. Wij zullen de
kromme pijp missen op de vergaderingen.
Ds. Van Reijendam is blij voor korte tijd
consulent voor Den Hoorn te mogen zijn,
in verband met de spoedige komst van
een opvolger. Hij hoopt, dat, als er ergens
moeilijkheden mochten zijn, de gemeente
de kerkeraad of hem waarschuwt.
De heer N. Kikkert dankte dominee en
mevrouw namens de Hoornder gemeente
voor al wat zij voor de gemeente gedaan
hebben en voor de manier waarop U
beiden met ons omging en dank voor het
vele werk in de restauratiecommissie.
Wij bidden, dat het U goed zal gaan. U
kwam met z'n beiden, en U gaat met z'n
vieren terug. Moge onze vriendschap in
lengte van jaren blijven bestaan.
Ds. Van Rhijn sprak tot een ieder per
soonlijk een woord van dank voor de tot
hem gerichte woorden, voor de prettige
samenwerking en de gemoedelijkheid in
Den Hoorn ondervonden.
Na afloop kon een ieder persoonlijk af
scheid nemen van mevrouw en dominee.