Voortgaande verschuiving van traditionele logiesvorinen Groeiende belangstelling voor zomer huisjes ten koste van hotels en pensions Raadsel in Nijmegen Halve eeuw geleden De ANW heeft met belangstelling de voortgaande verschuiving van de tradi tionele logiesvormen als hotels en pen sions naar zomerhuisjes, kampeerwagens en kampeerplaatsen gevolgd. Opvallend was het zeer sterk gestegen aantal kam peerders. De indruk bestaat, dat deze verschuiving min of meer ten koste van de middenklasse der hotels en pensions gaat. De mobiliteit in het toerisme is in 1958 opnieuw groter geworden. Daardoor is de gemiddelde verblijfsduur iets terugge lopen. De belangstelling voor individuele rei zen nam toe ten koste van de groeps reizen. De betekenis van het wegver keer voor het internationale toerisme moge blijken uit een taxatie van bevoeg de autoriteiten, dat meer dan zeventig procent van de in Nederland komende buitenlandse bezoekers van het wegver voer gebruik maakte. De Expo, het weer en de ping-ping Het voorlopige beeld, dat de ANVV zich aan de hand van een reeks steek proeven over het toeristenseizoen 1958 heeft kunnen vormen, steekt niet ongun stig af bij het seizoen 1957. HARING OP VELE MANIEREN Het voorlichtingsbureau voor de voe ding meldt De nieuwe haring heeft weer het veld geruimd tot volgende zomer, maar over gebrek aan haring behoeven we niet te klagen. In deze tijd van het jaar kunnen wij haring eten in de vorm van goed gerijpte koelhuismaatjes, verse haring (ook wel panharing of bakbokking ge noemd), zure haring en gerookte haring, die we als gerookte of gestoomde bokking of bokkingfilets tegenkomen. Daarnaast zijn er diverse haringconserven in blik: haring „naturel", in tomatensaus en in pikante saus. Wist U dat appetit sild niets anders is dan stukjes haring in een pikant sausje? Voor de liefhebbers dus keus genoeg. Wat kunnen we nu allemaal van deze haring maken? De koelhuismaatjes en de zure haring lenen zich goed voor een haringsla met aardappel, appel en desgewenst bieten of tomaten. Zo'n sla is ter afwisseling wel eens lekker bij de boterham, als hartig hapje vóór de warme maaltijd of 's avonds. Haring „naturel" of in tomatensaus kan zonder meer als hapje gebruikt worden of, desgewenst met wat azijn aangemaakt, op sla worden neergelegd. Als belegging van dunne stukjes brood of toastjes kan behalve de koelhuisharing, de haring uit blik en de zure haring of rolmops, gerookte of gestoomde bokking dienst doen. De gerookte bokking is veel sterker gezouten dan de gestoomde en wordt meestal dunner gesneden. De ge stoomde bokking zullen wij bij voorkeur van het vel en de graten ontdoen voor we hem opdienen. De combinatie haring of bokking met hard-gekookt ei staat aardig op een toast je. Als garnering kan dan wat peterselie of selderij, tomatenketchup, mayonaise of paprikapoeder aangebracht worden. Minder bekend is dat een warm ge recht van bokking met roerei of omelet heel goed smaakt. Hiertoe worden vóór het bakken door de losgeklopte eimassa de stukjes gestoomde bokking geroerd. Met toevoegen van zout moeten we dan wel even oppassen. De verse haring wordt meestal gebak ken opgediend, warm of koud. Hij kan echter even goed worden gekookt of ge stoofd. Bij de gekookte haring geven we b.v. een tomaten- of mosterdsaus; de gestoofde haring kunnen we opdienen met het kookvocht waarin tevoren wat azijn of citroensap is gedaan. Als groenten passen bij de haring rodekool, bieten, wortelen, kropsla of een gemengde sla van diverse groentesoorten. fEUILLETON door G. PLANTEMA 31. De man op de sofa was Jörgensen, zodat de persoon in de leunstoel de Fransman Dupont moet wezen. Dat klop te in ieder geval met de beschrijving, die mile Ilescu van hem had gegeven. De Fransman bleek buiten kennis te zijn, maar Jörgensen had z'n ogen open en staarde naar Ohlquist, terwijl hij bewe gingen begon te maken, toen hij hem her kende. Ohlquist aarzelde een ogenblik, terwijl hij aandachtig naar de Zweed keek. Dan draaide hij, snel tot een be sluit komend, de sleutel om, die in de aeur van de kamer stak. Het was zo doende niet mogelijk, dat een van de andere mensen in het huis ongemerkt binnen kwam. Jörgensen was, toen hij over zijn eerste verbazing heen kwam, duidelijk bezig, de mspekteur te wenken, voorzover zijn be nauwde toestand hem dat mogelijk maak te. Alles wees er op, dat hij de inspek- teur verzocht, hem zo spoedig mogelijk van zijn boeien te bevrijden. Dat was een moeilijk probleem. Deze man was immers de medeplichtige van Dupont, die twee moorden had gepleegd! Dat nu met de arrestatie van de moordenaars het hele geheim van de gebeurtenissen was opge lost, leek Sven niet denkbaar. Daarom ging hij snel naar de Zweed toe en luis terde ondertussen goed of ergens anders in het grote huis geen geluiden te horen waren, die er op wezen, dat andere men sen in aantocht waren Expo, weersomstandigheden en de fi nanciële situatie in ons land hebben het binnenlandse toerisme in vergelijking met vorige seizoenen iets afgeremd. Dit betreft in het bijzonder het binnenlandse dagtoerisme, aangezien het meerdaagse toerisme in eigen land ongeveer even groot is geweest als in 1957. De Expo is op het bezoek van buiten landers aan ons land zeker niet van on gunstige invloed geweest ofschoon er in enkele plaatsen in het zuiden des lands en elders wat meer van werd verwacht. Vooral het bezoek uit Zuid-Europa en in de late zomer ook uit Scandinavië werd door de Expo gestimuleerd. De oostgrens heeft ten opzichte van 1957 een verdubbeling van passanten ge had. Langs de zuidgrens passeerde 7,5 percent meer bezoekers dan in het vorige jaar. Voorlopig kan het aantal buiten landse bezoekers op grond van thans be kende gegevens, inclusief grensarbeiders, koffie- en boterkopers, gesteld worden op 30 miljoen. De Duitse kopers op Nederlands gebied hebben de omzetten van de wisselkanto ren aan de oostgrens vrij aanzienlijk ver hoogd. Daaraan is de liberalisatie van de grensdocumenten voor auto's naar alge mene opvatting mede debet. In juli en augustus stegen ook de omzetten van de wisselkantoren aan de zuidgrens aanzien lijk na een minder gunstig voorseizoen, dan normaal. Opvallend was de stijging van de omzet in Franse franken. Oudeschild, 25 september 1908: Als bewijs, dat op een zeeplaats het le ven niet ongezond is en dat velen een respectabele ouderdom kunnen bereiken, kan dienen, dat hedenavond bij aankomst van de boot, zich op de steiger vijf oudjes bevonden, die samen ruim vier eeuwen telden. Adv. in de Texelaar van zondag 27 september 1908: L. H. Schot, rijtuig- en wagenmaker, Waal, bekroond met le en 2de prijzen op de Texelse tentoonstelling, blijft zich steeds aanbevelen voor het maken van alle tot dat vak behorende werkzaam heden, als: nieuwe jachtwagens, tilbury's, Texelse, Zeeuwse en Noordhollandse boe renwagens enz. Ten alle tijde genegen om te ruilen. Vijftig jaar landbouwonderwijs op Texel? Als wij het goed begrepen hebben, be staat het landbouwonderwijs op Texel thans vijftig jaar: in de Texelse Courant van donderdag 1 oktober 1908 wordt n.l. het volgende bericht gelanceerd: Na veel wensen, geuit zowel in land- bouwvergaderingen als in de gemeente raad, zal alhier nu worden voorzien in de behoefte aan landbouwonderwijs, het welk van zo groot belang wordt geacht voor de landbouwende stand. De heer H. Visser, Hoofd der School te Zuid-Eierland, welke zich tot het geven van dit onderwijs bekwaamde, zal als onderwijzer aan de te houden cursus op treden. Het onbetwistbaar groot belang dat voor de landbouwende stand aan landbouwonderwijs is verbonden, behoe ven wij zeker niet uitvoerig uiteen te zetten. Iedere belanghebbende zal daar van wel overtuigd zijn. Op 8 oktober 1908 kan worden ge meld, dat „aan de winter-landbouwcursus te Zuid-Eierland 22 personen deelnemen". Oosterend, 29 september 1908: Zaterdag 26 september, is alhier opge richt een Christelijk Harmonie-gezel schap, dat uit ongeveer 20 man bestaan zal, onder Directie van de heer J. Pool, Hoofd der bijzondere school. Het bestuur bestaat uit de heren S. Bakker Szn., D. Boon, P. Boon, Jb. Dros en K. Vlaming. NEGENDE HOOFDSTUK Zuster Anna, Mariaof Miquèle? „TJA", zei inspekteur Broekman na denkend. „Dat is een merkwaardig ver haal, dat u ons gedaan heeft". André Boorneman leunde in zijn kus sens. Het spreken had hem vermoeid, maar hij leek toch een beetje te genieten van het feit, dat hij de politieman en de andere mensen in de ziekenkamer een geschiedenis had medegedeeld, die hen al heel eigenaardig in de oren klonk. Wat had hij wel verteld, toen hij uit zijn verdoving was wakker geworden? Diep beledigd was André Boorneman op de bewuste avond uit de foyer van het concertgebouw „De Vereniging" weg gegaan. De woorden van de poenige Van der Zuyden hadden hem geraakt en de warmte, waarmee het Roemeense meisje afscheid van hem had genomen, konden die indruk niet wegnemen. Hij was, al gauw bekoeld door de nachtlucht, naar de St. Annastraat gewandeld om zijn pen sion op te zoeken. Toen was hij langs de automatiek gekomen. Een aantal ver lichte vierkante wenkten hem en achter de venstertjes lagen kroketten, nier- broodjes en andere eetwaren. André had de verleiding niet kunnen weerstaan om er een proefje van te nemen en toen de orkestleider Louis Mulders even later arriveerde, had hij die van harte een nierbroodje kunnen adviseren. Omdat hij zelf klaar was, stak hij de straat over, want het pension lag aan de overkant, nog wat verder op. Hij was dicht in de nabijheid ervan, toen een auto stil hield. „Monsieur!" riep een vreemde stem. André liep op de auto toe. Hij zag di- VRESELIJK „SPEL" OP VLIEHORS Als het weer het maar even toelaat, begint op de Vliehors het lieve leven dat echt niet lief maar wel vol leven is. Over de uitgestrekte zandvlakte jagen snelle vliegtuigen op hun doelen af en spuiten met hun boordwapens een dodelijke straal van kogels op de doelen op de grond, terwijl de rookkolommen van de vernietigende napalmbommen de plaat sen markeren waar deze projectielen zijn ingeslagen. Geen mens kan zich by dit bedrijf als een struisvogel gedragen, het is een vreselijk „spel" Maar, soms dreigt men gewoon te ver geten voor welk doel deze oefeningen eigenlijk dienen. We raken vertrouwd met allerhande werktuigen, die toch gebouwd zijn om er onze „vijand" mee te doden, zodra de nood aan de man komt. Nee, die projec tielen kunnen ons helemaal niet doen ontstellen. Van de zomer, toen plezier vaartuig „De Zeemeeuw" nog een gere gelde dienst onderhield tussen Texel en de Vliehors, hebben we dat weer erva ren: de toeristen volgden de oefeningen helemaal niet met afkeer, maar vonden het best interessant, een verlenging van de attractie, die de „robbentocht" vorm de! Ook schipper Boon werd niet door de bommen en raketten geïmponeerd: hij kauwde bij het zien neersuizen van de projectielen even rustig en tevreë op zijn pruimtabak als was er geen vuiltje in de gestalte van een straaljager aan de lucht. En nooit dacht ook maar één haar op zijn hoofd aan de mogelijkheid, dat zo'n straaljager zou kunnen afglijden en bo venop zijn stuurhut zou kunnen belanden. Nu, dat zou ook een grote zeldzaamheid zijn, eer nog krijg je een zich vrijwillig meldende zeehond aan boord. Ja, onze vliegende verdedigers kunnen er wat mee, wat U ook uit onderstaande bijdrage moge blijken: De helft van Vlieland bestaat uit één reusachtige plaat zand, die de Vliehors genoemd wordt. Midden op die okergele vlakte verheft zich als een gebalde vuist een korte, gedrongen toren, gekroond met een in de zon blikkerende glazen koepel. Ter hoogte van de koepel loopt er een balkon rondom de vierkante, betonnen kolos. Op de dag, dat in 'n jeep van de luchtmacht door het rulle zand naar de toren ploegde, zat daar op het balkon de majoor J. Linzel te lezen in het boek „Het Raadslid". Sinds de laatste verkiezingen zit deze slanke en nu grijze ex-jachtvlie- ger van de R.A.F. namelijk in de zeven leden tellende gemeenteraad van Vlie land. Eens in de maand ongeveer komt de raad bijeen en dan is majoor Linzel een der twee woordvoeders van Algemeen Belang Vlieland. Hij was zelfs een der oprichters van deze prille politieke partij. Een programmapunt van Algemeen Be lang Vlieland (naast o.m. het streven naar een eigen ulo-school op het eiland en naar betere bootverbindingen in de win ter) is de bevordering van het vreemde lingenverkeer. Op buitenstaanders maakt het misschien een merkwaardige indruk, dat juist majoor Linzel „in de politiek" is gegaan, mede om het toerisme op Vlie land te bevorderen. Hij verdient immers het dagelijks brood in een bedrijf, dat dreunend vloekt met begrippen als toe risme, natuurschoon en vooral stilte; hij is vuurleidingofficier bij het Schietdeta- chement Vlieland van de Koninklijke Luchtmacht. In de koepel op de eenzame toren moedigt bij de piloten van straal jagers aan, het nog eens te proberen en dan raak te schieten met hun boordka- nonnen en raketten of om raak te gooien met hun gewone en napalmbommen. En op enkele honderden meters van de toren af spuit het zand op. „Direct hit", roept de majoor dan te vreden in zijn microfoon, „voltreffer!" Op de Vliehors liggen de gronddoelen, waarop straaljagers komen schieten, dag in, dag uit, zomer en winter. Het is een van de uitermate zeldzame plekken bin nen onze landsgrenzen, waar ruimte ge noeg is voor het tamelijk onrustige be drijf van het raadslid Linzel. Verzet Nu valt het wel mee met die tegen stelling herrie en toerisme bevorderen. Er is aanvankelijk natuurlijk nog al wat verzet geboden tegen de plannen, om op de Waddeneilanden schietschijven voor straaljagers neer te zetten. Het is er toch van gekomen, omdat niemand de vraag „Waar dan wel?" wist te beantwoorden. rekt, dat de man, die het portier opende en er half uit leunde in zijn richting, een onbekende was en zeker niet iemand van het gezelschap, waarin hij zich die avond had bevonden. De man wenkte hem. Hij had een witte zakdoek in de hand. „Monsieur!" Ditmaal klonk zijn stem dringend, alsof hij zich in grote verlegen heid bevond. André Boorneman kwam bij de auto staan. Ja, toen hij ontwaakte, lag hij op een bed in een kleine, niet ongezellige kamer. Hij voelde zich akelig slap. Hoe hij daar was gekomen, wist hij niet. Lang lag hij er over te piekeren, maar zijn gedachten konden hem niet verder brengen dan tot het ogenblik, waarop hij de mond opende om de onbekende, Frans-sprekende man te vragen, wat hij wilde. Hij begreep, dat de man hem een bedwelmend middel had toegediend, dat waarschijnlijk op de zak doek had gezeten. Maar hij had er geen idee van, waar hij was. In een zieken huis? Maar de kamer had geen raam. En hij wilde wel opstaan om eens te gaan kijken, maar dat lukte niet. Hij was zo slap, dat zijn benen hem de dienst wei gerden. Het was stil rond hem. Geen klok kon hem vertellen hoe laat het was. Zijn polshorloge was verdwenen. Hij droeg een vreemde pyama en van zijn kleren zag hij niets, ook niet van de weinige eigendommen, die hij in jas- en broekzak ken bij zich had gedragen. André Boorneman moest wachten. Hij wachtte, en nu hij eenmaal in dit stille vertrek bij bewustzijn was, kwam het hem voor, dat er uren voorbij gingen. He lemaal helder waren zijn gedachten Tien jaar geleden ratelden er voor het eerst boordkanonnen boven de Vliehors. Er was onrust onder de mensen en in de natuur. Maar nu is het dagelijks rumoer tot de gewone achtergrond van het ge wone leven op het eiland geworden. Niet alleen de zeshonderd-en-zoveel Vlielan- ders raakten er aan gewend, maar ook de vogels. „Tussen de doelen in zitten soms sterns en scholeksters te broeden", zegt majoor Linzel, „en ze krijgen nog jongen ook". Ik heb inderdaad met eigen ogen kun nen waarnemen, dat de vogels zich bitter weinig van het lawaai aantrekken. Op v/eg naar Vlieland vloog ik heel laag over de Waddenzee. De meeuwen op het water gingen pas op het laatste moment een meter of wat opzij. Ze deden het met duidelijke tegenzin. En later op de dag, toen ik in een jeep over het strand reed, weken de vogels ook alleen dan loom en verveeld uit, als het beslist niet anders kon. Dat alles wil natuurlijk niet zeggen, dat bepaalde vogelsoorten niet voor het rumoer op de vleugels zijn gegaan, om niet meer terug te keren. Deze prijs moest betaald worden. Ook de badgasten moeten genoegen nemen met het gedreun, al wordt er tussen 1 maart en 1 septem ber niet met scherpe bommen gegooid. Aanvallen ondernemen met straaljagers schijnt iets te zijn, waar een vlieger vrij snel „uit" raakt. AJs het goed is, moet hij om de andere week een week dagelijks schieten. En dat gebeurt dus vooral op de Vliehors, hoewel ook op de Noordvaarder op Terschelling gronddoelen liggen. Prikkelend moeilijk Ik ben een dag naar de toren op de Vliehors gegaan, om daar vrij snel te ontdekken, dat het schieten en het gooien voor de betrokkenen op de grond en in de lucht een opwindende en met graagte beoefende sport is. De projectielen verlie zen hun afgrijselijke hoedanigheid, voor mensenvlees bestemd te zijn. Over blijven dingen, waarmee je schijven op de grond moet zien te raken. En dat is prikkelend moeilijk. De act;e begint eigenlijk al, als een „flight", een sectie van meestal vier straaljagers, nog een kilometer of vijftig weg is. Dan begint plotseling de radio ontvanger in de toren te suizen en uit dat gesuis maakt zich een stem los, die roept: „Sea-side, Bonzo Black, three minutes out. Four aircrafts for skip-bombing, rockets and guns". De taal der luchtvaart is immers Engels, maar het is een Engels, dat doorspekt is met code-woorden. Sea side is de roepnaam van de formatie, die zich meldt en zijn „bestelling" opgeeft: scheervlucht met bommen, raketten en boordkanonnen. Dan zegt de toren: Bon zo Black, proceed to target area", hetgeen wil zeggen: kom maar. Soms moet een formatie even wachten, omdat het schiet- terrein, dat in de lucht „range" heet, be zet is. Dan worden de toestellen zolang naar het gebied boven de vuurtoren van Texel gestuurd. Daarna mogen ze komen. Ze melden zich, als ze „onze minute out", een minuut vliegen ver weg, zijn. De toren zegt „Roger" (codewoord voor „be grepen") en „come in for spacing pass". En dat wil dan weer zeggen, dat de toe stellen kunnen beginnen. De „spacing pass" in het uit de forma tie wegkantelen, om zich voor de aanval gereed te maken. De toren geeft een doel op, vertelt iets over de wind op de grond („Wind ten o'clock, twelve knots") en nummer één komt aangieren. De piloot drukt zijn stuurknuppel naar voren, zet zijn vinger op de knop en de eerste roffel ratelt verstikt over de duinen. Maar voor het te horen is, zien we het zand al op spatten. Op rode lappen De doelen voor de boordwapens be staan uit tien verticaal opgestelde rode lappen, vier-en-een-halve meter in het vierkant. Er staan er vijf aan elke kant van de toren. Uit de lucht zijn de lappen slechts hele kleine rode blokjes. De vliegers proberen er dan ook zo laag mogelijk op aan te suizen, richtend met hun toestel. Ze mogen echter niet beneden de zestig meter komen. Majoor Linzel houdt ze op de toren met zeer nauwlettende ogen in de gaten. Onder tussen geeft hij de missers of treffers op en de toestellen komen opnieuw. En zo gaat het in principe ook, als de als ra zende pijlpunten rondgierende Thunder- streaks, Hunters of hoe de straaljagers verder mogen heten raketten komen af vuren. Zij krijgen een ander doel aange- trouwens niet, want het bedwelmende middel werkte nog na, zodat het denken hem moeite kostte. Eindelijk ging de deur van het vertrek open. Andre ont dekte een stekende hoofdpijn, toen hij probeerde, zijn gezicht naar de deur te keren. Hij kreeg sterretjes voor zijn ogen. Maar toch kreeg hij een indruk van de persoon, die binnen was gekomen. Het was een tamelijk lange, magere man, die wat voorover liep. Van zijn ge zicht was niets te zien, want de man droeg een donker masker. Hij had een donker pak aan, dat waarschijnlijk door een goede kleermaker was gemaakt, want de coupe was uitstekend en de stof ook. André voelde eerst een suffe verwon dering, dat de dokter van het vreemde ziekenhuis, waarin hij verzeild was ge raakt, het nodig vond, zijn patiënten ge maskerd te bezoeken. Pas toen drong het tot hem door, dat hij waarschijnlijk hele maal niet in een ziekenhuis was en dat deze man misschien in verband stond met de ontvoering, die hem was overkomen door de onbekende Frans sprekende man. Daarna begonnen zijn hersens zich moei zaam af te vragen, waarom juist hem zoiets moest overkomen. „Waar ben ik eigenlijk?" vroeg André toen, een tikje geprikkeld, omdat de ge maskerde hem aanstaarde en geen woord zei. „U bent in veiligheid", was het lako- nieke antwoord, dat hem niet veel wijzer maakte. „Daar ben ik blij om", merkte André op. „Maar dat zegt me nog niet veel. Kunt u zich niet nader verklaren? Waar om ben ik hier? Is dit een ziekenhuis? wezen, zakken opnieuw. Plotseling vuurflits onder het toestel, een lang, ding maakt zich los, tekent een ragt potloodstreep tegen de blauwe ach grond van de lucht en slaat in met korte, nijdig in de ruiten van de to doordreunende klap. Een vlag in vierkant is hier het doel. In oude bunker Aan de andere kant van de toren i gen een paar oude tanks, die als mikp voor de napalmbommen moeten diea Een napalmbom is een heel naar u Als ze uit de nu op een meter of twi> over het zand spuitende toestellen dui len, lijken het vrij onschuldige, grijze D kertjes. Een onderdeel van een seco later ontpoppen ze zich als de bron een rondtollende massa van vuur en ro vele meters in het vierkant. Als je op balkon van de toren staat, slaat de vi hitte van de ondingen vol in je gezit terwijl uit de vuurbollen op het str; venijnige gloeipunten wegschieten in D richting van de Noordzee. Want alle i y. vallen worden van het land uit naar A zee toe ondernomen. En aan de landi C van de doelen vormen tientallen p vlaggen een streep, waar de vliegers! D projectielen nooit vóór mogen laten ti slaan. Ook al is de „range" mijlen in b omtrek afgezet door waarschuwingsb den en vlaggen. Dat alles ter beveilig c van vooral de badgasten, die zich v kilometer of wat verderop op het strj D omdraaien, om ook hun rug te la ei bruinbranden of door de duinen sjoki S Maar ook de vliegers moeten soms tej hun eigen al te grote enthousiasme in scherming worden genomen. Dan kra c de stem van majoor Linzel in hun ki telefoons, dat ze te steil duiken, te 1 0 komen of andere verboden dingen do D In de tien jaar, dat „Seaside" nu in a bruik is, gebeurde er één dodelijk on D val. In 1951 raakte een toestel de grt en spatte uiteen. Het ging echter duin den andere keren goed. Als een oefening is afgelopen, omdat munitie op is, melden de vliegers d „Number one (two, three, four), AMI zero". Voor de laatste (schijn-)aan komen ze nog een keer terug. Dan vi tellen ze de toren, dat ze hun vizier vi zetten en de elektrische installatie v de bediening van wapens uitschakt („Side caged, switches off!"), ze bedanl den mensen beneden voor hun hulp, r pen nog een keer „cheerio" en verd? nen. De stilte valt weer over de Vlieh! Majoor Linzel pakt zijn „Het RaadsL of iets anders en gaat lezen. Of een be« praten met zijn assistenten. Eén van )i snort in een jeep langs de rode lapp om de nieuwe gaten met witte verf a te geven. Sea-side is rustig. Tot de rai weer gaat suizen. „Heer van Vlieland" Het schietdetachement bestaat uit geveer 25 man, die gelegerd zijn in e oude, in de duinen bij Oost-Vlieland j goten bunker, die in de eerste were oorlog al door de marine-kustwacht bruikt werd. Het is een romantische v zameling van ondergrondse kamert] verbonden door gangen en gangetjes. 1 personeel, dat belast is met de verzorg: van Sea-side of met het assisteren van vuurleidings-officier, staat onder cc mando van de luitenant W. Hateboer, in de luchtmacht vergrijsd man. Hij is begaafd strandjutter. En dat is te merk aan het kampement: de paden er he zijn verhard met allerlei stukken ho ingebed in schelpen. Hij heeft een ma< tig mooie toegangspoort doen bouwen ervoor gezorgd, dat de kamers iri de bi ker bijzonder gezellige vertrekken z geworden. Verder heeft hij met zijn me sen, onder wie hij meer dan populair van boomstammetjes een recreatie-j bouwtje opgetrokken, dat bij de hele K ninklijke Luchtmacht beroemd is. Is majoor Linzel raadslid, luitena Hateboer is voorzitter van de Oranjevi eniging van Vlieland en weet vrij v gelegenheden aan te grijpen, om w doordachte feesten op touw te zetti Toen hij enkele jaren geleden zijn 3 jarig jubileum als vlieger vierde, kwi daar o.a. dan ook de burgemeester en rest van de burgerij aan te pas. Die bi gerij gaf hem een paard! Het dier gen nu een hereleven in het kampeme waar ook gras groeit. Hij heeft er gea schap van een stel ganzen en tot vfl kort ook van een geit. Tijdens dat ju! leum werd de luitenant Hateboer plechi de ere-titel „Heer van Vlieland" V! leend. Hij is daar geweldig trots op. Bent U een dokter?" „U vraagt erg veel ineens", zei de n> met het masker. Hij had een koele, die stem en hij sprak niet als een vreemd ling. Dit was een volbloed Nederland dat was duidelijk te merken. „Maar een enkele verklaring ben ik wel schuldig", ging hij door. „Dit is ge ziekenhuis. Ik ben geen dokter. Waar bent, ja, daarover kan ik u geen inlic tingen verstrekken. Ik zou me graag U voorstellen, maar er zijn zekere bezu ren, die dat niet mogelijk maken. U bi meneer Boorneman en U komt uit R< lerdam, nietwaar? U bent in „De Vera ging" in een merkwaardig gezelschap! rechtgekomen en daarom was het bei u in veiligheid te brengen. Op het og blik kan ik u nog niets zeggen, maar kunt er zeker van zijn dat u in de to komst tekst en uitleg zult ontvangen, bent op het ogenblik ziek. Ja, u bent ze! vrij ernstig ziek, zodat u het beste do kalm in bed te blijven. Het zal u aan nif ontbreken. Ik weet niet, hoe lang u hi moet blijven, maar wij zullen proben u het verblijf zo aangenaam mogelijk maken". Dat was een hele redevoering en And Boorneman kon de woordenstroom ma met moeite verwerken. „Wat voor I vaar dreigt mij dan wel?" informeer hij tenslotte. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1958 | | pagina 4