Paardensport" verwacht tweede
jeugd
HET GOUDSCHIP
,,'t Avontuur met de
valse munters
k IRC»:
't Peerd van ome Loes is dood, hard-
stikke dood en ergens in het wilde westen
hangt een paardenhoofdstel aan de muur;
het tot tweemaal toe aangekondigde con-
cours-hippique, te houden op een perceel
land nabij Den Burg, moest worden af
gelast wegens gebrek aan belangstelling;
tijdens de eerste sneeuwperiode is nog
geen enkele ar naar buiten gereden of
ontstoft en toch, tóch hebben onze Texel
se Paardensportvrienden de relaties weer
bij elkaar getrommeld. Niet om de pot te
verdelen want er is geen geld in kas
en niet om te treuren of te praten over
die schilderachtige ouwe tijd. Helemaal
niet! De 30-jarige vereniging „De Paar
densport" gelooft in de toekomst (met
paardenmateriaalen zij beschouwt de
huidige inzinking slechts als van tijde
lijke aard (wat met inzinkingen door
gaans inderdaad het geval is). Zij gelooft,
dat de Texelaars eens weer in staat zul
len zijn om een waardig concours op
touw te zetten, zij gelooft dit vaster dan
ooit te voren na de vrijdagavond ge
houden feestelijke bijeenkomst in „De
Lindeboom-Texel". „We zijn trouwens
verplicht de traditie voort te zetten", al
dus meende de voorzitter, de heer H.
Keesom, omdat er momenteel twee wis
selbekers in circulatie zijn gekomen,
welke nog (lang) niet definitief zijn ge
wonnen. Intussen zagen wij de bezitter
v^n e.en dezer triomfen krachtiger aan
zijn sigaar zuigen als wilde hij zeggen:
..Nou, laten ze maar op komen, m'n ma
teriaal is goed verzorgd, wij zijn paraat!"
Aan de volïjverde bestuursleden heeft
het dus niet gelegen, dat wij vorig jaar
het concours moesten missen: tweemaal is
alles op alles gezet om dit feest doorgang
te doen vinden, maar het scheen niemand
uit te komen: de een zat met een zieke
knecht, de ander moest de vertraagde
hooi-oogst nog binnenhalen, de ander
hield zich schuil wegens bijzondere fami
lieomstandigheden enz. „Hierdoor is het
niet verlopen zoals we gehoopt hadden,
maar wij moesten er in berusten, jammer,
want dertig jaar lang had het bestuur de
belangen van de vereniging op voorbeel
dige wijze weten te behartigen. Er was
slechts één reflectant komen opdagen: de
heer P. Dros Nzn. en dat mogen wij wel
even apart vermelden!
Intussen hebben de paardensportlief
hebbers het jaar 1958 maar tot de grijze
historie verklaard en tien tegen één, dat
ze 'm volgend jaar weer eens ouwerwets
gaan opzetten. Er zijn nog paarden ge
noeg, er zijn nog veel bekwame koetsiers
en er is gelukkig ook nog een terrein te
vinden. Wisselbekers zullen er gesmeed
worden zolang de mens nog enig eerge
voel weet op te brengen en de zon zal
altijd weer van de partij willen zijn
wat haar soms wel eens niet gelukt.
Vrijdagavond hadden ze overigens
niets met de weergoden te maken, zelfs
niet met nerveuze paarden of uit het
lemoen schietende tuigen: ditmaal was
alle aandacht geconcentreerd op een
zestal artiesten (van de bovenste plank).
De opkomst viel zeker niet tegen. De
oorzitter heette wethouder Roeper in
het bijzonder welkom. De heer Roeper
was trouwens óók als paardensportlief
hebber aanwezig.
De voorzitter gaf hierna het woord aan
de artiesten, die door de handicap van 'n
lek bandje pas met de laatste boot arri
veerden, maar toch binnen een minuut na
aankomst al aan het werk togen. Dit
programma werd verzorgd door Truusje
Koopmans, die al zovele radiobezitters en
televisiekijkers in verrukking heeft ge
bracht, door de bekende conférencier
Dick Gabel, door Sonja van Weerden
burg, die deel uitgemaakt heeft van het
roemruchte gezelschap van Toon Her
mans en last but not least het trio o.l.v.
Davie Swaab, dat voor fenominale dans
muziek zorgde.
Tot diep in de nacht bleef men in de
beste stemming bijeen.
GEVONDEN EN VERLOREN
VOORWERPEN
tot en met 17 januari 1959
Gevonden te Den Burg: lipssleutel;
biauw-grijze wollen want; grijze want;
hangslotsleutel; duimstok; geel kinder
wantje met hondenfiguur; muntbiljet van
J 1,lederen tas met overall; zwart-
rode vulpen; gele kinderwant; paarse
alpinomuts; gele sjaal met groen en rood;
uitlaat Solex; paar dameshandschoenen
(onder leder, boven crème stof); bruine
portemonnee met 4 zegels; bruine motor-
muts; paar blauwe kinderwanten met
rode strepen; kmderboodschappenmand;
zwartlinnen gevoerde bromfietswant;
paar rode kinderwanten met draagkoor-
den; groene kindersjaal met witte rand;
paar roodlederen dameshandschoenen;
zwarte wollen want; pop met donker
haar; veelkleurige kinderwant; munt
biljetten van J 2,50; bruine kinderwant
waarin hoestpastilles; 3-tal zwartlederen
dameshandschoenen; olijfgroene dames
muts.
Gevonden te Oosterend: zwartlederen
dameshandschoen; meetband; portemon
nee met ziekencoupon
Verloren te Den Burg: lederen porte
monnee met plm. 8,—; lichtbeige lede
ren dameshandschoen; bruine damespor
temonnee met 0,65; grijswollen kinder
handschoen; tasje met rijwielgereedschap
enz.; bruinlederen gevoerde herenhand
schoenen; paar blauwe kinderwantjes;
grijze dameshandschoenen; zwart-crème
autoped; grijze gevoerde nylon dames
handschoenen; Ford benzinetankdop;
beige lederen herenhandschoen; gouden
damespolshorloge met zwart riempje;
lederen herenhandschoen; achterklep
vrachtauto; Hevea-laars; kentekenplaat
PL-09-95; zwarte kinderportemonnee;
blauwe pet met bontvoering, rode sjaal
met gele blokjes, wit fietspompje; blauwe
vulpen met gouden pen; paar bruine kin
derwanten met dierfiguur; muntbiljet
van 2,50; champagnekleurige hoes van
paraplu; beige kinderportemonnee met
J 1,kentekenplaat PS-45-31; bruine
portefeuille met muntbiljet en paperas
sen;
Verloren te Oosterend: zwartlederen
dameshandschoen.
CONSULTATIEBUREAU VOOR
ZUIGELINGEN
Heden, woensdag, consultatiebureau
Heden, woensdag 21 januari worden de
moeders van de buitendorpen verwacht
op de voigende uren:
De Cocksdorp 1.15 uur; Oosterend 2 uur;
Den Hoorn 2.45 uur en De Koog 3.30 uur.
DAMCLUB TEXEL
DAMCLUB TEXEL BEHAALDE
KAMPIOENSCHAP 1STE KLASSE IN
N.H. NOORDERKWARTIER
Het was niet bemoedigend toen we
met slechts negen spelers van de kant
gingen. Maar wie schetst onze verbazing,
toen na een half uur spelen onze tiende
en tevens eerste man toch binnenstapte.
Bij een enkeling onzer gaat de clubliefde
dan toch zover, dat hiervoor een extra
boot werd gecharterd. Zo bracht Jo Schoo
onze eerste bordspeler naar Winkel en C.
Dijker beloonde dit gebaar door een ge
degen overwinning. Als eerste sleepte P.
Bruijn de punten in de wacht, welke
voorsprong weer verloren ging toen C.
Meedendorp het slachtoffer werd van een
fraaie slagzet. Voor zo'n verliespartij
hoeft men zich zeker niet te generen. Ook
G. Dros bracht het in een hekstelling-
partij tot winst, iets wat S. Bakker zich
door een verrassend offer zag ontglippen.
Bord 5 en 6 kwamen tot remise, na
moeilijke partijen, terwijl S. en C. van
Heerwaarden op de valreep remise be
sloten met nog een gering overwicht. Ook
bord 7 kwam zo ver, wel is waar met het
voordeel aan de kant van Winkel.
Damclub Texel behaalde hiermee dus
het kampioenschap met de volle winst uit
zeven ontmoetingen. De hoogste score
werd hierbij behaald door C. Dijker en J.
Hooijberg, n.l. 11 punten uit 7 partijen,
geproduceerd door 4 overwinningen en 3
remises.
Winkel 1-Texel 1:
Helder-C. Dijker 02
H. J. Suydendorp-S. v. Heerwaarden 11
J. v.d. Welle-C. Meedendorp 20
P de Graaf-C. v. Heerwaarden 11
T. Mantel-J. Hooijberg jj
H. Bergman-W. A. v. Zeijlen 1—1
A. v. Dijk-S. v. Heerwaarden Jzn. 11
S. Snip-G. Dros o2
J. de Graaf-S. Bakker i—i
G. Spijker-P. Bruijn o2
8—12
De uitslagen van vnjdag zijn:
A.:
S. v. Heerwaarden-A. Vinke 20
J Hooijberg-S. v. Heerwaarden 11
C. v. Heerwaarden-C. Meedendorp 11
Jas. Vinke-S. v. Heerwaarden Jzn. 20
B.
A. Vinke-S. Ros ij
J. J. de Beurs-R. Zijm 1i
J. Stam-R. Zijm ij
G. Dros-C. v.d. Werf 20
D. v.d. Werf-A. v.d. Slikke i—0
C.:
J. de Jager-J. A. v. Enst 02
C. C. Barhorst-A. de Haan 02
P. Bruijn-J. J. Lafeber 2—
Verloren te De Koog: zwart plastieken
portefeuille o.a. met ƒ65,enkele foto's
en paperassen; doublé rechthoekig dames
polshorloge met zwartlederen band.
Het bureau der rijkspolitie te Den Burg
is hiervoor op werkdagen geopend van
van 16.00 tot 18.00 uur
NOORDHOLLAND IN 1958
Aan de gegevens, ons verstrekt door de
Kamer van Koophandel, ontlenen wij het
volgende:
Vreemdelingenverkeer
De belangstelling van het vreemdelin
genverkeer voor ons gewest, die aanvan
kelijk leek tegen te vallen, overtrof ge
durende het vakantieseizoen met name
aan de kust de verwachtingen. Een
toename van dit verkeer met 20°/o in
vergelijking met 1957 behoeft zeker niet
overdreven geacht te worden.
Het bezoek gold in hoofdzaak buiten
landers, waaronder de Duitsers een be
langrijke plaats innamen.
Met name onder de Zweden raakt het
gebruik van tenten/of caravan steeds
meer in zwang. In verband hiermede
moet uitbreiding van de kampceraccom-
modatie zeer urgent geacht worden.
Aangenomen moet worden, dat de aan
trekkingskracht van de wereldtentoon
stelling Expo te Brussel heeft bijgedragen
tot vermeerdering van het aantal buiten
landse bezoekers aan dit gewest.
Het bezoek van landgenoten bleef over
het algemeen bij 1957 ten achter. Alhoe
wel de laatste ajren steeds meer Neder
landers hun vakantie in het buitenland
doorbrengen, moet aan deze situatie
eveneens de Expo niet vreemd gedacht
worden.
Gebleken is dat de tunnelverbinding
bij Velsen het dagbezoek aan Noord
holland wel heeft gestimuleerd. In het
kustgebied was deze toename goed merk
baar, evenals in verschillende hengel
sportcentra in ons gewest.
De toename van het toeristisch verkeer
eist het scheppen van moderne hotel- en
pensionaccommodatie. Onder deze om
standigheden kan er wellicht ook ge
dacht worden aan 'het omzetten van sei
zoen- in jaarbedrijven.
In het algemeen ziet men in deze
branche terug op een goed geslaagd
seizoen.
Bloembollenhandel
De oogst van de meeste bolgewassen
was, op enkele uitzonderingen na, nor
maal. De opbrengst van dubbele vroege
tulpen was over het algemeen slecht,
waardoor vele kwekers zich genoodzaakt
zien deze partijen op te ruimen en ande
re, sneller groeiende, soorten te gaan
telen.
Door de geringere groei in vergelijking
met verleden jaar behoefden er minder
bollen door het Surplusfonds overgeno
men te worden en kunnen de kwekers op
een beter jaar terugzien, en vooral dege
nen die hun bollen laat verkocht hadden
De export van bloembollen nam weer
toe. In het tijdvak van januari t.m. no-
vembei 1958 werd voor een bedrag van
196,1 miljoen uitgevoerd, tegenover
188,7 miljoen in dezelfde periode van
het vorig jaar. In de loop van december
overschreed het exportbedrag ƒ200 milj.
Van de meer dan honderd bollen im
porterende landen staat West-Duitsland
11U bovenaan, gevolgd door de Verenigde
Staten van Amerika, Engeland, Zweden
en Frankrijk. Over dit resultaat kan men
zeker tevreden zijn gezien de economi
sche moeilijkheden in het buitenland, de
bevordering van de teelt van snijbloemen
in verschillende landen en de toeneming
van het aantal werklozen.
De bedrijfsresultaten voor de export
waren dit jaar minder gunstig dan in
1957; gedurende exportmaanden steeg de
prijs van vele bollen tot ongekende
hoogte waardoor, indien men niet tijdig
genoeg had ingekocht, de export weinif
of geen marge gelaten werd.
WILDE KOE OP TEXELSE MARKT
Op de markt werden maandag slechts
enkele dieren aangevoerd: een koe, een,
drachtige zeug 405,en 4 nuchtere
kalveren 5070. De koe kreeg het op
een gegeven moment met de zenuwen te
kwaad, rukte zich los en ging aan de
haal, na eerst nog een toegeschoten ex
pediteur omver te hebben gekegeld. Het
rund rende door Den Burg en kon eerst
bij het terrein van kleuterschool „De
Woelige Hoek" worden gegrepen. In die
woelige hoek was het dier namelijk uit
geraasd.
We hadden ome Kees de Graaf nog
willen polsen over dit merkwaardige ver
schijnsel, doch deze vaste marktbezoeker
die volgens welingelichte bron de laat
ste dertig jaar nooit verstek heeft laten
gaan ontbrak op het appel. Wij verna
men, dat ome Kees maandag tussen een
regeltje warme kruiken lag teneinde de
ergste griepaanvallen te kunnen door
staan. Beterschap toegewenst!
DE STEM DES VOLKS
Op 7 februari a.s. gaat „De Stem" haar
10-jarig bestaan herdenken met haar le
den en genodigden.
Voorzeker is er reden om dit feit fees
telijk te vieren. De bijeenkomsten, waarop
het ledental tamelijk constant blijft, ken
merken zich door een prettige sfeer. Op
tal van hoogtijdagen van partij- en vak
beweging was zij present en heeft een
goede staat van dienst.
Ook de heer Craanen werkt van de
aanvang af als dirigent mede en door zijn
nimmer aflatend enthousiasme, gepaard
aan taktiek is de geest steeds prima ge
bleven. Herhaaldelijk maakten we ge
bruik van mevr. Craanen's liedjes,
schetsjes, zodat we alle reden hebben bij
deze mijlpaal even stil te staan.
Op 3 maart gaat „De Stem" naar Alk
maar, waar ze in het programma der
gewestelijke vrouwendag van de Partij
van de Arbeid een programma zal afwer
ken met liedjes en schetjes en zang door
„De Stem", onder leiding van mevr. en
de heer Craanen. Voor het eerst treden
we dan op buiten Texel in de grote zaal
van „Het Gulden Vlies".
S.V. TEXEL
Op 1 februari wordt ons Balmasqué
gehouden in Hotel De Lindeboom-Texel.
Als allen daaraan meewerken, kan het
weer een pracht avond worden. Maar
komt gemaskerd, zoveel mogelijk..
In maart, dit is een voorlopig bericht,
draaien we de film „Wereldkampioen
schappen 1956". Deze zal een ieder, die de
sport beoefent of er belangstelling voor
heeft, willen zien. Indien mogeiijk gaat
deze film vooraf ook voor de jeugd
draaien. We verwachten, dat we allen,
die aan sport doen, een grote dienst be
wijzen.
FOTOCLUB „DE KIEKENDIEF"
Men verzocht ons mede te delen, dat ,1
de eerstvolgende bijeenkomst is bepaald
op 29 januari a.s. Door omstandigheden
moest de wekelijkse samenkomst tot die :i
oatum worden uitgesteld. Zoals bekend j
heeft men het Dorpshuis Den Burg tot
clubhuis gekozen.
VAN SHERLOCK SPEURZIN
UIT HET SPEURZIEKE LEVEN
6. Hij moest eerst het bos door, dat het
kasteel omringde. Hij vond het een mooi
maar onheilspellend bos. Het was vrese
lijk verwilderd. Ja, dat hoort erbij, dat
is artistiek. Maar plotseling
„Wa..t is da. .t nu. .u?" stotterde de
verschrikte Sherry. Lange lichtstralen
doorpriemden het bos en hulden Sherry
in een geheimzinnige gloed.
„Ja, dat i. .sss we..el wawat all t..
teartistiek", hakkelde Sherry. „Dat
is niet in de haak. Ik zal even afwach-
FEUILLETON
door Annie G. Spoorhoven
8. „Zo zaten we dan in de kleine boot,
midden in de mist. De scheepslantaarn
stond op de voorplecht, maar 't licht had
niet de kracht om door de grijs-grauwe
mist heen te dringen. Af en toe hoorden
we, als heel in de verte, het klagend ge
huil van de misthoorn. Toch kon het
schip vlak bij zijn. Zelf hadden we geen
misthoorn bij ons: de matroos, die op de
misthoorn geblazen had, was van de voor
plecht afgeslagen en jammerlijk omge
komen. We hebben hem nooit weer ge
zien, die beste jongen, evenals de kapi
tein en nóg 6 van de bemanning. We wis
ten niet wat we moesten doen. Roeien?
Ja, maar waarheen? Een kompas hadden
we niet. Ook aan de zon konden we niet
zien waar we heen moesten want nog
steeds waren we temidden van een dichte
mist. Het leek wel of hij nooit op zou
trekken. Eén van de matrozen keek op
zijn horloge. Al 3 uur in de middag en
nog steeds wisten we niet waar we wa
ren. Zouden we zó de nacht door moeten
brengen? We wisten het niet. Er leefde
een bange onrust in ons hart. We keken
in de lantaarn of er nog voldoende olie
in was. Niet veel meer. Daarom besloten
we de lamp uit te doen en hem alleen te
gebruiken als de mist wat opgetrokken
zou zijn en een schip zichtbaar werd. Dan
zouden we er mee seinen.
Met de tondeldoos die één van de ma
trozen bij zich had, konden we hem wel
weer aansteken. Zo werd het avond.
't Is de verschrikkelijkste nacht ge
weest, die ik ooit heb meegemaakt.
O, die verschrikkelijke onzekerheid
Drinken haddéh we nog voor één dag.
Zo'n vaatje is gauw op.
De scheepsbeschuit raakte ook al op en
we besloten de rest te bewaren tot de
avond van de volgende dag.
Ik voelde nog steeds een stekende pijn
■aan mijn voorhoofd. Zo begonnen we de
nacht. Die grijze, sombere nacht. Nie
mand durfde te gaan slapen Dubbele
waakzaamheid was geboden.
Niemand sprak meer één woord, maar
we voelden toch, dat we dicht bij elkaar
waren.
Daar hoorden we 't zal ongeveer
twee uur in de nacht geweest zijn een
misthoorn vlak in onze nabijheid. Zou
dat onze redding betekenen? We spron
gen allen rechtop in de boot en riepen
uit volle borst om hulp. In angstige span
ning wachtten we.Als we nog gered
konden worden dan was dit misschien wel
de enige kans. De zee is immers zo uit
gestrekt en de meeste schepen passeerden
ons op grote afstand. Zou de boot dichter
bij komen? Zouden ze ons gehoord heb
ben? Zouden ze een boot uitzetten om ons
te halenNóg harder riep we om
hulp. Maar het bleef stil om ons heen.
Wéér klonk ons noodgeschrei door de
zwartgrauwe nachtEven later hoor
den we, maar nu veel verder weg, de
misthoorn, klagend door de nacht
Men had ons niet gehoord. Geen red
dingssloep was uitgezet om ons te halen
geen vriendelijke mensen brachten ons
hulp en geen verfrissende dronk ver
ten!"
Maar het bleef niet lang bij afwachten.
Vreemde geluiden kwamen uit de don
kere schaduwen. „Knap griezelig", vond
Sherry. „Stap.... stap, klonk het even
later en daar kwamen vele grommende
witte gedaanten op hem af! „Dat is me
wel wat al te griezelig", zei Sherry en
met een flinke duik verdween hij achter
een stel grote distels.
kwikte ons.
Moe en uitgeput vielen we weer op de
harde banken neer. Alle hoop op redding
hadden we opgegeven. Zo ging de nacht
voorbij. Onze magen knaagden en we
trokken onze riemen maar wat steviger
om onze middel, dan voelden we de hon
ger minder, zie je.
De volgende dag bracht de redding.
Tegen de morgen brak de zon door de
wolken heen. De mist trok langzaam op
We voelden weer nieuwe hoop in ons en
nog nooit heeft de zon mij zo vriendelijk
toegeschenen als toen. Nu konden we
weer om ons heen zien en heel in de verte
zagen we een schip varen. Met onze uit
geputte lichamen roeiden we naar de
plaats waar we het schip zagen. Zou het
naar ons toe komen, of nog verder weg
zeilen
Nee, het schip naderde en we kregen
weer nieuwe moed. Al gauw moest ik de
riemen loslaten; door bloedverlies en
vermoeidheid uitgeput, viel ik van de
bank
Toen ik weer bijkwam, keek ik in
het gezicht van een Engelsman.
Vreemd zag ik om mij heen. Ik lag
in de kooi, in een heel vreemde omge
ving. Even later vertelde de oude Jaap
me, dat we eindelijk het schip hadden
bereikt en dat we op het vreemde schip
aan boord waren gegaan Al gauw voelde
ik weer nieuwe krachten in mij en twee
weken later waren we thuis".
Opa is opgehouden met vertellen en
kijkt dankbaar voor zich uit, Hij trekt
weer aan zijn pijp, maar geen dikke
rookwolken komen er uit: onder het ver
tellen is hij uitgegaan. Grootvader legt
hem op de tafel. „Ziezo, Wim, en nu
gauw naar huis en in de kooi hoor.
Wacht, ik zal nog even meegaan. Ik wil
toch eens kijken of die Nelis al thuis is
en of er geen schepen in de buurt zijn".
Als Wim allang thuis is, loopt Mankje
r.og langs de haven. Het licht van de
vuurtoren werpt zijn helder schijnsel ver
over de wijde zee. Mankje heeft zijn
kraag opgezet en stevig stapt hij door.
Daar dobbert een scheepje op de wilde
golven. Met moeite gelukt het de schipper
binnen te komen. Dan ziet Mankje in het
harde gezicht van Nelis.
„Nou Mankje schreeuwt deze hem
toe wat zeg je er van? Ik heb mijn
netten nog juist op tijd binnen gekregen
Flink wat vis, man Ik zeg je, dat de zee
net een heksenketel is. Maar van mij
blijven ze af. Verder op, geloof ik, is een
schip in nood. Duidelijk heb ik het niet
kunnen zien, maar ik meende, dat ik in
de verte noodseinen zag. Ze moeten maar
zien, dat ze nog binnen komen, want an
ders zijn ze voor de haaien. Ik ben blij,
dat ik tenminste binnen ben".
Nelis lacht.
Ja, Mankje had wel gelijk, dat het
hondenweer zou worden en Nelis mocht
blij zijn. dat hij de haven nog had bereikt
Mankje loopt verder het duin in.
Naar huis gaan wil hij nog niet. Eerst
wil hij kijken of het waar was, wat Nelis
hem vertelde, 'n Schip in nood? Daar
zou wel geen redding voor mogelijk zijn.
Met zulk weer kon de reddingboot niet
uitvaren. Met iedere meter die ze voor
uitkwamen, werden ze weer twee meter
teruggeworpen. In zó'n nacht, bij zulk
weer, nee daar viel niet aan te denken.
Eindelijk bereikt Mankje de top van 't
c.uin. De wind waait om hem heen, maar
oaar stoort Mankje zich niet aan. Ge
spannen tuurt hij in de richting, waar het
schip volgens het zeggen van Nelis moet
zijn De vuurtoren werpt zijn licht over
de ziedende golven. Geen ster is te zien,
dreigend drijven de wolken over zijn
hoofd voorbij. En daar staat Mankje, de
kustwachter, steeds maar turend naar
die ene plek. Het zou heus niet de eerste
keer zijn, dat hij noodseinen zag op deze
gevaarlijke zandbanken. Ook hij was ver
scheidene malen mee in de reddingboot
geweest om zich op te offeren voor arme
schipbreukelingen. Nu kon hij niet meer
inee, nu was hij te oud. Nu moesten de
jongere mannen het maar doen. Maar
met dit noodweer zou er toch niemand
aan denken om met de reddingboot in zee
te steken; hij zou de haven niet eens uit
kunnen.
Dan schrikt Mankje ineens op. Had hij
goed gezien! Heel in de verteheel
onduidelijkOf was het misschien
het licht geweest van de vuurtoren, dat
even op een grote golf had gespeeld en
terug was gekaatst!
Maar zie, weer een lichtstreep, die heel
in de verte opstijgt naar de hemel. Nu is
et geen twijfel meer bij Mankje. Dat
moet een vuurpijl zijn, een noodpijl, die
afgeschoten wordt om te waarschuwen
dat er een schip in nood verkeert. Zo'n
pijl is een wanhoopskreet, een smeking
om redding.
(Wordt vervolgd)