Paardensport" verwacht tweede jeugd HET GOUDSCHIP ,,'t Avontuur met de valse munters k IRC»: 't Peerd van ome Loes is dood, hard- stikke dood en ergens in het wilde westen hangt een paardenhoofdstel aan de muur; het tot tweemaal toe aangekondigde con- cours-hippique, te houden op een perceel land nabij Den Burg, moest worden af gelast wegens gebrek aan belangstelling; tijdens de eerste sneeuwperiode is nog geen enkele ar naar buiten gereden of ontstoft en toch, tóch hebben onze Texel se Paardensportvrienden de relaties weer bij elkaar getrommeld. Niet om de pot te verdelen want er is geen geld in kas en niet om te treuren of te praten over die schilderachtige ouwe tijd. Helemaal niet! De 30-jarige vereniging „De Paar densport" gelooft in de toekomst (met paardenmateriaalen zij beschouwt de huidige inzinking slechts als van tijde lijke aard (wat met inzinkingen door gaans inderdaad het geval is). Zij gelooft, dat de Texelaars eens weer in staat zul len zijn om een waardig concours op touw te zetten, zij gelooft dit vaster dan ooit te voren na de vrijdagavond ge houden feestelijke bijeenkomst in „De Lindeboom-Texel". „We zijn trouwens verplicht de traditie voort te zetten", al dus meende de voorzitter, de heer H. Keesom, omdat er momenteel twee wis selbekers in circulatie zijn gekomen, welke nog (lang) niet definitief zijn ge wonnen. Intussen zagen wij de bezitter v^n e.en dezer triomfen krachtiger aan zijn sigaar zuigen als wilde hij zeggen: ..Nou, laten ze maar op komen, m'n ma teriaal is goed verzorgd, wij zijn paraat!" Aan de volïjverde bestuursleden heeft het dus niet gelegen, dat wij vorig jaar het concours moesten missen: tweemaal is alles op alles gezet om dit feest doorgang te doen vinden, maar het scheen niemand uit te komen: de een zat met een zieke knecht, de ander moest de vertraagde hooi-oogst nog binnenhalen, de ander hield zich schuil wegens bijzondere fami lieomstandigheden enz. „Hierdoor is het niet verlopen zoals we gehoopt hadden, maar wij moesten er in berusten, jammer, want dertig jaar lang had het bestuur de belangen van de vereniging op voorbeel dige wijze weten te behartigen. Er was slechts één reflectant komen opdagen: de heer P. Dros Nzn. en dat mogen wij wel even apart vermelden! Intussen hebben de paardensportlief hebbers het jaar 1958 maar tot de grijze historie verklaard en tien tegen één, dat ze 'm volgend jaar weer eens ouwerwets gaan opzetten. Er zijn nog paarden ge noeg, er zijn nog veel bekwame koetsiers en er is gelukkig ook nog een terrein te vinden. Wisselbekers zullen er gesmeed worden zolang de mens nog enig eerge voel weet op te brengen en de zon zal altijd weer van de partij willen zijn wat haar soms wel eens niet gelukt. Vrijdagavond hadden ze overigens niets met de weergoden te maken, zelfs niet met nerveuze paarden of uit het lemoen schietende tuigen: ditmaal was alle aandacht geconcentreerd op een zestal artiesten (van de bovenste plank). De opkomst viel zeker niet tegen. De oorzitter heette wethouder Roeper in het bijzonder welkom. De heer Roeper was trouwens óók als paardensportlief hebber aanwezig. De voorzitter gaf hierna het woord aan de artiesten, die door de handicap van 'n lek bandje pas met de laatste boot arri veerden, maar toch binnen een minuut na aankomst al aan het werk togen. Dit programma werd verzorgd door Truusje Koopmans, die al zovele radiobezitters en televisiekijkers in verrukking heeft ge bracht, door de bekende conférencier Dick Gabel, door Sonja van Weerden burg, die deel uitgemaakt heeft van het roemruchte gezelschap van Toon Her mans en last but not least het trio o.l.v. Davie Swaab, dat voor fenominale dans muziek zorgde. Tot diep in de nacht bleef men in de beste stemming bijeen. GEVONDEN EN VERLOREN VOORWERPEN tot en met 17 januari 1959 Gevonden te Den Burg: lipssleutel; biauw-grijze wollen want; grijze want; hangslotsleutel; duimstok; geel kinder wantje met hondenfiguur; muntbiljet van J 1,lederen tas met overall; zwart- rode vulpen; gele kinderwant; paarse alpinomuts; gele sjaal met groen en rood; uitlaat Solex; paar dameshandschoenen (onder leder, boven crème stof); bruine portemonnee met 4 zegels; bruine motor- muts; paar blauwe kinderwanten met rode strepen; kmderboodschappenmand; zwartlinnen gevoerde bromfietswant; paar rode kinderwanten met draagkoor- den; groene kindersjaal met witte rand; paar roodlederen dameshandschoenen; zwarte wollen want; pop met donker haar; veelkleurige kinderwant; munt biljetten van J 2,50; bruine kinderwant waarin hoestpastilles; 3-tal zwartlederen dameshandschoenen; olijfgroene dames muts. Gevonden te Oosterend: zwartlederen dameshandschoen; meetband; portemon nee met ziekencoupon Verloren te Den Burg: lederen porte monnee met plm. 8,—; lichtbeige lede ren dameshandschoen; bruine damespor temonnee met 0,65; grijswollen kinder handschoen; tasje met rijwielgereedschap enz.; bruinlederen gevoerde herenhand schoenen; paar blauwe kinderwantjes; grijze dameshandschoenen; zwart-crème autoped; grijze gevoerde nylon dames handschoenen; Ford benzinetankdop; beige lederen herenhandschoen; gouden damespolshorloge met zwart riempje; lederen herenhandschoen; achterklep vrachtauto; Hevea-laars; kentekenplaat PL-09-95; zwarte kinderportemonnee; blauwe pet met bontvoering, rode sjaal met gele blokjes, wit fietspompje; blauwe vulpen met gouden pen; paar bruine kin derwanten met dierfiguur; muntbiljet van 2,50; champagnekleurige hoes van paraplu; beige kinderportemonnee met J 1,kentekenplaat PS-45-31; bruine portefeuille met muntbiljet en paperas sen; Verloren te Oosterend: zwartlederen dameshandschoen. CONSULTATIEBUREAU VOOR ZUIGELINGEN Heden, woensdag, consultatiebureau Heden, woensdag 21 januari worden de moeders van de buitendorpen verwacht op de voigende uren: De Cocksdorp 1.15 uur; Oosterend 2 uur; Den Hoorn 2.45 uur en De Koog 3.30 uur. DAMCLUB TEXEL DAMCLUB TEXEL BEHAALDE KAMPIOENSCHAP 1STE KLASSE IN N.H. NOORDERKWARTIER Het was niet bemoedigend toen we met slechts negen spelers van de kant gingen. Maar wie schetst onze verbazing, toen na een half uur spelen onze tiende en tevens eerste man toch binnenstapte. Bij een enkeling onzer gaat de clubliefde dan toch zover, dat hiervoor een extra boot werd gecharterd. Zo bracht Jo Schoo onze eerste bordspeler naar Winkel en C. Dijker beloonde dit gebaar door een ge degen overwinning. Als eerste sleepte P. Bruijn de punten in de wacht, welke voorsprong weer verloren ging toen C. Meedendorp het slachtoffer werd van een fraaie slagzet. Voor zo'n verliespartij hoeft men zich zeker niet te generen. Ook G. Dros bracht het in een hekstelling- partij tot winst, iets wat S. Bakker zich door een verrassend offer zag ontglippen. Bord 5 en 6 kwamen tot remise, na moeilijke partijen, terwijl S. en C. van Heerwaarden op de valreep remise be sloten met nog een gering overwicht. Ook bord 7 kwam zo ver, wel is waar met het voordeel aan de kant van Winkel. Damclub Texel behaalde hiermee dus het kampioenschap met de volle winst uit zeven ontmoetingen. De hoogste score werd hierbij behaald door C. Dijker en J. Hooijberg, n.l. 11 punten uit 7 partijen, geproduceerd door 4 overwinningen en 3 remises. Winkel 1-Texel 1: Helder-C. Dijker 02 H. J. Suydendorp-S. v. Heerwaarden 11 J. v.d. Welle-C. Meedendorp 20 P de Graaf-C. v. Heerwaarden 11 T. Mantel-J. Hooijberg jj H. Bergman-W. A. v. Zeijlen 1—1 A. v. Dijk-S. v. Heerwaarden Jzn. 11 S. Snip-G. Dros o2 J. de Graaf-S. Bakker i—i G. Spijker-P. Bruijn o2 8—12 De uitslagen van vnjdag zijn: A.: S. v. Heerwaarden-A. Vinke 20 J Hooijberg-S. v. Heerwaarden 11 C. v. Heerwaarden-C. Meedendorp 11 Jas. Vinke-S. v. Heerwaarden Jzn. 20 B. A. Vinke-S. Ros ij J. J. de Beurs-R. Zijm 1i J. Stam-R. Zijm ij G. Dros-C. v.d. Werf 20 D. v.d. Werf-A. v.d. Slikke i—0 C.: J. de Jager-J. A. v. Enst 02 C. C. Barhorst-A. de Haan 02 P. Bruijn-J. J. Lafeber 2— Verloren te De Koog: zwart plastieken portefeuille o.a. met ƒ65,enkele foto's en paperassen; doublé rechthoekig dames polshorloge met zwartlederen band. Het bureau der rijkspolitie te Den Burg is hiervoor op werkdagen geopend van van 16.00 tot 18.00 uur NOORDHOLLAND IN 1958 Aan de gegevens, ons verstrekt door de Kamer van Koophandel, ontlenen wij het volgende: Vreemdelingenverkeer De belangstelling van het vreemdelin genverkeer voor ons gewest, die aanvan kelijk leek tegen te vallen, overtrof ge durende het vakantieseizoen met name aan de kust de verwachtingen. Een toename van dit verkeer met 20°/o in vergelijking met 1957 behoeft zeker niet overdreven geacht te worden. Het bezoek gold in hoofdzaak buiten landers, waaronder de Duitsers een be langrijke plaats innamen. Met name onder de Zweden raakt het gebruik van tenten/of caravan steeds meer in zwang. In verband hiermede moet uitbreiding van de kampceraccom- modatie zeer urgent geacht worden. Aangenomen moet worden, dat de aan trekkingskracht van de wereldtentoon stelling Expo te Brussel heeft bijgedragen tot vermeerdering van het aantal buiten landse bezoekers aan dit gewest. Het bezoek van landgenoten bleef over het algemeen bij 1957 ten achter. Alhoe wel de laatste ajren steeds meer Neder landers hun vakantie in het buitenland doorbrengen, moet aan deze situatie eveneens de Expo niet vreemd gedacht worden. Gebleken is dat de tunnelverbinding bij Velsen het dagbezoek aan Noord holland wel heeft gestimuleerd. In het kustgebied was deze toename goed merk baar, evenals in verschillende hengel sportcentra in ons gewest. De toename van het toeristisch verkeer eist het scheppen van moderne hotel- en pensionaccommodatie. Onder deze om standigheden kan er wellicht ook ge dacht worden aan 'het omzetten van sei zoen- in jaarbedrijven. In het algemeen ziet men in deze branche terug op een goed geslaagd seizoen. Bloembollenhandel De oogst van de meeste bolgewassen was, op enkele uitzonderingen na, nor maal. De opbrengst van dubbele vroege tulpen was over het algemeen slecht, waardoor vele kwekers zich genoodzaakt zien deze partijen op te ruimen en ande re, sneller groeiende, soorten te gaan telen. Door de geringere groei in vergelijking met verleden jaar behoefden er minder bollen door het Surplusfonds overgeno men te worden en kunnen de kwekers op een beter jaar terugzien, en vooral dege nen die hun bollen laat verkocht hadden De export van bloembollen nam weer toe. In het tijdvak van januari t.m. no- vembei 1958 werd voor een bedrag van 196,1 miljoen uitgevoerd, tegenover 188,7 miljoen in dezelfde periode van het vorig jaar. In de loop van december overschreed het exportbedrag ƒ200 milj. Van de meer dan honderd bollen im porterende landen staat West-Duitsland 11U bovenaan, gevolgd door de Verenigde Staten van Amerika, Engeland, Zweden en Frankrijk. Over dit resultaat kan men zeker tevreden zijn gezien de economi sche moeilijkheden in het buitenland, de bevordering van de teelt van snijbloemen in verschillende landen en de toeneming van het aantal werklozen. De bedrijfsresultaten voor de export waren dit jaar minder gunstig dan in 1957; gedurende exportmaanden steeg de prijs van vele bollen tot ongekende hoogte waardoor, indien men niet tijdig genoeg had ingekocht, de export weinif of geen marge gelaten werd. WILDE KOE OP TEXELSE MARKT Op de markt werden maandag slechts enkele dieren aangevoerd: een koe, een, drachtige zeug 405,en 4 nuchtere kalveren 5070. De koe kreeg het op een gegeven moment met de zenuwen te kwaad, rukte zich los en ging aan de haal, na eerst nog een toegeschoten ex pediteur omver te hebben gekegeld. Het rund rende door Den Burg en kon eerst bij het terrein van kleuterschool „De Woelige Hoek" worden gegrepen. In die woelige hoek was het dier namelijk uit geraasd. We hadden ome Kees de Graaf nog willen polsen over dit merkwaardige ver schijnsel, doch deze vaste marktbezoeker die volgens welingelichte bron de laat ste dertig jaar nooit verstek heeft laten gaan ontbrak op het appel. Wij verna men, dat ome Kees maandag tussen een regeltje warme kruiken lag teneinde de ergste griepaanvallen te kunnen door staan. Beterschap toegewenst! DE STEM DES VOLKS Op 7 februari a.s. gaat „De Stem" haar 10-jarig bestaan herdenken met haar le den en genodigden. Voorzeker is er reden om dit feit fees telijk te vieren. De bijeenkomsten, waarop het ledental tamelijk constant blijft, ken merken zich door een prettige sfeer. Op tal van hoogtijdagen van partij- en vak beweging was zij present en heeft een goede staat van dienst. Ook de heer Craanen werkt van de aanvang af als dirigent mede en door zijn nimmer aflatend enthousiasme, gepaard aan taktiek is de geest steeds prima ge bleven. Herhaaldelijk maakten we ge bruik van mevr. Craanen's liedjes, schetsjes, zodat we alle reden hebben bij deze mijlpaal even stil te staan. Op 3 maart gaat „De Stem" naar Alk maar, waar ze in het programma der gewestelijke vrouwendag van de Partij van de Arbeid een programma zal afwer ken met liedjes en schetjes en zang door „De Stem", onder leiding van mevr. en de heer Craanen. Voor het eerst treden we dan op buiten Texel in de grote zaal van „Het Gulden Vlies". S.V. TEXEL Op 1 februari wordt ons Balmasqué gehouden in Hotel De Lindeboom-Texel. Als allen daaraan meewerken, kan het weer een pracht avond worden. Maar komt gemaskerd, zoveel mogelijk.. In maart, dit is een voorlopig bericht, draaien we de film „Wereldkampioen schappen 1956". Deze zal een ieder, die de sport beoefent of er belangstelling voor heeft, willen zien. Indien mogeiijk gaat deze film vooraf ook voor de jeugd draaien. We verwachten, dat we allen, die aan sport doen, een grote dienst be wijzen. FOTOCLUB „DE KIEKENDIEF" Men verzocht ons mede te delen, dat ,1 de eerstvolgende bijeenkomst is bepaald op 29 januari a.s. Door omstandigheden moest de wekelijkse samenkomst tot die :i oatum worden uitgesteld. Zoals bekend j heeft men het Dorpshuis Den Burg tot clubhuis gekozen. VAN SHERLOCK SPEURZIN UIT HET SPEURZIEKE LEVEN 6. Hij moest eerst het bos door, dat het kasteel omringde. Hij vond het een mooi maar onheilspellend bos. Het was vrese lijk verwilderd. Ja, dat hoort erbij, dat is artistiek. Maar plotseling „Wa..t is da. .t nu. .u?" stotterde de verschrikte Sherry. Lange lichtstralen doorpriemden het bos en hulden Sherry in een geheimzinnige gloed. „Ja, dat i. .sss we..el wawat all t.. teartistiek", hakkelde Sherry. „Dat is niet in de haak. Ik zal even afwach- FEUILLETON door Annie G. Spoorhoven 8. „Zo zaten we dan in de kleine boot, midden in de mist. De scheepslantaarn stond op de voorplecht, maar 't licht had niet de kracht om door de grijs-grauwe mist heen te dringen. Af en toe hoorden we, als heel in de verte, het klagend ge huil van de misthoorn. Toch kon het schip vlak bij zijn. Zelf hadden we geen misthoorn bij ons: de matroos, die op de misthoorn geblazen had, was van de voor plecht afgeslagen en jammerlijk omge komen. We hebben hem nooit weer ge zien, die beste jongen, evenals de kapi tein en nóg 6 van de bemanning. We wis ten niet wat we moesten doen. Roeien? Ja, maar waarheen? Een kompas hadden we niet. Ook aan de zon konden we niet zien waar we heen moesten want nog steeds waren we temidden van een dichte mist. Het leek wel of hij nooit op zou trekken. Eén van de matrozen keek op zijn horloge. Al 3 uur in de middag en nog steeds wisten we niet waar we wa ren. Zouden we zó de nacht door moeten brengen? We wisten het niet. Er leefde een bange onrust in ons hart. We keken in de lantaarn of er nog voldoende olie in was. Niet veel meer. Daarom besloten we de lamp uit te doen en hem alleen te gebruiken als de mist wat opgetrokken zou zijn en een schip zichtbaar werd. Dan zouden we er mee seinen. Met de tondeldoos die één van de ma trozen bij zich had, konden we hem wel weer aansteken. Zo werd het avond. 't Is de verschrikkelijkste nacht ge weest, die ik ooit heb meegemaakt. O, die verschrikkelijke onzekerheid Drinken haddéh we nog voor één dag. Zo'n vaatje is gauw op. De scheepsbeschuit raakte ook al op en we besloten de rest te bewaren tot de avond van de volgende dag. Ik voelde nog steeds een stekende pijn ■aan mijn voorhoofd. Zo begonnen we de nacht. Die grijze, sombere nacht. Nie mand durfde te gaan slapen Dubbele waakzaamheid was geboden. Niemand sprak meer één woord, maar we voelden toch, dat we dicht bij elkaar waren. Daar hoorden we 't zal ongeveer twee uur in de nacht geweest zijn een misthoorn vlak in onze nabijheid. Zou dat onze redding betekenen? We spron gen allen rechtop in de boot en riepen uit volle borst om hulp. In angstige span ning wachtten we.Als we nog gered konden worden dan was dit misschien wel de enige kans. De zee is immers zo uit gestrekt en de meeste schepen passeerden ons op grote afstand. Zou de boot dichter bij komen? Zouden ze ons gehoord heb ben? Zouden ze een boot uitzetten om ons te halenNóg harder riep we om hulp. Maar het bleef stil om ons heen. Wéér klonk ons noodgeschrei door de zwartgrauwe nachtEven later hoor den we, maar nu veel verder weg, de misthoorn, klagend door de nacht Men had ons niet gehoord. Geen red dingssloep was uitgezet om ons te halen geen vriendelijke mensen brachten ons hulp en geen verfrissende dronk ver ten!" Maar het bleef niet lang bij afwachten. Vreemde geluiden kwamen uit de don kere schaduwen. „Knap griezelig", vond Sherry. „Stap.... stap, klonk het even later en daar kwamen vele grommende witte gedaanten op hem af! „Dat is me wel wat al te griezelig", zei Sherry en met een flinke duik verdween hij achter een stel grote distels. kwikte ons. Moe en uitgeput vielen we weer op de harde banken neer. Alle hoop op redding hadden we opgegeven. Zo ging de nacht voorbij. Onze magen knaagden en we trokken onze riemen maar wat steviger om onze middel, dan voelden we de hon ger minder, zie je. De volgende dag bracht de redding. Tegen de morgen brak de zon door de wolken heen. De mist trok langzaam op We voelden weer nieuwe hoop in ons en nog nooit heeft de zon mij zo vriendelijk toegeschenen als toen. Nu konden we weer om ons heen zien en heel in de verte zagen we een schip varen. Met onze uit geputte lichamen roeiden we naar de plaats waar we het schip zagen. Zou het naar ons toe komen, of nog verder weg zeilen Nee, het schip naderde en we kregen weer nieuwe moed. Al gauw moest ik de riemen loslaten; door bloedverlies en vermoeidheid uitgeput, viel ik van de bank Toen ik weer bijkwam, keek ik in het gezicht van een Engelsman. Vreemd zag ik om mij heen. Ik lag in de kooi, in een heel vreemde omge ving. Even later vertelde de oude Jaap me, dat we eindelijk het schip hadden bereikt en dat we op het vreemde schip aan boord waren gegaan Al gauw voelde ik weer nieuwe krachten in mij en twee weken later waren we thuis". Opa is opgehouden met vertellen en kijkt dankbaar voor zich uit, Hij trekt weer aan zijn pijp, maar geen dikke rookwolken komen er uit: onder het ver tellen is hij uitgegaan. Grootvader legt hem op de tafel. „Ziezo, Wim, en nu gauw naar huis en in de kooi hoor. Wacht, ik zal nog even meegaan. Ik wil toch eens kijken of die Nelis al thuis is en of er geen schepen in de buurt zijn". Als Wim allang thuis is, loopt Mankje r.og langs de haven. Het licht van de vuurtoren werpt zijn helder schijnsel ver over de wijde zee. Mankje heeft zijn kraag opgezet en stevig stapt hij door. Daar dobbert een scheepje op de wilde golven. Met moeite gelukt het de schipper binnen te komen. Dan ziet Mankje in het harde gezicht van Nelis. „Nou Mankje schreeuwt deze hem toe wat zeg je er van? Ik heb mijn netten nog juist op tijd binnen gekregen Flink wat vis, man Ik zeg je, dat de zee net een heksenketel is. Maar van mij blijven ze af. Verder op, geloof ik, is een schip in nood. Duidelijk heb ik het niet kunnen zien, maar ik meende, dat ik in de verte noodseinen zag. Ze moeten maar zien, dat ze nog binnen komen, want an ders zijn ze voor de haaien. Ik ben blij, dat ik tenminste binnen ben". Nelis lacht. Ja, Mankje had wel gelijk, dat het hondenweer zou worden en Nelis mocht blij zijn. dat hij de haven nog had bereikt Mankje loopt verder het duin in. Naar huis gaan wil hij nog niet. Eerst wil hij kijken of het waar was, wat Nelis hem vertelde, 'n Schip in nood? Daar zou wel geen redding voor mogelijk zijn. Met zulk weer kon de reddingboot niet uitvaren. Met iedere meter die ze voor uitkwamen, werden ze weer twee meter teruggeworpen. In zó'n nacht, bij zulk weer, nee daar viel niet aan te denken. Eindelijk bereikt Mankje de top van 't c.uin. De wind waait om hem heen, maar oaar stoort Mankje zich niet aan. Ge spannen tuurt hij in de richting, waar het schip volgens het zeggen van Nelis moet zijn De vuurtoren werpt zijn licht over de ziedende golven. Geen ster is te zien, dreigend drijven de wolken over zijn hoofd voorbij. En daar staat Mankje, de kustwachter, steeds maar turend naar die ene plek. Het zou heus niet de eerste keer zijn, dat hij noodseinen zag op deze gevaarlijke zandbanken. Ook hij was ver scheidene malen mee in de reddingboot geweest om zich op te offeren voor arme schipbreukelingen. Nu kon hij niet meer inee, nu was hij te oud. Nu moesten de jongere mannen het maar doen. Maar met dit noodweer zou er toch niemand aan denken om met de reddingboot in zee te steken; hij zou de haven niet eens uit kunnen. Dan schrikt Mankje ineens op. Had hij goed gezien! Heel in de verteheel onduidelijkOf was het misschien het licht geweest van de vuurtoren, dat even op een grote golf had gespeeld en terug was gekaatst! Maar zie, weer een lichtstreep, die heel in de verte opstijgt naar de hemel. Nu is et geen twijfel meer bij Mankje. Dat moet een vuurpijl zijn, een noodpijl, die afgeschoten wordt om te waarschuwen dat er een schip in nood verkeert. Zo'n pijl is een wanhoopskreet, een smeking om redding. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1959 | | pagina 4