Jaar kunt u mee geuren Albert Heijn JOHANNES 200 nROOGKOKENDE RIJST gebroken TAFELBESCHUIT~ 45 GRAF MONUMENTEN uW.F.STOEUZa Prima BABY WEEGSCHALEN 5 daagse reizen VI. en A. J. Vonk Taxi nodig Ook uw adres VI. en A. J. Vonk ygt Spek gerookt VERLAAGD 500 Sram Boerenmetworst i°ö sram Gelderse ham 100 gram Füne snijworst100 gram SOEPBALLETJES per bifr 5^ SLASAUS de heerlijkste.grote fles 78 BISCUIT Zaanse Molen rol 225 gram 37 GROTE SNIJKOEK per stuk 43 APPELMOESper pot 25 3.Mi. BOTERHAMKORRELS 350 gram 39 Erwten met wortelen literblik 44 Spinazie literblik 49 Sperziebonen literblik 65 Doperwten middel literblik 59 Huishoudzeepdubbeistuk 17 Toiletpapier4 AH-Lucifers 2 Pak Palmoliezeep doos 4 stuks au maakt u het leven goedkoper „Het was van ons" Selter-Set P" Modern luxe theetrommcuje. (decoratie in goud, rood en wit met een pak a 100 gram AH Blauwmerk Thee a 80 c ZOÖLOGISCH STATION (Vervolg van pagina 1) nemen van proeven, waarvoor een grote oppervlakte grond benodigd is wil men een en ander behoorlijk kunnen opzetten Bovendien zou, zo men terrein kon ver krijgen in de nabijheid van de Wadden zee, eveneens goed zeewater kunnen worden ingepompt. Dat terrein zou dan echter aan de zuidoostpunt van het eiland moeten zijn gelegen, want alleen daar kan men op korte afstand van land water inpompen met een hoog zoutgehalte en wel op de hoek van de polder 't Horntje: reeds op honderd meter uit de kust heeft de zee daar een diepte bereikt van plm. 25 meter. De mogelijkheid tot vestiging op Texel werd ernstig overwogen, toen besloten was om bij de polder Het Horntje een ponthaven aan te leggen. In die haven zou het schip van het Zoölogisch Station namelijk ligplaats kunnen krijgen en doordat de grond, die men op het oog had, vlak naast de toekomstige pontha ven ligt, zou ook een gemakkelijke ver binding met de vastewal aanwezig zijn. Zonder de aanwezigheid van de pont haven zou de afstand naar het vasteland ever Oudeschild wel wat lang geworden zijn! Zeer tot zijn spijt raakt het station echter één hoogst belangrijke relatie kwijt en wel de vissersvloot van Den Helder. Texel heeft weliswaar ook een Noorzeevloot, doch die markt elders. Wij realiseren ons terdege, dat dit een han dicap voor het instituut zal betekenen. Texelse visser in dienst Dit bezwaar zal misschien enigszins kunnen worden ondervangen, doordat het Zoölogisch Station zelf een rasechte vis ser in dienst nam, waarbij bovendien de mogelijkheid werd geopend om de kom menvisserij in stand te houden, daar de betrokken visser, de heer Beumkes, 't Horntje, voornemens was deze vorm van visserij te beëindigen, doordat ze niet langer lonend bleek te zijn. Zoals wij reeds meldden werd in de polder 't Horntje drie ha. land aange kocht van de heer S. van Leeuwen. Deze grond ligt in de Zuidwesthoek van het poldertje en grenst onmiddellijk aan de toekomstige ponthaven. Het zeewater zal worden aangevoerd door een pijpleiding over de waddenzee dijk. De onderzoekingen Het zoölogisch station te Den Helder houdt zich dus bezig met het zuiver we tenschappelijk zee-onderzoek. Het zal de lezer duidelijk zijn, dat dit werkterrein zo uitgestrekt is, dat wij in dit bestek slechts een der vele facetten onder de loep kunnen nemen. ,,Een van de vragen, waar men zich al geruimte tijd mee bezig houdt is: ,,Hoe vindt een trekker in zee zijn weg?" Dr. Verwey merkte op, dat paling, schol, haring, kabeljauw, tong, zalm en noemt U maar op, tot de soorten behoren, die tijdens de trek enorme afstanden af leggen. Precies als in de vogelwereld trekken deze vissen naar een bepaalde paaiplaats of voedselplaats gedurende 'n bepaalde tijd van het jaar. En precies als in de vogelwereld valt er ook ver schil in die trektijd waar te nemen tussen de mannelijke en de vrouwelijke vissen, tussen de jongere en de oudere dieren en rnet name tussen de diverse soorten. Wij weten, dat vogels hun weg vinden door dat de richting, waarin zij trekken hun aangeboren is. Die trekrichting lezen zij af uit de stand van de zon. Nu is de vraag hoe het waterdier zijn trekrichting weet te bepalen. In Amerika heeft men ont dekt dat bepaalde vissen eveneens de zon gebruiken om hun trekrichting te bepalen. Het zoölogisch station heeft zich vooral bezig gehouden met de trek van die soorten, die de eigenschap hebben zich in een bepaalde richting te laten verplaatsen door het vermogen de vloed van de eb te kunnen onderscheiden! Die soorten laten zich b.v. meevoeren door ce vloedstroom, terwijl zij zich niet laten verplaatsen door de eb! Maardit wisselt weer met de seizoenen: in de herfst profiteren ze van de eb en in het voorjaar van de vloed! Voorts is komen vast te staan, dat vele soorten waterbewoners als trekkers de Noordzee uitsluitend binnenkomen u»t 't zuiden, dus door het Nauw van Calais, maar dat weer andere soorten, die even- uit het zuiden komen, de Noordzee bin nengaan om Schotland heen. Gebleken is ook, dat sommige dieren, die in het zui den binnenkomen er uit het noorden uit gaan en andersom. De waterverplaatsing en het voedsel in de Waddenzee Voorts heeft dit instituut om weer eens een ander onderwerp te belichten veel tijd besteed aan het onderzoek van de waterbeweging in de Waddenzee, Dit heeft tot doel er achter te komen in hoeverre de Waddenzee haar voedselrijk- dom dankt aan het water uit het IJsel- meer dan wel aan het water uit de Noordzee. Hierbij is gebleken, dat de voedselbijdrage door de Noordzee aan de Waddenzee veel groter is dan die van het IJselmeer. De Noordzee levert zoveel meer dan het IJselmeer ondanks het feit, dat de Noordzee veel armer aan voedsel is dan de Waddenzee zelf, per kubieke meter water natuurlijk!" Dr. Verwey maakte ons duidelijk waardoor het door de vloed aangevoerd materiaal niet door de eb naar buiten kan worden gebracht, althans niet in zijn geheel. Er werd ons op gewezen, dat de Wadden zee rijk aan voedsel is en per kubieke meter veel meer zeedieren kan onderhou den dan de Noordzee. Dit komt omdat het voedsel uit de Noordzee in de Wadden zee wordt opgehoopt door het genoemde eenzijdige transport. Ook het plankton ('t geheel van kleine, lagere plantaardige en dierlijke organismen dat drijft of zweeft op verschillende niveaus in de zee en tot voedsel dient van grotere die- ïen) is in de Waddenzee rijker dan in de Noordzee. Labyrint Na dit interview stelde dr. Verwey ons in de gelegenheid het grote gebouw met zijn vele compartimenten te bezichtigen de uitgebreide bibliotheek, het omvang rijke archief, de laboratoria en tenslotte de aquaria en de kelders, waarin de bio logen allerlei soorten proeven onderne men. Zo wordt daar een studie gemaakt van de omstandigheden waaronder en kele soorten schaaldieren zich plegen voort te planten. Schaaldieren stoten niet zoals vele vissen eenmaal per jaar hun eieren uit, maar zij brengen hun eieren met tussenpozen van veertien dagen in de circulatie en die frequentie vertoont samenhang met de stand van de maan of wat in feite hetzelfde is met de getijbewegingen, die door de maan wor den beheerst. Het is nog niet bekend waar de invloed van de maan op, berust, daar dit in verschillende richtingen kan worden gezocht Vandaar dan deze on derzoekingen. Vandaar de fijnzinnig toe gepaste methoden van onderzoek, waar bij van zeer gevoelige en ingenieus toege paste instrumenten gebruik gemaakt wordt. Men kwam tot de conclusie, dat alle in aanmerking komende factoren de een of andere rol spelen! Interessant was ook de proef, waarbij onderzocht werd hoe de jonge palingen in staat zijn de eb van de vloed te onder scheiden. Het zoölogisch station is dus gevestigd in een gebouw, dat zo'n zeventig jaar ge leden gesticht werd. Veel van wat toen- dertijd voor de wetenschap nog een duistere zaak was is inmiddels tot ophel dering gebracht. Dank zij onvermoeide studie, onvermoeide naspeuringen, waar bij men ongetwijfeld vele tegenslagen heeft moet incasseren. Dank zij de goede samenwerking tussen diverse categorieën, waarbij wij vooral ook de belangstelling van de zijde der vissers voor het werk van het instituut met voldoening vast stellen. Men hoopt dit belangrijke en veelal ook fascinerende werk straks op Texel te kunnen voortzetten, maar dan in een gloednieuw gebouw, een modern pand, dat dan ook qua inrichting sterk zal verschillen met de huisvestingseisen anno 1889. Het huidige gebouw herinnert ons tenminste qua indeling wel zeer sterk aan de tijd, waarin het begrip efficiëntie nog geboren moest worden! Voor ons gevoel heeft dit gebouw nl. nog veel ge meen met een labyrint, een bouwwijze cue het kenmerk is van vele oude ge- kouwen. Ook daarom kan het besluit van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen gelden uit te trekken voor een nieuw zoölogisch station ten zeerste worden toegejuicht. En van het besluit het station naar Texel over te plaatsen werd uiteraard door de Texe laars met grote voldoening én enige trots kennis genomen! STOOMSTECNHOUWERU LUTT1K OUDORP ?5.ALKMAAR VRAAGT CATALOOUS Agenten: G. BAKELAAR Den Hoorn no. 32. M. W. KOORN, Den Burg Wilhelminalaan 54. B. GIEZE, E 117a, Eierl. C. BOS Holl. weg C57 Cocksdorp P. EELMAN, De Koog GELD credieten uitsluitend groot fl. 1600,k 3% zonder borg verkrijgbaar, voor elk doel en voor iedereen. Gemakkelijke voorwaarden, wisselende wachttijd. Vraagt inlichtingen „Samenwerking", Verstolk straat 31, Leeuwarden. te huur bij N. WONDER, Schilderend 8 Naar Valkenburg, Duitsland en België 2 aug. - - 6 aug. 23 aug. 27 aug. 30 aug. 3 sept f 75,— p.ple klas hotel Vraagt ons reisprogramm; Reisbureau 't Zand, Telefoon 326 KUNT U 00< op uw Fiets vertrouwen als het een merkliets is van Kogerstraat, telefoon 78 Hogerstrant, telefoon 273 De kenner kiest kwaliteit van Goënga's Slagerij Den Hoorn Telef 2f' Bel dan Den Burg 58 Autobedrijf A. Kievit voor aanleg, uitbreiding onderhoud, reparatie en levering vanalleelektrisch^ installaties en benodigd hedenj Telefoon 273 Telefoon 18 zak 500 gram alleen deze week grote rollen FEUILLETON door HANOL SPOOR. 2. „Och, het stadsleven vraagt soms te veel van een mens. Nogal wat gefuifd en zo. Ik vond het nodig wat op rust te komen om mijn uiterlijk wat te sparen. Hier word je als het ware gedwongen rust te houden, terwijl je in de stad soms de dag niet van de nacht onderscheiden kan". „Hmdeed Frank. Zij veerde wat overeind, en zei heftig: „maar lieve help, Frank, je wilt toch niet beweren dat je na die oorlogsjaren en de daarop volgende tijd toen je zoveel ge reisd hebt, nog zo conservatief bent als de hier vastgeroeste eilandbewoners?" Zonder te antwoorden keek Frank over haar heen naar buiten, waar het duister reeds begon te vallen, en alleen de avond hemel oplichtte. Zachtrose en lila wolkjes trokken het oog tot zich. Zo was de lucht op vele plaatsen geweest als hij en zijn vriend zich ver van huis bevonden. Hoe zou een meisje als Mia kunnen begrijpen dat twee mannen, zwervensmoe, soms zo'n geweldig verlangen naar huis kon- aen hebben. De vele ontberingen die ze in en kort na de oorlog moesten door staan, hadden beiden gestaald en veel ge leerd, maar het verlangen bleef. Hoe dikwijls was het niet voorgekomen dat wegen en bruggen verwoest waren, zodat hun reis ontijdig moest worden af gebroken. Hun ervaringen bij de zee macht hadden hun geleerd om zich onder alle omstandigheden aan te passen. Zijn vriend had echter wel eens lachend op gemerkt: „we gaan alle gevoel voor ro mantiek verliezen. Als we een aardig meisje zouden tegenkomen, kunnen we dadelijk zien of ze handig in de huishou ding is, en vragen we ons af of ze wel goed sokken zal kunnen stoppen". Mia was allerminst het type van een rokkenstoppende huisvrouw; integendeel, zij had meer een vlindernatuur, zo van dertien in een dozijn. Mia zag hem staren, en wilde weer de aandacht tot zich trekken. „Ik had wel gedacht" zei ze veelbete kenend, „dat je allereerst je buurmeisje zou willen begroeten". „Wat weet je van haar?" vroeg Frank zo heftig dat ze er van schrok. Zij voelde een lichte jaloezie, haar aan stellerige houding verdween een ogen blik, en gepikeerd merkte ze op: „maak je niet dik" en spottend ging ze verder, „als de leliën in 't veld, hoor. Zij is zelfs zo onfeilbaar dat haar moeder niet eens bang is dat de omgang met mij haar zal bederven". Frank zuchtte onwillekeurig van op luchting. Joke, z'n buurmeisje, was in zijn gedachten de ideale kameraad. Maar wat had er in al die jaren dat hij was weg geweest niet kunnen veranderen? Joke was toen hij wegging nog zo'n echt kind, al had ze ook een krachtig willetje. Dat Mia zo goed met haar omstandighe den op de hoogte was, verontrustte hem toch wel een weinig. Waarom was hij ook zo geheel in zijn werk opgegaan, en had nij niets van zich laten horen. Had hij zich soms verbeeld dat hier de tijd stilstond? Frank deed zich nu aller verwijten, doch men was in deze streek niet gewend met z'n gevoelens te koop te lopen. Soms wist men zich ook zonder woorden aan elkaar verbonden Maar waarom had hij zich nooit afgevraagd of Joke tijdens al die jaren dezelfde was gebleven? Frank droomde wat weg, en dacht aan de tijd dat Joke en hij hele zwerftochten door de duinen maakten. Wat was hun kameraadschap mooi en goed geweest. Hoe graag kwam hij bij haar ouders, waar altijd zo'n gezellige, hartelijke sfeer heerste. Omdat hij zijn ouders zo vroeg had verloren, vond hij daar een tweede tehuis. Zijn oom Arie, die hem verder grootbracht, moedigde dit aan. Mia kuchte beledigd. „Ik ga nu maar", zei ze ijzig, „ik had me deze avond ge zelliger voorgesteld". Frank probeerde zijn opluchting te ver bergen. „Ach ja, neem me niet kwalijk, we hebben een vermoeiende reis achter de rug; ik denk dat Paul al in het land der dromen is. Ik vermoed dat je bij Joke's ouders logeert. Zou je tegen hen willen zeggen dat we morgen onze op wachting komen maken? Mijn vriend en ik zullen tot de avond wachten, dan heeft iedereen tijd". Mia liep het duinpaadje op, waarvan het gele zand nog enigszins tegen het donkere struikgewas afstak. Frank keek haar na, een klein donker figuurtje, af stekend tegen de lichte avondhemel. Hij realiseerde zich dat een stadsmeisje zich toch wel erg eenzaam moest voelen. Hij had al weer spijt van zijn stugheid, en in deze opwelling riep hij haar toe, even te wachten; hij zou haar thuisbren gen. Toen hij naderbij kwam, zag hij haar ogen oplichten. „Waarom", vroeg hij, „kom je zo alleen en niet met je ouders, zoals vroeger?" Ze versomberde weer „Mijn ouders hebben mij het huis ontzegd", zei ze kortaf, „wegens mijn nachtbraken, zoals m'n moeder het belieft te noemen. Boven dien was ze bang voor het slechte voor beeld dat mijn jongere zusje dan voor ogen had". „Hoe kun je dat leven ook aantrekke lijk vinden. Het is leeg en doelloos, en echte vrienden vind je er niet mee". Zij gooide haar hoofdje in de nek. „Kom, zeur daar nu niet over, vertel lie ver iets van je reizen. Ik weet uit erva ring dat dit zo kort na de oorlog zeer sensationeel kon zijn". „Jij ervaring?", vroeg Frank verbaasd. „Wij die voor de regering werkten, moes ten uiterst zuinig met de deviezen om gaan. Hoe ter wereld was het jou dan mogelijk om aan het benodigde buiten landse geld te komen?" Zij lachte schel. „O, die landelijke on schuld; vraag maar met verder, je zou je niet verwaardigen om langer naast me te lopen". Ze liepen nog een poosje zwijgend naast elkander voort. Het was een mooie avond. Het zand knerpte zacht onder hun voeten. Heel in de verte kwaakte een kikkerkoor. Hier en daar was er zacht geritsel van wegvluchtende hagedisjes of ander gedierte. Mia, die het niet verwer ken kon dat een man tegen haar lonkende maniertjes bestand was, deed nog een laatste poging. Juist toen er een ver schrikt konijntje wegsprong, greep ze Frank's arm en drong zich dicht tegen hem aan. Deze lachte, „ben jij nu dat zelfstandige meisje?" en hij duwde haar zacht terug. Boos trok ze haar hand weg. Zonder haar ergernis te verbergen, vroeg ze plomp: „is je vriend ook zo zwaarwich tig?" „Het is de fijnste kameraad, die je je wensen kunt", zei Frank warm. Mia haalde haar sigarettenkoker te voorschijn en wilde zich bedienen. Frank hield haar hand vast. Verrast keek ze op; zou hij toch Hij hielp haar vlug uit de droom. „Niet roken hier, Mia", waarschuwde hij. „Als het zo droog is als de laatste dagen, dan weet je wel hoe groot het gevaar voor duinbrand is. 't Kan een ramp betekenen" Mia zuchtte, „ja ik hoor het al; ik ge loof dat ik de langste tijd hier geweest ben, tenzijf..." ging ze opeens op heel andere toon verder, „je pachtheer wat toeschietelijker is, en het prettig vindt om wat vrolijk gezelschap bij zich te hebben" Frank stond zo plotseling stil, dat Mia, hierop niet verdacht, hem enige passen voorbij liep. „Is Jonkheer Sternhout hier?" Zijn stem klonk in uiterste verbazing. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1959 | | pagina 4