appelmoes literblik GEHAKT KOFFIEMELK 4 ballen gebraden blikjes UEVERPAS;% GRAPEFRUn^L, maakt u het leven goedkoper „Het was van ons" - VAN GOUDREINETTEN HARlNG.n.o^-- hebben Gemakkelijk om in huis te blikjes in jus per blik GecombineeI^jl^- KWALITEITSGARANTIE H ,,'t Avontuur met de valse munters Wanneer u enig Albert Heijn artikel niet èlkc cent waard acht die u ervoor betaalde, dan geeft AH u het volle bedrag terug. 26. Oei, dat was een flinke tuimeling en wat had die Sherry zich een pijn ge daan; hij was bont en blauw en het duurde nog wel een poosje, voor hij weer wat bijgekomen was. „Waar zou ik beland zijn? dacht Sher ry en keek eens om zich heen. Een klein kamertje was het, niets te beleven. Maar wat was dat?.. toch iets? Een schil derij hing half verschoven aan de muur; en daar achter was een gang zichtbaar! ,,Aha, dat is natuurlijk de geheime gang", dacht Sherry. „Ik ben toch maar een geluksvogel. Nu ja, dat kan haast ook niet anders, als je op zondag ge boren bent!" Even in de gang neuzen. Niets te zien? Dan groet ik U, geachte lezers! En Sherry verdween achter het schil derij. FEUILLETON door HANOL SPOOR. 21. Het geschreeuw kwam steeds nader; er viel een schot. Als bij afspraak be gonnen er vele geweren tegelijk te rate len. Pauls eerste reactie, nog overgehou den van de oorlog, was zich plat op de grond te werpen, maar hij bedacht dat deze aanval onmogelijk op hem gemunt kon zijn. Toch vond hij het beter niet naar buiten te gaan en maar te wachten tot de bui wat overgedreven was. Toen het rumoer verstomde, waagde hij een kijkje buiten de deur, en wat hij toen zag deed hem verstomd staan. Overal uit de bosjes kwamen lachende mannen te voorschijn. „Nou", bromde hij, „ze moeten nodig de konijnen verwijten dat ze zich zo snel vermenigvuldigen; mij dunkt, dit is toch ook niet mis". Achter de mannen met hun geweren volgden de drijvers. Aan Pauls verbazing kwam geen einde. Eindelijk begon hij te begrijpen dat hier meer achter zat. Men joelde, en glom van pret. Verschillende dode langoortjes werden als een soort zoenoffer aan Pauls voeten gelegd. Er werd gelachen en gezwaaid naar zijn nog steeds verbouwereerd gezicht. Een van hen, die de rij sloot, zei, zijn gehele gelaat een en al vrolijkheid, „nou mijnheertje, wat denkt U, dat is nu ons dorp". „Vertel me eerst maar eens vlug wat dit allemaal betekent, want mijn hoofd er af als dit helemaal normaal is". Opgetogen werd Paul verteld van de kool die men Sternhout gestoofd had. „Hier is wel geen Volksgericht meer, met ketelmuziek en zo, maar wij tonen op een andere manier dat we niet van hem ge diend zijn. We wilden Sternhout geen diensten bewijzen, maar toch wel graag de konijnen wat opgeruimd zien, en daar om dit plannetje". De verteller gaf Paul zo'n veelbeteke nend knipoogje, dat deze onwillekeurig in de lach schoot. „De afspraak was, om de konijnen allemaal hier naar toe te jagen. Daar wachtten onze jagers, die de hele zaak neerpangden". „Maar was er dan geen gevaar om op elkaar te schieten?" „Nee, bij het eerste schot lieten alle drijvers zich vallen, maar bleven nog gillen". „En kan dit nu niet als diefstal aan gerekend worden?" vroeg Paul nog niet helemaal gerustgesteld. „Welnee, de beestjes zijn op het grond gebied van de baas geschoten, daaraan kan hij toch niets doen dat ze allemaal deze kant opwilden". „Hierover komt het dorp in geen jaren uitgepraat; iedereen heeft bout vandaag, zieken en gezonden. Verder is er nog ge noeg voor de handelaar over, zodat ons loon, dat we nu niet bij Sternhout kun nen halen, er ook niet bij inschiet". Degene die het verhaal deed, sloeg zich van pret op de knieën. „Boerenkinkels noemt hij ons, maar nu hebben we de heren 't nakijken gegeven" Paul gunde de mannen de overwin ning. maar kon er toch niet van harte mee instemmen. Hij vreesde dat Frank niet van dergelijke geschiedenissen zou houden. Bovendien zou het de strijdlust van Sternhout wel eens kunnen aan wakkeren, waardoor er weer nieuwe moeilijkheden konden komen. HOOFDSTUK XV. Lydia stelt zich teweer. Sternhout was als een briesende leeuw thuisgekomen. Hoewel de meeste heren het geval nogal sportief opnamen, enke len maakten er zich zelfs vrolijk over, voelde hij toch zijn prestige door de modder gesleurd. Behalve dat, deed het de grootste afbreuk aan de welwillende stemming die hij bij de heren had willen opwekken. Hoe moest hij deze mensen voor zijn plannen winnen, nu duidelijk getoond was dat de bevolking hem niet goed gezind was. Zijn gasten stelden hem toch al lastige vragen, en met een wrokkig schouder ophalen verspeelde hij hun laatste beetje sympathie Zelfs Lydia, hoe charmant overigens, kon de stemming tijdens het diner niet meer op peil krijgen. Zij beduidde een paar maal haar broer, zijn boze blikken wat te tempereh. maar deze had zo wei nig geleerd zich te beheersen, dat hij zijn luim onmogelijk kon verbergen. Lydia vermoedde al dat er wraakne ming in het spel was. Ze vond de les voor haar broer wel op z'n plaats, maar het speet haar oprecht dat hun gasten mede de dupe waren. Als Richard nu eens wat tactischer zou willen optreden dan kon deze mislukte dag nog wat goed ge maakt worden. Het was echter duidelijk op Sternhouts gezicht te lezen, dat hij nu wraakplan nen uitbroedde, en het werd voor Lydia een hopeloze taak om een gezellige toon in stand te houden Men nam dan ook veel vroeger afscheid dan de bedoeling was, en toen kon Sternhout pas goed uit razen. Lydia liet hem eerst maar eens z'n gang gaan. Rustig regelde zij de laatste bezigheden. Daarna nam ze ongemerkt het roer in handen. „Het lijkt me gewenst dat we eens rustig het een en ander bespreken", be gon ze. Sternhout, die nog allerlei bedreigin gen uitte aan het adres van Frank, werd gedwongen zijn rusteloos heen en weer geloop te beëindigen. „Ga eens zitten", nodigde ze uit, „het lijkt me toe dat je je steeds meer in de put werkt". Als een koppig kind gaf hij daarop geen antwoord. Lydia had echter geen zin om het zo vlug op te geven. „Wat is nu eigenlijk je bedoeling met het dwarsbomen van die jonge pachter?" „Ik zit hem niet dwars" barste hij uit, „ik heb hem al de mooiste aanbiedingen gedaan als hij zijn bedrijf wil verlaten". „Waarom zou hij dat verlaten? De toe stand is daar al vele jaren zo, ja mis schien wel eeuwen. De mensen zijn ge hecht aan hun stukje grond. Wij hebben al zoveel wat geeft dat nu al is dat stuk er niet bij?" „Die hoek heb ik juist het meest nodig voor mijn plannen". „Mag ik misschien, als medefirmant, weten wat je plannen zijn?" Twijfelend keek hij haar aan. Tot nu toe had ze hem nog nooit verantwoording gevraagd. Daarnet had het hem al een schok gegeven toen ze er de nadruk op legde dat ze ook rechten op het landgoed had. „Mijn bedoeling is, dat hier een ren baan komt". Lydia zocht naar woorden. Dit waan denkbeeld overstelpte haar Dan slikte ze een paar keer. „Dus daarvoor moet dat aardige huisje weg, daarvoor moet een vruchtbaar bedrijf weggevaagd worden?" „Ja. en hoe", zei hij grimmig, „op die plaats komt de ingang; dat is het meest praktische. Van daaruit kom je regel recht op de straat die naar het centrum van het dorp voert. Die koppige boer zal verdwijnen of hij wil of niet". „Alleen die uitdrukking deugt al niet", berispte Lydia; „verder spot het gehele plan met onze familietraditie". Sternhout wachtte met starre en kop pige blik op haar afkeuringen. Vrouwen waren nu eenmaal onpraktisch en senti menteel, daarop maakte zijn zuster geen uitzondering. Lydia zag aan zijn manier van kijken dat ze uiterst voorzichtig moest optre den. Harde woorden zouden hier beslist geen succes hebben. Kalm begon ze. „Je plannen zijn zeker al enige jaren oud?" „Waarom denk je dat?" „Omdat de Verhagens hun vallei al lange tijd geleden hebben moeten af staan". „Heeft Joke zich beklaagd?" „Als je mensenkennis bezat, zou je weten dat dit niet in haar lijn ligt". (Wordt vervolgd) DE MEMOIRES VAN EEN VERSLAGGEVER Het begin was enigermate teleurstellend: Joh. M. Duinker vroeg me of ik even een rol kastpapier bij de familie Groenewold, Wilhelminalaan, Den Burg, wilde bezor gen. Met mijn mulo-diploma op zak fiet ste ik op het doel af, de Parkstraat heen en weer, want in die dagen was Texel nog zeer spaarzamelijk bedeeld met ver- keersvoorschriften. Maar tegen de tijd, dat de familie Groenewold aan een nieuw rolletje kastpapier toe was, had ik al heel wat berichtjes mogen doorgeven. Mooie berichten b.v. van eilandgenoten, die vijftig jaar getrouwd waren en nog lang lief en leed met elkaar zouden willen delen, droeve berichten als een onzer Texelaars ons door een dodelijk ongeluk ontvallen was. Zo raakte je al vroeg met de ups en downs van deze wereld vertrouwd. Als Texelaar was je trots op je eiland en wat het open oog zag beschreef de pen, later door de moderne schrijfma chine vervangen. Er is wat gewrocht in het verleden: we werkten met drie man aan de redactie: de heer G. J. Duinker werd immers terzijde gestaan door de leerlingen-journalist J. de Waal en H. van Wijk, thans waarnemend hoofd-re- dacteur van „De Gooi- en Eemlander". Ook de zo snel opgeklommen Jan Brusse (Paris vous parle) heeft een poosje de kolommen van de Texelaar helpen vul len, maar hij verdween weer rap van het Texelse podium. Lief en leed. Pluimpjes en standjes. Bepaald verbolgen was de man, die in de krant een advertentie had gelezen, waar in zijn naam stond onder de aanbieding van een kinderwagen en een partijtje muffe tabak. Wisten Duinker en ik veel: geen onzer was aan de sigaar! „Ik rook ook nooit", zie de „adverteerder" „en ik ben niet eens getrouwd!" Een zijner vrienden had hem dus een poets gebak ken. Het is al weer 21 jaar geleden, dat ik mijn eerste dagbladartikel gepubliceerd zag. Nog minderjarig zijnde sta je dan meteen buiten je schoenen. Misschien was ik dus toch voor jour nalist in de wieg gelegd? Maar hoe dan te verklaren mijn grondige afkeer van boeken? Alleen de plaatjeskrant kon m'n interesse verwekken. Toen er in 1934 een baantje bij de redactie van de Texelaar open kwam was het aantal sollicitanten bijzonder groot. Vogels van diverse pluimage boden zich aan, want de werkloosheid was groot. Of het allemaal geboren journalisten waren? Ach, op Texel moest de eerste zitting van het beroepskeuzebureau nog gehouden worden. Ondergetekende werd uitverkoren dank zij de uitstekende re laties, die er bestonden tussen de gebroe ders Duinker en Siem de Waal C. H.zn. Siem is namelijk ook nog een half jaar tje verslaggever geweest. Noodgedwon gen, want hij was een uitstekend vak man en huizen bouwen was zijn lust en zijn leven. In die dagen fietsten de hui zenbouwers echter met koffie en thee door het dorp. Toen Siem aan de journalistiek de brui gaf en de pen voor de hem zo beter vertrouwde troffel wisselde trad ik tot de redactie toe. Siem emigreerde. Met één jaar ulo (en tien jaar lol op diezelfde ulo). We hebben, als we alles even reca pituleren, toch nog op het verkeerde paard gewed: de journalistiek leidt in derdaad tot alles, behalve tot het bezit van een fortuin Waren wij toen ook gaan emigreren, wij zouden thans met J. C. Bruin en echtgenote door Europa toeren, de pyramiden van Egypte gezien en gefilmd hebben en de mooie, kleur rijke kraaltjes, waarmede de Afrikaanse negerinnen zich plegen te tooien. Wij stapten al die tijd echter tussen de Texelse ooitjes rond. Ja, wat dat betreft: wij kunnen iedere buitenlander volledig inlichten over het typisch Texelse scha- penbedrijf. Over de zeevaart weten we wat minder: nooit hebben wij n.l. de euvele moed kunnen vergaren om eens een weekje op pad te gaan met een Texelse kotter. Land en zee vertegen woordigen nu eenmaal ieder een eigen klimaat. En nu na 25 jaar dus (zie artikel di rectie „afscheid van Jan de Waal") zo maar de lust tot zelfstandigheid. Brede- rode heeft het toch wel bij het goede eind gehad om van Cats nog maar niet te spreken! Het hof vraagt nu eenmaal niet naar ezels en die De Waal kon wat! Hallo!! Ik had best tot m'n pensioengerech tigde leeftijd (dat pensioen betaal ik ove rigens uit eigen portemonnaie) aan de Texelaar verbonden willen blijven, maar wat doet men tegen een nogal vlot op gekomen drang naar zelfstandigheid? Men bukt en volgt de stem, die verleide lijke stem. Men laat zich inderdaad gauw verleiden. Begeerte kan hem aanraken. Hij ging er foto's bij maken, niet louter uit liefhebberij! Plaatjes schieten in de vrije tijd, maar daar zit 'm de kneep: waar ligt de eigen vrije tijd van een verslaggever. Toen lokte die zelfstandigheid meer en meer. Het uiteindelijk resultaat kan men waarnemen in de vorm van een eigen fotobedrijf. gevestigd in het pand We verstraat 51. Velen zullen denken „Maar kèn-ie deer van leve?" Stellig niet en daaromneemt hij helemaal geen af scheid van de journalistiek, in tegendeel: in de letterlijke zin des woords gaat hij zich van heden af met niet minder am bitie aan de journalistiek wijden door mede te werken aan vele dagbladen en natuurlijk blijven ook de A.N.P-berich ten aan zijn brein ontleend. Dus geen vergeten burger er bij, maar nog steeds snel present, daar waar het nieuws ligt ofverwacht kan worden. Daarom hoef ik ook geen woorden van oprechte dank te spreken tot de politie, burgemeester en wethouders, voorzitters en secretarissen van de vele eilandelijke organisaties: ik hoop, dat zij bereid blij den mij de onontbeerlijke medewerking te blijven verstrekken! Afscheid. Je ziet de beelden uit het verleden langssuizen. Er is op Texel sinds 1934 wat veranderd en in vele op zichten is er veel verbeterd. Ook de fir ma Langeveld «Sc De Rooy is gegroeid! Nog zie ik de toenmalige firmanten een bibberend laddertje beklimmen in hun kleine, maar tot de nok toe volgestouwde winkel, die één geheel vormde met de drukkerij zelf, om de voorraden aan te vullen of af te zetten. De Texelaar zelf is in al die jaren jammergenoeg niet ge groeid: zij moest noodgedwongen blijven de categorie van tweemaal per week verschijnende kranten doordat de bevol king slechts zeer onbetekenend is toegenomen sinds de eerste krant op 15 september 1887 in zee gezonden werd. In de leiding is sinds 1887 zeer veel veranderd en velen zouden wellicht ver wacht hebben, dat de naam Langeveld De Rooy nog eens gewijzigd zou worden in „De Waal «Sc Van Wijk". Dit is dan riet gebeurd. De mens beschrijft zijn levenspad nu eenmaal niet zelf: anders zouden de ge broeders Duinker hun werk in de Park straat nog altijd met ambitie hebben voortgezet. Niet meer bij de Texelaar. Dat zal inderdaad nog even moeten wennen, maar erger zou het zijn als je je niet meer onder de Texelaars zoudt kunnen bewegen. Met het vreugdige weten, dat dit laatste, naar menselijke berekening, nog lang het geval zal kunnen zijn, ein dig ik mijn memoires, die uiteraard slechts een vluchtige greep konden zijn uit de kwart eeuw verslaggeverij in dienst van ons aller Texelaar. Jan de Waal, 1 juli 1959. P.S. In de vacature zal door de huidige staf zelf worden voorzien. Moge zij op eendere prettige wijze door de eilanders tegemoet worden getreden! BOOTDIENSTREGELING T.E.S.O. Werkdagen: Van Texel: 5.20 7.40 10.30 13.00 15.30 18.00 Van Den Helder: 6.30 9.15 11.40 14.20 16.40 19.35 Zon- en alg. erkende chr. feestdagen: Van Texel: 7.40 10.30 16.00 18.25 20.30§ VanDenHelder: 9.15 11.35 17.15 19.30 21.35§ CONSULTATIEBUREAU VOOR ZUIGELINGEN Heden, woensdag, consultatiebureau Woensdag 1 juli (heden) worden de moeders van de buitendorpen verwacht op de volgende uren: De Cocksdorp 1.15 uur; Oosterend 2 uur; Den Hoorn 2.45 uur en De Koog 3.30 uur. MULO-DIPLOMA BEHAALD Dirk Dros, Wilhelminalaan, en Jan Moerbeek, Hogerstraat, Den Burg, deden vrijdag met gunstig gevolg examen voor het mulo-diploma B. GEVONDEN EN VERLOREN VOORWERPEN tot en met 29 juni 1959 Gevonden te Den Burg: bruine heren portemonnee met 6,49; zwart jack met gekleurde capuchon; tasje met gereed schap; passer; witte strik; donkerblauwe alpinomuts met lederen binnenrand; wit wollen kinderhandschoentje; rode heren- zwembroek in gestreepte baddoek; paar r.ylon kindersokken; rood wollen kin dervestje; rode kinderportemonnee; lede ren zakje met bos (plm. 15) sleutels; grij ze plastic regenjas; rode plastic porte monnee met Duitse en Nederlandse muntstukken en kettinkje. Verloren te Den Burg: zwarte regen jas en regenbroek; zilverkleurige broche (speld met steentjes); zwart jack met witte koordjes en capuchon; meisjesbril licht- en donkerbruin montuur; foto toestel met belichtingsmeter in lederen etui merk Kodak; bruine meisjesporte monnee met J1,en foto's; verrekijker en tas met boterhammen; meetlint in lederen étui; rode zwembroek in groen achtige handdoek; benzinedop van brom fiets; bruin lederen portemonnee met inh.; rood popeline jackje met bont ge voerd; wieldop Renault-4; fototoestel; bril met bruin-wit montuur. Gevonden te De Koog: dameszonne bril; grote rode bal; afstandmeter voor fototoestel. Verloren: plastic damesportemonnee met foto's en 3 cent; gouden trouwring met initialen I. en S. Het bureau der rijkspolitie te Den Burg is hiervoor geopend op werkdagen van 16.00 tot 18.00 uur. VOORLICHTINGSWONING P.H. POLDER De voorlichtingswoning van de fam. Van Groningen in de P.H. Polder zal ge opend zijn de tweede en vierde dinsdag in juli van 2.30 - 5 uur. Bezoek moet worden aangevraagd bij mej. Y. Veenstra, Emmalaan 14, Den Burg, of telefonisch bij de fam. Van Groningen onder 208 Den Hoorn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1959 | | pagina 4