Cjrocn 'kwarts Jexels in het harL,
Het lot van de Georgiërs die de
opstand op Texel overleefden.
TER HERDENKING
6 april 1945 6 april 1960
Vrijdag en zaterdag a.s.
demonstratie
A.E.G.
Bakker's Ijzerhandel
Een ontmoeting met Texelse Georgiërs
WOENSDAG 8 APRIL 1860
de Georgiërs met groot zelfvertrouwen
enkele dorpen bezet gehouden. Mede
door het geschutvuur van de batterijen
hebben zij deze dorpen verlaten en de
strijd hoofdzakelijk op het land voort
gezet. Maar vooral Den Burg, De Waal en
De Cocksdorp hebben desondanks ver
schrikkelijk geleden.
Het zal wel tot de niet te beantwoor
den vragen blijven behoren, hoe ver de
Duitsers er van op de hoogte zijn ge
weest, dat de Georgiërs de getroffen
dorpen hadden verlaten, maar dat des
ondanks de beschietingen werden voort
gezet.
's middags van af 2 uur
met de i
trommelwascombinatie
in onze zaak. 1
VIJFTIEN JAEEN
De Nederlandse jeugd weet
niet wat oorlog is. Zij heelt al
thans deze ellendigste aller ge
beurtenissen nooit aan den lijve
meegemaakt. Goddank niet.
Toch is het onze taak de jonge
ren op de hoogte te brengen en
te houdenen de ouderen te doen
herinneren. Als klein plaatselijk
blad willen wij ons bescheiden
aandeel leveren.
Ook wij, Texelaars, hebben de
oorlog gekend. Het tragisch hoog
tepunt was, zoals wij zeggen, de
Eussenoorlog. Precies vijftien
>aren zijn sindsdien verlopen.
Wij hebben ons daarom tot de
heer J. A. van der Vlis gewend
met het verzoek in onze krant
aandacht te willen schenken aan
de op Texel geleverde strijd, die
hij van zo nabij heelt meege
maakt. Opdat wij niet vergeten.
TEXELSE
COURANT
Uitgave N.V. v.h. Langeveld de Rooij
Boek-, Kantoorboek- en Fotohandel
Handelsdrukkerij
Den Burg - Texel - Postbus 11 - Tel. 11
Verschijnt woensdags en saterdag»
Bank: R'damse Bank, Coöp. Boeren!
Bank. Postgiro 652. - Abonn.pr. ƒ2,25 p.
kwart 25 ct incasso. Adv. 10 ct p. mm
Het is ten volle vijftien jaar geleden, dat op ons eiland de Georgische hulp
troepen, die in Duitse dienst waren getreden, in opstand kwamen. Zó tragisch is
deze opstand voor de Tesselse bevolking verlopen, zó groot was het leed dat over
tientallen gezinnen kwam, dat woorden van herdenking op hun plaats zijn.
Van de Vereniging Nederland-U.S.S.R. ontvingen wij het volgende artikel, dat
wij, met enkele bekortingen gaarne plaatsen:
door I. Sergejew.
Slechts iets meer dan 200 Georgiërs beleefden de overwinning en keerden naar
hun vaderland terug. Hoe maken deze mensen het tegenwoordig? Wat doen zij?
Wat is hun mening over het verleden9 Dat interesseerde mij en ik vatte het plan
op een bezoek aan Georgië te brengen, om deelnemers aan de opstand op Texel
te interviewen.
Eer ik vertrok bestudeerde ik de beschikbare gegevens. Ik las het proefschrift
en het boek dat de Georgische historicus Kostsjiasjwili aan de opstand wijdde.
Ook las ik wat er in de Georgische schoolboeken over de opstand gezegd wordt.
Met grote interesse nam ik kennis van het boek van de ooggetuige J. A. van der
Vlis: „Tragedie op Texel". Evenals iedere andere Sowjetburger werd ik getroffen
door de warmte, waarmede Van der Vlis vertelt over de Sow jetmensen, die op
Texel in opstand kwamen. De sympathie, waarmee de bewoners van Texel deze
moedige mensen, van wie Van der Vlis getuigt dat zij voortdurend voor de bevol
king op de bres stonden en deze steeds waarschuwden als er gevaar dreigde, was
voor mij volkomen begrijpelijk. Maar toch las ik dit boek met gemengde gevoelens.
Sommige uitingen van de schrijver in de pers, zowel als de aantekeningen bij de
laatste drukken, wekken verwondering en ergernis, vooral wanneer men met de
deelnemers aan de opstand heeft kennis gemaakt.
Zo kwam ik dan in de Georgische
hoofdstad Tblisi aan, die 694.000 in
woners telt. Ik beschikte over verschei
dene adressen en wist dat Jewgeni Arte-
midze, Sjalwa Nozadze, Georgi Awakow,
Zjgeni, Kaboelassjwili en andere „Texel-
mannen" hier woonden. Maar ik ont
moette ook anderen.
Lado Tsikaridze, een van de Texelse
opstandelingen, ontving mij met het
woord „vrede". Kom binnen noodde
hij mij in zijn gezellige huisje in de
nieuwe Tblisiser wijk Saboertalo
Ik herinner me zegt Tsikaridze
dat wij na de mislukte opstand ons niet
erg zeker voelden toen wij in 1945 naar
het vaderland terugkeerden. Wat zou de
vrede ons bréngen?
Maar toen wij de Georgische aarde be
traden werden wij vol vreugde ontvan
gen en de plaatselijke instanties hielpen
ons aan werk. Ik kwam in een beeld-
houwatelier en hoewel ik daar als ar
beider niet zo veel verdiende, heb ik toch
dit huisje kunnen bouwen Dat zou
Georgi Awakow, chef van een boekwinkel in Tbilisi
de gruwelijke strijd is geweest. Wij me
nen het volle begrip voor de moeilijke
positie van de Georgiërs opgebracht te
hebben en ook gedurende de strijd had
den zij en niet de Duitsers onze sym
pathie.
Bijna allen, die de worsteling hebben
meegemaakt zullen meer begrip op kun
nen brengen voor de opstandelingen dan
voor de tegenpartij. Want de laatste had
ons onder de voet gelopen, was begonnen
met het bombardement van het weerloze
Rotterdam, had honderdduizenden land
genoten gedood, vergast of in concentra
tiekampen ondergebracht, had het eens
zo welvarende land leeggeplunderd en
verwoest. Het lag in de rede, dat uit de
burgerij sommigen naar de wapens gre
pen en de Georgiërs trachtten bij te
staan. Maar deze rede werd door de
Duitsers niet verstaan. Als franc-tireurs
hebben zijn onze medeburgers doodge
schoten. Een domme, kortzichtige solda-
teska, zich tot in Neurenberg beroepend
op het „Befehl ist Befehl" kón geen be
grip voor de vrijheidsstrijders opbrengen.
De commandant van het eiland, wiens
rapport over de opstand wij onlangs ge
lezen hebben, tracht daarin zich zelf vrij
te pleiten. Alle inzicht in de gevoelens
van de onderdrukte Nederlanders ont
brak ook hem. Hij meende zijn plicht te
doen en dacht zich daarmede te veront
schuldigen.
Vijftien jaren zijn voorbij gegaan. Het
leven heeft sedert lang zijn normale
gang hernomen, dorpen zijn gerestau
reerd, de akkers dragen weer rijke oog
sten. Maar nogmaals geven wij ons re
kenschap van het leed onzer medebur
gers. Nemen wij ons bij deze droeve
herdenking voor, het recht van ieders
eerlijke overtuiging meer te eerbiedigen
dan ooit. Laten wij onze kinderen en
kleinkinderen tot hunne lering verhalen
van de onmenselijke wrede strijd, die
op Tessel gestreden werd. Dan zullen de
offers van onze medeburgers niet geheel
vergeefs zijn gebracht.
VL
me nooit gelukt zijn als de staat niet bij
gesprongen was. Ja, men heeft ons niet
vergeten, men heeft alles gedaan om ons
de mogelijkheid te geven met alle an
dere Sowjetmensen te leven en te wer
ken.
Hetzelfde heb ik gehoord van vele an
dere deelnemers aan de Texelse opstand.
Van Michail Chositasjwili en Sandro
Kantsjijasjwili uit het dorp Digomi in de
buurt van Tblisi, de loodgieter Sjalwa
Kaboelassj, zowel als de leraar aan de
Tbliser school No. 87, Zorab Dzjaosjwili.
Al lang had Zorab de wens onderwijzer
te worden, terwijl hij in de duinen de
vijand lag op te waëhten, droomde hij
van de tijd waarin hij leraar zou zijn. Na
de oorlog ging hij studeren aan de
Tbliser universiteit, waar hij eindexa
men deed.
De deelnemers aan de Texelse opstand,
waarmee ik in Tblisi en omgeving kermis
maakte, gaven mij tientallen adressen
van hun kameraden. „Ga absoluut naar
Borzjomi! In het kindersanatorium daar
werkte een van de onzen". En: „Ga naar
Kachetië, want daar kunt U niet alleen
kennis maken met deelnemers aan de
met onze eindeloze wijngaarden.
Ik had weinig tijd en besloot daarom
opstand, maar ook met het echte Georgië,
alleen maar de vrij grote Georgische
stad Koetaisi op te zoeken. Deze oeroude
stad is thans een van de grootste Geor
gische industriecentra. Hier woont Apo-
lon Sjarosjenidze, die op de autofabriek
werkt en ook een van de „Texelmenen"
was. Eerst moest ik natuurlijk zijn drie
kamerwoning bekijken, maar toen hij
hoorde dat ik mij ook voor andere vroe
gere opstandelingen interesseerde, begon
hij meteen de betreffende kameraden, die
in Koetaisi wonen op te sommen: de
chauffeurs Maglaperidze en Alawidze,
Eristo Sjengelia
Weet U wat onderbrak hij zichzelf
plotseling ik ga er een paar roepen.
En weldra kwamen de gasten binnen:
Mamija Patsjikoria, ingenieur op de
(Zie vervolg tweede blad)
Een groepje overlevende Georgiërs aan boord van de Dokter Wagemaker"
In de wondermooie voorjaarsdagen van
april 1945 was Tessel, afzijdig gelegen
van de grote strijdtonelen, in rust Maar
in de nacht van vijf op zes april 1945
brak het oorlogsgeweld los als een plot
seling opstekende storm en vermoordden
de Georgiers enige honderden Duitsers,
waarmede zij dikwijls in dezelfde kwar
tieren gelegerd waren. Alleen op de
noordelijke en zuidelijke batterijen aan
de noordzeekust, die voornamelijk door
Duitsers waren bezet, vielen geen slacht
offers en de overvallen van de Georgiërs
op die batterijen mislukten. De Duitsers
bleven daarom feitelijk het eiland be
heersen. Van deze batterijen af, maar
ook van uit Den Helder en van Vlieland
af hebben zij bij hun pogingen de Geor
giërs te onderwerpen, vijf van onze dor
pen beschoten. Alleen Den Hoorn en
Oosterend werden hiervoor gespaard.
Na het vaststellen van hun strijdplan
en na de eerste bloedige nacht, hebben
Maakt men de balans van de
strijd tussen Duitsers en Georgiërs
op, dan komt men tot het resultaat
dat 117 burgers, waaronder tiental
len vrouwen en kinderen, vijfhon
derd Georgiërs en een zelfde aantal
Duitsers in ongeveer een maand om
het leven zijn gekomen. Meer dan
elfhonderd mensen hebben in die
rampzalige periode met hun bloed de
Tesselse aarde gedrenkt. Het aantal
gewonden is nooit vastgesteld, maar
men zal niet ver bezijden de waar
heid zijn als men dit bij de betrok
ken partijen op omstreeks duizend
stelt. Realiseert men zich dat tenge
volge van verwondingen velen voor
hun leven werden verminkt, dan
wordt het duidelijk hoe ernstig de
gevolgen van de Georgische opstand
zijn geweest. Materieel mag ons
eiland de trieste gevolgen te boven
zijn gekomen, in de harten van velen
Gehavend, maar overeind.
een duidelijk zichtbaar werd en de gede
porteerden uit Assen waren terugge
keerd, toen men verheugd was omdat de
gezinnen weer herenigd waren, toen
leefde men in afwachting. Niemand voor
zag, dat met de bevrijding in zicht, ook
Tessel nog in volle omvang door de gesel
van de oorlog geteisterd zou worden.
Men besefte hoe groot de ellende in de
hongerende grote steden was en verzorg
de liefderijk en onbaatzuchtig enige hon
derden kinderen die, meestal uit Am
sterdam, goede pleegouders hadden ge
vonden. De beurtschippers brachten dui
zenden pakketten levensmiddelen naar
vrienden en kennissen in de steden en
menigeen is daar de ellende dank zij de
Tesselse hulp te boven gekomen. Nog
leeft in het hart van vele stedelingen de
dankbaarheid jegens de Tesselaars, die
toen geholpen hebben. Het eiland heeft
zich toen van zijn beste zijde laten ken-
nen.
Zo was de toestand bij het uitbreken
van de opstand. Elders is uitvoerig be
schreven waarom de Georgische militai
ren, die met de bevolking door taalmoei
lijkheden slechts weinig contacten had
den, in opstand moesten komen. Om zich
le rehabiliteren, om zich vrij te wassen
van de smet, die op hen gekomen was
toen ze in diepste ellende door de Duit
sers mishandeld als verwaarloosd vee,
voedsel en het leven verkozen boven de
dood. Er is geen zinnig mens, die ande
ren, geplaatst voor de keuze tussen Dood
en Leven, verwijten zal, het Leven ver
kozen te hebben. En het is ons daarom
verre, hierover ook maar één enkele op
merking ten ongunste te plaatsen. Herha
len wij bovendien nog eens, dat de Geor
giërs bij hun verwoede gevechten tegen
een grote overmacht, talloze malen heb
ben getoond rekening te willen houden
met de burgerbevolking, dan wordt het
duidelijk, hoe tragisch ook hun positie in
Congladze spreekt woor
den van dank voor alles
wat de Texelaars hebben
gedaan.
onzer eilandgenoten woont nog het
verdriet. De uitbundigheid van een
feest in deze tijd van het jaar zal
nog lange jaren in de schaduw liggen
van de grootste tragedie, die Tessel
ooit heeft meegemaakt. Een treur
spel in de ware zin des woords, dat
onverbrekelijk met de geschiedenis
van het eiland verbonden zal blijven.
Het lijdt geen twijfel dat de bevolking
van Tessel in hoofdzaak anti-Duits was.
De Duits-sympathiserenden waren verre
in de minderheid. De houding van een
deel der bevolking ten opzichte van de
Duitse bezetter was echter tamelijk neu
traal. Door vergunningen, die men
slechts door middel van de vijand kon
verkrijgen, ook door leveranties waar
men soms niet onderuit kon, een enkele
maal uit persoonlijke sympathie voor af
zonderlijke leden van het Duitse leger,
in het algemeen er echter van doordron
gen dat daadwerkelijk verzet van de
burgerij doel- en zinloos was, had men
de bezetting meestal morrend aanvaard.
Hevig was de verontwaardiging geweest
toen de commandant van het eiland op
dracht had gegeven enige honderden
weerbare mannen naar Drente te bren
gen. Maar toen het einde van de grote
volkerenstrijd ook op Tessel voor ieder-
74e JAARGANG No. 7443