y „Alle perken te buiten SCHOOL VOOR VOORTGEZET LAGER ONDERWIJS EEN „VUILNISBAK?" (Vervolg van pagina 2) atap vóór moeten zijn. Dat behoort dan tot de vrome wensen. Als er enkele leraren en onderwijzers bij elkaar zijn en het woord onderwijs valt dat gebeurt altijd dan ontwik kelt het gesprek zich steevast in beschul digingen over en weer. Geen hbs-leraar is content met de prestaties van de lagere school, en zo zou u kunnen doorgaan. Zulke debatten zijn vrij onvruchtbaar. Even zeker eindigt een dergelijk gesprek in een eensgezinde klaagzang over de kwaliteit der leerlingen, die in een onbe waakt ogenblik aan ieders school zijn toevertrouwd. Terecht. De ontstellende cijfers die aangeven welk deel der leer lingen, geplaatst op ulo, hbs, enz. in de l®op der jaren afvalt, de wonderlijke ca priolen van leerlingen op lager techni sche scholen in de verschillende vakrich tingen, geven ons een aanwijzing voor de hoofdoorzaak van de ellende. Ellende voor- de man of vrouw voor de klas, die zijn of haar taak onnodig verzwaard en het tempo geremd ziet dooi de verkeerd- geplaatsten, ellende voor de schatkist (wij bezitten geen recente gegevens; de dou blures kosten de staat ver over ƒ150 mil joen per jaar), ellende voor de leerlingen. Het laatste gaat ons het meest aan het hart. De statistieken vertellen ons niets over de geestelijke gevolgen voor de tiendui zenden verkeerd-geplaatsten, hun moei lijkheden thuis. Een aversie tegen alles wat school heet, is het minste wat ze er van overhouden. Voor de verkeerd-ge- plaatsen is de meest gerenommeerde school een ondeugdelijk instituut. Wij wagen het met verwijzing naar het bo venstaande, als onze overtuiging uit te spreken dat, indien het ideaal bereikt of benaderd zou worden de leerlingen in overeenstemming met hun capaciteiten (in de ruimste zin) over de scholen van het voortgezet onderwijs te verdelen, de hoofdoorzaak van aller ontevredenheid zou zijn weggenomen. Het probleem van de aansluiting is niet een belangrijke fac tor zonder meer, maar het kernpunt De schakelschool zou hier goede diensten kunnen bewijzen. De Kdhnstammschool in Alkmaar wil zulk een schakel zijn tussen lager en voortgezet onderwijs. Op dit moment be volken 435 jongens en meisjes 14 zevende klassen; 33 leerlingen zitten in 1 achtste klas; 29 in de eerste klas praktijkschool die met het vglo één schoolgemeenschap vormt. De laatste klas, de jongste loot, hoe interessant ook, blijft hier onbespro ken. Daarvoor zou een geheel artikel no dig zijn. Totaal zijn er dus 497 leerlingen. Geen enkele wet schrijft de leerlingen het volgen van het vglo voor. Slechts een kleine groep gebruikt de Kohnstamm- school als eindschool. Beging september worden de leerlin gen volgens de wens der ouders geplaatst in een der zevende klassen. Vaak ligt een advies van het hoofd der lagere school hieraan ten grondslag. De wens echter der ouders is doorslaggevend. Wij vormden dit jaar 10 zgn. ulo-vhmo- klassen, 3 zgn. lts-klassen en 1 meisjes klas (huishoudschoolklas). Nu gaat er bij u, geachte lezer, een alarmsignaal over: voortijdige selectie. Dat is nu juist waai we zo bang voor zijn! Wij hopen u duidelijk te maken dat hiervan geen sprake is. Het gewone beeld is dat de ouders hoog grijpen. Vaak komt dit voort uit het ver langen het kind méér te laten worden dan zijzelf bereikt hebben. Op zichzelf is het een te respecteren houding, mits de redelijkheid niet uit het oog wordt ver loren. Dat in lts- en huishoudschoolklassen toekomstige ulo- of hbs-leerlingen ver blijven, komt vrij weinig voor. In die ge vallen wordt een oplossing gezocht en gevonden. In de ulo-vhmo-klassen wordt les ge geven door minstens vijf verschillende leerkrachten, bevoegd voor de te geven vakken. Dit is voor de kinderen nieuw. Het systeem bevordert de overgang naar het vakierarenstelsel op de volgende school en versterkt het- oordeel over iedere leerling. Tot Kerstmis verwerken de jongens en meisjes in de gemengde klassen een pittig programma, met de volgende vakken ge durende een week van 30 uur: rekenen 5 uur (jongens 6) nederlandse taal 6 aardrijkskunde 2 geschiedenis 2 Frans 2 Engels 2 biologie en natuurkunde 2 voorbereidende algebra 1 voorbereidende meetkunde 1 taak „wording" 2 tekenen 1 handwerken 1 (alleen meisjes) muziek 1 gymnastiek en zwemmen 2 Wij wennen de leerlingen van het be gin af aan het maken van huiswerk en het bestuderen van lesstof. Vooral dit laatste geeft de eerste maanden moeilijk heden. Zij moeten léren studeren. Het vakleerkrachtensysteem, het gedif- lerentiëerde taakwerk en de voortduren de observatie geven ons in het eerste kwartaal een voorlopige indruk omtrent de geschiktheid der leerlingen. In ditzelfde tijdvak heeft het medisch opvoedkundig bureau de leerlingen ge test, en wordt in vaak langdurige verga deringen een voorlopig oordeel geveld. In een hierop volgend gesprek met de ouders wordt bepaald of de leerling van af het tweede kwartaal geplaatst zal worden in een klas die opleidt voor mid delbaar onderwijs, dan wel in een die voorbereidt voor ulo e.d. Voor beide soorten van klassen zijn de programma's verschillend gemaakt. Het is onze jarenlange ervaring dat het merendeel der ouders zich richt naar de adviezen, temeer daar bij de indeling de nodige soepelheid wordt betracht, en de plaatsing in een afdeling geen definitieve uitsluiting betekent voor een of andere tak van vervolgonderwijs. Van nu af aan stevent de vhmo-groep recht op het toe latingsexamen af, zonder de minder ur gente vakken te verwaarlozen. Alle vak ken van het eerste kwartaal blijven ge handhaafd. We kunnen over dit opleidingsonder- wijs denken wat we willen, het feit dat er een toelatingsexamen bestaat, valt nu eenmaal niet te loochenen. Omstreeks mei, wederom na vergade ringen, brengt de klasseonderwijzer nog maals advies uit aan de ouders. De soe pelheid blijft: we kunnen ons vergissen. Als er een kans bestaat voor het met suc ces volgen van een moeilijke school, dan delen we dit de ouders mee. De meesten nemen goede nota van het gesprek. Daarna komen de examens. Over het feit dat een zeer hoog percentage van de uit verkoren leerlingen slaagt, hoeven we ons niet op de borst te slaan. Het is na melijk een klein kunstje om een redelijk begaafde leerling in een extra jaar hier voor klaar te stomen. Wat ons veel meer interesseert, is zijn gehele verdere schóól- carrière. Hiervan houden wij voortdu rend aantekening. De leerlingen die na Kerstmis niet in de opleidingsklassen terecht komen, stu deren in een langzamer tempo. De exa mentraining vervalt. Sommige boekjes zijn anders en bovendien blijft het taken- werk een belangrijk onderdeel. Een goe de leerling in deze afdeling krijgt echter genoeg oefenstof om niet kansloos te zijn bij een laat genomen besluit tot examen doen. Het principe in alle klassen, dat de leerstof aangepast moet zijn aan de leer lingen en niet andersom onder meer is het takenwerk gedifferentiëerd brengt niet alleen een behoorlijke aantal tot goede prestaties, maar behoedt ze boven dien voor de onvermijdelijke afkeer die de leerlingen krijgen, wanneer ze een jaar lang te hoog moeten grijpen. Wij zijn trots op het feit dat onze jon gens en meisjes graag naar school gaan, dat ongeoorloofde verzuimen zeer zeld zaam en normale verzuimen laag zijn. Het werk bevredigt ze. Een onmiddellijk gevolg daarvan is de afwezigheid van ernstige ordeproblemen. Het is onze on dervinding dat orde handhaven gemak kelijker is op deze school dan in de hoog ste klassen der lagere school. Hiermee willen wij niet beweren dat het lam metjes zijn, maar toch kost het in toom houden van 500 jongens en meisjes be trekkelijk weinig moeite. Terloops ver melden we dat de teamgeest onder het onderwijzend personeel, misschien ook weer door het bevredigende werk, niets te wensen overlaat. Aan het eind van het jaar worden ook in de ulo-afdeling de serieus voorbereide adviezen gegeven. In de klassen die voorbereiden voor lts. en huishoudschool is geen coëducatie. Op verschillende terreinen wijken de inte ressen van deze jongens en meisjes af. De kern van dit onderwijs is de volledige taak wording (centres d'interêts). Daar naast voor de jongens onder meer wis kunde, natuurkunde, verbale expressie, symbiose met de lts. Voor de meisjes handwerken, biologie, babyverzorging, verbale expressie en symbiose met de huishoudschool. Met de aan hun begaafd heid aangepaste lesstof worden in het al gemeen bevredigende resultaten geboekt. Het taakwerk, dat alle kansen biedt tot eigen initiatief en tevens veel leerzaams geeft in hun belangstellingssfeer, is dik wijls zeer mooi. Het is merkwaardig dat wij drie lts.- klassen konden vormen, niettegenstaande het feit, dat aan de lts. in Alkmaar voor bereidende klassen verbonden zijn. Het volgen van onze school geeft geen recht genoemde klas op de technische school over te slaan. Veel ouders blijken dit extra leerjaar vrijwillig te prefereren. Het kan zijn dat zij een keus willen uit stellen, en eerst een objectief oordeel wensen voor het geval er andere dan technische kwaliteiten mochten blijken. Het kan zijn dat zij hun kinderen nog niet rijp achten voor de lts. We kunnen dat, de jongens bekijkend, maar al te LAPPIE KNIJN EN HET VERDWENEN STANDBEELD 37. „Dat was mis", zei Lappie laconiek, toen ze weer op de landweg liepen in de richting van Meeuwenoord. „Ja, jij ook altijd met je fantastische brein", mop perde Jonas. „We hadden al lang thuis kunnen zijn, bah, ik had gedacht, dat jij •en verstandiger mannetje zou zijn". „Jamaar.wilde Lappie tegenwerpen, maar Jonas snoerde hem de mond. „Niks jamaar, ik vond het al direct een dwaas idee. Lappie haalde de schou ders op. „Nouja". Na een half uurtje lopen was Meeu wenoord al in zicht. Het was al aardig schemerig geworden. „Moet je eens kij ken, wat een lichtjes", wees Lappie voor zich uit. „Wat zou daar aan de hand zijn?" Jonas haalde de schouders op. „We zullen eens een kijkje gaan nemen, vind ik, wij zijn toch laat vandaag goed billijken. Naast een aantal flink uit de kluiten gewassen kerels, bevolken aan het begin van de cursus vele ondermaat se en zeer kinderlijke jongetjes de klas sen. Het argument van onvoldoende rijp heid, ook voor ulo en middelbaar onder wijs, geldt voor bijna alle ouders die hun kind kennen, en die zich niet laten leiden door legendarische schoolcarrières van buurkinderen en neefjes. Wij stuiten nu op ons grote bezwaar tegen voorbereidende klassen aan ver- volgscholen in het algemeen. Daar valt de beslissing met de toelating. Hoogstens krijgen we een negatieve selectie: de vol komen ongeschikten vallen af en moeten zich dan maar redden (zij hebben hun leerplicht dan nog niet vervuld). De an ders begaafden, die kunnen voorkomen, worden vaak niet overgedragen aan een ander type vervolgschool. Wij wijzen ook om andere redenen het systeem der voor bereidende klassen af, ook van die zoals ze geschetst zijn in het ontwerp-mam- moetwet (regeling van het voortgezet on derwijs, 29 oktober 1958). Nooit zal een lerarenteam van een in stituut voor voortgezet onderwijs zo ob jectief kunnen staan tegenover de studie keuze van een leerling, als een volkomen onafhankelijke schakelschool. Het gevaar van schoolbelang boven dat van de leer ling is niet denkbeeldig, maar we kunnen niemand iets verwijten als dit inderdaad een rol gaat spelen. Daar tegenover kan een schakelschool onbevooroordeeld het belang van het kind als eerste en enige beter dienen, alleen al door haar onafhankelijkheid. De maand juli geeft de grote uittocht. De examens zijn achter de rug; de keuzen voor de nieuwe scholen zijn gedaan, de meeste volgens, een deel tegen het advies. Wij hebben ons daarbij neer te leggen in het besef dat de wens der ouders primair blijft. Sommige adviezen hebben ons veel zorgen gegeven, in het bizonder die aan de leerlingen die vielen in het niemands land tussen technisch- en huishoudonder- wijs enerzijds en het ulo anderzijds. Dat hier heel andere factoren een rol spelen dan louter die der, intellegentie behoeft geen betoog. De oppervlakkige zienswijze „je bent geen student, dan maar naar de lts." is de onze niet. Het niemandsland is nu bezet door een twee-jarige praktijk school die voorbereidt voor eenvoudige economische, admistratieve en sociale functies in overheids- en particuliere sec toren. Een groepje leerlingen gaat naar de achtste klas. Een deel gaat in dienst betrekking. De meesten hiervan volgen dan avondcursussen. Het achtste leerjaar (onze tweede klas - niet te verwarren met de praktijk school) wordt bezocht door (weinig) jon gens en (veel) meisjes, die hun keus nog niet konden bepalen. Eigenlijk is het de eindklas waarin de leerplicht volbracht moet worden. De werkelijkheid is anders: de meeste meisjes kiezen bewust het tweede jaar om daarna rechtstreeks in de twee-jarige assistentenafdeling van de huishoudschool te komen. De mogelijk heid is er namelijk. Zij hebben dan twee jaar symbiose gehad op de huishoud school, en verder een behoorlijke alge mene vorming op de vglo. Ook de stap naar ulo en mms. komt voor. Sommige jongens gaan alsnog naar de lts. Dit leer jaar is dus geen eindklas voor iedereen. Het takenwerk speelt in dit jaar een Lelangrijke rol. Verder is er op de prak tijd gerichte leerstof. Aan het eind kun nen allen deelnemen aan het examen voor het Ivio-vglo-sleuteldiploma. In details uit te weiden over de dui zendeneen dingen die op deze school in teressant zijn, zou te ver voeren. Nog en kele algemene opmerkingen volgen. De Kohnstammschool is een streek school, die haar leerlingen betrekt uit 35 gemeenten. Er worden door onze jongens en meisjes respectabele afstanden afge legd. Zij komen in evenredigheid uit alle lagen der bevolking. Op het initiatief van iedere leerling wordt bij feest- en sportdagen een beroep gedaan, zij geven de schoolkrant uit en zij beheren de bibliotheek, enz. Elk jaar groeit er een nieuw school- orkest, nu versterkt met een koor. Deze muziekbeoefening is een bron van steeds terugkerend genoegen. De klassen met verschillend einddoel zijn willekeurig over de school verspreid De vglo. is goed geoutilleerd, hetgeen bij grote scholen niet ongewoon is. Pick ups voor de taalcursussen, bandrecorder, projector met zeer veel strips, prachtige schoolbibliotheek, stencilmachine, dupli cator, naaimachines, een gloednieuwe mu ziekinstallatie met discotheek, verster- 1 ingsinstallatie, schrijfmachines voor de tweede klas, enz. Hoewel het laatste van deze beschrij ving zeer schematisch moest blijven, ho pen wij toch een niet te onvolledig beeld te hebben gegeven van wat er in Alk maar op de Kohnstammschool gebeurt, c-n waarom dit gebeurt. Blijkt de vraag: waarom voldoet het schakelprincipe slechts in enkele de len van ons land, terwijl elders de vglo's als restscholen fungeren? Mo gen wij dan de daadwerkelijke steun van inspectie en gemeentebestuur memoreren. Dat was het wat in an dere plaatsen dikwijls ontbrak. De voorbeelden van tegenwerking en onbegrip zijn legio. Een wettelijke grondslag zou de schakelschool kun nen redden. Wij concluderen, dat, landelijk gezien, de schakelschool nooit de kans heeft ge kregen haar nut te bewijzen. De plaatse lijke successen werden genegeerd. Wij zijn in de loop der jaren ervan overtuigd geraakt dat veel ouders de waarde van onze school voor hun kind hoog aanslaan maar anderen geen begrip tonen voor de gang van zaken op de Kohnstammschool Het bovenstaande diende er onder meer voor de aandacht op dit schooltype te verkrijgen. GEVONDEN EN VERLOREN VOORWERPEN tot en met 14 augustus 1960 Gevonden te Den Burg. bruinlederen pontemonnee met ƒ1,20; bijltje met rode steel; twee zonnebrillen; zijden sjaal met bloemmotief; ƒ5,aan papiergeld; handdoeken, blauwe zwembroek en plastic regenjas; zwartgestreepte hand doek en blauw zwembroekje; zwart groene Pelikan vulpen met gouden pen blauwwollen kinderzwembroekje; rol ïjzerdraad; kinderportemonnee met 0,85; kinderbril met bruingevlamd montuur. Verloren te Den Burg: rode portemon nee met ƒ3,wit-zwarte rashond (Flo- ris); gele herentrui met V-hals en lange mouwen; paar crème schoenen; bruine portemonnee met 3,blauw-grijze regenjas; zonnebril met vrij licht mon tuur; lichtbruine damesportemonnee met ƒ7,br. padvindersportemonee met ƒ8,zwarte sjaal; witte portemonnee ƒ3,45 en 20 foto's; paar gele schoenen (m. 28) en blauwe blouse; blauwwollen kin dervestje met witte knoopjes; sleutel; Marokkaanslederen portemonnee met 15 cent; luchtmachtblauwe schoudertas inh. zelfgebouwde radio merk Amroy; lichtbr. lederen portemonnee met ruim ƒ1,ar beidskaart en foto; oranje meisjesvest (orlon); groene jongenstrui met V-hals; lichtgroene zijden sjaal; Veelkleurige zij den sjaal met blauwe rand; Drentse pa trijshond (wit met bruine vlekken); rood- linnen badtas met inh. Gevonden te De Koog: portemonnee met ƒ4,blauw-rood-gestreept jasje; blauwe overall; grijze brilétui; VW-sleu- tel; oud antiek zilveren hangertje; grijs jack met capuchon. Verloren te De Koog: geel kindervest met gele knoopjes; zwarte portemonnee met ruim ƒ2,50 en fietssleutels; honkbal- schoen; zonnebril met rood montuur; blauwe jongenstrui; groene portemonnee met ƒ15,ƒ20,groene portemonnee met ruim 2,50; zwarte wollen das; witte badhanddoek; houten haarspeld; rode portemonnee met plm. ƒ5,rode honde- riem; geelbruine portemonnee met plm. ƒ15,bruine portemonnee met plm. 25,groene damesportemonnee met plm. ƒ10,grijze ribfluwelen pet; zwar te portemonnee met plm. ƒ25,bruin- lederen film tas; Agfa Clack fototoestel in bruinlederen tas; bruine portemonnee met plm. ƒ5,en suikerzakjes; plaid (Schotse ruit); rode Parker vulpen met zwarte vlekken; portefeuille met bewijs van Nederlanderschap; gouden ringetje; grijsblauwe herenpullover; gouden ring met steen. Het bureau der Rijkspolitie van Den Burg is hiervoor geopend op werkdagen van 16.00 tot 18.00 uur. Te De Koog van 19.00 tot 20.00 uur. AT Jitq B< )en FEUILLETON 2. De burgemeester had nog geen stren gere maatregelen willen treffen in de hoop, dat het toch nog op een meer vre delievende wijze zou gebeuren. Toen was onverwacht Dintel met vrouw en baby verdwenen en niemand wist waarheen, ook de naaste familie niet en dat maakte het hele geval een beetje spookachtig. Dintel was monteur en bij navraag op zijn werk bleek dat hij juist nog enkele vakantiedagen te goed had en die had opgenomen. Daarom wilde zowel de burgemeester als Polten de verdwijning nog niet dade lijk zo serieus nemen. Maar de inwoners van het dorp namen het wel ernstig. De verontwaardiging over de manier waarop juffrouw Vrenken had gereageerd was algemeen. Waarschijnlijk zou ook de ban ketbakkerij van haar broer wel wat klanten moeten missen, alhoewel nergens in het dorp zulk prachtig gebak was te krijgen. Wanneer er nu maar eens teke ning in die duistere zaak kwam, dan zou men die soesa wel weer vlug vergeten zijn. Polten moest echter toegeven, dat men het waarschuwen van de recherche niet langer dan tot morgen kon uitstellen. Wanneer zou blijken dat het echtpaar en het kindje iets was overkomen, konden zij die verantwoording daarvoor niet lan ger dragen. Dat nu juist juffrouw Vren ken betrokken moest zijn bij zo'n dorps schandaal. Als hij objectief tegenover de door HANOL SPOOR. feiten zou staan, dan zou hij haar zeker om haar kleinzieligheid veroordelen. Even schrok hij van die gedachten. Als politieman mocht hij toch geen onder scheid maken. Zij, zo goed als een ander; als ze tot de verdachte personen zou be horen, moest hij ook haar als zodanig behandelen. Maar als hij dacht aan die gekwelde blik in haar ogen en die ver drietige trek om haar mond, dan gooide hij alle bijgedachten over boord Er was iets, dat haar verhinderde om toestem ming te geven. Er was iets geheimzinnigs aan haar. Dat had hij al vermoed, vóór deze hele vervelende geschiedenis aan de gang was. Maar hij had met geduld wil len afwachten, of ze hem in vertrouwen zou nemen. Ondanks haar soms toeschie telijke houding en dan weer haar koel afwerende woorden, had ze hem toch nooit het gevoel gegeven, een kat en muisspelletje te willen spelen. Integen deel, altijd was er weer die lichte onder toon van verdriet geweest. Als de recher che zou komen, zou men haar echter niet ontzien. Zijn gevoel zei hem dat ze een geheim verborg en dat ze dan niet meer veilig zou zijn. De stilte, waarin beide mannen ieder hun eigen gedachten lieten gaan, werd alleen onderbroken door wat geluiden van de straat en het getik van enkele regendruppels tegen de ruiten. Dan, als geëlektrificeerd, sprongen burgemeester Zwiersma en opperwacht meester Polten omhoog. Bevreemd staar den ze elkaar aan. In de doodse stilte, welke in het gebouw heerste was opeens verandering gekomen. Er klonk een zwa re bons, een kreet en daarna haastige voetstappen. Iemand holde over de gang, voorbij de burgemeesterkamer. De buitendeur klapte daarna met een harde slag dicht en men hoorde dezelfde snelle stappen met de grootste haast de stenen trap van het gemeentehuis afdalen. Aan de verstarring van Polten was plotseling een einde gekomen. Met een ruk zwaaide hij de deur van de kamer open. Hij stormde over de gang. In een flits zag hij dat de raadszaal geopend was, terwijl hij zeker meende te weten dat de deur daar dicht was, toen hij de burgemeester bezocht. Met de gedachten dat een vervolging van wie dan ook wei nig zou baten, keek hij langs de stenen buitentrap naar beneden en kwam toen aarzelend terug. Als bij ingeving gooide hij de deuren van de raadszaal verder open en draaide de lichten aan. Wat hij toen aanschouwde deed hem een lelijke verwensing slaken Burgemeester Zwiers ma, alleen in zeldzame gevallen aan ruwe woorden van Polten gewend, kwam na derbij en beiden staarden sprakeloos naar de publieke tribune, waar aan de wand twee lege schilderijlijsten een troosteloze aanblik boden, terwijl uit de derde lijst het beschilderde doek half uitgesneden naar beneden hing. Kennelijk was de dief gestoord in zijn werken en had geen tijd meer gehad om ook van het derde schil derij het linnen er volledig uit te snijden en mee te nemen. „Ook dat nog", kreunde burgemeester Zwiersma, „Die kostbare schilderijen". „En wat kan de dief zo plotseling ge stoord hebben", overdacht Polten. „Nu ontkomen we er niet meer aan, we moeten de recherche onmiddellijk waar schuwen", hernam burgemeester Zwiers ma en liep met loden schreden op de tele foon af. Polten trok zijn koppelriem strakker en stormde nu zonder dralen naar buiten. In deze zaak zou men in ieder geval kun nen constateren, dat hij niet voor een kleintje vervaard was, dacht hij grimmig. HOOFDSTUK II Jonge mensen zoeken hun geluk „Een fraaie boel", zei Bob Wevels schertsend, hoewel met een ondertoon van ernst, „nu moet ik zo dikwijls van jou horen: „dit of dat, kun je niet doen", en nu breng je ons in een situatie van een paar dakloze zwervertjes, die in een donker hoekje staan te scharrelen om de lijd rond te komen". Bob voelde, hoe Marrigje onder zijn woorden verstrakte, doch, terwijl al zijn liefde en tederheid naar haar uitgingen, was er ook iets van ongeduld in zijn woorden. „Ja, je kunt toch niet ont kennen", verweet hij haar weer, „dat het grotendeels jouw schuld is, dat we hier achter het gemeentehuis staan inplaats van boven bij je vader in de burgemees terskamer de beslissing over onze toe komst te horen". Bob hoorde een geluid als van een in gehouden snik en weg smolten al zijn beschuldigingen, al bleef het ontevreden gevoel, dat ze afdwaalden van een eens genomen besluit. „Nu lieveling, zeg ook eens wat?" en toen er nog steeds geen antwoord kwam, beschuldigde Bob zichzelf van wreedheid jegens het liefste meisje dat hij kende. Zijn lippen beroerden haar gezicht en te der kustte hij haar op de oogleden. Hij voelde dat haar wangen nat waren van tranen en begreep, dat zij de situatie nog onaangenamer vond dan hij. Bescher mend trok hij Marrigje vaster tegen zich aan. „Kom nu kindje, zo'n drama is het nu ook weer niet. Als je vader deze avond geen toestemming zou geven, dan toch zeker een volgende keer. Als hij ziet, hoe ernstig wij het menen, dan slijt zijn weerstand op de duur vanzelf wel". Marrigje zuchtte diep. „Jij kent vader niet, als hij eenmaal „nee" heeft gezegd dan verandert hij nooit meer en juist daarom was ik zo bang. Papa was van avond in minder goede stemming, omdat hij zich zorgen maakt over dat gezin Dintel en aangezien hij toch al niet ver rukt is over.nu ja". Marrigje zweeg en Bob wist zeker, on danks de diepe duisternis dat ze diep na dacht en dat er dan dat grappige rimpel tje tussen haar ogen zou verschijnen. Bob drukte een kus op het plekje waar hij dacht dat haar gedachten zich samen bundelden, net boven die frons op haar voorhoofd. Marrigje was adembenemend lief, ook als ze zo ernstig en tegelijk zo droef te moede was. Het was om hen dat ze zich zorgen maakte. Hij zag de toe komst niet zo somber in. Wat drommel, hij had als opvolger van zijn vader een prachtige toekomst voor zich en burge meester Zwiersma zou toch wel eens gaan geloven dat zij een ideaal paar vormden. Maar hij mocht de zorgen van Marrigje niet met luchtige praatjes zien te verdrij ven, want dan kwam ze weer op haar oude stokpaardje terug. Dan was hij weer de stadsmeneer die nooit eens heel ern stig kon zijn en de spot stak met de meest mooie dingen in het leven. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1960 | | pagina 4