y
„Alle perken te buiten
SCHOOL VOOR VOORTGEZET LAGER
ONDERWIJS EEN „VUILNISBAK?"
(Vervolg van pagina 2)
atap vóór moeten zijn. Dat behoort dan
tot de vrome wensen.
Als er enkele leraren en onderwijzers
bij elkaar zijn en het woord onderwijs
valt dat gebeurt altijd dan ontwik
kelt het gesprek zich steevast in beschul
digingen over en weer. Geen hbs-leraar
is content met de prestaties van de lagere
school, en zo zou u kunnen doorgaan.
Zulke debatten zijn vrij onvruchtbaar.
Even zeker eindigt een dergelijk gesprek
in een eensgezinde klaagzang over de
kwaliteit der leerlingen, die in een onbe
waakt ogenblik aan ieders school zijn
toevertrouwd. Terecht. De ontstellende
cijfers die aangeven welk deel der leer
lingen, geplaatst op ulo, hbs, enz. in de
l®op der jaren afvalt, de wonderlijke ca
priolen van leerlingen op lager techni
sche scholen in de verschillende vakrich
tingen, geven ons een aanwijzing voor de
hoofdoorzaak van de ellende. Ellende
voor- de man of vrouw voor de klas, die
zijn of haar taak onnodig verzwaard en
het tempo geremd ziet dooi de verkeerd-
geplaatsten, ellende voor de schatkist (wij
bezitten geen recente gegevens; de dou
blures kosten de staat ver over ƒ150 mil
joen per jaar), ellende voor de leerlingen.
Het laatste gaat ons het meest aan het
hart.
De statistieken vertellen ons niets over
de geestelijke gevolgen voor de tiendui
zenden verkeerd-geplaatsten, hun moei
lijkheden thuis. Een aversie tegen alles
wat school heet, is het minste wat ze er
van overhouden. Voor de verkeerd-ge-
plaatsen is de meest gerenommeerde
school een ondeugdelijk instituut. Wij
wagen het met verwijzing naar het bo
venstaande, als onze overtuiging uit te
spreken dat, indien het ideaal bereikt of
benaderd zou worden de leerlingen in
overeenstemming met hun capaciteiten
(in de ruimste zin) over de scholen van
het voortgezet onderwijs te verdelen, de
hoofdoorzaak van aller ontevredenheid
zou zijn weggenomen. Het probleem van
de aansluiting is niet een belangrijke fac
tor zonder meer, maar het kernpunt De
schakelschool zou hier goede diensten
kunnen bewijzen.
De Kdhnstammschool in Alkmaar wil
zulk een schakel zijn tussen lager en
voortgezet onderwijs. Op dit moment be
volken 435 jongens en meisjes 14 zevende
klassen; 33 leerlingen zitten in 1 achtste
klas; 29 in de eerste klas praktijkschool
die met het vglo één schoolgemeenschap
vormt. De laatste klas, de jongste loot,
hoe interessant ook, blijft hier onbespro
ken. Daarvoor zou een geheel artikel no
dig zijn. Totaal zijn er dus 497 leerlingen.
Geen enkele wet schrijft de leerlingen
het volgen van het vglo voor. Slechts een
kleine groep gebruikt de Kohnstamm-
school als eindschool.
Beging september worden de leerlin
gen volgens de wens der ouders geplaatst
in een der zevende klassen. Vaak ligt een
advies van het hoofd der lagere school
hieraan ten grondslag. De wens echter
der ouders is doorslaggevend.
Wij vormden dit jaar 10 zgn. ulo-vhmo-
klassen, 3 zgn. lts-klassen en 1 meisjes
klas (huishoudschoolklas). Nu gaat er bij
u, geachte lezer, een alarmsignaal over:
voortijdige selectie.
Dat is nu juist waai we zo bang voor
zijn! Wij hopen u duidelijk te maken dat
hiervan geen sprake is.
Het gewone beeld is dat de ouders hoog
grijpen. Vaak komt dit voort uit het ver
langen het kind méér te laten worden
dan zijzelf bereikt hebben. Op zichzelf is
het een te respecteren houding, mits de
redelijkheid niet uit het oog wordt ver
loren.
Dat in lts- en huishoudschoolklassen
toekomstige ulo- of hbs-leerlingen ver
blijven, komt vrij weinig voor. In die ge
vallen wordt een oplossing gezocht en
gevonden.
In de ulo-vhmo-klassen wordt les ge
geven door minstens vijf verschillende
leerkrachten, bevoegd voor de te geven
vakken. Dit is voor de kinderen nieuw.
Het systeem bevordert de overgang naar
het vakierarenstelsel op de volgende
school en versterkt het- oordeel over
iedere leerling.
Tot Kerstmis verwerken de jongens en
meisjes in de gemengde klassen een pittig
programma, met de volgende vakken ge
durende een week van 30 uur:
rekenen 5 uur
(jongens 6)
nederlandse taal 6
aardrijkskunde 2
geschiedenis 2
Frans 2
Engels 2
biologie en natuurkunde 2
voorbereidende algebra 1
voorbereidende meetkunde 1
taak „wording" 2
tekenen 1
handwerken 1
(alleen meisjes)
muziek 1
gymnastiek en zwemmen 2
Wij wennen de leerlingen van het be
gin af aan het maken van huiswerk en
het bestuderen van lesstof. Vooral dit
laatste geeft de eerste maanden moeilijk
heden. Zij moeten léren studeren.
Het vakleerkrachtensysteem, het gedif-
lerentiëerde taakwerk en de voortduren
de observatie geven ons in het eerste
kwartaal een voorlopige indruk omtrent
de geschiktheid der leerlingen.
In ditzelfde tijdvak heeft het medisch
opvoedkundig bureau de leerlingen ge
test, en wordt in vaak langdurige verga
deringen een voorlopig oordeel geveld.
In een hierop volgend gesprek met de
ouders wordt bepaald of de leerling van
af het tweede kwartaal geplaatst zal
worden in een klas die opleidt voor mid
delbaar onderwijs, dan wel in een die
voorbereidt voor ulo e.d. Voor beide
soorten van klassen zijn de programma's
verschillend gemaakt.
Het is onze jarenlange ervaring dat het
merendeel der ouders zich richt naar de
adviezen, temeer daar bij de indeling de
nodige soepelheid wordt betracht, en de
plaatsing in een afdeling geen definitieve
uitsluiting betekent voor een of andere
tak van vervolgonderwijs. Van nu af aan
stevent de vhmo-groep recht op het toe
latingsexamen af, zonder de minder ur
gente vakken te verwaarlozen. Alle vak
ken van het eerste kwartaal blijven ge
handhaafd.
We kunnen over dit opleidingsonder-
wijs denken wat we willen, het feit dat
er een toelatingsexamen bestaat, valt nu
eenmaal niet te loochenen.
Omstreeks mei, wederom na vergade
ringen, brengt de klasseonderwijzer nog
maals advies uit aan de ouders. De soe
pelheid blijft: we kunnen ons vergissen.
Als er een kans bestaat voor het met suc
ces volgen van een moeilijke school, dan
delen we dit de ouders mee. De meesten
nemen goede nota van het gesprek.
Daarna komen de examens. Over het feit
dat een zeer hoog percentage van de uit
verkoren leerlingen slaagt, hoeven we
ons niet op de borst te slaan. Het is na
melijk een klein kunstje om een redelijk
begaafde leerling in een extra jaar hier
voor klaar te stomen. Wat ons veel meer
interesseert, is zijn gehele verdere schóól-
carrière. Hiervan houden wij voortdu
rend aantekening.
De leerlingen die na Kerstmis niet in
de opleidingsklassen terecht komen, stu
deren in een langzamer tempo. De exa
mentraining vervalt. Sommige boekjes
zijn anders en bovendien blijft het taken-
werk een belangrijk onderdeel. Een goe
de leerling in deze afdeling krijgt echter
genoeg oefenstof om niet kansloos te zijn
bij een laat genomen besluit tot examen
doen. Het principe in alle klassen, dat de
leerstof aangepast moet zijn aan de leer
lingen en niet andersom onder meer is
het takenwerk gedifferentiëerd brengt
niet alleen een behoorlijke aantal tot
goede prestaties, maar behoedt ze boven
dien voor de onvermijdelijke afkeer die
de leerlingen krijgen, wanneer ze een
jaar lang te hoog moeten grijpen.
Wij zijn trots op het feit dat onze jon
gens en meisjes graag naar school gaan,
dat ongeoorloofde verzuimen zeer zeld
zaam en normale verzuimen laag zijn.
Het werk bevredigt ze. Een onmiddellijk
gevolg daarvan is de afwezigheid van
ernstige ordeproblemen. Het is onze on
dervinding dat orde handhaven gemak
kelijker is op deze school dan in de hoog
ste klassen der lagere school. Hiermee
willen wij niet beweren dat het lam
metjes zijn, maar toch kost het in toom
houden van 500 jongens en meisjes be
trekkelijk weinig moeite. Terloops ver
melden we dat de teamgeest onder het
onderwijzend personeel, misschien ook
weer door het bevredigende werk, niets
te wensen overlaat.
Aan het eind van het jaar worden ook
in de ulo-afdeling de serieus voorbereide
adviezen gegeven.
In de klassen die voorbereiden voor lts.
en huishoudschool is geen coëducatie. Op
verschillende terreinen wijken de inte
ressen van deze jongens en meisjes af. De
kern van dit onderwijs is de volledige
taak wording (centres d'interêts). Daar
naast voor de jongens onder meer wis
kunde, natuurkunde, verbale expressie,
symbiose met de lts. Voor de meisjes
handwerken, biologie, babyverzorging,
verbale expressie en symbiose met de
huishoudschool. Met de aan hun begaafd
heid aangepaste lesstof worden in het al
gemeen bevredigende resultaten geboekt.
Het taakwerk, dat alle kansen biedt tot
eigen initiatief en tevens veel leerzaams
geeft in hun belangstellingssfeer, is dik
wijls zeer mooi.
Het is merkwaardig dat wij drie lts.-
klassen konden vormen, niettegenstaande
het feit, dat aan de lts. in Alkmaar voor
bereidende klassen verbonden zijn. Het
volgen van onze school geeft geen recht
genoemde klas op de technische school
over te slaan. Veel ouders blijken dit
extra leerjaar vrijwillig te prefereren.
Het kan zijn dat zij een keus willen uit
stellen, en eerst een objectief oordeel
wensen voor het geval er andere dan
technische kwaliteiten mochten blijken.
Het kan zijn dat zij hun kinderen nog
niet rijp achten voor de lts. We kunnen
dat, de jongens bekijkend, maar al te
LAPPIE KNIJN
EN HET
VERDWENEN
STANDBEELD
37. „Dat was mis", zei Lappie laconiek,
toen ze weer op de landweg liepen in de
richting van Meeuwenoord. „Ja, jij ook
altijd met je fantastische brein", mop
perde Jonas. „We hadden al lang thuis
kunnen zijn, bah, ik had gedacht, dat jij
•en verstandiger mannetje zou zijn".
„Jamaar.wilde Lappie tegenwerpen,
maar Jonas snoerde hem de mond.
„Niks jamaar, ik vond het al direct een
dwaas idee. Lappie haalde de schou
ders op. „Nouja".
Na een half uurtje lopen was Meeu
wenoord al in zicht. Het was al aardig
schemerig geworden. „Moet je eens kij
ken, wat een lichtjes", wees Lappie voor
zich uit. „Wat zou daar aan de hand
zijn?" Jonas haalde de schouders op. „We
zullen eens een kijkje gaan nemen, vind
ik, wij zijn toch laat vandaag
goed billijken. Naast een aantal flink uit
de kluiten gewassen kerels, bevolken aan
het begin van de cursus vele ondermaat
se en zeer kinderlijke jongetjes de klas
sen. Het argument van onvoldoende rijp
heid, ook voor ulo en middelbaar onder
wijs, geldt voor bijna alle ouders die hun
kind kennen, en die zich niet laten leiden
door legendarische schoolcarrières van
buurkinderen en neefjes.
Wij stuiten nu op ons grote bezwaar
tegen voorbereidende klassen aan ver-
volgscholen in het algemeen. Daar valt de
beslissing met de toelating. Hoogstens
krijgen we een negatieve selectie: de vol
komen ongeschikten vallen af en moeten
zich dan maar redden (zij hebben hun
leerplicht dan nog niet vervuld). De an
ders begaafden, die kunnen voorkomen,
worden vaak niet overgedragen aan een
ander type vervolgschool. Wij wijzen ook
om andere redenen het systeem der voor
bereidende klassen af, ook van die zoals
ze geschetst zijn in het ontwerp-mam-
moetwet (regeling van het voortgezet on
derwijs, 29 oktober 1958).
Nooit zal een lerarenteam van een in
stituut voor voortgezet onderwijs zo ob
jectief kunnen staan tegenover de studie
keuze van een leerling, als een volkomen
onafhankelijke schakelschool. Het gevaar
van schoolbelang boven dat van de leer
ling is niet denkbeeldig, maar we kunnen
niemand iets verwijten als dit inderdaad
een rol gaat spelen.
Daar tegenover kan een schakelschool
onbevooroordeeld het belang van het
kind als eerste en enige beter dienen,
alleen al door haar onafhankelijkheid.
De maand juli geeft de grote uittocht.
De examens zijn achter de rug; de keuzen
voor de nieuwe scholen zijn gedaan, de
meeste volgens, een deel tegen het advies.
Wij hebben ons daarbij neer te leggen in
het besef dat de wens der ouders primair
blijft. Sommige adviezen hebben ons veel
zorgen gegeven, in het bizonder die aan
de leerlingen die vielen in het niemands
land tussen technisch- en huishoudonder-
wijs enerzijds en het ulo anderzijds. Dat
hier heel andere factoren een rol spelen
dan louter die der, intellegentie behoeft
geen betoog. De oppervlakkige zienswijze
„je bent geen student, dan maar naar de
lts." is de onze niet. Het niemandsland is
nu bezet door een twee-jarige praktijk
school die voorbereidt voor eenvoudige
economische, admistratieve en sociale
functies in overheids- en particuliere sec
toren. Een groepje leerlingen gaat naar
de achtste klas. Een deel gaat in dienst
betrekking. De meesten hiervan volgen
dan avondcursussen.
Het achtste leerjaar (onze tweede klas
- niet te verwarren met de praktijk
school) wordt bezocht door (weinig) jon
gens en (veel) meisjes, die hun keus nog
niet konden bepalen. Eigenlijk is het de
eindklas waarin de leerplicht volbracht
moet worden. De werkelijkheid is anders:
de meeste meisjes kiezen bewust het
tweede jaar om daarna rechtstreeks in de
twee-jarige assistentenafdeling van de
huishoudschool te komen. De mogelijk
heid is er namelijk. Zij hebben dan twee
jaar symbiose gehad op de huishoud
school, en verder een behoorlijke alge
mene vorming op de vglo. Ook de stap
naar ulo en mms. komt voor. Sommige
jongens gaan alsnog naar de lts. Dit leer
jaar is dus geen eindklas voor iedereen.
Het takenwerk speelt in dit jaar een
Lelangrijke rol. Verder is er op de prak
tijd gerichte leerstof. Aan het eind kun
nen allen deelnemen aan het examen
voor het Ivio-vglo-sleuteldiploma.
In details uit te weiden over de dui
zendeneen dingen die op deze school in
teressant zijn, zou te ver voeren. Nog en
kele algemene opmerkingen volgen.
De Kohnstammschool is een streek
school, die haar leerlingen betrekt uit 35
gemeenten. Er worden door onze jongens
en meisjes respectabele afstanden afge
legd. Zij komen in evenredigheid uit alle
lagen der bevolking.
Op het initiatief van iedere leerling
wordt bij feest- en sportdagen een beroep
gedaan, zij geven de schoolkrant uit en
zij beheren de bibliotheek, enz.
Elk jaar groeit er een nieuw school-
orkest, nu versterkt met een koor. Deze
muziekbeoefening is een bron van steeds
terugkerend genoegen.
De klassen met verschillend einddoel
zijn willekeurig over de school verspreid
De vglo. is goed geoutilleerd, hetgeen
bij grote scholen niet ongewoon is. Pick
ups voor de taalcursussen, bandrecorder,
projector met zeer veel strips, prachtige
schoolbibliotheek, stencilmachine, dupli
cator, naaimachines, een gloednieuwe mu
ziekinstallatie met discotheek, verster-
1 ingsinstallatie, schrijfmachines voor de
tweede klas, enz.
Hoewel het laatste van deze beschrij
ving zeer schematisch moest blijven, ho
pen wij toch een niet te onvolledig beeld
te hebben gegeven van wat er in Alk
maar op de Kohnstammschool gebeurt,
c-n waarom dit gebeurt.
Blijkt de vraag: waarom voldoet het
schakelprincipe slechts in enkele de
len van ons land, terwijl elders de
vglo's als restscholen fungeren? Mo
gen wij dan de daadwerkelijke steun
van inspectie en gemeentebestuur
memoreren. Dat was het wat in an
dere plaatsen dikwijls ontbrak. De
voorbeelden van tegenwerking en
onbegrip zijn legio. Een wettelijke
grondslag zou de schakelschool kun
nen redden.
Wij concluderen, dat, landelijk gezien,
de schakelschool nooit de kans heeft ge
kregen haar nut te bewijzen. De plaatse
lijke successen werden genegeerd. Wij
zijn in de loop der jaren ervan overtuigd
geraakt dat veel ouders de waarde van
onze school voor hun kind hoog aanslaan
maar anderen geen begrip tonen voor de
gang van zaken op de Kohnstammschool
Het bovenstaande diende er onder meer
voor de aandacht op dit schooltype te
verkrijgen.
GEVONDEN EN VERLOREN
VOORWERPEN
tot en met 14 augustus 1960
Gevonden te Den Burg. bruinlederen
pontemonnee met ƒ1,20; bijltje met rode
steel; twee zonnebrillen; zijden sjaal met
bloemmotief; ƒ5,aan papiergeld;
handdoeken, blauwe zwembroek en
plastic regenjas; zwartgestreepte hand
doek en blauw zwembroekje; zwart
groene Pelikan vulpen met gouden pen
blauwwollen kinderzwembroekje; rol
ïjzerdraad; kinderportemonnee met 0,85;
kinderbril met bruingevlamd montuur.
Verloren te Den Burg: rode portemon
nee met ƒ3,wit-zwarte rashond (Flo-
ris); gele herentrui met V-hals en lange
mouwen; paar crème schoenen; bruine
portemonnee met 3,blauw-grijze
regenjas; zonnebril met vrij licht mon
tuur; lichtbruine damesportemonnee met
ƒ7,br. padvindersportemonee met
ƒ8,zwarte sjaal; witte portemonnee
ƒ3,45 en 20 foto's; paar gele schoenen (m.
28) en blauwe blouse; blauwwollen kin
dervestje met witte knoopjes; sleutel;
Marokkaanslederen portemonnee met 15
cent; luchtmachtblauwe schoudertas inh.
zelfgebouwde radio merk Amroy; lichtbr.
lederen portemonnee met ruim ƒ1,ar
beidskaart en foto; oranje meisjesvest
(orlon); groene jongenstrui met V-hals;
lichtgroene zijden sjaal; Veelkleurige zij
den sjaal met blauwe rand; Drentse pa
trijshond (wit met bruine vlekken); rood-
linnen badtas met inh.
Gevonden te De Koog: portemonnee
met ƒ4,blauw-rood-gestreept jasje;
blauwe overall; grijze brilétui; VW-sleu-
tel; oud antiek zilveren hangertje; grijs
jack met capuchon.
Verloren te De Koog: geel kindervest
met gele knoopjes; zwarte portemonnee
met ruim ƒ2,50 en fietssleutels; honkbal-
schoen; zonnebril met rood montuur;
blauwe jongenstrui; groene portemonnee
met ƒ15,ƒ20,groene portemonnee
met ruim 2,50; zwarte wollen das; witte
badhanddoek; houten haarspeld; rode
portemonnee met plm. ƒ5,rode honde-
riem; geelbruine portemonnee met plm.
ƒ15,bruine portemonnee met plm.
25,groene damesportemonnee met
plm. ƒ10,grijze ribfluwelen pet; zwar
te portemonnee met plm. ƒ25,bruin-
lederen film tas; Agfa Clack fototoestel
in bruinlederen tas; bruine portemonnee
met plm. ƒ5,en suikerzakjes; plaid
(Schotse ruit); rode Parker vulpen met
zwarte vlekken; portefeuille met bewijs
van Nederlanderschap; gouden ringetje;
grijsblauwe herenpullover; gouden ring
met steen.
Het bureau der Rijkspolitie van Den
Burg is hiervoor geopend op werkdagen
van 16.00 tot 18.00 uur. Te De Koog van
19.00 tot 20.00 uur.
AT
Jitq
B<
)en
FEUILLETON
2. De burgemeester had nog geen stren
gere maatregelen willen treffen in de
hoop, dat het toch nog op een meer vre
delievende wijze zou gebeuren. Toen was
onverwacht Dintel met vrouw en baby
verdwenen en niemand wist waarheen,
ook de naaste familie niet en dat maakte
het hele geval een beetje spookachtig.
Dintel was monteur en bij navraag op
zijn werk bleek dat hij juist nog enkele
vakantiedagen te goed had en die had
opgenomen.
Daarom wilde zowel de burgemeester
als Polten de verdwijning nog niet dade
lijk zo serieus nemen. Maar de inwoners
van het dorp namen het wel ernstig. De
verontwaardiging over de manier waarop
juffrouw Vrenken had gereageerd was
algemeen. Waarschijnlijk zou ook de ban
ketbakkerij van haar broer wel wat
klanten moeten missen, alhoewel nergens
in het dorp zulk prachtig gebak was te
krijgen. Wanneer er nu maar eens teke
ning in die duistere zaak kwam, dan zou
men die soesa wel weer vlug vergeten
zijn. Polten moest echter toegeven, dat
men het waarschuwen van de recherche
niet langer dan tot morgen kon uitstellen.
Wanneer zou blijken dat het echtpaar en
het kindje iets was overkomen, konden
zij die verantwoording daarvoor niet lan
ger dragen. Dat nu juist juffrouw Vren
ken betrokken moest zijn bij zo'n dorps
schandaal. Als hij objectief tegenover de
door HANOL SPOOR.
feiten zou staan, dan zou hij haar zeker
om haar kleinzieligheid veroordelen.
Even schrok hij van die gedachten. Als
politieman mocht hij toch geen onder
scheid maken. Zij, zo goed als een ander;
als ze tot de verdachte personen zou be
horen, moest hij ook haar als zodanig
behandelen. Maar als hij dacht aan die
gekwelde blik in haar ogen en die ver
drietige trek om haar mond, dan gooide
hij alle bijgedachten over boord Er was
iets, dat haar verhinderde om toestem
ming te geven. Er was iets geheimzinnigs
aan haar. Dat had hij al vermoed, vóór
deze hele vervelende geschiedenis aan de
gang was. Maar hij had met geduld wil
len afwachten, of ze hem in vertrouwen
zou nemen. Ondanks haar soms toeschie
telijke houding en dan weer haar koel
afwerende woorden, had ze hem toch
nooit het gevoel gegeven, een kat en
muisspelletje te willen spelen. Integen
deel, altijd was er weer die lichte onder
toon van verdriet geweest. Als de recher
che zou komen, zou men haar echter niet
ontzien. Zijn gevoel zei hem dat ze een
geheim verborg en dat ze dan niet meer
veilig zou zijn. De stilte, waarin beide
mannen ieder hun eigen gedachten lieten
gaan, werd alleen onderbroken door wat
geluiden van de straat en het getik van
enkele regendruppels tegen de ruiten.
Dan, als geëlektrificeerd, sprongen
burgemeester Zwiersma en opperwacht
meester Polten omhoog. Bevreemd staar
den ze elkaar aan. In de doodse stilte,
welke in het gebouw heerste was opeens
verandering gekomen. Er klonk een zwa
re bons, een kreet en daarna haastige
voetstappen. Iemand holde over de gang,
voorbij de burgemeesterkamer. De
buitendeur klapte daarna met een harde
slag dicht en men hoorde dezelfde snelle
stappen met de grootste haast de stenen
trap van het gemeentehuis afdalen.
Aan de verstarring van Polten was
plotseling een einde gekomen. Met een
ruk zwaaide hij de deur van de kamer
open. Hij stormde over de gang. In een
flits zag hij dat de raadszaal geopend
was, terwijl hij zeker meende te weten
dat de deur daar dicht was, toen hij de
burgemeester bezocht. Met de gedachten
dat een vervolging van wie dan ook wei
nig zou baten, keek hij langs de stenen
buitentrap naar beneden en kwam toen
aarzelend terug. Als bij ingeving gooide
hij de deuren van de raadszaal verder
open en draaide de lichten aan. Wat hij
toen aanschouwde deed hem een lelijke
verwensing slaken Burgemeester Zwiers
ma, alleen in zeldzame gevallen aan ruwe
woorden van Polten gewend, kwam na
derbij en beiden staarden sprakeloos naar
de publieke tribune, waar aan de wand
twee lege schilderijlijsten een troosteloze
aanblik boden, terwijl uit de derde lijst
het beschilderde doek half uitgesneden
naar beneden hing. Kennelijk was de dief
gestoord in zijn werken en had geen tijd
meer gehad om ook van het derde schil
derij het linnen er volledig uit te snijden
en mee te nemen.
„Ook dat nog", kreunde burgemeester
Zwiersma, „Die kostbare schilderijen".
„En wat kan de dief zo plotseling ge
stoord hebben", overdacht Polten.
„Nu ontkomen we er niet meer aan, we
moeten de recherche onmiddellijk waar
schuwen", hernam burgemeester Zwiers
ma en liep met loden schreden op de tele
foon af.
Polten trok zijn koppelriem strakker
en stormde nu zonder dralen naar buiten.
In deze zaak zou men in ieder geval kun
nen constateren, dat hij niet voor een
kleintje vervaard was, dacht hij grimmig.
HOOFDSTUK II
Jonge mensen zoeken hun geluk
„Een fraaie boel", zei Bob Wevels
schertsend, hoewel met een ondertoon
van ernst, „nu moet ik zo dikwijls van
jou horen: „dit of dat, kun je niet doen",
en nu breng je ons in een situatie van
een paar dakloze zwervertjes, die in een
donker hoekje staan te scharrelen om de
lijd rond te komen".
Bob voelde, hoe Marrigje onder zijn
woorden verstrakte, doch, terwijl al zijn
liefde en tederheid naar haar uitgingen,
was er ook iets van ongeduld in zijn
woorden. „Ja, je kunt toch niet ont
kennen", verweet hij haar weer, „dat het
grotendeels jouw schuld is, dat we hier
achter het gemeentehuis staan inplaats
van boven bij je vader in de burgemees
terskamer de beslissing over onze toe
komst te horen".
Bob hoorde een geluid als van een in
gehouden snik en weg smolten al zijn
beschuldigingen, al bleef het ontevreden
gevoel, dat ze afdwaalden van een eens
genomen besluit.
„Nu lieveling, zeg ook eens wat?" en
toen er nog steeds geen antwoord kwam,
beschuldigde Bob zichzelf van wreedheid
jegens het liefste meisje dat hij kende.
Zijn lippen beroerden haar gezicht en te
der kustte hij haar op de oogleden. Hij
voelde dat haar wangen nat waren van
tranen en begreep, dat zij de situatie nog
onaangenamer vond dan hij. Bescher
mend trok hij Marrigje vaster tegen zich
aan. „Kom nu kindje, zo'n drama is het
nu ook weer niet. Als je vader deze
avond geen toestemming zou geven, dan
toch zeker een volgende keer. Als hij ziet,
hoe ernstig wij het menen, dan slijt zijn
weerstand op de duur vanzelf wel".
Marrigje zuchtte diep. „Jij kent vader
niet, als hij eenmaal „nee" heeft gezegd
dan verandert hij nooit meer en juist
daarom was ik zo bang. Papa was van
avond in minder goede stemming, omdat
hij zich zorgen maakt over dat gezin
Dintel en aangezien hij toch al niet ver
rukt is over.nu ja".
Marrigje zweeg en Bob wist zeker, on
danks de diepe duisternis dat ze diep na
dacht en dat er dan dat grappige rimpel
tje tussen haar ogen zou verschijnen.
Bob drukte een kus op het plekje waar
hij dacht dat haar gedachten zich samen
bundelden, net boven die frons op haar
voorhoofd. Marrigje was adembenemend
lief, ook als ze zo ernstig en tegelijk zo
droef te moede was. Het was om hen dat
ze zich zorgen maakte. Hij zag de toe
komst niet zo somber in. Wat drommel,
hij had als opvolger van zijn vader een
prachtige toekomst voor zich en burge
meester Zwiersma zou toch wel eens gaan
geloven dat zij een ideaal paar vormden.
Maar hij mocht de zorgen van Marrigje
niet met luchtige praatjes zien te verdrij
ven, want dan kwam ze weer op haar
oude stokpaardje terug. Dan was hij weer
de stadsmeneer die nooit eens heel ern
stig kon zijn en de spot stak met de
meest mooie dingen in het leven.
(Wordt vervolgd)