DRUM
„Alle perken te
U REIST
Hoe U op Uw
autoverzekering
kunt besparen
SHAG
in plastic tabakszak!
streek^^ikkeling
Half zwaar-
heel lekker!
Voortreffelijk van kwaliteit!
Minder voordelig is men natuurlijk uit,
indien men b.v. in het tweede jaar een
W.A.-schade van ƒ400,en bij hetzelfde
evenement een casco-schade van ƒ400,—
heeft.
Men moet dan zelf ƒ450,betalen, dus
ƒ400,meer dan bij een normale All
Risks-verzekering. Men heeft echter aan
ipremies reeds ƒ355,bespaard, zodat de
„strop" slechts ƒ45,bedraagt. Door het
vervallen van de no-claimkorting wordt
de premie in het derde jaar ca. ƒ13,
hoger, terwijl de premie voor een All
Risks-verzekering met ƒ51,zou zijn
gestegen. Per saldo is er dus slechts een
nadelig verschil van ƒ45,min 38,
oftewel ƒ7,
De scheiding in twee afzonderlijke ver-
Op werkdagen:
Van Texel: 5.20 7.40 10.30 13.00
15.30 18.00
Van Den Helder: 6.30 9.15 11.40 14.20
16.40 19.35
Op zon- en alg. erk. chr. feestdagen:
Van Texel: 7.40 11.00 16.00 18.25
VanDenHelder: 9.15 12.10 17.15 19.35
rustiger en prettiger
als u voor uw bootovertocht of
treinreis vooraf plaatsbewijzen
haalt bij de V.V.V.
kelijke no-claimkorting, terwijl bij de
cascoverzekering deze prestatie beloond
wordt met een verlaging van het eigen
risico met 10% voor ieder schadevrij jaar,
met een maximum van 40%.
Een rekensom leert, dat men na 4
schadevrije jaren overigens wel een
prestatie in deze verkeersdichte samen
leving nog een premie betaalt van ca.
ƒ130,terwijl het eigen risico voor het
casco is gedaald tot ƒ270,—. Had men een
All Risks-verzekering gesloten, dan zou
ook de premie hiervoor gedaald zijn, nl.
tot ca. 270,—. Men heeft nu (bij de W.A.
- plus afzonderlijke casco-verzekering)
een besparing geboekt van ca. ƒ645,in
deze 4 jaar, nl. resp. ƒ185,ƒ170,
ƒ150,en ƒ140,
zekeringen heeft nog tot voordcel, dat bij
een schade, die alleen W.A. of alleen
casco betreft, het no-claimvoordeel
slechts voor de desbetreffende deel-ver-
zekering wordt opgeheven en niet voor
de gehele premie, zoals bij de All Risks-
verzekering het geval is.
Uiteraard is niet te voorspellen, welke
methode het op de lange duur wint. Zij,
die zichzelf naar wij hopen terecht
tot de categorie „voorzichtige rijders"
rekenen, hebben echter een goede kans
met deze „tip" gebaat te zijn.
Mr. N. W. A. van Eijk.
DIENSTREGELING T.E.S.O.
LAPPIE KNIJN
EN HET
VERDWENEN
STANDBEELD
43. Hortend en stotend kwam het oude
autootje in beweging. De waarschuwing
van Eduard was beslist niet overbodig,
want het kleine wagentje schokte en
sprong dat het een lieve lust was. „Lek
ker wagentje", meende Jonas te moeten
opmerken. „Ja hé, nog zo goed als
nieuw", zei Eduard trots. „Heb ik voor
een prikkie op de kop kunnen tikken".
Jonas knikte. De weg naar het stadje
Dintelstein was hobbelig en verlaten, het
wagentje danste over de weg, maar
bracht het drietal toch veilig op de
plaats van bestemming, waar ze voor een
oud huisje in een smal straatje, puffend
tot stilstand kwamen
uitsluitend tegen W.(ettelijke) A.(aan-
sprakelijkheid) en overigens op dezelfde
condities kan men aangaan tegen een
premie van 85,—, d.i. dus 255,— lager.
Men kan nu daarnaast een afzonder
lijke verzekering, uitsluitend voor het
casco, aangaan met een eigen risico (voor
dit casco) van ƒ450,tegen een premie
van 70,en is dan in het eerste ver
zekeringsjaar toch nog ƒ185,goedkoper
uit, indien men geen schade heeft.
Blijft men schadevrij rijden, dan ont
vangt men op de W.A.-premie de gebrui-
BEHANDELING VAN NIEUW
GRASLAND
Wij hebben al verschillende enthou
siaste uitlatingen gehoord over de zeer
goede groei van het nieuw ingezaaide
grasland. Dit betreft voor een groot ge
deelte veehouders, op wiens bedrijven als
gevolg van ruilverkavelmgswerkzaam-
heden veel land „zwart" was gemaakt of
ook wel om andere reden nieuw grasland
moest worden ingezaaid. In diverse ge
vallen hoorde je „tussen de regels door",
dat men had gewild, dat er nog meer
land „zwart" was gemaakt, omdat het
nieuwe land het toch zoveel beter deed
dan het oude. Bovendien wordt het
nieuwe gras door het vee veel beter af
geweid dan het gewas van het oude
grasland.
We kunnen het met het bovenstaande
helemaal eens zijn. De betere groei is in
het oog lopend en het afweiden is onbe
twist beter. Toch zijn we er niet zeker
van, dat de veehouders, die nu zo en
thousiast zijn over dit nieuwe land het
na één of enkele jaren nog zullen zijn.
Iedere landbouwer heeft wel eens ge
hoord van de „sukkeljaren" van nieuw
grasland. Deze treden meestal op enkele
jaren na de inzaai. Er zijn over de oor
zaak van het voorkomen van deze sukkel-
jaren al verschillende meningen naar
voren gekomen. Als zeer belangrijk werd
altijd beschouwd de mening, dat het een
kwestie van het ingezaaide grasmengsel
was. Het graszaad zou nl. voor een groot
gedeelte afkomstig zijn van zgn. hooi-
typen en dit type is na enkele jaren
„uitgevuurd".
Er is dan, zo redeneerde men, een
reeks van jaren nodig om de weidetypen
weer naar voren te laten komen en dit
gaf aanleiding tot sukkeljaren.
Wij zijn er van overtuigd, dat het
voorgaande zeer belangrijk is. En zeer
terecht is men er zich daarom op gaan
toeleggen om van de diverse grassoorten
weidetypen te kweken, die meer overeen
komen met het gras in goed oud gras
land. We kunnen er dan ook niet genoeg
op aandringen om bij de inzaai van
nieuw grasland een mengsel te nemen,
dat voor een groot deel zaad van de
weidetypen bevat.
Het is echter een misverstand te me
nen, dat we nu de sukkeljaren de baas
zijn. Dat is beslist niet het geval! Er moet
dus nog een andere oorzaak zijn voor het
optreden van die sukkeljaren. Die oor
zaak moeten we zoeken in de grond.
Als er nieuw grasland wordt ingezaaid,
dan wordt de grond over het algemeen
flink los gemaakt. Dit maakt het voor de
grasplantjes mogelijk een goed wortel
stelsel te vormen. Uit onderzoekingen is
gebleken, dat deze beworteling wel tot
60 cm. diep kan gaan. Dit jonge gras kan
dus over een groot gebied beschikken om
water en voedsel te vinden. Uiteraard is
dit een zeer gunstige omstandigheid.
Deze gunstige toestand blijft echter
niet bestaan. De grond gaat weer vrij
spoedig in elkaar zakken, de beworte-
lingsdiepte neemt af en men ziet de
groeikracht duidelijk achteruit gaan. Uit
onderzoek is gebleken, dat de wortels na
een paar jaar niet dieper gaan dan 20
cm.
Als het zover is, is het jonge grasland
achter bij oud grasland. Door de jaren is
op dit oude grasland in de bovenste laag
een milieu ontstaan, dat het gras nodig
heeft. Als we over milieu spreken, dan
bedoelen we daar mee voldoende orga
nische stoffen en een goede bemestings
toestand.
Om de sukkel jaren zo veel mogelijk te
voorkomen en dóór te komen is naast de
keuze van een goed grasmengsel vooral
de bemesting een zeer belangrijke factor.
En als we over de bemesting spreken,
dan denken we in de eerste plaats aan
stalmest. Nieuw grasland heeft een bijna
onverzadigbare behoefte aan stalmest.
Het is zaak daarmede zo spoedig mogelijk
te beginnen en dit de eerste jaren ook vol
te houden. Verder is het van groot be
lang dit nieuwe grasland zoveel mogelijk
te beweiden. Dit in tegenstelling met de
veelal gevolgde gewoonte cm het nieuwe
land in de eerste plaats te bestemmen
voor hooiwinning. Zowel de toediening
van stalmest als het overwegend bewei
den heeft tot doel in een zo kort moge
lijke tijd een voor grasland geschikt
milieu te kweken.
Uiteraard verdient ook de bemesting
met kunstmest de aandacht, maar bij ge
bruik van veel stalmest behoeven dit
slechts aanvullingen te zijn. Een goed
gebruik houdt verder in, dat men het
gras niet te lang laat worden. Dit gevaar
treedt natuurlijk vooral op bij hooiwin
ning, maar ook het te laat inscharen bij
beweiding komt wel voor en is funest
voor het behoud van een goede zode.
Als met 't voorgaande rekening wordt
gehouden zullen na de eerste „vette ja
ren" inderdaad ook nog wel enkele „ma
gere jaren optreden, maar de „magerte"
zal minder ernstig en het aantal kleiner
zijn dan bij slecht gebruik.
C. v. Gr.
Dat men bij het sluiten van een auto
verzekering kan kiezen tussen W.A. en
All Risks, is vrijwel iedere automobilist
bekend.
En hoewel eveneens vrijwel iedereen
de voorkeur geeft aan een All Risks-dek-
king, is het grote verschil in premie (van
ƒ250,per jaar en hoger) er oorzaak
van, dat velen het noodgedwongen maar
met een W.A.-tje blijven doen.
Minder bekend is, dat ei hier nog een
tussenweg is, welke meer en meer be
wandeld wordt: de verzekering met een
boger „eigen risico" dan de 50,waar
toe de meeste maatschappijen hun verze
kerden verplichten. Een speciale uitvoe
ring van deze methode, welke nog niet
zozeer gemeengoed is geworden, willen
we hier even toelichten, als voorbeeld ne
mende een auto in de prijsklasse van
ƒ5.500,— tot ƒ6.000,—.
Een volledige All Risks-verzekering
(zonder groene kaart, met ƒ50,eigen
risico, doch zonder bijzondere korting
wegens ambtenaarschap, particulier of
beperkt gebruik) kost al gauw ca. ƒ340,
aan premie per jaar. Een verzekering,
13. Tot nu toe hadden ze niets oneer
baars gedaan, maar het sluipen binnen
een andermans eigendom, zou bij het ont
dekken toch rare gedachten kunnen
wekken. Nood breekt wetten, dachten zij
en anders waren ze nooit tot dergelijke
middelen overgegaan.
„Jij had beter buiten het poortje kun
nen wachten", zei Bob zacht, „jij kunt
dan niet op een zo'n vreemde plaats ont
dekt worden. Misschien had je gelijk als
uitkijk kunnen fungeren".
„Nee", fluisterde Marrigje, „ik weet
beter dan jij hoe het hier is ingericht,
ga jij maar terug en houdt de baan vrij".
„Waar zie je me nu voor aan?" zei Bob
half boos. „Denk je dat ik goed vind dat
jij je voor mij in gevaar begeeft? Laten
we dan alletwee maar zachtjes verder
gaan".
Zacht slopen ze verder. Het dóórdrin
gen tot aan de Vrenkens bleek niet zo
eenvoudig te zijn. Nadat ze de andere
huizen aan de achterkant waren gepas
seerd, kwamen zij voor een hoge schut
ting te staan. Dit versterkte in niet ge
ringe mate hun vermoeden, dat de Vren
kens iets hadden te verbergen. De span
ning begon haast ondraaglijk te worden.
Zij voelden zich dicht bij de oplossing
van een mysterie. Met hun ogen maten
ze de hoogte van de omheining. Ze zagen
dat er aan de bovenkant geen prikkel
draad of glas was bevestigd. Dit zou hier
op het dorp ook te veel de aandacht
trekken, dacht Marrigje. Diefstal kwam
zelden voor en misdadig was de bevol
king tot nu toe in gene dele. Tot nu toe
maar waar zou hun onderzoe
kingstocht eindigen? Al was Polten over
tuigd dat de familie Wevels niet deugde,
Marrigje kreeg hoe langer hoe meer het
inzicht, dat met juffrouw Vrenken het
„Paard van Troje" was ingehaald.
Bob en Marrigje overlegden een ogen
blik en daarna zette Bob zich met zijn
rug schrap tegen de heining en Marrigje
moest haar voet in zijn samengevouwen
handen zetten en zich daarna aan hem
ophijsen.
Even drong het dolle van de situatie
♦ot Marrigje door. Als kind had ze nooit
aan dergelijke spelletjes of klauterpar-
tijtjes mee mogen doen. „Een dochter van
een burgemeester doet zo iets niet" werd
haar doorlopend voorgehouden.
Nu was ze bijna volwassen en daar
werd, op een spelletje gelijkende manier
een poging door haar gedaan om bij
vreemden te spionneren.
Het lukte volgens plan. Marrigje hees
zich omhoog en wilde juist een blik over
de omheining slaan, toen een donderende
stem vroeg wat dat allemaal te betekenen
had. Bob maakte een schrikbeweging,
waardoor Marrigje een ogenblik uit haar
evenwicht dreigde te raken.
Hij liet haar voorzichtig naar beneden
glijden en bleef haar om haar taille vast
houden. Hij voelde hoe ze over haar hele
lichaam beefde.
Een kille woede maakte zich van hem
meester. Dat was de tweede keer dat Pol
ten hem ontdekte in een vreemde omge
ving. Polten, die natuurlijk weer rondom
het huis van zijn geliefde zweefde. Kon je
dit nu wel een betrouwbaar politieman
noemen? Door zijn grote teleurstelling,
om zo dicht bij de te verwachte oplos
sing nog gehinderd te worden, snauwde
hij Polen brutaalweg toe, dat hij zich met
zijn eigen zaken moest bemoeien.
„Ach zo, al weer die Bob Wevels",
sneerde Polten, „en nog wel met Mar
rigje Zwiersma De burgemeester zal
zeer verheugd zijn over dit eigenaardig
gedrag van zijn dochter".
De schrik en de spanning van de hele
avond werden nu te veel voor Marrigje.
Ze huilde of haar hart zou breken en
drong zich snikkend tegen Bob aan. Deze
begreep dat voor vanavond de zaak ver
loren was. In de eerste aanval waren ze
afgeslagen. Feitelijk zaten ze nu nog die
per in de narigheid, want nu zou er zeker
een rapport van Polten volgen en hoe
konden zij zich daaruit redden? Het beste
was om de nederlaag zo waardig mogelijk
te aanvaarden.
Bob pakte de hand van Marrigje in een
stevige geruststellende greep. „U kent
onze namen en U gaat Uw gang maar",
zei hij hooghartig tot Polten.
Zonder nadere uitleg verdween Pol ten.
Marrigje als een kind aan zijn hand mee
voerend en achter de huizen bleef Polten
verbluft staan.
Met een verslagen gevoel verwijderden
Marrigje en Bob zich langzaam van de
plaats waar Polten hen zo'n grote schrik
bezorgde. Bob was boos op zichzelf om
dat hij niet meer voorzorgsmaatregelen
genomen had om ontdekking te voor
komen. Nu waren ze op heterdaad be
trapt en Marrigje voelde nog steeds haar
hart in haar keel kloppen van schrik. Er
zou thuis wat losbranden, als Polten een
maal zijn hart gelucht had. Hoe groot
echter de schrik ook was, het deed niets
af van haar voornemen om de volgende
dag te pogen op een listige manier het
bewijs te leveren dat haar veronderstel
lingen, betreffende juffrouw Vrenken,
juist waren. Dicht bij huis gekomen, nam
Bob met een innige omhelzing afscheid
van zijn Marrigje.
„We zijn aan het avontuur begonnen
en nu vechten we tot het bittere einde.
Maar wat er ook gebeurt, wij behoren
voor altijd bij elkaar, nietwaar lieveling?"
Marrigjes stralende ogen. toen ze hem
kustte, was het antwoord dat hem vol
komen tevreden stelde.
HOOFDSTUK VI.
Een dorp in opschudding
Met een bepaald onrustig gevoel bleef
Polten bij de omheining staan. Het ge
hele geval bevredigde hem allerminst. Nu
kon hij wel een bekeuring schrijven voor
Bob en Marrigje en hij twijfelde er ook
niet aan, of hij zou dat ook doen, maar
daarmee loste hij dat raadselachtige ge
doe van dit tweetal niet op. Dat ze ach
ter het gemeentehuis gestaan hadden
vond hij iets om zich niet meer het hoofd
over te breken. Tenminste, als Marrigje
erbij was geweest, dan was het zeker uit
gesloten dat Bob de diefstal had ge
pleegd. Het was meer zijn boosheid ge
weest, omdat de Vrenkens in het geding
werden gebracht, dat hij geneigd was om
Bob als de dader van de diefstal te be
schouwen. Nu helde hij hoe langer hoe
meer over naar het denkbeeld, dat die
twee aan heel andere dingen dachten.
Hun verblijf achter het gemeentehuis
was dus nog onder de begrijpelijke gang
van zaken onder te brengen Marrigje kon
dan een degelijk en hoogstaand meisje
zijn, als de liefde in het spel kwam, dan
vond ze waarschijnlijk zo'n donker plek
je ook niet onaangenaam. Behalve in toe
vallige omstandigheden, zoals deze
avond, zouden ze in een ander geval daar
nooit ontdekt zijn.
Polten bleef nadenkend op dezelfde
plek staan waar hij Bob en Marrigje be
trapt had. Zijn eigen verdenking, wat
Bob betrof, moest de jongelui tot dit
vreemde gedrag gebracht hebben, maar
welk doel streefden ze na? Wat dachten
zij achter die schutting te ontdekken?
Moest hij dat als politieman niet gaan
onderzoeken?
In geen geval mocht hij zijn geweten
sussen met het denkbeeld dat er bij de
Vrenkens niets kon gebeuren wat het
daglicht niet kon zien.
Diep fronsend liet hij het licht van zijn
zaklantaarn langs de heining spelen. Bo
ven de lage oude schutting waren enige
nieuwe planken aangebracht, waardoor
het geheel wat hoger was geworden. Dat
was toch eigenlijk wel vreemd. Hij wist
dat dit er destijds was aangetimmerd,
maar hij had zich daar toen niet druk
over gemaakt. Hij had het meer als een
gril van stadslui beschouwd. Die waren
immers altijd een beetje angstig uitgeval
len en vreesden doorlopend dat er inbre
kers onderweg waren.
(Wordt vervolgd)