(jroen ^warts jexels in het harL,
Emigratie van Texelaars
in het verleden
s t ree kontwi kkel mg
WOENSDAG 16 AUGUSTUS 1961
TEXELSE
74e JAARGANG No. 7583
COURANT
Jitgave N.V. v.h. Langeveld d© Rooij
Boek-, Kantoorboek- en Fotohand el
Handelsdrukkerij
Den Burg. Texel - Postbus 11 - Tel. 2058
Verschijnt woensdags en zaterdags
Bank: R damse Bank, Coöp. Boerenl.
Bank. Postgiro 652. - Abonn.pr. ƒ2,25 p.
kwart. 25 ct incasso. Adv. 10 ct p. mm
Er 2ijn zo in de loop
der jaren al heel wat
Texelaars naar een ander
werelddeel vertrokken.
Eén van die velen is de
heer T. Bakker van de
Duinweg. Toen wij dezer
dagen een bezoek brach
ten aan zijn vader en
moeder in het rusthuis
aan de Molenstraat dach
ten wij aan 't verhaal, dat
hij enige jaren geleden
schreef voor de Texelaar.
In de kamer van de
heer en mevrouw Bakker
troffen wij weer een te
ken van leven van de
emigrant. Regelmatig
stuurt hij verschillende
stenen naar zijn ouderlijk
huis en vader Bakker
heeft die keurig gerang
schikt op borden. Voor
zien van naam en oor
sprong zijn ze onderge
bracht. Op de twee bor
den die op de foto staan
zijn 238 soorten onderge
bracht. Goud en zilver is
vertegenwoordigd maar
ook uranieum. Half-edel-
stenen en kopererst zijn
ondergebracht naast het
stukje talkvet en cellu-
Het is een wonderlijke sortering, die
de heer Bakker daar in Canada heeft
verzameld. Zijn werk als geoloog is ook
bijzonder interessant en de heer Bakker
Sr. kan daar heel wat van vertellen.
De heer T. Bakker, die in 1948 van
Texel vertrok heeft heel wat plaatsen
daar bezocht en er gewerkt.
De RHBS op het eiland bezit een
zelfde collectie en deze wordt regelma
tig tijdens de les gebruikt.
De heer Bakker vertelde o.a. dat het
goud weinig waarde heeft en dat men
daar thans ook minder naar zoekt. De
markt is vol en dan moet je er niets van
brengen.
Wij vonden die ontmoeting met dat
gesteente een aanleiding om eens na te
gaan hoe het met de emigratie is ver
lopen.
In een beschouwing over de binnen
landse migratie werd er op gewezen dat
omstreeks 1952 een belangrijke emigra
tie plaats vond. Momenteel is de emi
gratie slechts van zeer bescheiden om
vang. Er bestaat zelfs een zodanig groot
tekort aan arbeidskrachten, dat de
stemmen die roepen om een ombuiging
van het tot dusverre gevoerde emigra-
tiebeleid, steeds luider worden. Men
meent dat het niet langer verantwoord
is, dat de overheid de emigratie daad
werkelijk stimuleert nu er zo'n groot te
kort aan arbeidskrachten bestaat, dat
zelfs met steun van diezelfde overheid
buitenlandse werkkrachten aangetrok
ken moeten worden.
De vraag, die hier gesteld wordt is in
de eerste plaats die naar het verloop
van de emigratie van Texelaars. Verder
is het misschien van belang eens te zien
hoe Texel afsteekt bij andere „uitzend"
gebieden.
Van 1950 t.m. 1958 emigreerden in to
taal 507 Nederlanders van Texel naar
het buitenland. (In dezelfde periode ves
tigden zich 263 personen afkomstig uit
het buitenland op Texel).
De groep van 507 emigranten bestond
uit 309 mannen en 198 vrouwen. Aan
gezien gemiddeld per gezin het aantal
jongens en meisjes elkaar niet veel ont
loopt, zal het surplus aan mannen voor
een belangrijk deel uit ongehuwden be
staan hebben.
Het aantal personen met een beroep
bedroeg 201, waarvan 190 mannen en 11
vrouwen. Het aantal mannen vnl.
zoons zonder beroep bedroeg 119,
terwijl het aantal vrouwen zonder be
roep echtgenoten en dochters 187
bedroeg.
Onder de 201 mannen en vrouwen
met een beroep, die in de hier be
schouwde negenjarige periode Texel
verliet00, overwegen de agrariërs: bijna
40 /o, nl. 7 bedrijfshoofden (3.5°/o) en 73
landarbeiders (36.3%). Daarna komen
ue overige groepen van arbeiders met in
totaal 65 personen of 32.3%. Onder deze
groep van 65 „overige" arbeiders, schui-
e.n 16 bouwvakarbeiders die van me-
tong waren elders een beter bestaan te
kunnen vinden.
Jaar
Emigranten
abs
°/oo
1950
70
7,1
1951
80
8.1
1952
117
11,6
1953
65
6,4
1954
67
6,6
1955
23
2,3
1956
30
3,0
1956
36
3,4
1958
19
2,0
1952 was dus wel een topjaar. Daarna
liep de emigratie sterk terug. Deze
teruggang was grotendeels een gevolg
van de beperkende bepalingen die Aus
tralië en Nieuw Zeeland troffen in ver
band met de economische teruggang in
Australië in het begin van 1952. Hoe
wel die economische teruggang spoedig
weer voorbij was, heeft dit toch geen
aanleiding gegeven tot een toeneming
in 1954.
De fluctuaties in de emigratie houden
slechts tendele verband met de econo
mische situatie hier te lande. Deze han
gen ook samen met de situatie elders.
In de verslagen van het Ministerie van
Sociale Zaken over de werkzaamheden
voor de emigratie komt dit duidelijk tot
uitdrukking.
Het zal geen verwondering wekken
als hier geconstateerd wordt dat de
meeste emigranten van Texel door Ca
nada en Australië werden opgenomen.
In onderstaande cijfers, waarbij ook ge-
gens over Wieringen - Wieringermeer
zijn vermeld, komt dat duidelijk tot uit
drukking:
Bestemming
De spreiding is onder de Texelaars
aanmerkelijk groter dan onder de emi
granten van Wieringen en Wieringer
meer. De Texelaars geven sterk de
voorkeur aan Australië en Nieuw-Zee-
land; bij de emigranten uit Wieringer
meer gaat de voorkeur in het bijzonder
uit naar Canada. De verklaring hiervoor
ligt vermoedelijk in de omstandigheid,
dat het aantal agrarische emigranten uit
Wieringermeer aanmerkelijk groter is
(58.4%) dan van Texel (39.8%). Deze
veronderstelling vindt steun in het ver
slag over de emigratie waarin geconsta
teerd wordt dat naar Canada naar ver
houding meer agrariërs emigreren dan
naar Australië en Nieuw-Zeeland.
terug
Het aantal beoefenaren van vrije be
roepen en ambtenaren dat Texel verliet
was, hoe kan het ook anders, niet groot:
nl. 8.
Verschuivingen in de samenstelling
van de beroepen zijn in de loop der
jaren niet noemenswaard opgetreden. In
het topjaar 1952 is het aandeel van de
agrariërs 44%, in 1958, als er zeer wei
nig emigranten zijn, is het aandeel
37.5%.
De fluctuaties in de emigratie waren
de volgende: (het aantal emigranten
wordt daarbij uitgedrukt in promilles
van de bevolking van Texel aan het be
gin van het jaar);
Tegenover emigratie staat immigratie.
Iedere emigratie leidt na verloop van
tijd tot enige immigratie van degenen,
die het in hun nieuwe land om een of
andere reden niet konden vinden.
Het aantal immigranten op Texel be
droeg in de hier beschouwde periode
263. Op zichzelf een heel aantal, zelfs
meer dan 50% van het aantal emigran
ten. De conclusie dat de helft weer
teruggekomen is, is echter zeer voor
barig. Het blijkt nl. dat hieronder niet
minder dan 186 gerepatrieerden uit In
donesië schuilen. Vooral in 1951 kwa
men veel repatrianten tijdelijk naar
Texel.
Belangrijker is te zien hoe groot op
Texel het aantal immigranten uit de
specifieke emigratielanden is geweest.
Voor Canada bedroeg dit 14 of 9% van
het aantal emigranten, voor Australië
en Nieuw Zeeland 15 of 6%. Ter verge-
lijking moge dienen dat voor het gehele
land het percentage teruggekeerden van
de in de jaren 1951-1958 geëmigreerden
voor Canada 6,4% en voor Australië en
Nieuw Zeeland 7.0% bedroeg.
Het is een bekend feit dat de bevol
king van onze akkerbouwpolders het
trekken in het bloed zit. De Haarlem
mermeer vormt in deze het klassieke
voorbeeld. Een deel van degenen die
zich aldaar vestigen, nu reeds meer dan
een eeuw geleden, trokken na een aan
tal jaren weer verder. Eerst waren het
de IJ-polders die aantrekkingskracht op
hen uitoefenden. Later trokken er uit
deze polders ook naar Eierland op
Texel, een polder overigens die op het
einde van de vorige eeuw bij de grote
trek naar Amerika niet achter bleef. In
1887 en 1888 trokken niet minder dan
plm. 350 Texelaars, voor een belangrijk
deel uit Eierland afkomstig, naar Ame
rika.
Onder de eerste bewoners van Wie
ringermeer treft men, men zou haast
zeggen vanzelfsprekend, ook landbou
wers uit Texel, Haarlemmermeer en
IJpolders aan. Hetzelfde verschijnsel
doet zich voor als de Noord-Oost-Polder
in kolonisatie wordt genomen.
In het topjaar van de emigratie
1952 zijn het bepaalde agrarische ge
bieden welke een naar verhouding groot
aantal emigranten leveren.
Van de bevolking van Nederland
emigreerde in 1952 gemiddeld 0.7%.
Van de 78 economische geografische
gebieden waarin ons land is te verde
len zijn er 30 welke een hoger percen
tage vertonen. Deze gebieden liggen in
het bijzonder in de beide westelijke pro
vincies Noord- en Zuid Holland. De ste
delijke gebieden Noord- en Zuid^Kenne-
merland, het Gooi, Duinstreek in Zuid-
Holland en Den Haag behoren daartoe.
Beziet men de agrarische gebieden
met een emigratiepercentage ongeveer
gelijk aan of hoger dan dat van Texel
(1.2), dan zijn er slechts enkele aan te
wijzen: het grootste percentage, ook
t.o.v. de stedelijke gebieden, levert Wie
ringermeer: 42.3agrarische beroeps
bevolking en 2.0% emigranten, daarna
komen achtereenvolgens Groninger wei
degebied met 34.5% resp. 1.1%; Fries
weidegebied met 32.3% resp. 1.1%;
.Friese bouwstreek 34.0% resp. 1.1%;
Texel met 43.4% resp. 1.2%; Haarlem
mermeer en Amstelland met 21.3% resp.
1.2% en Westland met 48.1% resp. 1.1%
Texel Wieringen/Wieringerm.
abs
abs
°/o
West- en Noord-Europa
17
3.3
30
3.5
Overig Europa
4
0.8
Canada
159
31.4
525
60.6
Suriname, Nederlandse Antillen
16
3.2
13
1.5
Verenigde Staten
9
1.8
47
5.4
Overig Amerika
11
2.1
7
0.8
Indonesië en overig Azië
13
2.5
6
0.7
Unie van Zuid-Afrika
16
3.2
27
3.2
Overig Afrika
10
2.0
2
0.2
Nederlands Nieuw Guinea
3
0.6
3
0.3
Australië en Nieuw-Zeeland
249
49.1
206
23.8
Totaal
507
100.0
866
100.0
HEDENAVOND SPANNENDE
VOETBALWEDSTRIJD
Vanavond kan men ongetwijfeld een
(als het weer gunstig is) spannende
voetbalwerstrijd gaan zien. Werkne
mers van de firma Van Oord en Rijks
waterstaat zullen de strijd aanbinden
tegen de bewoners van de PH Polder.
Het Haventerrein aan het Horntje
zal worden verlaten en de landbouwers
uit de polder zullen hun arbeid even
eens in de steek laten. De match wordt
gespeeld op het gemeentesportveld te
Den Burg. Voor deze wedstrijd, die om
half acht begint, zal de aftrap worden
verzorgd door de heer Weijdt.
Tijdens de wedstrijd zal men een
collectebus laten rammelen voor de
nieuwbouwactie Texels Museum.
KAMPBEHEERDER GESNAPT
De Rijkspolitie op het eiland heeft
vrijdagmiddag een inval gedaan in een
kantine van een kampeerterrein in de
Dennen. In deze kantine werden enke
le honderden flesjes bier in beslag ge
nomen, die een deel vormde van de
drankvoorraad. De beheerder had echter
geen drankvergunning.
De politie was op de hoogte gesteld
dat in deze kantine regelmatig dranken
werden verstrekt.
Daar de politie vermoedt dat er meer
dere bedrijven zijn die zonder vergun
ning alcoholhoudende dranken verko
pen zal men meer controle uitoefenen.
Ook pensions mogen geen alcoholhou
dende dranken verschaffen.
DE JEUGD IN ACTIE VOOR HET
TEXELS MUSEUM
Maandagmorgen stonden op de stoep
van de firma Frans Zegel in de Park
straat enkele kinderen in „Texels" kos
tuum. Voor hen stond een ton met
waardevolle inhoud. Nadat liefhebbers
een kwartje hadden betaald mocht men
„grabbelen", terwijl door de nog jeug
dige Warmoesstraatbewoners een oog
je in het zeil werd gehouden.
De opbrengst was voor.het Texals
Museum.
INGEZONDEN
Den Hoorn, 13 aug. 1961
Geachte redactie,
In Den Hoorn worden diverse perce
len aangesloten op het telefoonnet, dat
is nodig en een algemeen belang. Wat
niet nodig is, is dat de herbestrating na
vier maanden nog steeds moet gebeu
ren. De aansluitingen die op Klif allen
dwars over de straat gaan hebben tot
gevolg dat het verkeer bij de boerderij
van Lap op elkaar moet wachten om
daar te passeren. Ook in de oprit achter
het dorp om, bij de schuur van Boon,
heeft de PTT een kabel gelegd en hier
door is de bestrating verzakt. Ergenis
voor een ieder die er langs moet. Dit
heeft toch niet veel te kosten,of wordt
het niet doorgegeven naar de „maken
de" instantie?
De Hoornders wachten af!
Met dank voor de plaatsing W.S.
DE BEHANDELING VAN
MAAG-DARM WORMZIEKTE
BIJ SCHAPEN
Maag-darmwormen veroorzaken bij
jonge dieren afwijkingen die de ont
wikkeling en de gezondheid benadelen.
De ziekte wordt vooral aangetroffen bij
lammeren en is van veel geringere of
geen betekenis als ze één jaar oud zijn
geworden.
Zijn de lammeren éénmaal besmet, en
dit gebeurt in het voorjaar, vrij spoedig
nadat de dieren gaan grazen, dan vor
men ze voor zich zelf en voor hun kop
pelgenoten een voortdurende bron van
besmetting. De opgenomen wormen nl.
gaan eieren leggen en deze worden met
de mest op het land gebracht, waar de
eitjes binnen een week uitkomen. De
larfjes klimmen in het gras en worden
opgenomen door de grazende dieren.
Op deze wijze gaat de hoeveelheid wor
men in het maag-darmkanaal toenemen
en kan de infectie een dusdanige om
vang aannemen, dat de lammeren er
last van ondervinden. De snelheid waar
mee het gezelschap wormen zich uit
breidt, wordt sterk beïnvloed door het
aantal dieren dat per oppervlakte wordt
geweid en de tijdsduur dat lammeren
op een bepaald perceel lopen. Loopt er
slechts één lam per hectare, dan zal het
dier niet gauw opnieuw gaan grazen op
de plaats waar werd gemest. De larfjes,
die wel ontwikkelen sterven dan echter
af, voordat ze de kans krijgen door het
lam opgenomen te worden. Dit is niet
het geval als veel dieren tegelijk een
perceel bevolken. Een andere manier om
de besmettingskringloop te doorbreken
is het verweiden der koppels. Indien
lammeren na een week van het ge
bruikte perceel worden gehaald en op
een wormvrij perceel worden gebracht,
dan neemt het aantal parasieten ook
niet toe. Het nadeel van dit systeem is
echter, dat de larfjes die op het gras
zitten, vrij lang blijven leven. Een der
gelijk verweidingssysteem is slechts van
waarde op bedrijven waar weinig scha
pen worden gehouden en waar de per
celen die voor het weiden van schapen
werden gebruikt gedurende langere tijd
voor runderen kunnen worden gebruikt.
Gaat men te snel met de lammeren de
percelen over en komt men bijvoorbeeld
binnen een maand op het gebruikte, dus
nog besmette perceel, dan lopen de
lammeren toch infecties op.
Op de Texelse bedrijven is de scha
penbezetting zodanig, dat het moeilijk
uitvoerbaar is, lammeren geregeld
wormvrije percelen te verstrekken. Dit
is alleen het geval na het kuilen of
hooien. Blijven de lammeren echter te
lang op deze percelen lopen, dan wordt
de kans op herbesmetting opnieuw ge
schapen. De naweiden zijn echter van
onschatbare waarde te voorkoming van
maag-darmwormziekte en het toepassen
van een beweidingssysteem, waarbij
lammeren steeds een gedeelte van zo'n
weide wordt toebedeeld, heeft tot ge
volg dat men gedurende langere tijd
over wormvrije percelen kan beschik
ken.
Op de overige percelen staan de
P. Wensfoort, dierenarts
lammeren voortdurend bloot aan her-
infecties en kunnen moeilijkheden op
treden waardoor de ontwikkeling van
het lam sterk benadeeld en het opgeno
men voedsel onvoldoende benut wordt.
Het is niet gemakkelijk te voorspel
len wanneer maag-darmwormziekte in
een koppel zal gaan optreden. Soms
wordt de ziekte in de vroege zomer
reeds waargenomen of gedurende één
van de maanden die er op volgen.
De verschijnselen zijn u allen be
kend, nl. de minder goede ontwikke
ling van het dier, het zwart en dof
worden van de vacht en kop en de di
arree.
Zijn de dieren ernstig ziek, dan wor
den ze tevens lusteloos. Een enkel dier
sterft; de grootste verliezen worden
echter geleden doordat de lammeren
niet ontwikkelen en het opgenomen
voedsel niet tot zijn recht komt.
Op bedrijven waar veel schapen
worden gehouden is het daarom aan te
raden, dergelijke perioden, waarin een
minder goede ontwikkeling van de
lammeren optreedt, te voorkomen door
het aantal aanwezige parasieten zo
klein mogelijk te houden. Dit is te be
reiken door regelmatig de parasieten
af te drijven met phenothiazine. Het
is aan te raden dit maandelijks te doen
en reeds te beginnen als de lammeren
zijn gespeend. Hiermede moet men
doorgaan tot januari Zijn de lamme
ren dan goed ontwikkeld, hebben ze
een goede kleur en conditie, dan kan
men het afdrijven stoppen, omdat zich
bij de dieren dan een ongevoeligheid
ten opzichte van de parasieten heeft
ontwikkeld, die gedurende het verdere
leven blijft bestaan. Slechts een enkele
keer wordt deze gevoeligheid doorbro
ken en gaan volwassen schapen op
nieuw lijden aan de ziekte. Het beste
is dan de aangetaste oudere dieren in
dividueel te behandelen of alle zieke
dieren bij elkaar te brengen en enkele
malen phenothiazine toe te dienen. De
lammeren krijgen maandlijks 15 gram,
de volwassen schapen 30 gram per
keer.
P. Wensfoort,
Dierenarts, in T.N.O. verband werk
zaam bij de gezondheidsdienst voor
dieren in Noordholland.