Cjroen 'ZwartsJexels in het harL, Polderbelangen kunnen voortaan in eigen huis worden besproken Mogelijkheden voor toekomstige Texelse migranten WOENSDAG 6 DECEMBER 1961 75e JAARGANG No. 7616 TEXELSE Jitqove N.V. v.h. Lanqeveld d© Rooij Boek-. Kantoorboek- en Fotohandel Hana eisdrukkerii Den Burq, Texel - Postbus 11 - Tel. 2058 Verschijnt woensdags en zaterdags Bank: R damse Bank, Coöp. Boerenl. Bank. Postgiro 652. - Abonn.pr. ƒ2,25 p. kwart. 25 ct incasso. Adv. 10 ct p. mm Hotelschip „Arosa Sun", dat plaats biedt aan honderden arbeiders. De hutten z(ju alle maal smaakvol Ingericht en voor het onderhoud wordt gezorgd. Het schip beschikt over ruline zalen, waar de logerende mannen, als er niet gewerkt wordt, verblijven. (Foto KLM - Aerocarto N.V In een van de zijarmen van het Noordzeekanaal ligt de „Arosa Sun", het hotelschip dat aan honderden arbeiders, werkzaam bij het Hoogovenbedrijf, on derdak verleent. De „Arosa Sun" zal nooit meer het ruime sop kiezen. Muur vast ligt het aan de kade gemeerd. Het trotse passagiersschip heeft dit jaar een nieuwe bestemming gekregen. Het is ingericht als hotelschip. Toen wij vorige week een bezoek brachten aan de Koninklijke Neder landse Hoogovens en Staalfabrieken N.V., hebben wij ook een wandeling ge maakt over dit 16.000 ton metende schip. De „Arosa Sun" heeft een veel bewogen leven achter de rug. Een nieuw leven is het schip begonnen in april van dit jaar. Het werd toen in gebruik genomen door Hollanders. Ita lianen en andere buitenlanders. Zij sloe gen daar hun bivak op. De 2-, 3- en 4- persoons hutten zijn allen keurig inge richt en de mannen die daar wonen zijn er best tevreden. „Waarom heb je geen burger kost huis gezocht toen je bij de Hoogovens ging werken?", zo hebben wij de vraag gesteld aan een der mannen die wij aantroffen. „Ach, ik heb hier een prima hut, het eten is voortreffelijk en aan gezelligheid ontbreekt het niet. Als ik •n een burger kosthuis ga, moet ik mis schien op een zolderkamertje slapen en ben ik misschien nog duurder ait". Dat was het antwoord dat wij ïregen van een naar schatting 35-jarige werknemer. De gehuwden, die op het schip een hut hebben, blijven er niet langer dan ten jaar. Het is in de IJmond mogelijk, lat werknemers binnen een jaar een igen woning betrekken. De afgelopen aren werden door de Hoogovens 4000 luizen voor werknemers beschikbaar [esteld. In het prachtige blad „Hoogoven- icht", dat binnenkort op Texel wordt erspreid, is over de woongelegenheid iet een en ander geschreven dat beslist Ie moeite waard is om te lezen. Er taan meerdere artikelen in deze een- nalige uitgave waaraan men niet zon- ler meer moet voorbijgaan. Op het schip treft men een TV-zaal, eeszalen, leslokalen en een enorme eet- aal. Mannen waren er aan het tafel ennissen en een ander groepje zat te aarten. Men kan op het schip gaan ronen voor de prijs van ƒ30,per reek. Gehuwden ontvangen ƒ25, ostgeldvergoeding, zodat een week erblijf voor de werknemer maar ƒ5, ost. Reiskosten naai huis boven de estig cent worden vergoed. Het is duidelijk, dat het salaris dat len daar verdient ook voor de Texe- lar een grote rol speelt. Wij hebben an een der directieleden gevraagd wat et salaris is voor een gehuwde werk- racht en welke voorzieningen het taogovenbedrijf biedt. Een ongeschool- e arbeider, die in ploegendienst werkt, egint met een loon van ƒ115,tot 120,per week. In een week worden 5 werkuren gemaakt. Daarboven kan ien in tarief werken, zodat het loon anzienlijk hoger kan zijn Wij willen ook enkele arbeidsvoor waarden noemen: Over een vol kalenderjaar heeft men icht op 2 weken vakantie plus drie agen. Hiervan dienen 9 dagen aaneen sloten te worden genomen. De overige snipperdagen. Men heeft ook recht 4% vakantietoeslag, dat is ongeveer vee weken loon. De uitkering hiervan fschiedt eind juni. Wanneer Hoog- vens aan zijn aandeelhouders dividend itkeert, ontvangt het personeel onge ler de helft van het percentage, over in dat jaar verdiende loon In 1960 was dit vijf weken loon extra. Wil een arbeider naar de IJmond ver huizen, dan vergoedt het bedrijf de transportkosten van de verhuizer. Bo vendien krijgt de arbeider ƒ300,als tegemoetkoming in de verdere kosten. Er is ook een pensioenfonds voor de arbeiders. Wie in dienst komt, treedt toe tot dit fonds dat door arbeiders en directie wordt beheerd. Als men in vaste dienst is, betaalt men 2.25% van het loon, de maatschappij stort 7.5%. Het bedrijf kent ook nog een ander fonds: „Het fonds 1948" In 1948 schonk Hoogovens ƒ1.000.000,aan het perso neel, de andere drie bedrijven deden hetzelfde. Er werd een fonds gevormd, waarvan de belangrijkste werkzaam heden zijn: hulp bij studie aan begaafde perso neelsleden of kinderen van personeels leden; financiële hulp bij het bouwen of aan schaffen van een eigen huis; het aanvullen van pensioenen, die be neden een bepaalde norm liggen. Een korte wandeling door het bedrijf De Koninklijke Nederlandsche Hoog ovens en Staalfabrieken N.V. (Hoog ovens) en de bij haar aangesloten be drijven te IJmuiden, waar begin 1961 14500 personen werkzaam waren, vor men een technische, economische en sociale eenheid. Alle aangesloten be drijven betrekken hun grondstoffen ge heel of gedeeltelijk van het hoofdbe drijf: Breedband N.V. verwerkt plakken van Hoogovens in haar warmband walserij; de N.V. MEKOG verwerkt kooksovengas en hoogovengas bij de fa bricage van stikstofmeststoffen, terwijl CEMIJ N.V. slak (een bijprodukt van de hoogovens) tot cement verwerkt. Ook de dienstenverlenende afdelingen van het hoogovenbedrijf (laboratoria, nieuw- bouwafdeling, reparatiewerkplaatsen, transportafdelingen, personeelsafdeling enz.) staan ter beschikking van de aan gesloten bedrijven. De leiding van alle bedrijven is in handen van de directie van Hoogovens. Het concern omvat dus vier zelfstan dige,, doch van elkaar afhankelijke on dernemingen. onder een centrale leiding en met een sterk geïntegreerde orga nisatie. Hoogovens beschikt over een zeeha ven, die een directe verbinding met zee buiten de IJmuider sluizen heeft. Van medio 1961 af zal deze haven voor zee schepen met een draagvermogen van ca. 25.000 ton en een diepgang van ca. 10,20 meter toegankelijk zijn. Het fabrieks terrein heeft bovendien via een drietal binnenhavens aansluiting op het Noord zeekanaal en via dit kanaal op het Westeuropese achterland. Een van de voornaamste grondstoffen voor de produktie van ruwijzer de kooks wordt grotendeels in de eigen kooksfabriek vervaardigd. In zes kooks- ovenbatterijen wordt ca. 2250 ton kooks per dag geproduceerd. Het tijdens het produktieproces vrijkomende kooks ovengas wordt in een bijproduktenfa- briek gezuiverd. Ruwe teer, ammoniak, benzol e.d. worden hier uit het gas af gescheiden. Een gedeelte van het gezui verde gas wordt aan MEKOG geleverd, die o.a. op basis hiervan kunstmest stoffen en enige andere chemische pro- dukten vervaardigt; het grootste ge deelte van het kooksovengas wordt echter aan de gemeenten in Noord-Hol land verkocht, waarbij Amsterdam de belangrijkste afnemer is. In 1960 werd in totaal 278 miljoen m3 gas aan ge meenten geleverd. De hoogovens Het bedrijf beschikt over vier hoog ovens, waarvan de eerste in januari 1924 in werking werd gesteld, terwijl de vierde een der grootste van Europa in januari 1958 werd aangeblazen. Inmiddels is echter tot de bouw van een vijfde hoogoven besloten, waardoor het volgend jaar mogelijk zal worden jaar lijks 2,15 miljoen ton ruwijzer te ver vaardigen. In 1960 bedroeg de produk tie van ruwijzer 1.347.000 ton, waarvan 162.000 ton werd geëxporteerd. In de buizengieterij van Hoogovens worden centrifugaal ijzeren gas- en wa terleidingbuizen van 100 - 300 mm doorsnede gegoten. De produktiecapaci- teit bedraagt ongeveer 40.000 ton per jaar. De martinstaalfabriek beschikt over zes vaste 200 tons ovens, waarvan de laatste eind 1956 in werking werd ge steld. In deze staalfabriek worden tij dens een proces, dat 8 tot 9 uur duurt, schrot en van de hoogovens afkomstig vloeibaar rijwijzer omgezet in ruwstaal. In een tweede staalfabriek, de oxy- staalfabriek, die begin 1958 gereed kwam, wordt volgens een nieuw procé dé zgn. oxystaal vervaardigd door in een converter nagenoeg zuivere zuur stof op vloeibaar ruwijzer te blazen. Voor koeling worden bepaalde hoeveel heden schrot toegevoegd. In 1960 werd in beide staalfabrieken in totaal 1.609.000 ton staal vervaardigd. Inmid dels is besloten de capaciteit der staal fabrieken tot 2,45 miljoen ton per jaar uit te breiden. Dit zal geschieden door in de oxystaalfabriek de beide 60 tons converters door 100 tons converters te vervangen en aan de installaties een derde converter van 100 ton toe te voegen. De blokken, die van de stroophal ko men, worden in de blokwalserij in put- ovens tot de vereiste walstemperatuur van ca. 1300 gr. C. verhit. Daarna wor den zij in een zwaar; door een 7200 PK- motor aangedreven, duowalstuig uitge- walst tot stroken van 10 a 20 cm dikte. Een schaar met een maximum knipdruk van 1500 ton snijdt deze stroken in stukken, de zgn. plakken, die op op- pervlaktefouten gecontroleerd en daar na opgeslagen worden, alvorens verder verwerkt te worden in de walserij voor dikke platen of de breedbandwalserij. Een deel van de in de blokwalserij vervaardigde plakken wordt als grond stof in de walserij voor dikke platen gebruikt. Een groot gedeelte van de produktie van deze walserij vindt zijn weg naar de Nederlandse scheepsbouw. Breedband N.V. De installaties van deze maatschappij, die in 1953 officieel in gebruik werden genomen, bestaan uit een warmband walserij, een koudbandwalserij en twee vertinningsbedrijven.. In de warmbandwalserij wordt een deel van de door de blokwalserij van Hoogovens afgeleverde plakken in door- schuifovens op de gewenste walstem peratuur gebracht. Vervolgens worden de plakken in een kwarto-voorwalstuig en 6 kwarto-eindwalstuigen uitgewalst tot banden van 2-5 mm dikte en 200 - 300 m. lengte, die op een haspel tot rollen worden gewikkeld. Na afkoeling kan de tijdens het walsen ontstane oxydelaag door beitsen met een zwavel zuuroplossing verwijderd worden. Warmgcwalstc stalen rol In 1960 werd in de waimbandwalserij 1.039.000 ton breedband op rollen ge produceerd. Het grootste gedeelte van de warm- gewalste, gebeitste rollen is bestemd om in de koudbandwalserij verder uitge walst te worden. In 1960 werd in deze walserij 493.000 (Zie vervolg pagina 4) Zaterdagmiddag heeft onder grote belangstelling, de heer P. Blaauboer, na mens de Commissaris van de Koningin, het Polderhuis officieel geopend. In de gevel van het gebouw is het fraaie wapen van de Gemeenschappelijke Polders aangebracht, hetwelk door de heer Blaauboer werd onthuld. Deze gevelsteen is vervaardigd door de kunstenaars gebroeders Swaalf uit Haarlem. De voormalige Boerenleenbank heeft dus nu definitief een andere bestem ming gekregen. In hotel „De Lindeboom-Texel" was zaterdagmiddag een groot gezelschap bijeen toen de Dijkgraaf, de heer S. J. Keijser, allen een woord van welkom toeriep. In het bijzonder richtte hij zijn woorden tot het lid van Gedeputeerde Staten, de heer P. Blaauboer, burge meester C De Koning en de heren wet houders Roeper en Hin, de voorzitter van de Noordhollandse Bond van Wa terschappen, de heer Van de Stadt, de heer Herselinck, die aanwezig was na mens de Cultuur-Technische Dienst, de heer M. Mantje van het Staatsbosbe heer en vele anderen. Na deze begroeting begaf het gezel schap zich naar het gebouw aan de Vismarkt en hier verrichtte de heer Blaauboer, namens de Commissaris van de Koningin, de onthulling van de ge denksteen in de gevel. De genodigde hebben allen het ge bouw bezichtigd en men was van me ning, dat het een schitterend Polderhuis was, waar men zeker tal van jaren een goede huisvesting zal hebben. Het ge bouw is geheel in frisse kleuren gezet. De indeling van de lokalen beneden is iets gewijzigd. In de zaal boven waren de stoelen uit de raadszaal geplaatst. In dit Polderhuis zullen namelijk ook in de toekomst de raadsvergaderingen worden gehouden en huwelijken worden gesloten. Het is er stellig beter vertoe ven dan in de oude vervallen raadszaal. Terug in hotel „De Lindeboom-Texel" werd als eerste van een rij van sprekers het woord gevoerd door de Dijkgraaf, de heer Keijser. „Zoeven is dan ons polderhuis offi cieel door de heer Blaauboer geopend", aldus de dijkgraaf. „Het spreekt van zelf", zo vervolgde hij, „dat hieraan wel het een en ander aan is voorafgegaan. Voor het eerst vinden we het woord polderhuis in de notulen van 24 decem ber 1894. In deze vergadering kwam een bestuursvoorstel ter sprake: om met ingang van 1 januari 1895 niet meer in het raadhuis te vergaderen, maar van af die datum de poldervergaderingen te houden in café Den Burg van de heer C. Kuyper. Dit naar aanleiding van een ingekomen schrijven \ran de heer J. G Moojen, eilandsbode, waarin, dat in verband met de leeftijd van hem en zijn echtgenote, het hun moeilijk werd, de verzorgingen voor, tijdens en na de vergadering op zich te nemen. Over dit bestuursvoorstel werd lang en breed gediscussieerd, de één wilde met het bestuursvoorstel accoord gaan, de an der alsnog proberen om te trachten met het gemeentebestuur tot een oplossing te komen, terwijl weer anderen voelden voor het stichten van een polderhuis. Het voorstel van het Dag. bestuur werd verworpen met 13 tegen 2 stem men. Voorzitter stelde toen, na lang heen en weer praten de volgende pun ten aan de orde: le. om met ingang van 1 juni 1895 geen gebruik meer te maken van de lokali teit van het Raadhuis; 2e. aan het Dag. bestuur op te dragen een geschikte lokaliteit met bediening te vinden. Op 8 januari 1895 vergaderde daarop het Dag. bestuur in hotel „De Zwaan" en besloot daar om uit een 4-tal aan biedingen het voor één jaar té proberen in de lokaliteit van café Den Burg. Zeer zeker is het toen in alle opzich ten voor beide partijen naar wenst ge gaan, want in de notulen komt het woord polderhuis tot in de 30'er jaren niet meer voor. De moeilijkheden, zo vervolgde de heer Keijser, zijn dan ook meer van de laatste 25 - 30 jaar. Het niet hebben van een vaste zaal voor de grote vergade ringen, de grote toename op technisch en administratief gebied, het gedecen traliseerd werken over verschillende kantoren en vooral ook geen goede bergruimte voor het archief waren alle factoren, die de gedachten aan een polderhuis meer en meer deden groeien. In de 30'er jaren onder dijkgraaf C. Keijser Hzn., kwam dit voor het eerst weer eens ter sprake. Voorzitter ver telde toen vernomen te hebben, dat het huis van de fam. Roelofs aan de Ste- nenlpaats te koop werd aangeboden voor ƒ10.000,en dit naar zijn mening wel geschikt zou zijn om als polderhuis in te richten In het Dag. bestuur voelde men er echter niet veel voor. (exploita tiemoeilijkheden in die crisisperiode, de plaats enz.). Later onder dijkgraaf P. Bakker Azn., is ook enkele malen, wan neer een bepaald pand, dat gunstig lag voor het stichten van een polderhuis, verkocht werd. over een .polderhuis ge sproken. Toch waren de tijden hiervoor nog niet rijp. En zo zou ik kunnen zeggen, dat wa ren ze ook nog niet in 1955 bij mijn intrede als dijkgraaf. In de eerste door mij geleide hoofdingelandenvergadering noemde ik verschillende zaken, zoals ik die zag, welke in een korte tijd verwe zenlijkt zouden moeten worden en ook enkele, waarvan ik hoopte, dat deze uit eindelijk tot stand zouden komen. Hier bij noemde ik het samengaan van de verschillende polders en het stichten van een polderhuis. Tussen deze twee wensen zag ik eigenlijk een bepaald verband. De feiten hebben echter deze gedachten achterhaald. Het was in januari 1958 dat Heem raad C. H. Roeper mij opbelde om sa men een vertrouwelijk gesprek te heb ben. Niet in 't minst vermoedde ik toen waarover dit gesprek zou gaan. De heer Roeper, die tevens voorzitter van de Boerenleenbank is, liet mij echter niet lang in het onzekere en vertelde mij de moeilijkheden in verband met ruimtegebrek in het bankgebouw en wetende van de toekomstplannen van de polder, had hij in zijn plannen het bankgebouw als toekomstig polderhuis gedacht. Een mening die ik direct vol komen deelde. Het was voor ons een ideale plaats en een gebouw, dat ons volledig paste. Dit bleek dan ook later de mening van het gehele bestuur te zijn. Op 8 de cember 1958 werd het bankgebouw door de Gem. Polders aangekocht om het te bestemmen als polderhuis. Deze bestemming heeft het gebouw dan hedenmiddag gekregen. Ik wil dan eindigen met de wens uit te spreken, dat in dit gebouw vele wijze beslissingen zullen worden genomen, in het directe belang van de ingelanden der polder, doch ook indirect in het algemeen belang van onze hele ge meenschap, zo besloot de Dijkgraaf zijn toespraak. Na zijn openingswoorden sprak de heer Keijser namens het bestuur tot allen, die hadden meegewerkt aan de totstandkoming van het Polderhuis; de Technisch Hoofdambtenaar, de heer Van der Pijl, de heer en mevrouw Lap, en de werknemers, de heren A. Kiewiet en C. Vinke. De heer Keijser richtte zich ook tot de dames Kievit en Ran. Hij dankte de dames voor de prettige wijze, waarop het bestuur van de Polders ruim 66 jaar met de families verbonden was. Genoemde dames hadden aan het be stuur van de Dertig Polders een tafel bel aangeboden, die jaren in het huis was gebruikt. „Het afstaan van dit kleinood, aldus de heer Keijser, kost U moeite, wat is te begrijpen, als men de hieraan verbonden geschiedenis kent. Uw vader en grootvader, ging als scheepsjongen naar de grote Oost. Eén van de dagelijkse dingen, die hij aan boord moest doen, was het poetsen van de tafelbel in de kapiteinshut. Toen dit schip in een storm verging en de be manning het schip moest verlaten, werd deze tafelbel, waarop C. Kuyper zoveel had moeten poetsen door hem als aan denken meegenomen. Deze bel heeft al de jaren, dat de polder in de lokaliteit van de fam. Kuyper vergaderde, zijn functie verricht, reden waarom ook de bestuursleden aan deze tafelbel gehecht waren. Uit dankbare herinnering heeft ons bestuur dan ook een inscriptie op de buitenzijde van het klokje laten grave ren, waarop de naam, jaartal van ge boorte en jaartal van de schipbreuk, terwijl in de notulen deze gave uwer zijds nadrukkelijk vermeld zijn". De heer P. Blaauboer sprak namens de Commissaris van de Koningin. Hij (Zie vervolg pagina 2)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1961 | | pagina 1