V
Fjordenpaarden op Texel
U REIST
Toch nog liefde
MOGELIJKHEDEN VOOR TOEKOMSTIGE TEXELSE MIGRANTEN
(Vervolg van pagina 1)
ton voor de verkoop bestemde koudge-
walste plaat (inclusief koudgewalste
rollen en onvertind blik) geproduceerd.
Een tweede vijftuigs koudbandwalserij
bevindt zich momenteel in aanbouw.
Het koudgewalste band wordt ook ten
dele gebruikt voor de vervaardiging van
vertind blik. In de dompelvertinnerij
worden koudgewalste rollen blikplaat
(0,2 - 0,5 mm dik) eerst op een speciale
schaarbaan tot platen van bepaalde
standaardafmetingen geknipt. In 1960
werd 161.000 ton vertind blik vervaar
digd. Inmiddels werd besloten een
tweede elektrolytische vertinnerij te
bouwen, waardoor t.z.t. de produktie
van vertind blik aanzienlijk verhoogd
zal kunnen worden.
N.V. MEKOG stikstofbindingsbedrijf
MEKOG werd in 1928 opgericht als
een dochteronderneming van de N.V.
De Bataafsche Petroleum Maatschappij
en Hoogovens. De aanleiding tot de op
richting was de bij de B.P.M. naar vo
ren gekomen wenselijkheid ervaring op
te doen met de verwerking van aard
gassen, die het uitgangsmateriaal zou
den kunnen vormen voor de vervaar
diging van synthetische ammoniak. In
Nederland waren toentertijd geen aard
gassen beschikbaar, maar wel kooks-
ovengas, dat in voldoende mate door de
kooksovenbatterijen van Hoogovens kon
worden geleverd. Vandaar dat besloten
werd een fabriek op te richten, die de
kooksovengassen van Hoogovens kon
verwerken tot ammoniak en deze ver
volgens tot stikstofmeststoffen.
Aanvankelijk werd de ammoniak uit
sluitend verwerkt tot zwavelzure am
moniak, later tot kalksalpeter. Na de
oorlog werd de produktie van ammo
niak echter belangrijk verhoogd en
voornamelijk bestemd voor de berei
ding van kalkammonsalpeter. In nieuwe
installaties werd i.p.v. kooksovengas
kooks als uitgangspunt voor de ver
vaardiging van ammoniak gekozen. Bij
de uitbreidingen, die in de loop van
1957 gereed zijn gekomen, werd van
stookolie als grondstof voor de fabri
cage van ammoniak gebruik gemaakt,
waardoor het bedrijf dus over drie wa
terstofbronnen beschikte, te weten
IN 1962 TOESLAG OP
OUDERDOMSPENSIOENEN
Naar het Bedrijfspensioenfonds voor
de Landbouw ons mededeelt, heeft het
bestuur besloten om met ingang van 1
januari 1962 op de ingegane ouderdoms
pensioenen een toeslag te verlenen groot
25%. Voorlopig geldt deze toeslag
slechts voor het jaar 1962. In de toe
komst zal van jaar tot jaar worden
vastgesteld of deze toeslag, eventueel
met een gewijzigd percentage, zal wor
den gehandhaafd.
OUWE SUNDERKLAAS TE DE KOOG
De Koog De wisselbeker, de prijs
voor de mooiste groep, 6 en meer per
sonen, met Ouwe Sunderklaas gespeeld,
is op het ogenblik in het bezit van de
Duinkanters. Zullen ze hem dit jaar
houden? Dat is de grote vraag. Er zal
sterk geprobeerd worden om hem in
andere handen over te doen gaan.
Het bestuur van de Oranjevereniging
heeft nog drie wisselbekers aangeschaft
om op 12 december resp. uit te reiken
aan de mooiste en best spelende groep
van 3 t.m. 5 personen; het mooiste en
best spelende paar en aan de enkeling.
Kogers, doe Uw best. U weet, men
moet 3 achtereenvolgende jaren de be
ker veroverd hebben, dan blijft hij Uw
eigendom.
De jury, bestaande uit mevr. Mantje
en de heren Drevel en Boogaard, zal
van 8-9 uur door het dorp patrouille
ren. Om 10 uur volgt dan de prijsuit
reiking. ditmaal in het Witte Huis. De
prijzen zijn alleen voor spelers uit De
Koog en wijk K.
Ook voor de kinderen zijn weer mooie
prijzen beschikbaar. Om 6 uur is hier
van de prijsuitreiking, ook in het Witte
Huis. De bekers zijn uitgestald in de
etalage van kapper Wiegers.
kooksovengas, kooks en stookolie. Se
dert kort is echter de kooks als water
stofbron komen te vervallen en door
aardgas vervangen.
Sinds enige tijd worden behalve de
drie reeds genoemde stikstofmeststoffen
ook magnesiakalkammonsalpeter en
mengmeststoffen vervaardigd. Tijdens
het produktieproces ontstaan bovendien
nog enige andere chemische produkten,
zoals zuurstof, stikstof, ammoniak, sal
peterzuur e.d.
De totale produktiecapaciteit van het
bedrijf bedraagt thans ca. 500.000 ton
meststoffen per jaar. Inmiddels is ech
ter besloten de fabricage x van meng
meststoffen aanzienlijk uit te breiden,
waartoe in de omgeving van Rotterdam
een fabriek voor mengmeststoffen zal
worden gebouwd met een capaciteit van
160.000 ton per jaar.
CEMIJ N.V. cementfabriek
Deze fabriek is in 1930 door Hoog
ovens opgericht in samenwerking met
de Eerste Nederlandsche Cement In
dustrie (ENCI) N.V. te Maastricht, met
het doel de bij het hoogovenproces vrij
komende slak te verwerken tot hoog-
ovencement. In 1960 werd 732.000 ton
cement geproduceerd.
Wervingsactie
De Hoogovens hebben het voornemen
om op donderdag 21 december a.s. een
voorlichtingsavond te verzorgen in ho
tel „De Lindeboom-Texel". Er zal dan
o.a. een film worden vertoond van het
bedrijf. En een ieder, die belangstelling
heeft voor het bedrijf kan ruimschoots
vragen stellen. Zie ook de advertenties
in de komende nummers van dit blad.
ZON, MAAN EN HOOG WATER
Hoog water ter rede van Oudeschild:
6 dec. 6 56 en 19.30; 7 dec. 7.43 en 20.15;
8 dec. 8.31 en 20.59; 9 dec. 9.13 en 21.42.
Aan het strand ongeveer een uur eerdor
CONSULTATIEBUREAU VOOR
ZUIGELINGEN
Woensdag 6 december (heden) worden de
moeders van Den Burg en Oudeschild ver
wacht van 13.00 tot 16.30 uur.
SCHIETOEFENINGEN
Op heden, woensdag 6 december,
worden schietoefeningen gehouden door
H.Ms. Limburg van 13.00 - 17.00 uur.
Geschoten wordt vanuit de haven van
Den Helder in de richting van het wad.
Een veiligheidsschip is aanwezig.
„MEEUWEN BOVEN SORRENTO"
Naar wij vernamen heeft ook de heer
H. Vermeulen als speler zijn medewer
king toegezegd voor de opvoering van
het toneelspel „Meeuwen boven Sorren
to" ten bate van de Anti-Honger-Actie,
terwijl de organisatie berust bij de heer
J. v.d. Kerkhof te De Koog.
TEXELSE MARKT
Aangevoerd maandag 4 december 1961:
4 koeien 550900; 2 pinken 525—600;
10 graskalveren 275400; 17 biggen
4050; 10 nuka's 80150; 14 schapen
120150; 4 lammeren 60110.
INGEVOERD VEE IN NOVEMBER
57 koeien; 46 pinken; 64 graskalveren;
5 nuka's; 22 schapen; 4 zeugen.
rustiger en prettiger
als u voor uw bootovertocht of'
treimreis vooraf plaatsbewijzen
baalt bij de V.V.V'.
Er hebben zich na de oorlog grote
veranderingen voltrokken op het ge
bied der paardenfokkerij.
Eerstens is de vrij sterke paardensta-
pel, welke wij er in 1945 onmiddellijk
na de oorlog nog op na hielden, vooral
na 1950 heel sterk achteruit gelopen. De
oorzaak is natuurlijk algemeen bekend:
ver doorgevoerde motorisatie van de
landbouw en nog verder doorgevoerde
motorisatie van het verkeer in de
steden. Het gevolg is, dat men in de
steden vrijwel geen paarden meer ziet.
Daar zijn misschien al honderden kin
dertjes, die maar bij benadering of van
een prentje weten hoe een paard er
eigenlijk uitziet! Misschien zie ik het te
somber, want aan de andere kant is er
juist bij de jeugd in de laatste jaren een
opvallend grote belangstelling voor het
paard, vast te stellen. En dan is er de
t.v., welke juist de paardensport zo bij
zonder goed weergeeft. De ruitersport
vooral en in het bijzonder de spring-
sport kan men eigenlijk nergens beter
volgen dan op het beeldscherm, al blijft
het „er zélf bij zijn" natuurlijk altijd
het levendigste en „je ware".
Het langst heeft het paard stand ge
houden en houdt dat nóg steeds op
het platteland, vooral in de landbouw
dus. Niet op de grote bedrijven op de
klei. Sommige grote en vele middel
grote bedrijven hebben zelfs het
paard helemaal afgeschaft. Maar dat wil
niet zeggen, dat zij die het paard hele
maal van hun erf hebben verbannen, de
juiste weg bewandelen. Misschien wel
voor hün bedrijf en misschien in hun
omstandigheden, maar zij, die er op
hun grote en middelgrote bedrijven nog
wèl een paard op na houden, soms zelfs
meer dan één, hebben daarvoor even
goed hun reden. In de N.O. Polder, een
landbouwgebied, dat men toch zeker
niet als „achterlijk" of „ouderwets" kan
bestempelen, houden de boeren er nog
2000 paarden op na! En de boek-
houdcijfers van de laatste jaren liegen
er ook alweer niet om. Wanneer de
L.V.-Dienst de boeren goed voorlicht zal
er op gewezen moeten worden, dat de
paardetrekkracht op het boerenbedrijf
nog niet heeft afgedaan, niet omdat de
mensen uit een soort conservatisme het
paard niet willen missen, maar dood
eenvoudig omdat gebleken (bewezen) is
dat het nog economisch verantwoord is.
Voor mij liggen de cijfers van een
aantal vergelijkbare paarde- en trek-
kerbedrijven in de provincie Noord
brabant, welke ik hier zonder verder
commentaar laat volgen:
Jaar
omschrijving
aantal
bedrijven
'57/'58
trekkerbedrijf
21
id.
paardenbedrijf
34
'58/'59
trekkerbedrijf
37
id.
paardenbedrijf
35
'59/'60
trekkerbedrijf
30
id.
paardenbedrijf
39
arbeidsinkomen netto-overschot
per ha
9 900
9.245
11.100
12.300
9.414
10.360
per bedrijf
523 (verlies)
950
1400
2400
1039 (verlies)
920
Wanneer we de paardenstapel bekij
ken dan is er zoals ik reeds schreef
een opvallende achteruitgang vast te
stellen, een achteruitgang, welke ver
band houdt met de enorme veranderin
gen in ons gehele economische leven,
dus ook in de landbouw, welke veran
dering normaal hun verloop hebben en
niet anders gezien kunnen en mogen
worden dan een natuurlijke ontwikke
ling der dingen Maar dat wil niet zeg
gen, dat men revolutionairder moet zijn
dan de tijd zelf! Een achteruitgang in
de paardenstapel en dus ook in de fok
kerij is derhalve te aanvaarden als niets
buitengewoons.
Was in 1958 de totale landbouwpaar-
denstapel nog 196.000 stuks bij de de
cembertelling van 1960 bleek deze te
zijn gedaald tot 178.000 stuks.
Nu zijn de pony's hier niet bij gere
kend en toch moeten we die niet ver
waarlozen want hün aantal looptop!
In 1958 waren het er 7000 (van 3 jaar
en oudere) en thans zijn dat er al 9000.
Deze cijfers geven te denken.
En hier hebt U één van die veran
deringen, welke opvallen. Er is nl. dui
delijk een verschuiving merkbaar van
het zware paard (zowel trekpaard als
landbouwtuigpaard) naar het lichtere.
En niet alleen naai het lichtere maar
ook naar het kleinere.
Dat blijkt heel duidelijk uit de dek-
kingscijfers. Werden in 1945 nog ruim
50.000 trekpaardmerries gedekt en on
geveer 30.000 zware warmbloeds, vorig
jaar waren die getallen resp. ruim
10.000 en ongeveer 10.000. Hier tegen
over staat, dat de fokkerij van het z.g.
Gelderse type (dus lichtei warmbloed-
paard), dat in 1945 met ruim 3600 ge
dekte merries op de lijst stond, vorig
jaar er ruim 5600 aanwees. Toch is ook
in deze groep de laatste jaren een lichte
achteruitgang waar te nemen.
De fokkerij van het Shetlandpony-
stamboek biedt een heel ander beeld.
In 1945 werden slechts 622 van die klei
ne diertjes bij de hengst gebracht, doch
dit aantal is in de loop der jaren geste
gen en bedroeg in 1960 al ruim 5100
stuks! Dat wil dus zeggen, dat er
plaats is voor en vraag naar deze klein
ste paardjes.
Maar we zijn er nóg niet, want tussen
de grote paarden en de zeer kleine was
in Nederland een hiaat Niet voor ieder
een was een Shetlander voldoende, ter
wijl een volslagen paard voor hen ook
niet economisch verantwoord was. Dit
was vnl. het geval op de kleine bedrij
ven en meer in het bijzonder de lichte
gronden. Daar wenste men een dier
kleiner dan een paard en groter dan
een Shetlander. Men noemde dit wens-
paard: „tussenmaats" paard, een naam
welke wel duidelijk de bedoeling aan
gaf.
Men moest een keuze doen uit buiten
landse rassen, want onze eigen fokkerij
leverde die dieren niet. Tenslotte is de
keuze gevallen op het Fjordenpaardje,
een dier dat eigenlijk thuishoort in
Noorwegen en vele eigenschappen van
het oerpaard nog in zich heeft. Vroeger
zou men het misschien „hit" genoemd
hebben. Die maat heeft het althans,
maar het is een voortreffelijk dier.
Er werden er ingevoerd uit Denemar
ken, waar men de Fjordenpaarden zui
ver fokt. Dit bespaarde onze importeurs
een langer transport en bovendien had
men het voordeel dat de dieren gemak
kelijker konden wennen aan ons kli
maat (in Denemarken is dat al heel an
ders dan in het hoge Noorden).
Degenen, die een Fjordenmerrie kre
gen (kochten) verenigden zich al direkt
in een stamboek en daarin wordt nu
verder gewerkt, want dit ras heeft in
ons land tot dusver goed voldaan Het
zijn sobere, sterke en gezonde dieren,
die bij juiste behandeling weinig
moeilijkheden opleveren. Misschien is de
grootste moeilijkheid nog om ze schraal
te voeren! Dat ligt een Nederlandse boer
nu eenmaal niet. Hij is gewend om zijn
paarden goed te voeren en dat mag nu
juist bij de Fjordenpaarden niet. Ze
kunnen zogezegd „tegen hun leed".
Dit voorjaar is de invoer van Fjorden
paarden vrij gegeven en de handel heeft
zich dit niet twee keer laten zeggen. Er
zijn tientallen Fjordenpaarden inge
voerd in enkele maanden tijds en
alle vinden vlot een baas.
Ook op Texel zijn er thans Fjorden
paarden (6) en er komen naar men
mij mededeelde nog meer. De eerste,
die op het eiland deze paardjes invoer-
FEUILLETON
door HANOL SPOOR
HOOFDSTUK IX
Op zoek naar werk
Andries zag er meer tegen op dan hij
bekennen wilde, om naar een baas uit
de omtrek om werk te vragen. Hij wist,
dat zijn voormalige baas hem met open
armen zou ontvangen, maar hij hoorde
de spottende opmerkingen al van het
andere personeel. Hij voelde dat hij nog
niet in staat was om met kalmte de pla
gerijen te verdragen. Iedere keer als
hij terugdacht aan de val, die men voor
hem uitgezet had, ziedde hij weer van
toorn. De enige troost, die hem bleef
was de zekerheid dat Paulien hem lief
had. Daar tegenover stond wel het grote
verdriet, dat ze tegelijkertijd weer af
stand van elkaar hadden moeten doen,
doch ondanks dat had Andries het ge
voel dat hij rijker was geworden. Dat
moest het geluk zijn, waarop Paulien
doelde.
Paulien was weer naar de stad. „Ik
zeg geen vaarwel", had ze bij het af
scheid opgemerkt, „ik zeg tot weer
ziens".
Adries had haar heftig gekust. Hij
voelde zijn geweten bezwaard. Zijn eer
zucht en zijn onnadenkendheid hadden
hem en haar in deze toestand gebracht.
Misschien was het ook wel zijn on
bewuste wens om in haar nabijheid te
zijn, dat hij eerst in een der fabrieken
in de stad om werk ging vragen. Hij
kon terstond beginnen. Als ongeschool
de arbeider werd hij aan een machine
gezet, welke de gehele dag dezelfde
handelingen vereiste. Eentonig draaide
de machine maar door. Andries moest
zorgen dat er steeds een rubberslang om
een draaiende buis geschoven werd.
Hiervan werden machinaal ringen ge
sneden.
Ondanks de eentonigheid eisten
nauwkeurige afmetingen van de ringen
een doorlopende oplettendheid. Maar
Andries vond het geestdodend werk.
Het bevredigde hem niet.
In de schafttijd had hij geen contact
met zijn collega's. Men stak al gauw on
derling de spot met de sombere buiten
jongen. Wel zorgde men dat die spot
niet al te openlijk werd want, die bui
tenjongen zag er ongemakkelijk uit en
bleek een paar stevige knuisten aan zijn
lijf te hebben. Men liet hem daarom
zoveel mogelijk met rust. Iets, dat An
dries nog meer in de gelegenheid stelde
om met sombere gedachten rond te
lopen.
Op de uitbetalingsdag werd hem een
loonzakje toegeschoven en om zijn
handtekening gevraagd. Andries mom
pelde wat en stak het zakje bij zich. Hij
verwijderde zich zonder op de tegen
werpingen van de ander te letten. Er
werd hem nog iets nageroepen, maar
Andries wandelde door of het hem niet
aanging.
Thuisgekomen maakte hij zichzelf uit
voor lafaard. Hij had in het bijzijn van
de anderen niet durven zeggen dat hij
geen handtekening vvou zetten. Nu zat
hij volgende week voor hetzelfde geval.
Op de fabriek kreeg hij een opmer
king over zijn gedrag en zijn loonzakje
was de volgende keer apart aan de
beurt.
„Alsjeblieft", zei de man achter het
loketje, en hield het zakje vast „en
tekenen".
„Nee, ik teken niet", zei Andries.
Over zijn brilleglazen keek de man
hem niet begrijpend aan. „Man. dat
wordt bij ons toch een janboel als er
niet getekend wordt. Je tekent alleen
maar voor de gewone formaliteiten".
Andries schudde halsstarrig het
hoofd. De man trok het zakje terug.
„Ook al goed, dan krijg je het per post
wissel, maar ik raad je aan om wijzer
te worden. Er valt hier meer te tekenen.
Hier is een formulier dat ingevuld moet
worden teruggebracht.
Met lome schreden verliet Andries de
fabriek. Zijn geld zou over de post ko
men Dan kon hij het ook niet gaan
halen, want dat betekende eveneens een
handtekening. Had hij een gehele week
in die stoffige fabriek gestaan en geen
cent verdiend. Er zat niets anders op
dan naar wat anders uit te kijken.
Thuisgekomen overdacht Andries zijn
ongewone toestand. Het was toch te
gek om niet meer te gaan werken en
thuis te blijven lopen tot zijn laatste
cent op was. Bovendien zou hij dan
evengoed voor hetzelfde feit komen te
staan als nu. Hij kwam tot de conclusie
dat het maar het beste zou zijn om zijn
trots op zij te zetten en met zijn voor
malige baas te gaan spreken. Misschien
wist deze een oplossing.
Andries werd hartelijk ontvangen, zo
wel door baas Schram als door zijn
vrouw, die dol-nieuwsgierig was naar
wat er toch allemaal tussen Martha en
Andries gebeurd was. De baas was blij
met de kans zijn hardwerkende knecht
terug te kunnen krijgen. De nieuwsgie
righeid van de vrouw werd ondanks
haar lekkere koffie en vriendelijke
vragen niet bevredigd.
Andries talmde met zijn verzoek. De
baas, die wel begreep dat Andries niet
alleen voor een mooi-weer-praatje was
gekomen, vroeg of hij mee ging om te
tuinen.
Andries was dadelijk weer in zijn ele
ment. De mannen verdiepten zich in het
wel en wee van een tuinderij. Toch had
Andries steeds ^en onrustig gevoel en
peinsde hij hoe hij het best zijn verzoek
kon inkleden zonder al te veel van de
intieme gebeurtenissen prijs te geven.
Niet dat de baas het vertrouwen van
Andries zou misbruiken, maar baas
Schram zijn vrouw zou zeker niet rus
ten voor ze met allerlei slimme vragen
alles van de geschiedenis zou weten.
Toen de baas dan ook over een tekort
aan werkkrachten klaagde, vond An
dries het meest geschikte ogenblik
gekomen om zich aan te bieden.
De baas had echter toch een voor
waarde. „Tot nu toe werkte je bij mij
steeds als losse werker. Je nam gedeel
ten aan en verdiende veel, door dit in
de kortst mogelijke tijd af te werken.
de, was de heer Roozendaal in Polder
Het Noorden. Er komt (of is er reeds)
ook mee de moeder van één onzer heng.
sten.
De moeilijkheid voor het Fjorden-
paardenstamboek was tot dusver om de
fokkerij op gang te kunnen brengen en
houden. Bij zo weinig merries, verspreid
over het gehele land, zou er al te veel
met de hengsten gereisd moeten wor
den (of met de merries) en dat wilde
men voorkomen, temeer omdat de die
ren meestal in handen waren van lang?
niet de kapitaalkrachtigste mensen.
Daarom heeft men z.g. kernen gemaakt
waar een hengst kwam te staan en
waarom heen zich de eigenaren bevon
den van de merries. Het aantal kernen
kan nu worden uitgebreid en wanneer
er voldoende Fjordenpaarden op Texel
komen kan ook dit eiland een „kern"
worden, waar (althans gedurende een
bepaalde tijd) een hengst zou gestation-
neerd kunnen worden.
Ik ben er van overtuigd dat dit paard]
voor de lichte gronden op Texel, en
misschien nog niet eens alleen op de
kleinste bedrijven, uitstekend zal vol
doen.
SLOB.
BOOTDIENSTREGELING N.V. T.E.S.O.
(geldig tot 26 mei 1962)
Werkdagen:
v. Texel 5.20 7.40 10.30 13.00
15.30 18.00
v. Den Helder: 6.30 9.15 11.40 14.20
16.40 19.35
Zon- en alg. erkende chr. feestdagen:
v. Texel: 7.40 11.00 16.00 18.25
v. Den Helder: 9.00 12.10 17.15 19.35
SINT OP BEZOEK
Den Burg Zaterdagmiddag heeft
de Sint met vier Pieten een bezoek ge-
bracht aan cafetaria ,,'t IJsbeertje". De
jeugd is twee uur in de weer geweest
om Sint Nicolaas toch maar gunstig te
stemmen. Zij waren voorzien van
feestmutsen en de zwarte Pieten waren
gul met de pepermoppen. Er werd ook
een tochtje door het dorp gemaakt,
waarbij de Rijkspolitie de zaak keurig
regelde. In de open wagen van de heer
Keijser waren Sint en Pieten „de ver
rassing" voor de jeugd. In een der win
kels werd door de Pieten inkopen ge
daan. Wij hopen nu maar dat alle
schoentjes gevuld zullen worden. Na
tuurlijk bedankt de Sint een leder, die
heeft meegewerkt om deze kindermid
dag te doen slagen.
WEEKAGENDA STICHTING
CULTUREEL WERK TEXEL
Woensdag 6 december
Den Burg, Texel, bridge-drive.
Oudeschild, 't Skiltje, 3.30 uur St.
Nicolaasviering bejaardensociëteit.
Oosterend, Centrum Ned. Herv. Man-
nenvereniging.
Donderdag 7 december
Den Burg, Oranjeboom, Onderwijzers-
toneeluitvoeringen.
Vrijdag 8 december
Den Burg, Oranjeboom, Onderwijzers-
toneeluitvoeringen.
Den Hoorn, Toneelvoorstelling Z.D.H.
met „De baron von Haberniks"
Oosterend, Gebouw v. Chr. Belangen,
C.N.V., gezellige avond.
De Cocksdorp, De Hoop, Hollandse Mij.
'an Lnndbouw, Voedselcomm. van
Noordholland, de heer v.d. Hoek spreekt
over „Landbouwbeleid i.v.m. E.E.G."
Zaterdag 9 december
Den Hoorn, Toneelvoorstelling Z.D.H.
met „De baron von Haberniks"
Nu gaat het niet om dat verdienen,
maar ik wil vast op je kunnen rekenen,
en niet dat je ook bij andere bazen nog
werk aanneemt".
Andries dacht over die vraag na. Dus
als vaste arbeider. Andries had geen
bezwaar, maar wist haast zeker dat hij
dan weer voor de moeilijkheden met
handtekeningen gezet zou worden.
Nu vertelde hij dan ook in welke
netelige positie hij zich bevond. De baas
toonde geen verbazing. Een gerucht
gaat vlug een dorp rond en iets in die
geest had hem al bereikt. Hij vroeg geen
nadere uitleg. Hij voorzag voor Andries
duizend en een moeilijkheden. Hét speet
hem voor de overigens zo eenvoudige
jongen, die nu. wie weet door welke
oorzaak, in zo'n bijzondere positie was
geplaatst.
„Je kunt doen wat je wilt", zei hij
tot Andries, „maar alle gevolgen die
hieruit voortvloeien zijn voor je eigen
rekening".
„Dat spreekt vanzelf", antwoordde
Andries.
Met nieuwe moed toog hij de andere
dag weer aan het werk. Hij kon wel
juichen dat hij weer in zijn eigen vak
tewerk was gesteld. Wel waren de don
kere wolken nog niet weggevaagd. Een
mens heeft in de maatschappij nu een
maal zekere verplichtingen. De ge
meenschap draait alleen maar rustig op
toeren als iedereen zich aan die ver
plichtingen houdt. Zelfs een eenvoudige
arbeider ontloopt deze niet; dat onder
vond Andries ook na verloop van tijd.
(Wordt vervolgd)