V Fjordenpaarden op Texel U REIST Toch nog liefde MOGELIJKHEDEN VOOR TOEKOMSTIGE TEXELSE MIGRANTEN (Vervolg van pagina 1) ton voor de verkoop bestemde koudge- walste plaat (inclusief koudgewalste rollen en onvertind blik) geproduceerd. Een tweede vijftuigs koudbandwalserij bevindt zich momenteel in aanbouw. Het koudgewalste band wordt ook ten dele gebruikt voor de vervaardiging van vertind blik. In de dompelvertinnerij worden koudgewalste rollen blikplaat (0,2 - 0,5 mm dik) eerst op een speciale schaarbaan tot platen van bepaalde standaardafmetingen geknipt. In 1960 werd 161.000 ton vertind blik vervaar digd. Inmiddels werd besloten een tweede elektrolytische vertinnerij te bouwen, waardoor t.z.t. de produktie van vertind blik aanzienlijk verhoogd zal kunnen worden. N.V. MEKOG stikstofbindingsbedrijf MEKOG werd in 1928 opgericht als een dochteronderneming van de N.V. De Bataafsche Petroleum Maatschappij en Hoogovens. De aanleiding tot de op richting was de bij de B.P.M. naar vo ren gekomen wenselijkheid ervaring op te doen met de verwerking van aard gassen, die het uitgangsmateriaal zou den kunnen vormen voor de vervaar diging van synthetische ammoniak. In Nederland waren toentertijd geen aard gassen beschikbaar, maar wel kooks- ovengas, dat in voldoende mate door de kooksovenbatterijen van Hoogovens kon worden geleverd. Vandaar dat besloten werd een fabriek op te richten, die de kooksovengassen van Hoogovens kon verwerken tot ammoniak en deze ver volgens tot stikstofmeststoffen. Aanvankelijk werd de ammoniak uit sluitend verwerkt tot zwavelzure am moniak, later tot kalksalpeter. Na de oorlog werd de produktie van ammo niak echter belangrijk verhoogd en voornamelijk bestemd voor de berei ding van kalkammonsalpeter. In nieuwe installaties werd i.p.v. kooksovengas kooks als uitgangspunt voor de ver vaardiging van ammoniak gekozen. Bij de uitbreidingen, die in de loop van 1957 gereed zijn gekomen, werd van stookolie als grondstof voor de fabri cage van ammoniak gebruik gemaakt, waardoor het bedrijf dus over drie wa terstofbronnen beschikte, te weten IN 1962 TOESLAG OP OUDERDOMSPENSIOENEN Naar het Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw ons mededeelt, heeft het bestuur besloten om met ingang van 1 januari 1962 op de ingegane ouderdoms pensioenen een toeslag te verlenen groot 25%. Voorlopig geldt deze toeslag slechts voor het jaar 1962. In de toe komst zal van jaar tot jaar worden vastgesteld of deze toeslag, eventueel met een gewijzigd percentage, zal wor den gehandhaafd. OUWE SUNDERKLAAS TE DE KOOG De Koog De wisselbeker, de prijs voor de mooiste groep, 6 en meer per sonen, met Ouwe Sunderklaas gespeeld, is op het ogenblik in het bezit van de Duinkanters. Zullen ze hem dit jaar houden? Dat is de grote vraag. Er zal sterk geprobeerd worden om hem in andere handen over te doen gaan. Het bestuur van de Oranjevereniging heeft nog drie wisselbekers aangeschaft om op 12 december resp. uit te reiken aan de mooiste en best spelende groep van 3 t.m. 5 personen; het mooiste en best spelende paar en aan de enkeling. Kogers, doe Uw best. U weet, men moet 3 achtereenvolgende jaren de be ker veroverd hebben, dan blijft hij Uw eigendom. De jury, bestaande uit mevr. Mantje en de heren Drevel en Boogaard, zal van 8-9 uur door het dorp patrouille ren. Om 10 uur volgt dan de prijsuit reiking. ditmaal in het Witte Huis. De prijzen zijn alleen voor spelers uit De Koog en wijk K. Ook voor de kinderen zijn weer mooie prijzen beschikbaar. Om 6 uur is hier van de prijsuitreiking, ook in het Witte Huis. De bekers zijn uitgestald in de etalage van kapper Wiegers. kooksovengas, kooks en stookolie. Se dert kort is echter de kooks als water stofbron komen te vervallen en door aardgas vervangen. Sinds enige tijd worden behalve de drie reeds genoemde stikstofmeststoffen ook magnesiakalkammonsalpeter en mengmeststoffen vervaardigd. Tijdens het produktieproces ontstaan bovendien nog enige andere chemische produkten, zoals zuurstof, stikstof, ammoniak, sal peterzuur e.d. De totale produktiecapaciteit van het bedrijf bedraagt thans ca. 500.000 ton meststoffen per jaar. Inmiddels is ech ter besloten de fabricage x van meng meststoffen aanzienlijk uit te breiden, waartoe in de omgeving van Rotterdam een fabriek voor mengmeststoffen zal worden gebouwd met een capaciteit van 160.000 ton per jaar. CEMIJ N.V. cementfabriek Deze fabriek is in 1930 door Hoog ovens opgericht in samenwerking met de Eerste Nederlandsche Cement In dustrie (ENCI) N.V. te Maastricht, met het doel de bij het hoogovenproces vrij komende slak te verwerken tot hoog- ovencement. In 1960 werd 732.000 ton cement geproduceerd. Wervingsactie De Hoogovens hebben het voornemen om op donderdag 21 december a.s. een voorlichtingsavond te verzorgen in ho tel „De Lindeboom-Texel". Er zal dan o.a. een film worden vertoond van het bedrijf. En een ieder, die belangstelling heeft voor het bedrijf kan ruimschoots vragen stellen. Zie ook de advertenties in de komende nummers van dit blad. ZON, MAAN EN HOOG WATER Hoog water ter rede van Oudeschild: 6 dec. 6 56 en 19.30; 7 dec. 7.43 en 20.15; 8 dec. 8.31 en 20.59; 9 dec. 9.13 en 21.42. Aan het strand ongeveer een uur eerdor CONSULTATIEBUREAU VOOR ZUIGELINGEN Woensdag 6 december (heden) worden de moeders van Den Burg en Oudeschild ver wacht van 13.00 tot 16.30 uur. SCHIETOEFENINGEN Op heden, woensdag 6 december, worden schietoefeningen gehouden door H.Ms. Limburg van 13.00 - 17.00 uur. Geschoten wordt vanuit de haven van Den Helder in de richting van het wad. Een veiligheidsschip is aanwezig. „MEEUWEN BOVEN SORRENTO" Naar wij vernamen heeft ook de heer H. Vermeulen als speler zijn medewer king toegezegd voor de opvoering van het toneelspel „Meeuwen boven Sorren to" ten bate van de Anti-Honger-Actie, terwijl de organisatie berust bij de heer J. v.d. Kerkhof te De Koog. TEXELSE MARKT Aangevoerd maandag 4 december 1961: 4 koeien 550900; 2 pinken 525—600; 10 graskalveren 275400; 17 biggen 4050; 10 nuka's 80150; 14 schapen 120150; 4 lammeren 60110. INGEVOERD VEE IN NOVEMBER 57 koeien; 46 pinken; 64 graskalveren; 5 nuka's; 22 schapen; 4 zeugen. rustiger en prettiger als u voor uw bootovertocht of' treimreis vooraf plaatsbewijzen baalt bij de V.V.V'. Er hebben zich na de oorlog grote veranderingen voltrokken op het ge bied der paardenfokkerij. Eerstens is de vrij sterke paardensta- pel, welke wij er in 1945 onmiddellijk na de oorlog nog op na hielden, vooral na 1950 heel sterk achteruit gelopen. De oorzaak is natuurlijk algemeen bekend: ver doorgevoerde motorisatie van de landbouw en nog verder doorgevoerde motorisatie van het verkeer in de steden. Het gevolg is, dat men in de steden vrijwel geen paarden meer ziet. Daar zijn misschien al honderden kin dertjes, die maar bij benadering of van een prentje weten hoe een paard er eigenlijk uitziet! Misschien zie ik het te somber, want aan de andere kant is er juist bij de jeugd in de laatste jaren een opvallend grote belangstelling voor het paard, vast te stellen. En dan is er de t.v., welke juist de paardensport zo bij zonder goed weergeeft. De ruitersport vooral en in het bijzonder de spring- sport kan men eigenlijk nergens beter volgen dan op het beeldscherm, al blijft het „er zélf bij zijn" natuurlijk altijd het levendigste en „je ware". Het langst heeft het paard stand ge houden en houdt dat nóg steeds op het platteland, vooral in de landbouw dus. Niet op de grote bedrijven op de klei. Sommige grote en vele middel grote bedrijven hebben zelfs het paard helemaal afgeschaft. Maar dat wil niet zeggen, dat zij die het paard hele maal van hun erf hebben verbannen, de juiste weg bewandelen. Misschien wel voor hün bedrijf en misschien in hun omstandigheden, maar zij, die er op hun grote en middelgrote bedrijven nog wèl een paard op na houden, soms zelfs meer dan één, hebben daarvoor even goed hun reden. In de N.O. Polder, een landbouwgebied, dat men toch zeker niet als „achterlijk" of „ouderwets" kan bestempelen, houden de boeren er nog 2000 paarden op na! En de boek- houdcijfers van de laatste jaren liegen er ook alweer niet om. Wanneer de L.V.-Dienst de boeren goed voorlicht zal er op gewezen moeten worden, dat de paardetrekkracht op het boerenbedrijf nog niet heeft afgedaan, niet omdat de mensen uit een soort conservatisme het paard niet willen missen, maar dood eenvoudig omdat gebleken (bewezen) is dat het nog economisch verantwoord is. Voor mij liggen de cijfers van een aantal vergelijkbare paarde- en trek- kerbedrijven in de provincie Noord brabant, welke ik hier zonder verder commentaar laat volgen: Jaar omschrijving aantal bedrijven '57/'58 trekkerbedrijf 21 id. paardenbedrijf 34 '58/'59 trekkerbedrijf 37 id. paardenbedrijf 35 '59/'60 trekkerbedrijf 30 id. paardenbedrijf 39 arbeidsinkomen netto-overschot per ha 9 900 9.245 11.100 12.300 9.414 10.360 per bedrijf 523 (verlies) 950 1400 2400 1039 (verlies) 920 Wanneer we de paardenstapel bekij ken dan is er zoals ik reeds schreef een opvallende achteruitgang vast te stellen, een achteruitgang, welke ver band houdt met de enorme veranderin gen in ons gehele economische leven, dus ook in de landbouw, welke veran dering normaal hun verloop hebben en niet anders gezien kunnen en mogen worden dan een natuurlijke ontwikke ling der dingen Maar dat wil niet zeg gen, dat men revolutionairder moet zijn dan de tijd zelf! Een achteruitgang in de paardenstapel en dus ook in de fok kerij is derhalve te aanvaarden als niets buitengewoons. Was in 1958 de totale landbouwpaar- denstapel nog 196.000 stuks bij de de cembertelling van 1960 bleek deze te zijn gedaald tot 178.000 stuks. Nu zijn de pony's hier niet bij gere kend en toch moeten we die niet ver waarlozen want hün aantal looptop! In 1958 waren het er 7000 (van 3 jaar en oudere) en thans zijn dat er al 9000. Deze cijfers geven te denken. En hier hebt U één van die veran deringen, welke opvallen. Er is nl. dui delijk een verschuiving merkbaar van het zware paard (zowel trekpaard als landbouwtuigpaard) naar het lichtere. En niet alleen naai het lichtere maar ook naar het kleinere. Dat blijkt heel duidelijk uit de dek- kingscijfers. Werden in 1945 nog ruim 50.000 trekpaardmerries gedekt en on geveer 30.000 zware warmbloeds, vorig jaar waren die getallen resp. ruim 10.000 en ongeveer 10.000. Hier tegen over staat, dat de fokkerij van het z.g. Gelderse type (dus lichtei warmbloed- paard), dat in 1945 met ruim 3600 ge dekte merries op de lijst stond, vorig jaar er ruim 5600 aanwees. Toch is ook in deze groep de laatste jaren een lichte achteruitgang waar te nemen. De fokkerij van het Shetlandpony- stamboek biedt een heel ander beeld. In 1945 werden slechts 622 van die klei ne diertjes bij de hengst gebracht, doch dit aantal is in de loop der jaren geste gen en bedroeg in 1960 al ruim 5100 stuks! Dat wil dus zeggen, dat er plaats is voor en vraag naar deze klein ste paardjes. Maar we zijn er nóg niet, want tussen de grote paarden en de zeer kleine was in Nederland een hiaat Niet voor ieder een was een Shetlander voldoende, ter wijl een volslagen paard voor hen ook niet economisch verantwoord was. Dit was vnl. het geval op de kleine bedrij ven en meer in het bijzonder de lichte gronden. Daar wenste men een dier kleiner dan een paard en groter dan een Shetlander. Men noemde dit wens- paard: „tussenmaats" paard, een naam welke wel duidelijk de bedoeling aan gaf. Men moest een keuze doen uit buiten landse rassen, want onze eigen fokkerij leverde die dieren niet. Tenslotte is de keuze gevallen op het Fjordenpaardje, een dier dat eigenlijk thuishoort in Noorwegen en vele eigenschappen van het oerpaard nog in zich heeft. Vroeger zou men het misschien „hit" genoemd hebben. Die maat heeft het althans, maar het is een voortreffelijk dier. Er werden er ingevoerd uit Denemar ken, waar men de Fjordenpaarden zui ver fokt. Dit bespaarde onze importeurs een langer transport en bovendien had men het voordeel dat de dieren gemak kelijker konden wennen aan ons kli maat (in Denemarken is dat al heel an ders dan in het hoge Noorden). Degenen, die een Fjordenmerrie kre gen (kochten) verenigden zich al direkt in een stamboek en daarin wordt nu verder gewerkt, want dit ras heeft in ons land tot dusver goed voldaan Het zijn sobere, sterke en gezonde dieren, die bij juiste behandeling weinig moeilijkheden opleveren. Misschien is de grootste moeilijkheid nog om ze schraal te voeren! Dat ligt een Nederlandse boer nu eenmaal niet. Hij is gewend om zijn paarden goed te voeren en dat mag nu juist bij de Fjordenpaarden niet. Ze kunnen zogezegd „tegen hun leed". Dit voorjaar is de invoer van Fjorden paarden vrij gegeven en de handel heeft zich dit niet twee keer laten zeggen. Er zijn tientallen Fjordenpaarden inge voerd in enkele maanden tijds en alle vinden vlot een baas. Ook op Texel zijn er thans Fjorden paarden (6) en er komen naar men mij mededeelde nog meer. De eerste, die op het eiland deze paardjes invoer- FEUILLETON door HANOL SPOOR HOOFDSTUK IX Op zoek naar werk Andries zag er meer tegen op dan hij bekennen wilde, om naar een baas uit de omtrek om werk te vragen. Hij wist, dat zijn voormalige baas hem met open armen zou ontvangen, maar hij hoorde de spottende opmerkingen al van het andere personeel. Hij voelde dat hij nog niet in staat was om met kalmte de pla gerijen te verdragen. Iedere keer als hij terugdacht aan de val, die men voor hem uitgezet had, ziedde hij weer van toorn. De enige troost, die hem bleef was de zekerheid dat Paulien hem lief had. Daar tegenover stond wel het grote verdriet, dat ze tegelijkertijd weer af stand van elkaar hadden moeten doen, doch ondanks dat had Andries het ge voel dat hij rijker was geworden. Dat moest het geluk zijn, waarop Paulien doelde. Paulien was weer naar de stad. „Ik zeg geen vaarwel", had ze bij het af scheid opgemerkt, „ik zeg tot weer ziens". Adries had haar heftig gekust. Hij voelde zijn geweten bezwaard. Zijn eer zucht en zijn onnadenkendheid hadden hem en haar in deze toestand gebracht. Misschien was het ook wel zijn on bewuste wens om in haar nabijheid te zijn, dat hij eerst in een der fabrieken in de stad om werk ging vragen. Hij kon terstond beginnen. Als ongeschool de arbeider werd hij aan een machine gezet, welke de gehele dag dezelfde handelingen vereiste. Eentonig draaide de machine maar door. Andries moest zorgen dat er steeds een rubberslang om een draaiende buis geschoven werd. Hiervan werden machinaal ringen ge sneden. Ondanks de eentonigheid eisten nauwkeurige afmetingen van de ringen een doorlopende oplettendheid. Maar Andries vond het geestdodend werk. Het bevredigde hem niet. In de schafttijd had hij geen contact met zijn collega's. Men stak al gauw on derling de spot met de sombere buiten jongen. Wel zorgde men dat die spot niet al te openlijk werd want, die bui tenjongen zag er ongemakkelijk uit en bleek een paar stevige knuisten aan zijn lijf te hebben. Men liet hem daarom zoveel mogelijk met rust. Iets, dat An dries nog meer in de gelegenheid stelde om met sombere gedachten rond te lopen. Op de uitbetalingsdag werd hem een loonzakje toegeschoven en om zijn handtekening gevraagd. Andries mom pelde wat en stak het zakje bij zich. Hij verwijderde zich zonder op de tegen werpingen van de ander te letten. Er werd hem nog iets nageroepen, maar Andries wandelde door of het hem niet aanging. Thuisgekomen maakte hij zichzelf uit voor lafaard. Hij had in het bijzijn van de anderen niet durven zeggen dat hij geen handtekening vvou zetten. Nu zat hij volgende week voor hetzelfde geval. Op de fabriek kreeg hij een opmer king over zijn gedrag en zijn loonzakje was de volgende keer apart aan de beurt. „Alsjeblieft", zei de man achter het loketje, en hield het zakje vast „en tekenen". „Nee, ik teken niet", zei Andries. Over zijn brilleglazen keek de man hem niet begrijpend aan. „Man. dat wordt bij ons toch een janboel als er niet getekend wordt. Je tekent alleen maar voor de gewone formaliteiten". Andries schudde halsstarrig het hoofd. De man trok het zakje terug. „Ook al goed, dan krijg je het per post wissel, maar ik raad je aan om wijzer te worden. Er valt hier meer te tekenen. Hier is een formulier dat ingevuld moet worden teruggebracht. Met lome schreden verliet Andries de fabriek. Zijn geld zou over de post ko men Dan kon hij het ook niet gaan halen, want dat betekende eveneens een handtekening. Had hij een gehele week in die stoffige fabriek gestaan en geen cent verdiend. Er zat niets anders op dan naar wat anders uit te kijken. Thuisgekomen overdacht Andries zijn ongewone toestand. Het was toch te gek om niet meer te gaan werken en thuis te blijven lopen tot zijn laatste cent op was. Bovendien zou hij dan evengoed voor hetzelfde feit komen te staan als nu. Hij kwam tot de conclusie dat het maar het beste zou zijn om zijn trots op zij te zetten en met zijn voor malige baas te gaan spreken. Misschien wist deze een oplossing. Andries werd hartelijk ontvangen, zo wel door baas Schram als door zijn vrouw, die dol-nieuwsgierig was naar wat er toch allemaal tussen Martha en Andries gebeurd was. De baas was blij met de kans zijn hardwerkende knecht terug te kunnen krijgen. De nieuwsgie righeid van de vrouw werd ondanks haar lekkere koffie en vriendelijke vragen niet bevredigd. Andries talmde met zijn verzoek. De baas, die wel begreep dat Andries niet alleen voor een mooi-weer-praatje was gekomen, vroeg of hij mee ging om te tuinen. Andries was dadelijk weer in zijn ele ment. De mannen verdiepten zich in het wel en wee van een tuinderij. Toch had Andries steeds ^en onrustig gevoel en peinsde hij hoe hij het best zijn verzoek kon inkleden zonder al te veel van de intieme gebeurtenissen prijs te geven. Niet dat de baas het vertrouwen van Andries zou misbruiken, maar baas Schram zijn vrouw zou zeker niet rus ten voor ze met allerlei slimme vragen alles van de geschiedenis zou weten. Toen de baas dan ook over een tekort aan werkkrachten klaagde, vond An dries het meest geschikte ogenblik gekomen om zich aan te bieden. De baas had echter toch een voor waarde. „Tot nu toe werkte je bij mij steeds als losse werker. Je nam gedeel ten aan en verdiende veel, door dit in de kortst mogelijke tijd af te werken. de, was de heer Roozendaal in Polder Het Noorden. Er komt (of is er reeds) ook mee de moeder van één onzer heng. sten. De moeilijkheid voor het Fjorden- paardenstamboek was tot dusver om de fokkerij op gang te kunnen brengen en houden. Bij zo weinig merries, verspreid over het gehele land, zou er al te veel met de hengsten gereisd moeten wor den (of met de merries) en dat wilde men voorkomen, temeer omdat de die ren meestal in handen waren van lang? niet de kapitaalkrachtigste mensen. Daarom heeft men z.g. kernen gemaakt waar een hengst kwam te staan en waarom heen zich de eigenaren bevon den van de merries. Het aantal kernen kan nu worden uitgebreid en wanneer er voldoende Fjordenpaarden op Texel komen kan ook dit eiland een „kern" worden, waar (althans gedurende een bepaalde tijd) een hengst zou gestation- neerd kunnen worden. Ik ben er van overtuigd dat dit paard] voor de lichte gronden op Texel, en misschien nog niet eens alleen op de kleinste bedrijven, uitstekend zal vol doen. SLOB. BOOTDIENSTREGELING N.V. T.E.S.O. (geldig tot 26 mei 1962) Werkdagen: v. Texel 5.20 7.40 10.30 13.00 15.30 18.00 v. Den Helder: 6.30 9.15 11.40 14.20 16.40 19.35 Zon- en alg. erkende chr. feestdagen: v. Texel: 7.40 11.00 16.00 18.25 v. Den Helder: 9.00 12.10 17.15 19.35 SINT OP BEZOEK Den Burg Zaterdagmiddag heeft de Sint met vier Pieten een bezoek ge- bracht aan cafetaria ,,'t IJsbeertje". De jeugd is twee uur in de weer geweest om Sint Nicolaas toch maar gunstig te stemmen. Zij waren voorzien van feestmutsen en de zwarte Pieten waren gul met de pepermoppen. Er werd ook een tochtje door het dorp gemaakt, waarbij de Rijkspolitie de zaak keurig regelde. In de open wagen van de heer Keijser waren Sint en Pieten „de ver rassing" voor de jeugd. In een der win kels werd door de Pieten inkopen ge daan. Wij hopen nu maar dat alle schoentjes gevuld zullen worden. Na tuurlijk bedankt de Sint een leder, die heeft meegewerkt om deze kindermid dag te doen slagen. WEEKAGENDA STICHTING CULTUREEL WERK TEXEL Woensdag 6 december Den Burg, Texel, bridge-drive. Oudeschild, 't Skiltje, 3.30 uur St. Nicolaasviering bejaardensociëteit. Oosterend, Centrum Ned. Herv. Man- nenvereniging. Donderdag 7 december Den Burg, Oranjeboom, Onderwijzers- toneeluitvoeringen. Vrijdag 8 december Den Burg, Oranjeboom, Onderwijzers- toneeluitvoeringen. Den Hoorn, Toneelvoorstelling Z.D.H. met „De baron von Haberniks" Oosterend, Gebouw v. Chr. Belangen, C.N.V., gezellige avond. De Cocksdorp, De Hoop, Hollandse Mij. 'an Lnndbouw, Voedselcomm. van Noordholland, de heer v.d. Hoek spreekt over „Landbouwbeleid i.v.m. E.E.G." Zaterdag 9 december Den Hoorn, Toneelvoorstelling Z.D.H. met „De baron von Haberniks" Nu gaat het niet om dat verdienen, maar ik wil vast op je kunnen rekenen, en niet dat je ook bij andere bazen nog werk aanneemt". Andries dacht over die vraag na. Dus als vaste arbeider. Andries had geen bezwaar, maar wist haast zeker dat hij dan weer voor de moeilijkheden met handtekeningen gezet zou worden. Nu vertelde hij dan ook in welke netelige positie hij zich bevond. De baas toonde geen verbazing. Een gerucht gaat vlug een dorp rond en iets in die geest had hem al bereikt. Hij vroeg geen nadere uitleg. Hij voorzag voor Andries duizend en een moeilijkheden. Hét speet hem voor de overigens zo eenvoudige jongen, die nu. wie weet door welke oorzaak, in zo'n bijzondere positie was geplaatst. „Je kunt doen wat je wilt", zei hij tot Andries, „maar alle gevolgen die hieruit voortvloeien zijn voor je eigen rekening". „Dat spreekt vanzelf", antwoordde Andries. Met nieuwe moed toog hij de andere dag weer aan het werk. Hij kon wel juichen dat hij weer in zijn eigen vak tewerk was gesteld. Wel waren de don kere wolken nog niet weggevaagd. Een mens heeft in de maatschappij nu een maal zekere verplichtingen. De ge meenschap draait alleen maar rustig op toeren als iedereen zich aan die ver plichtingen houdt. Zelfs een eenvoudige arbeider ontloopt deze niet; dat onder vond Andries ook na verloop van tijd. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1961 | | pagina 4