Tweeënvijftig weken op rijmers wij z' bekeken „Hoe blijven ij ons zelf, en doe we wat we kinnen?" -> v -ff W' Tt lÉÉÉk CJlM. sy- -q Ik heb dit jaar voor 't laatst mijn pijp qestopt 0 0 En mijn pantoffels daarbij aanqetrokken. Dra luiden voor het laatst dit jaar de klokken En heeft een jaar voor qoed zich afqetobd. 0 Wanneer een jaar vol moed beqonnen wordt, 0 0 Dan schijnt het alles nieuw en mooi te wezen. a Maar van die waan zijn we al gauw genezen, Want elke dag komt 'n ieder weer te kort. 0 0 Wij zien teruq op 't jaar dat henenvlood. 0 Misschien met vreuqd, maar zeker ook met tranen, 0 Omdat er vele open stoelen staan en Wij elke dag weer stonden voor de dood 0 0 Maar 't leven weet nu eenmaal van geen rust, 0 Wij draven steeds maar sneller door de dagen, Met duizend zorqen, duizend anqsten, duizend vragen. Het leven is toch maai één stap van kust tot kust. 0 Zo is het mij, uw dienaar en poëet0 Dan weer verqunt een rijmkroniek te schrijven, 't Kan zijn voor 't laatst, 'k zal óók niet altijd blijven, 0 Maar dat is iets, wat niemand onzer weet. 0 0 Maar dankbaar ben ik dat ik 't nog maq doen, 0 Al heeft uw rijmer dan reeds grijze haren, Dies qrijp ik dan de lier weer bij de snaren w En zal dan maar beginnen met: ...Wéét u het nog, van toen?' 0 Twaalf nog jonqe Tesselaren Greep de plisie in de haren, Dit vanweqe 't ernstiq feit: „Oudejaarsbaldadiqheid" Och, de jeuqd is onbezonnen, Liever dat dan meqatonnen Waar de oudere mee speelt. En qéén „bon" wordt uitqedeeld. Texels „Strooppot", de bekende Uit de tijd der Franse bende, Was met recht een hele ouwe, Daarom ging men hem verbouwen, En de keuken, vriendenschaar. Was een voorbeeld, reken maar. Stromen Strooppotpottenkijkers, Drossen, Duinkers, Daalders, Dijkers, Togen henen in qalop. Staken daar hun licht eens op. Niet alzo de zakenlieden Te Den Burq, want heel timide Draaiden zij de lichten uit Als en soort protestbesluit, Daar de vroedschap, naar hun meninq Met te weiniq licht in zee qinq Waardoor 't dorp, ik zeg het zacht; Leek op Amsterdam bij nacht. Och, de Raad zit allerweqen Ook om heel veel pinq verleqen, Waarvan dan die duisternis Dunkt mij, ook een reden is. Dit heeft ook de raad bewoqen, Om met roodbetraande oqen Het rioolqeld te verhoqen Met drie qulden in een jaar. Dus die last weeqt niet zo zwaar. Oosterend, dames en heren, Maq daar óók van profiteren En wordt daardoor straks bevrijd Van veel waternariqheid. geen waternarigheid Voorts qinq het in éénenzestiq Met de kottervloot weer bestiq, Steeds weer voeren nieuwe schuiten Met de vlaq in top naar buiten, Wat er wel op wijst bepaald, Dat de vis duur wordt betaald. Maar juist het qebrek aan duiten, Deed de V.V.V. besluiten Om qéén avonden te geven, En daar stonden we dan even Raar te kijken met elkaar In het afqelopen jaar. Trouwens, het was toch al kijven Bij die bedverhuurbedrijven, 'k Hoef dat hier niet te beschrijven, Want waar zou ik dan wel blijven, Maar toch zegde men de „top 't V.V.V. vertrouwen op. Maar dat leed is weer qeleden En met vreuqd deel ik u mede, Dat men kreeq twee ereleden, D. C. Drijver en J. Rab, Dat was weer een qoede stap! zegde het vertrouwen op Met de TESO, kameraden, Was 't in afqelopen jaar Ook qeen boter tot de boom toe, 'k Zou haast zeggen: was 't maar waar. Storm, van binnen en van buiten, Dienden zich om beurten aan, Maar qelukkiq is een boot er Om de stormen te weerstaan. Door ik weet niet hoeveel reden, Kan het wel eens voor dit jaar, Dat de boot niet uit kon varen Of niet steeds op tijd laq klaar. en is men als „zoete" mensen samen weer naar huis gegaan Nu eens mist, dan windkracht neqen, Of een vreemdelinqenvloed; Maar zeqt u dan maar eens, makkers, Hoe het wél in deze moet. Na bijna een kwart eeuw jaren Zei d'heer Van der Vlies: „Tabé, 'k Heb nu al qenoeq qevaren, 'k Gooi mijn ankertje voor rêe". Daarmee was een eind qekomen Aan zijn wijs, tactvol beleid En werd er een nieuwe hoofdman Bij de TESO inqewijd. Eerst verschenen er drie foto's. Toen artikels in de krant. En klom d' heer Sibinqa Mulder Als de hooqste in het want. Maar toch was het bij de TESO Daarna niet meteen windstil. Want toen kreqen wij warempel Het steekpenninqenqeschil. Later bleek men voor de kadi Heel qemoedelijk te staan En is men als „zoete" mensen Samen weer naar huis gegaan. Ik weet niet of men de blommen Toen noq buiten heeft gezet. Maar mevrouwtje Zoete-Blom werd Niet in het gevang gezet. Het bestuur onzer qemeente Heeft, net als verleden jaar, Forumavonden qehouden. Trad weer in het openbaar. Stel dat onze vriend en makker Chroetsjef zoiets zou gaan doen, Dan werd hij beslist qeridderd In de orde van de „schoen" De heer Noordijk, de bestrijder Van de T.B.C. bij 't vee, Ginq nu zélf op stal, vrijwilliq, Loopt niet met het vee meer mee. Dankbaar mogen wij hem wezen Voor hetgeen hij heeft gedaan, „Met meer melk meer mans" kan zeker In zijn wapenspreuk wel staan. De kustvaarder „Angelina" Is op onze kust vergaan. Maar Dirk Boon die diende zich daar Als een mensenredder aan. Dirk redde de Duitse koksmaat Uit de doodsdreigende vloed, En daarvoor steek ik hem gaarne Een rijmpluimpje op de hoed. d' Oosterenders waren niet content Met B. W.'s beleid Betreffende de straatnamen Uit zeer, zeer oude tijd. Het schijnt, dat de naam Koetebuurt Door ruzie is ontstaan, Maar moog'lijk honderd jaar gelêen. Wie stoot zich daar nu aan? Laat Texel maar heel zuinig zijn op die oude namen-schat, „Verlorenkost" en „Hollebol" Wat 'n pracht namen zijn dat. 'k Schreef straks: „De vis wordt duur betaald, Alvorens wij ze bikken". Vraag dat maar eens aan Tuinema, Dogqer en Van der Slikke, Die werden met hun Texel twaalf Bij 't lichtschip overvaren, Dus scheelde 't maar een haartje dat Het dure visjes waren. De woningbouw gaat steeds nog door, Zoals wij allen weten. Alleen de monumenten schijnt Men lelijk te vergeten. 't Was trouwens met nieuwbouw ook Niet alles om te juichen, Bewoners van Jan Dirkszoord Speelden het spel „Jan Huijgen". Alleen waren 't geen tonnen, maar De vloeren die 't begaven, En menige bewoner moest Daar worden uitgegraven De oude Waalenburger dijk Werd een nieuw fietspad rijker. Wat werkelijk een aanwinst is Voor de natuurbekijker. Maar mogelijk weet amor ook Dit paadje wel te vinden. Zo echt idyllisch aangelegd, Kus-knus voor twee beminden. 't Museum zat de laatste tijd Geregeld maar te tobben, Omdat men schier geen ruimte had Voor d' aangespoelde robben. Een actie werd op touw gezet. Men ging er zelfs voor vissen. En deze actie kon voorwaar Zijn uitwerking niet missen. Men kreeg zowaar een heel bassin Voor noppes aangeboden, Zodat daarmee een eind komt aan De Haan zijn robbennoden. Maar wordt het nu óók niet eens tijd, Dat men ook voor de ménsen Eens aan een zwembad denken gaat? Dat ware wel te wensen. Laat ons museum niet alleen Met een mooi zwembad pronken, Maar demp de put eer dat het kalf (Lees menseerst is verdronken De vliegdienst Texel-Schiphol werd Ook in dit jaar geopend. Je komt er zo dus wel zo vluq Dan fietsende of lopend. Ook werden rondvluchten gemaakt, Maar dat werd bonje, makkers, Omdat men ook de lucht in kon Met and're luchtruimrakkers. Er kwam zowaar een rechtzaak van Met weet ik wat voor eisen, Maar het publiek kon door die stunt Goedkoop door 't luchtruim reizen. Maar tussen de bedrijven door Was Texel aan het qraven. Opdat wij in het nieuwe jaar Hebben een nieuwe haven. Dan gaat de TESO daar naar toe, De tijd kan men niet keren, Maar Oudeschild zit aanstonds toch Met de gebakken peren. Maar pessimistisch zijn ze niet Tussen de West en haven. Waarvan de Skilders in dit jaar Weer volop blijken gaven. Zo de ontwikk'hngsavonden, Die daar zijn aangevangen. Ze gaan daar met de tijd steeds mee, Wat kan men meer verlanqen. De raad sprak over twee miljoen Om T.E.M. wat uit te breiden. Wat dit betreft is d'Eendracht toch In deze wel bescheiden. Die heeft slechts anderhalf miljoen Voor haar verbouwing nodig, Want dat de Eendracht moet vergroot, Is heus niet overbodig. Maar met dit alles zijn het toch Maar aardige bedragen, Die wij tijdens de crisistijd Nooit in ons krantje zagen. Toen kreeq een werkverschaffelinq Een tientje in zijn handje. Plus noq een pakje boter voor 'k Meen elf cent contantje Er is wel veel veranderd sinds Die zo beruchte jaren. Bij déze tijd, nu wij dan in Het welvaartsschuitje varen. Maar naar ons Tesselaartje schreef Schijnt veel er op te wijzen. Dat 't spook van werkeloosheid weer Op Texel zal herrijzen. Men raad althans de mensen aan De biezen maar te pakken, En liefst zou men vandaag de dag, De knoop al door gaan hakken. Nu is een mens al gauw geneigd Het slechte te bedenken. Maar gaf de Hoogovens misschien In deze enk'le wenken?? Strend die heeft zijn tent gekregen, Dat werd wel een beetje tijd. Lang gewacht en stil gezwegen Doch het werd toch maar een feit. En De Waal die kreeg zijn toren, Die zo node werd gemist. Zodat nu weer elke Waalder Weten kan hoe laat het is. Aan De Koog kreeg men de Badweg In recordtijd voor elkaar. En het boothuis voor de Hodshon Staat ook al weer kant en klaar. Ja, er wordt wel eens gemopperd Op de vroedschap die regeert, Maar tenslotte „zal het reg kom" Heeft Paul Kruger ons geleerd. Dat bewijst de waterleiding. Waarvan onze Bram de Wijn, Zoals ieder weet de honderd- tachtigduizendste mocht zijn. Als ik alle jubilea En mutaties van dit jaar In mijn rijm moest gaan verwerken, Dan was ik vooreerst niet klaar. Dierendagen, fokveedaqen, Winkelshows in ieder dorp, Hier een schaap met zeven poten, Daar een zeug met extra worp Och, ge weet het zelf wel, lezer, Elke dag was er weer wat. Telkens weer verkeersslachtoffers Langs de weq, in dorp en stad. Texel doet daarvoor niet onder, En waarvóór nu al die haast. Leeft een mens dan pas gelukkig Als hij langs de wegen raast? Schrijvend ter gelegenheid van de jaarwling kun je twee kanten op kijken: naar het verleden en naar het komc jaar. Schrijvend bij de jaarwisseling over het 'isme is achteromkijken nauwe lijks nog zinvol. Het voorliggende jaar en aren die nog zullen volgen drin gen hun aandacht zo klemmend en wcllich|fs zo brutaal op, dat het ver leden alleen nog maar enige waarde heeftvoor de beoordeling van het nieuwe zo nu en dan op terug te grijpen. Misschien doen we er zelfs beter aan om voor de beoordeling van de toe komst van ons Texels toerisme heie maar niet meer naar dat verleden terug te grijpen. Het eiland staat op de drempel van de „Gouden Eeuw" van de toeristische industrie, een „eeuw" die zoveel nieu we gezichten heeft dat het betrekken van het oude waarschijnlijk alleen maar fouten aan het licht zou brengen, die als een realiteit moeten worden be schouwd daar ze toch niet meer goed te maken zijn. Als we de uitdrukking „Gouden Eeuw" voor de toekomst van ons toe risme bezigen, zijn daar enkele voor waarden en tevens ook enkele logische gevolgen aan verbonden. Voorwaarde is, dat de conjunctuur zich zodanig handhaaft dat ér gelden voor het genieten van vakanties be schikbaar blijven. Tevens is een sta biele politieke wereldsituatie voor waardelijk. Oorlogen en dreigingen mogen ergens een katalisator voor de economie zijn, ze kunnen leiden tot een paniektoestand die voor vakantie geen ruimte meer laat. „Gouden Eeuw" betekent ook lang zame verwording De drempel tot die „Gouden Eeuw" is 't Horntje. Daarvoor behoeven geen nadere omschrijvingen ge bruikt te worden; daarmee is alles gezegd. En nu gaat het er maar om of we 't Horntje zien als een bijdrage tot de economische opbloei van Texel zonder meer, of dat we er het binnenhalen van 't paard van Troje in zien, of dat we de nieuwe verbinding Den Helder-Texel zien als een logische ontwikkeling waarvan we de gevolgen maar moeten nemen zoals ze komen. Anders gezegd: het gaat om de vraag of we moeten gaan dirigeren of niet. Beter nog: of het mogelijk zal zijn door het nemen van maatregelen het toe risme op Texel binnen zodanige gren zen te houden dat er sprake is van het genieten van vakantie. Op deze plaats zou achter dit artikel een punt geplaatst kunnen worden in dien we constateren dat het spel maar zijn vrije loop moet nemen. Hoewel deze konsekwentie er na tuurlijk in zit, meen ik niet dat het een wijs beleid zou zijn het toerisme te zien als een jaarlijks weerkomende horde, die naar aantallen nergens een belemmering zou vinden en die in zijn rekreatiestijl volledig zou worden los gelaten. In het besef dat het toerisme vroeger of later alle bestuuideren wel eens uit de hand zou kunnen lopen, bestaat er niettemin voor heden en nabije toe komst een eigen verantwoordelijkheid, die niet afgewezen kan worden. Het ingebruiknemen van 't Horntje als veerhaven dringt deze verantwoor delijkheid wel zeer nadrukkelijk op. Het gemeentebestuur zullen de rimpels nog dieper in het voorhoofd getrokken worden als men van jaar tot jaar ge dwongen wordt de gevolgen van het „Horntje-toerisme" in begrotingscijfers vast te leggen. Weliswaar is de trek op het gezicht van Den Haag niet meer grimmig afwijzend, een welwillende glimlach brengt nog niet direct de no dige miljoenen boven water. T.E.S.O. staat voor de noodzaak grote sommen geld te investeren. En Ook gedenken wij degenen, Die in het voorbije jaar Door de dood ons zijn ontvallen. Scheiden valt altijd zo zwaar. 'k Denk hier aan Mevrouw De Koning Die van ons is heengegaan, Zij, die zoveel arbeid voor de Mens in nood steeds heeft gedaan. En nu wenkt het NIEUWE jaar weer Met zijn vreugde en verdriet. Wat daarvan óns deel zal wezen, Weten wij gelukkig niet. Geve God, dat tweeënzestig Ons wat verder brengen zal Op de weg naar wereldvrede En naar vrijheid bovenal. 'k Denk hier aan hen die verdrukt zijn, Aan de honger die men lijdt, Aan ontheemden en vervolgden, Aan de grote rassenstrijd. Laat ons, die het thans zo qoed gaat, Onze plaats weten en taak In deez' nood van heel de wereld. Dit is een gewetenszaak. Kanker niet op de koliekten, Die ook in het komend jaar Weer uw aandacht zullen vragen, Steun ze met een blij gebaar. Voorts wens ik de burgemeester, B. W. en onze raad. Plus de rest van de bevolking. Die hier ingeschreven staat, Veel geluk, voorspoed en zegen Namens onze Tesselaar, En dit is dan weer het einde. 't Ga u wel, de rijmelaar. uitard zij eze tot r geenderend G. H. Fortgens bh mt I ku uitard vraagt men zich met evt die rimpels af of het wel mogelijk z zijleze tot nu toe ongekende bedr; geenderend te maken? j V.V.V.-Texel heeft haar eig< zon. Het Horntje schept probleme enj organisatie is nog niet zodani dae gelden in de brandkast geree lig om onmiddellijk te reageren. middenstand heeft naar hi scht op Texel geen speciale pri n, en ziet het ,,Horntje-toerism< ertrouwen tegemoet, logiesverstrekkers daarenteg< n nu al niet vanwege de opee: ho;f van het aantal gasten aan vr£ voldoen. Enerzijds is er steil cer?brek aan bedden, maar ande zijc etekent het gebrek aan vakanti spr.ng een uitgesproken rem inil ef om te komen tot het bouw< varfjvoorbeeld hotels in nieuwe sh Valjtiespreiding en rendement zi vrijl rechtevenredig met elkaar. E< gerrjelde bedbezetting van ongeve 63 (jen (naar de laatste gegevens) b tekfl wel winstmogelijkheden vo< bestede bedrijven, maar geeft gee wijcjerspectief aan nieuwe initiatie venflet uitblijven van ingrijpenc maalgelen beknot Texel voor miljoi nen.gezien nog van het ongerief vo< de ^en. Htereiken van een begin van v; kanspreiding is rijp om door ee „prere-group" (zoals men dat teger wooi zo graag noemt) te worde aanakt. Er zijn in Den Haag w< petiti voor minder belangrijke zake aangiden Iel staat op de drempel van ,)uden Eeuw". Het zal voor ee gi deel afhangen van het g( imschappelijk beleid dat de kar dverwording die annex is aa Ure opbloei naar de top binne <%renzen wordt gehouden. G< nnschappelijk. Hvoor zullen vormen gevonde ellen te worden. Want de tijd si voorbij dat men het leven TM romantisch kan zien. Daa z<;t het Horntje wel voor. VVeBi t moet men het zó steller voor Ireiliging van dat laatste beetj romank is het nodig gemeenschappe lijk daoblemen streng zakelijk onde ogen tjien. Als het kan aan een rond tafel, it slechts écn doel voor oger „Hoe |vcn we onszelf, en doen wat wcunnen?" G. H. F. 3EGIN VAN BRAND Den oorn Zondagmorgen rukt de Hoqder brandweer uit. De olie kachel p de fa S. Hin stond in licht laaie. Br middel van handbrandbus apparat; werden de vlammen be dwongeiDe brandweer behoefde me in aktit^ komen. LIÏT in de duisternis De Kg Evenals vorige jare: heeft déranjevereniging er voor ge zorgd, d met de Kerstdagen een ver lichte b<h geplaatst werd. Deze boon stond ernvel niet bij de Brink, doel voor hetüis van de boswachter, daa het plaa'n bij de Brink op grot technisch moeilijkheden stuitte. He schoon geel werd nog vergroot doo twee heipfiguren, die een arresle voorttrokjn. Dat dit alles veel bekijk had spre$ haast vanzelf. S.V. TEXEL Afgelop zondag weer geen voetba en zoals Jj nu is, zijn we aangewezei op de schtsen. De han^lsters zijn weer naar Alk maar gewst en het was geen erg sue cesvolle tht. Het 1ste verloor val AVA 2 m<21 en van DES met 4 en de junien verloren van Dosko me 82 en wnen met 71 van CSV. Het is d bedoeling dat we met d< training in(e zaal met voetballers ei hadnbalsteïgewoon doorgaan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1961 | | pagina 4