Cjrocn <2wartsJ"exels in het harL, Wordt Texels leiding water van fluoride voorzien Landbouw en recreatie Oud-directeur V.V.V.-Texel sprak over tfSDAG 23 JANUARI 1962 TEXELSE 75e JAARGANG No. 7628 COURANT (gave N.V. vi. Langoveld de Rooij gek-, Kantoorboek- en Fotohandel Handelsdnikkerij n Burg, Texel - Postbus 11 - Tel. 2058 Verschijnt dinsdags en vrijdags Bank: R'damse Bank. Coóp. Boerenl. Bank. Postgiro 652. - Abonn.pr. ƒ2,25 p. kwart. 4- 25 ct ine. Adv. 10 ct p. mm. Het Algemeen Ziekenfonds Texel heeft dezer dagen aan B. en W. het ver zoek gericht mede te werken aan de mogelijkheid om Texels leidingwater van fluoride te voorzien. Het bestuur van genoemd fonds heeft daartoe een bro chure verstrekt aan B. en W. en tevens aan de raadsleden en diverse andere instanties. De Texelse ligging, zo schrijft het Algemeen Ziekenfonds, is bij zonder gunstig om de fluoride in het drinkwater toe te passen. De resultaten elders in het land hebben uitgewezen dat gebruik van fluoride gunstige tot zeer gunstige resultaten heeft De gebitten der kinderen en ook van deren, worden aanmerkelijk van tere kwaliteit. De fluodering van inkwater heeft tot doel, dat de kin- ren een gezonder gebit zullen heb- n dan de ouderen. In de mond begint de spijsvertering ook hier is een goed begin het halve erk. Wij kunnen het initiatief van het gemeen Ziekenfonds Texel dan ook een maar toejuichen en zijn er van ertuigd, dat B. en W. en de raads- den zeker alle mogelijke medewer- nkg zullen verlenen om fluodering Dgelijk te maken. Het PWN zal be id gevonden moeten worden om een jziging aan de brengen in het be- aande apparatuur. Er is de laatste jaren al meer ge roken over de tandverzorging van de ugd op het eiland. Dat dit niet geheel ar wens gaat, daar kan noch B. en noch de gevestigde tandarts iets n doen. Er is een tekort aan tand- Een mooi gebit behoort tot een van de zeven schoonheden Dat een gebit belangrijk is in het le- in is algemeen bekend. Niet alleen >or de spijsvertering maar ook bij het reken speelt het gebit een belang- jke rol. Het gebit bepaalt de vorm m het gezicht en heeft daardoor in- oed op de persoonlijkheid. Hoewel op het ogenblik nog lang iet de helft van de Nederlandse be- ilking (Texel behoort daar ook bij) noodzakelijke tandheelkundige ver- Tging geniet, kost deze nu reeds ƒ100.000.000,per jaar. Ook in tijd en arbeidskracht uitgedrukt kost de ver- BOrging zeer veel. Op ieder moment van de dag houden de tandziekten 10 15.000 mensen aan of van het werk. Het verlies aan levensvreugde en ar- •idslust door kiespijn mag men even- ns niet onderschatten. Wat is fluoride? Fluoor is een element, evenals bijv. chloor, natrium, zuurstof, waterstof, ijzer enzovoort. Het wordt aangeduid met het symbool F. Als elementen zich met elkaar verbinden, ontstaan er stof fen met geheel nieuwe eigenschappen. »e gassen zuurstof en waterstof vor en samen de vloeistof water. Chloor, |at zelf een giftig gas is, vormt met trium natriumchloride, hetgeen ons •wone keukenzout is. Zo kon ook het ftige fluoor met natrium een zout ormen, natriumfluoride. Deze beide •uten vertonen geen eigenschappen eer die aan hun samenstellende ele- enten doen denken. De uitgang „ide" :hter fluoor en chloor betekent, dat ij niet het element maar het zout be- loelen. Fluoride komt praktisch overal ter ereld voor. Ook bijna al het water be at daardoor fluoride, echter meestal inder dan 0,5 mg per liter. Ook vele oedingsmiddelen bevatten meer of inder fluoride. Vis en thee bevat bij- 'oorbeeld relatief veel fluoride. De vol- assen Nederlander neemt daardoor per dag ongeveer een halve milligram fluoride op. Fluoridering van drinkwater Fluoride aan drinkwater toevoegen om tandbederf te voorkomen. In eerste instantie zal men zich begrijpe lijkerwijs afvragen hoe men tot dit on gewone plan gekomen is, want het lijkt Stellig niet voor de hand te liggen om een stof die tandbederf kan voorkomen, *an het water toe te voegen. Het waarom, is alleen te begrijpen ian de hand van de wijze, waarop ont- lekt is dat fluoride tandbederf voor- tornt. De historie van het fluoride Rond 1900 treft de Amerikaanse tandarts Mc.Kay in de plaats, waar hij zich vestigde, bij vele personen een bij zondere afwijking in het gebit aan. Hij noemde deze afwijking „mottled enamel" of gevlekt glazuur. Bruine vlekken en putjes waren in het glazuur van deze tanden aanwezig. Spoedig viel hem op, dat deze tanden zeer weinig tandbederf vertoonden. Op grond van zijn uitvoerig onderzoek in deze stad en ook in andere streken, wees McKay het water als oorzaak van de afwijking aan. Eerst in 1931 nadat in vele andere streken deze afwijking ook was gevon den slaagde men er in vast te stel len, dat een hoog fluoride-gehalte in het natuurlijke water de oorzaak van de afwijking was. In de daarop volgende jaren werd een groots opgezet onderzoek verricht (Dean) e.a.) om precieze gegevens te krijgen over het verband tussen de hoeveelheid fluoride in het water én het optreden van gevlekt glazuur. Uit dit onderzoek bleek, dat de mate, waarin het gevlekte glazuur optrad, evenredig was met het fluoride-gehalte van het water. Bij kleinere fluoride- hoeveelheden dan 1,5 mg fluoride per liter water bleken ook de lichte vormen van de afwijking, zoals McKay die had beschreven, niet meer voor te komen. Veel gewichtiger dan deze feiten was de vaststelling, dat in alle gebieden waar fluoride in het natuurlijke water voorkwam, aanmerkelijk minder tand bederf viel te constateren. Belangrijke resultaten Hiervoor is iets verteld over de his torie in Amerika. Natuurlijk kan men op Texel gaan zeggen: „Maar Amerika is zo ver en zo groot. Is dit op Texel nu belangrijk?" Dat het belangrijk is, willen wij aangeven met reeds geboek te resultaten in ons land. Bovendien heeft de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid niet voor niets een zeer belangrijke brochure over dit onderwerp uitgegeven en een commis sie aangesteld voor objectieve voor lichting omtrent het vraagstuk „fluode ring van drinkwater". Het onderzoek Culemborg-Tiel Voor een proef zijn twee vergelijk bare gemeenten nodig, d.w.z. gemeen ten, die in zoveel mogelijk opzichten op elkaar lijken en in hetzelfde gebied liggen. Op grond van een uitvoerig onderzoek werd de combinatie Culem- borg-Tiel uitgezocht. Op 4 maart 1953 werd door de toen malige Tielse burgemeester, de heer Cambier van Nooten, de installatie in bedrijf gesteld, die vanaf deze dag de fluoride-concentratie van het Tielse water van 0.15 op 1,1 mg per liter bracht. In 1952 en 1953 kon worden vastge steld, dat er in Culemborg en Tiel evenveel tandbederf optrad en dat beide steden dus voldoende vergelijk baar waren. In 1957, d.w.z. na 41/? jaar waterfluoridering, bleken er in Tiel aanmerkelijk minder gaatjes in de tan den en kiezen te zijn dan in Culemborg. In 1959 was het verschil nog groter ge worden. Zo zien wij, dat er op het gebied van de tandverzorging, ook langs genoemde weg nog veel bereikt kan worden. Nog maals hopen wij dan ook dat de wens van het Algemeen Ziekenfonds Texel in vervulling zal gaan. „MEEUWEN BOVEN SORRENTO" Mededeling betreffende de uitvoering voor de Texelse Ouden van dagen op 8 maart a.s. Door Uw betreffende be sturen zullen binnenkort nadere mede delingen worden gedaan over deze avond. Naar schatting bezoeken ca. 300 ouden van dagen de voor hen gegeven toneelavonden. Er is echter plaats voor ca. 360 personen. Wij hopen daarom, dat er geen plaats onbezet zal blijven. Voor vervoer zal worden gezorgd. De directie van TESO is zo welwillend gratis bussen te laten rijden. Voor de aanvang van het toneelstuk en in de pauze zal er, ook gratis, mu ziek worden verzorgd door de fam. Beumkes te Den Burg. Voor de uitvoeringen op 9 en 10 maart volgen nog nadere mededelingen in de Texelse Courant. TEXELSE BOLLENKWEKERS HEBBEN BELANGSTELLING VOOR TULPENTEELT Dat de Texelse bollenkwekers actief zijn bewijst de enorme opkomst voor de lezing van de heer Balkenende. Donderdagavond was de zaal van hotel „De Lindeboom-Texel" geheel bezet toen de heer H. Bruijn de aanwe zigen welkom heette. De heer Balkenende, verbonden aan de N.V. Hollands Bloembollenhuis, heeft de tulpenteelt nu niet direct roos kleurig voorgesteld. Er is een sterk toenemende animo voor de tulpenteelt. Dit vindt groten deels z'n oorzaak in het feit, dat bij de hogere exploitatiekosten in de land- en tuinbouw, de baten niet of ternauwer nood de kosten dekken. Overal ziet men daarom uit naar teelten die hogere op brengsten geven. Naast andere bol- en knolgewassen zijn het heel begrijpe lijk, vooral de tulpen waarop men het oog laat vallen. Want de opbrengst door tulpen is de laatste jaren bijzonder goed. Met uitzondering van de hya cinten is er niet zo gemakkelijk een tweede gewas te noemen, waarvan men per oppervlakte-eenheid zo'n hoge op brengst heeft. Het is helemaal niet denkbeeldig dat men per R.R. ƒ20, of meer zuivere winst behaalt. De grote rem voor een ongemoti veerd grote uitbreiding van de tulpen teelt is, dat het aan teeltrecht gebon den is en men als bloembollenkweker erkend moet zijn om tulpen te mogen kweken. Waar het mogelijk is gaat men des ondanks tulpen kweken. En er zijn nog wel mogelijkheden. O.m. tractaat- bedrijven, teelt in België en last but not least door combinatieteelt met iemand die een erkenning heeft. Reeds direct na de sanering kreeg men met N.V.'s en firma's te maken. Zo'n firma is geen persoon, kan dus eigenlijk niet aan de vereisten voldoen om een erkenning te krijgen. Doch niettemin werden door meerdere N.V.'s en firma's bloembollen gekweekt. Er werd dus een regeling getroffen en wel dat minstens een van de in het bedrijf werkzame firmanten of directeuren moest zijn erkend of voor een erken ning in aanmerking zou komen. Hiermede was eigenlijk het hek van de dam, doch men heeft er nooit op vrij grote schaal gebruik van gemaakt. Thans wel, o.a. in de N.O. Polder. De rassenkeuze Dit is ongetwijfeld voor de begin nende kweker een groot struikelblok. De keuze is zo enorm groot en toch zullen van dit grote sortiment alle rassen verschillende uitkomsten geven. Begin daarom voor alles niet op te grote schaal. Laat de nieuwe kweker eens met 10-15 are beginnen. Hij krijgt ervaring en kan proefondervin delijk ervaren welke rassen onder zijn omstandigheden de beste resultaten geven. Verschil in kramen van land bouwers, bollenkwekers, gemengde trekkersbedrijven enz. Spreker vond het moeilijk om in deze richtlijnen aan te geven. Enkele heeft de heer Balkenende er toch genoemd: a. De kraam moet bestaan uit rassen, die zich op de beschikbare grond thuisvoelen. Dit lijkt eenvoudig, maar het is het niet. Kleitulpen, zandtulpen, tulpen voor fijn zand enz. Diverse groeifactoren. Bedrijfs- boekhouding. b. De kraam moet bestaan uit rassen, die men de vereiste schuurbehande- ling kan geven, of om 't met andere woorden te zeggen „de kraam moet zijn aangepast aan de beschikbare schuur. Een schuurbehandeling heeft tot doel een doelmatige verklistering te krijgen. 17-20 gr. C. matige, 22- 23 gr. C. norm., 25-26 gr. C. sterke verklistering. Voor een uitgebreide kraam moet men dus verschillende schuurafdelingen hebben. Een kleine kweker moet een dusdanige kraam hebben, dat hij met een behandeling kan volstaan. c. De kraam moet bestaan uit gangbare rassen, die toekomst hebben. Koop geen koopjes. d. 'De kraam moet tevens bestaan uit krachtige gezonde partijen. Geen afgerammelde partijen en geen virus partijen. Na deze leerzame lezing werden door diverse kwekers vragen gesteld. De vertoning van de film „Hollands Glorie" was het slot van de voorlich tingsavond. Prachtige bloemenpracht werd op het witte doek getoond. De heer Bruijn sprak aan het eind zijn dank uit voor de woorden en het beeld dat de heer Balkenende had ge bracht. BOOTDIENSTREGELING N.V. T.E.S.O. (geldig tot 26 mei 1962) Werkdagen: van Texel: 5.20 7 40 10.30 13.00 15.30 18.00 van Den Helder 6.30 9.15 1140 14.20 *16.40 19.35 Zon- en alg. erkende chr. feestdagen: van Texel: 7.40 11.00' 16 00 18.25 van Den Helder. 9 00 12.10 17.15 19.35 In het kader van de activiteiten van de Streekontwikkeling „Texel" zijn door de gezamenlijke standsorganisaties op ons eiland enkele avond belegd, waar gesproken zal worden over agra- risch-sociale vraagstukken De eerste avond werd vorige week vrijdag ge houden. Inleider was de oud-directeur van de V.V.V.-Texel, de heer G. H. Fortgens. Voor het onderwerp Land bouw en Recreatie was goede belang stelling. Braak liggend terrein In zijn inleiding merkte de heer .Fortgens op, dat hij zich bij het voor bereiden van dit onderwerp gevoeld had als een boer, die een stuk, schrale grond moet gaan ontginnen. We heb ben hier n.l. te maken met een terrein, dat nog braak ligt. De heer Fortgens vertelde, dat hij bij het zoeken naar literatuur over dit onderwerp was te recht gekomen bij het verhaal in de Bijbel, waarin verteld wordt hoe Abra ham bezoek krijgt van drie gasten en de wijze, waarop de aartsvader deze gasten ontvangt. De heer Fortgens wees er vervolgens op, dat wanneer er gesproken wordt over de boeren en de recreatie heel vaak in de eerste plaats gedacht wordt aan tegenstellingen. Het gaat dan over de boer, die ten behoeve van de eisen, die de moderne maatschappij stelt, zijn grond kwijt raakt voor woningbouw, sportvelden, zwembaden enz. Spreker meent, dat deze tegenstellingen op Texel niet zo naar voren komen. Daar om zou infeider het onderwerp liever wijzigen in „De boer en het toerisme". Ontmoeting boer-toerist op Texel geen probleem De heer Fotrgens was van mening, dat ook in dit opzicht met gesproken kan worden van een probleem. In di verse delen van ons land is dit wel het geval en verloopt de ontmoeting boer- toerist niet zo vlot. Als we op ons eiland over de ontmoeting van de boer met het toerisme spreken kunnen we zeggen, dat dit een gegeven is, dat volkomen wordt aanvaard. Aan de hand van een oude Texelse vertelling illustreerde de inleider, dat dit 100 jaar geleden minder vlot ver lopen zou zijn, omdat de boerenbevol king op dat moment daarvoor nog niet rijp was. Spreker zag als het begin van de recreatie het jaar 1898 toen twee buitenlandse gezinnen hun intrek na men in een boerderij in de omgeving van De Koog. Toerisme steekt landbouw naar de kroon De heer Fortgens wees er op, dat het in het verleden vooral de landbouw is geweest, die de welvaart op Texel bracht. Spreker zag het opkomend toe risme echter als een „snelle staartster", die met een bruto opbrengst van plm. tien miljoen gulden per jaar de land bouw met zijn 16 miljoen gulden naar de kroon gaat steken. Daarom komt er reden voor de vraag: „Wat gaan we houden? Schapen of gasten?" en „Wat gaan we bouwen? Bollen of bungalows?" Boer en boerderij het décor In het vervolg van zijn inleiding wees spreker er op, dat naar zijn me ning de toerist de boer meer nodig heeft dan andersom. Voor de tegen woordige toerist is de boer en de boer derij vooral het décor, de achtergrond van zijn vakantieterrein. De tegenwoor dige toerist zoekt rul niet alleen de stilte en de eenzaamheid, maar hij ver langt ook de levendigheid. De toerist wil zien en ook gezien worden. Verder is de boer voor de toerist de man, die de grond en de logiesgelegenheid le vert, die hij voor zijn vakantie nodig heeft. Voor de boer kan de toerist, de mens zijn, die hem in aanraking brengt met een andere levensstijl. Spreker was van oordeel, dat het contact wederzijds nuttig kon zijn. In dit verband wees spr. er op, dat mede door dit contact de „mopjes" over boer „Krelis" de laatste 20 jaar zijn verdwenen. Recreatiegrond in eigen hand houden De heer Fortgens zag voor verschil lende boerenbedrijven een mogelijkheid om door verkoop van speciaal minder goede grond voor recreatie-doeleinden tot grotere welvaart te komen. Als in ons land gesproken wordt over verho ging van de welvaart van het platte land, dan worden daarbij als mogelijk heden genoemd: verbetering van de agrarische bedrijfsvoering, industriali satie en het toerisme. Spreker was van oordeel, dat op Texel vooral aandacht moet worden geschonken aan het toe risme. Daarbij zag inleider het aLs een gevaar, dat de boer de voor toerisme bestemde gronden aan „vreemden" ging verkopen. De boer moet deze grond n.l. zelf in exploitatie nemen. De heer Fortgens was van mening, dat m zeer veel gevallen het houden van gas ten in of om de boerderij een bewijs was van wijs beleid. Aan het slot van zijn inleiding po neerde inleider de volgende stellingen: ft Het boerse (dat is de boer en alles wat bij hem hoort) is de meest har monische stoffering van het cul tuurlandschap, en als zodanig als decór voor het toerisme bijzonder waardevol. ft De boer zal in voorkomende geval len grond (bij voorkeur marginale grond) moeten offeren om toerisme en rekreatie mogelijk te maken. De mate waarin deze grond agrarisch vrijgemaakt moet worden, laat zich bepalen door het afwegen van de agrarische en de toeristische (re creatieve) belangen. it Het verschijnen van een toeristi sche bungalow hier en daar tussen de boerderijen mag niet als be zwaarlijk gezien worden. Deze bij drage aan de recreatie past volledig bij de gedachte de toekomstige structuur van Nederland als een „geweldig park" (ir. Petri) te zien. Als bungalows de boerderijen zou den overheersen is het agrarisch décor verstoord. ft De boer moet er bij voorkeur naar streven grond die ten nutte van het toerisme beschikbaar komt, zelf in toeristische exploitatie te nemen. ft Het al-of-niet onderbrengen van toeristische gasten op of rond de boerderij is een zaak van wijs be leid. Toeristische verdiensten kun nen als aanvulling op de agrarische de leefbaarheid bevorderen. In het wijs beleid dienen betrokken te worden a. de technische mogelijkheden; b. de bereidheid om zich te richten naar de wensen van de gasten; c. de gevolgen voor bedrijf en gezin. Vervolgens werd een serie zeer fraaie dia's vertoond, die gedeeltelijk een illustratie vormde van de beteke nis, die de boer en het boerenbedrijf voor de toerist kan hebben. Diverse vragen Uit de discussie, die op de inleiding volgde, stippen we het volgende aan. Kan het goed boer zijn wel samen gaan het toerisme? Onder de aanwezi gen bleken verschillende personen van mening te zijn, dat dit zeer moeilijk was en dat „het houden van badgas ten" in enigerlei vorm veelal betekent, dat het boerenbedrijf hier onder lijdt. Inleider stelde het als volgt. Aan de ene kant is er het standpunt: Geen gasten, want de boerderij lijdt er on der. Een ander uiterste is: De boerderij aan kant en daarvoor bungalows in de plaats. Spreker zag een andere moge lijkheid. Indien middels hoge investe ringen de opbrengsten op het boeren bedrijf nog met bijv. 10% verhoogd kunnen worden, was het z.i. beter deze gelden te besteden in de recreatieve sector, waar deze een hoger rende ment zouden opleveren. De heer Fort gens meende vooral te moeten waar schuwen voor een toestand, waarbij geconstateerd zou moeten worden, dat er tussen de vele bungalows nog hier en daar een boerderij is te vinden. Aan de andere kant moet de boer ook niet bang zijn om ten koste van enige der ving van inkomsten uit het boerenbe drijf toerisme te gaan bedrijven. In dit verband wees spreker er op. dat door gebrek aan logiesgelegenheid van iede re 200 mensen, die naar Texel willen komen er 100 teleurgesteld moeten worden. Er zijn dus nog mogelijkheden. Spreker wees in dit verband ook op de sociale taak van de boer om indien de technische mogelijkheden aanwezig zijn de stedeling en forensen in de ge legenheid te stellen nieuwe krachten op te doen. Bij iedere boerderij een zomerwoning De heer Th. R. Hin wees op de mo gelijkheid op de boerenbedrijven een zomerwoning te laten bouwen. Dit kan speciaal voor jonge, beginnende boeren en anderen, die op hoge kosten zitten door nieuwbouw een belangrijke ver lichting van de financiële druk beteke nen. In het houden van pensiongasten zag de heer Hin wel bezwaren, waarbij hij vooral dacht aan de andere levens wijze van stedelingen. De heer Hin was het niet eens met inleider, waar deze sprak over het zelf in exploitatie hou den van gronden voor recreatie. Spr. dacht hierbij aan de gevaren van een minder goede bedrijfsvoering, terwijl z.i. ook de financiering moeilijkheden zou geven. Met de opmerking betreffende bouw van zomerwoningen kon de heer Fort gens geheel akkoord gaan. De bezwa ren omtrent het zelf in exploitatie houden kon inleider niet delen. Hij zag hier vooral mogelijkheden voor een tweede zoon, die geen mogelijkheid had (Zie vervolg pagina 2)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1962 | | pagina 1