Cjrocn c2wartsjexel s in het harL,
30.000 m3 zand wordt
wekelijks uit de haven
gezogen
Van duinenrij tot havencomplex
Texelse veehouders dragen het
schaap een warm hart toe
Vlammenwerpers kunnen
mosselparasieten niet de baas
De
laatste
loodjes
Waddenmosselenproductie bevorderen
<SDAG 13 FEBRUARI 1962
fEXELSE
75e JAARGANG No. 7634
COURANT
gave N.V. v.h. Langeveld de Rooij
oek-, Kantoorboek- en Fotohandel
Handelsdrukkerij
n Burg, Texel - Postbus 11 - Tel. 2058
Verschijnt dinsdags en vrijdags
Bank: R'damse Bank. Coöp. Boerenl.
Bank. Postgiro 652. - Abonn.pr. ƒ2,25 p.
kwart, -f- 25 ct ine. Adv. 10 ct p. mm.
Hierboven de kop van
het oostelijk havenhoofd.
Een werknemer is bezig de
stootstukken aan te bren
gen. Dat de haven hier
oog niet op diepte is, is
duidelijk, want de man
staat nog op de oude
duinen
Rechts de werkzaamheden
aan de zjjaanleg en op de
achtergrond de zandzuiger
die wekelijks 30.000 m3
zand verplaatst.
Als we de winter achter de rug hebben dan is er geen sprake van enorme
stagnatie wat betreft de aanleg van de nieuwe veerhaven aan het Horntje.
Dagelijks draaien de motoren van de enorme zandzuiger en valt het heiblok
nog regelmatig op zware stalen damwanden. Rond het water is men met
de wegen bezig en dikke rookwolken komen uit de asfaltfabriek onder aan
de dijk. 1 juni van dit jaar, behoudens onvoorziene omstandigheden, is de ha
ven vaarklaar en kan „De Dageraad" dus de dienst Texel-Den Helder v.v. van
dat punt van het eiland af onderhouden.
JÉUs men enkele maanden niet aan
Horntje is geweest dan ziet men er
it zo veel wijzigingen dan voorheen,
ordat de havenkom zichtbaar was,
ren de veranderingen beter te zien.
t neemt niet weg dat het werk vor-
f t. De heer L. J. Weijdt vertelde ons
L :er dagen dat er tot op heden 12 on-
rkbare dagen waren geboekt en daar
;ft de aannemer dus recht op. Maar
stelde vast dat de haven 1 juni
bevaarbaar zal zijn en dat vanaf
datum de toeristen aldaar aan wal
ien stappen. Het al of niet gereed
ien ligt echter niet alleen aan
aldus de heer Weijdt. Wij moeten
materiaal ontvangen van de Ne-
landse zwaarmetaal-industrie. En
industrie zit aan de top met de pro-
rtie. Als de leveranties niet tijdig
men blijven verlopen, jadan
B'dt het ook voor ons moeilijk
hoopte wel dat de toeristen niet te-
1 voor de voeten zouden lopen, want
gehele werk is nog niet gereed,
lovember moet het complex klaar
Vat de werkzaamheden rond de ha-
betreft, zit men op rozen. De op-
Iplaatsen voor bussen en auto's zijn
en nabij Pasen geheel gereed en de
gangswegen eveneens,
kien is thans bezig de weg naar Den
orn aan te leggen, maar deze gaat
t tot het dorp. Hij sluit aan op het
Dfeidingsplan van de gemeente en
is nog slechts op papier gereed. Toch
zichtbaar hoe het een en ander zal
rden.
Nieuw Remember
)nder aan de dijk zagen wij een
iwwerk in wording. Stenen waren
[estapeld en een woning was uitge-
Hier zal een nieuw Remember ver-
lijnen. De bewoners komen van een
i stille omgeving op een punt waar
de toekomst menigeen voet aan wal
zetten.
Derde zuiger
horige week arriveerde een derde
idzuiger. De twee vorige zijn ver
enen en de huidige heeft een nog
Itere capaciteit. Ruim 30.000 m3
d wordt er wekelijks uit de haven
lobbert en op de dijk van de Prins
ndrikpolder uitgespoten.
)e zandzuiger heeft een 800 pk. mo-
en 400 pk. aan hulpmotoren. In het
midden van de haven is reeds de ver
eiste diepte bereikt; dit is 7 meter
NAP. Dat het aan de zijkanten van
de haven nog niet op diepte is gebracht
heeft een technische oorzaak. Op de
foto ziet U een der werknemers rustig
is zijn waterdicht costuum door het
zilte nat wandelen. Hij is aan het werk
nabij het oostelijk havenhoofd. Op de
voorgrond ziet men een stalen dam-
wand. Deze wand moet nog verankerd
worden met een ankerblok van 90 m3
beton. Ook het westelijk havenhoofd
moet nog van een dergelijk ankerblok
worden voorzien. Daarna zullen de
havenhoofden worden klaargemaakt.
Doordat het water in deze tijd van het
WONINGTOEWIJZING VALT WEER
BITTER TEGEN
Ook dit jaar is de woningtoewijzing
voor de gemeente Texel weer te verge
lijken met de bekende druppel op de
nog bekender gloeiende plaat. Gedepu
teerde Staten hebben het bouwvolume
van Noordholland dezer dagen ver
deeld.
De gemeente Texel mag veertien
woningen bouwen, maar en dat maar
is nu weer jammer. Tien van deze wo
ningen moeten wederom dienen als
vervanging van tien zomerwoningen
(bungalows te De Koog) en moeten
worden gezien als een extra volume.
De toewijzing van vier woningwet
woningen, waar het gemeentebestuur
dus „baas" over is, zal waarschijnlijk
worden gebouwd in de vorm van zes
bejaardenwoningen met daarboven
éénpersoonswoningen, zoals deze vorig
jaar te Den Burg zijn gebouwd.
B. en W. overwegen deze te bouwen
te Oosterend.
jaar wat onstuimig is, is het moeilijk
voor de instanties dit werk uit te voe
ren. Men wacht op het prille voorjaar.
Zij-aanleg
Op de andere foto ziet men de hei
machine, die de stalen zijsteiger in de
grond werkt. Enorme stalen planken
gaan de grond in en op deze plaats zal
straks „De Dageraad" meren en zullen
Texelaars en gasten het eiland betre
den. Ook o hier moeten echter nog
enkele sluitstukken worden aange
bracht.
Verhoogde polderdijk
Een enorme hoeveelheid zand is er
reeds uit de haven gekomen. Al dat
zand gaat via buizen naar de P-H.
polder. De verhoging van de zeedijk
gaat in etappes. Het eerste gedeelte is
nu op lVü meter boven de bestaande
dijk en men is de woning van de fa
milie Van Rossem gepasseerd. Totaal
zal de dijk zeven meter hoog worden.
Men ziet de dijk hoger worden. De
enorme buizen van de zandzuiger, die
dagelijks in de haven aan het werk is,
kunnen heel wat zand lozen.
Toen men met het werk begon, mei
1961, hebben wij in het kantoor van
Rijkswaterstaat aan het Horntje een
geweldige hoeveelheid tekeningen ge
zien. Deze stapel mindert al aardig en
ook dat is een bewijs dat de werkzaam
heden naar wens verlopen. Een ieder
die het werk regelmatig heeft bezocht,
zal moeten toegeven dat er hier hard,
ja zeer hard, is gewerkt. Tijdens het
begin van de werkzaamheden hebben
wij een foto gemaakt van de heer
Weijdt op de plaats waar nu de aanleg
steiger van de boot is. Wij dachten,
toen de heer Weijdt ons vertelde, dat
1 juni 1962 de boot daar zou meren,
hij met grootspraak bezig was en we
hoorden het dus zonder meer aan. Nu,
nog geen jaar later, weten wij dat het
geen grootspraak was. Het ziet er naar
uit dat Texel dit jaar de nieuwe ver
binding heeft waar veel eilandbewo
ners verlangend naar uitzien en waar
ook veel eilanders weinig goede woor
den voor over hadden.
De door de Bedrijfsvereniging uitge
schreven voorlichtingsavond met als
inleider de vroegere Texelse dierenarts
Dr. P Wensvoort ontving van de zijde
van de Texelse schapenhouders zeer
veel belangstelling. Hieruit blijkt wel,
dat de veehouders op Texel de schapen
nog steeds een zeer warm hart toe
dragen.
Dr. Wensvoort presteerde het om
plm. 2Vt uur aan één stuk met behulp
van dia's een overzicht te geven van
een groot aantal ziekten, die bij scha
pen kunnen voorkomen.
Het is beslist onmogelijk om ook
maar een beknopt verslag te geven
van al het besprokene. Wij zulfen
daarom volstaan met een overzicht van
de voornaamste ziekten. Daartoe be
hoort in ieder geval de ziekte, die
wordt veroorzaakt dooi maag- en
darmwormen. De inleider wees er op,
dat deze ziekte vrijwel nooit de hele
koppel aantast. Het meest gevoelig zijn
de jonge dieren, waar de ziekte zich
meestal demonstreert door diarrhee. In
de jaren, dat de heer Wensvoort op
Texel heeft gewerkt is duidelijk ge
bleken, dat met een behandeling zeer
goede resultaten zijn te verkrijgen. Het
is echter zaak om tijdig met de bestrij
ding te beginnen en deze enkele maan
den vol te houden.
In het algemeen is het niet nodig ook
de oudere dieren te behandelen. Daar
mee kan gewacht worden totdat uit de
minder goede groei van bepaalde die
ren blijkt, dat er iets aan de hand is.
Na een behandeling is veelal na 3 a 4
dagen al te bemerken, dat de dieren
levendiger worden, terwijl na een dag
of veertien de zwarte kleur al ver
dwijnt. Dr. Wensvoort beschreef een
geval, waarbij een koppel aangetaste
dieren na 3 maanden zover hersteld
was. dat ze voor de slacht verkocht
konden worden.
De oorzaak van een minder goede
groei bij oudere schapen is ook wel eens
de schuld van een andere ziekte. In
leider noemde als voorbeeld para-
tuberculose, een ziekte, die op Texel
echter sporadisch voorkomt. In het
Oosten van het land komt deze ziekte
veel vaker voor. In één geval, waarin
deze ziekte op Texel voorkwam waren
er aanwijzingen, dat de ziekte middels
handelskoeien op ons eiland was geko
men.
Een ziekte, die op Texel ook meer
malen voorkomt is het zgn. „zwoegen".
Er worden voor deze ziekte verschillen
de oorzaken genoemd. Inleider was
van oordeel, dat de nog al eens ge
noemde oorzaak van een zoute omge
ving niet overeenkomt met het optre
den van deze ziekte. Ook in het zuiden
en oosten van ons land, waar zeker niet
van een zout gebied kan worden ge
sproken, treedt de ziekte wel op. Er
zijn sterke aanwijzingen, dat bij deze
ziekte van erfelijkheid en besmettelijk
heid moet worden gesproken. Zo schet
ste inleider een bepaald geval, waarbij
door aankoop van een bepaalde ram
Vlammenwerpers van de Marine
hebben de afgelopen zomer de mossel-
banken ten zuiden van Ameland be
werkt en men had gehoopt het op
dringen van de mosselparasiet naar het
westen van de Waddenzee tegen te
gaan. Dit blijkt uit een memorie van
antwoord van Minister Marijnen (Land
bouw en Visserij) op de begroting 1962.
Het scheppen van een brede mossel-
vrije zone zou het opdringen van de
mosselparasiet in westelijke richting
sterk kunnen belemmeren, zo niet ge
heel onmogelijk maken.
In samenwerking met het bedrijfs
leven werd in de zomer van het jaar
1961 een poging ondernomen om door
schoonkorren en vernietiging van de
gevangen wilde mosselen een mossel-
vrije zone te scheppen vlak ten westen
van de voormalige dam naar Ameland.
Ofschoon hierbij vele mosselen zijn
weggevist, leidde de hoge ligging van
vele mosselbanken, waarop dienten
gevolge slechts korte tijd met enkele
daartoe geschikte vaartuigen kon wor
den gevist, alsmede de vele werkzaam
heden, welke de aanwezigheid van de
mosselvaartuigen op de mosselpercelen
noodzakelijk maakt, ertoe dat het be
oogde terrein niet voldoende mosselvrij
kon worden gemaakt. Dat de mossel-
parasiet in 1961 geen verdere vorderin
gen in westelijke richting maakte, mag
waarschijnlijk echter grotendeels aan
het schoonvissen worden toegeschre
ven. Pogingen om andere technieken
ter vernietiging van de natuurlijke
mosselbanken in het gebied ten zuiden
van Ameland te ontwikkelen hebben
niet tot succes geleid. Zelfs het inzetten
van vlammenwerpers, waartoe de
Marine bereidwillig haar medewerking
verleende, vermocht de droogvallende
mosselen niet afdoende te vernietigen.
Dam komt te laat
Het kan niet worden ontkend, dat
het aanleggen van een dam tussen
Ameland en de vaste wal voor de
mosselcultuur in de westelijke Wad
denzee, welke thans circa 80 pet. van
de Nederlandse consumptie-mosselen
levert, ter waarde van circa ƒ10 mil
joen per jaar, en na voltooïng van het
Deltaplan 100 pet. zal leveren, in be
langrijke mate bescherming zou kun
nen bieden, aldus minister Marijnen.
Dit in het bijzonder, indien het in de
dagbladen vermelde project, om zowel
naar de westpunt als naar het oostelijk
deel van Ameland een dam te leggen,
zou kunnen worden uitgevoerd.
Verdere voortschrijding van de mos
selparasiet in westelijke richting zou
daarmee wellicht voorgoed verhinderd
worden. Gevreesd moet echter worden,
dat de mosselparasiet reeds de terrei
nen ten westen van Ameland zal heb
ben bereikt, voordat de dammen zijn
gelegd. Aanleg van een dam op enig
tijdstip nadat de parasiet zich ten wes
ten van Ameland stevig gevestigd
heeft, in een gebied dat met voldoende
mosselvrij te maken is, zal voor de
mosselcultuur geen bescherming meer
kunnen bieden.
Waddenzeeproductie bevorderen
Door de minister is in de memorie
van toelichting op de begroting 1962
opgemerkt, dat het nodig is zich te
bezinnen op maatregelen, die de opvoe
ring van de mosselenproduktie in de
Waddenzee bevorderen, mede wegens
het verlies in de toekomst van het
Zeeuwse produktiegebied als gevolg
van de uitvoering der Deltawerken.
De problemen welke hierbij naar
voren komen en waarbij met name de
belangen van de andere vormen van
visserij op de Waddenzee niet uit het
oog worden verloren, zijn door hem in
studie genomen. Het komt de minister
niet opportuun voor reeds thans zijn
ambtgenoot van Verkeer en Waterstaat
in dit onderzoek te betrekken. Aange
zien alle facetten van de hier liggende
vraagstukken nog niet voldoende kon
den worden belicht, kan dit onderzoek
niet op korte termijn worden afgeslo
ten, zodat er van een eindoordeel hier
omtrent nog geen sprake kan zijn.
Mosselkweker:» contra garnalenvissers
De oorzaken van controversen tussen
de mosselkwekers en de garnalenvis
sers in de Waddenzee liggen in de bot
sende belangen dei onderscheidene
groepen. Waar op een en dezelfde plaats
mosselcultuur en garnalenvangst niet
zijn te combineren, zal de ene activiteit
voor de andere moeten wijken. Minister
Marijnen bezint zich op een oplossing,
welke zo veel doenlijk naar billijkheid
aan de belangen van elk der partijen
tegemoet komt.
de nakomelingen en tevens de door
bedoelde ram gedekte schapen na en
kele jaren de ziekte vertoonden. We
hebben hier nl. te maken met een zgn.
virusziekte, waarbij het merkwaardige
is, dat het virus pas na enkele jaren
de schadelijke gevolgen vertoont.
Dr. Wensvoort vertoonde ook enkele
plaatjes van schapen, die leden aan
cobaltgebrek. Kenmerkend waren hier
de sterk ingevallen flanken. De ziekte
komt vrijwel altijd voor op door de zee
gevormde gronden, derhalve duingrond
en poldergrond. Als op de bedrijven een
combinatie van schapen en rundvee
voorkomt treedt deze ziekte meestal
niet op, omdat door de mest van het
rundvee belangrijke hoeveelheden co-
balt op de grond terecht komen.
De op de Texelse schapenbedrijven
algemeen bekende „zwaaiertjes" moe
ten gezien worden als een gevolg van
kopergebrek. Deze ziekte komt in ver
schillende vormen voor, maar in vrij
wel alle gevallen sterven de dieren. In
dien deze ziekte bij schapen voorkomt
zijn de kenmerken het duidelijkst aan
de wol te zien. De vacht is los en de
kronkeling van de woldraden ver
dwijnt.
De correctie van kopergebrek noem
de Dr. Wensvoort zeer moeilijk. Het
gevaar van een overmaat aan koper is
bij schapen nl. zeer groot. Zo noemde
de inleider een aantal gevallen van ko
pervergiftiging bij rammen en fokdie-
ren, die veel krachtvoer met kopertoe
voeging ontvingen. Het vlees van deze
dieren gaat een gele kleur vertonen.
Inleider noemde verder de zgn. „rek-
kertjes". De mening, dat deze dieren
wol in de ingewanden zouden hebben
noemde spreker niet juist. Dr. Wens
voort merkte nl. op, dat wel 75% van
de dieren wol in de ingewanden heeft,
maar dat dit meestal geen nadelige ge
volgen heeft. Bij de rekkertjes is de
oorzaak van de afwijking een gebrek
aan de tussenwervelschijf in de rugge-
graat.
Een zeer bekende en gevreesde ziekte
is „het bloed", een ziekte die vooral
voorkomt bij lammeren, die in een
goede voedingstoestand verkeren. De
oorzaak moet worden gezocht in bac
teriën, die in de darmen van de dieren
voorkomen. De ziekte geeft niet steeds
hetzelfde beeld. In het ene geval slaan
de dieren heftig met de ledematen, in
een ander geval zien de dieren er suf
uit, terwijl meermalen ook diarrhee
voorkomt. Het aantal uitvallers varieert
sterk. In de meeste gevallen bedraagt
deze niet meer dan 1 - 2%. In ernstiger
gevallen is enting aan te raden. Sinds
kort is er een zeer goede Engelse ent
stof, waarmee de drachtige dieren 14
dagen voor het lammen moeten worden
ingespoten. De later geboren lammeren
blijven in ieder geval 14 dagen onvat
baar voor „het bloed". Enting is ver
antwoord wanneer een sterfte van 3 -
4% optreedt.
Een ziekte, die op Texel op enkele
bedrijven voorkomt nl. „scrapie" treft
vooral de jonge dieren. Óp één bedrijf
kwam hierdoor een uitval van 10%
voor. Kenmerkend voor deze ziekte is
de ondraaglijke jeuk. Als gevolg van de
drang der dieren om de jeuk tegen te
gaan treden vaak ernstige verwondin
gen op. In Engeland komt deze ziekte
veel voor en kan van een probleem
worden gesproken. De export naar di
verse landen is daardoor stilgelegd. De
Amerikaanse regering heeft nu een
aantal deskundigen met een flink kapi
taal naar Engeland gestuurd om een
uitgebreid onderzoek in te stellen naar
deze ziekte.
Aan het slot van de avond werden
een serie dia's vertoond van een korte
excursie van de heren Dr. Wensvoort
en C. van Leeuwen naar Frankrijk.
Hieruit bleek wel zeer duidelijk, dat er
voor de afzet van slachtlammeren mo
gelijkheden zijn, maar tevens, dat aan
de kwaliteit hoge eisen worden ge
steld.
Wegens de vergevorderde tijd het
middernachtelijke uur was nl. aange
broken bleef de discussie zeer be
perkt. Het bestuur van de Bedrijfsver
eniging is van oordeel, dat de stof, die
Dr. Wensvoort deze avond behandelde
met daarnaast nog diverse andere as
pecten van de schapenhouderij het
waard is om in het volgend seizoen een
aantal avonden te organiseren, waar
breder op deze onderwerpen kan
worden ingegaan