Cjroen '/warL-Jexels in het harL, Texelaars de negentiende eeuw Meeuwen boven Sorrento ER5KOMT TEKENING IN! mmsm Sterk spel in f25,00 f25,00 1-persoons schuim- plastic bedstellen Moerbeek's Meubelhandel f 25,00 f 25,03 DINSDAG 13 MAART 1962 TEXELSE 75e JAARGANG No. 7642 COURANT Uitgave N.V. v.h. Langcveld de Rooft Boek-, Kantoorboek- en Fotohandel Handelsdrukkerij Den Burg, Texel - Postbus 11 - Tel. 2058 Verschijnt dinsdags en vrftdags. Bank: Rotterdamse Bank; Coöp. Boerenleen bank. Postgiro 652. Abonn.pr. ƒ2,25 p. kwart. 25 ct. incasso. Advertenties: familieberichten 12 ct. p. mm.; andere advert. 10 ct. p. mm. Een landschappelijk kftkjc op Den Burg omstreeks 1850 Het valt niet mee als dominee in Oosterend preken moet, om dan in een sneeuwstorm de weg van Den Burg naar dat dorp te voet af te leggen. Het is begrijpelijk, hoe Huizinga dikwijls in zijn dagboek schrijft, dat hij véél hoest en zwaar verkouden is. En toch heb ben heel wat dominees en priesters op hun lange wandelingen naar de ver schillende dorpen, hun plicht indachtig, blijmoedig die wandelingen aanvaard. Gelukkig kwam Cors Roeper dominee dikwijls halen en Pieter of Simon Keij- ser, ook wel Mr. Willem Bok stonden gewoonlijk met de kapwagen klaar als de leraar het besluit genomen had om op reis te gaan. Ze brachten hem dan, naar gelang het doel zijner reis naar het Oude- of Nieuwe Schild. Maar de bezoeken aan lidmaten, ook als die op andere dorpen woonden of in de nog maar gedeeltelijk gecultiveerde Eier- landse polder, werden gewoonlijk te voet gebracht. Als Huizinga weer eens naar zijn moeder in Westzaan gaat, steekt hij met de schuit van Koning het Marsdiep over, maar ook dat ging niet altijd even vlot. Eens lezen we, dat het scheepje, worstelend met tegenwind dicht bij het Nieuwediep terug moet keren. In Oude Schild wordt gewacht op beter weer en gewoonlijk wordt de overtocht dan in een uur volbracht. Soms moet in Nieuwediep enige uren worden gewacht op de trekschuit van Goedkoop, die naar Alkmaar vaart, maar is men eenmaal daar aangeko men, dan wordt met een stoomboot de plaats van bestemming in enkele uren bereikt. Door elkaar genomen was Hui zinga met zo'n reisje omstreeks 1850 15 a 20 uur kwijt. Maar men vindt zo iets gewoon en moppert er niet over. Van Westzaan uit bezoekt Huizinga gaarne Amsterdam om te gaan luiste ren naar een preek van de beroemde kanselredenaar Oosterzee en gretig ver neemt hij bij vrienden en familieleden het laatste nieuws, dat nog niet tot Texel doorgedrongen is. Voor vrouw en kinderen neemt hij geschenken mee, als hij terugkeert. Het verwondert ons niet als hij zijn misnoegen neerschrijft over de gesprekken in de trekschuit, die overvol, vele polderjongens naar Texel brengt. Ze zijn werkzaam in de nog maar net bedijkte Prins Hendrikpolder en hebben uiteraard een conversatie, die niet iedereen waarderen kan. Nauw keurig als hij is, telt Huizinga 53 pas sagiers. Het moet in de roef van de trekschuit, waar velen zwaar aan hun pijpen zaten te blazen, om te stikken zijn geweest, Jakob Huizinga was natuurlijk niet de enige Texelaar, die op reis ging. Burgemeester Pieter Keijser was lid van de Provinciale Staten en moest dus af en toe naar Haarlem. Hij klaagt er over dat ieder uitstapje hem ƒ30, kost. De honorering van een Statenlid is zo gering, dat hij er jaarlijks ƒ100, bij moet leggen. En hij mokt over het salaris van leden der Tweede Kamer, die jaarlijks ƒ2400,ontvangen, maar die het naar zijn mening ook wel met een derde gedeelte minder konden stellen. Pieter Keijser was een zuinig beer onder wiens voorzitterschap de nieuwe gemeenteraad verschillende sa larissen drastisch verminderde. Zijn eigen salaris als burgemeester werd van ƒ1000,tot ƒ800,teruggebracht, dat van de secretaris werd verlaagd van ƒ900,tot ƒ600,en de gemeente ontvanger moest voortaan met ƒ400, genoegen nemen. Een verlaging van ƒ200,Bok was woedend en kon niet verdragen „dat vijf nietswaardige dom koppen, die ternauwernood hun naam konden schrijvende brutaliteit zo ver hadden doorgevoerd, dat zij een gestudeerd man, een rechtsgeleerde, een man in ontwikkeling en beschaving ver boven hen verheven zijn congé hadden gegeven". Want met het besluit tot salarisvermindering had men Bok als secretaris aan de kant gezet en was „een zeer jong mensch, tegen wie hij toch alreeds zeer verbitterd was en die hem in zijn notariële practijk benadeel de, tot secretaris der gemeente be noemd". Huizinga noteert alles wat hij hoort, daaronder heel wat over de geldzucht en het materialisme van de mensen, waardoor betere eigenschappen in het gedrang komen. Wij geloven echter niet dat het zijn bedoeling was om vast te stellen, dat op Texel, goed en kwaad anders waren verdeeld dan in de rest van Nederland! Het dagelijkse leven was zo'n goede honderd jaar geleden voor de maat schappelijk wat hoger geplaatsten wel om uit te houden, hoewel ook zij heel wat ellende te verduren hadden, ellen de vooral op het gebied van ziekte en ongevallen. Talrijk waren de nog jonge vrouwen, die in het kraambed stierven, de kindersterfte was groot, tegen „wa terzucht" en „het podagra" was geen remedie. Huizinga vermeldt, dat op 16 januari 1846 zes kinderen aan kink hoest gestorven zijn en Meester Brou wer werd wel zwaar bezocht toen hij in twee maanden tijds, vijf kinderen verloor aan de group. Dr. Stolp van Oosterend laat de zieke Huizinga Iers mos drinken en legt hem een pleister met Spaanse vlieg op de borst en Dr. Van Deinse uit Den Burg trachtte zijn doodzieke vrouw verlichting te geven door het leggen van bloedzuigers op de slapen. Onze chroniquer schreef: hetgeen met zeer veel moeite ge lukte. ze bleven een kwartier zui gen en de zieke kwam langzaam weer tot meer leven". In april 1848 bezoekt Huizinga Jan Flens in Oude Schild, wiens vrouw zeer neerslachtig was. Zij had in 15 maanden vijf kindertjes naar het kerkhof gebracht. De upper ten van het eiland ging op mooie dagen gaarne naar de Hoge Berg, per chais of ook wel te voet om elkaar te ontmoeten aan de grens van de te genwoordige Zandkuil, waar men een houten gebouwtje had neergezet, waar verversingen werden geschonken. Men noemde het gebouwtje De Tent, oudere Texelaars moeten het in hun jeugd nog wel hebben gekend. In deze tent, ont moette men elkaar als op 'n sociëteit en werden aangelegenheden van de dag be sproken. Nicolaas de Cock ging er over de tong omdat hij alle oudheden, anti quiteiten dus, opkocht en iedere stran ding vond er aanleiding tot gesprek. Het strand was lang en er waren hon derden mensen, die op roof uitgingen. In de buurt van deze tent, had Mr. Willem Bok voor zichzelf een soortge lijk bouwsel neer laten zetten en ook daar ontmoette men elkaar. Aardig is het om te lezen, dat Jakob Huizinga, die een principiële „afschaffer" was meermalen in een van beide tenten een heerlijk glas wijn heeft gedronken. Wijn en drank waren toen en mis schien terecht nog twee verschillen de begrippen. Onze dominee bleven de beproevin gen des levens niet bespaard. Na een lang ziekbed kwam zijn innig geliefde vrouw te overlijden, het was Bok die de „communicatiebrieven" verzorgde. Zonder commentaar willen wij met de inhoud van zo'n brief besluiten:, Tot mijn diepe droefheid ben ik in de treurige verplichting Ued. mede te delen, dat het den Almachtige Een groepje van negen Texelse ama teurspelers heeft het, onder leiding van mevrouw Ten Hooi, aangedurfd nota bene drie uitvoeringen te geven van het niet gemakkelijke toneelstuk „Meeuwen boven Sorrento", geschreven door Hugh Hastings. De heer J. van de Kerkhof, De Koog, nam tot deze uit voeringen het initiatief, in het kader van de anti-hongeractie ,10 x 10". Wij bezochten de uitvoering van jongstleden vrijdag. Op de avond er voor hadden de Texelse bejaarden de gelegenheid gehad de uitvoering (gra tis)) bij te wonen, vrijdag en zaterdag kwam het normaal betalende publiek. Burgemeester C. De Koning schatte in zijn openingstoespraak de gemiddel de leeftijd van het (nogal schaars aan wezige) publiek vrij hoog, terwijl toch de 10 x 10 actie door de jeugd is opge zet. Het is verheugend, aldus de heer De Koning, dat ook de Texelse jeugd bewijst in te zien waar bet om gaat. De ouderen kunnen vaak de omschake ling niet bijhouden, de omschakeling naar de gedachte aan anderen die het minder hebben dan wij, die honger lij den en die dus geholpen moeten wor den. „Hopelijk", zo besloot burgemees ter De Koning, „doet de jeugd het beter dan wij". Het stuk In „Meeuwen boven Sorrento" wor den wij geconfronteerd met een groepje KOOPT NU Woensdagmorgen brengen wij in de verkoop een grote partij 80 x 190 cm. Prima onbeschadigd goed Restantenverkoop van een fabriek door ons aangekocht heeft behaagd mijn teeder geliefde huisvrouw Alida Meihuizen in den leeftijd van 34 jaar den 29sten October 11. 's avonds 11 ure tot zich te roepen en deze aarde met zoo ik geloovig ver- trouwe een betere wereld te doen ver wisselen. Zij overleed één uur na den afloop eener hoogst moeilijke verlos sing van een doodgeboren kind, mij na een zeer gelukkige echt van 13 jaren als vader van 6 nog zeer jonge kinderen in een toestand van diepe droefheid ach terlatende, die zich beter laat beseffen dan beschrijven. Overtuigd van Uw hartelijke deelneming beveel ik mij ernstig in Uw gebeden en smeek den Algoeden, dat Hij U nog lange voor zoodanige bittere beproevingen bewa ren moge, terwijl ik mij noem uw diepbedroefde J. Huizinga VI. Correspondentie- Mevr. K. B. en de heer C. K. Hzn. Grote dank voor Uw brieven. In een volgend nummer zullen wij er gebruik van maken. marinemensen, tijdelijk gestationneerd op een rotseilandje, niet ver van de Britse marinebasis Scape Flow. De om standigheid dat voorlopig het doel van hun verblijf strikt geheim is, maar dat wel vaststaat dat het om een gevaar lijk „job" gaat, brengt spanning onder de manschappen. Stuk voor stuk heb ben zij zich om geheel andere redenen voor het gevaarlijke karwei gemeld Daar is de matroos eerste klas Badger, wiens vrouw er met een ander vandoor is. Niet zijn vrouw neemt hij dat op de eerste plaats kwalijk, maar vooral die ander. Het is de seiner-telegrafist Cleland die het op z'n geweten heeft. Ook die komt later op het eilandje in hun midden; hij schijnt een oppervlak kige vrouwenjager, maar blijkt, als puntje bij paaltje komt, het mannen hart op de rechte plaats te hebben. We ontmoeten matroos eerste klas Turner met zijn sterke gevoel voor rechtvaar digheid en zijn collega, de benjamin Sims, die wees is en zo dolgraag zou willen weten welk bloed hem door de aderen stroomt. De stille Mcintosh, de geleerde Hudson. Onder vier van hen zal het lot beslissen wie de eerste tocht zal maken in de experimentele vest zaktorpedojager, die een zeer gevaar lijk projectiel zal moeten afschieten. Dit geheim wordt hun verteld als een van de kameraden, Hudson, door een ont ploffing het leven laat. De mannen wordt het leven lastig gemaakt door de treiterige Sergeant Herbert, die alles strikt volgens de marineregels wil laten verlopen, maar waaraan de mannen zich bitter weinig storen De spanning stijgt ten top als een van de kameraden de eerste tocht zal maken. Het is Turner, die via een schijnloterij zich zelf heeft aangewezen. Alles keert ten goede als Turner, die samen met de luitenant ter zee 3e klasse Granger, de eerste tocht heeft gemaakt, het experi ment overleeft, hoewel de mannen in gedachte al afscheid van hem hebben genomen De commandant, lt. ter zee lste klas Redmond, vertelt ten slotte dat het experiment prachtig is verlo pen en dat de diensten der mannen voorlopig niet meer nodig zijn. On danks hun schandalige gedrag tegen over sergeant Herbert (zij hebben hem stevig te grazen genomen) krijgen de mannen enige weken verlof. Wij zien in de slotscène sergeant Herbert als een gebroken man wegstiompelen. Het spel Wij zijn enthousiast! Wij geloven niet ooit zulk sterk spel van Texelse ama teurs gezien te hebben. De heer J. v.d. Kerkhof heeft het goed gezien keus te maken uit de mannelijke leden van verschillende Texelse verenigingen. En wel héél goed wist hij wat hij deed toen hij een bezoek bracht aan mevrouw Ten Hooi met het verzoek de regie op zich te willen nemen. Van haar immers is bekend dat zij wérkelijk weet wat to neelspelen is en wat nog belangnjker is, zij weet haar wil aan de spelers op te leggen. De bewijzen daarvan hebben we duidelijk mogen zien. En bij de beoordeling kunnen we het niet laten het allereerst weer matroos eerste klas Badger te noemen. De heer C. v.d. Kerkhof kreeg de taak Badger gestalte te geven. Echt met z'n onver schillig soort vrolijkheid, op de momen ten dat hij z'n kameraden moed in sprak, en in z'n heftige verdriet om de omgekomen Hudson. En dan de heer G. Witvliet in zijn rol als matroos Turner. Niet de minste aanstellerigheid kwam er aan zijn vaderlijke verhouding tot de jonge kameraad Sims te pas. Prach tig was hij in de scènes waarin hij die ellendige, en in zijn treiterigheid toch ook op zijn beurt eenzame, sergeant Herbert te woord stond. Wij hadden de heer H. Veldman nog nooit zien spelen. Het was een allerplezierigste eerste kennismaking. Van Sims maakte hij 'n beslist geloofwaardige jonge knaap. Diepe indruk maakte de nachtelijke scene, als Turner aan de proefneming bezig is. Sims maakt zich grote zorgen om zijn goede vriend. Goed spel was er verder van de heer Pansier als ma troos Mcintosh, de man die een tragisch huwelijksleven achtei de rug heeft en maar langzaam tussen zijn nieuwe vrienden op gang komt Een heel aparte figuur was wel de matroos Hudson, in werkelijkheid een geleerde die liever als gewoon matroos tussen de jongens wilde verkeren. De heer K. Zeldenrust heeft er een prettige, aardige kerel van gemaakt. De seiner-telegrafist Cleland bleek een goede rol voor de heer L. v.d. Wulp. Leuk was zijn ontmoeting met Badger, aanvankelijk zijn vijand. De heer H. Vermeulen had de belangrijke rol van sergeant toipedomaker Herbert toegewezen gekregen. Het leek ons toe dat hij even moeite had in zijn rol te groeien, maar het zal wel de bedoeling geweest zijn dat hij steeds een en de zelfde houding aannam, behalve dan op het laatste ogenblik, wanneer hij als een gebroken man zijn ondergeschikten vrolijk de vrijheid tegemoet ziet gaan. Dan is er nog de luitenant ter zee 3de klas Granger, gespeeld door de heer A. Geus. Tja, een beetje moeilijk. Het werd niet helemaal duidelijk waarom hij zoveel sympathie van de jongens verwierf. Dat bleek wel uit de te zeg gen tekst, maar haast niet uit zijn hou ding, zijn spel. Komen wij tenslotte op de heer J. v.d. Kerkhof, die als luite nant ter zee lste klas Redmond op het tapijt kwam. Een kleine rol waarin hij geen fouten maakte. Daarmee hebben we ze gehad. We hebben genoten, van de eerste tot de laatste scene. Laten we niet te gauw zeggen dat amateurs niet aan moeilijke stukken moeten beginnen. We hoorden, niet door de eerste de beste, de mening verkondigen dat het niet verstandig zou zijn als dit clubje vaker op de planken zou komen. Want, zo weid gezegd, dan zouden de vaste toneelgezelschappen niet meer voor de draad durven komen. Kom nou! We hebben er allemaal iets van kunnen leren, ook dus de leden van die gezelschappen, die stellig zijn wezen kijken. Tenminste, dat hopen we. O ja, we vergeten bijna de grimeur te noemen De heer H. C. Prins heeft goed werk geleverd, met name met de prachtige kop van de sergeant. Een stille medewerkster was mevrouw Eel- man uit De Koog. En ook voor haar een compliment want, zo ze al voor de spelers merkbaar werk zou hebben ge daan, wij in de zaal hebben er beslist niets van kunnen vernemen. De familie Beumkes zorgde voor een stijlvolle muzikale illustratie. Dominee Soesan vertolkte in een slotwoordje aller mening toen hij re gisseuse en spelers dankte voor hun prachtig werk. Ook mevrouw Ten Hooi werd nog even op het toneel gehaald en een donderend applaus was haar deel. Het zou ons spijten als zij zich nooit meet zou willen bemoeien met het Texelse amateurtoneel. GESLAAGD Kees Graaf, Wilhelminalaan 108, Den Burg, deed met gunstig gevolg examen voor 3de stuurman Grote Handelsvaart. •--■C Een half jaartje geleden hadden we het misschien niet gedacht. Er was een woestenij van zand en schijnbaar zonder enige orde woelden enorme ma chines hun pad door de duinen. En neem nu eens vanuit de lucht een kftkjc: wel degelijk is nu te on derkennen wat de bedoe ling is van die explosie van werkkracht. We krftgen een móóie haven, dat staat vast. We moeten hopen, dat de pessimisten in alle op zichten ongelijk krftgen, en dat er dus van een moei lijk binnenlopen, van vlug verzanden en van volle dige desorganisatie in de seizoenweekenden straks helemaal geen sprake zal zijn. Voorlopig laten we het bft een compliment aan de „super-organisato ren", die de uitvoerders van dit voor Texel le vensbelangrijke werk al hebben bewezen te zftn (foto Aaro-Camera)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1962 | | pagina 1