-Maag-darm wormziekte
Toch nog liefde
st reekootwikkeling
sir
^'ig-darmwormziekte wordt ver-
pper akt door kleine ronde parasieten
/an verschillende soorten leven in
Tpmaag en het darmkanaal van het
p. Deze parasieten zuigen bloed,
jetigen darmweefsel of doen zich
■ed aan de eiwitrijke darminhoud.
jjggen eieren die, met de mest af-
erd, op het land komen. De uit
t eitjes komende larfjes worden al
smd door het schaap opgenomen,
•door het aantal parasieten in het
ikanaal steeds groter wordt.
™^t is een langzaam verlopende ziek-
lekenmerkt door onvoldoende groei,
•ree, sterke vermagering en sterfte.
het begin van de infectie zijn de
.chijnselen weinig opvallend. De
-en ontwikkelen zich niet zo snel
r als in de voorafgaande weken on-
'ks het feit dat de kwaliteit van de
de en het eventuele bijvoeren van
ammeren toch een snellere groei zou
n verwachten. Diarree is zeer ken-
Vkend, hoewel deze verschijnselen
i bij alle dieren, vooral niet bij vol-
^sen schapen, worden gezien. Ernstig
inette dieren zijn mager en suf. Ze
'zen onvoldoende en zoeken veel in
Appels en langs sloten. De vacht is
en dor.
)e ziekte treedt vooral op zolang het
■■^s groeit, terwijl in de winter veel
nder last wordt ondervonden. In het
j.orjaar besmetten de melkgevende
.ien gedurende een korte periode de
•ïidepercelen zeer sterk. De lammeren
prden reeds vóór de speenleeftijd be
iiet en naarmate ze ouder worden en
lang op percelen blijven lopen of
jnieuw op percelen worden gebracht
^aarop in dat grasseizoen reeds scha-
gn liepen, neemt de besmetting toe en
zinnen de dieren ziek worden.
Jüe ziekte wordt op schapenbedrijven,
•aar veel dieren per oppervlakte-
inheid worden gehouden, het gehele
^raasseizoen gezien. Op dergelijke be-
Lrijven vertonen soms zeer jonge lam
peren, nog voordat de speenleeftijd is
jereikt, de verschijnselen Op bedrijven
^aar minder schapen worden gehouden
'eeft de ziekte ook kans van optreden
ril wel:
3. indien na de voorjaarsgrasgroei te
v lang gewacht wordt schapen en lam
meren op schone percelen te bren
gen.
indien weidelammeren zijn aange-
kocht en deze dieren te lang op een
te klein perceel blijven lopen.
indien gedurende de herfstmaanden,
nadat alle percelen gedurende de
zomer eens beweid werden door
lammeren, er geen schone percelen
meer beschikbaar zijn.
Maag-darmwormziekte is een ziekte
van het jonge dier. Lammeren zijn tot
de leeftijd van één jaar zeer gevoelig.
Ze kunnen gemakkelijk besmet worden
met deze parasieten. Volwassen schapen
bezitten een grote weerstand. Bij vol
wassen schapen beperkt zich de besmet
ting tot een klein aantal dieren uit het
koppel. Daarentegen zijn steeds alle
lammeren aangetast.
Het vermoeden dat maag-darmworm-
ziekte in het spel is, kan worden beves
tigd door onderzoek van gestorven die
ren of van mest van zieke dieren.
Het bestrijden van maag-darmworm
ziekte is tegenwoordig op afdoende
wijze mogelijk. Zieke dieren moeten
daarvoor worden ontwormd. De dieren
worden daarna op een schone weide
gebracht, waarop gras van goede kwa
liteit staat. Indien deze percelen niet
beschikbaar zijn, het gras van onvol
doende kwaliteit is of de groeiperiode
van het gras ten einde loopt (oktober),
gaat men de dieren bijvoeren.
Indien het lammeren betreft die ziek
zijn, dan moeten alle dieren uit het
koppel worden behandeld. Zieke en
magere volwassen schapen worden van
het koppel gescheiden, de gezonde die
ren behoeven geen behandeling. Een
tweede ontwormkuur 14 dagen na de
eerste behandeling is noodzakelijk.
Phenothiazine is het meest gebruikte
wormafdrijvend middel. Lammeren
krijgen hiervan 15 gram per keer, vol
wassen schapen 30rgram.
Phenothiazine is verkrijgbaar in ta-
bletvorm en als poeder. De tabletten
worden met behulp van een pillenschie-
ter in de bek gebracht. Op grote scha
penbedrijven is het gebruik van een
automatische doseerspuit te overwegen.
In een rubberzak bevindt zich in water
opgeloste phenothiazine, dat met be
hulp van een spuit in de bek van het
dier gespoten wordt. Met deze beide
hulpmiddelen kunnen in korte tijd een
groot aantal lammeren worden be
handeld.
Het is volop lammerentijd op
het eiland. Overal in het weiland
rond de boerderijen ziet men het
dartele jongvee weer springen.
Het doet ons genoegen in dit
verband een artikel te kunnen
plaatsen van onze vroegere
plaatsgenoot Dr. P. Wensvoort.
voor de koeien, gekuild of gehooid wor
den en door het uitbesteden van scha
pen op rundveebedrijven, waardoor ook
het eigen land rust krijgt. Men moet
dus trachten om gedurende de winter
niet die percelen met schapen te bewei
den die in het voorjaar voor schapen
en lammeren zullen worden gebruikt.
In het voorjaar, nadat de lammeren
zijn geboren, besmetten de melkgeven
de ooien gedurende 6 weken na het
lammeren, de percelen in veel sterkere
mate dan gedurende de rest van het
jaar. In deze periode worden de jonge
nog zuigende lammeren reeds besmet
en nemen zoveel parasieten op dat ze
gedurende het verdere graasseizoen
voor zich zelf een bron van besmeting
zijn.
Naarmate per bedrijf meer schapen
per hectare worden gehouden, nemen
de moeilijkheden veroorzaakt door
maag-darmparasieten toe. Dergelijke
bedrijven moeten met het optreden van
de ziekte terdege rekening houden en
reeds lang te voren maatregelen nemen
om de ziekte te voorkomen.
In principe moet men daarbij van
uitgaan om elk te gebruiken perceel
rust te géven, dat wil zeggen niet met
schapen te beweiden. Hoe langer dit
mogelijk is, des te gunstiger. Dit kan
in het voorjaar en 's zomers bereikt
worden door de percelen te kuilen of te
hooien of te beweiden met rundvee,
's Winters door het bijtijds ophokken
van de jonge aanfok (keurooien); door
het bijeenbrengen van de volwassen
schapen op een kavel waar ze een win-
terrantsoen krijgen; door het houden
van volwassen schapen op die percelen
die in het voorjaar bestemd worden
Men kan deze besmetting in het voor
jaar voor een deel voorkomen door de
schapen met jonge lammeren de eerste
weken na de geboorte te weiden op per
celen die voor hooibouw zijn bestemd.
Deze percelen worden dan sterk besmet
maar de larfjes sterven af gedurende
die tijd, waarin op het perceel hooi
wordt gewonnen, terwijl tijdens het
voorbeweiden van het hooiland de jon
ge lammeren, die dan voornamelijk nog
zuigen, geen of weinig larfjes opnemen.
Daarna is het meerdere malen verwei
den van ooien met lammeren op schone
percelen voor het bereiken van de
speenleeftijd aan te raden.
Op bedrijven waar een groot aantal
schapen per hectare wordt gehouden
is dit niet altijd uit te voeren. Men
dient echter wel te bedenken dat elke
week dat de ooien met lammeren lan
ger op de percelen lopen die reeds van
af het vroege voorjaar werden beweid
door schapen, de besmetting groter zal
worden. Op dergelijke bedrijven moe
ten de lammeren dan ook vroeg worden
gespeend. De moeders kunnen zonder
bezwaar op de besmette percelen blij
ven lopen. De lammeren worden dan
apart geweid, hetzij na verkoop naar
rundveebedrijven waar ze, onder gun
stige omstandigheden wat de weide-
hygiëne betreft, in de ruimte worden
geweid, hetzij nadat ze op schone wei
den zijn gebracht (b.v. naweiden) indien
het bedrijf zelf beschikt over mogelijk
heden de lammeren te weiden.
Het weiden van lammeren dient met
veel zorg te geschieden. Het meest
ideale is wel de lammeren in de ruimte
te laten lopen. De dieren hebben dan
zo veel te grazen dat ze vooreerst niet
meer terugkomen op de plaats waar ze
hebben gemest en de larfjes zodoende
ontlopen. Op tal van bedrijven is dit
niet mogelijk. .Men moet dan zuinig zijn
met het „schone land" en er voor zor
gen steeds de beschikking te hebben
over percelen die geruime tijd (zo lang
mogelijk) niet beweid werden door lam
meren, teneinde hierop de lammeren te
brengen. De percelen die beweid werden
door lammeren kunnen het beste ge
bruikt worden voor rundvee en vol
wassen schapen. Deze dieren nemen al
grazende veel larfjes op, zonder zelf
ziek te worden of het weiland in ernsti
ge mate te besmetten, (het zogenaamde
stofzuigereffect)
Ondanks de goede voorzorgen die bij
het toewijzen van de percelen in acht
worden genomen, is de kans voor het
optreden van maag-darmwormziekte
bij lammeren steeds aanwezig. Zeker is
dit het geval als het tegen het einde
van de grasperiode loopt en alle perce
len eens door lammeren werden be
weid. Bij het opnieuw beweiden van
deze percelen door lammeren kunnen,
mede door de lange levensduur van de
larfjes op het weiland, toch nog lam
meren ziek worden.
Men doet er daarom goed aan de
lammeren steeds te observeren en bij
de eerste verdachte tekenen van maag
darmwormziekte (het niet willen doen)
maatregelen te nemen ter bestrijding.
Op deze wijze zullen verliezen tot een
minimum worden beperkt.
Intensieve bedrijven hebben in de
regel elk jaar te kampen met moeilijk
heden, verband houdende met maag
darmparasieten, die vroeger of later
in het grasseizoen optreden. Op deze
bedrijven is een regelmatige wormbe
handeling op zijn plaats. Vanaf het mo
ment van spenen krijgen de lammeren
maandelijks een wormkuur (15 gram
phenothiazine). De laatste behandeling
krijgen ze in december, worden ze ech
ter eerder opgehokt, dan kan de laatste
behandeling op hok geschieden.
Op de grote intensieve schapenbe
drijven is tevens een voorbehoedende
behandeling van de melkgevende ooien
in het voorjaar aan te bevelen. Na het
lammeren ondergaan ze dan één of
tweemaal (met 14 dagen tussenruimte)
een ontwormingskuur.
De bestrijding van maag-darmworm
ziekte zal des te betere resultaten af
werpen naarmate men sneller ingrijpt
en vroegtijdig voorzieningen treft.
Maag-darmwormziekte behoeft ook op
grote bedrijven geen probleem te vor
men, indien men het bovenstaande toe
past en men er voor zorgt dat de dieren
steeds voldoende voedsel kunnen op
nemen.
DOOPSGEZINDE ZUSTERKRINGEN
Diegenen, die zich voor het reisje
naar Den Haag e.o. hebben opgegeven,
worden verzocht op donderdag 5 april
a.s. om 5 uur precies aanwezig te zijn
bij het postkantoor, waar de bus klaar
staat.
S.V. TEXEL
Uitslagen van zondag:
SRC-Vesdo 2—3; Vrone-W.Waard 0—5
Adsp.: Texel a-Tex. Boys b 110;
Texel a kampioen; De Koog-Texel b
5—1. Pupillen: Texel b-Tex. Boys b 4—1
Texel a is dan kampioen geworden.
Wel heeft het een poosje gespannen
tussen De Koog en Texel, maar De
Koog zakte af en liet zo haar kans
glippen. Toch is wel gebleken dat Texel
de sterkste ploeg was. Zij hebben dus
deze plaats verdiend. We wensen hen
geluk en hopen uit deze jeugd weer
nieuwe krachten te kunnen vinden
voor de instandhouding van S.V. Texel.
Zaterdag dan nog bewijzen tegen De
Koog, dat jullie recht hebben op deze
titel. Texel b kon het in De Koog niet
bolwerken, wat ons eigenlijk wat tegen
viel.
Afd. Handbal. Jun. Texel-Dosko b
211. Dat was een dikke nederlaag
meisjes. Volgende keer beter!
A.s. zondag kan zeer belangrijk wor
den. Dan komt onze mede-candidaat
SRC op bezoek. Als alle spelers zich op
deze wedstrijd bijzonder voorbereiden
en met dezelfde wil als tegen W.Waard
aantreden, hebben we een kans, maar
het zal moeilijk worden.
Texel 2 gaan naar Zeemacht 3.
Adsp.: Texel a-De Koog; Texel b-
ZDH. Pupillen: Texel b-ZDH, 3 uur.
Handbal: Geel Zwart-Tekel; junioren:
DES-Texel. Onze concurrent heeft van
daag verloren (toch niet 1 april). Texel,
prifiteer van die voorsprong.
RODE KRUIS TOONT
BOEIENDE FILM
Tevens wordt een aantrekkelijk
kinderprogramma geboden
Het bestuur van Het Nederlandsche
Roode Kruis, afdeling Texel zal in
diverse dorpen op het eiland de wel
zeer mooie film vertonen: „Madame
Curie". In een voorprogramma zal de
Rode Kruis-documentaire „S.O.S.-
Kongo" worden gedraaid.
De jeugd wordt ook niet vergeten,
want voor de jongeren is een speciaal
middagprogramma samengesteld. Voor
hen is de titel van de hoofdfilm: „Het
avontuur van de Toverknikker".
De entreeprijs voor de voorstelling is
zeer gering, de ouderen kunnen voor
ƒ0,75 een kaartje bekomen en de kin
deren betalen slechts 25 cent.
De hoofdfilm „Madame Curie" heeft
wel een bijzonder mooie inhoud.
Perot, professor aan de Sorbonne te
Parijs, beveelt zijn briljante Poolse
studente Marie Sklodovska aan, voor
haar promotie een studie te maken over
de magnetische eigenschappen van
staal. Hij is van mening, dat het labo
ratorium van Pierre Curie hiervoor
geschikt zal zijn.
De verlegen en zich niet op zijn ge
mak voelende Pierre Curie raakt ge
heel van streek, als hij merkt, dat hij
zijn werkruimte met een knap meisje
moet delen. Langzamerhand begint hij
de wetenschappelijke activiteit van
Marie Sklodovska echter te bewonde
ren.
Op zekere dag worden Marie en
Pierre door een opgewonden Dr. Henri
Becquerel uitgenodigd, om naar een
vreemd verschijnsel in zijn laborato
rium te komen kijken. Een lichtgevoe
lige plaat is door een onbekende krach
tige straling van een stuk pekblende
belicht.
Marie en Pierre zijn te zeer door hun
eigen werk in beslag genomen om dit
mysterie te onderzoeken, maar het
raakt toch niet geheel uit hun gedach
ten. Pierre is geschokt als hij hoort, dat
Marie na haar promotie naar Polen
terug zal keren. Hij protesteert, dat zij
in Parijs moet blijven om haar weten
schappelijke talenten te ontplooien
Verward verzoekt hij haar enige dagen
te komen logeren bij zijn ouders, die in
de omgeving van Parijs wonen. Daar
weet hij al zijn moed bijeen te schra
pen om Marie ten huwelijk te vragen.
Als ze na hun huwelijksreis over hun
werk praten, belanden ze weer op het
onderwerp van de pekblende met zijn
wonderlijke straling. Dan nemen ze het
besluit naar het geheim te gaan zoeken.
Ondanks tegenslagen en moeilijkhe
den blijft Marie volharden. Op zekere
dag trekken Marie en Pierre dezelfde
conclusie; zij zijn op het spoor van een
nieuw element.
Dit is het begin van een jarenlange
arbeid, die ten doel heeft uit duizenden
kilo's pekblende een kleine hoeveelheid
zuivere radium af te scheiden.
Marie en Pierre Curie worden we
reldberoemd. Een fabelachtig fortuin
ligt voor het grijpen. In plaats daarvan
schenken zij het radium aan de mens
heid.
Een ontroerende verfilming van de
wetenschappelijke carrière van Pierre
en Marie Curie. Uitstekend spel van
Greer Garson en Walter Pidgeon.
De films worden vertoond op de
volgende plaatsen:
maandag 9 april te De Koog in „De
Kleine Vermaning"; dinsdag 10 april
te De Cocksdorp in hotel Nota; woens
dag 11 april te Den Burg in Casino;
donderdag 12 april te Den Hoorn in het
Dorpshuis; vrijdag 13 april te Ooster
end in het gebouw voor Chr. Belangen.
Aanvang der kindervoorstellingen
om 4 uur en de avondvoorstellingen be
ginnen om 8 uur.
MET BELEID VOEREN IS GOED
BOEREN
Nu de tijd van de nieuwmelkse
koeien is aangebroken, moeten aan de
rantsoenen voor deze dieren de hoogste
eisen worden gesteld. Het is daarom
van groot belang, dat het verstrekte
ruw- en krachtvoeder gewogen en be
rekend wordt. Hierdoor kan worden
vastgesteld of het gegeven rantsoen aan
de vereiste norm voldoet.
Deze voedernorm kan men vinden in
het „Normenboekje" dat uitgegeven
wordt door het Veevoederbureau, ook
staan deze normen in de Landbouwgids
vermeld.
Voor een goede berekening is het
noodzakelijk de kwaliteit van het ruw-
voeder te kennen. Dit kan onderzocht
worden door het Bedrijfslaboratorium
voor Grond- en Gewasonderzoek te
Oosterbeek. Bij dit onderzoek bepaalt
men het gehalte aan ds (droge stof),
vre (voedernorm ruw eiwit), zw (zet-
meehvaarden).
Aan de hand van de gevonden ge
halten kan men door een eenvoudige
berekening nagaan hoeveel ds, vre en
zw, het dier per dag ontvangt; in het
normenboekje kan men aflezen hoeveel
het dier zou moeten ontvangen. Door
deze twee van elkaar af te trekken,
komt men te weten hoeveel het dier te
kort of te veel krijgt.
Voor degenen, die hun hooi en kuil-
voeder niet hebben laten onderzoeken,
geven wij hieronder een overzicht van
de gem. uitslagen van het ruwvoeder
op Texel in 1961.
Wij wijzen er echter wel op, dat dit
gem. cijfers zijn en grote verschillen
tussen de partijen or 1
In het materiaal:
Maaikneuskuil
Wringkuil
Voordroog
Graskuid (koud)
Graskuil (warm)
Geperst grashooi
Geventileerd hooi
Oppergrashooi
Geruiterd grashooi
Samenvattend
punten bij de rundvee voeding:
le. Laat vroegtijdig Uw hooi en kuil'
gras onderzoeken;
2e. Weeg enkele keren per stalperiode
het verstrekte ruw- en krachtvoer;
3e. Bereken zelf de gegeven rantsoenen
of laat dit voor U doen.
Nadere inlichtingen kunt U verkrij
gen bij de Rijkslandbpuwvoorlichtings-
dienst.
ass. J. M. Witte
BOERDERIJBRANDEN IN JANUARI
In de maand januari 1962 zijn drie
entwintig boerderijbranden voorgeko
men, waarbij de boerderij vernield of
zwaar beschadigd werd.
Drie van deze branden kwamen voor
in Friesland, één in Groningen, één in
Drente, twee in Overijssel, drie in Gel
derland; één in Utrecht; twee in Noord
holland, twee in Zuidholland, drie in
Noordbrabant en vijf in Limburg. De
directe schade door deze branden aan
gericht wordt geraamd op ƒ1.014.550,
Drie van deze branden werden ver
oorzaakt door kortsluiting, één door
vonken uit een kolenkunstmoeder, één
door het drogen van textiel bij een
brandende kachel, één door hitteuit-
straling van elektrische lamp, twee
door hitteuitstraling van verwarmings
kachels; één door een lekke schoorsteen;
één door een foutieve schoorsteencon
structie, één door aardsluiting, één door
een defecte oliekachel, één door een
slechte pijp van fornuis, terwijl in tien
gevallen de oorzaak onbekend bleef.
Bij deze branden kwamen 61 stuks
rundvee, 7900 stuks klein- en pluimvee,
85 varkens en 1 paard om.
ds
vre
zw
204
16
101
251
20
130
348
31
169
238
20
107
234
13
96
811
48
303
814
62
324
801
57
308
826
57
330
enkele
belangrijke
FEUILLETON:
door HANOL SPOOR.
(Slot)
32 Andries slikte een paar keer. „Mar
tha", zei hij, ik ben een bruut ge
weest" Als mijn moeder geweten had
dat ik zo maar, omdat ik mijn zin niet
kreeg een vrouw in de steek liet en
haar liet tobben met een bedrijf, dan
zou ze mij de heftigste verwijten heb
ben gedaan". „Martha", zei hij bijna
plechtig, „ik beloof je dat ik ook zon
der dat het mijn bedrijf is weer in jouw
tuinderij wil komen werken".
Andries had zich werkelijk de schuld
gegeven van de ziekte van Martha. Dat
deze sterke en gezonde vrouw, ineens
hulpeloos op bed lag, kwam natuurlijk
door de bovenmatige zorgen, die zij zich
na zijn vertrek had moeten maken. Het
was niet uit zijn hoofd te praten en
toen hij haar zo stil en bleek in de zie-
kenzaal zag liggen, was al zijn verbit-
tering van de laatste tijd verdwenen.
„Geen woord meer Martha zei hij
ferm toen Martha hem ter zake wilde
brengen. „Wij praten er niet meer over,
Paulien en ik moeten onze wensen maar
begraven tot er van een andere kant
uitkomst komt". Bij die laatste woor
den keek hij echter Paulien niet aan,
want hij herinnerde zich tegelijk zijn
enorme blijdschap, toen ze daar in
Rotterdam zo onverwachts voor hem
stond.
Haar blijdschap over de goede keer in
hun leven, had haar ogen doen stralen
en ze was hem in het bijzijn van an
deren, zo maar om zijn hals gevallen.
Grinnekend had Gerard erbij ge
staan. Toen was Andries ineens woe
dend geworden over de plotselinge
overval. Had Gerard nu weer zijn ver
blijfplaats verraden. Hij was plotseling
stuurs en koppig geworden, ook toen
zij de reden van hun bezoek bekend
maakten. Hij dacht er niet aan om dit
aanbod van Martha aan te nemen, zei
hij, ook niet al zouden Paulien en hij
natuurlijk automatisch zorgen dat het
Martha aan niets zou ontbreken. Zijn
trots kwam in opstand tegen het ge
baar, dat hij als een soort liefdadigheid
zag. Met grote moeite had hij toege
stemd in een bezoek aan Martha. Bij het
vernemen van haar ziekte had een
zeker schuldgevoel hem bekropen.
Andries", zei Martha zacht maar
dringend, „laat mij niet zoveel praten,
„daar ben ik nog te zwak voor. Je kunt
mij alleen maar helpen door de tuinde
rij te aanvaarden, ik moet een andere
roeping volgen, geloof mij en ik zal pas
rust hebben als jij op mijn plannen wilt
ingaan.
Lang stond Andries daar. Langzaam
drong toch de betekenis van haar aan
bod tot hem door. Hij haalde diep adem,
zijn houding verloor iets van de gesla
gene. Zijn schouders rechtten zich. Weer
pakte hij, maar nu heel voorzichtig,
Martha's hand en drukte er zacht een
kus op. Op Martha's gezicht kwam een
trek van rust. Met een stille lach pakte
ze Andries hand en die van Paulien en
legde ze beide in elkaar. Het was bijna
als een huwelijksplechtigheid en de
beide jonge mensen konden dan ook
hun ontroering nauwelijks bedwingen.
Na het afscheid reisden ze gedrieen
weer naar het dorp terug. Ondanks pro
testen moest Gerard weer mee. In zijn
hart was hij dankbaar, want hij voelde
zich bij zijn vriend veilig en geborgen.
Hoewel Andries tegen een ontmoeting
met Bernard opzag, moest hij op aan
dringen van Paulien toch kennis ma
ken met Agnes.
Agnes luisterde met grote belangstel
ling naar hun verhalen. De hele avond
was bijna omgegaan met het doornemen
van al die gebeurtenissen. Daarna werd
aan de toekomst gedacht. Agnes zou
tot aan de opening van hun vernieuwde
sportschool blijven en dan gelijk voor
Martha zorgen, die als ze uit het zie
kenhuis kwam nog niet sterk genoeg
zou zijn om dadelijk alle huiselijke be
slommeringen op zich te nemen. Hier-
door behoefde Paulien haar taak in het
ziekenhuis niet te onderbreken.
Zij kon bij het huidige tekort aan
verpleegsters ontzettend moeilijk ge
mist worden. Andries pruttelde wel, dat
het verpleegstertje spelen toch zijn
langste tijd voor Paulien geduurd had,
maar Paulien was blij dat ze niet zon
der meer haar werk in de steek hoefde
te laten.
Gerard was erg stil geweest en had
tersluiks vele malen naar Agnes ge
keken. In zijn hart deed hij afstand van
haar. Zij was de vrouw van een ander
èn hij moest zijn verstand sterker laten
spreken dan zijn hart.
Het viel wel niet mee en toen Agnes,
na zijn verhaal over zijn leven, hem
uitnodigde om met hun mee te gaan
naar Frankrijk, sloeg zijn hart enkele
slagen over van onverwachte schrik.
Hij beheerste zich echter en keek naar
Bernard, doch deze knikte instemmend.
Zeker, dat moest Gerard maar doen. Hij
kon dan daar afstuderen. De lucht was
bij hun veel zachter en zij konden bij
hun steeds uitbreidende sportschool
best een raadgevende en praktiserend
arts gebruiken. Hij zou hun daarmee
zelfs een grote dienst bewijzen.
Agnes, die schijnbaar over een on
schatbare mensenkennis en grote in-
tuïtte beschikte, voegde daaraan toe,
dat zij thuis nog een zuster had, die zo
sprekend haar evenbeeld was, dat men
dikwijls dacht, dat zij tweelingzusters
waren.
„Ja, zuchtte Bernard theatraal, „ver
los mij van dat spiegelbeeld, dan bewijs
je mij onschatbare diensten, want er
werd met mij wel eens een wreed
spelletje gespeeld, ik wist nooit of mijn
vrouw thuis was of mijn schoonzusje".
Allen schaterden het uit, toen zij Ge
rard purperrood zagen worden, maar
zijn ogen kregen tegelijkertijd een le
vendige en vrolijke glans.
Andries, die in de korte tijd heel veel
vriendschap voor Gerard was gaan voe
len, keek Agnes met dankbare verering
aan. Paulien deed of ze jaloers was en
stootte Andries met bestraffende blik
aan.
Andries, die zich als herboren voelde,
pakte met een vreugdevol gebaar Pau
lien bij de schouders. „Hoor je Paulien'
juichte hij, „hoor je, Agnes zegt zelf,
zoals zij bestaan er twee, maar zoals jij
is er maar één in de hele wereld En
ten aanschouwe van de lachende jonge
mensen omhelsde hij haar, alsof hij
haar nooit meer wilde loslaten.
Ondanks al die vreugde scheen er bij
Gerard nog steeds iets te blijven hape
ren. Enkele keren had hij zich tot An
dries gewend om dan, bij diens gezicht
waarvan de blijdschap afstraalde, zich
weer te bedenken. Voor men diezelfde
morgen op zoek ging naar Andries had
Gerard bij de post een zeer officieel
stuk ontdekt en hij was bevreesd, dal
het voor Andries heel slecht nieuws
inhield. Waarschijnlijk zou daarin de
hem toegemeten gevangenisstraf be
kend gemaakt worden. Hij had zij»
hoofd al suf gepeinsd of er nu geei
andere oplossing zou zijn, nu Andrie
weer in staat was om zonder gewetens
bezwaar zijn handtekening te zetten.
Andries en Gerard namen afscheid e 0
op weg naar hun kleine huisje over a
handigde Gerard het schrijven. Andrie
bekeek de afzender en rukte driftig o 11
enveloppe open. Bij het licht van o
buitenlamp las hij de inhoud. Tot gro e
schrik en verbazing van de achte
blijvende sprong daar Andries opee "J
als een wilde de kamer in. Alsof hij
hoofdprijs uit de staatsloterij gewonn
had, gilde hij schor van blijdschap a]
heb honderd gulden boete en een i
vangenisstraf van 14 dagen voorwal «c
delijk met een proeftijd van twee ja f
Nu dat voorwaardelijk mogen ze nu
venslang geven. Ik onderteken imm Sr'
weer. Honderd gulden voor zoveel 'n
luk, wat een koopje. er
EINDE. w