Cjroen ^tmrL-Jexels in het harL, Er is belangstelling voor de uitbreidingsplannen op ons eiland Texelse Engelandvaarders gaan op bezoek in Mundesley DINSDAG 10 APRIL 1962 TEXELSE 75e JAARGANG No. 7CH Uitgave N.V. v.h. Langeveld de Roofl Boek-, Kantoorboek- en Fotohandel Handelsdrukkerij Den Burg, Texel - Postbus 11 - Tel. 2058 COURANT Verschynt dinsdags en Trjjdags. Bank: Rotterdamse Bank; Coöp. Boerenleen bank. Postgiro 652. Abonn.pr. ƒ2,4» p. kwart 25 et incasso. Advertenties: familieberichten 12 ct. p. mm.; andere advert. 10 ct p. mm. In vorige nummers hebben wij iets verteld over de uitbreidingsplannen, die ter inzage hebben gelegen en over de behandeling van deze plannen bi] het gemeentebestuur. Men kan dus, als men bezwaren heeft tegen gemaakte uitbreidingsplannen ten eerste bezwaar indienen bij de raad van de gemeente. Mocht de raad Uw bezwaarschriften ongegrond verklaren, dan zijn er nog meerdere mogelijkhe den om bezwaren in te dienen. U hebt nl het recht om in beroep te gaan bij Gedeputeerde Staten. Na de vaststelling van het plan door de gemeenteraad ligt het vastgestelde plan ter inzage gedurende 14 dagen. Van deze terinzagelegging wordt weer op de bekende wijze, dus ook in de Texelse Courant, 'tennis gegeven. Ge durende deze termijn en nog 6 weken daarna kan dan bij Gedeputeerde Sta ten in beroep worden gegaan. Dit recht om in beroep te gaan hebben echter al leen zij, die zich met een bezwaarschrift tot de gemeenteraad hebben gewend. Teneinde dus de weg naar hoger-op niet versperd te zien, is het dus zeer gewenst om een bezwaarschrift bij de gemeenteraad in te dienen. Kan het indienen van bezwaren bij de raad alleen schriftelijk geschieden, bij de behandeling van de bezwaar schriften door Gedeputeerde Staten wordt u in de gelegenheid gesteld uw bezwaren mondeling toe te lichten. Dit kan in vele gevallen nog verduidelij king geven. Uit de aard der zaak beslissen G.S. niet geheel op eigen oordeel. Zij vra gen daarbij advies aan de Provinciale Planologische Dienst (PPD), een onder deel van het provinciaal bestuur, dat zich speciaal bezighoudt met de proble men op het gebied van de ruimtelijke ordening. De PPD schakelt op zijn beurt weer verschillende deskundigen in. Voor de plannen waarbij agrarische oelangen zijn betrokken wordt in de zen het advies ingewonnen van de Agrarische Commissie, waarin zowel iet agrarische bedrijfsleven, als ambte lijke agrarische instanties (Voorlich- iingsdienst, Cultuurtechnische Dienst) lijn vertegenwoordigd. De beslissing over de goedkeuring 'an het plan wordt uiteindelijk door ïedeputeerde Staten genomen. Deze ;unnen het plan in zijn geheel goed- leuren of niet goedkeuren. Ook kunnen ij het plan gedeeltelijk goedkeuren. Nadat G.S. hebben beslist, wordt het >lan gedurende een maand ter inzage elegd op het raadhuis. Gedurende deze laand kunnen belanghebbenden in be- oep gaan bij de Kroon. Maar ook hier eldt weer, alleen zij die bij de Raad en bezwaarschrift hebben ingediend unnen bij de Kroon in beroep gaan. lij de behandeling van het plan door 'e Kroon wordt men wel in de gelegen- leid gesteld zijn bezwaren mondeling ie te lichten. Volledigheidshalve zij nog opgemerkt at ook de gemeente tegen een geheel gedeeltelijk niet goedkeuren van het !an door G.S. bij de Kroon in beroep an gaan. Dit houdt in, dat bij het in- illigen van uw bezwaren door G.S. niet te vroeg moet juichen, want het mogelijk, dat de gemeente alsnog >or de Kroon in het gelijk gesteld ordt. Heeft de Kroon het uitbreidingsplan ledgekeurd dan ligt de bestemming in de gronden vast; u heeft zich dan erbij neer te leggen, hoe vervelend it ook voor u kan zijn. Dit betekent hter niet, dat u de grond ook meteen rijt bent. Dit geschiedt pas, als de meente door aankoop, c.q. pachtont- ading of onteigening de grond ge el in zijn bezit heeft verkregen. U nt dus voorlopig de grond normaal DE VIJFTIENHONDERDSTE SPAARDER BIJ HET NUT ünd vorige week werd bij de Nuts- 'arbank te Den Burg de vijftien- inderdste spaarder genoteerd. Na- fflijk werd deze mijlpaal niet zon- meer geboekt. De heer De Wijn erhandigde de Texelaar een ge- enk namens de bank. DE EERSTE GASTEN 'en Burg Jeugdherberg „Pano- ia" heeft gisteren haar eerste gas- van dit jaar begroet. Het is een s „laatste jaars" kleuteronderwijze- len. Zij hebben op het eiland een 'kweek en vader en moeder Veld- ch zullen zeker alle zorg aan de Tomstige „juffen" besteden. Als geleidelijk aan de kinderen getrouwd zijn en de jongste doch ter is ong in huis om haar invalide moeder te verzorgen, dan be schouwt iedereen dat als van zelfsprekend, het meisje zelf ook, want wie moet het anders doen? Doch als de liefde opeens in het leven van dit meisje komt en het er naar uit gaat zien, dat de laat ste dochter, die nog in huis is, te zijner tijd ook in het huwelijks bootje wil stappen, dan ontstaat het probleem, waaraan nog nie mand van de broers en zusters gedacht heeft. In dit verhaal is de jongste dochter Aaltje Dinkla. Ze leert een opzichter kennen, die in de stad de riolering vernieuwt. Al heel spoedig is de liefde com pagnon en dan komen de broers en zusters bij elkaar om het pro bleem te bespreken, want Aaltje zal te zijner tijd wel willen trouwen, EN WAT DOEN VVE MET MOEDER Oude bomen moet je niet gaan verplanten. Trouwens, moeder Dinkla wil beslist niet uit haar huisje weg. Toch zal er wat op gevonden moeten worden. Voor Aaltje is het niet gemakkelijk. Er zijn verschillende moeilijkheden, ook financiële, want Arie, de op zichter, is goed gesitueerd; Aaltje heeft haar jeugd opgeofferd voor haar moeder en bezit derhalve niets. Maar ze wil ook niet met lege handen aankomen. Vele pro blemen dienen zich aan. Doch met medewerking van de broers en zusters, zwagers en schoonzusters, plus een oude ongetrouwde zuster van moeder Dinkla, komt toch alles in orde. Als tenslotte ook het probleem „moeder" opgelost is, staat niets het geluk van de twee jonge mensen meer in de weg. U begrijpt het al: dit is onze nieuwe feuilleton, waarmee wij vandaag een aan vang maken Maartje Zeldenrijk, de schrijfster van dit nieuwe feuilleton, heeft op subtiele wijze voornoemd probleem tot de wer kelijkheid gebracht. U zult onge twijfeld meeleven met de bele- mssen van de kleine Aaltje Dinkla en de lange Arie Schilders. We wensen er u gaarne vele genoeg- lijke ogenblikken mee. DE REDAKTIE I blijven gebruiken, zij het, dat het stich ten van opstallen, zoals schuren, wa renhuizen e.d. veelal niet meer moge lijk zal zijn. Uit het voorgaande volgt wel dat het vaststellen van een uitbreidings plan een zeer tijdrovende procedure is. De tijd welke verloopt tussen het vast stellen van het plan door de raad en de goedkeuring van G.S. bedraagt meestal ongeveer een jaar. Ook de be handeling van het plan door de Kroon vergt zeker dezelfde tijd. De vraag kan gesteld worden, door wie bezwaarschriften kunnen worden ingediend. De wet zegt hierover, dat „belanghebbenden" bezwaar kunnen maken. Dit begrip belanghebbenden is in de loop der tijden hoe langer hoe ruimer opgevat. Oorspronkelijk werden alleen de eigenaren van de in het uitbreidings plan gelegen percelen als belangheb benden beschouwd. Langzamerhand is men dit begrip ruimer gaan opvatten. Thans is het zo, dat ieder die belang heeft bij het uitbreidingsplan, als be langhebbende wordt beschouwd, dus zo wel eigenaren als pachters. Men moet echter persoonlijk bezwaar maken. Dit houdt in dat een bezwaarschrift van een organisatie, zoals b.v. een afdeling wordt verklaard. Het bezwaarschrift van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw of i.d. niet ontvankelijk wordt verklaard. Het bezwaarschrift moet dus door ieder persoonlijk worden ondertekend. Indien meerdere personen eenzelfde bezwaar hebben kan dit ge schieden door één bezwaarschrift, on dertekend door meerdere personen, of van elk der bezwaarden een afzonder lijk bezwaarschrift in te dienen. Dat uw organisatie zelf geen be zwaarschrift kan indienen, houdt niet in dat zij u niet behulpzaam kan zijn bij het opstellen van uw persoonlijk bezwaarschrift. Zij kan wellicht argu menten vinden waar u niet aan heeft gedacht. Een goed geargumenteerd be zwaarschrift heeft altijd meer kans op succes dan een niet geargumenteerd bezwaar. HET IS DEZE MAAND zeventien jaar geleden dat Texelaars met de reddingboot Joan Hodshon naar Enge- lang vertrokken om hulp te halen. Op het eiland heerste toen lang geen prettige stemming. Er had zich een strijd ontketend tussen Duitsers en Russen De Texelaars stonden daar midden in. De aprildagen van 1945 zijn dagen, die door vele eilandbewoners nimmer vergeten zullen worden. De Engelandvaarders van toen hebben thans het plan om een bezoek te brengen aan de plaats waar zij in de barre tijd arriveerden. In Mundesley zullen zij door de Burgemeester aldaar worden ontvangen. Dit maal gaat de reis niet met de reddingboot maar per vliegtuig. De Engelandvaarders van 1945 heb- j ben nog vrij regelmatig contact met el kaar. Op een van de „praatavondjes" I werd het plan geopperd weer eens een j bezoek te brengen aan Engeland. I In 1945 waren het de heren J. Bak ker, K van der Kooi Gzn., J. C. Dros, R. Hooijberg, J. Westdorp jr., W. de Bloois, J. Knol, K. van der Kooi Jzn. j en M. Kooger, die een wel zeer moei- j lijke reis naar Engeland maakten. De heer Doornekamp uit Utrecht, die was ondergedoken op het eiland, vergezelde hen en er waren ook vier Russen aan boord. Van genoemde Texelaars zullen er zes aan de reis naar Engeland deelnemen. Woensdag 11 april a.s. zullen zij vanaf het vliegveld Zestienhoven ver trekken. De trip door Engeland wordt gemaakt per bus en er zijn twee pun ten waar de Texelaars zich speciaal op zullen richten. Dat is eerst het punt, waar men in 1945 aan wal kwam. In die barre nacht van 1945 had de ge zagvoerder van het gezelschap, de heer K. van der Kooi Gzn., uitgerekend dat hij tussen Yarmouth en Cromer aan land zou komen. In het boekje van de heer J. A. van der Vlis: „Tragedie op Texel", leest men over de reis: 's Zondags acht april, onmiddellijk na de beschieting van De Cocksdorp, kreeg v.d. Kooi van Westdorp Sr. (f) opdracht de reddingboot dezelfde avond te laten vertrekken. Westdorp zei, dat er voor een bemanning en een toereikende hoeveelheid benzine was gezorgd. Met medewerking van enkele onderduikers zijn de rails voor de red- dingbootschuur toen blootgelegd. J. Bakker, de schipper van de Joan Hodshon, was in vertrouwen genomen, hij zou meegaan naar Engeland en de boot vóór het vertrek in orde brengen. 's Avonds om acht uur verzamelde de équipage zich in Westdorp's huis op Rio Grande. Hier kwam bijeen J. Bakker, K. van der Kooi Gzn., J. C. Dros, de smid, die als machinedrijver dienst zou doen, R. Hooijberg, J. West dorp Jr., W. de Bloois, J. Knol, K. van der Kooi Jzn. en M. Kooger. De laatste was loods geweest in Zeeland, zijn er varing kon bij het passeren van de Eierlandse gronden van pas komen. De reeds eerdei genoemde K. van der Kooi Gzn., oud derde stuurman ter koopvaardij en radiotelegrafist, zou het bevel voeren. In Westdorp's huis was ook Ds. Papineau Salm van De Cocksdorp aanwezig, die met de Geor- giërs over de poging tot ontvluchting gesproken had en die zich van hun medewerking verzekerde. Westdorp Sr. vroeg aan Van der Kooi of hij er bezwaar tegen had om drie Georgiërs mee te nemen. Als de Russen opgewa- pend en in burgerkleding waren, vond Van der Kooi dat uitstekend. Men be denke hierbij, dat de reddingboot wit geschilderd was en het Rode-Kruis teken droeg. Wat zou er gebeuren als het scheepje werd aangehouden door de Engelsen en men vond gewapende militairen aan boord in Duitse uni formen? Daar het water begon te vallen wil den Van der Kooi en zijn mannen ten spoedigste vertrekken, maar zonder een geleide van de Georgiërs was het onmogelijk de Russische wachtposten op weg naar de reddingbootschuur te passeren. Tegen half twaalf kwam een Georgiër vertellen dat men onder zijn geleide op weg kon gaan. De aanvoer der Madzijdze was toen reeds bij de Joan Hodshon aangekomen. Er zijn een paar kostbare uren ver loren gegaan vóór de équipage zeker heid had, dat Madzijdze mee zou gaan en het was volkomen laag water toen het gezelschap te middernacht bij de reddingboot aankwam. In verband met de vele zandbanken was het tij om te varen dus wel buitengewoon ongun stig. De Joan Hodshon werd met prachtig weer het was bladstil, de sterren hemel flonkerde, en de zee phosphori- lÉffi seerde te water gelaten. De motor sloeg onmiddellijk aan en maakte in de stilte van de nacht heel wat meer lawaai dan de mannen lief was. Van der Kooi telde de koppen, men stelle zich zijn verbazing voor: inplaats van drie waren vier Russen aan boord ge klommen. inplaats van negen Neder landers telde hij er tien! Een zekere Doornekamp uit Utrecht, die op Texel was ondergedoken en die zich verdien stelijk had gemaakt bij het uitgraven van de rails, was als verstekeling aan boord gegaan. Men had al te veel tijd verloren en Van der Kooi besloot om dóór te gaan. Hij koerste in noorde lijke richting om bezijden de Vliehors en door het Engelsmangat, buiten de gevaarlijke gronden te komen. Het water was echter te laag, een zand bank in het Eierlandse gat belette deze vaart. Peilend en trachtend een diepe plaats te vinden, ging opnieuw een uur verloren. Er schoot slechts één an dere vaarweg over: rond de hoek bij de vuurtoren en dan in westelijke richting. Angstig dicht kwam de Joan Hodshon onder het strand bij de Noor delijke Batterij. Waren de Duitsers daar op hun hoede geweest en hadden zij niet al hun aandacht gericht op de landzijde, dan zouden de mannen door het geluid van de motor verraden zijn. Gelukkig ging alles goed, het duurde niet lang, of men was buiten de ban ken. Van der Kooi koos een ster, die in de richting van zijn koers stond, voer een half uur verder en koos toen een andere ster. Op de plecht stond een mannetje naar mijnen uit te kij ken. De reddingboot had voor een etmaal brood aan boord, in de tank was vol doende drinkwater, zeekaarten waren niet aanwezig. Van der Kooi stuurde op een klein vloeistofkompas zonder licht; met behulp van een zaklantaarn, afgeschermd door de hand, werd nu en dan op dit kompas de koers nagegaan. De Georgiërs waren natuurlijk ge wapend, eigenlijk had iedereen dit verwacht. Zij verwisselden hun uni form voor overalls, maar wilden pas na overreding een deel hunner wapens in zee werpen. Toen ze goed zeeziek waren, kostte het niet veel moeite om ook de rest over boord te zetten. De zee was kalm, er liep een matige noordelijke deining en in het gesprek met de Georgische aanvoerder, die vloeiend Duits sprak, legde Van der Kooi uit, dat werd gevaren met een snelheid van twaalf kilometer. Het was gemakkelijk te berekenen, dat de Engelse kust tussen Cromer en Yar mouth in twintig uur bereikt zou zijn. De motor liep feilloos; hadden de mannen eerst dikwijls achteruit geke ken, beangst als zij waren voor snelle Duitse motorboten, bij het aanbreken van de dag geleek de hele onderne ming een plezierreisje. Sommige man nen speelden in de namiddag zelfs een partijtje kaart en de dag verliep zon der enig incident; toen het donker be gon te worden, hoorde men eskaders bommenwerpers overvliegen op weg naar Duitsland. Daar de af te leggen afstand naar de Engelse kust ca. 240 km. was, jekende Van der Kooi er op, dat hij omstreeks acht uur tussen Yarmouth en Cromer aan zou okmen maar om tien uur was er nog geen land te bekennen. Om kwart voor tien schoot Van der Kooi een lichtkogel af, vijf minuten later cirkelde een Engelse verkenner, dui delijk te herkennen aan de navigatie- lichten, over de reddingboot. De schip per gaf morseseinen met een zaklan taarn en vroeg de afstand naar de kust. In morseseinen kwam het ant woord; „Have you any trouble?" Er werd geseind, dat er geen moeilijkhe den waren, maar dat men gaarne de afstand tot de kust zou vernemen. On derwijl wierp het vliegtuig een licht kogel uit, die aan een parachute han gend, de omtrek hel verlichtte. Met behulp van de zaklantaarn werd nu de Actie in de reddingboot Joan Hodshon naam van de reddingboot gewind, waarop de mededeling kwam, dat de koers naar Cromer aangegeven zou worden. De verkenner draaide een rondje, liet een lichtkogel vallen, die op het water bleef drijven, vloog weg, liet opnieuw een kogel vallen en her haalde dit een keer of vijf. De licht- kogels volgend, werd de kust nu wel dra bereikt. „Het was een grote vol doening voor mij", zo vertelde Van der Kooi ons, „dat ik juist aankwam op de plaats die ik berekende". Op de kust zag men silhouetten van huizen, zij voeren enige malen heen en weer, maar konden geen haven mond vinden. Tegen één uur besloten de mannen voor anker te gaan en de dageraad af te wachten. Hoewel het koud was, schikte men zich in het on vermijdelijke, maar nauwelijks had den de Texelaars getracht de slaap te vatten, toen van de kust door middel van lichtsignalen opnieuw naar de naam van het scheepje werd geïnfor meerd. Nog eens werd deze met de zaklantaarn geseind en ook de plaats van herkomst werd medegedeeld. Toen kwam in seinen het bericht van de wal: „Please send your mate to the shore". Men hees het anker en lang zaam voer de reddingboot naar de kust. Op verzoek van Van der Kool wa ren daar een paar lichten geplaatst en in een paar hoge rubberlaarzen stapte hij buiten boord. Het water was echter te diep voor een wandeling, dus zwom Van der Kooi maar naar de wal. Twee oude mannetjes van de kust wacht wachtten hem op en vóór hij een woord had gezegd, boden zij hem een sigaret aan. Zij zeiden, dat de motordrijver met schipper Bakker aan boord kon blijven en dat de overige leden van de équipage ook aan land mochten komen. In het plaatsje Mundesley zullen d« zes Texelaars donderdag officieel worden ontvangen door de burge meester aldaar, die hen ook een lunch aanbiedt. Burgemeester C. De Koning zal een schrijven meegeven aan zijn collega en misschien dat er zo een hernieuwde band ontstaat tussen twee eilanden al is het één groter dan het ander. Deze mannen waren in de oorlogs jaren de enige Engelandvaarders en ook de enige die in het plaatsje Mundesley aankwamen. Na het bezoek aan deze plaats gaat men richting Londen. In deze stad hebben de Texelaars ook in 1945 menig uurtje doorgebracht. In Londen hebben zij in 1943 een gesprek gehad met Koningin Wilhel- mina. Anderhalf uur zijn zij toen bij Hare Majesteit op bezoek geweest en zij informeerde zeer belangstellend naar de toestand op het eiland. De Texelaars kwamen na een vrij lang verblijf in Engeland in Canadese uniformen terug op het eiland. Als zij zondag 15 april a.s. weer terug komen zullen zij stellig geen uniform dragen, maar een herinnering rijker zijn. GESLAAGD De heer W. Grisnigt slaagde te Sche- veningen voor het patroonsdiploma van vakbekwaamheid voor het automobiel en garagebedrijf. (Bovag). CONSULTATTEBUREAU VOOR ZUIGELINGEN Woensdag 11 april a.e. worde® de moeders van de buitendorpen verwacht op de volgende uren: Den Hoorn 1.15 uur; Oosterend 2.00 uur; De Cocksdorp 3.00 uur; De Koog 4.00 u«r. HOOG WATER Hoog water ter rede van Oudeschild: 6 apr. 9.52 en 22,12; 7 apr. 10.30 en 22.48; 8 apr. 11.04 en 23.22; 9 apr. 11.37 en 23.58; Aan het strand ongeveer een uur eerder hoog water.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1962 | | pagina 1