Raadsbesluit ingetrokken Chemische middelen bij kankerbestrijding Stekels, boeren en landbouwvoorlich ters En wat doen we met moeder Een dezer dagen organiseerde de Wetenschappelijke Raad van de Lan delijke Organisatie voor de Kankerbe strijding in het ziekenhuis Dijzigt te Rotterdam een Symposion, waar een viertal sprekers uit binnen- en buiten land wetenschappelijke voordrachten hield over de toepassing van chemische stoffen (chemotherapeutica) bij de kan kerbestrijding. Van Engelse en Nederlandse zijde werd voornamelijk de theoretische kant van dit onderwerp aangesneden, terwijl de Amerikaanse deskundige de klini sche zijde belichtte. Uit deze voordrach ten is wel duidelijk komen vast te staan, dat tot nu toe in enkele gevallen inder daad resultaten zijn bereikt. Wel dient daarbij uitdrukkelijk te worden aangetekend, dat de toediening van deze middelen in feite nog in het experimentele stadium verkeert. Boven dien zij voorts nadrukkelijk gesteld, dat hier alleen sprake is van een hulpmid del in dienst van de kankerbestrijding en zeker niet van een algemeen en alleszins bevredigend geneesmiddel. In 1958 werden door een Amerikaanse groep van onderzoekers ongeveer 40.000 chemotherapeutica bij meer dan een miljoen proefdieren beproefd, waar van slechts enkele honderden prepara ten enig positief resultaat hebben opge leverd. Van deze werden slechts een veertigtal voor toediening aan mensen geschikt bevonden. Wat wordt nu met de toediening van deze middelen, waarmede de weten schappelijke wereld zich thans zo druk mee bezighoudt, precies beoogd? Om dit in algemeen begrijpelijke termen te kunnen verklaren, dient eerst, zeer in het kort, iets over de normale en abnormale celgroei te wor den vermeld. Het menselijke lichaam is opgebouwd uit ontelbare cellen, die voorzover daar voor de instandhouding van het lichaam behoefte aan is, steeds worden ver nieuwd. Dit is een proces van voort gaande celdeling. In normale gevallen gehoorzaamt deze celgroei aan bepaalde wetten, waardoor een evenwicht tussen afbraak en aanmaak van cellen bestaat. Plotseling, vaak zonder aanwijsbare oorzaak, kan nu dit evenwicht worden verstoord door cellen, die op een geor dend en ongeremde wijze groeien. Zij gelijken weliswaar min of meer op nor male cellen, maar zij vermenigvuldigen zich ten koste van het omringende weefsel. Deze ongeremde celgroei noemt men tumoren (gezwellen), die in twee groepen kunnen worden onderscheiden, n.l. goedaardige en kwaadaardige ge zwellen. In dit laatste geval spreekt men dan van kanker, een verzamelnaam dus voor kwaadaardige tumoren. Om deze gezwellen te bestrijden ston den tot voor kort twee wegen open1 operatie en bestraling Bestraling kan in bepaalde gevallen remmend werken op die ongeordende celgroei. De schadelijke cellen worden daarbij vernietigd, waarbij het omrin gende, gezonde weefsel niet of nauwe lijks wordt aangetast Naar een zelfde vernietigende wer king door chemische middelen wordt thans naarstig gestreefd. Een van de paden, waarlangs men probeert te gaan, is bepaalde stoffen toe te dienen, die door bepaalde kanker cellen worden opgenomen, waarbij in een bepaalde fase van de stofwisseling van deze cellen de verdere groei onmo gelijk wordt gemaakt. Een van de problemen is echter, dat gezwellen, die opgebouwd zijn uit voor een bepaald middel gevoelige cellen, na een zekere tijd ongevoelig blijken te zijn voor dat middel. Een ander probleem bij de toepassing van chemotherapeutica is, dat zij tot nog toe niet specifiek de gezwelcellen aantasten, maar ook op andere, snel- delende cellen zijn bijvoorbeeld de cellen in het beenmerg, die de witte bloedlichaampjes vormen. Aangezien deze witte bloedlichaamp jes onmisbaar zijn voor onze afweer S.V. TEXEL Uitslagen: Flevo-Texel 10. Flevo kampioen afd. Noordholland. Veteranen: Texel-Zaanlandia 85 door strafsch.; Texel-Purmerend 13. Texel 1 dat zonder Ruud en nog zon der Niek Vos speelde, heeft het tegen een compleet Flevo niet kunnen halen. Flevo was meestal sterker en speelde' beter. In onze achterhoede speelde Bertus in zijn beste vorm. Ook Bob was weer prima. Trouwens de gehele verdediging moet goed gespeeld heb ben, want tot 15 min. voor het einde was het nog 00. Uit een corner werd het enige doel punt gemaakt met een prachtige kop bal. Zo is de eindstand Flevo, Texel, Monnikendam. Mogelijk ontmoeten we een van beide ploegen straks in onze afdeling in de 4e klasse Binnenkort zullen we vakantie hou den om dan straks weer voor de volle 100% op U te rekenen. De Veteranen behaalden een over winning en verloren een wedstrijd. Ze hebben elk een strafschop genomen, waarvan 8 doeltrappen. Z. kwam niet verder dan 5. Het elftal Purmerend kwam fris in het veld, wat wel een voordeel betekende, met gevolg; 13. Het is een prettige dag geweest. Tal van oude vrienden ontmoeten elkaar, zodat vele herinneringen werden opge haald. Een goed besluit voor ons jubi leum. Nog training: woensdagavond ook de jeugd op de bekende uren. tegen bacteriële ziekten, is het van groot belang, dat men chemotherapeu tica ontwikkelt, die wèl de tumorcellen, doch niet of in mindere mate het nor male beenmerg aangrijpen Het spreekt vanzelf, dat de ontwikkeling van der gelijke chemische stoffen nog veel che misch onderzoek vereist. Overigens zijn dergelijke, remmend op de celgroei werkende stoffen niet nieuw. Het beruchte mosterdgas uit de eerste wereldoorlog heeft een dergelijke celdodende werking. Deze stikstof-ver binding kan, in uiteraard zorgvuldig te doseren hoeveelheden, bij de mens wor den ingespoten ter bestrijding van be paalde bloedziekten en kwaadaardige gezwellen. Tenslotte zij nogmaals nadrukkelijk gesteld, dat deze chemische stoffen, zo als uit het bovenstaande hopelijk duide lijk is geworden, voorhands nog slechts hulpmiddelen zijn. Het is zeker niet zo, dat hiermede het geneesmiddel te gen kanker is gevonden. Wel kan gesproken worden van een nieuw wapen, waarvan bij de voort schrijding van de wetenschap een be langrijke vooruitgang in de strijd tegen kanker is te verwachten. AUTO UIT DE BOCHT Oosterend Ds. S. de Lange was vrijdag met de vrijwel nieuwe Simca van het autoverhuurbedrijf Geus naar Oosterend getuft. In de bocht bij Achtertune raakte de predikant echter van de weg af. De auto kwam met snel heid in de berm en kantelde. De wagen werd danig vernield, maar de chauffeur kwam er zonder verwondingen onder vandaan. De wagen was verzekerd. POLS GEBROKEN Den Burg Op het kermisterrein heeft de jeugdige Verginia van der Ster van De Hal haar pols gebroken. Zater dagmiddag was zij met haar moeder op het kermisterrein. Zij kwam te vallen en brak hierbij haar pols. Dokter Schalkwijk verleende eerste hulp maai de patient moest toch naar het zieken huis te Den Helder worden overge bracht. Daar verblijft zij thans nog. GESLAAGD Voor het MULO-examen slaagde in het Wapen van Heemskerk te Alkmaar de volgende Texelaars: Voor het A-diploma; mej. J. Trap, Oosterend; en de heren R. Berkenbosch, H. Bruming en T. Molenaar, Den Burg. Mej. C. J. Eelman, Oosterend, behaalde eveneens het A-diploma maar tevens het middenstandsdiploma. Het B-diploma werd behaald door de heren E. Stiekema, Den Burg, en J. Cnossen te Oost. Er is op drie maart 1950 lang en heftig door de raadsleden gedebatteerd over het al of niet afschaffen van de kermis op Texel. De stemming was uit eindelijk 9 voor afschaffing en drie voor het behouden van de jaarlijkse kermis. De afschaffing was een voorstel van de heer W. Wassenaar en het vond dusda nige bijval, dat de kermis tot het ver leden ging behoren. Verscheidene kas teleins hadden op die bewuste drie maart hun tapkast verlaten en plaats genomen op de publieke tribune. Hun wens uiteraard de kermis te be houden, ging niet in vervulling. Wij krijgen echter nu de indruk dat het raadsbesuit van 1950 niet meer van kracht is. De afgelopen dagen heeft Texel of een deel daarvan weer kermis gevierd. Op uitnodiging van het ons allen sympathieke S.V.T. heeft men enkele dagen kunnen genieten van ker misattracties. Er was een zweefmolen, het bekende hoofd van Jut, de motor die in de koepel rondtoerde, en niet te vergeten een machtige tent met „bots autootjes". Dit evenement werd aange kondigd als fancy-fair - lunapark. Maar wij vonden er weinig dat iets te maken had met een fancy-fair Toen de Sportvereniging dit enkele jaren geleden voor het eerst op touw zette, waren daar verschillende sport- leden bij betrokken. Wij zagen de heren spelers staan in de schiettent en achter het spijkerblok; thans berust de orga nisatie bij de kermisexploitanten zélf, die gezamenlijk een vast bedrag aan S.V.T. afstaan. Het gevolg is dat andere verenigin gen gezegd hebben: „Dat kunnen wij ook". En terecht. Maar wat gaat er nu in het seizoen in De Koog gebeuren? Kermis-attracties. Dus meer lawaai. Wij meenden dat het juist de bedoeling was om al het lawaai uit de badplaats te weren? Op de evenementenlijst van de Stichting Cultureel Werk Texel wordt enkele malen aangekondigd „Kermis-attracties" te De Koog. Één maal wordt deze op het sportterrein ge houden. Achter dit terrein bevindt zich een kampeerterrein. De eigenaar van dit kampeerterrein staat er voor bekend zijn terrein zo rustig mogelijk te ex ploiteren. Nu komt hier in de nabijheid volop muziek. Een andere maal staat het centrum van De Koog op het pro gramma en nog wel in de topdrukte. Of het juist is om dergelijke evenemen ten in het seizoen in de badplaats toe te staan, laten wij gaarne aan de be oordeling van de Raad over. Velen van hen hebben in 1950 tegen de kermis ge stemd. Wij weten niet de juiste bepalingen, die zijn gemaakt voor het organiseren van kermisattracties. Een dergelijk feest is misschien wel te organiseren op het havenplein te Oudeschild. Daar heeft in ieder geval geen toerist hinder van het lawaai, dat toch onvermijdelijk is. Misschien mogen wij het debat van de raad van 1950 een klein beetje in het geheugen brengen? De heer Beumkes: Als raadslid had hij in de omgeving een privé-enquette gehouden. 70 pet. was voor afschaffing, 20 pet. kon het niet schelen en 10 pet. zag de kermis graag behouden (uit za kelijke overweging). De heer Keijser was voor het behoud van de kermis. Men moet niet zeggen als een gebruik uit de tijd raakt van „ruim maar op". Tracht het te behou den. In andere plaatsen brengt men er iets anders voor in de plaats. Spreker bracht ook de financiële strop voor de gemeente (ƒ6000,—) aan de orde. Tot slot sprak de heer Keijser: Als iemand van de zomer zou zeggen: Het zou aar dig zijn om hier eens een soort kermis te gaan houden, dan kan zo iemand zich dus met een kermisexploitant in ver binding stellen en tenslotte bij B. en W. komen met het verzoek om zo'n feest op touw te mogen zetten. Dan krijg je bij inwilliging dus een particuliere kermis. (Geheel ongelijk heeft de heer Keijser dus niet gehad red.) Mevr. Vrijdag-Keijser- „De laatste drie jaren wordt het bezoek van Texe laars aan de Helderse kermis steeds groter". De heer Wassenaar: Dal de kermis geen levensbelang is voor Texel, is wel gebleken uit de weinige kritiek die de eilandbewoners hebben geleverd. Een goede vakantie, een bezoek aan een goede tentoonstelling werkt meer ver heffend dan een kermis Wethouder Hin was eveneens van mening dat men niet veel meer om de kermis geeft. Wethouder De Waard (thans burge meester van Warffum) had veel respect voor traditie, maar deze traditie is niet volksverheffend. De voorzitter zei zich van een stem ming te zullen onthouden, omdat hij de kwestie als een specifiek Texelse aangelegenheid zag. Wij zouden er nog aan toe willen voegen, dat wij van harte hopen, dat goed zal worden toegezien op de orga nisatie van allerlei evenementen, die zich dan wel laten aandienen als fancy- fair e.d., maar in feite neerkomen op een gewone kermis. Een leuke, goed opgezette kermis, gunnen we de jeugd graag. Maar laat dan ook op de veiligheid worden gelet. Een zweefmolen met rondom maar heel krappe ruimte is voor toekijkende en opdringende kinderen zonder meer ge vaarlijk. En laten de exploitanten het met hun prijzen niet al te bar maken. Dat de eigenaar van de zéér in trek zijnde tent met bots-autootjes de rond jes bij grote drukte wat korter laat duren, spreekt vanzelf, maar dat de kinderen voor hun twee kwartjes de 60 seconden nog niet haalden, dat is echt een beetje te gek. GESLAAGD Den Burg De heer I. Moerbeek, Parkstraat, deed met gunstig gevolg examen aan de U.T.T. (Uitgebreid Technische Textielschool) te Enschede. Hij volgde de Manufacturencursus 2de klas. PROT. INTERKERKELIJKE GEZINSVERZORGING Het is gebleken, dat men in de gezin nen waar hulp nodig is, vaak niet weet, aan welk adres de aanvraag moet wor den gericht. Deze moeten worden inge diend bij de volgende contact-personen: Den Burg: Mevr. T. Dros-Roeper, Weverstraat 4; Mevr. A. Kievit-Krijnen, Kogerstraat 2. De Cocksdorp: Mevr. C. Boon-Bakelaar, nr. 57; Mevr. W. Zijm-Witte, „Sir Robert Peel" De Koog: Mevr. W. Ch. Dros-v.d. Mark, K 63b; Mevr. Luberti-van Bergen, Ruijslaan 14 De Waal: Mevr. N. Kooger-Boon, Hogereind 40. De Westen: Mevr. H. Kikkert-Werther, H 120; Eierland: Mevr. C. A. van Lenten-Buys, E 118. Oosterend: Mevr. A. Bakker-Postma, Mulderstr. 21; Mej. T. Eelman, O 21; Mevr. P. Ellen-v.d. Vis, Kotterstraat 19; Mevr. H. Ellen-Zegel, Kotterstraat 25. Oudeschild: Mevr. N. Schagen-Koorn, De Ruyter- straat 13. P.H. Polder: Mevr. L. de Visser-Hessels, H 36. Den Hoorn: Mevr. A. Lap-Schrier, Klif 8. Je zou kunnen zeggen, dat voorlich ters bestaan bij de gratie van „de zon daren" en de mensen, die het nog niet bereikt hebben. Als op alle bedrijven de zaak prima in orde was, en iedere boer wist hoe hij in alle gevallen te handelen had en het ook deed was er voor voor lichters geen plaats. Het zou bovendien een vervelende bezigheid worden. Ieder mens heeft behoefte aan de zekerheid, dat z'n werk nuttig is en effect geeft. Daarin verschilt een voorlichter niet van ieder denkend mens. Aan de andere kant is het ook zo, dat het werken geen bevrediging geeft als je met al je werken niet bereiken kunt, dat er iets verandert. Als de „zondaren" zondaren blijven en er ook verder geen enkele vooruitgang is te bespeuren. Vooral als je als voorlichter jaren lang in een gebied werkt, ga je de fouten, die er nog op de bedrijven zijn ook je zelf toerekenen. In dit verband het vol gende ware verhaal. In 1960 ontving ik diverse excursies van Friese boeren. Tijdens deze excur sies moest ik telkens opmerkingen ho ren over „de bossige weiden" en de stekels, die ruim vertegenwoordigd wa ren op het grasland, 'k Herinner me een dag, dat ik zeker tienmaal de uitroep had gehoord: „Kijk eens wat een ste kels!" Toen we op een bepaald moment weer een bedrijf passeerden, waar het heel erg was, zag ik mijn kans schoon. Na het „gejoel" dat opsteeg om het „slordige" uiterlijk van het grasland, kon ik de opmerking maken: „Dit is een Friese boer, die enkele jaren gele den naar Texel is gekomen". Die dag heb ik niet veel opmerkingen meer ge hoord. Maar blijkbaar kan men zoiets maar eenmaal doen. Toen we de volgende week weer een excursie van Friese boe ren hadden en er weer verschillende aanmerkingen waren geplaatst liep het bij het passeren van het bedoelde be drijf heel anders. Op de aanmerkingen, die er werden gemaakt reageerde ik net als de week daarvoor. Maar de leider van het gezelschap, een zeer gevat iemand, merkte toen „droog" op: „Ja, zulke boeren kunnen wij in Friesland niet gebruiken. Die hebben wij wegge stuurd". Die zat! Nu neem ik beslist niet aan, dat in Friesland alle bedrijven vrij van ste kels zijn. 'k Heb daar als voorlichter op Texel ook niet veel mee te maken. Wel weet ik, dat er op veel Texelse be drijven beslist veel te veel stekels zijn. En ik weet ook, dat dit een nadeel voor de bedrijven is. Om van het slechte uit hangbord voor boeren en voorlichters maar niet te spreken. We weten ook, dat er raad voor is om er af te raken. En uit het feit, dat ik hier en daar perceelen zie, waar de ste kels kennelijk gespoten zijn, kan ik con cluderen, dat er „zondaars" zijn, die de weg terug gaan. Bent U daar ook al bij? Voor zeer veel percelen is het nu de tijd. C. v. Gr. 21. De vrouw boog zich naar haar toe en wilde haar over het hoofd strijken. Maar Aaltje trok zich met een ruk te rug en keek haar moeder als een furie aan. „Blijf van me af! U met Uw Dirk! Het is bij U altijd Dirk geweest. Dirk voor en Dirk na. Die lammeling. Dat was vroeger al zo, toen we klein waren, Dirk kon alles krijgen, want Dirk was uw lievelingetje, die geen kwaad kon doen en is nog steeds uw lieveling. En hij maar klikken van ons, als we wat uitgehaald hadden, om maar een nog witter voetje bij moeder te krijgen! Dacht u, dat we dat als kind al niet door hadden? En hij nu zeker mooi weer spelen van mijn geld? Kun je net denken! Eerst heeft hij al het geld van Catrien er doorgedraaid, hij met zijn eigenzinnige koppigheid van ik- wil-zelfstandig-blijven, en nu denkt me neer zeker te profiteren van mijn cen ten? De pot op, dat kan-ie! Ik ga met een naar hem toe „Aal, wacht nou evenluister nu naar je moeder.Aal!" Maar het meisje was al naar buiten op haar fiets gestapt en enkele secon den later reed ze het bruggetje over, de weg op. Dirk zat in zijn hemdsmouwen in de kamer en las de krant. Hij keek even op, toen zijn zusje binnenkwam en las toen weer verder. „Ha, die Aal". Het meisje liep rustig op hem toe, greep de krant uit zijn hand en smeet die op de grond, stak toen haar hand uit en zei: „M'n centen!" Hij keek haar verontwaardigd aan, terwijl hij zich bukte om de krant weer op te rapen en zei: „Zeg, ben je hele maal gek geworden?" „Stapelgek, maar niet op jou. Ik moet m'n geld terug hebben: zestien honderd gulden. En een beetje gauw". Hij vouwde de krant weer open en schudde zijn hoofd. „Commandeer je hondjes en blaf zelf. Waar zie je me eigenlijk voor aan?" Voor de tweede maal rukte ze de krant uit zijn vingers en scheurde hem ditmaal aan snippers, die ze een eind heen smeet. „Voor een grote schooier, versta je? Jij wist drommels goed, dat het mijn geld was, dat ik gekregen heb als beloning en je wist ook, dat moe der niet het minste recht heeft om het aan jou te geven. Want ze kan niet iets weggeven wat niet van haar is. Kom op, en een beetje vlug. „Aal, doe niet zo mal. Ik heb het al leen maar geleend en ik zal het met een tientje in de week terugbetalen, als je wilt". Ze keek hem spottend aan. „Dat is toch aardig van je, verbazend aardig. Maar ik heb je tientje terugbetaling niet nodig, omdat ik die zestienhonderd gulden meteen wil hebben en als ik ze niet krijg, sla ik de hele boel hier kort en klein, begrepen?" Hij kwam overeind en alle kleur trok uit zijn gezicht weg. „Ik geloof, dat jij rijp bent voor het gekkehuis, niet? Heeft die vent je soms opgestookt?" „Ik weet niet over wie je het hebt, en als je Ane Schilders betreft, dan zou ik maar over hem zwijgen, meneer weet-alles. Mooie inlichtingen heb jij over hem ingewonnen. Bij wie heb je ze gekregen? Bij de waarzegster soms? Jij met je kletspraatjes over hem. Weet je wel, dat het de zoon van de baas zelf is? Ik heb maar niet verteld, wie die mooie lasterpraatjes over hem rondge strooid heeft, want dan bestond de kans dat je vandaag of morgen in de gevan genis terecht gekomen was. Enfin, daar verzijl je vroeg of laat toch nog wel eens, als je zo doorgaat, hoofd van de familie! Nou, komt er nog wat van? M'n centen! En rap!" „Luister nou eens, Aal...." „Ik luister niet meer naar jou, voor ik m'n geld heb! En nu voor de laatste maal: geld. En anders ga ik naar de politie! Zo zeker als twee maal twee vier is". Hij haalde zijn schouders op. „Alles is al geïnvesteerd. Ik heb er artikelen voor gekocht. En dan die bromfiets na tuurlijk". Ze keek hem minachtend aan. Lang zaam schudde ze haar hoofd. „Jij moet nodig nog eens wat van een ander zeggen: Gerard Knaap deugt niet, Arie Schilders deugt nietAlleen Dirk Dinkla deugt, als-ie maar centen heeft om in die bodemloze put van 'ip te stoppen. Nou, die zestienhonderd gul den van mij zal je ook niet redden. Vroeg of laat ga je met je zelfstandige zaak toch wel naar de bliksem. Enfin, ik geef je tien dagen en geen dag meer. Vandaag over tien dagen sta ik hier weer en dan wens ik zestienhonderd gulden te ontvangen. Geen cent minder. En of je nu over tien dagen failliet gaat of over tien maanden, eens ga je er toch aan, jij met je eigenwijze kop. Over tien dagen m'n centen en anders maak ik er werk van. De politie zal wel we ten, hoe ze zoiets moet aanpakken, re ken maar. En stuur Fien maar naar moeder, want ik kom voor vanavond niet meer thuis. Aju, stuk verdriet. Even later fietste ze naar de stad. Arie moest het weten Die zou mis schien wel raad kunnen verschaffen. Ze snikte nog na van emotie. Zestienhon derd guldenzo maar ineens weg Ze zag Arie staan aan de Purmer- steenweg. Ze was al van haar fiets ge stapt, toen hij naar haar opkeek. Er kwam een glimlach op zijn gezicht. Met een paar stappen was hij bij haar. „Hay, Aaltje", begon hij opgewekt, maar toen hij haar bedrukte gezicht zag, schrok hij;-„Is er wat gebeurd?" Ze knikte. „Iets heel ergs. Ik kan het hier niet zeggen op de weg". Hij dacht even na en keek in het rond. „Ga dan maar mee. Daar staat de auto". „Maar m'n fiets...." Hij keek naar haar fiets en zette die tegen een boom. „Jaap?" Een arbeider keek op. „Ja?" „Neem om half zes die damesfiets even mee naar de Kanaalkade, wil je?" „Jawel, meneer". „Zo, kom maar mee". Toen hij wegreed, zei hij: „In de salonwagen zijn ze aan het werk: twee tekenaars en de boekhouder. Het is erg gehorig. Zullen we de stad uitrijden en daar even babbelen?" Ze knikte zwijgend. Na enige tijd waren ze op een stille weg in de Purmer en hij zette de wagen aan de kant. Toen schoof hij een arm om haar heen en trok het meisje naar zich toe. „Zo, m'n poesje, vertel jij Arie nou maar eens, wat er aan de hand is". Met horten en stoten vertelde ze van het geld, dat haar moeder aan Dirk gegeven had. Zogenaamd geleend. En dat hij alles besteed had: bromfiets, le ren jas en inkopen voor de zaak. „Geen cent heeft hij meer over. En ik had zo graag dat mantelpakje willen kopen en een bijpassende tas.nu ben ik weer even arm als daarvoor. Opnieuw snikte ze het uit en hij suste haar in zijn armen. „Gossie, poesje, je deed me schrikken. Ik dacht minstens, dat er iemand vermoord was. Hé, dat is een opluchting Als het niet anders is? Dat pakje krijg je natuurlijk van mij. En die tas ook. Maak je daar maar geen zorg meer over. En dat geld moet na tuurlijk terugkomen. Wat je moeder gedaan heeft, is natuurlijk strafbaar. Het was jouw geld. Waarom heb je het ook niet naar de Bank gebracht? Je bent anders zo'n verstandig vrouwtje". „Och, ik dachtthuis, in het ka binet van moederdaar ligt het veilig. Maar ik ken Dirk wel. Die heeft natuurlijk net zo lang zitten schooien, tot moeder het hem gegeven heeft. Dirk is altijd het verwende moedersjongetje geweest, als kind al. Omdat hij de oud ste is, de stamhouder. Wie had nu ooit gedacht, dat moeder dèt zou doen En ze snikte het opnieuw uit in zijn armen. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1962 | | pagina 4