Texel, ml l een parel aan de kroon ,En wat doen we met moeder i van Holland - idSÉÉsf ft - t Blijf eer» "trIEER in t VERKEER K i j. „Vijf parels aan de kroon van Hol- jind" worden de voor de toerist toe gankelijke waddeneilanden wel ge doemd. i En inderdaad, parels zijn het. Ze »tjn niet even groot, niet gelijk van ileur, en ze verschillen van glans. Ze (eranderen ook steeds van tint met het yisselen van de belichting. Het voor taar op Terschelling is anders dan op r'exel. Ook Vlieland, Ameland en Schiermonnikoog hebben hun eigen sfeer. Zo kan het dan gebeuren, dat vakan tiegangers zweren bij ,,hun" eiland. Ze *aan er ieder jaar ten minste twee we- *en in hun vakantie heen. Velen bren gen er ook de feestdagen met de daar aan verbonden lange weekeinden door. pe bewonderaars van Texel denken er bijvoorbeeld niet aan dit eiland te ver kuilen voor Vlieland, of voor de afwis- ;eling naar Terschelling of Ameland te tjaan. Ze willen wel voor een dagje even rdjken, maar voelen zich weer erg ge- jukkig als ze op ,,hun" eiland terug zijn. Pat is toch wel het mooiste, vinden ze. Zo doet het wellicht ook wat vreemd ^an mensen met enige trots te horen feggen dat ze nu voor het twaalfde jaar .paar Terschelling gaan. Zij die de Wad deneilanden niet kennen, of met ge grepen zijn door de zeer aparte sfeer, •j/ragen zich dan ook dikwijls af wat die [anderen bezielt om elke vakantie weer ^welgemoed naar het eiland van hun •keus te trekken. a Minder regen, meer zon i Waarom ontvlucht men niet dit land >,van mest en mist, van vuilen, kouden jregen", zoals De Genestet dichtte na teen opgelopen verkoudheid. Er komt feen glimlach van twijfel op hun gezicht 3als de trouwe eilandbezoeker vertelt [dat het op de wadden 's zomers minder sregent dan op het vasteland. Toch wij- [zen de statistieken uit dat, gerekend jover de maanden mei tot en met augus tus, bijvoorbeeld Texel minder regen (krijgt dan voor Nederland gangbaar is 2en daarentegen acht procent meer zon- jne-uren. Men kan nu wel niet spreken van een Jeigen eilandklimaat, maar toen in 1960 Nederland vrijwel uitsluitend verregen de vakanties kende, bleef op de wad deneilanden de regen toch dermate be perkt, dat van volkomen verregende vakanties nauwelijks sprake was Een ander argument dat de eiland bezoeker nu met een meewarig lachje wordt toegevoegd, is, dat je op zo'n eiland toch wel gauw bent uit gekeken. Wat voer je er uit, ieder jaar opnieuw. Is het voor de kinderen ook niet veel beter naar vreemde landen te gaan. Hun blik te verruimen, andere talen te spreken en nog wat „cultuur op te doen". Enfin, zo zouden wij deze po lemiek nog wel even voort kunnen zetten. Een ieder beleve zijn vakantie zijn vakantie tenslotte op eigen wijze Boottocht naar Oudeschilcl Het voorgaande gesprek, één uit de vele, werd ook onder het genot van een kopje koffie gevoerd in een café-restau rant aan de haven van Den Helder. Twee redacteuren waren op een som bere dag in dit koude voorjaar op weg naar Texel. De boot „De Dageraad" lag gemeerd aan de stevige zware meerpa len. Even later stapten zij aan boord en vertrok de boot naar Oudeschild. Is het dit bootreisje waardoor men zich al anders voelt? Het duurt nauwe lijks drie kwartier en tochde eilandman voelt zich weer opgenomen in die eigenaardige sfeer van verwach ting hoe het zal zijn. Wat is er veran derd, wat hetzelfde gebleven op het eiland? Hij bedenkt dat het tochtje Den Hel- der-Oudeschild wellicht nog deze zomer tot het verleden zal behoren. Immers met de kijker ziet hij drag lines en heistellingen aan het werk voor de nieuwe aanlegsteiger aan het zuid einde van het eiland, bij het Horntje. De overtocht zal dan nog maar 20 minu ten duren. Er zullen nieuwe schepen komen, waar de vele auto's gemakke lijk op en af kunnen rijden Hij vertelt zijn reisgenoot dat ze straks in het schilderachtige haventje van Oudeschild ongetwijfeld ook het zusterschip van „De Dageraad" n.l. de „Dokter Wagemaker" zullen zien liggen. Dit schip is genoemd naar de arts die in het begin van deze eeuw de woord voeder was van een groep vooruitstre vende Texelaars. Door hun onvermoeid streven kwam een betere bootverbin ding met de vaste wal tot stand en werd de T.E.S.O. (Texels Eigen Stoomboot Onderneming) opgericht. Dit „Eigen" is niet zo maar een naam. Neen, na een verwoede strijd tegen de Alkmaar Packet, die voordien de dienst Den Hel- der-Oudeschild v.v. onderhield, werd onder de bezielende leiding van dokter Wagemaker een onderneming opgericht, waarin niemand voor meer dan ƒ1000, aandelen mocht nemen. Opdat voorko men werd, dat de onderneming in han den van een bepaalde groep belangheb benden zou komen, werd bepaald, dat alle aandelen, óók de kleinste van ƒ5, op naam moesten staan. Dorpen met karatker De eilandman praat onvermoeid ver der over de dorpen die Texel heeft. Het hoofddorp Den Burg, is met de dorpen Den Hoorn, De Waal en Oosterend ge legen op de hogere gronden van het eiland. De overige dorpen Oudeschild, De Koog en De Cocksdorp zijn veel jon ger en ontstonden op later ingedijkte gronden. Zij hebben daardoor ook een ander karakter Het hoofddorp Den Burg het lijkt wel een stadje heeft zich gevormd rondom een vroeg-middeleeuwse< vluchtburg, die omgeven zal zijn ge weest door een palissade binnen een gracht of burgwal, aldus de opvatting van Professor Wieger Bruin. Op de Groeneplaats wordt 's maan dags marktdag gehouden, waar vele bewoners van de „Buitendorpen" ge bruik van maken om hun inkepen te doen. Ook de bekende lammerenmark- ten worden er gedurende zes achtereen volgende maandagen na 15 mei ge houden. Op de Groeneplaats werd op zater dagavond 11 mei 1907 ook de eerste gaslamp ontstoken en door de toege stroomde mensen met gejuich en hand geklap begroet. De eerder genoemde dokter Wagemaker was weer de man die deze verbetering in de verlichting voordien gebruikte men uitsluitend petroleumlampen had voorgestaan. Het gebruikte aërogeengas werd uit petroleum gewonnen. Het heeft dienst gedaan tot in de eerste wereldoorlog, toen door gebrek aan grondstof een ein de kwam aan deze soort verlichting Daarna kwam de elektrische verlichting aan bod. Oude olievondst De naam Wagemaker werd nog een keer genoemd toen de eilandman van verteller tot luisteraar was geworden. De twee redacteuren waren toen name lijk op bezoek bij de heer J. H. Slaman in Oudeschild. Deze vertelde hoe zijn vader met de olievondst van Oude schild naar de dokter was gegaan om advies. Na dit bezoek kwam de eilandman weer aan het woord. Hij sleepte zijn vriend en collega mee via Den Burg naar De Koog, het jongste dorp van het eiland. Een echte badplaats met modern comfort, maar omgeven door een prach tig wijd duingebied met een brede bos zoom. Van De Koog moest deze arme man of hij wilde of niet, naar het meest noordelijke dorp van het eiland De Cocksdorp. Van de in de nabijheid staande vuurtoren wilde hij niets we ten. Daar heb je in „Olie" al over ge schreven zei hij. Ook hij kwam echter onder de indruk van de rust in dit dorp met z'n prach tige Roggesloot, een breed water ont staan door een oude slenk in het vroe gere Wad Voor vogelvrienden is De Cocksdorp een unieke plaats. Vlak bij de schorren en slikken, die tot ver bui ten onze grenzen bekend zijn om de ongeëvenaarde rijkdom aan vogels. Van De Cocksdorp terug naar de boot, reden de twee vrienden via het intieme Oosterend met zijn stoere, eens aan Sint-Marten gewijde, hervormde kerk Ook het dorpje De Waal gelegen te midden van de rijkdom aan vogels werd gepasseerd. Voor het dorp Den Hoorn, zo idyllisch gelegen in de zuidwesthoek van het eiland, was geen tijd meer beschikbaar. De boot wachtte. Wel had de eilandman nog even gelegenheid te wijzen op de typische tuinwallen. Deze uit zoden op gezette wallen, die de weilanden om zomen, geven mede een speciaal karak ter aan dit zacht glooiende landschap. Juist op tijd stapten de twee redac teuren op de boot. De eilandman met spijt in het hart, omdat hij dit mooie plekje weer moest verlaten. De gevoe lens van zijn collega waren niet van diens ondoorgrondelijke gezicht te le zen. Alleen toen de eilandman zei: „Nu heb ik nog niets verteld over de Muy, de Slufter en....", riep hij luide de hofmeester voor twee koffie. Sm. Uit: Maandblad „Olie". Maandblad voor het personeel der tot de Koninklijke/Shell groep behorende maatschappijen. -imt-wr .-I Een stukje van de Texelse Parel ruime stranden ZON, MAAN EN HOOG WATER Hoog water ter rede van Oudeschild: 17 juli 8.24 en 20 42; 18 juli 9.17 en 21.32;; 19 juli 10.06 en 22.17; 20 juli 10.52 en 22.58; 21 juli 11.33 en 23.36. Aan het strand ongeveer een uur eerder hoog water. WEEKAGENDA VAN DE STICHTING CULTUREEL WERK TEXEL Woensdag 18 juli Den Burg, Hotel „Dc Lindeboom-Texel", 8.15 uur bridgedrive. Donderdag 19, vrijdag 20 en zaterdag 21 juli Oosterend, fancy-fair met kermisattrakties. Donderdag 19 juli De Koog. 10 uur strandfeest, lampionoptocht, prijzen voor de meest originele lampions en groepen. Zaterdag 21 juli Den Burg, speelweide, 9.30 uur concours- hippique, landbouwtentoonstelling, paarden- keuringen. Diverse attracties. Den Hoorn, „De Waldhoorn". 8 uur, verto ning film „Zaak van leven en dood". NIEUWE METHODE OM BEVUILDE STRANDEN SCHOON TE MAKEN Het departement voor Wetenschappe lijk en Industrieel Onderzoek heeft dezer dagen in Fishherrow in Schotland nieuwe methoden gedemonstreerd om door olie bevuilde stranden schoon te maken. Een ervan was een „rolkam" om vaste brokken teerachtige olie te verwijderen. Deze teerachtige klonters zijn de wijdst verbreide en meest voor" komende vorm van oliebevuiling in Groot Brittannië. De „rolkam", die door een tractor moet worden getrokken of geduwd, bestaat uit een aantal schij ven met zaagtanden die op een centrale as zijn bevestigd. De olieklonters die uit het kiezel van het strand worden „gekamd" worden in een verzamelbak afgeschraapt. CONSULTATIEBUREAU VOOR ZUIGELINGEN Woensdag 18 juli a.s. worden de moeders van dc buitendorpen verwacht op de volgende uren: Den Hoom 2 00 uur; Oosterend 2.45 uur; De Cocksdorp 3.30 uur; De Koog 4.30 uur. ENTING VAN JONGVEE TEGEN MOND- EN KLAUWZEER Het onder bepaalde voorwaarden vrijstellen van de verplichting tot het tegen mond- en klauwzee enten van jongvee bestemd om op jongveekeurin gen te verschijnen, is vervallen voor het jaar 1962. Dit betekent dat de betrokken dieren ten minste 14 dagen en ten hoogste 4 maanden vóór de datum van het ver voer naar de keuring tegen mond- en klauwzeer geent moeten zijn. Onder jongvee te verstaan de runde ren die zijn geboren óp of na 1 januari 1961. D Rempt, Directeur van de Gezondheidsdienst voor Dieren in Noordholland. KORTING GEWASONDERZOEK Door het Bedrijfslaboratorium voor Grond- en Gewasonderzoek te Ooster beek wordt vanaf 2 juli tot en met 18 augustus 15% korting op de onderzoek- kosten van hooi en kuilgras gegeven. Veehouders, die hiervan willen profi teren, raden wij aan om de te nemen monsters spoedig op te geven aan de monsternemer, de heer B. Lap, Heren straat 43, Den Hoorn, tel. (02226) 206 of aan de assistenten van de landbouw- voorlichtingsdienst. Ook de veehouders, die deze winter weer lid van de veevoederkern worden adviseren wij om nu de monsters op te geven. Een vroegtijdige bemonstering heeft tot gevolg dat de analyseresultaten ook spoedig bekend zijn, wat veel gemak geeft bij het opmaken van de voeder balans. J. M. W. Sluit andere parkeerders met inzorg bij het parkeren in een file dat er voorenach ter de auto zomogelijk één meter ruimte overblijft Zoals in Belgie verplicht is j Betracht bij het achteruit-parkerende grootst mogelijke voorzichtigheid en wel levendheid jegens het andere verkeer' Vooral fietsers en bromfietsers""" 11111 i i'i Snoep met de parkeerruimte weg van een ander die net eventjes eerder was i; O!.deHpf"< Wei-erts^3^ O Heeft U het ongelukeenandere auto licht te beschadigen.laat dan op z'n minst op de beschadigde auto een kaar tje mot Uw naam enadresachcer1!111 Verdisconteer bij stsdsbezoeken het zoeken naar parkeerruimte in Uw tijdschema .lp tijd komen is nog altijd eer, vorm van wellevendheid EndatkuntU door eerder weq te qeani Verb Veilig VerkeergguJ 25. Die avond wachtte Arie Schilders tevergeefs. Hij zat voor het raam en keek naar de noodbrug, maar al wie er overkwam, geen Aaltje. Hij wachtte tot half negen, toen liep hij naar buiten, sloot de deur en stapte in zijn wagen. Binnen twee minuten reed hij op het Zuiderpad. Aaltje zat voor het raam en schrok, toen ze de grote Chevrolet op het smal le weggetje zag aankomen. Hij toeterde even en reed toen door tot de hoek. Daar zette hij de wagen aan de kant en wachtte. Ze keek even naar haar moeder, die zat te knikkebollen en kwam toen re soluut overeind. Even later stond ze naast de auto. „Ik kan vanavond niet, Arie", zei ze zuchtend. „En ik kan ook vrijdag niet met je mee. Moeder vind het niet goed". „Dat is ook wat!" riep hij verschrikt uit. „Wil ik.... wil ik eens met je moeder gaan praten?" Ze schudde haar hoofd. „Doe het maar niet, het heeft toch geen zin. Ze heeft het nu eenmaal in haar hoofd ge zet, dat jij niet deugt en dat het geen pas geeft, als ik mee ga naar Woerden. Het spijt me, Arie Hij keek nadenkend voor zich uit. „Ik weet wel raad Houd maar moed, m'n poesje, ik laat je niet meer los. i Later zullen we gelukkig zijn samen. En moeilijkheden zal ik voor je overwin- nen. Heb jij maar vertrouwen in Arie". Hij trok haar hoofd door het raam en drukte er een kus op. „Zo, nu ga ik j weer, want anders zeggen je buren er misschien wat van. Heb geduld, poesje, dit maak ik wel in orde. „Maar, Arie...." Doch hij trok de wagen al op en wuifde even. Ze zag hem na tot de bocht en liep toen met gebogen hoofd naar huis. Om half tien wilde ze de gordijnen sluiten, toen Tonnie en Wim op de fiet sen het erf opreden. Meteen begreep ze het: Arie is bij hen geweest. Mevrouw Dinkla zag ze ook komen, toen Tonnie joviaal haar hand op stak. „Déér hewwe we Wim en Tonnie ok nog. Zo laat op de avond. Wat zouden die moeten?" Aaltje haalde haar schouders even op en sloot toen dc gordijnen. Ze liep naar de deur en draaide het licht knopje om. Meteen trad het tweetal binnen. „Hay, Aal! Dag, moe! Het was zulk mooi weer, Tonnie en ik dachten: we rijden nog even een eindje om en gaan efkes bij moe een kopje koffie halen". Tonnie knikte lachend en gaf onge merkt een knipoogje naar Aaltje, die nog steeds lusteloos bij de deur stond „En of! En dacht, dat kan Aaltje wel voor ons klaarmaken, niet? Tonnie lachte nog steeds en knipoogde op nieuw. Toen kreeg het meisje weer nieuwe moed en ging naar de keuken. Enkele minuten later kwam ze met de koppen binnen en hoorde ze Wim zeggen: „Ja, onze Aal wil dit weekend uit, naar Woerden. Kennismaken met de ouders van die opzichter, waarmee ze verkering heeft. De oude mensen hebben haar uitgenodigd en wij vinden, dat ze dat moet aannemen. Tonnie en ik komen dan vrijdag wel logeren". Mevrouw Dinkla schudde haar hoofd. „Welnee, me jongen, dat is niet meer nodig. Aal heeft gezegd, dat ze niet gaat. Ze blijft thuis, dus het is hele maal niet nodig". Wim, die wel begreep, waar de schoen wrong, keek zijn zusje kwasi- verwonderd aan. „Wat nou, Aal? Wil je nou ineens niet meer? En je was nog wel zo blij?" Ze keek voor zich op het tafelkleed. „Nee, ik ga niet. Moeder gunt het me niet. En moeder klaagt, dat ik elke avond de hort op ben, naar een wild vreemde man, waarover men zoveel le lijke dingen verteld heeft. En drie da gen en nachten naar Woerden vindt moeder, dat het geen pas geeft. Ik zal wel altijd thuisblijven, hoor. En ik ben een verschrikkelijk ontevreden kind geworden, sinds ik Arie ken. Ik deug niet. Ik ben een sloerie, want ik ga in m'n eentje bij hem in z'n woonwagen zitten. Maar die sloerie is wel goed genoeg om de hele dag hard te werken en moeder te verzorgen, maar een paar uurtjes plezier wordt me niet gegund. Nou, ik zal Arie wel schrijven, hoor, dat het uit is. Dat ik niet mag van moe Dat ik niks meer mag dan alleen maar werkenwerkenZelfs dat pakje misgunt ze me.Niks gunt ze me, niks, niks! O, ik wou dat ik dood was. En terwijl ze in tranen uitbarstte, rende ze de kamer uit, de trap op naar haar kamer. De drie mensen in het ver trek hoorden de deur dichtvallen en keken elkaar ontzet aan. Het was Wim, die de benauwende stilte verbrak door te zeggen: „Nou, moeder, je hewwe wel eer van je werk, dat mot ik zegge. Op haar kamer was Aaltje languit op bed neergevallen en snikte hartstochte lijk haar leed uit. Ze verlangde naar Arie, naar zijn sterke armen om haar heen en naar zijn lippen op de hare. Maar moeder misgunde haar alles, zelfs een aardige jongen, van wie ze'hield. Op wie ze ineens krankzinnig verliefd was. Moeder dacht alleen maar aan zichzelf en zij, de jongste, was het kind van de rekening geworden. De anderen waren geleidelijk aan allemaal ge trouwd, en dat zij te zijner tijd ook eens thuis zou kunnen komen met een vrijer, daar had eigenlijk niemand bij stilgestaan Dat paste niet in het hokje, dat klaar gemaakt was voor Aaltje Dinkla. Moeder's oppas moest maar thuisblijven O zo. Hoe lang ze op bed gelegen had in het donker, wist ze niet, maar opeens hoorde ze een zacht geklop op de deur. Ze kwam half overeind en keek op. Even later klonk weer het klopje. „Aaltje, ik ben het: Tonnie. Mag ik niet binnen komen, Aaltje?" Ze aarzelde. Ze bleef nu maar het liefst alleen. Maar Tonnie was altijd aardig en had dadelijk aangeboden het weekeind hierheen te komen, zodat zij met Arie naar Woerden kon gaan. Ja, Tonnie begreep haar wel.... Tonnie was immers zelf nog jong.... „Aaltje.... ik wordt ongerust.... hoor je me niet?" Er klonk duidelijk angst in haar stem. Het meisje stond op en opende de deur. De ander kwam binnen en trok het meisje in haar armen. Meteen barst te Aaltje weer in een luid snikken uit. Tonnie duwde de deur dicht en voer de het meisje naar het bed, waarop ze beiden gingen zitten. „Zo, zusje, huil j'j nou maar eens lekker uit, hoor. Ik kan best begrijpen, dat het je op een gegeven ogenblik te machtig werd. Maar je hoeft helemaal niet te wan hopen, Aal, daar zal Wim wel voor zorgen. Wat denkt moeder nou wel? Dat je haar slaaf bent en voor alles haar goedkeuring en toestemming moet hebben? 't Zou wat moois worden. En als er nou werkelijk wat op Arie aan te merken was, maar het tegendeel is juist waar. Wim heeft zo eens bij deze en gene geïnformeerd ja, dat moet je hem maar niet kwalijk nemen, Aal tje, maar je bent tenslotte zijn jongste zusje en hij is maar wat. gek op je op het stadhuis, bij mensen, die met hem te maken hebben vanwege het rio leringswerk, maar ze zeggen allemaal, dat hij een uitstekende vakman is en een nette vent. Hij heeft ook in Steen- wijk riolering aangelegd en toen ze daar bezig waren, zijn ze van het ge meentebestuur en een paar andere lui van het stadhuis wezen kijken. En daar waren ze best tevreden over zijn werk. Ik vind hem maar een keurige jongen, hoor, en als ik niet getrouwd was, nou dan zou je misschien een geduchte con current aan me hebben, meisje, reken maar". (Wordt vervolgd) ui k

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1962 | | pagina 4