Om het behoud van de laatste
tuin wallen
mm
„En wat doen we met moeder
ÉW
- "V'
Te veel of te weinig jeugdigen in de landhouu
Een dubbele tuinwal, waartussen een holle weg loopt, met op de achtergrond een scha-
penboet en het bosje „Het Doolhof'. Een groepje „Texelaars" completeert het beeld.
door G. v. d. Heide
(archeoloog bij de Directie Wieringer-
meer - IJsselmeer polders)
Het afperken van bepaalde terreinen
is een eeuwenoud gebruik. Soms gaat
het erom grondeigendommen duidelijk
af te scheiden van het grondbezit van
anderen, soms ook om grenzen aan te
geven in verband met het weiden van
vee, zodat de weidedieren niet overal
kunnen komen. In oude tijden toen het
overalweiden mogelijk was of algemeen
werd toegestaan, was aan afscheidingen
in de bovengenoemde zin, minder be
hoefte. Niettemin bestonden er reeds in
de pre-historie duidelijk in het land
schap te onderscheiden perceelgrenzen.
Ook nu nog in een prehistorisch sta
dium levende bevolkingsgroepen tonen
de behoefte, voor zover zij zich met het
verbouwen van bepaalde gewassen be
zig houden, hun tuinen, hun gronden,
af te palen. Vernielingen, die los lopen
de dieren zouden kunnen aanrichten,
spelen daarbij natuurlijk ook een rol.
Men kan zich voorstellen dat toen
het gemeenschappelijk gebruik van
weidelanden werd opgeheven de be
hoefte aan afperking van het eigen
grondbezit bij velen onmiddellijk werd
gevoeld en dat zich hieruit verschillen
de vormen van begrenzingen hebben
ontwikkeld. J. A. van der Vlis stelt dat
het gebruik van gemene weide onge
veer 1640 eindigde en meent dat dan
ook nadien de karakteristieke tuin-
wallen moeten zijn ontstaan op het
eiland Texel.
Uit de opdracht aan de eilandbewo
ners om hun gronden te bewallen leidt
M. Mantje echter af dat de Texelaars
toen dus reeds wisten wat dit bewallen
betekende en dat zij er al voordien toe
waren overgegaan bepaalde gronden
buiten de gemene weidegronden door
kleine wallen van de aangrenzende per
celen af te scheiden. Voor dit doel wer
den hier en daar in het land zeer ver
schillende materialen gebruikt: palen
en bij gebrek aan hout op de eilanden
WEEKAGENDA VAN DE
STICHTING CULTUREEL WERK TEXEL
Woensdag 15 augustus
De Koog, 20.30 uur, Herv. Kerk, zangdienst
Oudeschild, 3 uur, hengelwedstrijd aan de
dijk bij de R.K. Kerk.
De Koog, 20.15 uur, Badhotel .Juliana",
bridgedrive.
Donderdag 16 augustus
De Cocksdorp, lampionoptocht met mede
werking van de „Margaretha Sinclair" band.
Den Hoorn, 20.00 uur, zang en muziek in dc
Ned. Herv. kerk.
Vrjjdag 17 augustus
Den Hoorn, 19.30 uur, demonstratie van de
Waddenruiters.
Zaterdag 18 augustus
Den Burg, 14.00 uur, Hogeberg, zeepkistenrace
voor de jeugd.
Oosterend, 19.30 uur, Amateursavond.
Den Burg, 20.00 uur, Filmlokalen ULO-
school, vertoning film „De Brug".
Zondag 19 augustus
Den Burg, 20.00 uur, Filmlokalen ULO-
school, vertoning film „De Brug".
De oude Texelse boerderij, die als een museumstuk in eigendom van de Stichting Texels
Museum bewaard zal blijven.
ook wel walvisribben en -kaken
vlechtwerk van rijshout (de zgn.
„tuinen") en soms ook wallen van
grond. Soms werden deze scheidingen
beplant, zodat na verloop van tijd na
tuurlijke houtwallen ontstonden. De
wallen op Texel zijn onbeplant geble
ven.
Het is typerend, dat een drietal ge
bieden in ons land op dit punt min of
meer dezelfde ontwikkeling ondergin
gen en dat dit terreinen betrof, die ten
aanzien van hun ontstaan veel op el
kaar gelijken. Wallen als perceelsgren-
zen ontstonden niet alleen op het
morenelandschap op Texel, maar ook
op de gelijktijdig en op dezelfde wijze
door het landijs van de voorlaatste ijs
tijd opgeschoven morene op Wieringen
en in het Land van Vollenhove. Hoewel
de wallen van het laatst genoemde ter
ritoir veel op de Texelse geleken, is de
opbouw en vooral ook de aantrekkelijke
begroeiing met slee- en meidoorn ge-
V,
Eco „holle weg", die voert van Den Burg naar de kern van het gebied; na wat verharding
zjjn deze holle weggetjes ideale wandelwegen, die waard zijn behouden te blijven.
1
De zuid-oost helling van dc „Hoge Berg" van waar men uitziet op de rede van Texel. Het
typische verspringen van de walletjes als pcrccclsgrenzcn geven het landschap een bijzon
dere bekoring.
heel tegengesteld aan de kale Texelse
tuinwallen.
Van de drie genoemde, licht geacci
denteerde, pleistocene landschappen
zijn de originele wallen jammergenoeg
goeddeels verdwenen. De ruilverkave
ling op Wieringen hééft het landschap
grondig gewijzigd; de wallen zijn vrij
wel alle geslecht en een zeer enkele die
is gebleven, heeft in zijn eenzaamheid
niet meer te betekenen. In het Land
van Vollenhove worden thans in ver
band met ruilverkaveling vele mooie
begroeide tuinwallen opgeofferd aan de
eis tot meer rationele bedrijfsvoering
en verkavelingsverbetering.
Ook op Texel is een groot gebied
reeds ten behoeve van de ruilverkave
ling „behandeld". Daarmede is het oude
tuinwallenlandschap op een klein ge
deelte na verdwenen. Het terrein nabij
Den Burg en een klein gedeelte bij het
Hoornder kerkje zijn nu nog de enige
gave, oorspronkelijke landschappen
met tuinwallen op Texel.
De afdeling Landschapsverzorging
van de Dienst van het Staatsbosbeheer,
die bij iedere ruilverkaveling voor een
goede landschappelijke verzorging
wordt ingeschakeld, heeft zich gelukkig
het lot van de tuinwallen aangetrokken.
Er kon daardoor een aantal nieuwe
wallen worden opgezet, doordat de
grondgebruiker zelf kon bepalen welke
perceelafscheiding hij wilde hebben. Ge
lukkig kozen een aantal grondeigenaren
op Texel de traditionele tuinwal. Om de
keuze aantrekkelijker te maken werden
deze wallen gratis door het Staatsbos
beheer aangelegd.
Uiteraard is er echter een duidelijk
verschil tussen het nieuwe landschap
met enkele tuinwallen en het originele
tuinwallengebied. Het bijzonder aan
trekkelijke effect van het wat grillig
verspringen ontbreekt in de strakke,
nieuwe verkaveling. Ook de kostelijke
holle weggetjes zijn het uitsluitend pri
vilege van het oorspronkelijke territoir;
nu nog de Hoge Berg bij Den Burg.
Maar ook dat terrein komt nog in aan
merking voor ruilverkaveling
Er doet zich echter de gelukkige om
standigheid voor dat de grondeigenaren
bereid zijn mee te werken aan het be
houd van het laatste originele tuinwal
lenlandschap. Er gelden tal van over
wegingen om het behoud met klem te
bepleiten: landschapsaesthetische, bota
nische, historische, archeologische en
als uniek Wandelterrein ook recrea
tieve. En daarbij moge bovendien niet
uit het oog worden verloren dat Texel
een eiland is met nationale en zelfs
sterk internationale faam. Het laatste
stuk tuinwallenlandschap mag niet
worden geofferd ook al zou men, als
pleister op de wonde, een paar nieuwe
wallen willen aanleggen in de trant van
de oude.
Het prachtige terrein met zijn onver
vangbare holle weggetjes en de met een
rijke flora begroeide tuinwallen is niet
te vervangen! Het verlies hiervan zou
zeer ernstig moeten worden betreurd.
Uit „Land en Water"
Over het vraagstuk van de toetreding
van jeugdige arbeiders tot de agra
rische sector, werd in april j.l. door
een werkgroep een rapport uitgebracht
aan de directeur-generaal voor de
Arbeidsvoorziening van het ministerie
van Sociale Zaken en Volksgezondheid
en aan de hoofdafdeling Sociale Zaken
van het Landbouwschap.
Aanleiding voor de studie van dit
vraagstuk waren de destijds vanuit de
Tweede en Eerste Kamer gemaakte be
zwaren en opmerkingen over een ver
gelijking en de toelichting hierop in de
memorie van Antwoord aan de Tweede
Kamer op de begroting 1961. Met deze
vergelijking werd beoogd het afwijkend
karakter van de leeftijdsopbouw van
de landarbeidersgroep ten opzichte van
de totale beroepsbevolking aan te dui
den en hierdoor aan te geven, dat het
toe- en afvloeiingspatroon in de agra
rische sector niet in overeenstemming
is met de situatie, die uit een oogpunt
van algemeen arbeidsvoorzieningsbe-
leid wenselijk voorkomt en die zou mo
gen worden verwacht, indien ervan
wordt uitgegaan, dat de reeds aanwe
zige landarbeiders zoveel mogelijk in de
landbouw werkzaam blijven.
De werkgroep heeft in de eerste
plaats aan de bovenbedoelde bezwaren
aandacht besteed.
Hoewel ook na het onderzoek over
de bezwaren bleek, dat de op grond
van de vergelijking gegeven zienswijze
vrijwel ongewijzigd kon blijven gehand
haafd vooral ook omdat de vermin
dering van de werkgelegenheid voor de
betref f ij de bedrijfstak niet in de verge
lijking was betrokken heeft de
werkgroep het als haar taak beschouwd
om het gehele toe- en afvloeiingspa
troon tegen de achtergrond van de ver
mindering van de werkgelegenheid aan
een nadere studie te onderwerpen. De
vergelijking met de totale beroei
volking werd bij deze verdere sti
buiten beschouwing gelaten.
Bij deze studie is een werkwijze
volgd, waarbij het gehele toe. en
vloeiingspatroon en de vermindei
van de werkgelegenheid zijn gezien
„posten" van een landelijke persone
voorzieningsbalans. Deze posten
den achtereenvolgens aan de hand
gegevens van het Bedrijfspensioenfo
voor de Landbouw onderworpen
een statistische analyse en aan een
schouwing.
Allereerst wordt de primaire i
vloeiing bezien tegen de achtergn
van de natuurlijke afvloeiing bij gel
blijvende werkgelegenheid voor
beroepsgroep. Aangezien de betreffe
werkgelegenheid jaarlijks evenwel
vermindering onderhevig is, wordt
een algemene beschouwing over de
wikkeling ervan, aan de hand van h
veronderstelde afnameposities, de
lans opnieuw bekeken.
Ook wordt aan het vraagstuk van
secondaire afvloeiing uitvoerig
dacht besteed.
Aangezien het rapport bedoeld is
basis voor een discussie over het tre!
van eventuele maatregelen, wordt
het rapport geen aanbevelingen ged
met betrekking tot het aanbrengen
bepaalde wijzigingen in de huit
situatie.
De hoofdafdeling Sociale Zaken 1
het Landbouwschap heeft inmiddels
sloten dit rapport ter bestudering toi
zenden aan de landbouworganisat
Daarna zal een commissie ad hoe
hoofdafdeling adviseren over de daa
voortvloeiende beleidsconclusies.
Exemplaren van het rapport „1
treding jeugdige landarbeiders" kun
worden aangevraagd bij de dire
voor de Arbeidsvoorziening, Zeesti
73 te 's-Gravenhage.
32. „Als je me nog een keer in de rede
valt, ga ik je knuffelen op de divan.
Zo eindigde het helemaal niet. Goed,
die prins kuste het prinsesje en nu
zag ze inderdaad al dat schoons, wat
er in het leven is. Toen vroeg de prins:
wil je mijn vrouw worden en meegaan
naar mijn paleis om daar mijn koningin
te worden? En toen schudde dat eigen
wijze prinsesje haar hoofd en antwoord
de; Nee, want alles in dat paleis is van
jou en ik wil zelf ook wat verdienen
om er in te doen. Wacht nog maar een
paar jaar, dan zullen we wel verder
zien. En toen leefden ze misschien wel
lang, maar helemaal niet gelukkig,
want de prins wilde niet langer wach
ten en het prinsesje hield ook voet bij
stuk en
„En Arie Schilders is een doerak om
daar steeds maar weer opnieuw over
te beginnen. Ik ben geen prinsesje en
jij hebt geen palejs. En dat hoeft ook
niet, maar wat we later samen in huis
zullen hebben, moeten we samen ver
dienen. Dat praat je me niet uit m'n
hoofd. En laat ik dan maar eigenwijs
zijn, mannetje, maar daar sta ik op.
Morgen begin ik te verdienen. Ik spaar
in een jaar duizend gulden bij elkaar
en misschien nog wel meer. Kom over
een jaar maar eens terug. Dan ben ik
misschien wat toeschietelijker".
Hij trok haar met een ruk naar zich
toe op zijn schoot en ze schrok ervan,
toen ze zijn grimmige gezicht zag.
„Luister eens, Aaltje, nu in alle ernst.
Hoiyi je van me?"
Ze trok zijn hoofd naar zich toe en
zoende hem. „Daar heb je het bewijs,
lam jong. Ik kan het niet ontkennen".
„Dat is dus een winstpunt. Laten we
nu eens aannemen, dat je op het ogen
blik een paar duizend gulden op de
spaarbank hebt. Voldoende om mee te
betalen aan de meubels en zo, „Zou je
dan ,,ja" zeggen, als ik je vroeg om de
volgende maand met me te trouwen?"
„Praat geen onzin, Arie, want ik heb
het niet
„Och, poesje, stel het nu eens één
ogenblik voor, dat je het wel hebt.
Houd je zoveel van me, dat je het een
heel leven met me zoudt aandurven?"
Ze keek in zijn strakke gezicht en de
lach bestierf op het hare. „Je bedoelt in
alle ernst?"
„Ja, Aaltje"
Ze dacht even na. „Wat zou jij zeg
gen, als ik je hetzelfde vroeg?"
„Ik zou antwoorden: „Aaltje, lieve
ling van me, in gedachten aanbid ik je
en de dag, dat ik met jou voor het al
taar zal staan, zal de gelukkigste van
mijn leven zijn. Mijn antwoord zou
zijn, zonder enig voorbehoud, volmon
dig ja".
Ze schudde zuchtend haar hoofd.
„Maar lieverd, wat kennen we elkaar?
Je hebt me tot nu toe altijd nog maar
van m'n mooiste en voordeligste zijde
gezien. Ik heb wel eens rotstemmingen
zoals.zoals toen.toen ik je
vertelde, dat moeder mijn geld aan
Dirk had gegeven. Dan ben ik ronduit
gezegd een kreng. Dan kan ik wel met
alles smijten, wat me voor de hand
ligt.O Arie.alsjeblieft.laten
we in ieder geval nog een poosje wach
ten. Ikik vind het zo minder
waardig.... jij hebt zoveel en ik niets
nog niet eens een behoorlijke uit
zet.... ik zal nooit vreugde kunnen
beleven aan meubels, die met geen cent
van mij betaald zijn... toe Arie....
alsjeblieftbegrijpt het dan toch
ik zal dan nooit los kunnen komen
van de gedachte, dat je me gekocht en
betaald hebt
„Maar poesje, dat zou toch nooit in
me opkomen? Waarom maak je het zo
moeilijk voor jezelf? We zijn stapel op
elkaar. Vraag me niet, hoe dat in zo'n
korte tijd mogelijk is, maar het is zo.
D
We verlangen naar elkaar, iedere D
ieder uur. Ik zie het aan jouw oger
jij zult het bij mij ook wel genu
hebben. Waarom zullen we elkaar q,
iedere dag weer opnieuw pijnige
Hij trok haar heftig naar zich toe
zoende haar over haar hele gezicht
in haar hals Even gaf ze aan de o\
rompeling toe en beantwoordde ze
brandende kussen. Toen wrong ze
op een gegeven ogenblik los en spr
overeind. Zuchtend liep ze naar
andere kant van het vertrek en bra t(
haar kleren en haar in orde. „Je
me stapelgek maken, idioot.
Hij schudde zijn hoofd en keek 1
even zuchtend aan. Uit zijn jas du
hij een zakdoek op, waarmee hij
zijn gezicht wreef. „Sorry, Aaltje,
ik me even liet gaan, maar ik ben
zo krankzinnig verliefd op je
Ze draaide zich met een ruk om
leunde met haar rug tegen de w: f:
„Dat is het juist, meneer de opzid
je bent verliefd.... Maar i
liefdheid is een bevlieging, een r
Daarna komt de kater en dan kon
wel eens zo zijn, dat je net zo snel v
genoeg van me kreeg als je nu sti
op me bentrp
el
„Aaltje, ik zweer je.
„Ssstgeen lichtvaardige
Arie Schilders. En als jij je verst
niet weet te gebruiken, zal ik het d(
Als je daar netjes blijft zitten en je
weer meester bent, wil ik je een vi
stel doen. En heel redelijk voor
Laten we het maar een concessie i
men van mijn kant. In de eerste pl;
zien we elkaar niet meer dan twee 1
per week: maandagsavonds en dont
dagsavonds
V.'
;c
st
„Maar Aaltje, zo wreed kun je
niet zijn.
„Houd je mond. Anders ga ik
en kom ik helemaal niet meer tei
Dus alleen maandags- en donderde n
avonds. Dat is één. Verder ga je vc
lopig gedurende de weekeinden i
eentje naar huis. Dat is twee. En
slotte dat is dan mijn concessie
als we over drie maanden nog e
veel van elkaar houden als nu, dan
ik, mits je vader en moeder er geen
zwaar tegen hebben, met je trouv
aangenomen, dat er een oplossing
vonden kan worden voor mijn moe
want die moet door iemand verzo
worden. Ik zal daar in die periode
drie maanden wel met de broers
zusters over praten. Ze zullen tensli
wel kunnen begrijpen, dat er wat
gevonden moet worden. Ik hoop daE
ieder geval wat geld verdiend te h
ben, zodat ik althans een zeer bescl
den aandeel kan leveren. Dan heb
tenminste het idee, dat ik niet hi^
maal met lege handen kom".
„Maar poesje, wat moet ik dan
andere avonden doen? Dinsdag
woensdag en de weekeinden thuis?"
Ze lachte. „Wat deed je vroeger
durende die avonden?"
„Toen kende ik jou nog niet!"
Ze liep weer naar hem toe en g
op de rand van de stoel zitten. „A
wees nu eens één keer verstandig
probeer het te begrijpen. Jij houdt1 K
mij en ik van jou. Hier zijn geen pol jj
kijkers, dus we kunnen hier meer d
dan bijvoorbeeld bij ons thuis. En da
in schuilt juist het gevaar, snap
Daarom moeten we ons beheersen, b< c'
jongen Ik wil, als ik bij jou vand Zi
ga, in dezelfde toestand thuiskomen,
ik weggegaan ben. Zo, het hoge wo
is er uit". Ze gleed van de stoel
streek even met haar hand over
hoofd en zei: „En nu zal ik maar S'
kopje koffie maken. Jeetje, ik ben 1
al aardig thuis, want ik speel teg
woordig zo'n beetje voor gastvrouV
(Wordt vervolgd)
cl
st
SI