„De Traanroeier" En wat doen we met moeder Elektriciteitsopwekking door windmolens De molen van Oudeschild staat er reeds enige weken bij als een geplukte kip. Maar het slechte weer van het af gelopen voorjaar is de reden, dat de firma Bremer niet kon opschieten met het restaureren van de molen „De Traanroeier". Het is de bedoeling de restauratie van de houtconstructie van de romp zo spoedig mogelijk te vol tooien, waarna een nieuwe rietbedek king zal worden aangebracht. Onze fotograaf schoot de geplukte kip. In deze omstandigheden zal de molen echter niet lang meer verkeren. In het blad „Electra", een vakblad voor toegepaste electrotechniek lazen wij een artikel, dat betrekking heeft op de molens. Wij laten het hieronder volgen: Uit de reacties en vragen die wij destijds ontvangen hebben naar aanlei ding van de artikelen over elektrici teitsopwekking, de distributie er van en het landelijk Europees koppelnet is ons gebleken, hoezeer deze materie onder onze lezers leeft. Dit is eigenlijk niet te verwonderen als wij ons realiseren, dat onze lezers dagelijks geconfronteerd worden met de problemen om de onmisbare elektrische energie veilig te distribueren in de wo ningen, kantoren of fabrieken van hun klanten. Bij de beschrijving van het landelijk koppelnet en het bewakings centrum van dit net te Arnhem zijn on ze lezers er reeds op gewezen, dat slechts een gering aantal produktie- centra van elektrische energie in Ne derland aanwezig zijn. Bovendien is het voor iemand die b.v. in Den Haag woont absoluut geen wet van Meden en Perzen, dat ook altijd de door hem verbruikte elektriciteit opge wekt is in de centrale te Den Haag. Door de onderlinge samenwerking van de centrales is het namelijk mogelijk dat een geheel ander produktiecentrum zelfs buiten onze landsgrenzen gele gen de elektriciteit levert voor onze man in Den Haag. Bij het woord produktiecentrum zullen in eerste instantie onze gedach ten gaan naar de centrales waarin de door stoomturbines aangedreven gene ratoren de energie met hoge spanning opwekken. Er zijn echter in ons land ook enige produktiecentra aanwezig, die, zij het op uiterst bescheiden schaal, elektrische energie leveren aan het laagspanningsdistributienet, namelijk windmolens voorzien van een dynamo. Ons molenbezit bedroeg in februari 1960 slechts 991 stuks (in het jaar 1700 9000 stuks!), waarvan er 392 in bedrijf zijn. De stichting Elektriciteitsopwekking door windmolens streeft er naar het aantal in bedrijf zijnde molens te ver groten door aan de hand van de resul taten in proefmolens aan te tonen, dat inbouwen van een 380/220 V asyn chrone generator onder bepaalde gun stige omstandigheden verantwoord is. Op grond van proefnemingen met de Benthuizer watermolen in de jaren 1950-1951 werd berekend, dat bij tan- dembedrijf, d.w.z. afhankelijk van de windsnelheid en het waterpeil in de polder óf alleen malen, óf alleen elek triciteit opwekken óf gecombineerd malen en elektriciteit opwekken dat totaal een jaarlijkse hoeveelheid ener gie aan de wind zou kunnen worden onttrokken, die naar schatting gelijk is aan 34.000 kWh (bij een 10-urige werk dag en stilstand op zon- en feestdagen). Windmolens Alvorens wij u iets gaan vertellen over het verdere verloop van de proe ven met o.a. korenmolen De Kraai in de provincie Utrecht, moeten wij u in het algemeen iets over windmolens mededelen. Omdat Nederland in het buitenland bekend is om zijn windmo lens, zou men verwachten, dat de Hol landers zelf ook bekend zijn met hun molenbezit. Niets is echter minder waar! Hoe vaak zien wij niet „molen tjes" in etalages afgebeeld met wieken waar het hekwerk aan de verkeerde zijde van de roede zit of die verkeerd draaien? Om over de gebruikte termi nologie in artikelen nog maar te zwij gen. Alle in dit artikel besproken mo lens zijn dus windmolens, d.w.z. zij ont lenen de energie aan de wind. Het zijn bovenkruiers, d.w.z. het bovenste ge deelte van de molen, dat de bovenas met het wiekenkruis draagt, kan zo danig rondgedraaid (gekruid) worden, dat het wiekenkruis precies op de wind komt te staan. Het zijn ook buiten kruiers, d.w.z. dat het kruien buiten de molen moet plaatsvinden. De Benthui zer molen (gemeente Hazerswoude) heeft een ronde stenen romp en is een zogenaamde grondmolen of grondzeiler, d.w.z. dat de wieken bijna de grond raken. Hij diende oorspronkelijk alleen om met behulp van een schoefpomp met schoepenrad met een diameter van 0,90 meter het water in de polder op het goede peil te houden. De molen De Kraai in Westbroek (ge meente Maartensdijk, prov. Utrecht) is een zogenaamde stellingmolen (de wie ken komen niet tot bijna op dë grond, maar tot aan deze stelling). De houten romp is achtkantig, met riet bedekt en staat op een stenen onderbouw. Deze zeer fraaie korenmolen dateert uit 1840. Hij stond toen in Amsterdam bij de Haarlemmerpoort. Ook in de ne gentiende eeuw vielen er vele slacht offers ten gevolge van de uitbreidende steden. De molen De Kraai was een van deze slachtoffers. Gelukkig werd de molen in Westbroek opgebouwd en in 1880 weer in bedrijf gesteld. Momenteel staat de molen nog steeds gunstig en kan onbelemmerd de wind uit alle rich tingen vangen. Wind die in dit geval geheel wordt omgezet in elektrische energie. Voor dit doel is op een van de zolders een vertikaal gemonteerde asynchrone dynamo opgesteld. Er is onder het nor male bedrijf geen verbinding meer tussen het draaiende gedeelte van de molen en de maaistenen, zodat er van tandembedrijf geen sprake kan zijn. De maal- en menginrichting worden name lijk elektrisch aangedreven. De hier voor noodzakelijke elektromotoren ont_ vangen hun energie dus óf van de door de molen aangedreven dynamo óf bij perioden van te weinig wind uit het gewestelijke energienet. Omgekeerd levert de dynamo elektriciteit aan de Provinciale Utrechtse Elektriciteits Maatschappij als er voldoende wind is. Onder voldoende wind wordt ver staan, dat de snelheid waarmede de wieken gaan draaien voldoende is om met behulp van vier tandwielen en een snaaroverbrenging de dynamo het ver eiste toerental van 775 omw./min. te geven. Overbrengingsverhouding van de tandwielen en de snaaroverbren ging is totaal 1 op 58. Het toerental van elke draaistroom- generator moet tussen nauwe grenzen constant worden gehouden. Dat is dus ook het geval met de draaistroom- dynamo in de molen. 5°/o is de maxi male toegestane toerentalvariatie. Mede om dit te bereiken zijn de wie ken van het zelfzwichtende type. Zij zijn hiertoe voorzien van jalouzieën, die verbonden door een trekstang, meer of minder geopend kunnen worden. In gesloten toestand van de 1 mm. dikke aluminium jalouzieën wordt maximaal gebruik gemaakt van de wind. Het openen en sluiten van de jalou zieën geschiet automatisch, d.w.z. door de windkracht tegen de werking van veren in. Aan het uiteinde van elke wiek bevinden zich remkleppen die in combinatie met de jalouzieën bij plotse, linge windstoten het toerental en het overgebrachte vermogen beperken. Wij spraken reeds over tandwielen. Deze treft men in alle molens aan. In de conventionele molen bestaan deze tandwielen (die een diameter tot 2 3 meter kunnen bereiken) geheel uit hout, WEEKAGENDA VAN DE STICHTING CULTUREEL WERK TEXEL Woensdag 22 augustus De Koog, 20.30 u. Ned. Herv. kerk, zangdienst Donderdag 23 augustus Den Hoom, 20.00 uur, Ned. Herv. kerk, zang en muziek. Oosttrend, 19.30 uur, rondgang van de drum band ,,Margaretha Sinclair". De Waal, 20.30 uur, rondgang van de drum band „Margaretha Sinclair". Vrijdag 24 augustus De Koog, 19.30 uur, demonstratie van „De Waddenruiters". Zaterdag 25 augustus Den Burg, 20.00 uur, filmlokalen van ULO- school, vertoning van de cinemascoopfilm „Een theehuis voor Tobiki". Zondag 26 augustus Den Burg, 20.00 uur, filmlokalen van ULO- school, vertoning van de cinemascoopfilm „Een theehuis voor Tobiki". zowel de tanden als het frame waarin de tanden of kammen zijn bevestigd. Ervaring met de Benthuizer molen heeft geleerd, dat vooral bij tandembe drijf de tanddruk aan het bovenwiel bij windstoten kan oplopen tot 2500 kg. Aangezien deze tanddruk door hoog stens twee kammen gelijktijdig wordt overgebracht, werden eens in een zware bui enkele kammen uit het houten frame gebroken. Bij de in 1958 gereedgekomen restau ratie en inwendige verbouwing van de korenmolen De Kraai werden dan ook de azijnhouten kammen in een stalen velg gevat. Tot heden zijn hiermede geen moeilijkheden opgetreden. Wel vertonen de uit het zeer harde (en dus slijtvaste) azijn, of pokhout vervaardig de kammen zeer geringe slijtagevlak- ken. „De Traanroeier" Bij de molen „De Traanroeier" te Oudeschild (Texel), die eveneens zal worden voorzien van een opwekinstal latie zal men nu als proef gebruik maken van stalen kammen in combi natie met kunststofkammen. Zoals vroeger steeds werd gedaan, laat men nooit twee gelijke materiaalsoorten op elkaar lopen. Dat men thans ook in onze Hollandse molens proeven gaat nemen met kunststof tanden zal voor de lezers van ons blad niet verwonder lijk zijn. Herhaaldelijk hebben wij na melijk in artikelen er op gewezen, dat kunststoffen geen „imitatie" stoffen zijn, maar kunstig samengeperste stof fen met geheel nieuwe en vaak waarde- volle eigenschappen. Het kruien (het draaien dus van de bovenkap met het wiekenkruis) is bij een conventionele molen mannenwerk, omdat het vrij veel kracht vereist het grote kruiwiel rond te draaien. Om de as van het kruiwiel wordt in dit geval een ketting of staalkabel geslagen, die men aan de rondom de molen staande paaltjes kan bevestigen om zo de kap rechts- of linksom te „trekken". Ook in Westbroek is dit kruiwiel ver vangen door een installatie, bevattende een kleine elektromotor, die nu door trekken aan een rondlopende ketting het wiekenkruis op de wind stelt. De molenaar (of zijn vrouw!) kan door drukknoppen die motor in de gewenste draairichting starten. Deze handeling kan ook automatisch plaats vinden door een windvaan met elektrische contacten op de kap. Voor dit kruiwerk is een gewone draaistroommotor met kortsluitanker- motor gekozen, waarvan men dus de draairichting kan wijzigen door ver wisselen van twee fasedraden. De hoeveelheid energie die een mo len aan de wind kan onttrekken is evenredig aan de derde macht van de windsnelheden en het oppervlak van de draaicirkel van de wieken. Theoretische zou men met drie „vleu gels" kunnen volstaan. Omdat een sys teem met vier vleugels of wieken veel gemakkelijker te fabriceren is, kent men in ons land uitsluitend de uitvoe ring met twee roeden, elk voorzien van twee wieken. Tijdens ons bezoek aan die molen in april j.l. had juist molenbouwer Bremer een nieuwe geheel gelaste roede gemonteerd. De roede was in Adorp (Gr.) vervaardigd en via de weg ver voerd naar Westbroek. Het was de 51ste door deze molen maker vervaardigde gelaste stalen roede. De roede heeft een rechthoekige doorsnede, die aan het uiteinde de ge ringste afmetingen heeft. Ook de wand dikte varieert van het uiteinde naar het zwaarbelaste gedeelte bij het wie kenkruis. Deze variatie is van 4 mm tot 10 mm. De roede wordt voorzien van een gestroomlijnde ommanteling om een zo gering mogelijke luchtweerstand te veroorzaken. Wij eindigen met iets over serviceverlening. In ons dagelijkse werk komen wij regelmatig in contact met fabrieksservicepersoneel, in ver band met het oplossen van technische problemen. Wij weten, dat zo'n fa- brieksservice-afdeling internationaal georiënteerd moet zijn. Wil men naar het buitenland exporteren, dan moet men namelijk in dat desbetreffende land een fabrieksservicedienst opbou wen. Maar wist u ook, dat onze molen bouwers fer zijn er nog 35 40) ook internationale service geven? De heer Bremer vertelde ons en passant, dat hij enige weken geleden in Engeland was geweest om daar te adviseren bij een defecte molen. De in dit artikel vermelde gegevens werden ons verstrekt door de Stichting Electriciteitsopwekking door Wind molens te Hilversum. N. W. Lagendijk Uit „Electra", vakblad voor toege paste elektrotechniek, radio en televisie. ZON, MAAN EN HOOG WATER Hoog water ter rede van Oudeschild: 21 aug. 0.00 en 12.29; 22 aug. 0.32 en 13.04; 23 aug. 1.11 en 13.50; 24 aug. 2.07 en 15.01; 25 aug. 3.29 en 16.29. Aan het strand ongeveer een uur eerder hoog water. CONSULTATIEBUREAU VOOR ZUIGELINGEN Woensdag 22 aug. a.s. worden de moeders van Den Burg en Oudeschild verwacht. De moeders van Oudeschild worden verwacht van 2.00 - 2.30 uur. Daarna de moeders van Den Burg tot 5 uur. S.V. TEXEL Deze eerste voetbalzondag werd door heerlijk warm weer begunstigd. Een sterke Texel-comb. speelde tegen ZDH in Den Hoorn een oefenwedstrijd, die door Texel met 60 werd gewonnen. Een 2de comb, met enkele „nieuwe" (oude) leden speelde op het Boys-veld tegen een pittig Boys-elftal. Voor de rust liep het voor Texel hoopgevend.. Met 30, alle goede doelpunten, ston den ze aan de leiding. Daarna was het totaal mis, vooral toen in de achter hoede wat werd geblunderd, waar ook de keeper zijn deel in had. In elk geval een goede oefening. Wel is hier gebleken, dat we door in tensieve training een gehele wedstrijd vlot moeten kunnen uitspelen. Dus vrienden trainen èn allemaal. Tot woensdag en donderdag dus. Ook de adspiranten en welpen be ginnen woensdag weer, èn allemaal! De Toto. Deze week worden de for mulieren ingeleverd of opgehaald. Op vrijdag- en dus niet donderdagavond zoals eerder werd vermeld. Nog altijd kunnen nieuwe deelnemers worden ingeschreven. Doe het nu. Deze week beginnen we met no. 1. Bij het bestuur kunt U altijd terecht. De bouw van onze kleedkamers vor dert in snel tempo dank zij de spontane medewerking van onze oudleden en anderen. Hopenlijk komt deze week de kap er op. Ja, het gaat prima en be looft een monument van samenwerking te worden. PUPILLENCOMPETITTE Ook de jongens van Tex. Boys (twee elftallen) en ZDH (één elftal) doen mee, zodat er acht elftallen zijn. Nog even een opmerking: de jongens mogen nog geen 12 jaar zijn. Mogen we er op rekenen, dat daar secuur de hand aan wordt gehouden! Zodra mogelijk gaan we beginnen, als eerst het pro gramma van de adspiranten bekend is, want dit programma zullen we probe ren te volgen. Liever niet wegblijven zonder be hoorlijk overleg en lever voortaan de uitslagen zo spoedig mogelijk in. BESCHOUWING Wanneer men eens zyn blik laat gaan over mens en maatschappij, ziet men de zwoegers voor 't bestaan in regelmatig ty. Maar bovenal zie Ik de vrouw van man en huisgezin, HéAr taak telt zeven dag* per week en gaat meteen weer in. Vyfdaagse werkweek kent ze niet, Ze houdt zich aan 't gebod: „zes dagen zult ge uw arbeid doen", vindt daarin haar genot. Dan zy genoemd de medici en vooral de boerestand. De ganse week zyn zij paraat en 's nachts vaak bij de hand. Zo kan ik nog wel even voort, maar ik noem er nog maar één, dat is de nozem; met dat soort weet niemand nog, waarheen? „Des duivels oorkussen" is als vanouds het gevolg van ledigheid. En is niet vaak by hen de clou: „de arbcid-schuwigbeid"? Dat is niet juist en niet sportief, Kom jongens, op de bres! Een regelmatige arbeid „staalt", houdt in: „een wijze les". M. Dros-Eelman Oostcrend, Texel, augustus 1962. 34. En toen gewoon: „Goed hoor, juf frouw Dinkla, je verdient maar en je werkt je vingers maar blauw aan die nieuwe elektrische naaimachine. Dat Arie je wel kan opvreten van liefde, doet niet terzake. Dat Arie zelf een schep geld verdient en je een prinsesse- leventje kan bezorgen, telt evenmin mee. Dat Arie wel kan huilen van ver langen naar zijn kleine 'poesje, raakt haar de koude kleren niet. Dat elke dag en avond en nacht verlies is, als Aaltje Dinkla in haar eentje aan het Zuiderpad zit en Arie Schilders hier in de wagen, interesseert haar al evenmin. Ze heeft het nu eenmaal in dat kleine, eigenwijze hoofdje van haar gezet, dat ze eerst een boel geld moet verdienen, voor ze met Arie in het huwelijksbootje wil stappen. En Arie, die idioot, moet dat allemaal goed vinden. En hij is nog zo stapelgek op dat kleine ding, dat hij met anders kan dan het goed vin den. Ze schoof een eindje van hem af en keek hem onderzoekend aan. „Wat is er aan de hand? Zo heb ik je nog nooit ge zien". Hij haalde sigaretten te voorschijn en stak er een op. Terwijl hij voorover zat en rookte, vervolgde hij: „Ik heb een paar rotdagen gehad. Misschien heb je het al gehoord. Ik heb herrie gehad met iedereen. Met de jongens, met de opzichter van de gemeente en met de boekhouder. Ik heb een pestbui. We hebben pech met het werk. Een of andere grapjas heeft gisteravond een lamp stukgegooid en vannacht is er een auto in een sleuf gereden. Wij zijn verantwoordelijk omdat er geen rood licht bij stond. De lamp lag stuk in de sleuf. De chauffeur beweert* bij hoog en laag, dat er geen licht brandde. Het was een beetje mistig. Het politie onderzoek heeft uitgewezen, dat de auto de lamp niet stuk gereden kan hebben, want die lag wel tien meter verder. Kennelijk met een of ander voorwerp aan diggelen geslagen. De auto heeft een paar honderd gulden schade. Daarvoor kan onze firma op draaien. Bovendien is een pas gemet selde put vernield. Konden we van morgen opnieuw beginnen. Ik ben naar het gemeentehuis geweest en ik heb gedreigd het werk te staken, als de weg niet voor alle verkeer, maar dan ook zeer beslist voor alle verkeer wordt afgesloten. Iedere dag komen ze er langs met zware wagens en dan dreunt het tot en met. Ze vergeten, dat de jongens in putten werken van drie en drieënhalve meter diep. Als er eens één instort door het gedreun, is de ramp niet te overzien. Vanmiddag hadden ze nog niets beslist en ik heb bevolen het werk te staken. Ik heb vader gebeld en hem op de hoogte gesteld van de situa tie. Ik ben het zat, en hij ook. Morgen vroeg is hij er. Dan gaan we naar de burgemeester. In ons contract staat, dat naar behoeven het wegverkeer zal wor den omgelegd. Ik ben al bij een advo- kaat geweest om te laten uitzoeken, wie daarover dient te beslissen: de ge meente of wij. We zijn al veertien dagen op ons schema op achter. We kunnen niet opschieten. Dat.dat werkt alle maal op je zenuwen. En als jij pu nog gisteravond een uurtje was gekomen, om me een beetje op te beuren, maar Arie zag iedereen, behalve jou. Kun je je voorstellen, dat ik een paar rotdagen gehad heb?" Ze knikte. „Dat heb ik natuurlijk niet geweten", antwoordde ze rustig. „Van die narigheid en zo. Het spijt me, Arie". Hij drukte zijn sigaret uit en keek haar aan. Toen greep hij haar bij de schouders en keek haar met grote ogen aan. „Ik heb je nodig, Aaltje, lieveling Je kunt me tot steun zijn, 's avonds.hier in de wagen. Als ik overdag narigheid heb met het werken dat gebeurt wel vaker, het gaat niet altijd van een leien dakje en ik denk dan bij mezelf: van avond. om een uur of half acht. dan is zij er weer. Dan is mijn kleine poesje hier weer om me te troosten en om alles te doen vergeten, al die narig heid. Aaltje.begrijp me: ik heb je nodig". Ze trok zijn hoofd naar zich toe en legde haar arm om hem heen. „Goed, Arieals het zo isdan wil ik komen. Morgenavond en alle avonden. Als je dat graag wilt. „Luister, poesje, je bent in mijn le ven gekomen, hier, in Purmerend. Ik vergeet nooit die keer, dat je naar die schoenenwinkel moest, dat ik je op tilde en over het gat droeg. Dat ik je in mijn armen hield.Daar denk ik vaak aan. Ik voelde je hart kloppen. en je keek me angstig aan. Meteen hield ik al van je. Ik had je toen al wel kun nen kussen, maar ik deed het natuurlijk niet. Je bent nu een deel van mijn le ven geworden. Als jij er niet bent, dar. ben ik niets meer. Ik.... ik kan niet meer buiten je, poesje.... ik ben nu eenmaal zo". Hij zweeg even en ver volgde toen: „Goed.waar ik werkte, vroegerik had wel eens een aardig meisje, waarmee ik uitging. Daarvoor ben je jong. We gingen ergens heen ik vond het prettigmaar de vol gende morgen was ik het vergeten. Het kon me dan weinig schelen. Ik hield van m'n werk en ik houd natuurlijk nog van dit werk. Ik ga er helemaal in op. Maar sinds ik jou ken is alles zo anders. Ik ben de laatste tijd vaak ver strooid. De jongens merken het er lachen. Ze zien, dat ik verliefd ben. Ze kennen jou natuurlijk. Ze hebben je een paar keer gezien en ze vinden je een knap, klein ding. Dat ben je ook Ik heb er over zitten nadenken. Eer gisteravond en gisteren. Zo kan het niet blijven. Als jij nog wilt wachten en eerst geld wilt verdienen.goed, ik kan het begrijpen, van jouw standpunt bekeken. Het is helemaal niet zo gek Ik had vader gisteren aan de telefoon, over die narigheid met de gemeente Toen kwam moeder ook even en vroeg, hoe het met jou ging. Ik zei haar van dat geld verdienen. Ze antwoordde Daar zie ik haar nu net voor aan. Ze wil natuurlijk haar steentje bijdragen. Daar moet je respect voor hebben, Arie Ik vroeg: kunt u dat dwaze idee niet uit haar hoofd praten? Ze zei: ik denk er niet aan. Ik vind Aaltje een flink meisje. Neem haar, zoals ze is, dan zu! je later gelukkig met haar worden. Du* van moeder heb ik in dit opzicht ook a' geen steun te verwachten. Maar ik word op die manier stapelgek.Goed. morgen komt vader. We hebben meer karweien onderhanden dan in Purmer end. Er is ook een werk in Bodegraven dat is dicht bij huis Daar is De Vrieï opzichter. Ik zal vader voorstellen, dal we ruilen: De Vries naar Purmerend er. ik naar Boreft, zo noemen ze in die contreien Bodegraven. De wetenschap, dat je vlakbij bent en ik niet naar je toe mag gaan, is niet langer te verdra gen. Zó, nu weet je het. Ik kom dan wel eens een weekeindje naar hier. Ik kan altijd in de wagen slapen en eter. en zo. Misschien dat m'n werk daar beter gaat, als je ver van me vandaan bent". Ze zaten dicht tegen elkaar er. zij streelde zijn wang. Tenslotte zei ze zacht: „Goed, lieveling, ik denk, dat dü inderdaad de beste oplossing is voor ons beiden. Geef me drie maanden, Arie alsjeblieft.dan heb ik tenminste wat.... misschien krijg ik in die drie maanden ook nog wat van Dirk teru£ ik houd echt heel veel van jë Arie, lieveling, maar geef me alsjeblieft drie maanden (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1962 | | pagina 4