„De Traanroeier"
En wat doen we met moeder
Elektriciteitsopwekking door windmolens
De molen van Oudeschild staat er
reeds enige weken bij als een geplukte
kip. Maar het slechte weer van het af
gelopen voorjaar is de reden, dat de
firma Bremer niet kon opschieten met
het restaureren van de molen „De
Traanroeier". Het is de bedoeling de
restauratie van de houtconstructie van
de romp zo spoedig mogelijk te vol
tooien, waarna een nieuwe rietbedek
king zal worden aangebracht.
Onze fotograaf schoot de geplukte
kip. In deze omstandigheden zal de
molen echter niet lang meer verkeren.
In het blad „Electra", een vakblad voor
toegepaste electrotechniek lazen wij
een artikel, dat betrekking heeft op de
molens. Wij laten het hieronder volgen:
Uit de reacties en vragen die wij
destijds ontvangen hebben naar aanlei
ding van de artikelen over elektrici
teitsopwekking, de distributie er van en
het landelijk Europees koppelnet is ons
gebleken, hoezeer deze materie onder
onze lezers leeft.
Dit is eigenlijk niet te verwonderen
als wij ons realiseren, dat onze lezers
dagelijks geconfronteerd worden met de
problemen om de onmisbare elektrische
energie veilig te distribueren in de wo
ningen, kantoren of fabrieken van hun
klanten. Bij de beschrijving van het
landelijk koppelnet en het bewakings
centrum van dit net te Arnhem zijn on
ze lezers er reeds op gewezen, dat
slechts een gering aantal produktie-
centra van elektrische energie in Ne
derland aanwezig zijn.
Bovendien is het voor iemand die b.v.
in Den Haag woont absoluut geen wet
van Meden en Perzen, dat ook altijd de
door hem verbruikte elektriciteit opge
wekt is in de centrale te Den Haag.
Door de onderlinge samenwerking van
de centrales is het namelijk mogelijk
dat een geheel ander produktiecentrum
zelfs buiten onze landsgrenzen gele
gen de elektriciteit levert voor onze
man in Den Haag.
Bij het woord produktiecentrum
zullen in eerste instantie onze gedach
ten gaan naar de centrales waarin de
door stoomturbines aangedreven gene
ratoren de energie met hoge spanning
opwekken. Er zijn echter in ons land
ook enige produktiecentra aanwezig,
die, zij het op uiterst bescheiden schaal,
elektrische energie leveren aan het
laagspanningsdistributienet, namelijk
windmolens voorzien van een dynamo.
Ons molenbezit bedroeg in februari
1960 slechts 991 stuks (in het jaar 1700
9000 stuks!), waarvan er 392 in bedrijf
zijn.
De stichting Elektriciteitsopwekking
door windmolens streeft er naar het
aantal in bedrijf zijnde molens te ver
groten door aan de hand van de resul
taten in proefmolens aan te tonen, dat
inbouwen van een 380/220 V asyn
chrone generator onder bepaalde gun
stige omstandigheden verantwoord is.
Op grond van proefnemingen met de
Benthuizer watermolen in de jaren
1950-1951 werd berekend, dat bij tan-
dembedrijf, d.w.z. afhankelijk van de
windsnelheid en het waterpeil in de
polder óf alleen malen, óf alleen elek
triciteit opwekken óf gecombineerd
malen en elektriciteit opwekken dat
totaal een jaarlijkse hoeveelheid ener
gie aan de wind zou kunnen worden
onttrokken, die naar schatting gelijk is
aan 34.000 kWh (bij een 10-urige werk
dag en stilstand op zon- en feestdagen).
Windmolens
Alvorens wij u iets gaan vertellen
over het verdere verloop van de proe
ven met o.a. korenmolen De Kraai in
de provincie Utrecht, moeten wij u in
het algemeen iets over windmolens
mededelen. Omdat Nederland in het
buitenland bekend is om zijn windmo
lens, zou men verwachten, dat de Hol
landers zelf ook bekend zijn met hun
molenbezit. Niets is echter minder
waar! Hoe vaak zien wij niet „molen
tjes" in etalages afgebeeld met wieken
waar het hekwerk aan de verkeerde
zijde van de roede zit of die verkeerd
draaien? Om over de gebruikte termi
nologie in artikelen nog maar te zwij
gen. Alle in dit artikel besproken mo
lens zijn dus windmolens, d.w.z. zij ont
lenen de energie aan de wind. Het zijn
bovenkruiers, d.w.z. het bovenste ge
deelte van de molen, dat de bovenas
met het wiekenkruis draagt, kan zo
danig rondgedraaid (gekruid) worden,
dat het wiekenkruis precies op de wind
komt te staan. Het zijn ook buiten
kruiers, d.w.z. dat het kruien buiten de
molen moet plaatsvinden. De Benthui
zer molen (gemeente Hazerswoude)
heeft een ronde stenen romp en is een
zogenaamde grondmolen of grondzeiler,
d.w.z. dat de wieken bijna de grond
raken. Hij diende oorspronkelijk alleen
om met behulp van een schoefpomp met
schoepenrad met een diameter van 0,90
meter het water in de polder op het
goede peil te houden.
De molen De Kraai in Westbroek (ge
meente Maartensdijk, prov. Utrecht) is
een zogenaamde stellingmolen (de wie
ken komen niet tot bijna op dë grond,
maar tot aan deze stelling). De houten
romp is achtkantig, met riet bedekt en
staat op een stenen onderbouw.
Deze zeer fraaie korenmolen dateert
uit 1840. Hij stond toen in Amsterdam
bij de Haarlemmerpoort. Ook in de ne
gentiende eeuw vielen er vele slacht
offers ten gevolge van de uitbreidende
steden. De molen De Kraai was een
van deze slachtoffers. Gelukkig werd de
molen in Westbroek opgebouwd en in
1880 weer in bedrijf gesteld. Momenteel
staat de molen nog steeds gunstig en
kan onbelemmerd de wind uit alle rich
tingen vangen.
Wind die in dit geval geheel wordt
omgezet in elektrische energie. Voor
dit doel is op een van de zolders een
vertikaal gemonteerde asynchrone
dynamo opgesteld. Er is onder het nor
male bedrijf geen verbinding meer
tussen het draaiende gedeelte van de
molen en de maaistenen, zodat er van
tandembedrijf geen sprake kan zijn. De
maal- en menginrichting worden name
lijk elektrisch aangedreven. De hier
voor noodzakelijke elektromotoren ont_
vangen hun energie dus óf van de door
de molen aangedreven dynamo óf bij
perioden van te weinig wind uit het
gewestelijke energienet. Omgekeerd
levert de dynamo elektriciteit aan de
Provinciale Utrechtse Elektriciteits
Maatschappij als er voldoende wind is.
Onder voldoende wind wordt ver
staan, dat de snelheid waarmede de
wieken gaan draaien voldoende is om
met behulp van vier tandwielen en een
snaaroverbrenging de dynamo het ver
eiste toerental van 775 omw./min. te
geven. Overbrengingsverhouding van
de tandwielen en de snaaroverbren
ging is totaal 1 op 58.
Het toerental van elke draaistroom-
generator moet tussen nauwe grenzen
constant worden gehouden. Dat is dus
ook het geval met de draaistroom-
dynamo in de molen. 5°/o is de maxi
male toegestane toerentalvariatie.
Mede om dit te bereiken zijn de wie
ken van het zelfzwichtende type. Zij
zijn hiertoe voorzien van jalouzieën,
die verbonden door een trekstang, meer
of minder geopend kunnen worden.
In gesloten toestand van de 1 mm.
dikke aluminium jalouzieën wordt
maximaal gebruik gemaakt van de
wind.
Het openen en sluiten van de jalou
zieën geschiet automatisch, d.w.z. door
de windkracht tegen de werking van
veren in. Aan het uiteinde van elke
wiek bevinden zich remkleppen die in
combinatie met de jalouzieën bij plotse,
linge windstoten het toerental en het
overgebrachte vermogen beperken.
Wij spraken reeds over tandwielen.
Deze treft men in alle molens aan. In
de conventionele molen bestaan deze
tandwielen (die een diameter tot 2 3
meter kunnen bereiken) geheel uit hout,
WEEKAGENDA VAN DE
STICHTING CULTUREEL WERK TEXEL
Woensdag 22 augustus
De Koog, 20.30 u. Ned. Herv. kerk, zangdienst
Donderdag 23 augustus
Den Hoom, 20.00 uur, Ned. Herv. kerk,
zang en muziek.
Oosttrend, 19.30 uur, rondgang van de drum
band ,,Margaretha Sinclair".
De Waal, 20.30 uur, rondgang van de drum
band „Margaretha Sinclair".
Vrijdag 24 augustus
De Koog, 19.30 uur, demonstratie van „De
Waddenruiters".
Zaterdag 25 augustus
Den Burg, 20.00 uur, filmlokalen van ULO-
school, vertoning van de cinemascoopfilm
„Een theehuis voor Tobiki".
Zondag 26 augustus
Den Burg, 20.00 uur, filmlokalen van ULO-
school, vertoning van de cinemascoopfilm
„Een theehuis voor Tobiki".
zowel de tanden als het frame waarin
de tanden of kammen zijn bevestigd.
Ervaring met de Benthuizer molen
heeft geleerd, dat vooral bij tandembe
drijf de tanddruk aan het bovenwiel bij
windstoten kan oplopen tot 2500 kg.
Aangezien deze tanddruk door hoog
stens twee kammen gelijktijdig wordt
overgebracht, werden eens in een zware
bui enkele kammen uit het houten
frame gebroken.
Bij de in 1958 gereedgekomen restau
ratie en inwendige verbouwing van de
korenmolen De Kraai werden dan ook
de azijnhouten kammen in een stalen
velg gevat. Tot heden zijn hiermede
geen moeilijkheden opgetreden. Wel
vertonen de uit het zeer harde (en dus
slijtvaste) azijn, of pokhout vervaardig
de kammen zeer geringe slijtagevlak-
ken.
„De Traanroeier"
Bij de molen „De Traanroeier" te
Oudeschild (Texel), die eveneens zal
worden voorzien van een opwekinstal
latie zal men nu als proef gebruik
maken van stalen kammen in combi
natie met kunststofkammen. Zoals
vroeger steeds werd gedaan, laat men
nooit twee gelijke materiaalsoorten op
elkaar lopen. Dat men thans ook in
onze Hollandse molens proeven gaat
nemen met kunststof tanden zal voor
de lezers van ons blad niet verwonder
lijk zijn. Herhaaldelijk hebben wij na
melijk in artikelen er op gewezen, dat
kunststoffen geen „imitatie" stoffen
zijn, maar kunstig samengeperste stof
fen met geheel nieuwe en vaak waarde-
volle eigenschappen.
Het kruien (het draaien dus van de
bovenkap met het wiekenkruis) is bij
een conventionele molen mannenwerk,
omdat het vrij veel kracht vereist het
grote kruiwiel rond te draaien. Om de
as van het kruiwiel wordt in dit geval
een ketting of staalkabel geslagen, die
men aan de rondom de molen staande
paaltjes kan bevestigen om zo de kap
rechts- of linksom te „trekken".
Ook in Westbroek is dit kruiwiel ver
vangen door een installatie, bevattende
een kleine elektromotor, die nu door
trekken aan een rondlopende ketting
het wiekenkruis op de wind stelt. De
molenaar (of zijn vrouw!) kan door
drukknoppen die motor in de gewenste
draairichting starten. Deze handeling
kan ook automatisch plaats vinden door
een windvaan met elektrische contacten
op de kap.
Voor dit kruiwerk is een gewone
draaistroommotor met kortsluitanker-
motor gekozen, waarvan men dus de
draairichting kan wijzigen door ver
wisselen van twee fasedraden.
De hoeveelheid energie die een mo
len aan de wind kan onttrekken is
evenredig aan de derde macht van de
windsnelheden en het oppervlak van de
draaicirkel van de wieken.
Theoretische zou men met drie „vleu
gels" kunnen volstaan. Omdat een sys
teem met vier vleugels of wieken veel
gemakkelijker te fabriceren is, kent
men in ons land uitsluitend de uitvoe
ring met twee roeden, elk voorzien van
twee wieken.
Tijdens ons bezoek aan die molen in
april j.l. had juist molenbouwer Bremer
een nieuwe geheel gelaste roede
gemonteerd. De roede was in Adorp
(Gr.) vervaardigd en via de weg ver
voerd naar Westbroek.
Het was de 51ste door deze molen
maker vervaardigde gelaste stalen
roede. De roede heeft een rechthoekige
doorsnede, die aan het uiteinde de ge
ringste afmetingen heeft. Ook de wand
dikte varieert van het uiteinde naar
het zwaarbelaste gedeelte bij het wie
kenkruis. Deze variatie is van 4 mm tot
10 mm. De roede wordt voorzien van
een gestroomlijnde ommanteling om
een zo gering mogelijke luchtweerstand
te veroorzaken. Wij eindigen met iets
over serviceverlening. In ons dagelijkse
werk komen wij regelmatig in contact
met fabrieksservicepersoneel, in ver
band met het oplossen van technische
problemen. Wij weten, dat zo'n fa-
brieksservice-afdeling internationaal
georiënteerd moet zijn. Wil men naar
het buitenland exporteren, dan moet
men namelijk in dat desbetreffende
land een fabrieksservicedienst opbou
wen. Maar wist u ook, dat onze molen
bouwers fer zijn er nog 35 40) ook
internationale service geven? De heer
Bremer vertelde ons en passant, dat
hij enige weken geleden in Engeland
was geweest om daar te adviseren bij
een defecte molen.
De in dit artikel vermelde gegevens
werden ons verstrekt door de Stichting
Electriciteitsopwekking door Wind
molens te Hilversum.
N. W. Lagendijk
Uit „Electra", vakblad voor toege
paste elektrotechniek, radio en televisie.
ZON, MAAN EN HOOG WATER
Hoog water ter rede van Oudeschild:
21 aug. 0.00 en 12.29; 22 aug. 0.32 en 13.04;
23 aug. 1.11 en 13.50; 24 aug. 2.07 en 15.01;
25 aug. 3.29 en 16.29.
Aan het strand ongeveer een uur eerder
hoog water.
CONSULTATIEBUREAU VOOR
ZUIGELINGEN
Woensdag 22 aug. a.s. worden de moeders
van Den Burg en Oudeschild verwacht. De
moeders van Oudeschild worden verwacht van
2.00 - 2.30 uur. Daarna de moeders van Den
Burg tot 5 uur.
S.V. TEXEL
Deze eerste voetbalzondag werd door
heerlijk warm weer begunstigd. Een
sterke Texel-comb. speelde tegen ZDH
in Den Hoorn een oefenwedstrijd, die
door Texel met 60 werd gewonnen.
Een 2de comb, met enkele „nieuwe"
(oude) leden speelde op het Boys-veld
tegen een pittig Boys-elftal. Voor de
rust liep het voor Texel hoopgevend..
Met 30, alle goede doelpunten, ston
den ze aan de leiding. Daarna was het
totaal mis, vooral toen in de achter
hoede wat werd geblunderd, waar ook
de keeper zijn deel in had. In elk geval
een goede oefening.
Wel is hier gebleken, dat we door in
tensieve training een gehele wedstrijd
vlot moeten kunnen uitspelen. Dus
vrienden trainen èn allemaal. Tot
woensdag en donderdag dus.
Ook de adspiranten en welpen be
ginnen woensdag weer, èn allemaal!
De Toto. Deze week worden de for
mulieren ingeleverd of opgehaald. Op
vrijdag- en dus niet donderdagavond
zoals eerder werd vermeld. Nog altijd
kunnen nieuwe deelnemers worden
ingeschreven. Doe het nu. Deze week
beginnen we met no. 1. Bij het bestuur
kunt U altijd terecht.
De bouw van onze kleedkamers vor
dert in snel tempo dank zij de spontane
medewerking van onze oudleden en
anderen. Hopenlijk komt deze week de
kap er op. Ja, het gaat prima en be
looft een monument van samenwerking
te worden.
PUPILLENCOMPETITTE
Ook de jongens van Tex. Boys (twee
elftallen) en ZDH (één elftal) doen mee,
zodat er acht elftallen zijn.
Nog even een opmerking: de jongens
mogen nog geen 12 jaar zijn. Mogen we
er op rekenen, dat daar secuur de hand
aan wordt gehouden! Zodra mogelijk
gaan we beginnen, als eerst het pro
gramma van de adspiranten bekend is,
want dit programma zullen we probe
ren te volgen.
Liever niet wegblijven zonder be
hoorlijk overleg en lever voortaan de
uitslagen zo spoedig mogelijk in.
BESCHOUWING
Wanneer men eens zyn blik laat gaan
over mens en maatschappij,
ziet men de zwoegers voor 't bestaan
in regelmatig ty.
Maar bovenal zie Ik de vrouw
van man en huisgezin,
HéAr taak telt zeven dag* per week
en gaat meteen weer in.
Vyfdaagse werkweek kent ze niet,
Ze houdt zich aan 't gebod:
„zes dagen zult ge uw arbeid doen",
vindt daarin haar genot.
Dan zy genoemd de medici
en vooral de boerestand.
De ganse week zyn zij paraat
en 's nachts vaak bij de hand.
Zo kan ik nog wel even voort,
maar ik noem er nog maar één,
dat is de nozem; met dat soort
weet niemand nog, waarheen?
„Des duivels oorkussen" is als vanouds
het gevolg van ledigheid.
En is niet vaak by hen de clou:
„de arbcid-schuwigbeid"?
Dat is niet juist en niet sportief,
Kom jongens, op de bres!
Een regelmatige arbeid „staalt",
houdt in: „een wijze les".
M. Dros-Eelman
Oostcrend, Texel, augustus 1962.
34. En toen gewoon: „Goed hoor, juf
frouw Dinkla, je verdient maar en je
werkt je vingers maar blauw aan die
nieuwe elektrische naaimachine. Dat
Arie je wel kan opvreten van liefde,
doet niet terzake. Dat Arie zelf een
schep geld verdient en je een prinsesse-
leventje kan bezorgen, telt evenmin
mee. Dat Arie wel kan huilen van ver
langen naar zijn kleine 'poesje, raakt
haar de koude kleren niet. Dat elke
dag en avond en nacht verlies is, als
Aaltje Dinkla in haar eentje aan het
Zuiderpad zit en Arie Schilders hier in
de wagen, interesseert haar al evenmin.
Ze heeft het nu eenmaal in dat kleine,
eigenwijze hoofdje van haar gezet, dat
ze eerst een boel geld moet verdienen,
voor ze met Arie in het huwelijksbootje
wil stappen. En Arie, die idioot, moet
dat allemaal goed vinden. En hij is nog
zo stapelgek op dat kleine ding, dat
hij met anders kan dan het goed vin
den.
Ze schoof een eindje van hem af en
keek hem onderzoekend aan. „Wat is er
aan de hand? Zo heb ik je nog nooit ge
zien".
Hij haalde sigaretten te voorschijn en
stak er een op. Terwijl hij voorover zat
en rookte, vervolgde hij: „Ik heb een
paar rotdagen gehad. Misschien heb je
het al gehoord. Ik heb herrie gehad
met iedereen. Met de jongens, met de
opzichter van de gemeente en met de
boekhouder. Ik heb een pestbui. We
hebben pech met het werk. Een of
andere grapjas heeft gisteravond een
lamp stukgegooid en vannacht is er
een auto in een sleuf gereden. Wij zijn
verantwoordelijk omdat er geen rood
licht bij stond. De lamp lag stuk in de
sleuf. De chauffeur beweert* bij hoog en
laag, dat er geen licht brandde. Het
was een beetje mistig. Het politie
onderzoek heeft uitgewezen, dat de
auto de lamp niet stuk gereden kan
hebben, want die lag wel tien meter
verder. Kennelijk met een of ander
voorwerp aan diggelen geslagen. De
auto heeft een paar honderd gulden
schade. Daarvoor kan onze firma op
draaien. Bovendien is een pas gemet
selde put vernield. Konden we van
morgen opnieuw beginnen. Ik ben naar
het gemeentehuis geweest en ik heb
gedreigd het werk te staken, als de weg
niet voor alle verkeer, maar dan ook
zeer beslist voor alle verkeer wordt
afgesloten. Iedere dag komen ze er
langs met zware wagens en dan dreunt
het tot en met. Ze vergeten, dat de
jongens in putten werken van drie en
drieënhalve meter diep. Als er eens één
instort door het gedreun, is de ramp
niet te overzien. Vanmiddag hadden ze
nog niets beslist en ik heb bevolen het
werk te staken. Ik heb vader gebeld en
hem op de hoogte gesteld van de situa
tie. Ik ben het zat, en hij ook. Morgen
vroeg is hij er. Dan gaan we naar de
burgemeester. In ons contract staat, dat
naar behoeven het wegverkeer zal wor
den omgelegd. Ik ben al bij een advo-
kaat geweest om te laten uitzoeken, wie
daarover dient te beslissen: de ge
meente of wij. We zijn al veertien dagen
op ons schema op achter. We kunnen
niet opschieten. Dat.dat werkt alle
maal op je zenuwen. En als jij pu nog
gisteravond een uurtje was gekomen,
om me een beetje op te beuren, maar
Arie zag iedereen, behalve jou. Kun je
je voorstellen, dat ik een paar rotdagen
gehad heb?"
Ze knikte. „Dat heb ik natuurlijk niet
geweten", antwoordde ze rustig. „Van
die narigheid en zo. Het spijt me, Arie".
Hij drukte zijn sigaret uit en keek
haar aan. Toen greep hij haar bij de
schouders en keek haar met grote ogen
aan. „Ik heb je nodig, Aaltje, lieveling
Je kunt me tot steun zijn, 's
avonds.hier in de wagen.
Als ik overdag narigheid heb met
het werken dat gebeurt wel vaker,
het gaat niet altijd van een leien dakje
en ik denk dan bij mezelf: van
avond. om een uur of half acht.
dan is zij er weer. Dan is mijn kleine
poesje hier weer om me te troosten en
om alles te doen vergeten, al die narig
heid. Aaltje.begrijp me: ik heb
je nodig".
Ze trok zijn hoofd naar zich toe en
legde haar arm om hem heen. „Goed,
Arieals het zo isdan wil ik
komen. Morgenavond en alle avonden.
Als je dat graag wilt.
„Luister, poesje, je bent in mijn le
ven gekomen, hier, in Purmerend. Ik
vergeet nooit die keer, dat je naar die
schoenenwinkel moest, dat ik je op
tilde en over het gat droeg. Dat ik je
in mijn armen hield.Daar denk ik
vaak aan. Ik voelde je hart kloppen.
en je keek me angstig aan. Meteen hield
ik al van je. Ik had je toen al wel kun
nen kussen, maar ik deed het natuurlijk
niet. Je bent nu een deel van mijn le
ven geworden. Als jij er niet bent, dar.
ben ik niets meer. Ik.... ik kan niet
meer buiten je, poesje.... ik ben nu
eenmaal zo". Hij zweeg even en ver
volgde toen: „Goed.waar ik werkte,
vroegerik had wel eens een aardig
meisje, waarmee ik uitging. Daarvoor
ben je jong. We gingen ergens heen
ik vond het prettigmaar de vol
gende morgen was ik het vergeten. Het
kon me dan weinig schelen. Ik hield
van m'n werk en ik houd natuurlijk
nog van dit werk. Ik ga er helemaal in
op. Maar sinds ik jou ken is alles zo
anders. Ik ben de laatste tijd vaak ver
strooid. De jongens merken het er
lachen. Ze zien, dat ik verliefd ben. Ze
kennen jou natuurlijk. Ze hebben je
een paar keer gezien en ze vinden je
een knap, klein ding. Dat ben je ook
Ik heb er over zitten nadenken. Eer
gisteravond en gisteren. Zo kan het niet
blijven. Als jij nog wilt wachten en
eerst geld wilt verdienen.goed, ik
kan het begrijpen, van jouw standpunt
bekeken. Het is helemaal niet zo gek
Ik had vader gisteren aan de telefoon,
over die narigheid met de gemeente
Toen kwam moeder ook even en vroeg,
hoe het met jou ging. Ik zei haar van
dat geld verdienen. Ze antwoordde
Daar zie ik haar nu net voor aan. Ze
wil natuurlijk haar steentje bijdragen.
Daar moet je respect voor hebben, Arie
Ik vroeg: kunt u dat dwaze idee niet
uit haar hoofd praten? Ze zei: ik denk
er niet aan. Ik vind Aaltje een flink
meisje. Neem haar, zoals ze is, dan zu!
je later gelukkig met haar worden. Du*
van moeder heb ik in dit opzicht ook a'
geen steun te verwachten. Maar ik
word op die manier stapelgek.Goed.
morgen komt vader. We hebben meer
karweien onderhanden dan in Purmer
end. Er is ook een werk in Bodegraven
dat is dicht bij huis Daar is De Vrieï
opzichter. Ik zal vader voorstellen, dal
we ruilen: De Vries naar Purmerend er.
ik naar Boreft, zo noemen ze in die
contreien Bodegraven. De wetenschap,
dat je vlakbij bent en ik niet naar je
toe mag gaan, is niet langer te verdra
gen. Zó, nu weet je het. Ik kom dan
wel eens een weekeindje naar hier. Ik
kan altijd in de wagen slapen en eter.
en zo. Misschien dat m'n werk daar
beter gaat, als je ver van me vandaan
bent".
Ze zaten dicht tegen elkaar er.
zij streelde zijn wang. Tenslotte zei ze
zacht: „Goed, lieveling, ik denk, dat dü
inderdaad de beste oplossing is voor
ons beiden. Geef me drie maanden, Arie
alsjeblieft.dan heb ik tenminste
wat.... misschien krijg ik in die drie
maanden ook nog wat van Dirk teru£
ik houd echt heel veel van jë
Arie, lieveling, maar geef me alsjeblieft
drie maanden
(Wordt vervolgd)