ASPRO Puroibrengf ■TMium wwm Mükirar „En wat doen we met moeder Bewaring pootgoed zeer belangrijk GUN UZELF EENS DIE LUXE JAC. MET's TWEEDE BLAD TEXELSE COURANT Een goed begin is het halve werk! De uitdrukking van het goede begin wordt door landbouwvoorlichters diver se malen gebruikt. Herhaaldalijk kom je de uitdrukking tegen in artikelen over de opfok van kalveren, grondbe werking, de bemesting, enz. Het is dus zeker niet origineel om een dergelijke utspraak in de kop van een artikel te gebruiken. Toch waag ik het er op om, nu ik U wil wijzen op het belang van een goede bewaring van pootgoed, deze „spreuk" als aansporing onder Uw aandacht te brengen. Het is wel zeker, dat de bewaring van pootgoed van aardappelen op Texel nog zeer veel te wensen overlaat. Wij heb- bendaar vorig jaar ook al eens op ge wezen. En hoewel het op verschillende bedrijven de goede kant uit gaat meen- denwe toch nog eens een proef veld je te moeten aanleggen waarop het belang van een goede bewaring gedemon streerd werd. Een partij pootgoed van het ras Sien- tje werd tot ongeveer nieuwjaar los gestort bewaard in één van de cellen van de Coöp. Aardappelbewaarplaats Van deze partij werd een gedeelte, dat. op het betreffende bedrijf als eigen pootgoed zou worden gebruikt om streeks 1 januari ontsmet tegen rhizoc- tonia. Na de ontsmetting volgde een splitsing en was de bewaring tot aan de* datum van poten als'volgt - A. In bakken in glazen poterbewaar plaats. B. In bakken in een cel met TL-verlich ting. C. In zakjes in luchtgekoelde cel zon der verlichting. D. In bakjes in de buitenlucht onder plastic. De eerst genoemde objecten vragen geen nadere toelichting. Met de bewa ring onder plastic is dit wel het geval. De poterbakken stonden hier tot plm. 2 meter, hoog opgestapeld in de „buiten lucht". Over deze stapel werd plastic van een stevig soort gebracht. Dezelfdé kwaliteit, die wel gebruikt wordt voor zomerhuisjes. Om een goede afsluiting te krijgen werd dit plastic in de grond gegraven. Via een paar drainbuizen was ventilatie mogelijk. Tijdens een vorst periode, waarbij het een graad of acht vroor werden deze buizen dichtgestopt. Vorstschade is niet opgetreden. Bij het poten was een duidelijk ver schil tussen de 4 objecten waar te ne men. De poters uit de glazen bewaar plaats vielen tegen. Mogelijk heeft het late ontsmetten in dit geval ongunstig gewerkt. In ieder geval was de kieming zeer matig. De knollen die in een luchtgekoelde cel met TL-verlichting waren bewaard zagen er prima uit. Luchtkoeling zon der verlichting gaf onvoldoende voorkier ming. De onder plastic bewaarde poters deden maar zeer weinig onder voor die in de luchtkoeling met TL-buizen. De eerste ontwikkeling van de aard appelen was geheel in overeenstemming met het uiterlijk van de poters bij het planten. Het object luchtkoeling met TL-verlichting lag duidelijk aan de kop. Dit heeft wel tot plm. 25 juni geduurd. Toen kwam de omslag. Het was in die tijd vrij droog en op dit tijdstip was het object luchtkoeling met TL-verlichting door de grootste groei heen. Op dit tijd stip was men geneigd om de veldjes met poters, die alleen luchtgekoeld wa ren een veel hoger sijfer te geven dan die met de TL- verlichting. De laatst genoemde veldjes verloren n.l. de echte groeikleur en het loof begon te zakken. Op de voor E-pootgoed vastgestelde datum werd het loof doodgespoten en bij het rooien kregen wij de volgende opbrengsten: Object Glazen bewaarplaats Luchtkoeling met TL-buizen Luchtkoeling in donker Buiten onder plastic TEXELSE MARKT Aangevoerd maandag 24 sept. 1962: 3 koeien 600800; 8 pinken 400—500;. 16 graskalveren 200275; 18 schapen 8592,50; 60 lammeren 8097,50; 30 ramlammeren 125225; 26 rammen 125300; 9 biggen 3050; 2 pony's 400500; 5 nuchtere kalveren 95115. Bescherm u tegen Griep Rillerig? Onprettig? Vlug: INGEKOMEN PERSONEN Adriaan M. Noorland en gezin, van Bemmel, Angeren, Molenstraat 5 naar salonwagen aan de Hollewal, Tjitske B. Visser, van Bloemendaal, Leyweg II 1 naar W. van Beierenstraat 9, Den Burg; Aagje Voorwinden (ev. Stark) van Benthuizen, Dorpsstraat 43 naar O 1; Truce J. J. Bothof ev. Parlevliet, van Utrecht, Bakkersstraat 16 bis naar Klif 32, Den Hoorn; Diederika M. Bruin, van j Amsterdam, Pr. Hendriklaan 2B hs naar Kogerstraat 94, Den Burg. WEERZIEN Hoewel de (zéér geslaagde) reünie van oudleerlingen van de Texelse Zee vaartschool alweer achter de rug is, willen wij de lezers toch het gedicht van Huib de Rijmelaar niet onthouden. Wij hadden het gedichtje al langere tijd in huis, maar personeelsvakanties deden de zaak even in de war geraken. Red. De zeevaartschool-oudleerlinqen Die zullen binnenkort Een reünie gaan houden hier Wat zeker aardig wordt. Dan wordt weer aan die oude tijd Met weemoed t'rug gedacht, Vooral, zo ik mij niet vergis. Door 't vrouwelijk geslacht. Maar ach, hoe zal het weerzien zijn. Dat is de grote vraag. Want 't is een afstand tussen toen En tussen nu, vandaag. Wat toen een vlotte jongen was. Een vrouw'lijk ideaal, is nu misschien een oude heer. Bebaard, bebuikt en kaal. En wie zegt of die leerlingen Er zijn op door gegaan. Men treft één der oudleerlingen Als predikant reeds aan. Misschien is er een schoolhoofd bij, Een arts of directeur. En moog'lijk steekt een landloper Zijn hoofd straks om de deur. Maar dat is juist het leuke, lui, Dat men na zoveel jaar Elkanders levensloop eens hoort Als vrienden met elkaar. En daarom help ik hopen dat Deez' opzet slagen mag En het voor de oudleerlingen Straks wordt een fijne dag. Huib de Rijmelaar. Omgerekende gewichten per ha. Beneden 28-45 mm Groter dan Totaal 28 mm 45 mm 1.854 kg 29.515 kg 8.791 kg 40.160 kg 2.043 kg 29.293 kg 13.994 kg 45.330 kg 2.353. kg 28.571 kg 6.817 kg 37.741 kg 2-284 kg 27.473 kg 10.577 kg 40.334 kg Uit bovenstaande cijfers volgt, dat het verschil in opbrengst onder vol komen gelijke groeiomstandigheden tus sen het beste en slechtste object plm. 7.600 kg. per ha. is. Als we dit ver schil op ƒ1.000,per ha. stellen, dan zijn we hiermee zeker niet aan de hoge kant. We wijzen er verder nog op, dat deze proef in viervoud lag. Ieder object kwam dus viermaal voor en dit ver hoogt de betrouwbaarheid van dit proefveld. In het licht van deze cijfers komt de waarheid van het belang van een goede bewaring van het pootgoed wel duide lijk naar voren en zal het zeker niet moeilijk zijn om te onderschrijven, dat een goed begin hier inderdaad het halve werk is. C. v. Gr. VERTROKKEN PERSONEN Jantje Grit, van De Koog. Boodtlaan 28 naar Utrecht, Herm. Elconiusstr. 71 bis; Jacob Siersema en gezin van Oude- schild, Barentszstraat 12 naar Rucphen, St. Willebrord, Dorpsstraat 83; Albert H. Stekelenburg, van B 131 naar Cal- lantsoog. Rijksweg 7; Margriet Breeu- wer, van Den Burg, Groeneplaats 12 naar Rotterdam, Voorschotenlaan 5; Jacob R. Boersma, van E 63 naar Rijs wijk, Brasserskade 235; Cornelia M. Hin van B 109 naar Haarlem, van Nesstraat 97; Georgius J. Bakker van Den Hoorn, Diek 30 naar Medemblik, Ridderstraat 10; Irene van de Kerkhof, van Den Burg. Kogerstraat 11 naar Arnhem, Renessenstraat 4; Willem J. M. Peeters, van De Koog, Ruijslaan 1 naar Hilversum, Noodweg 37; Ale Oos- tenbrug, van E 126 naar Beverwijk, Creutzberglaan 131; Jacob Mosk van Oosterend, Oesterstraat 17 naar Ulrum, Zoutkamp, Vissersstraat 12. „HOE BEGINT HET GELOOF?" Zondag a.s. 19.30 uur wordt een jeugddienst gehouden in de Herv. kerk te Den Burg, waarin ds. Froentjes zal spreken over het onderwerp „Hoe be gint het geloof?" Door het lage zwaarte punt en de progressieve vering ligt de Opel vast op de weg en neemt veilig scherpe bochten met een minimaal over hellen. Vraag inlichtin gen en een proefrit bij' Automobielbedrijf N V Alkmaar Tel. 344^ DE LANDBOUW ACHTER HET IJZEREN GORDIJN (IV) Hongarije: Geleidelijke achteruitgang NNP In Hongarije, het land waar vijfeneenhalf jaar geleden de bevolking in opstand kwam tegen de schrijnende ondeidrukikng, be gint de voedselsituatie kritieke vormen aan te nemen. De laatste jaren is de productie in de land bouw steeds maar achteruit gelo pen. De opbrengst in 1961 bleef acht tot negen procent achter op het communistische ideaal, het meerjarenplan. Dat betekent, dat de totale productie zelfs nog ge ringer was dan in 1960. In dat jaar lag, om in de neergaande lijn te blijven, de opbrengst ook al zes procent beneden het peil van 1959. Treffend is, dat juist de laatste drie jaren de Hongaarse commu nistische partij onder zware druk een intensieve zogenaamde „col- lectiverings-campagne" voert om alle landbouwgrond onder staats beheer te krijgen. De campagne verloopt succesvol. Op het ogenblik is bijna 96% van de akker, en weidegrond onder het bestuur van een staatscoöperatie gebracht. De invloed op de Hongaarse landbouw schijnt niet al te gunstig te zijn, gezien de dalende opbrengsten. „Eigen" bezit Toch zou het fout zijn te veronder stellen, dat de Hongaarse boeren geen eigen land meer hebben. Volgens het coöperatieve systeem van de staat blij ven de landarbeiders in de staatscoöpe ratie een stukje eigen grond beheren, waarmee ze mogen doen wat ze zelf willen. Een soort tuintje, dat de boeren dankbaar gebruiken om hun eigen voedselvoorraad aan te vullen. In to taal 10,5% van de totale landbouwop- pervlakte is op deze manier als „privé- bezit" in gebruik. De totale oppervlakte van deze „tuintjes" in de 4.550 staats- coöperaties van Hongarije bedraagt 1.156.000 joch weidegrond en 957.000 joch akkerland. De joch is de Hongaarse oppervlaktemaat; 1 joch is 0,57 ha. Met hoeveel zorgvuldigheid de Hon gaarse boeren hun tuintjes en eigen dieren verzorgen, blijkt uit de resulta ten, die zij hierop bereiken. De onder minister voor landbouw in Hongarije Janos Keserü, maakte kort geleden be kend, dat deze pnvétuinen in 1961 63% van de totale oogst aan landbouwpro ducten opleverden. Er werden 802.000 runderen (41% van de Hongaarse run derstand), 2.900.000 varkens (43% van het totaal), 257.000 schapen (10%) en 14.900.000 stuks pluimvee" (55%) op gehouden. Dit alles op iets meer dan tien procent van de totale landbouw- en weidegrond van Hongarije. De Hongaarse boeren tonen weinig animo voor het werken op de staats- grond. Veel liever houden zij zich bij hun eigen tuintje. Dat levert hun ten minste hun eigen voedsel op, terwijl ze er ook nog veertig procent van hun jaarlijkse verdienste uit weten te halen, De gemiddelde Hongaarse boer kreeg, volgens de statistieken, vorig jaar slechts dertig tot vijfendertig procent van zijn totaal-inkomen uit de staats coöperatie, hoewel hij daar toch de langste tijd voor werkt. Een kwart weet hij bij te verdienen door werk in een fabriek. Dat de Hongaarse boeren weinig krijgen voor hun werk op de akkers van de coöperatie komt door de grote verliezen, die de gecollectiveerde bedrijven lijden. Vijftien procent van de coöperaties moest zelfs van de staat geld lenen om aan het eind van het jaar de boeren iets te kunnen uitbetalen. Teruggang Bij deze economische chaos kan het niet uitblijven, dat de oogsten terug lopen. Uit de bekend geworden produc tiecijfers blijkt, dat bij de graansoorten alleen de tarwe in grotere hoeveelheden werd geproduceerd, in 1961 1.935.700 ton op 296 duizend ton, de teelt van rogge-oogst viel terug van 354 duizend ton op 296 duizend ton, de teetl van haver leverde slechts 139.200 ton op, tegen 203.500 ton in 1960. Alleen de gerstoogst bleef met 985.700 ton op een gelijk niveau. Ook bij mais, aardappelen en suiker buiten werden de plannen niet bereikt. Men had gerekend op een opbrengst van 1.200 kilo mais per ha., het werden er 970. De aardappelteelt in Hongarije is eveneens tegengevallen. Volgens de opgaven van het Hongaarse ministerie van landbouw zouden over vorig jaar 630 kilo aardappelen per ha. moeten worden geoogst. Begin van dit jaar bleek echter, dat iedere ha. niet meer opbracht dan 340 kilo, net iets meer dan de helft. De Hongaarse veeteelt is er in 1961 ook niet op vooruitgegaan, vcoorname- lijk door de snel doorgevoerde collecti- vering, die bij de boeren alle animo heeft weggenomen. Volgens de bekend- geworden cijfers telde Hongarije eind vorig jaar 1.957 000 stuks rundvee, zeventiende procent minder dan in 1960. Het aantal koeien liep met ruim drie procent terug tot 920.000. Het aan tal varkens is daarentegen toegenomen tot 5.921.000 stuks, hetgeen nog altijd minder is dan de 6.225.000, die werden geteld in 1959, bij het begin van de col- lectiveringscampagne. De teruggang in de varkensstand, vergeleken bij 1959, is veroorzaakt doordat veel boeren in 1959 hun varkens slachtten vóór zij zich bij een coöperatie moesten aansluiten. Nog onlangs is bekend geworden, dat het Hongaarse ministerie van landbouw ook voor dit jaar de situatie helemaal niet rooskleurig beziet. Slechte weers omstandigheden hebben opnieuw hun nadelige invloed doen gelden. Het be tekent, dat er opnieuw te weinig voe dingsgewassen voor de veeteelt zullen worden geoogst, dat de agrarische ex porten opnieuw dalen en dat de voed selsituatie weer ernstiger wordt. In tussen zijn maatregelen aangekondigd voor een landbouwreörganisatie. Deze verandering in het beleid zou alleen tot doel hebben de staatscoöperaties nog te versterken door de boeren te dwingen meer op de coöperatiegrond te werken en hun eigen tuinen of erfjes in de steek te laten. Gezien de goede op brengsten van de „privétuintjes", die dan ongetwijfeld hard achteruit zouden lopen, zou het de zaak alleen maar verergeren. (Wordt vervolgd) „EEN HETE ZOMERAVOND" Toneelgroep „Het Masker" heeft in studie genomen het toneelspel „Een hete zomeravond" van Ted Willes. De opvoering zal plaats vinden op zaterdag 24 november a.s. „KLANK EN BEWEGING" IN EIERLAND Maandag 24 september werd de eer ste bijeenkomst van de Ned. Bond van Plattelandsvrouwen afd. De Cocksdorp- Eierland gehouden. De heer J. Wout Meijer was deze avond naar het Vliegveldhotel gekomen om ons iets te vertellen over wat hij noemde „Klank en Beweging". Hij deed dit op een voor alle aanwezigen onge twijfeld verrassende wijze. Het gedeelte voor de pauze werd ge vuld met een overzicht van verschillen de periodes uit de muziekgeschiedenis, waarbij wij ook daadwerkelijk verschil lende composities op de piano te horen kregen. Na de pauze werden we geconfron teerd met het oud-Nederlandse volks lied, zowel in blijde als in droeve vorm. De avond werd tenslotte besloten met gezamenlijke volksdansen, waarbij wij ongetwijfeld verschillende pondjes lichter werden, Het was een genoeglijke avond, die zeker om herhaling vraagt. FILMNIEUWS: „FREDDY UNTER FREMDEN STERNEN" Mogelijk zullen het vooral de teen agers zijn die de rolprent „Freddy unter fremden Sternen" weten te waarderen. Het is immers de populaire grammo- foonplaten-multi-miljonair Freddy Quinn, om wie een avontuurlijk ver haal werd opgehangen, waarin de lied jeszanger volop gelegenheid krijgt zijn talenten te demonstreren. Met een ouderloze knaap, de 11-jarige Stefan, trekt Freddy de wereld in, met als doel Canada. Daar heeft onze zanger een romantisch stukje grond aan de oever van een meer geërfd van zijn oom. Er is een (boze) buurman, die het al gauw op die grond gemunt blijkt te hebben (want er zit koper in), er is een aantal min of meer fraaie jonge huw bare dochters. Alle aanleiding dus voor avontuur, en dat laat dan ook niet lang op zich wachten. Bijna wordt Freddy als brandstich ter gedoodverfd bijna verdrinkt de jonge Stefan.... Heus, het loopt alle maal goed, en zingende Freddy neemt tot slot lachend afscheid van dat ru moerige Canada. U kunt deze film za terdag en zondag gaan zien in het Dorpshuis te Den Burg. in de huid gezondheid en zuiverheid CLUB BEGINT WEER De C.J.V. te Den Burg voor 16 jaar en ouder begint binnenkort weer. Wan neer dit precies is, is nog niet bekend, in verband met werkzaamheden aan het clublokaal. Vermoedelijk is de eerste clubavond op vrijdag 5 oktober. Even tuele nieuwe leden kunnen zich alvast opgeven bij F. R. Koorn, Duinweg B 153, Den Burg. 5? 43. Even later kwam de heer des huizes ook binnen en zijn vrouw schonk hem thee in. Hi] stak een sigaar op en nestelde zich behaaglijk in de grote fauteuil. „Het is mooi weer voor de tijd van het jaar, maar ik ben toch blij, dat de haard aan is. Dat doet mijn oude botten goed". Aaltje had al een paar keer de kamer rondgekeken en de beide oudjes knip oogden tegen elkaar. Op een gegeven ogenblik kon ze het niet langer voor zich houden en vroeg ze: „Wanneer komt Arie?" De oude heer keek naar buiten en antwoordde nonchalant: „Hij is in de boomgaard aan het werk. Op zijn ma nier houdt hij van tuinen. Ik denk, dat hij aan het bladharken is Als je wilt, mag je hem wel opzoeken". Ze keek beurtelings naar de beide oudjes, maar mevrouw Huurdeman tuurde nadenkend in haar kopje en haar man probeerde zijn sigaar opnieuw aan te steken. Langzaam kwam ze overeind. Even stond ze stil en luisterde naar de ge luiden, die van buiten kwamen. Toen stapte ze naar de deur, opende die en verdween in de gang. De oudjes keken elkaar aan en glimlachten, toen ze de keukendeur hoorden opengaan. In de avondschemering stond een jongeman met een hark in de hand en trok met regelmatige slagen de afge vallen bladeren naar zich toe. Hij scheen in gedachten en het meisje was nog maar enkele schreden van hem verwijderd, toen hij opkeek. Aaltje bleef staan en de man zag de blijde glimlach op haar bleke gezicht. De hark viel uit zijn handen. Aaltje!" riep hij juichend uit. Twee seconden later lagen ze in eikaars ar men en vonden na lange tijd hun lippen elkaar. „Poesje, mijn poesje, wat houd ik veel van je. Het was al bijna donker, toen ze, de armen stijf om elkaar heen geslagen, naar binnen liepen. En in de grote ka mer, die alleen verlicht werd door het vuur in de haard, stonden twee jonge mensen dicht tegen elkaar. „Moeder. vader.als u het goed vindt, zouden we graag de volgende maand willen trouwen. HOOFDSTUK 22 In huize Dinkla aan het Zuiderpad werd de vreugde over het komende huwelijk van Aaltje getemperd door de vraag: En wat doen we met moeder? Zondagsavonds waren Arie en Aaltje teruggekeerd naar de Beemster en daar had Arie formeel toestemming gevraagd voor het huwelijk. Moeder Dinkla, die gehoord had, wat ook de lange op zichter voor haar oudste zoon had ge daan, was hem met een paar andere ogen gaan bezien en daarom kreeg hij haar zegen. „Ik hoop, dat jullie echt gelukkig zullen worden met mekaar, kinderen", had ze gezegd en toen moest ze even een traan wegwissen met haar bonte zakdoek. „Nou", stelde Wim voor, toen de ge lukwensen uitgesproken waren en iedereen iedereen omhelsd had, „daar moeten we van de week maar eens een avondje feest voor vieren. Dat is wel de moeite waard. Ik zal de familie mor gen wel bij elkaar zien te trommelen. Want we hebben dan tevens nog een probleempje te bespreken, waarvoor een oplossing moet worden gevonden". Aaltje zuchtte. Ze wist het immers. En Tonnie begreep het eveneens. „Ja, moeder, dat klinkt voor u niet zo erg prettig, maar we moeten de feiten nu eenmaal onder 3e ogen zien. Wat doen we met U?" Arie lachte even. „Mensen, alle pro blemen, die er de laatste tijd waren, zijn tot een oplossing gekomen. Waar om dit ook niet? Als we van de week allemaal bij elkaar zijn, dan kunnen we dat rustig bezien, wat jij, poesje?" Ze keek hem kwasi-boos aan en gaf hem een duw. Maar Tonnie lachte luid. „Meid, daar moet je aan wennen, hoor. Alle mannen geven hun vrouw een troetelnaampje. Wim zegt altijd Ton netje tegen me en Piet noemt zijn Ploon Snoepie. Gerard noemt zijn Bep door gaans Snoes en jij bent Arie's Poesje. Ieder wat. Ik vind het overigens hard- stikkeleuk, hoor". Donderdagsavonds was de hele fami lie present. Zelfs tante Gré had de lan ge reis van Tiel naar de Beemster ge maakt en troonde deftig naast haar zuster bij het raam. Toen Arie aan haar voorgesteld werd, had ze hem kritisch bekeken van top tot teen en tenslotte goedkeurend geknikt. „Je staat me wel aan, jongeman, en dat is meer als ik in het verleden van de andere zwagers gezegd heb. Misschien ben je mij een beetje te lang. Ik zou bij jou in het niet vallen en dat wil ik niet. Daarom ben ik waarschijnlijk ook nooit getrouwd, zie je? Enfin, als je maar goed zorgt voor onze Aal, dan heb je ook mijn zegen. Ik zal jullie een stoof als huwe lijksgeschenk geven. Noteei dat maar vast". Bep keek haar tante verwonderd- lachend aan. „Een stoof? Maar tante, dat is toch veel te ouderwets!" „Zonder test en zonder vuur. Kan Aaltje er op staan, als ze die lange slungel een zoen geeft. Hoeft ze niet steeds op haar tenen te staan". „Die tante Gré... Bep gierde het uit. ,,U bent ook niks veranderd!" De oudere vrouw keek haar door dringend aan. „Als je dat maar goed door hebt, waarde nicht. Ik ben inder daad niets veranderd. Zo, en kom nou maar eens op met de koffie. Of moet ik vanavond op een droogje zitten?" Aaltje wilde al opstaan, maar Corrie drukte haar weer terug in de stoel naast Arie. „Zitten blijven jij. Jij bent vanavond het feestvarken, dus heb je vakantie. Bep en ik zullen het wel rooien en anders zijn Tonnie en Ploon er ook nog. Die mogen straks helpen met de afwas. Of dacht je soms, dat mijn koffie niet te drinken is?" „Dat zullen we eerst moeten onder vinden", meende tante Gré te moeten ppmerken. Corrie keek haar beledigd aan. „O ja? U hebt vroeger anders wel eens gezegd, dat mijn koffie maar wat lekker was. In Tiel". „Vroeger is al zo lang geleden. Laat nu maar eens zien, dat je het in je huwelijk nog niet verleerd bent", be sliste tante Gré. Corrie was gepikeerd. „Nou, ik durf best mee te doen in een wedstrijd, hoor" „Best", zei zwager Gerard, „te zijner tijd gaan we wel eens een koffiezet- wedstrijd organiseren voor de vrouwen. Voor het ogenblik willen we het alleen maar drinken. Vooruit, naar de keuken en vertoon daar eens je kunsten. Dan kunnen we tenminste straks rustig praten". Een poosje later keek iedereen naar tante Gré en deze knikte tevreden. „Valt me geweldig mee. Er is dus nog iets goeds van mijn lessen bij je blijven hangen, nichtje". „Poehmopperde het betreffen de nichtje en haar man schoot in een lach. Maar Wim zei: „Kinderen.... jullie weten, waarvoor we bij elkaar gekomen zijn. In de eerste plaats is het een klein feestje, omdat onze Aal de man van haar dromen gevonden heeft. Voor zover nog niet bekend: volgende maand gaan ze in het huwelijksbootje stappen. Onze nieuwe zwager is een man, die weet van aanpakken. Dat hebben we in de stad al gezien. Ik vind hem reuze geschikt, maar ik zal toch blij zijn, als hij voorgoed uit Purmerend verdwenen is. Wel foei, wat een rom mel met die riolering. (Slot volgt)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1962 | | pagina 3