ASPRO
Puroibrengf
■TMium wwm Mükirar
„En wat doen we met moeder
Bewaring pootgoed zeer belangrijk
GUN
UZELF EENS
DIE LUXE
JAC. MET's
TWEEDE BLAD
TEXELSE COURANT
Een goed begin is het halve werk!
De uitdrukking van het goede begin
wordt door landbouwvoorlichters diver
se malen gebruikt. Herhaaldalijk kom
je de uitdrukking tegen in artikelen
over de opfok van kalveren, grondbe
werking, de bemesting, enz. Het is dus
zeker niet origineel om een dergelijke
utspraak in de kop van een artikel te
gebruiken.
Toch waag ik het er op om, nu ik U
wil wijzen op het belang van een goede
bewaring van pootgoed, deze „spreuk"
als aansporing onder Uw aandacht te
brengen.
Het is wel zeker, dat de bewaring van
pootgoed van aardappelen op Texel nog
zeer veel te wensen overlaat. Wij heb-
bendaar vorig jaar ook al eens op ge
wezen. En hoewel het op verschillende
bedrijven de goede kant uit gaat meen-
denwe toch nog eens een proef veld je te
moeten aanleggen waarop het belang
van een goede bewaring gedemon
streerd werd.
Een partij pootgoed van het ras Sien-
tje werd tot ongeveer nieuwjaar los
gestort bewaard in één van de cellen
van de Coöp. Aardappelbewaarplaats
Van deze partij werd een gedeelte, dat.
op het betreffende bedrijf als eigen
pootgoed zou worden gebruikt om
streeks 1 januari ontsmet tegen rhizoc-
tonia. Na de ontsmetting volgde een
splitsing en was de bewaring tot aan de*
datum van poten als'volgt -
A. In bakken in glazen poterbewaar
plaats.
B. In bakken in een cel met TL-verlich
ting.
C. In zakjes in luchtgekoelde cel zon
der verlichting.
D. In bakjes in de buitenlucht onder
plastic.
De eerst genoemde objecten vragen
geen nadere toelichting. Met de bewa
ring onder plastic is dit wel het geval.
De poterbakken stonden hier tot plm. 2
meter, hoog opgestapeld in de „buiten
lucht". Over deze stapel werd plastic
van een stevig soort gebracht. Dezelfdé
kwaliteit, die wel gebruikt wordt voor
zomerhuisjes. Om een goede afsluiting
te krijgen werd dit plastic in de grond
gegraven. Via een paar drainbuizen was
ventilatie mogelijk. Tijdens een vorst
periode, waarbij het een graad of acht
vroor werden deze buizen dichtgestopt.
Vorstschade is niet opgetreden.
Bij het poten was een duidelijk ver
schil tussen de 4 objecten waar te ne
men. De poters uit de glazen bewaar
plaats vielen tegen. Mogelijk heeft het
late ontsmetten in dit geval ongunstig
gewerkt. In ieder geval was de kieming
zeer matig.
De knollen die in een luchtgekoelde
cel met TL-verlichting waren bewaard
zagen er prima uit. Luchtkoeling zon
der verlichting gaf onvoldoende voorkier
ming. De onder plastic bewaarde poters
deden maar zeer weinig onder voor die
in de luchtkoeling met TL-buizen.
De eerste ontwikkeling van de aard
appelen was geheel in overeenstemming
met het uiterlijk van de poters bij het
planten. Het object luchtkoeling met
TL-verlichting lag duidelijk aan de kop.
Dit heeft wel tot plm. 25 juni geduurd.
Toen kwam de omslag. Het was in die
tijd vrij droog en op dit tijdstip was het
object luchtkoeling met TL-verlichting
door de grootste groei heen. Op dit tijd
stip was men geneigd om de veldjes
met poters, die alleen luchtgekoeld wa
ren een veel hoger sijfer te geven dan
die met de TL- verlichting. De laatst
genoemde veldjes verloren n.l. de echte
groeikleur en het loof begon te zakken.
Op de voor E-pootgoed vastgestelde
datum werd het loof doodgespoten en
bij het rooien kregen wij de volgende
opbrengsten:
Object
Glazen bewaarplaats
Luchtkoeling met TL-buizen
Luchtkoeling in donker
Buiten onder plastic
TEXELSE MARKT
Aangevoerd maandag 24 sept. 1962:
3 koeien 600800; 8 pinken 400—500;.
16 graskalveren 200275; 18 schapen
8592,50; 60 lammeren 8097,50; 30
ramlammeren 125225; 26 rammen
125300; 9 biggen 3050; 2 pony's
400500; 5 nuchtere kalveren 95115.
Bescherm u tegen
Griep
Rillerig? Onprettig? Vlug:
INGEKOMEN PERSONEN
Adriaan M. Noorland en gezin, van
Bemmel, Angeren, Molenstraat 5 naar
salonwagen aan de Hollewal, Tjitske B.
Visser, van Bloemendaal, Leyweg II 1
naar W. van Beierenstraat 9, Den Burg;
Aagje Voorwinden (ev. Stark) van
Benthuizen, Dorpsstraat 43 naar O 1;
Truce J. J. Bothof ev. Parlevliet, van
Utrecht, Bakkersstraat 16 bis naar Klif
32, Den Hoorn; Diederika M. Bruin, van
j Amsterdam, Pr. Hendriklaan 2B hs naar
Kogerstraat 94, Den Burg.
WEERZIEN
Hoewel de (zéér geslaagde) reünie
van oudleerlingen van de Texelse Zee
vaartschool alweer achter de rug is,
willen wij de lezers toch het gedicht
van Huib de Rijmelaar niet onthouden.
Wij hadden het gedichtje al langere tijd
in huis, maar personeelsvakanties deden
de zaak even in de war geraken.
Red.
De zeevaartschool-oudleerlinqen
Die zullen binnenkort
Een reünie gaan houden hier
Wat zeker aardig wordt.
Dan wordt weer aan die oude tijd
Met weemoed t'rug gedacht,
Vooral, zo ik mij niet vergis.
Door 't vrouwelijk geslacht.
Maar ach, hoe zal het weerzien zijn.
Dat is de grote vraag.
Want 't is een afstand tussen toen
En tussen nu, vandaag.
Wat toen een vlotte jongen was.
Een vrouw'lijk ideaal,
is nu misschien een oude heer.
Bebaard, bebuikt en kaal.
En wie zegt of die leerlingen
Er zijn op door gegaan.
Men treft één der oudleerlingen
Als predikant reeds aan.
Misschien is er een schoolhoofd bij,
Een arts of directeur.
En moog'lijk steekt een landloper
Zijn hoofd straks om de deur.
Maar dat is juist het leuke, lui,
Dat men na zoveel jaar
Elkanders levensloop eens hoort
Als vrienden met elkaar.
En daarom help ik hopen dat
Deez' opzet slagen mag
En het voor de oudleerlingen
Straks wordt een fijne dag.
Huib de Rijmelaar.
Omgerekende gewichten per ha.
Beneden 28-45 mm Groter dan Totaal
28 mm 45 mm
1.854 kg 29.515 kg 8.791 kg 40.160 kg
2.043 kg 29.293 kg 13.994 kg 45.330 kg
2.353. kg 28.571 kg 6.817 kg 37.741 kg
2-284 kg 27.473 kg 10.577 kg 40.334 kg
Uit bovenstaande cijfers volgt, dat
het verschil in opbrengst onder vol
komen gelijke groeiomstandigheden tus
sen het beste en slechtste object plm.
7.600 kg. per ha. is. Als we dit ver
schil op ƒ1.000,per ha. stellen, dan
zijn we hiermee zeker niet aan de hoge
kant.
We wijzen er verder nog op, dat
deze proef in viervoud lag. Ieder object
kwam dus viermaal voor en dit ver
hoogt de betrouwbaarheid van dit
proefveld.
In het licht van deze cijfers komt de
waarheid van het belang van een goede
bewaring van het pootgoed wel duide
lijk naar voren en zal het zeker niet
moeilijk zijn om te onderschrijven, dat
een goed begin hier inderdaad het
halve werk is.
C. v. Gr.
VERTROKKEN PERSONEN
Jantje Grit, van De Koog. Boodtlaan
28 naar Utrecht, Herm. Elconiusstr. 71
bis; Jacob Siersema en gezin van Oude-
schild, Barentszstraat 12 naar Rucphen,
St. Willebrord, Dorpsstraat 83; Albert
H. Stekelenburg, van B 131 naar Cal-
lantsoog. Rijksweg 7; Margriet Breeu-
wer, van Den Burg, Groeneplaats 12
naar Rotterdam, Voorschotenlaan 5;
Jacob R. Boersma, van E 63 naar Rijs
wijk, Brasserskade 235; Cornelia M.
Hin van B 109 naar Haarlem, van
Nesstraat 97; Georgius J. Bakker van
Den Hoorn, Diek 30 naar Medemblik,
Ridderstraat 10; Irene van de Kerkhof,
van Den Burg. Kogerstraat 11 naar
Arnhem, Renessenstraat 4; Willem J.
M. Peeters, van De Koog, Ruijslaan 1
naar Hilversum, Noodweg 37; Ale Oos-
tenbrug, van E 126 naar Beverwijk,
Creutzberglaan 131; Jacob Mosk van
Oosterend, Oesterstraat 17 naar Ulrum,
Zoutkamp, Vissersstraat 12.
„HOE BEGINT HET GELOOF?"
Zondag a.s. 19.30 uur wordt een
jeugddienst gehouden in de Herv. kerk
te Den Burg, waarin ds. Froentjes zal
spreken over het onderwerp „Hoe be
gint het geloof?"
Door het lage zwaarte
punt en de progressieve
vering ligt de Opel vast
op de weg en neemt
veilig scherpe bochten
met een minimaal over
hellen. Vraag inlichtin
gen en een proefrit bij'
Automobielbedrijf N V
Alkmaar Tel. 344^
DE LANDBOUW ACHTER HET
IJZEREN GORDIJN
(IV)
Hongarije:
Geleidelijke achteruitgang
NNP In Hongarije, het land
waar vijfeneenhalf jaar geleden de
bevolking in opstand kwam tegen
de schrijnende ondeidrukikng, be
gint de voedselsituatie kritieke
vormen aan te nemen. De laatste
jaren is de productie in de land
bouw steeds maar achteruit gelo
pen. De opbrengst in 1961 bleef
acht tot negen procent achter op
het communistische ideaal, het
meerjarenplan. Dat betekent, dat
de totale productie zelfs nog ge
ringer was dan in 1960. In dat jaar
lag, om in de neergaande lijn te
blijven, de opbrengst ook al zes
procent beneden het peil van 1959.
Treffend is, dat juist de laatste
drie jaren de Hongaarse commu
nistische partij onder zware druk
een intensieve zogenaamde „col-
lectiverings-campagne" voert om
alle landbouwgrond onder staats
beheer te krijgen. De campagne
verloopt succesvol. Op het ogenblik
is bijna 96% van de akker, en
weidegrond onder het bestuur van
een staatscoöperatie gebracht. De
invloed op de Hongaarse landbouw
schijnt niet al te gunstig te zijn,
gezien de dalende opbrengsten.
„Eigen" bezit
Toch zou het fout zijn te veronder
stellen, dat de Hongaarse boeren geen
eigen land meer hebben. Volgens het
coöperatieve systeem van de staat blij
ven de landarbeiders in de staatscoöpe
ratie een stukje eigen grond beheren,
waarmee ze mogen doen wat ze zelf
willen. Een soort tuintje, dat de boeren
dankbaar gebruiken om hun eigen
voedselvoorraad aan te vullen. In to
taal 10,5% van de totale landbouwop-
pervlakte is op deze manier als „privé-
bezit" in gebruik. De totale oppervlakte
van deze „tuintjes" in de 4.550 staats-
coöperaties van Hongarije bedraagt
1.156.000 joch weidegrond en 957.000
joch akkerland. De joch is de Hongaarse
oppervlaktemaat; 1 joch is 0,57 ha.
Met hoeveel zorgvuldigheid de Hon
gaarse boeren hun tuintjes en eigen
dieren verzorgen, blijkt uit de resulta
ten, die zij hierop bereiken. De onder
minister voor landbouw in Hongarije
Janos Keserü, maakte kort geleden be
kend, dat deze pnvétuinen in 1961 63%
van de totale oogst aan landbouwpro
ducten opleverden. Er werden 802.000
runderen (41% van de Hongaarse run
derstand), 2.900.000 varkens (43% van
het totaal), 257.000 schapen (10%) en
14.900.000 stuks pluimvee" (55%) op
gehouden. Dit alles op iets meer dan
tien procent van de totale landbouw-
en weidegrond van Hongarije.
De Hongaarse boeren tonen weinig
animo voor het werken op de staats-
grond. Veel liever houden zij zich bij
hun eigen tuintje. Dat levert hun ten
minste hun eigen voedsel op, terwijl ze
er ook nog veertig procent van hun
jaarlijkse verdienste uit weten te halen,
De gemiddelde Hongaarse boer kreeg,
volgens de statistieken, vorig jaar
slechts dertig tot vijfendertig procent
van zijn totaal-inkomen uit de staats
coöperatie, hoewel hij daar toch de
langste tijd voor werkt. Een kwart weet
hij bij te verdienen door werk in een
fabriek. Dat de Hongaarse boeren
weinig krijgen voor hun werk op de
akkers van de coöperatie komt door de
grote verliezen, die de gecollectiveerde
bedrijven lijden. Vijftien procent van de
coöperaties moest zelfs van de staat
geld lenen om aan het eind van het jaar
de boeren iets te kunnen uitbetalen.
Teruggang
Bij deze economische chaos kan het
niet uitblijven, dat de oogsten terug
lopen. Uit de bekend geworden produc
tiecijfers blijkt, dat bij de graansoorten
alleen de tarwe in grotere hoeveelheden
werd geproduceerd, in 1961 1.935.700
ton op 296 duizend ton, de teelt van
rogge-oogst viel terug van 354 duizend
ton op 296 duizend ton, de teetl van
haver leverde slechts 139.200 ton op,
tegen 203.500 ton in 1960. Alleen de
gerstoogst bleef met 985.700 ton op een
gelijk niveau.
Ook bij mais, aardappelen en suiker
buiten werden de plannen niet bereikt.
Men had gerekend op een opbrengst
van 1.200 kilo mais per ha., het werden
er 970. De aardappelteelt in Hongarije
is eveneens tegengevallen. Volgens de
opgaven van het Hongaarse ministerie
van landbouw zouden over vorig jaar
630 kilo aardappelen per ha. moeten
worden geoogst. Begin van dit jaar
bleek echter, dat iedere ha. niet meer
opbracht dan 340 kilo, net iets meer
dan de helft.
De Hongaarse veeteelt is er in 1961
ook niet op vooruitgegaan, vcoorname-
lijk door de snel doorgevoerde collecti-
vering, die bij de boeren alle animo
heeft weggenomen. Volgens de bekend-
geworden cijfers telde Hongarije eind
vorig jaar 1.957 000 stuks rundvee,
zeventiende procent minder dan in
1960. Het aantal koeien liep met ruim
drie procent terug tot 920.000. Het aan
tal varkens is daarentegen toegenomen
tot 5.921.000 stuks, hetgeen nog altijd
minder is dan de 6.225.000, die werden
geteld in 1959, bij het begin van de col-
lectiveringscampagne. De teruggang in
de varkensstand, vergeleken bij 1959,
is veroorzaakt doordat veel boeren in
1959 hun varkens slachtten vóór zij zich
bij een coöperatie moesten aansluiten.
Nog onlangs is bekend geworden, dat
het Hongaarse ministerie van landbouw
ook voor dit jaar de situatie helemaal
niet rooskleurig beziet. Slechte weers
omstandigheden hebben opnieuw hun
nadelige invloed doen gelden. Het be
tekent, dat er opnieuw te weinig voe
dingsgewassen voor de veeteelt zullen
worden geoogst, dat de agrarische ex
porten opnieuw dalen en dat de voed
selsituatie weer ernstiger wordt. In
tussen zijn maatregelen aangekondigd
voor een landbouwreörganisatie. Deze
verandering in het beleid zou alleen tot
doel hebben de staatscoöperaties nog te
versterken door de boeren te dwingen
meer op de coöperatiegrond te werken
en hun eigen tuinen of erfjes in de
steek te laten. Gezien de goede op
brengsten van de „privétuintjes", die
dan ongetwijfeld hard achteruit zouden
lopen, zou het de zaak alleen maar
verergeren.
(Wordt vervolgd)
„EEN HETE ZOMERAVOND"
Toneelgroep „Het Masker" heeft in
studie genomen het toneelspel „Een
hete zomeravond" van Ted Willes. De
opvoering zal plaats vinden op zaterdag
24 november a.s.
„KLANK EN BEWEGING" IN
EIERLAND
Maandag 24 september werd de eer
ste bijeenkomst van de Ned. Bond van
Plattelandsvrouwen afd. De Cocksdorp-
Eierland gehouden.
De heer J. Wout Meijer was deze
avond naar het Vliegveldhotel gekomen
om ons iets te vertellen over wat hij
noemde „Klank en Beweging". Hij deed
dit op een voor alle aanwezigen onge
twijfeld verrassende wijze.
Het gedeelte voor de pauze werd ge
vuld met een overzicht van verschillen
de periodes uit de muziekgeschiedenis,
waarbij wij ook daadwerkelijk verschil
lende composities op de piano te horen
kregen.
Na de pauze werden we geconfron
teerd met het oud-Nederlandse volks
lied, zowel in blijde als in droeve vorm.
De avond werd tenslotte besloten
met gezamenlijke volksdansen, waarbij
wij ongetwijfeld verschillende pondjes
lichter werden, Het was een genoeglijke
avond, die zeker om herhaling vraagt.
FILMNIEUWS:
„FREDDY UNTER FREMDEN
STERNEN"
Mogelijk zullen het vooral de teen
agers zijn die de rolprent „Freddy unter
fremden Sternen" weten te waarderen.
Het is immers de populaire grammo-
foonplaten-multi-miljonair Freddy
Quinn, om wie een avontuurlijk ver
haal werd opgehangen, waarin de lied
jeszanger volop gelegenheid krijgt zijn
talenten te demonstreren.
Met een ouderloze knaap, de 11-jarige
Stefan, trekt Freddy de wereld in, met
als doel Canada. Daar heeft onze zanger
een romantisch stukje grond aan de
oever van een meer geërfd van zijn
oom. Er is een (boze) buurman, die het
al gauw op die grond gemunt blijkt te
hebben (want er zit koper in), er is een
aantal min of meer fraaie jonge huw
bare dochters. Alle aanleiding dus voor
avontuur, en dat laat dan ook niet lang
op zich wachten.
Bijna wordt Freddy als brandstich
ter gedoodverfd bijna verdrinkt de
jonge Stefan.... Heus, het loopt alle
maal goed, en zingende Freddy neemt
tot slot lachend afscheid van dat ru
moerige Canada. U kunt deze film za
terdag en zondag gaan zien in het
Dorpshuis te Den Burg.
in de huid gezondheid en zuiverheid
CLUB BEGINT WEER
De C.J.V. te Den Burg voor 16 jaar
en ouder begint binnenkort weer. Wan
neer dit precies is, is nog niet bekend,
in verband met werkzaamheden aan het
clublokaal. Vermoedelijk is de eerste
clubavond op vrijdag 5 oktober. Even
tuele nieuwe leden kunnen zich alvast
opgeven bij F. R. Koorn, Duinweg B
153, Den Burg.
5?
43. Even later kwam de heer des
huizes ook binnen en zijn vrouw schonk
hem thee in. Hi] stak een sigaar op en
nestelde zich behaaglijk in de grote
fauteuil. „Het is mooi weer voor de tijd
van het jaar, maar ik ben toch blij, dat
de haard aan is. Dat doet mijn oude
botten goed".
Aaltje had al een paar keer de kamer
rondgekeken en de beide oudjes knip
oogden tegen elkaar. Op een gegeven
ogenblik kon ze het niet langer voor
zich houden en vroeg ze: „Wanneer
komt Arie?"
De oude heer keek naar buiten en
antwoordde nonchalant: „Hij is in de
boomgaard aan het werk. Op zijn ma
nier houdt hij van tuinen. Ik denk, dat
hij aan het bladharken is Als je wilt,
mag je hem wel opzoeken".
Ze keek beurtelings naar de beide
oudjes, maar mevrouw Huurdeman
tuurde nadenkend in haar kopje en
haar man probeerde zijn sigaar opnieuw
aan te steken.
Langzaam kwam ze overeind. Even
stond ze stil en luisterde naar de ge
luiden, die van buiten kwamen. Toen
stapte ze naar de deur, opende die en
verdween in de gang. De oudjes keken
elkaar aan en glimlachten, toen ze de
keukendeur hoorden opengaan.
In de avondschemering stond een
jongeman met een hark in de hand en
trok met regelmatige slagen de afge
vallen bladeren naar zich toe. Hij
scheen in gedachten en het meisje was
nog maar enkele schreden van hem
verwijderd, toen hij opkeek. Aaltje
bleef staan en de man zag de blijde
glimlach op haar bleke gezicht. De
hark viel uit zijn handen.
Aaltje!" riep hij juichend uit. Twee
seconden later lagen ze in eikaars ar
men en vonden na lange tijd hun lippen
elkaar. „Poesje, mijn poesje, wat houd
ik veel van je.
Het was al bijna donker, toen ze, de
armen stijf om elkaar heen geslagen,
naar binnen liepen. En in de grote ka
mer, die alleen verlicht werd door het
vuur in de haard, stonden twee jonge
mensen dicht tegen elkaar. „Moeder.
vader.als u het goed vindt, zouden
we graag de volgende maand willen
trouwen.
HOOFDSTUK 22
In huize Dinkla aan het Zuiderpad
werd de vreugde over het komende
huwelijk van Aaltje getemperd door de
vraag: En wat doen we met moeder?
Zondagsavonds waren Arie en Aaltje
teruggekeerd naar de Beemster en daar
had Arie formeel toestemming gevraagd
voor het huwelijk. Moeder Dinkla, die
gehoord had, wat ook de lange op
zichter voor haar oudste zoon had ge
daan, was hem met een paar andere
ogen gaan bezien en daarom kreeg hij
haar zegen. „Ik hoop, dat jullie echt
gelukkig zullen worden met mekaar,
kinderen", had ze gezegd en toen moest
ze even een traan wegwissen met haar
bonte zakdoek.
„Nou", stelde Wim voor, toen de ge
lukwensen uitgesproken waren en
iedereen iedereen omhelsd had, „daar
moeten we van de week maar eens een
avondje feest voor vieren. Dat is wel
de moeite waard. Ik zal de familie mor
gen wel bij elkaar zien te trommelen.
Want we hebben dan tevens nog een
probleempje te bespreken, waarvoor
een oplossing moet worden gevonden".
Aaltje zuchtte. Ze wist het immers.
En Tonnie begreep het eveneens. „Ja,
moeder, dat klinkt voor u niet zo erg
prettig, maar we moeten de feiten nu
eenmaal onder 3e ogen zien. Wat doen
we met U?"
Arie lachte even. „Mensen, alle pro
blemen, die er de laatste tijd waren,
zijn tot een oplossing gekomen. Waar
om dit ook niet? Als we van de week
allemaal bij elkaar zijn, dan kunnen we
dat rustig bezien, wat jij, poesje?"
Ze keek hem kwasi-boos aan en gaf
hem een duw. Maar Tonnie lachte luid.
„Meid, daar moet je aan wennen, hoor.
Alle mannen geven hun vrouw een
troetelnaampje. Wim zegt altijd Ton
netje tegen me en Piet noemt zijn Ploon
Snoepie. Gerard noemt zijn Bep door
gaans Snoes en jij bent Arie's Poesje.
Ieder wat. Ik vind het overigens hard-
stikkeleuk, hoor".
Donderdagsavonds was de hele fami
lie present. Zelfs tante Gré had de lan
ge reis van Tiel naar de Beemster ge
maakt en troonde deftig naast haar
zuster bij het raam. Toen Arie aan haar
voorgesteld werd, had ze hem kritisch
bekeken van top tot teen en tenslotte
goedkeurend geknikt. „Je staat me wel
aan, jongeman, en dat is meer als ik in
het verleden van de andere zwagers
gezegd heb. Misschien ben je mij een
beetje te lang. Ik zou bij jou in het niet
vallen en dat wil ik niet. Daarom ben
ik waarschijnlijk ook nooit getrouwd,
zie je? Enfin, als je maar goed zorgt
voor onze Aal, dan heb je ook mijn
zegen. Ik zal jullie een stoof als huwe
lijksgeschenk geven. Noteei dat maar
vast".
Bep keek haar tante verwonderd-
lachend aan. „Een stoof? Maar tante,
dat is toch veel te ouderwets!"
„Zonder test en zonder vuur. Kan
Aaltje er op staan, als ze die lange
slungel een zoen geeft. Hoeft ze niet
steeds op haar tenen te staan".
„Die tante Gré... Bep gierde het
uit. ,,U bent ook niks veranderd!"
De oudere vrouw keek haar door
dringend aan. „Als je dat maar goed
door hebt, waarde nicht. Ik ben inder
daad niets veranderd. Zo, en kom nou
maar eens op met de koffie. Of moet ik
vanavond op een droogje zitten?"
Aaltje wilde al opstaan, maar Corrie
drukte haar weer terug in de stoel
naast Arie. „Zitten blijven jij. Jij bent
vanavond het feestvarken, dus heb je
vakantie. Bep en ik zullen het wel
rooien en anders zijn Tonnie en Ploon
er ook nog. Die mogen straks helpen
met de afwas. Of dacht je soms, dat
mijn koffie niet te drinken is?"
„Dat zullen we eerst moeten onder
vinden", meende tante Gré te moeten
ppmerken.
Corrie keek haar beledigd aan. „O ja?
U hebt vroeger anders wel eens gezegd,
dat mijn koffie maar wat lekker was.
In Tiel".
„Vroeger is al zo lang geleden. Laat
nu maar eens zien, dat je het in je
huwelijk nog niet verleerd bent", be
sliste tante Gré.
Corrie was gepikeerd. „Nou, ik durf
best mee te doen in een wedstrijd, hoor"
„Best", zei zwager Gerard, „te zijner
tijd gaan we wel eens een koffiezet-
wedstrijd organiseren voor de vrouwen.
Voor het ogenblik willen we het alleen
maar drinken. Vooruit, naar de keuken
en vertoon daar eens je kunsten. Dan
kunnen we tenminste straks rustig
praten".
Een poosje later keek iedereen naar
tante Gré en deze knikte tevreden.
„Valt me geweldig mee. Er is dus nog
iets goeds van mijn lessen bij je blijven
hangen, nichtje".
„Poehmopperde het betreffen
de nichtje en haar man schoot in een
lach. Maar Wim zei: „Kinderen....
jullie weten, waarvoor we bij elkaar
gekomen zijn. In de eerste plaats is het
een klein feestje, omdat onze Aal de
man van haar dromen gevonden heeft.
Voor zover nog niet bekend: volgende
maand gaan ze in het huwelijksbootje
stappen. Onze nieuwe zwager is een
man, die weet van aanpakken. Dat
hebben we in de stad al gezien. Ik vind
hem reuze geschikt, maar ik zal toch
blij zijn, als hij voorgoed uit Purmerend
verdwenen is. Wel foei, wat een rom
mel met die riolering.
(Slot volgt)