Cfroen rwartsjexeh in het hart Wacllopers ondernamen tocht van Texel naar Vlieland Georgische "dansers in Apollohal te Amsterdam Twee studenten verbleven 19 uur op het Wad DINSDAG 16 OKTOBER 1962 TEXELSE 76e JAARGANG No. 7702 COURANT Uitgave N.V. v.h. Langeveld Sc de Rooty Boek-, Kantoorboek- en Fotohandel Handelsdrukkerij Den Borg, Texel Post bos II Tel. 2058 Verschijnt dinsdags en vrijdags. Bank: Rotterdamse Bank; Coöp. Boerenleen bank. Postgiro 652. Abonn.pr. ƒ2,40 p. kwart 25 ct incasso. Advertenties: familieberichte! 12 ct p. mm.; andere advert 10 ct. p. mm. Zaterdag hebben twee studenten, de heren J. Abramse en J. D. Buwalda uit Groningen, de barre tocht over het wad gemaakt van Texel naar Vlieland. Na 19 uur in het water te hebben vertoefd, kwamen zij zondagmorgen om vijf uur uiterst vermoeid op de Vliehors aan. Om half elf zaterdagmorgen waren de wadlopers van de Texelse schorren vertrokken. Wij waren in de gelegen heid hun wandeling van verre te volgen. Met de motorboot van schipper- eigenaar D. Leijen van Den Helder hebben wij een deel der route afgelegd; 10 km. uit de kust van Texel voerden wij een laatste gesprek met de wadlopers. Een tweede ontmoeting kon helaas niet plaats vinden doordat onze „Johanna" motorstoring kreeg. De opvarenden van do „Johanna" zijn in de late avond door de reddingboot Joan Hodshon van boord gehaald. Daarna, omdat wij het spoor van de wadlopers kwijt waren, is de redding boot opnieuw uitgevaren. Helaas kwam de reddingboot 's nachts om twee uur aan de grond te zitten, waardoor ook de bemanning van de Joan Hodshon de wadlopers niet heeft kunnen vinden. Vol goede moed en zonder hulp zijn de wadlopers in de vroege morgen op Vlieland aan land gestapt. Daar aangeko men zijn ze enkele uren uitgeput op de Hors gebleven zonder dat er verder een levend wezen te bekeimen was. Om ongeveer negen uur hadden wij het eerste (telefonische) contact na vele uren met de heren wadlopers. Wij brach ten namens velen hartelijke gelukwensen over. Nadat verteld was waar wij waren gebleven, kregen wij het hele verhaal van hun tocht. baren op! Maar de schipper verzekerde ons dat het verderop rustiger zou zijn Dan was er de fotograaf Kühbauch met zijn vrouw. Voor hóór hebben wij diepe Sterke Hollandse knapen Wie zijn de jonge mensen, die deze ontzettend zware tocht hebben ge maakt? De heer J. Abramse (25) is getrouwd en studeert in Groningen. Zijn metgezel is de heer J. D. Buwalda (27); beiden studeren Sociale Geografie Abramse is een ietwat magere man met zwart haar. Een type van doorzet ten en volhouden. Op de foto ziet U hem het dichtst bij de rubberboot. Buwalda, een blonde, flink gebouwde jongeman, die op het wad bijzonder goed thuis is. Zo'n tocht maak je ook niet zomaar. De voorbereidingen hier voor zijn enorm. Alle gronden worden kaart gebracht en aan de hand hiervan probeert men een bepaalde tocht te maken. Het is begrijpelijk dat het weer hier een voorname rol speelt. Het mag niet misten, de wind moet gunstig zijn en zo zijn er nog diverse punten meer die overwogen moeten worden. De afgelopen zomer hebben de heren wadlopers reeds (vergeefs) ge tracht deze tocht te maken. Toen wij vrijdagavond het eerste ge sprek met de heren Buwalda en Abramse hadden, kregen wij niet de indruk dat de tocht zou slagen. Het water was koud en als wij dat zo uit drukken, dan zijn wij aan de voorzich tige kant. Vergeet niet dat de lopers dit doen met gewone basketballschoenen aan en dikke sportkousen. Maar goed, wij maakten de afspraak dat wij om half negen, zaterdagmorgen aan boord zouden stppen van de „Johanna", het schip van de heer Leijen, dat ook naar de TX 48 is geweest in de nacht van de stranding. De wadlopers zouden dan om onge veer half elf vanaf de Schorren hun tocht gaan ondernemen. Niet met groot vertoon, maar alles in stilte. De nacht werd doorgebracht in hotel „De Hoop" en reeds vroeg trokken de heren wad- lopers naar de Schorren. Hier moest gunstig tijd worden afgewacht. Wat nemen wadlopcrs mee? De uitrusting van wadlopers moet groeien, vooral als je niet uit een ruime beurs kan grijpen. Maar de heren heb ben reeds meer „Wadloopprimq^irs" mogen boeken en met iedere tocht werd de uitrusting completer. Werd de tocht vroeger gemaakt zonder rubberboot; voor deze onderneming was een boot noodzakelijk, want het was bijna zeker dat er één tij moest worden doorge bracht midden op het wad. In de rub berboot was ook de rugzak gedepo neerd, waarin droge kleren en een boterham. Radio was nodig om de weersberichten te kunnen beluisteren. Het is namelijk niet uitgesloten, dat er slecht weer op komst is en dan moeten de wadlopers hun maatregelen kunnen nemen. Twee peilstokken waren nu ook meegenomen. Want denk niet dat een tocht over het wad zomaar gemaakt kan worden. Zó loop je op een hoge rug en even verder kan het zeker zeven meter diep zijn. Maar over het wad vertellen wij in een volgend artikel meer. De „Johanna" Wij waren, zoals gezegd, om half negen aan boord gestapt van de „Jo hanna". Toen wij dit scheepje zagen aankomen van Den Helder hebben wij en dat willen we eerlijk bekennen even gedacht maar thuis te blijven. Het negen meter lange bootje stampte op de golven, want het was in de morgen uren nog onstuimig op het water. Maar de schipper wist niet beter of wij zou den mee, dus daarom aan boord. Aan boord bevond zich verder, naast schip- Per Leijen, de heer C. Steigstra van het betonningswezen, die zeer goed be kend is op het wad. (Hij zet ieder voor jaar de bakens voor de schippers). Verder was er een collega van 't Alge meen Dagblad, met wie wij een colle giale afspraak hadden gemaakt. Toen wij aan boord stapten troffen wij hem echter half in katzwijm in het voor onder. Nog nooit een goede zee meege maakt en nu in dit bootje de woeste bewondering, want tijdens de gehele reis, die later op een avontuur uitliep, heeft zij ons prima verzorgd. De heer Veldwisch was als onze assistent mee gegaan. Zo waren daar in dat kleine bootje zeven mensen die op zoek gingen naar twee wadlopers. Anker uit Na twee uur varen waren wij op het punt gekomen waar de wadlopers uit eindelijk moesten passeren. Tien kilometer uit de kust. In de verte zagen wij de toren van Oosterend als een kleine stip boven het water uitkomen. Gelukkig zakte de wind en weldra was het water als een spiegel. Dat was in hoofdzaak voor de lopers van groot be lang. De wadlopers lopen gemiddeld twee, tweeëneenhalve kilometer per uur. Wij verwachtten ze dan ook niet voor een uur of één. Onze boot lag op de Binnen Breesem en van hieruit zouden wij laag water afwachten. Langzaam zakte het water en steeds weer werd de kijker genomen of wij iets van de lopers konden zien. De heer Steigstra, die de kaart met telde ons uit welke richting ze moesten de wadlopers goed had bestudeerd ver- komen. Om half één gaf de heer Veld wisch een brul: „Ik zie ze...." En ja, als kleine stippen kwamen zij aan de horizon. Een groots momenttwee mensen die te voet van het ene eiland naar het andere willen gaan. Zou het lukken? De schipper was zo bereidwillig ons tegen de bank op te varen, zodat wij met hoge lieslaarzen aan, van boord konden springen. Ons fotomateriaal voorzichtig tegen ons aangedrukt, stap ten wij met de heer Kühbauch van boord. Daar stonden wij te hunkeren om eindelijk de wadlopers te begroeten. Voorspoedig eerste gedeelte Om half twee konden wij de heren Buwalda en Abramse de hand schud den met hun succesvolle eerste gedeelte van de tocht. De foto toont hoe wijd en eindeloos de Waddenzee is. Het was dan ook wonderlijk voor ons dit van dichtbij te beleven. Aan boord stappen was er niet bij. Vijf minuten oponthoud in het water en verder zou het gaan. Om het diepe water te passeren, moesten de wadlopers een enorm eind om; afgesproken werd, dat wij hen over twee uur weer zouden zien. Zij gingen het lage gedeelte over en de boot moest omvaren. Het eerste gedeel te was volkomen gelukt en de wad- lopers twijfelden er niet aan dat zelfs Vlieland zou worden bereikt, maar dan zou het nacht zijn, want het water zou gaan wassen Daar zwoegden ze weer voort, twee mannen, met zich meeslepende een rubberboot, die voor deze reis beschik baar was gesteld door Sportcentrum Rotterdam. Wij zouden de omweg ma ken langs De Cocksdorp. Motorpech Hoe groot was onze teleurstelling toen de schipper tot de ontdekking kwam, dat de olie uit de motor radicaal verdween. Of hij er al nieuwe in liet lopen het gaf niet. Toen kwam er een tweede verhaal. Wij zaten in de nabij heid van het eiland, op spiegelglad water en konden niets beginnen. Stok ken werden genomen en langs de hoge kanten werd geduwd, maar dat viel lang niet mee. Voor ons was het echter minder erg, wij hadden een dak boven ons hoofd. Het grootste probleem werd, dat wij niet aan onze belofte voldoen om bij het Wieringergaatje de wad lopers te ontmoeten. Wót wij ook ver zonnen, wij waren machteloos en moesten wachtenwachten wachten. Dat dat een moeilijk iets is, zijn wij gewaar geworden! Vol zorgen over onze vrienden Buwalda en Abramse zat er niets anders op dan de duisternis af te wachten en met een zaklamp te seinen naar de torenwach- Het is het grootste Russische Staatsensemble, gevormd door Georgiërs, en bestaat uit 75 danseressen en dansers, zan gers en musici. In hun bagage voeren deze Kaukasische dan sers niet minder dan 500 kos tuums mee. De redactie van de Texelse Courant wil een ieder in de gelegenheid stellen het optre den van de Georgiërs bij te wonen. Wel is waar zullen de dansers diverse uitvoeringen geven in de Apollohal, met maar eventjes 4000 zitplaatsen; er wordt echter slechts één matinee gegeven en wel op zondag 11 november, zodat dit door de Texelaars kan worden bezocht. Belangstellenden kunnen zich voor een bezoek aan dit grootse gebeuren opgeven aan het adres van de krant, Parkstraat, Den Burg, of telefonisch. De kosten zijn ƒ12,50 per persoon. De reis wordt gemaakt per TESO-bus, vertrek vanf Ele- mert, Den Burg. Het is echter wél noodzakelijk dat men zich spoedig opgeeft, want het aantal beschikbare plaatsen voor de ene middagvoorstelling is zeer beperkt. Voor 23 oktober a.s. gaarne Uw opgave in huis!! Op die datum zal, in verband met het aantal opgaven, worden bepaald of de reis definiteif kan doorgaan. Over het ontstaan en bijzonderheden van de volksdansen uit Georgië Het recht kan men Georgië als bij uitstek het land van schoonheid, kunst en poëzie noemen. De pracht van haar talrijke bergketens, van haar onmete lijke bossen, van haar woeste rivieren, die haar oorsprong vinden in geheim zinnige ravijnen, de oevers van de Zwarte Zee, dit alles bij elkaar vormt een uniek décor. En in dit land, te mid den van al dit natuurschoon, spelen zich de verhalen af, die gaan over het eeuwenlang verbitterd strijden van de Georgiërs tegen telkens weer andere overweldigers: Perzen, Arabieren, Mon golen. De schoonheid van dit land en de vele worstelingen van zijn bewoners tegen vreemde indringers hebben hun vaderlandsliefde steeds sterker en ster ker gemaakt en hun moed en hun rid derlijke geest vindt men dan ook terug in hun ballades, gedichten, liederen en dansen, waaraan Georgië zo rijk is en waarop de Georgiërs zo vol trots zijn Georgie werd gekerstend reeds vanaf het midden van de IVe eeuw. Doch de bewoners van het hooggebergte bleven nog lange tijd heiden. Deze dubbele invloed is dan ook duidelijk zichtbaar in hun talrijke dansen. Ik denk bijvoor beeld aan de dans „Perkhuli", waarin men duidelijk enerzijds brokstukken voor TELEPAI, de godin van de terugvindt van de hittitische eredienst vruchtbaarheid en aan de andere kant de grote invloed van de liturgische christelijke gezangen op de Georgische muziek. Om het hoofd te kunnen blijven bie den aan de opdringend^. Islam, moest het land wel een beroep aoen op zowel dè heidense als christelijke bevolking, om zodoende te trachten beider tradi ties als één geheel voor het land te be waren. Het grootste deel van de Geor gische dansen zijn dan ook godsdien stige dansen. Zij komen voornamelijk voort uit de boerenbevolking en niet uit die van de grote stad. Zo herinneren de namen van de dan sen aan de streek waar zij vandaan komen of ook aan het milieu, waarin zij oorspronkelijk gedanst werden. Neem bijvoorbeeld de „Abkhazuri", een dans uit de streek Abkhazian of de „Sedarbazo" paleis) een dans van het hof. De dansen uit de bergstreken zijn de meest zuivere en de meest gave: zij zijn het die ons de verheven bood schap van de oude Georgische cultuur doen beleven. De dansen uit de steden hebben veel van hun oorspronkelijkheid ingeboet door de invloed van de talrijke buiten landers en zij vormen dan ook een aparte folklore. De hofdansen werden indertijd aan het hof gedanst. Voor deze balletten werden dikwijls van uit het oosten jonge meisjes aangenomen en dat is dan ook de reden, dat men in deze dansen nog erotische elementen aan treft, aan wier afkomst men niet hoeft te twijfelen. Zo vonden de Georgisch® dansen hun wortels in de geschiedenis van het volk ter van De Cocksdorp. Om vijf uur werd de eerste poging gedaan; de heer Steigstra gaf een algemeen teken van oproep. De schipper liet de scheeps hoorn klinken en over het stille water galmde de echo. Dat signaal, zo hoor den wij later, werd in De Cocksdorp wel opgevangen, maar men dacht dat er enkele sportvissers een teken van leven gaven. Om zes uur werd ons sein opge vangen en werd door ons gevraagd om hulp. Wij zijn aan land gekomen dank zij schipper Boon en zijn mannen van de reddingboot Joan Hodshon. Over deze redding willen wij in een volgend nummer meer vertellen. Waar zijn de wadlopers. Om acht uur 's avonds konden wij aan boord stappen van de Joan Hodshon; die heeft gelukkig mobilo foon aan boord, zodat vele zaken ge regeld konden worden. Via de kust wacht werden diverse telefoongesprek ken gevoerd. Wij moesten wel vertellen waarom wij in deze koers waren be land. Toen de kustwacht hoorde, dat wij de wadlopers hadden willen vol gen, werd door het hoofd van de KNZRM te Amsterdam opdracht gege ven, dat de Joan Hodshon moest trach ten de wadlopers te vinden. Ook Vlie land werd ingelicht. Wij werden om half elf aan land ge dragen door de mannen van de red dingboot en groot was onze bewonde ring voor hen. Toen wij door het hoofd van de kustwacht, de heer P. Postma, in het botenhuis waren begroet, werd ons een heerlijk bakje koffie aange boden door mevrouw Mantje. De heer M. Mantje was eveneens aanwezig na mens de plaatselijke commissie. De reddingboot moest dus weer uit en wij trokken laat in de avond op Den Burg aan, nog steeds met het angstige gevoel.waar zijn onze vrienden. Zondagmorgen vroeg hadden wij reeds weer contact met het redding boothuis. Wij schrokken toen wij hoor den, dat er niets van de jongens was gevonden. Nog groter werd onze te leurstelling toen wij hoorden, dat de Joan Hodshon van 's nachts twee uur tot vijf uur had vastgezeten op het wad. Zoeken was dus niet verder moge lijk geweest, maar gelukkig kwam de reddingboot weer vlot en werd eerst besloten naar De Cocksdorp op te va ren. De afspraak was dat de wadlopers ons zouden bellen zodra zij op Vlieland zouden zijn. Helaas konden wij de Kustwacht nog geen goede berichten geven. En de wadlopers En de wadlopers.Deze troffen ons dus niet op de geplande plaats. Ge lukkig was het weer bijzonder gunstig en de wadlopers waren van mening, dat wij opgestoomd waren naar Vlieland om daar de zaak voor te bereiden. Zij gingen dus door en dat was een hoogst verantwoordelijk besluit. Nadat zij ons om half twee hadden verlaten, hebben zij gelopen tot ongeveer vijf uur en steeds werd de tocht moeilijker. Tot hun buik in het water, steen koud. en zeer vermoeid, besloten ze toen het tij af te wachten. Om de beurt gingen ze in de rubberboot en trokken daar droge kleren aanf zo hadden zij zich om acht uur 's avonds geïnstalleerd en nu maar wachten. Geen uurtje maar tot diep in de nacht. Het weer was won derlijk mooi, dat wisten wij aan de andere kant van het wad. Daar zaten dus twee studenten, midden in de nacht in een rubberboot op het wad. Stil. alleen het geroep van de vogels. De radio, die aan boord was, gaf geen al te (Zie verder pagina 2) zelf, in het heidendom, in het christen dom als ook in de vele grote oorlogen, die Georgië heeft moeten voeren om haar zo dikwijls bedreigde onafhanke lijkheid te kunnen handhaven. De Georgische dansen worden uitge voerd als solo's, pas de deux en groep- dans. Dikwijls dansen de mannen een behendigheidsdans, waarin zij hun kracht en virtuositeit tonen, doch over het algemeen vormt de groep één ge heel en iedere danser maakt een onder deel van dit geheel uit. De dansen kunnen mannelijk zijn of vrouwelijk of gemengd. In vele landen spelen de vrouwen een ondergeschikte rol in de folkloristische dansen. Bij de Georgiërs echter is dit niet het geval en is het aandeel dat de vrouwen aan deze dansen hebben gelijk aan dat van de mannen Immers de rol van de Georgische vrouw is in de loop der geschiedenis even belangrijk geweest als die van de man. Talrijk waren de gevechten waarin de vrouwen moedig deelnamen en met het leger meevoch- ten. Men zegt, dat de Georgische vrouwen de mooiste ter wereld zijn. Zij hebben prachtig donkere ogen met fijn gete kende wenkbrauwen, een matte teint, lange zwarte vlechten en bovenal een wondermooie allure in haar dansen. Zij worden door de mannen aanbeden en bewonderd. Haar verschijnen is voldoende om de meest bloedige vecht partijen te doen ophouden In de laatste 20 a 30 jaar zijn de dan sen van de vrouwen meer levendig, meer energiek geworden, zonder echter hun oorspronkelijk karakter te verlie zen. Wat zowel bij de vrouwen als bij de mannen van Georgië opvalt is hun kaarsrechte houding onder het dansen, terwijl toch hun armen en benen voort durend in hevige beweging zijn en het tempo van de dansen hoog opgevoerd wordt. Doch de armbewegingen en die van de handen zijn zeer verschillend bij de vrouwen en bij de mannen. Bij de laatsten beelden zij als het ware de vlucht van grote roofvogels uit of zij geven plotseling met energie krachtig het ritme aan, terwijl de bewegingen bij de vrouwen meer evenwichtig zijn, vol fraaie hand- en armbewegingen. En ditzelfde is ook het geval met de bewegingen van de benen; de mannen maken lichte en vlugge glijpassen en bovenal zij dansen op de spitzen van hun tenen, zij dansen hurkend op de knieën en maken enorme sprongen. Deze soort dansen vergt zoveel van de energie van de danser, dat geen enkele danser boven 25 jaar meer in staat is deze dansen uit te voeren. De vrouwen dansen lichtvoetig met kleine sierlijke pasjes en slechts zelden dansen zij in een vlug tempo of maken zij lichte sprongen. De. Georgische dansen worden bege leid door authentieke, folklorische in strumenten. Ook danst men wel op de gezongen koren. Meestal worden de volgende instrumenten gebruikt: de hobo, de doedelzak, de accordeon en slagwerk. Deze instrumenten vormen het essentiële bestanddeel van het orkest. Het gezelschap, dat U zult zien op treden, maakt gebruik van de „duduki" een soort hobo, de kaukasische accor deon en de „doli" een kleine trom, die met de vingers bespeeld wordt. De maat is 2/4, 4/4, 6/8 en som 5/4. De melodiën begeleid door snaarinstru menten of blaasinstrumenten zijn een voudig van samenstelling, zo ook die, welke door de koren worden begeleid. Zij kunnen echter een hoog muzikaal en harmonisch peil bereiken. Het mag een buitenkans ge noemd worden, dat het groot ste Russische Staatsensemble „De Georgiërs" uit de Kauka- sus naar Nederland komt. Een beroemde Russische dansgroep, die, op een wercldtoernee in New York, Londen, Parijs, Wenen en vele andere plaatsen uitverkochte zalen trok, en nu naar Nederland komt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1962 | | pagina 1