Opa heeft verkering Jaarvergadering van de Texelse Museumvereniging Wat is de toekomst van Texel Op een wat later tijdstip dan de be doeling was, heeft de Texelse Museum vereniging haar jaarvergadering gehou den. Het jaarverslag, de begroting voor 1962 en de bestuursverkiezing vormden de belangrijkse punten op de agenda. De belangstelling voor deze vergade ring was van de zijde der leden niet overdonderend Zelfs een volledig bestuur kon de heer M. Mantje, voorzitter van de Texelse museumvereniging niet ver welkomen. Een viertal bestuursleden had bericht van verhindering gestuurd. De heer Mantje hoopte dat de weinige belangstelling van de leden veroorzaakt wordt door het vertrouwen, dat zij in het bestuursbeleid stellen. Dat de ver gadering niet vóór het zomerseizoen is gehouden is te wijten geweest aan vele belemmeringen, die zich in die dagen lieten gelden. Dat gaf uiteraard een zonderling karakter aan de begroting 1962 deze deed meer aan een jaar verslag denken. De notulen, opgemaakt door de oud secretaresse, mevr I. Kremer-Dijksen, werden door de secretaris, de heer G. de Haan voorgelezen en ongewijzigd goedgekeurd. Daarop las de heer De Haan het jaarverslag 1961 voor. 1961 heeft zich gekenmerkt als een jaar vol activiteit naar buiten. Het was een jaar waarbij door ieder iets werd gepresteerd. Het tijdschrift van de Texelse mu seumvereniging is regelmatig versche nen. Diverse medewerkers hebben hun kwaliteiten in dienst van dit periodiek gesteld, waardoor tot een leesbaar en interessant geheel werd gekomen. Een enkele maal kwam het krantje wat later uit dan de bedoeling was: het was niet mogelijk alles tegelijk te doen. De zomeractie 1961 „Doe wel, doe 't snel, doe mee!" luid de slogan waaronder deze actie van start ging op 25 juni 1961. Aanvanke lijk leek 't er op dat de actie een succes zou worden De organisatie vlotte en alles liep op rolletjes, zelfs ondanks het ongeval van de heer M. Mantje in die tijd Helaas, de aanzienlijke som gelds die men wilde verzamelen is niet gekomen. Door verschillende oorzaken. Het evenement dat in de zomer was opgezet omdat er dan veel mensen, dus kopers, op het eiland zijn, faalde ge deeltelijk juist daardoor, omdat de win keliers die werden belast met de uit gifte van de bonnen, door de grote drukte daar niet toe in staat waren. De dirette baten vielen dus tegen maar de publiciteit rond de actie heeft het museum zeker geen windeieren gelegd. Een dergelijke publiciteitsbron vormde toen ook het besluit om de zeehonden o£> te ruimen wegens gebrek aan gelden voor een passende accommodatie. Hier door kwam het museum sterk in de publieke belangstelling te staan; radio en televisie schonken aandacht aan deze zaak Ook de landelijke bladen wijdden artikelen aan het museum op Texel en zelfs buitenlandse bladen als Le Soir, Yorkshire Evening Post e.d. brachten uitgebreide reportages. Een gevolg van deze publiciteit was dat de Mij. „Nederland" het zwembad van het m.s. „Oranje" ter beschikking van de zeehonden stelde. Vanuit het gehele land kwam geld binnen waardoor de robben Peter, Robby, Blacky en Grom- py hun bestaan voor onbepaalde tijd konden rekken De geplande „Night Cruise" met „de Dageraad" kon geen doorgang vinden. Bevredigend aantal leden De museumvereniging telt momen teel 500 volwassen leden, 50 jeugdleden en ca. 1000 jeugdleden in collectief ver band Niet om over te mopperen, maar vooral onder Texelaars zijn er nog le den te winnen. De collectieve jeugdle den (van de Texelse scholen) vormden een hechte basis waarop kon worden aangevangen. Het schoolcontactprogramma Dit behelst het geven van natuur historische lessen op de Texelse scholen. Het is gebleken dat de belangstelling voor de levende have van de natuur op eenvoudige wijze gestimuleerd kan worden. In 1961 werd ook, voornamelijk ten gerieve van dit schoolonderricht, een boekje samengesteld getiteld „Schelpen aan Texels kust". Intussen is gebleken, dat voor het boekje zeer veel belang stelling bestaat De samenstelling be rustte bij de heer J. P. Reydon. Voor studiedoeleinden is door mevr. Rijsselberghe (Rotterdam) een houten gebouwtje ter beschikking gesteld. Het zal voorlopig een plaats krijgen op het terrein van het museum in de Dennen. Pcrsoneelswijzigingcn Op dertig april 1961 werd aan me vrouw Kremer-Dijksen, op haar ver zoek, eervol ontslag verleend. Op de ledenvergadering van het vorige jaar werd afscheid van haar genomen en viel haar een bloemenhulde ten deel. Als administrateur trad op 1 oktober 1961 de heer J. H. v.d. Veen in dienst. Op 17 oktober 1961 kwam de heer J. P. Reydon als leerling-conservator in HOOG WATER Hoog water ter rede van Oudeschild: 4 dec. 0 28 cn 12.27; 5 dcc. 1.12 en 13.20; 6 dec. 2.17 cn 14.41; 7 dec. 3.46 en 16.11; 8 dcc. 5.15 cn 17.40. Aan het strand ongeveer een uur eerder hoog water. dienst van de stichting Texels Museum. Balans per 31 december 1961 ACTIVA: Kas 269,35 Boerenleenbank rek. crt. 2.501,81 Boerenleenbank spaarbank 20.000, Postrekening 60,42 Inventaris 30, Voorraden 418,10 Kantoorbehoeften 500, Kinderbijslag 122,46 PASSIVA: A.O.W.-premie Loonbelasting Sociale verzekering Kapitaal: Zeehondenfonds Nieuwbouw 23.902,14 124,23 60,— 256,54 10.061,12 6 156,71 Texelse Museumver 7.243,54 23.902,14 Resumerende kan worden vastge steld dat in 1961 door ieder naar ver mogen is gewerkt. De mogelijkheden, die zich voordeden zijn uitgebuit en van de onmogelijkheden is geleerd. De naam van het Texels museum heeft een bekende klank gekregen in vele lagen van de Nederlandse bevolking. Begroting Het bedrag van ƒ19.500,dat de begroting van 1962 vermeldde is, gezien het feit, dat het seizoen achter de rug is, grotendeels reeds besteed; hoofdza kelijk aan voorbereidende werkzaam heden. Doordat geen grote acties zijn gevoerd heeft het publiek misschien de indruk gekregen dat de organisatoren in slaap zijn gevallen; dit is zeker niet het geval. O.a. is veel energie besteed aan het samenstellen van een lijvig rapport dat een beeld moet geven van verleden, heden en toekomst van het Texels museum. Met dit rapport wil men bij de instanties, die hun mede werking moeten geven aan de grootse toekomstplannen, een indruk geven van de bedoelingen van de Stichting Texels Museum. De vereniging onder vindt veel sympathie en medewerking. Zo werd het boekje „Schelpen aan Texels kust" geheel gratis gedrukt! Bestuursverkiezing De aftredende bestuursleden, de he ren M. Mantje en P. B Riteco, werden door de vergadering herkozen. De discussie, die zich naar aanleiding van de rondvraag ontspon, willen wij met al te zeer uitweiden. Op een vraag of het „Schelpenboekje" ook voor niet- leden te koop was, kon bevestigend worden geantwoord De prijs zal nog worden vastgesteld, maar zal onge twijfeld zeer laag zijn. De Texelse mu seumvereniging zal zich belasten met de uitgave van nóg 'n dergelijk boekje. Het zal de vogelwereld tot onderwerp hebben. Enkele leden vroegen zich af of het natuurpad van Staatsbosbeheer niet voorzien moet zijn van zeldzamer en moeilijker te herkennen planten. De uitslagen van de puzzeltochten hebben echter uitgewezen dat de gemiddelde kennis van de deelnemers niet bijzon der groot is. Het is daarom ongewenst de herkenning moeilijker te maken dan ze nu is. Bovendien geeft het plaatsen van bijzondere planten en bloemen aanleiding tot vernielzucht en diefstal. Op de vraag of het mogelijk was inzage te krijgen van het rapport dat door de Stichting is samengesteld, moest ont kennend worden geantwoord door de voorzitter van de stichting, de heer E. Noordijk. Het is ongewenst gegevens ter beschikking van een ieder te stellen wanneer zij nog moeten worden voor gelegd aan de officiële instanties. De heer Noordijk dankte de vereni ging voor de enorme steun, die de Stichting van haar ondervonden had. Zonder de vereniging zouden er in het museum geen zeehonden meer zijn! Een beter bewijs van de noodzakelijk heid van deze vereniging is er niet. LELY MEETSYSTEEM C. van der Lely N.V. brengt thans een voor de praktijk bijzonder goed bruikbaar meetsysteem in de handel voor centrifugaal kunstmeststrooiers. Hiermede kan de afstelling van deze machines op zeer eenvoudige wijze di rect nadat de eerste meters gestrooid zijn, gecontroleerd worden. Dit Lely meetsysteem bestaat uit een 7-tal plas tic bakjes, die in één rij over de totale werkbreedte van de kunstmeststrooier verdeeld op het veld worden geplaatst. Deze bakjes worden na het strooien van de eerste werkgang met behulp van een trechter geleegd in de z.g. volumeter, dit is een meetblok van plexiglas, voorzien van 7 maatcylinders. Bij goed strooien behoren alle cy- lindertjes dezelfde hoeveelheid kunst mest te bevatten. Indien dit niet het geval is, wijst dit op een verkeerde af stelling van de machine. Dit meetsysteem berust op dezelfde principes als het meetsysteem, waar mede de Lely kunstmeststrooiers regel matig in de fabriek gecontroleerd wor den. Door de grote strooiregelmaat bleek, dat in de praktijk met een ge ring aantal bakjes zou kunnen worden volstaan. Dit geheel wordt als één pakket in de handel gebracht voor de prijs van ƒ50,Ongetwijfeld zal dit systeem veel kunnen bijdagen tot een goed gebruik van deze arbeidsbesparen de strooiers. Het rapport Kvvantus, zo schreven wy reeds in een vorig nummer, werpt een blik in de toekomst van het eiland* en dan speciaal stedebouwkundig. In opdracht van het gemeentebestuur heeft de heer J. Kwantus, ec. drs., ge noemd rapport uitgebracht. In dit artikel willen wij iets vermel den over de ontwikkeling van het in wonertal van Texel en de spreiding in verband met de ontwikkeling der be- staansbronnen. Het is niet bekend hoeveel inwoners Texel in de vroege Middeleeuwen heeft gehad. Vermoedelijk zal het inwoner tal zijn teruggelopen toen de opper vlakte land door aanvallen van de zee geleidelijk verminderde en in de 14e eeuw alleen de hogere diluviale kern overbleef met enkele stukjes duinwal. Door overstromingen, verstuivende duinen en ook hier merkbare invloed van vele oorlogen had de bevolking in de 15e en 16e eeuw een armoedig be staan. Zelfs in de betrekkelijk korte periode van 1494 tot 1514 liep het aan tal woningen op Texel terug van 750 tot 648. Het aantal inwoners zou in die jaren zijn geweest resp. 4180 en 3720. In 1811 was het aantal inwoners 4754. De inpolderingen daarna, Eierland in 1835, Eendracht en Prins Hendrikpol der in 1846, Het Noorden in 1876, brachten de landbouw tot verdere ont wikkeling en deden het inwonertal stijgen tot 6482 in 1880. De landbouwcrises daarna deden weer vele boeren verdwijnen en zo is het een schommeling gebleven tot het begin van deze eeuw. Eerst kwam weer de landbouw en tijdens de eerste wereldoorlog ook de visserij tot nieuwe ontwikkeling en na 1925 kwam het vreemdelingenverkeer daarbij. De ontwikkeling na de laatste we reldoorlog had een duidelijke afneming van het aantal werkers in de landbouw ten gevolge, waardoor na 1950 de toe neming van het inwonertal langzamer ging verlopen De labiliteit der belangrijkste be- staansbronnen: landbouw, visserij en vreemdelingenverkeer maakt de toe komstige ontwikkeling van het inwo nertal onzeker. Bovendien zal de ont wikkeling in de bestaansbronnen elders ook in de toekomst invloed hebben op de migratie. In de periode 1954-1959 was er een groot vertrekoverschot ten opzichte van stedelijke en industriële gebieden, terwijl ook de specifieke woongebieden mensen van Texel ont trokken. Daartegenover was het vesti gingsoverschot ten opzichte van andere agrarische gebieden betrekkelijk klein. De heer Kwantus stelt in zijn rap port dat men voor stedebouwkundige doeleinden er vanuit kan gaan dat Texel in 1980 14.000 inwoners heeft. De spreiding van de Texelse bevol king toont een zelfde verloop als het inwonertal. Het werd bepaald door op en neer gaande bestaansbronnen. In de vroege Middeleeuwen moet het in de Westen gelegen vissersdorp een belangrijk wooncentrum zijn geweest. Na 1600 kwam een nieuw dorp, namelijk Oude schild tot ontwikkeling en ging ook Oosterend een groei vertonen. Maar alle dorpen vertonen in de loop der jaren een achteruitgang en het hoofd dorp van het eiland krijgt steeds meer inwoners. In 1899 woonde in Den Burg nog geen vierde deel van de bevolking, in 1960 was dit ruim een derde. De toekomstige bevolkingspreiding zal bepaald worden door een voort gaande concentratie in Den Burg en door de relatieve ontwikkeling der bestaansbronnen. Deze concentratie kan afgeleid worden aan het aantal woningzoekenden, 91 van de 107 wen sen een woning te Den Burg. Achteruitgang Oudeschild De heer Kwantus wijst in zijn rap port op de achteruitgang van het dorp Oudeschild. De trek naar Den Burg is groot, maar voor Oudeschild mag, niet alleen door de trek naar Den Burg, maar ook als consequentie van ver plaatsing van de veerhaven, een rela tieve achteruitgang worden verwacht. Daartegenover zal het percentage voor Den Hoorn kunnen stgen. Bij het ma ken van een prognose van de toekom stige spreiding der bevolking dient men te bedenken, dat niet alleen het ge hele eiland een agrarische inslag heeft, maar dat in de verschillende dorpen het agrarisch element overheerst. Ach teruitgang van Oudeschild is in de toe komst denkbaar door verhuizing van een deel van het aldaar wonende TESO-personeel. Kan het wonen van een deel van het personeel bij de veer haven wenselijk worden geacht, voor het grootste deel is dit echter minder noodzakelijk. Ook door de Oosterender vissers wordt het afleggen van een af stand naar de vissershaven niet als een overwegend bezwaar gevoeld. De vissers- en handelshaven blijft te Oudeschild en verwacht mag worden dat de zo noodzakelijke uitbreiding na kortere of langere tijd tot stand komt. De teruggang van het aantal vaartui gen, waaronder jachten en passagiers schepen en het aantal om 8 uur in de haven liggende vissersvaartuigen moet voor een deel worden toegeschreven aan de moeilijkheden, welke het ruim tegebrek in de haven oplevert. De ple- ziervaart mijdt Oudeschild zoveel mo gelijk en de mosselvissers zijn naar de veel ruimere haven van Harlingen uit geweken. Het is waarschijnlijk, dat verplaat sing van de veerhaven en het gebruik van boten met koplading een voort gaande verschuiving naar het vervoer met T.E.S.O.-boten te zien zal geven. Deze verschuiving zal echter van be perkte aard blijven wegens het ver schil in kosten van vervoer. Een sterke vermindering van het vervoer met vrachtschepen naar en van de haven van Oudeschild is dan ook niet te ver wachten. Vergroting van de haven zal op andere wijze compensatie kunnen bieden voor een iets teruglopende be drijvigheid. Het enige bedrijf, dat be langrijke schade zal lijden door ver plaatsing van de veerhaven is het TESO-café. De graan- en kunstmest handel zal blijven bestaan. De op korte afstand van Oudeschild gelegen zuivel fabriek „De Eendracht", waar een ze vental arbeiders uit Oudeschild werkt, eveneens. Taxi- en transportbedrijven zullen zich aan de veranderde omstan digheden moeten aanpassen. Wel zal een aantal thans bij de ruilverkaveling betrokken personen na verloop van tijd naar andere werkgelegenheid moeten omzien. Ook is de kans groot, dat van de in Oudeschild wonende en in Den Burg werkende personen en meer naar het hoofddorp zullen verhuizen, wan neer de busverbinding slechter en het verschil in huren na de voor Oude schild overwogen sanering en bouw van nieuwe woningen geringer wordt. Aan de andere kant moet vesti ging van enige nijverheid en met name van een scheepswerf niet onmogelijk worden geacht. Voor het nog overwegend agrarische Den Hoorn kan een versnelde toene ming worden verwacht, gezien de ont wikkeling van het vreemdelingenver keer. De ontwikkeling van De Koog heeft ondanks de in het seizoen aan wezige grote drukte nog geenszins een eindstadium bereikt. De achter gang van De Cocksdorp zal een ding ten goede kunnen nemen, wam ten westen van deze plaats de plan voor een groot vakantieoord won uitgevoerd. De ontwikkeling van De Waal door het agrarisch karakter ach' blijven, terwijl Oosterend door uith ding der kottervloot wellicht een ze aandeel in de totale bevolking kunnen behouden. Een toeneming van de bevolking het landelijk deel, dat wil zeggen ten de dorpen, kan nauwelijks woi verwacht. Er valt slechts te dec aan de bouw van een aantal wonip nabij de nieuwe veerhaven De onb keling van het vreemdelingenverl en de mogelijkheid van verhuur slaapgelegenheid in alle delen van eiland zal een rem vormen op de ten gang van de bevolking in de oven gend agrarische delen en dorpen verschuiving in de procentuele ver ling der bevolking zal er door wor gematigd. Texel in 1960 en 1980*): deel van gemeente aantal inwon 1960 1 Den Burg- 3578 De Waal 262 Oosterend 957 1 Den Hoorn 482 De Koog 701 Oudeschild 939 1 De Cocksdorp 316 Totaal dorpen 7235 10 Landelijk deel 3388 3 Totaal 10623 14 Voor 1960 werkelijke aantal voor 1980 eigen raming. FEUILLETON: 15. Opnieuw schudde de ander het hoofd. „Meneer de Haan, ik ben ge woonweg sprakeloos. Hij knikte. „Misschien had ik mijn mond moeten houden en het alleen maar denken. Misschien verspeel ik vanavond uw vriendschap voor de rest van deze prettige reis, iets wat me na tuurlijk ontzettend zou spijten. Beoor deelt u mij niet verkeerd. Ik ben vele jaren ouder dan u, :k ben al grootvader. Mijn drie kinderen zijn allen getrouwd. Gelukkig getrouwd. Ik heb zelf een ideaal huwelijk gehad, helaas veel te kort. Ik zeg dit alles zonder ook maar de geringste bijbedoeling. Alleen uit pure belangstelling voor u". Ze stond gedecideerd op. „Ik denk, dat het nu tijd wordt om weer naar de tram te gaan". „Zoals u wilt, juffrouw Verleun, ik zal even afrekenen". „In de tram krijgt u mijn aandeel van de verteringen wel terug". Hij hielp haar in het korte jasje en even later liepen ze omhoog naar de tramhalte bij de verkeersbrug. In het licht van een lantaarn zag hij, dat er twee rode plekken op haar wan gen gloeiden. Ze knipte nerveus met haar ogen en stond met haar handen over elkaar op de vluchtheuvel. Ze om klemde krampachtig haar tasje en keek recht voor zich uit. Het duurde bijna een kwartier voor de zilverkleurige tram voor Königswinter kwam aan rijden. Zwijgend stapten ze in en ge durende de korte reis zaten ze tegen over elkaar en spraken geen woord. Even voor ze uitstapten, haalde de vrouw een portemonnee uit haar tas en keek hem vragend aan. „Hoeveel krijgt u van me?" Hij zuchtte. „Als u er op staat...." „Inderdaad, meneer De Haan, daar sta ik op". Hij lachte even en keek haar aan. „Voor drie Mark hebt u geen enkele verplichting meer aan me". Ze diepte drie geldstukken uit haar portemonnee en gaf hem die. Nadat ze uitgestapt waren, liepen ze langs de rivier naar het schip. „Juf frouw Verleun", begon hij zacht, „als ik u op de een of andere manier bele digd of gekwetst heb, dan bied ik u mijn excuses daarvoor aan". Ze negeerde de uitgestoken hand. „Daarvoor is geen enkele reden. Ik. u bebt met uw woorden oude herinne ringen bij me naar voren gehaald, die ik het liefst voor goed v/as vergeten. Nu ja, ik kan het me wel voorstellen; va kantie, de Rijn, een gezellig zitje op een terrasje.... een mens zou senti menteel worden. Laten we het alsje blieft vergeten, meneer De Haan". „Helemaal zoals u wilt. De episode Bonn begraven we zo diep mogelijk weg". „Welterusten, meneer De Haan". „Een goede nacht, juffrouw Verleun". De volgende morgen werd er een bustocht door het Ahrdal gemaakt, maar De Haan, die al meerdere malen het Ahrdal had bezocht, besloot rustig op het schip te blijven en zo voer men om acht uur weg met twee passagiers aan boord: De Haan en een oude dame, die niet tegen autorijden kon. Om één uur kwam het gezelschap in Andernach weer aan boord. Men ging meteen aan tafel, waar de soep al werd opgediend. Toen de jonge vrouw tegenover hem plaatsgenomen had. vroeg hij voorzichtig: En? Hoe vind u het Ahrdal?" Ze knikte enthousiast. „Fantastisch in één woord. We hebben onderweg een pottebakkerij bezichtigd en in Altenahr hebben we koffie gedronken op een terras, waarvan je een prachtig uitzicht hebt op de bergen. Leuk plaatsje. Verder zijn we nog in een grote wijn gelder geweest in May.in May. „In Mayschos" hielp hij haar. „Ja. En wat was er nog meer? Er is zoveel verteld en je ziet in een p> uur zoveel O ja, we gingen door Bad Neuenahr, waar een spa bank is een een Kuroord. 't Is and maar een miezerig beekje, die Ahr had er wonder wat van verwacht' Hij knikte. „Het is nu laag wat Maar in de winter, als de Rijn hoog dan is de Ahr werkelijk geen beel meer. „Ik heb het gezien, bij die tunnel, stond een streep op de muur. Daar 1 in 1936 het water zo hoog gekom* Zowat twee meter van de grond Maar dat gebeurt tegenwoordig zei niet meer, wel?" Hij keek verbaasd. „Waarom nii En bij ons dan de watersnood in 195! Ze knikte nadenkend. „Ja, dat waar ook. O, ik geloof, dat ik dood gi van de angst" „Kom, kom, een mens went ovet aan". In de late namiddag legde de aan in Boppard tussen de bergen iedereen was enthousiast over de plaats. Enerzijds vlag tegen het stad anderzijds het prachtige uitzicht, kapiteinse had verteld, dat het sc! hier zou blijven liggen tot maandi morgen, zodat men ruimschoots de legenheid zou hebben om Boppard omgeving te bezien. De lerares keek verwonderd na haar overbuurman „Dat is waar ook het is vandaag zaterdag, niet? Een me zou het begrip tijd tijdens de vak.nn helemaal vergeten". „Tja, dat gaat zo". Hij stak een gaar op. „Gezelligheid kent geen tijd", meer Jansen te moeten opmerken. „Wat betreft, hebben we het toch maar re: achtig getroffen aan onze tafel, wat buurman?" De Haan knikte. „U hebt gelijk, k neer Jansen. We kunnen het best rr elkaar vinden. En hoe vindt bergen?" „Man, je raakt er niet op uitgekeki Vanmorgen, met die bus door dat Ah dal.... Ik zeg tegen m'n vrouw: Be kijk hier die stoksperciebonen mooi staan tegen de bergen. En ik dad bij mezelf: wat verbouwen die menst hier toch veel sperciebonenZe de reisleidster, dat het wijnstokke zijn, dat daar allemaal druiven gioeie Weet ik veel, hoe wijnstokken er zien. Zo uit de verte leken het boontjes. En is dat dan zo gek?" De lerares schoot in een lach. „D meneer Jansen.U kunt er ook w van maken, hoor." Hij haalde zijn schouders op. „Nou u lacht er nou om, buurvrouw. Ma ik zal u eens een geheimpje vertelle ik ben nog nooit eerder de grens ovi geweest. Kijkt u zelf maar hij haalt zijn pas uit de zak en legde die va haar neer nog geen maand oud. D zat er voor ons soort mensen vroeg* toch zeker niet aan? Vakantie. Ik za! es wat vertellen.Moet u luisteren ik was pas getrouwd met mijn eert vrouw. Dat was nog vóór de oorlog, hadden een huisje in nieuw west nou ja, wat toen nieuw west was, in Marco Polostraat, dat is bij de Ji Evertsenstraat, weet u? Dat deed vi gulden huur en ik had bij de gemeen zesentwintig schoon. Dat was voor oorlog een monster loon, want bij tram hadden ze er maar vierentwint en een half Maar mijn vrouw zei toe Toondat is m'n voornaam Toe zei ze, ik leg elke week twee guld weg, dat is dan voor de vakantie. Wl mijn eerste vrouw had bij de ton-! gediend in de Emmalaan en ging jaar met meneer en mevrouw mee na Noordwijk. Toen zei m'n vrouw: Noor wijk is natuurlijk te deftig voor oi maar een weekje Zandvoort kunnen er wel van overhouden. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1962 | | pagina 4