Opa heeft verkering
Jaarvergadering van de Texelse
Museumvereniging
Wat is de toekomst
van Texel
Op een wat later tijdstip dan de be
doeling was, heeft de Texelse Museum
vereniging haar jaarvergadering gehou
den. Het jaarverslag, de begroting voor
1962 en de bestuursverkiezing vormden
de belangrijkse punten op de agenda.
De belangstelling voor deze vergade
ring was van de zijde der leden niet
overdonderend
Zelfs een volledig bestuur kon de
heer M. Mantje, voorzitter van de
Texelse museumvereniging niet ver
welkomen. Een viertal bestuursleden
had bericht van verhindering gestuurd.
De heer Mantje hoopte dat de weinige
belangstelling van de leden veroorzaakt
wordt door het vertrouwen, dat zij in
het bestuursbeleid stellen. Dat de ver
gadering niet vóór het zomerseizoen is
gehouden is te wijten geweest aan vele
belemmeringen, die zich in die dagen
lieten gelden. Dat gaf uiteraard een
zonderling karakter aan de begroting
1962 deze deed meer aan een jaar
verslag denken.
De notulen, opgemaakt door de oud
secretaresse, mevr I. Kremer-Dijksen,
werden door de secretaris, de heer G.
de Haan voorgelezen en ongewijzigd
goedgekeurd.
Daarop las de heer De Haan het
jaarverslag 1961 voor. 1961 heeft zich
gekenmerkt als een jaar vol activiteit
naar buiten. Het was een jaar waarbij
door ieder iets werd gepresteerd.
Het tijdschrift van de Texelse mu
seumvereniging is regelmatig versche
nen. Diverse medewerkers hebben hun
kwaliteiten in dienst van dit periodiek
gesteld, waardoor tot een leesbaar en
interessant geheel werd gekomen. Een
enkele maal kwam het krantje wat
later uit dan de bedoeling was: het was
niet mogelijk alles tegelijk te doen.
De zomeractie 1961
„Doe wel, doe 't snel, doe mee!" luid
de slogan waaronder deze actie van
start ging op 25 juni 1961. Aanvanke
lijk leek 't er op dat de actie een succes
zou worden De organisatie vlotte en
alles liep op rolletjes, zelfs ondanks het
ongeval van de heer M. Mantje in die
tijd Helaas, de aanzienlijke som
gelds die men wilde verzamelen is niet
gekomen. Door verschillende oorzaken.
Het evenement dat in de zomer was
opgezet omdat er dan veel mensen, dus
kopers, op het eiland zijn, faalde ge
deeltelijk juist daardoor, omdat de win
keliers die werden belast met de uit
gifte van de bonnen, door de grote
drukte daar niet toe in staat waren.
De dirette baten vielen dus tegen maar
de publiciteit rond de actie heeft het
museum zeker geen windeieren gelegd.
Een dergelijke publiciteitsbron vormde
toen ook het besluit om de zeehonden
o£> te ruimen wegens gebrek aan gelden
voor een passende accommodatie. Hier
door kwam het museum sterk in de
publieke belangstelling te staan; radio
en televisie schonken aandacht aan
deze zaak Ook de landelijke bladen
wijdden artikelen aan het museum op
Texel en zelfs buitenlandse bladen als
Le Soir, Yorkshire Evening Post e.d.
brachten uitgebreide reportages. Een
gevolg van deze publiciteit was dat de
Mij. „Nederland" het zwembad van het
m.s. „Oranje" ter beschikking van de
zeehonden stelde. Vanuit het gehele
land kwam geld binnen waardoor de
robben Peter, Robby, Blacky en Grom-
py hun bestaan voor onbepaalde tijd
konden rekken
De geplande „Night Cruise" met „de
Dageraad" kon geen doorgang vinden.
Bevredigend aantal leden
De museumvereniging telt momen
teel 500 volwassen leden, 50 jeugdleden
en ca. 1000 jeugdleden in collectief ver
band Niet om over te mopperen, maar
vooral onder Texelaars zijn er nog le
den te winnen. De collectieve jeugdle
den (van de Texelse scholen) vormden
een hechte basis waarop kon worden
aangevangen.
Het schoolcontactprogramma
Dit behelst het geven van natuur
historische lessen op de Texelse scholen.
Het is gebleken dat de belangstelling
voor de levende have van de natuur
op eenvoudige wijze gestimuleerd kan
worden.
In 1961 werd ook, voornamelijk ten
gerieve van dit schoolonderricht, een
boekje samengesteld getiteld „Schelpen
aan Texels kust". Intussen is gebleken,
dat voor het boekje zeer veel belang
stelling bestaat De samenstelling be
rustte bij de heer J. P. Reydon.
Voor studiedoeleinden is door mevr.
Rijsselberghe (Rotterdam) een houten
gebouwtje ter beschikking gesteld. Het
zal voorlopig een plaats krijgen op het
terrein van het museum in de Dennen.
Pcrsoneelswijzigingcn
Op dertig april 1961 werd aan me
vrouw Kremer-Dijksen, op haar ver
zoek, eervol ontslag verleend. Op de
ledenvergadering van het vorige jaar
werd afscheid van haar genomen en
viel haar een bloemenhulde ten deel.
Als administrateur trad op 1 oktober
1961 de heer J. H. v.d. Veen in dienst.
Op 17 oktober 1961 kwam de heer J. P.
Reydon als leerling-conservator in
HOOG WATER
Hoog water ter rede van Oudeschild:
4 dec. 0 28 cn 12.27; 5 dcc. 1.12 en 13.20;
6 dec. 2.17 cn 14.41; 7 dec. 3.46 en 16.11;
8 dcc. 5.15 cn 17.40.
Aan het strand ongeveer een uur eerder
hoog water.
dienst van de stichting Texels Museum.
Balans per 31 december 1961
ACTIVA:
Kas 269,35
Boerenleenbank rek. crt. 2.501,81
Boerenleenbank spaarbank 20.000,
Postrekening 60,42
Inventaris 30,
Voorraden 418,10
Kantoorbehoeften 500,
Kinderbijslag 122,46
PASSIVA:
A.O.W.-premie
Loonbelasting
Sociale verzekering
Kapitaal:
Zeehondenfonds
Nieuwbouw
23.902,14
124,23
60,—
256,54
10.061,12
6 156,71
Texelse Museumver 7.243,54
23.902,14
Resumerende kan worden vastge
steld dat in 1961 door ieder naar ver
mogen is gewerkt. De mogelijkheden,
die zich voordeden zijn uitgebuit en
van de onmogelijkheden is geleerd. De
naam van het Texels museum heeft een
bekende klank gekregen in vele lagen
van de Nederlandse bevolking.
Begroting
Het bedrag van ƒ19.500,dat de
begroting van 1962 vermeldde is, gezien
het feit, dat het seizoen achter de rug
is, grotendeels reeds besteed; hoofdza
kelijk aan voorbereidende werkzaam
heden. Doordat geen grote acties zijn
gevoerd heeft het publiek misschien de
indruk gekregen dat de organisatoren
in slaap zijn gevallen; dit is zeker niet
het geval. O.a. is veel energie besteed
aan het samenstellen van een lijvig
rapport dat een beeld moet geven van
verleden, heden en toekomst van het
Texels museum. Met dit rapport wil
men bij de instanties, die hun mede
werking moeten geven aan de grootse
toekomstplannen, een indruk geven
van de bedoelingen van de Stichting
Texels Museum. De vereniging onder
vindt veel sympathie en medewerking.
Zo werd het boekje „Schelpen aan
Texels kust" geheel gratis gedrukt!
Bestuursverkiezing
De aftredende bestuursleden, de he
ren M. Mantje en P. B Riteco, werden
door de vergadering herkozen.
De discussie, die zich naar aanleiding
van de rondvraag ontspon, willen wij
met al te zeer uitweiden. Op een vraag
of het „Schelpenboekje" ook voor niet-
leden te koop was, kon bevestigend
worden geantwoord De prijs zal nog
worden vastgesteld, maar zal onge
twijfeld zeer laag zijn. De Texelse mu
seumvereniging zal zich belasten met
de uitgave van nóg 'n dergelijk boekje.
Het zal de vogelwereld tot onderwerp
hebben.
Enkele leden vroegen zich af of het
natuurpad van Staatsbosbeheer niet
voorzien moet zijn van zeldzamer en
moeilijker te herkennen planten. De
uitslagen van de puzzeltochten hebben
echter uitgewezen dat de gemiddelde
kennis van de deelnemers niet bijzon
der groot is. Het is daarom ongewenst
de herkenning moeilijker te maken dan
ze nu is. Bovendien geeft het plaatsen
van bijzondere planten en bloemen
aanleiding tot vernielzucht en diefstal.
Op de vraag of het mogelijk was inzage
te krijgen van het rapport dat door de
Stichting is samengesteld, moest ont
kennend worden geantwoord door de
voorzitter van de stichting, de heer E.
Noordijk. Het is ongewenst gegevens
ter beschikking van een ieder te stellen
wanneer zij nog moeten worden voor
gelegd aan de officiële instanties.
De heer Noordijk dankte de vereni
ging voor de enorme steun, die de
Stichting van haar ondervonden had.
Zonder de vereniging zouden er in het
museum geen zeehonden meer zijn!
Een beter bewijs van de noodzakelijk
heid van deze vereniging is er niet.
LELY MEETSYSTEEM
C. van der Lely N.V. brengt thans
een voor de praktijk bijzonder goed
bruikbaar meetsysteem in de handel
voor centrifugaal kunstmeststrooiers.
Hiermede kan de afstelling van deze
machines op zeer eenvoudige wijze di
rect nadat de eerste meters gestrooid
zijn, gecontroleerd worden. Dit Lely
meetsysteem bestaat uit een 7-tal plas
tic bakjes, die in één rij over de totale
werkbreedte van de kunstmeststrooier
verdeeld op het veld worden geplaatst.
Deze bakjes worden na het strooien
van de eerste werkgang met behulp
van een trechter geleegd in de z.g.
volumeter, dit is een meetblok van
plexiglas, voorzien van 7 maatcylinders.
Bij goed strooien behoren alle cy-
lindertjes dezelfde hoeveelheid kunst
mest te bevatten. Indien dit niet het
geval is, wijst dit op een verkeerde af
stelling van de machine.
Dit meetsysteem berust op dezelfde
principes als het meetsysteem, waar
mede de Lely kunstmeststrooiers regel
matig in de fabriek gecontroleerd wor
den. Door de grote strooiregelmaat
bleek, dat in de praktijk met een ge
ring aantal bakjes zou kunnen worden
volstaan. Dit geheel wordt als één
pakket in de handel gebracht voor de
prijs van ƒ50,Ongetwijfeld zal dit
systeem veel kunnen bijdagen tot een
goed gebruik van deze arbeidsbesparen
de strooiers.
Het rapport Kvvantus, zo schreven
wy reeds in een vorig nummer, werpt
een blik in de toekomst van het eiland*
en dan speciaal stedebouwkundig. In
opdracht van het gemeentebestuur
heeft de heer J. Kwantus, ec. drs., ge
noemd rapport uitgebracht.
In dit artikel willen wij iets vermel
den over de ontwikkeling van het in
wonertal van Texel en de spreiding in
verband met de ontwikkeling der be-
staansbronnen.
Het is niet bekend hoeveel inwoners
Texel in de vroege Middeleeuwen heeft
gehad. Vermoedelijk zal het inwoner
tal zijn teruggelopen toen de opper
vlakte land door aanvallen van de zee
geleidelijk verminderde en in de 14e
eeuw alleen de hogere diluviale kern
overbleef met enkele stukjes duinwal.
Door overstromingen, verstuivende
duinen en ook hier merkbare invloed
van vele oorlogen had de bevolking in
de 15e en 16e eeuw een armoedig be
staan. Zelfs in de betrekkelijk korte
periode van 1494 tot 1514 liep het aan
tal woningen op Texel terug van 750
tot 648. Het aantal inwoners zou in die
jaren zijn geweest resp. 4180 en 3720.
In 1811 was het aantal inwoners 4754.
De inpolderingen daarna, Eierland in
1835, Eendracht en Prins Hendrikpol
der in 1846, Het Noorden in 1876,
brachten de landbouw tot verdere ont
wikkeling en deden het inwonertal
stijgen tot 6482 in 1880.
De landbouwcrises daarna deden
weer vele boeren verdwijnen en zo is
het een schommeling gebleven tot het
begin van deze eeuw.
Eerst kwam weer de landbouw en
tijdens de eerste wereldoorlog ook de
visserij tot nieuwe ontwikkeling en na
1925 kwam het vreemdelingenverkeer
daarbij.
De ontwikkeling na de laatste we
reldoorlog had een duidelijke afneming
van het aantal werkers in de landbouw
ten gevolge, waardoor na 1950 de toe
neming van het inwonertal langzamer
ging verlopen
De labiliteit der belangrijkste be-
staansbronnen: landbouw, visserij en
vreemdelingenverkeer maakt de toe
komstige ontwikkeling van het inwo
nertal onzeker. Bovendien zal de ont
wikkeling in de bestaansbronnen elders
ook in de toekomst invloed hebben op
de migratie. In de periode 1954-1959
was er een groot vertrekoverschot ten
opzichte van stedelijke en industriële
gebieden, terwijl ook de specifieke
woongebieden mensen van Texel ont
trokken. Daartegenover was het vesti
gingsoverschot ten opzichte van andere
agrarische gebieden betrekkelijk klein.
De heer Kwantus stelt in zijn rap
port dat men voor stedebouwkundige
doeleinden er vanuit kan gaan dat
Texel in 1980 14.000 inwoners heeft.
De spreiding van de Texelse bevol
king toont een zelfde verloop als het
inwonertal.
Het werd bepaald door op en neer
gaande bestaansbronnen. In de vroege
Middeleeuwen moet het in de Westen
gelegen vissersdorp een belangrijk
wooncentrum zijn geweest. Na 1600
kwam een nieuw dorp, namelijk Oude
schild tot ontwikkeling en ging ook
Oosterend een groei vertonen. Maar
alle dorpen vertonen in de loop der
jaren een achteruitgang en het hoofd
dorp van het eiland krijgt steeds meer
inwoners. In 1899 woonde in Den Burg
nog geen vierde deel van de bevolking,
in 1960 was dit ruim een derde.
De toekomstige bevolkingspreiding
zal bepaald worden door een voort
gaande concentratie in Den Burg en
door de relatieve ontwikkeling der
bestaansbronnen. Deze concentratie
kan afgeleid worden aan het aantal
woningzoekenden, 91 van de 107 wen
sen een woning te Den Burg.
Achteruitgang Oudeschild
De heer Kwantus wijst in zijn rap
port op de achteruitgang van het dorp
Oudeschild. De trek naar Den Burg is
groot, maar voor Oudeschild mag, niet
alleen door de trek naar Den Burg,
maar ook als consequentie van ver
plaatsing van de veerhaven, een rela
tieve achteruitgang worden verwacht.
Daartegenover zal het percentage voor
Den Hoorn kunnen stgen. Bij het ma
ken van een prognose van de toekom
stige spreiding der bevolking dient men
te bedenken, dat niet alleen het ge
hele eiland een agrarische inslag heeft,
maar dat in de verschillende dorpen
het agrarisch element overheerst. Ach
teruitgang van Oudeschild is in de toe
komst denkbaar door verhuizing van
een deel van het aldaar wonende
TESO-personeel. Kan het wonen van
een deel van het personeel bij de veer
haven wenselijk worden geacht, voor
het grootste deel is dit echter minder
noodzakelijk. Ook door de Oosterender
vissers wordt het afleggen van een af
stand naar de vissershaven niet als een
overwegend bezwaar gevoeld.
De vissers- en handelshaven blijft te
Oudeschild en verwacht mag worden
dat de zo noodzakelijke uitbreiding na
kortere of langere tijd tot stand komt.
De teruggang van het aantal vaartui
gen, waaronder jachten en passagiers
schepen en het aantal om 8 uur in de
haven liggende vissersvaartuigen moet
voor een deel worden toegeschreven
aan de moeilijkheden, welke het ruim
tegebrek in de haven oplevert. De ple-
ziervaart mijdt Oudeschild zoveel mo
gelijk en de mosselvissers zijn naar de
veel ruimere haven van Harlingen uit
geweken.
Het is waarschijnlijk, dat verplaat
sing van de veerhaven en het gebruik
van boten met koplading een voort
gaande verschuiving naar het vervoer
met T.E.S.O.-boten te zien zal geven.
Deze verschuiving zal echter van be
perkte aard blijven wegens het ver
schil in kosten van vervoer. Een sterke
vermindering van het vervoer met
vrachtschepen naar en van de haven
van Oudeschild is dan ook niet te ver
wachten. Vergroting van de haven zal
op andere wijze compensatie kunnen
bieden voor een iets teruglopende be
drijvigheid. Het enige bedrijf, dat be
langrijke schade zal lijden door ver
plaatsing van de veerhaven is het
TESO-café. De graan- en kunstmest
handel zal blijven bestaan. De op korte
afstand van Oudeschild gelegen zuivel
fabriek „De Eendracht", waar een ze
vental arbeiders uit Oudeschild werkt,
eveneens. Taxi- en transportbedrijven
zullen zich aan de veranderde omstan
digheden moeten aanpassen. Wel zal
een aantal thans bij de ruilverkaveling
betrokken personen na verloop van tijd
naar andere werkgelegenheid moeten
omzien. Ook is de kans groot, dat van
de in Oudeschild wonende en in Den
Burg werkende personen en meer naar
het hoofddorp zullen verhuizen, wan
neer de busverbinding slechter en het
verschil in huren na de voor Oude
schild overwogen sanering en bouw
van nieuwe woningen geringer
wordt. Aan de andere kant moet vesti
ging van enige nijverheid en met name
van een scheepswerf niet onmogelijk
worden geacht.
Voor het nog overwegend agrarische
Den Hoorn kan een versnelde toene
ming worden verwacht, gezien de ont
wikkeling van het vreemdelingenver
keer. De ontwikkeling van De Koog
heeft ondanks de in het seizoen aan
wezige grote drukte nog geenszins
een eindstadium bereikt. De achter
gang van De Cocksdorp zal een
ding ten goede kunnen nemen, wam
ten westen van deze plaats de plan
voor een groot vakantieoord won
uitgevoerd.
De ontwikkeling van De Waal
door het agrarisch karakter ach'
blijven, terwijl Oosterend door uith
ding der kottervloot wellicht een ze
aandeel in de totale bevolking
kunnen behouden.
Een toeneming van de bevolking
het landelijk deel, dat wil zeggen
ten de dorpen, kan nauwelijks woi
verwacht. Er valt slechts te dec
aan de bouw van een aantal wonip
nabij de nieuwe veerhaven De onb
keling van het vreemdelingenverl
en de mogelijkheid van verhuur
slaapgelegenheid in alle delen van
eiland zal een rem vormen op de ten
gang van de bevolking in de oven
gend agrarische delen en dorpen
verschuiving in de procentuele ver
ling der bevolking zal er door wor
gematigd.
Texel in 1960
en 1980*):
deel van gemeente aantal
inwon
1960
1
Den Burg-
3578
De Waal
262
Oosterend
957
1
Den Hoorn
482
De Koog
701
Oudeschild
939
1
De Cocksdorp
316
Totaal dorpen
7235
10
Landelijk deel
3388
3
Totaal
10623
14
Voor 1960
werkelijke
aantal
voor 1980 eigen raming.
FEUILLETON:
15. Opnieuw schudde de ander het
hoofd. „Meneer de Haan, ik ben ge
woonweg sprakeloos.
Hij knikte. „Misschien had ik mijn
mond moeten houden en het alleen
maar denken. Misschien verspeel ik
vanavond uw vriendschap voor de rest
van deze prettige reis, iets wat me na
tuurlijk ontzettend zou spijten. Beoor
deelt u mij niet verkeerd. Ik ben vele
jaren ouder dan u, :k ben al grootvader.
Mijn drie kinderen zijn allen getrouwd.
Gelukkig getrouwd. Ik heb zelf een
ideaal huwelijk gehad, helaas veel te
kort. Ik zeg dit alles zonder ook maar
de geringste bijbedoeling. Alleen uit
pure belangstelling voor u".
Ze stond gedecideerd op. „Ik denk,
dat het nu tijd wordt om weer naar de
tram te gaan".
„Zoals u wilt, juffrouw Verleun, ik
zal even afrekenen".
„In de tram krijgt u mijn aandeel
van de verteringen wel terug".
Hij hielp haar in het korte jasje en
even later liepen ze omhoog naar de
tramhalte bij de verkeersbrug.
In het licht van een lantaarn zag hij,
dat er twee rode plekken op haar wan
gen gloeiden. Ze knipte nerveus met
haar ogen en stond met haar handen
over elkaar op de vluchtheuvel. Ze om
klemde krampachtig haar tasje en keek
recht voor zich uit. Het duurde bijna
een kwartier voor de zilverkleurige
tram voor Königswinter kwam aan
rijden. Zwijgend stapten ze in en ge
durende de korte reis zaten ze tegen
over elkaar en spraken geen woord.
Even voor ze uitstapten, haalde de
vrouw een portemonnee uit haar tas en
keek hem vragend aan. „Hoeveel krijgt
u van me?"
Hij zuchtte. „Als u er op staat...."
„Inderdaad, meneer De Haan, daar
sta ik op".
Hij lachte even en keek haar aan.
„Voor drie Mark hebt u geen enkele
verplichting meer aan me".
Ze diepte drie geldstukken uit haar
portemonnee en gaf hem die.
Nadat ze uitgestapt waren, liepen ze
langs de rivier naar het schip. „Juf
frouw Verleun", begon hij zacht, „als
ik u op de een of andere manier bele
digd of gekwetst heb, dan bied ik u
mijn excuses daarvoor aan".
Ze negeerde de uitgestoken hand.
„Daarvoor is geen enkele reden. Ik.
u bebt met uw woorden oude herinne
ringen bij me naar voren gehaald, die
ik het liefst voor goed v/as vergeten. Nu
ja, ik kan het me wel voorstellen; va
kantie, de Rijn, een gezellig zitje op
een terrasje.... een mens zou senti
menteel worden. Laten we het alsje
blieft vergeten, meneer De Haan".
„Helemaal zoals u wilt. De episode
Bonn begraven we zo diep mogelijk
weg".
„Welterusten, meneer De Haan".
„Een goede nacht, juffrouw Verleun".
De volgende morgen werd er een
bustocht door het Ahrdal gemaakt,
maar De Haan, die al meerdere malen
het Ahrdal had bezocht, besloot rustig
op het schip te blijven en zo voer men
om acht uur weg met twee passagiers
aan boord: De Haan en een oude dame,
die niet tegen autorijden kon.
Om één uur kwam het gezelschap
in Andernach weer aan boord. Men
ging meteen aan tafel, waar de soep al
werd opgediend. Toen de jonge vrouw
tegenover hem plaatsgenomen had.
vroeg hij voorzichtig: En? Hoe vind u
het Ahrdal?"
Ze knikte enthousiast. „Fantastisch in
één woord. We hebben onderweg een
pottebakkerij bezichtigd en in Altenahr
hebben we koffie gedronken op een
terras, waarvan je een prachtig uitzicht
hebt op de bergen. Leuk plaatsje.
Verder zijn we nog in een grote wijn
gelder geweest in May.in May.
„In Mayschos" hielp hij haar.
„Ja. En wat was er nog meer? Er is
zoveel verteld en je ziet in een p>
uur zoveel O ja, we gingen
door Bad Neuenahr, waar een spa
bank is een een Kuroord. 't Is and
maar een miezerig beekje, die Ahr
had er wonder wat van verwacht'
Hij knikte. „Het is nu laag wat
Maar in de winter, als de Rijn hoog
dan is de Ahr werkelijk geen beel
meer.
„Ik heb het gezien, bij die tunnel,
stond een streep op de muur. Daar 1
in 1936 het water zo hoog gekom*
Zowat twee meter van de grond
Maar dat gebeurt tegenwoordig zei
niet meer, wel?"
Hij keek verbaasd. „Waarom nii
En bij ons dan de watersnood in 195!
Ze knikte nadenkend. „Ja, dat
waar ook. O, ik geloof, dat ik dood gi
van de angst"
„Kom, kom, een mens went ovet
aan".
In de late namiddag legde de
aan in Boppard tussen de bergen
iedereen was enthousiast over de
plaats. Enerzijds vlag tegen het stad
anderzijds het prachtige uitzicht,
kapiteinse had verteld, dat het sc!
hier zou blijven liggen tot maandi
morgen, zodat men ruimschoots de
legenheid zou hebben om Boppard
omgeving te bezien.
De lerares keek verwonderd na
haar overbuurman „Dat is waar ook
het is vandaag zaterdag, niet? Een me
zou het begrip tijd tijdens de vak.nn
helemaal vergeten".
„Tja, dat gaat zo". Hij stak een
gaar op.
„Gezelligheid kent geen tijd", meer
Jansen te moeten opmerken. „Wat
betreft, hebben we het toch maar re:
achtig getroffen aan onze tafel, wat
buurman?"
De Haan knikte. „U hebt gelijk, k
neer Jansen. We kunnen het best rr
elkaar vinden. En hoe vindt
bergen?"
„Man, je raakt er niet op uitgekeki
Vanmorgen, met die bus door dat Ah
dal.... Ik zeg tegen m'n vrouw: Be
kijk hier die stoksperciebonen
mooi staan tegen de bergen. En ik dad
bij mezelf: wat verbouwen die menst
hier toch veel sperciebonenZe
de reisleidster, dat het wijnstokke
zijn, dat daar allemaal druiven gioeie
Weet ik veel, hoe wijnstokken er
zien. Zo uit de verte leken het
boontjes. En is dat dan zo gek?"
De lerares schoot in een lach. „D
meneer Jansen.U kunt er ook w
van maken, hoor."
Hij haalde zijn schouders op. „Nou
u lacht er nou om, buurvrouw. Ma
ik zal u eens een geheimpje vertelle
ik ben nog nooit eerder de grens ovi
geweest. Kijkt u zelf maar hij haalt
zijn pas uit de zak en legde die va
haar neer nog geen maand oud. D
zat er voor ons soort mensen vroeg*
toch zeker niet aan? Vakantie. Ik za!
es wat vertellen.Moet u luisteren
ik was pas getrouwd met mijn eert
vrouw. Dat was nog vóór de oorlog,
hadden een huisje in nieuw west
nou ja, wat toen nieuw west was, in
Marco Polostraat, dat is bij de Ji
Evertsenstraat, weet u? Dat deed vi
gulden huur en ik had bij de gemeen
zesentwintig schoon. Dat was voor
oorlog een monster loon, want bij
tram hadden ze er maar vierentwint
en een half Maar mijn vrouw zei toe
Toondat is m'n voornaam Toe
zei ze, ik leg elke week twee guld
weg, dat is dan voor de vakantie. Wl
mijn eerste vrouw had bij de ton-!
gediend in de Emmalaan en ging
jaar met meneer en mevrouw mee na
Noordwijk. Toen zei m'n vrouw: Noor
wijk is natuurlijk te deftig voor oi
maar een weekje Zandvoort kunnen
er wel van overhouden.
(Wordt vervolgd)