kou gevat?
m
De levensstandaard van
de massa door de eeuwen
heen
üSÜ?Damp©
Moeder Geerte op de planken
Aspecten van de stijgende welvaart
!>e kleine dagelijkse
dosis Kruschen
hevelvetspuiten
TWEEDE BLAD
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 22 FEBRUARI 1963
Wij hebben het goed. We besef
fen het wel niet steeds maar feit
is, dat onze materiële welstand
nooit eerder zo hoog was. Waar
hebben we dat aan te danken en
waarom hadden we het vroeger
zo slecht? Een antwoord op deze
vraag gaf drs. H. Biesaart, direc
teur van de Centrale Volksbank
te Utrecht in een voordracht, die
hij hield op de algemene direc
teurenvergadering van 10 en 11
oktober j.l. De inhoud van deze
voordracht geeft op een zo duide
lijke en interessante wijze een in
zicht in deze materie, dat wij ge
meend hebben de gehele voor
dracht in een aantal vervolgen
te moeten opnemen.
In het algemeen kan men stellen dat
de levensstandaard van de wereldbevol
king tot aan het einde van de acht
tiende eeuw weinig verbetering te zien
geeft; voor grote delen van de aarde
geldt dit nog tot op heden. Een uitzon
dering vormt de westerse wereld, waar
men na plm. 1800 een eenparig ver
snelde stijging van de levensstandaard
kan constateren.
Al de eeuwen door is het aanwezige
voedsel bepalend geweest voor het aan
tal mensen op aarde. Regelmatig heb
ben epidemieën en honger het aantal
mensen dat er teveel was, gedood.
Zeker, er zijn glansperioden geweest in
de geschiedenis, op- en neergang. Men
denke aan Egypte, Rome en Athene, de
Middeleeuwen, maar de hogere levens
standaard betrof een kleine bovenlaag.
Wel wordt, met name in de welvarende
fase van de Middeleeuwen, veel zorg
aan de armen besteed, omdat verach-
tng van het aardse luid verkondigd
werd. De charitas werd intensief be
oefend en dat is op zichzelf verheugend.
Maar de omvangrijke charitas had geen
effect. Ze bevorderde eerder de armoe
de, want de pauper kreeg nu teveel om
te sterven. Zo groeide het leger aal
moesvragers van dag tot dag. Structu
reel bleef de maatschappij dezelfde. Ik
wil er nog de kanttekening bij plaatsen,
dat dat altruiïsme maar al te vaak een
egoïstisch tintje had. Als men de mo
tiveringen leest van schenkingen en de
aanhef van talloze stichtingsoorkonden
uit die dagen kostelijke ontspan
ningslectuur voor wie met twee benen
in deze wereld staat dan komt men
tot de conclusie dat het royale geven
ook het eigen zieleheil tot doel had.
De kern waar het hier om gaat: hoe
leefde en werkte de massa, de 90%), de
eeuwen door. Welnu, de pelgrimstocht
van de massa heeft al die tijden in het
teken gestaan van honger en van de af
weer daartegen. Alleen de westerse
wereld is van dit probleem honger
en armoede een goede 1% eeuw ge
leden langzaam aan losgekomen. Maar
het spook van Malthus waart nog
steeds door Azië en Afrika.
Ik wil de materiële opgang in de
wereld, ter illustratie, op Nederland be
trekken, waardoor deze meer aan
spreekt. Nog pas 100 jaar geleden woon
den in Nederland 3 miljoen mensen, ze
werden gemiddeld 37 jaar. Bij de eeuw
wisseling werd de 5 miljoen gepasseerd,
in 1949 de 10 miljoen. Thans staan we
op rond 12 miljoen en aan het einde
van deze eeuw zal Nederland 18 mil
joen inwoners tellen. Stilte en rust zijn
in 100 jaar schaarse en daardoor dure
goederen geworden en het zal nog erger
worden. Een groot deel van de mensen
kon 100 jaar geleden niet lezen of
schrijven. De meeste beroepen van
thans bestonden niet. Forensen waren
onbekend. De reis Hilversum-Amster-
dam duurde drie uur per diligence. In
dustrie was onbekend. Nederland telde
nog geen 20 bedrijven met meer dan 20
man personeel.
Wij kunnen ons niet gemakkelijk
voor de geest halen, hoe Nederland er
100 jaar geleden moet hebben uitge
zien. Wij zijn zó met het heden verbon
den dat de leefwijze van de mensen uit
de jeugdperiode van onze grootouders,
ja zelfs van onze ouders, voor ons niet
meer te vatten is. En dat is begrijpelijk.
De vitale mens leeft in het heden en in
de toekomst, wat voorbij is vervaagt
snel. Onze herinneringskracht is zwak.
Ik ben in het bezit van twee huis
houdboekjes: één uit 1850 en één uit
1957. Het eerste is van een arbeider.
Het vermeldt als hoofdvoedsel aard
appelen met wat azijn en mosterd, soms
wat olie of vet en als bijvoeding meel
pap, soms roggebrood. Vlees was luxe.
Vergeet niet dat er slechts gezouten
vlees bestond, koelkasten zijn van onze
eeuw.
Het huishoudboekje van 1957 ver
meldt melk, kattenbrood, eieren, gloei
lampen i.p.v. olie voor verlichting, zeep
vlokken, margarine, tonic, reparatie aan
stofzuiger, tramkaart, sinaasappelen,
blikgroenten, diepvries, pakje soep,
bioscoopkaartje etc. Allemaal doodge
woon, alleen 100 jaar geleden beston
den deze dingen niet. En dan praten
we niet eens over koelkast, T.V., radio,
mixer, medische verzorging, PhiliShave,
de keukenuitrusting, de wereld van
plastic waarvan wij per jaar reeds 10
kg. „verbruiken", etc.
In een van onze grote weekbladen
schreef in 1950 op de drempel van de
halve eeuwwisseling een 70-jarige hoe
hij leefde en werkte in 1900. Het was
een gewone vertelling van het alledaag
se leven van toen en het scheen mij toe
alsof deze man het leven beschreef van
een of anderhalve eeuw geleden, zo to
taal anders was Nederland economisch
en maatschappelijk in 1900. Uit de paar
dingen die ik aanhaal blijkt hoe razend
snel de verandering zich voltrekt, en
meer, veel meer dan wij ons bewust
zijn, veranderen wij in denken en doen
mede.
Bij de budgetonderzoeken blijkt de
stijgende levensstandaard uit dalende
percentages van het inkomen besteed
aan voeding, terwijl de voeding veel
gevarieerder is geworden en hierbij
langzaam maar zeker het accent gelegd
gaat worden op wat de tong meer
streelt. Het aardappel- en graanver-
bruik per hoofd neemt af. We gaan het
accent meer leggen op de „versierselen"
bij de aardappel en bij de boterham.
Was in '55/'56 nog 34,2% van het budget
nodig voor voeding, thans is dit plm.
31%. Terwijl we ons veel modieuzer
kleden en met damesschoeisel bepaald
verkwistend omgaan, is de post kleding
en schoeisel gedaald van 11%% naar
9,3%. Het budget geeft dus meer arm
slag voor genoegens die van deze tijd
zijn, en dat alles bij een arbeidstijd die
nog nooit in de wereldgeschiedenis zo
gering is geweest.
Er is wel wat veranderd als men de
werkomstandigheden in de rijke zil
vermijnen van Laurium, inkomstenbron
voor de Atheense regering, of die van
de mijnwerkers van 1900 in de Engelse
steenkolenmijnen, vergelijkt met de
omstandigheden van onze mijnwerkers
thans. De mensen werden fysiek ver
bruikt tot aan de dood. Nog maar 100
jaar geleden kreeg een kind van 68
jaar in Nederland 12 boterhammen en
30 ct. per week voor 's zomers werken
van 's morgens 5 tot 8 uur 's avonds, 's
winters van 6 tot 7. Een landarbeider
in de 30er jaren verdiende ƒ10,per
week plus de kost en hij werkte van
zonsopgang tot zonsondergang. En thans
heerst er in Nederland en in de wes
terse wereld in het algemeen een mate
riële welvaart zoals nog nooit op deze
planeet is voorgekomen.
Boeiend is de vraag, waarom de
mensheid, noch /oor Christus, noch in
de 17 eeuwen na Christus, zich heeft
kunnen vrijmaken van het eeuwige
levensminimum. Waarom moest al deze
eeuwen aanvaard worden dat pest en
honger, cholera en typhus het teveel
aan mensen opruimden? (In 1348 sleepte
de pest in Europa naar schatting 25
miljoen mensen in de dood, dat was
lU van de toenmalige Europese bevol
king). Dit is een onderwerp op zichzelf.
Een unieke combinatie van factoren,
met name het Griekse speculatieve
denken en de invloed van het Joden
dom met zijn waardering voor de aarde
en de arbeid en vele andere factoren
hebben de mens in een bepaalde fase de
sprong naar de praxis doen nemen.
Wij staan in ieder geval voor het feit
dat de techniek verwekt in in een we
reld die het spaarbeginsel kent en het is
ook een feit dat de werkelijkheid van
onze dagen de doorsnee-mens meer
biedt dan de ideologieën hebben durven
beloven.
(Wordt vervolgd)
kan ook voor U wonderen doen.
De beproefde bloedzuiverende kuur van
Kruschen brengt Uw bloedzuiverende
organen weer goed op gang en zo wor
den de onzuiverheden in Uw bloed, die
U nu die snerpende pijn verwekken,
vanzelf afgedreven. Duizenden lijders
aan Rheumatische Pijnen raakten met
Kruschen verlost van die rampspoed,
die hun het leven vergalde en zelfs hun
dagelijkse dagtaak in 't honderd stuur
de. Weifel niet. Kruschen zal ook U
goed doen als U zich aan de kleine
dagelijkse dosis houdt - niet meer dan
er op een cent gaat
ZON, MAAN EN HOOG WATER
De zon komt 24 februari op om 7.39 uur
cn gaat onder om 18.09 uur; 27 februari op
om 7.33 uur en onder om 18.14 uur.
Maan: 24 febr. N.M.; 2 maart E.K.
Hoog water ter rede van Oudeschild:
22 febr. 6.41 en 19.25; 23 febr. 7.48 en 20.28;
24 febr. 8 48 en 21.21; 25 febr. 9 37 cn 22.05;
26 febr. 10.21 en 22.45; 27 febr. 10.55 en
23.21; 28 febr. 11.31 en 23 54; 1 maart 12.04
cn 2 maart 0.26 en 12.38.
Aan het strand ongeveer een uur eerder
hoog water.
HANDELSREGISTER
In het Handelsregister van 14.2.'63
vinden wij ondei „Nieuwe inschrijvin
gen":
Pension „Het Jachthuis", Texel, De
Koog, Boodtlaan 38. Pensionbedrijf. E.:
T. Altenburg (overn. van J. H. Klaasen
Bos).
En onder „wijzigingen":
Glazenwassers- en schoonmaakbedrijf
G. C. Halsema, Texel, Den Burg, Gast
huisstraat 40. Glazenwassers enz, U. e
G. C. Halsema, Bedr. w.v.d. C. J. Vinke
o. eig. n. Adr.: Den Burg, Weststraat 18
VAN DE LANDBOUW-
VOORLICHTINGSDIENST
„GOEDE" EN „SLECHTE" BOEREN
In de laatst gehouden algemene ver
gadering van de Bedrijfsvereniging
werden ze ten tonele gevoerd: een
„goede" en een „slechte" boer. Ze gaven
heel wat stof tot discussie. Het bleek,
dat er ook wel misverstanden uit de
weg waren te ruimen. En we zijn er wel
bijna zeker van, dat die niet weg wa
ren toen de vergadering werd gesloten.
Om te beginnen het volgende. Het is
niet zonder reden, dat we het „goede"
en het „slechte" tussen aanhalingste
kens plaatsen. We vinden het echt te
gewaagd om de bedrijfsleider van een
bedrijf, dat financieel goed floreert een
goede boer te noemen en z'n collega,
die de eindjes niet aan elkaar kan krij
gen een slechte boer. Al geven we direct
toe, dat het veelal gewoonte is op deze
manier te spreken. Wij menen evenwel,
dat het beslist nodig is eerst kennis te
nemen van de oorzaken, waardoor het
ene bedrijf goed loopt en het andere
niet.
Op de algemene vergadering is ook
wel gebleken, dat bedrijfseconomie een
moeilijke zaak is. Heel veel landbou
wers hebben moeite met het bedrijfs
economisch denken. Dat is helemaal
geen wonder. We willen U wel eerlijk
vertellen, dat het ook voor ons zo'n
jaar of tien geleden onverteerbare kost
was. In onze gesprekken met landbou
wers en veehouders blijkt zeer duide
lijk, dat zij, die nu een aantal jaren een
bedrijfseconomische boekhouding heb
ben er al veel minder moeite mee heb
ben.
We willen in een paar artikelen en
kele kwesties, die bij de bespreking
van het „goede" bedrijf A en het
„slechte" bedrijf B aan de orde kwamen
nog wat nader bekijken.
Dc bedrijfsleiders
Op de vergadering is door enkele
leden iets gezegd over de leeftijd van
de boer. Men achtte het niet redelijk
om boeren met leeftijden van bijv. 27
jaar en 45 jaar zo maar naast elkaar
te stellen. Men meende dat in dit geval
de eerste toch wel een grote voorsprong
had, omdat je op 27-jarige leeftijd veel
meer zou kunnen presteren dan tussen
40 en 50 jaar.
O.g. heeft dit in zekere zin bestreden,
omdat naar onze mening het boer-zijn,
zeker in deze tijd, niet zo veel te maken
heeft met krachtpatsen. Terwijl het ook
helemaal nog niet vaststaat, dat een
landbouwer van 27 jaar op het gebied
van lichamelijke arbeid meer presteert
dan z'n collega van 45 jaar. Ook de
handigheid speelt een grote rol. In
tussen menen wij wel, dat bepaalde
zaken, waarbij wij bijvoorbeeld aan
machinaal melken denken, een 27-jarige
gemakkelijker liggen dan iemand, die
in het luwtje van de 50 komt. Aan de
andere kant zijn wij van mening, dat
wanneer het aankomt op doorzicht en
organisatie-talent de ouderen het vaak
winnen van de jongeren. En wij gelo
ven, dat boer-zijn steeds meer een
kwestie van doorzicht en organisatie
talent wordt.
De bedrijven
Zowel het bedrijf A als het bedrijf B
bestonden geheel uit grasland. Het
eerste bedrijf kon over plm. 13 ha
grasland beschikken het tweede bedrijf
was iets groter, nl. I7V2 ha. De grond
soort op beide bedrijven kan wel onge
veer gelijk worden gesteld. Ze liggen
beide op het „oude" Texelse land. Ver
der waren het beide eenmansbedrijven.
De veebezetting
Een belangrijk verschil is, dat de
veebezetting op het ene bedrijf veel
zwaarder is dan op het andere bedrijf,
terwijl bedrijf A naar verhouding meer
rundvee heeft. Om de zwaarte van de
veebezetting na te gaan wordt de hele
veestapel omgerekend op stuks groot
vee, waarbij dus een aantal schapen
wordt gelijk gesteld met éen stuks
grootvee, of wel met een melkkoe. Bij
deze omrekening blijkt, dat bedrijf A
per ha voedergewassen (dat is grasland
plus kunstweiden en eventueel voeder
bieten) 1.77 stuks grootvee houdt. Bij
bedrijf B is dit 1.38 st. grootvee. Delen
we het aantal koeien door het aantal
hectaren dan blijkt, dat op bedrijf A
per hectare 1.11 melkkoe wordt gehou
den. Voor bedrijf B is dit slechts 0.52
melkkoe, dus ruim een halve koe per
hectare.
Daarentegen heeft bedrijf B meer
schapen, nl. 6.3 schaao per bunder, ter
wijl dit bij bedrijf A „slechts" 4.9
schaap is.
Op bedrijf A is verder weinig jong
vee aanwezig. Dit is niet welbewust
gebeurd, maar een kwestie van om
standigheden, die men niet in de hand
heeft. Op iedere 10 melkkoeien heeft
bedrijf A maar 2,4 stuks jongvee, op
bedrijf B is dit 10.4 stuks. Op bedrijf
B is dus meer jongvee dan melkkoeien
aanwezig. De toestand op bedrijf B is
meer Texels dan die op bedrijf A. In 't
algemeen is de jongveebezetting op
Texel vrij zwaar. We betwijfelen of dit
altijd juist is.
De bemesting
Een zeer groot verschil is te zien in
de stikstof bemesting. Op het A-bedrijf
is per ha. grasland 203 kg. zuivere
Dankbaar optreden van
„Vriendenkring"
Dén Hoorn Vrijdag- en zaterdag
avond voerde de Hoornder toneelver
eniging „Vriendenkring" het stuk
„Moeder Geerte" op. De opbrengst van
de avond kwam aan het immer nood
lijdende dorpshuis „De Waldhoorn".
„Moeder Geerte" is een stuk in drie
bedrijven van de schrijver Jan Ubink
naar de gelijknamige roman van H. J.
van Nijmatten-Doffegnuss. Met de op
voering heeft „Vriendenkring" de aan
wezigen een zeer goede avond bezorgd.
Zaterdag was de zaal tenminste stamp
vol en kon de jeugd een welgemeende
pluim incasseren voor het aandachtige
gehoor. Indrukwekkend waren décor en
kleding. Men had zich goed weten aan
te passen aan de stijl van de vervlogen
tijden, waarin de geschiedenis van
Moeder Geerte zich afspeelt.
De inhoud
Op een boerderij proberen moeder
Geerte (mej. M. Lap) en haar man
Bart Obbink (Jac. Boon) hun kinderen
op de boerderij te houden. Het wordt
de familie mede daarom zeer moeilijk
gemaakt door de bewoners van het
buurtschap. Door een roddel- en klets-
campagne wordt het leven van de Ob-
binks tot 'n hel gemaakt. Vooral als zoon
Berend Jan (W. J. Bakker) verliefd
wordt op een meisje uit het dorp,
Minke genaamd (.mej. Jannie Lap), een
dochter van vrouw Haarbrink (Mej.
Annie Barhorst). Zij wenden zich van
de dorpsruzie af en vertrekken naar
Amerika. Bart Obbink komt met z'n
dochter Snoekje (mevr. M. Kikkert-
Kuiper) terug van een uitstapje en
brengen een oude vriend en kennis Jans
(mevr. H. Lap-Schrier) mee. Het is een
oude kermisvrouw, in gezelschap van
haar blinde zoon Freek <Kees Slegh).
Beiden blijven veertien dagen logeren
Bij het vertrek van de gasten blijkt
echter dat Snoekje en Freek verliefd op
elkaar zijn wat niet naar de zin is van
Bart. De spanning loopt zo hoog dat
Snoekje vertrekt. Ook de oudste zoon
Dirk (F. Zwanenburg) veroorzaakt veel
strubbelingen. Hij voelt nl. niets voor
het boerenvak en vertrekt. Na het over
lijden van Bart komt Snoekje haar
moeder weer opzoeken en de wens van
moeder Geerte wordt vervuld als Be
rend Jan en Minke terugkeren op de
boerderij (Berend Jan heeft nl. heim
wee gekregen).
Een uitgebreide rol had Boksenteun
(W. Kikkert) als de ouwe knecht op de
boerderij. Een dankbare rol hadden ook
moeder Geerte en Bart.
Met de regisseur, de heer G. Witvliet,
kan „Vriendenkring" terugzien op een
geslaagde uitvoering. Voor de zeer
goede grimage hebben mevr. Beumkes-
de Ridder en de heer Kees Slegh ge
zorgd. Over het algemeen kan gezegd
wordt dat zeer verdienstelijk is ge
speeld.
Het bestuur van „De Waldhoorn' is
natuurlijk zeer gediend met een toneel
stuk dat een veelkoppig publiek naar
het dorpshuis lokt. Nog onlangs werden
nogal wat kosten gemaakt met de on
derhoudswerkzaamheden aan het ge
bouwtje. Op het ogenblik ziet 't er
keurig uit.
De heer G. Kiljan besloot de avond
en dankte alle medewerkenden voor
hun opgebrachte energie, tevens hen
die hun steentje hebben bijgedragen
aan onderhoudswerkzaamheden. De
laatste avond werd besloten met een
geanimeerd bal.
Speciale aanbieding I
originele Zweedse
nu f 14,75
bij Bakker's Ijzerhandel N.V.
stikstof gestrooid dus plm. 10 baal oude
kalkammon. Op bedrijf B is dit 86 kg.
zuivere stikstof, of ruim 4 baal kalk-
ammonsalpeter. Op het laatstgenoemde
bedrijf is de stikstofbemesting lichter
dan op de andere bedrijven, die in het
bedrijfseconomisch onderzoek zijn op
genomen. Het gemiddelde voor die be
drijven is nl. in hetzelfde jaar (1961) 130
kg. zuivere stikstof per ha. De boer op
het bedrijf A strooit dus belangrijk
meer dan dit gemiddelde en z'n collega
B doet het wat voorzichtiger aan.
Als U de veebezetting bekijkt, dan
zult U begrijpen, dat boer A geen an
dere keus heeft. Wil hij al dit vee aan
de kost houden, dan moet er wat ge
beuren. En voor de boer op bedrijf A is
dit een ruim gebruik van stikstof.
Voor dit keer laten we het hierbij.
In een volgend artikel meer over deze
bedrijven.
C. v. Gr.
20 cent per rol
AAN HU1B DE RIJMELAAR
Al schrijft ik niet vaak in de krant.
Nu wil ik het proberen
Om even in je eigen taal
Je ook eens te vereren.
Nu jij je duizendste qedicht
Voor Texel hebt geschreven
En van dit al, bij velen wel
Iets achter is gebleven.
Van 't ernstig woord en goede mop,
Dat jij ons hebt gegeven
Mochten zeer vele Texelaars
Veel steun en vreugd beleven.
Jij staat op Texel goed bekend
Als Huib de Rijmelaar.
En als zodanig stond je hier
Altijd voor ieder klaar.
Ik weet, dat ik als vele spreek
Jij bent echt onze vriend,
En door je medeleven steeds
Heb jij dit wel verdiend.
Je foto's stonden in de krant,
Een echte leuke stunt
Het brilletje dat kwam er bij.
Maar de haren zijn gedund
Zo gaat het als men ouder wordt
Het leven gaat zijn gang.
Maar dat jou geest niet is verzwakt
Dat weten wij reeds lang.
Wij hopen, dat je nog zeer veel,
In de krant je verzen schrijft.
Dan weet ik, dat de Texelaar,
Je altijd dankbaar blijft.
W. J. Boon
FILMNIEUWS
„LA BELLE AMERICAINE"
„La belle Americaine" is niet een
omschrijving van een of andere vedette
in deze rolprent doch een super de
luxe Amerikaanse auto, die door Mar
cel (Robert Dhery) en Paulette (Colette
Brosset) voor slechts 400— op de kop
is getikt. De auto gaat het leven van
het echtpaar op een wel zeer spectacu
laire wijze beheersen Marcel verliest
zijn baan, omdat z'n baas het niet kon
verkroppen, dat een van zijn employées
met een duurdere wagen rijdt dan hij
zelf. Achtereenvolgens wordt hij chauf
feur, raakt betrokken bij het „Con
cours d'élégance", raakt bevriend met
de minister van handel etc. Een on
waarschijnlijk verhaal dus vol komische
verwikkelingen, dat eerst eindigt als zij
niet langer leven voor de auto, maar
dóór de auto gaan lévenZondag
en maandag 8 uur.
„DE DRIE MUSKETIERS"
„Les trois Mousquetaires" speelt zich
af in het Frankrijk van Lodewijk XIII.
Op weg naar Parijs om te trachten zich
bij de „Musketiers van de koning" aan
te sluiten komt d'Artagnan in contact
met een der voornaamste aanhangers
van Richelieu, Rochefort met wie hij
moeilijkheden krijgt. Na veel avontuur
weet hij zich bij de musketiers te voe
gen. Hij raakt betrokken bij een actie
om het paarlen collier van de koningin
te verwerven en weet daarbij de mis
dadige Milady vóór te zijn, ondanks de
vele moeilijkheden die de sluwe Roche
fort hem in de weg legt Als eindelijk
het koninklijk bal wordt gehouden, kan
de koning het schitterende collier aan
de hals van zijn vrouw bewonderen.
Vrijdag en zaterdag 8 uur en zondag
middag 3 uur
„WILDE AARDBEIEN"
Een film, die naast de vele eervolle
vermeldingen de Gouden Beer in de
wacht sleepte is „Wilde aardbeien", een
creatie van Ingmar Bergman. In de
hoofdrol professor Isak Borg (Victor
Sjöström) een oude doctor, die door zijn
dromen en belevenissen merkt, dat het
leven zoals hij het tot dan lijdde niet
juist was. In een van z'n dromen ver
schijnt hij voor een examencommissie,
die hem ondervraagt over het leven.
Tenslotte blijkt dat zijn kenis omtrent
de naastenliefde onvoldoende isHij
ziet dan in dat zijn houding verkeerd
was en dat ook voor de ouderen de
liefde jegens de medemens de enige
weg is naar geluk en tevredenheid.
Woensdagavond 8 uur.
BOERDERIJBRANDEN IN DECEMBER
In de maand december zijn 27 boer-
derijbranden voorgekomen, waarbij de
boerderij vernield of zwaar beschadigd
werd. Eén van deze branden kwam voor
in Groningen; drie in Friesland; één
in Drente; drie in Overijssel; zes in
Gelderland; acht in Noordbrabant en
vijf in Limburg.
De directe schade door deze branden
aangericht wordt geraamd op
ƒ1.444.860,—.
Eén van deze branden werd veroor
zaakt door jeen melkmachine, gevuld
met brandstof in de nabijheid van een
brandend gasstel; één vermoedelijk
door slechte schoorsteen; één door von
ken uit roetluikje van een schoorsteen
kanaal; twee door lekke schoorsteen;
één door het roken in een schuur; één
door het ontdooien van een bevroren
waterleiding; één door kortsluiting;
één door oliekachel; twee door gasstra-
lingsbranders te dicht opgehangen bij
het plafond; vier door (omvallen) van
elektrische verwarmingslamp(en); één
door kokers van heteluchtverwarming
van brandbaar materiaal, terwijl in elf
gevallen de oorzaak onbekend bleef.
Bij deze branden kwamen twee paar
den; één veulen; 91 koeien; 178 kalve
ren; 169 varkens; 175 biggen; 2000 kip
pen en 28.000 kuikens om.