kou gevat? m De levensstandaard van de massa door de eeuwen heen üSÜ?Damp© Moeder Geerte op de planken Aspecten van de stijgende welvaart !>e kleine dagelijkse dosis Kruschen hevelvetspuiten TWEEDE BLAD TEXELSE COURANT VRIJDAG 22 FEBRUARI 1963 Wij hebben het goed. We besef fen het wel niet steeds maar feit is, dat onze materiële welstand nooit eerder zo hoog was. Waar hebben we dat aan te danken en waarom hadden we het vroeger zo slecht? Een antwoord op deze vraag gaf drs. H. Biesaart, direc teur van de Centrale Volksbank te Utrecht in een voordracht, die hij hield op de algemene direc teurenvergadering van 10 en 11 oktober j.l. De inhoud van deze voordracht geeft op een zo duide lijke en interessante wijze een in zicht in deze materie, dat wij ge meend hebben de gehele voor dracht in een aantal vervolgen te moeten opnemen. In het algemeen kan men stellen dat de levensstandaard van de wereldbevol king tot aan het einde van de acht tiende eeuw weinig verbetering te zien geeft; voor grote delen van de aarde geldt dit nog tot op heden. Een uitzon dering vormt de westerse wereld, waar men na plm. 1800 een eenparig ver snelde stijging van de levensstandaard kan constateren. Al de eeuwen door is het aanwezige voedsel bepalend geweest voor het aan tal mensen op aarde. Regelmatig heb ben epidemieën en honger het aantal mensen dat er teveel was, gedood. Zeker, er zijn glansperioden geweest in de geschiedenis, op- en neergang. Men denke aan Egypte, Rome en Athene, de Middeleeuwen, maar de hogere levens standaard betrof een kleine bovenlaag. Wel wordt, met name in de welvarende fase van de Middeleeuwen, veel zorg aan de armen besteed, omdat verach- tng van het aardse luid verkondigd werd. De charitas werd intensief be oefend en dat is op zichzelf verheugend. Maar de omvangrijke charitas had geen effect. Ze bevorderde eerder de armoe de, want de pauper kreeg nu teveel om te sterven. Zo groeide het leger aal moesvragers van dag tot dag. Structu reel bleef de maatschappij dezelfde. Ik wil er nog de kanttekening bij plaatsen, dat dat altruiïsme maar al te vaak een egoïstisch tintje had. Als men de mo tiveringen leest van schenkingen en de aanhef van talloze stichtingsoorkonden uit die dagen kostelijke ontspan ningslectuur voor wie met twee benen in deze wereld staat dan komt men tot de conclusie dat het royale geven ook het eigen zieleheil tot doel had. De kern waar het hier om gaat: hoe leefde en werkte de massa, de 90%), de eeuwen door. Welnu, de pelgrimstocht van de massa heeft al die tijden in het teken gestaan van honger en van de af weer daartegen. Alleen de westerse wereld is van dit probleem honger en armoede een goede 1% eeuw ge leden langzaam aan losgekomen. Maar het spook van Malthus waart nog steeds door Azië en Afrika. Ik wil de materiële opgang in de wereld, ter illustratie, op Nederland be trekken, waardoor deze meer aan spreekt. Nog pas 100 jaar geleden woon den in Nederland 3 miljoen mensen, ze werden gemiddeld 37 jaar. Bij de eeuw wisseling werd de 5 miljoen gepasseerd, in 1949 de 10 miljoen. Thans staan we op rond 12 miljoen en aan het einde van deze eeuw zal Nederland 18 mil joen inwoners tellen. Stilte en rust zijn in 100 jaar schaarse en daardoor dure goederen geworden en het zal nog erger worden. Een groot deel van de mensen kon 100 jaar geleden niet lezen of schrijven. De meeste beroepen van thans bestonden niet. Forensen waren onbekend. De reis Hilversum-Amster- dam duurde drie uur per diligence. In dustrie was onbekend. Nederland telde nog geen 20 bedrijven met meer dan 20 man personeel. Wij kunnen ons niet gemakkelijk voor de geest halen, hoe Nederland er 100 jaar geleden moet hebben uitge zien. Wij zijn zó met het heden verbon den dat de leefwijze van de mensen uit de jeugdperiode van onze grootouders, ja zelfs van onze ouders, voor ons niet meer te vatten is. En dat is begrijpelijk. De vitale mens leeft in het heden en in de toekomst, wat voorbij is vervaagt snel. Onze herinneringskracht is zwak. Ik ben in het bezit van twee huis houdboekjes: één uit 1850 en één uit 1957. Het eerste is van een arbeider. Het vermeldt als hoofdvoedsel aard appelen met wat azijn en mosterd, soms wat olie of vet en als bijvoeding meel pap, soms roggebrood. Vlees was luxe. Vergeet niet dat er slechts gezouten vlees bestond, koelkasten zijn van onze eeuw. Het huishoudboekje van 1957 ver meldt melk, kattenbrood, eieren, gloei lampen i.p.v. olie voor verlichting, zeep vlokken, margarine, tonic, reparatie aan stofzuiger, tramkaart, sinaasappelen, blikgroenten, diepvries, pakje soep, bioscoopkaartje etc. Allemaal doodge woon, alleen 100 jaar geleden beston den deze dingen niet. En dan praten we niet eens over koelkast, T.V., radio, mixer, medische verzorging, PhiliShave, de keukenuitrusting, de wereld van plastic waarvan wij per jaar reeds 10 kg. „verbruiken", etc. In een van onze grote weekbladen schreef in 1950 op de drempel van de halve eeuwwisseling een 70-jarige hoe hij leefde en werkte in 1900. Het was een gewone vertelling van het alledaag se leven van toen en het scheen mij toe alsof deze man het leven beschreef van een of anderhalve eeuw geleden, zo to taal anders was Nederland economisch en maatschappelijk in 1900. Uit de paar dingen die ik aanhaal blijkt hoe razend snel de verandering zich voltrekt, en meer, veel meer dan wij ons bewust zijn, veranderen wij in denken en doen mede. Bij de budgetonderzoeken blijkt de stijgende levensstandaard uit dalende percentages van het inkomen besteed aan voeding, terwijl de voeding veel gevarieerder is geworden en hierbij langzaam maar zeker het accent gelegd gaat worden op wat de tong meer streelt. Het aardappel- en graanver- bruik per hoofd neemt af. We gaan het accent meer leggen op de „versierselen" bij de aardappel en bij de boterham. Was in '55/'56 nog 34,2% van het budget nodig voor voeding, thans is dit plm. 31%. Terwijl we ons veel modieuzer kleden en met damesschoeisel bepaald verkwistend omgaan, is de post kleding en schoeisel gedaald van 11%% naar 9,3%. Het budget geeft dus meer arm slag voor genoegens die van deze tijd zijn, en dat alles bij een arbeidstijd die nog nooit in de wereldgeschiedenis zo gering is geweest. Er is wel wat veranderd als men de werkomstandigheden in de rijke zil vermijnen van Laurium, inkomstenbron voor de Atheense regering, of die van de mijnwerkers van 1900 in de Engelse steenkolenmijnen, vergelijkt met de omstandigheden van onze mijnwerkers thans. De mensen werden fysiek ver bruikt tot aan de dood. Nog maar 100 jaar geleden kreeg een kind van 68 jaar in Nederland 12 boterhammen en 30 ct. per week voor 's zomers werken van 's morgens 5 tot 8 uur 's avonds, 's winters van 6 tot 7. Een landarbeider in de 30er jaren verdiende ƒ10,per week plus de kost en hij werkte van zonsopgang tot zonsondergang. En thans heerst er in Nederland en in de wes terse wereld in het algemeen een mate riële welvaart zoals nog nooit op deze planeet is voorgekomen. Boeiend is de vraag, waarom de mensheid, noch /oor Christus, noch in de 17 eeuwen na Christus, zich heeft kunnen vrijmaken van het eeuwige levensminimum. Waarom moest al deze eeuwen aanvaard worden dat pest en honger, cholera en typhus het teveel aan mensen opruimden? (In 1348 sleepte de pest in Europa naar schatting 25 miljoen mensen in de dood, dat was lU van de toenmalige Europese bevol king). Dit is een onderwerp op zichzelf. Een unieke combinatie van factoren, met name het Griekse speculatieve denken en de invloed van het Joden dom met zijn waardering voor de aarde en de arbeid en vele andere factoren hebben de mens in een bepaalde fase de sprong naar de praxis doen nemen. Wij staan in ieder geval voor het feit dat de techniek verwekt in in een we reld die het spaarbeginsel kent en het is ook een feit dat de werkelijkheid van onze dagen de doorsnee-mens meer biedt dan de ideologieën hebben durven beloven. (Wordt vervolgd) kan ook voor U wonderen doen. De beproefde bloedzuiverende kuur van Kruschen brengt Uw bloedzuiverende organen weer goed op gang en zo wor den de onzuiverheden in Uw bloed, die U nu die snerpende pijn verwekken, vanzelf afgedreven. Duizenden lijders aan Rheumatische Pijnen raakten met Kruschen verlost van die rampspoed, die hun het leven vergalde en zelfs hun dagelijkse dagtaak in 't honderd stuur de. Weifel niet. Kruschen zal ook U goed doen als U zich aan de kleine dagelijkse dosis houdt - niet meer dan er op een cent gaat ZON, MAAN EN HOOG WATER De zon komt 24 februari op om 7.39 uur cn gaat onder om 18.09 uur; 27 februari op om 7.33 uur en onder om 18.14 uur. Maan: 24 febr. N.M.; 2 maart E.K. Hoog water ter rede van Oudeschild: 22 febr. 6.41 en 19.25; 23 febr. 7.48 en 20.28; 24 febr. 8 48 en 21.21; 25 febr. 9 37 cn 22.05; 26 febr. 10.21 en 22.45; 27 febr. 10.55 en 23.21; 28 febr. 11.31 en 23 54; 1 maart 12.04 cn 2 maart 0.26 en 12.38. Aan het strand ongeveer een uur eerder hoog water. HANDELSREGISTER In het Handelsregister van 14.2.'63 vinden wij ondei „Nieuwe inschrijvin gen": Pension „Het Jachthuis", Texel, De Koog, Boodtlaan 38. Pensionbedrijf. E.: T. Altenburg (overn. van J. H. Klaasen Bos). En onder „wijzigingen": Glazenwassers- en schoonmaakbedrijf G. C. Halsema, Texel, Den Burg, Gast huisstraat 40. Glazenwassers enz, U. e G. C. Halsema, Bedr. w.v.d. C. J. Vinke o. eig. n. Adr.: Den Burg, Weststraat 18 VAN DE LANDBOUW- VOORLICHTINGSDIENST „GOEDE" EN „SLECHTE" BOEREN In de laatst gehouden algemene ver gadering van de Bedrijfsvereniging werden ze ten tonele gevoerd: een „goede" en een „slechte" boer. Ze gaven heel wat stof tot discussie. Het bleek, dat er ook wel misverstanden uit de weg waren te ruimen. En we zijn er wel bijna zeker van, dat die niet weg wa ren toen de vergadering werd gesloten. Om te beginnen het volgende. Het is niet zonder reden, dat we het „goede" en het „slechte" tussen aanhalingste kens plaatsen. We vinden het echt te gewaagd om de bedrijfsleider van een bedrijf, dat financieel goed floreert een goede boer te noemen en z'n collega, die de eindjes niet aan elkaar kan krij gen een slechte boer. Al geven we direct toe, dat het veelal gewoonte is op deze manier te spreken. Wij menen evenwel, dat het beslist nodig is eerst kennis te nemen van de oorzaken, waardoor het ene bedrijf goed loopt en het andere niet. Op de algemene vergadering is ook wel gebleken, dat bedrijfseconomie een moeilijke zaak is. Heel veel landbou wers hebben moeite met het bedrijfs economisch denken. Dat is helemaal geen wonder. We willen U wel eerlijk vertellen, dat het ook voor ons zo'n jaar of tien geleden onverteerbare kost was. In onze gesprekken met landbou wers en veehouders blijkt zeer duide lijk, dat zij, die nu een aantal jaren een bedrijfseconomische boekhouding heb ben er al veel minder moeite mee heb ben. We willen in een paar artikelen en kele kwesties, die bij de bespreking van het „goede" bedrijf A en het „slechte" bedrijf B aan de orde kwamen nog wat nader bekijken. Dc bedrijfsleiders Op de vergadering is door enkele leden iets gezegd over de leeftijd van de boer. Men achtte het niet redelijk om boeren met leeftijden van bijv. 27 jaar en 45 jaar zo maar naast elkaar te stellen. Men meende dat in dit geval de eerste toch wel een grote voorsprong had, omdat je op 27-jarige leeftijd veel meer zou kunnen presteren dan tussen 40 en 50 jaar. O.g. heeft dit in zekere zin bestreden, omdat naar onze mening het boer-zijn, zeker in deze tijd, niet zo veel te maken heeft met krachtpatsen. Terwijl het ook helemaal nog niet vaststaat, dat een landbouwer van 27 jaar op het gebied van lichamelijke arbeid meer presteert dan z'n collega van 45 jaar. Ook de handigheid speelt een grote rol. In tussen menen wij wel, dat bepaalde zaken, waarbij wij bijvoorbeeld aan machinaal melken denken, een 27-jarige gemakkelijker liggen dan iemand, die in het luwtje van de 50 komt. Aan de andere kant zijn wij van mening, dat wanneer het aankomt op doorzicht en organisatie-talent de ouderen het vaak winnen van de jongeren. En wij gelo ven, dat boer-zijn steeds meer een kwestie van doorzicht en organisatie talent wordt. De bedrijven Zowel het bedrijf A als het bedrijf B bestonden geheel uit grasland. Het eerste bedrijf kon over plm. 13 ha grasland beschikken het tweede bedrijf was iets groter, nl. I7V2 ha. De grond soort op beide bedrijven kan wel onge veer gelijk worden gesteld. Ze liggen beide op het „oude" Texelse land. Ver der waren het beide eenmansbedrijven. De veebezetting Een belangrijk verschil is, dat de veebezetting op het ene bedrijf veel zwaarder is dan op het andere bedrijf, terwijl bedrijf A naar verhouding meer rundvee heeft. Om de zwaarte van de veebezetting na te gaan wordt de hele veestapel omgerekend op stuks groot vee, waarbij dus een aantal schapen wordt gelijk gesteld met éen stuks grootvee, of wel met een melkkoe. Bij deze omrekening blijkt, dat bedrijf A per ha voedergewassen (dat is grasland plus kunstweiden en eventueel voeder bieten) 1.77 stuks grootvee houdt. Bij bedrijf B is dit 1.38 st. grootvee. Delen we het aantal koeien door het aantal hectaren dan blijkt, dat op bedrijf A per hectare 1.11 melkkoe wordt gehou den. Voor bedrijf B is dit slechts 0.52 melkkoe, dus ruim een halve koe per hectare. Daarentegen heeft bedrijf B meer schapen, nl. 6.3 schaao per bunder, ter wijl dit bij bedrijf A „slechts" 4.9 schaap is. Op bedrijf A is verder weinig jong vee aanwezig. Dit is niet welbewust gebeurd, maar een kwestie van om standigheden, die men niet in de hand heeft. Op iedere 10 melkkoeien heeft bedrijf A maar 2,4 stuks jongvee, op bedrijf B is dit 10.4 stuks. Op bedrijf B is dus meer jongvee dan melkkoeien aanwezig. De toestand op bedrijf B is meer Texels dan die op bedrijf A. In 't algemeen is de jongveebezetting op Texel vrij zwaar. We betwijfelen of dit altijd juist is. De bemesting Een zeer groot verschil is te zien in de stikstof bemesting. Op het A-bedrijf is per ha. grasland 203 kg. zuivere Dankbaar optreden van „Vriendenkring" Dén Hoorn Vrijdag- en zaterdag avond voerde de Hoornder toneelver eniging „Vriendenkring" het stuk „Moeder Geerte" op. De opbrengst van de avond kwam aan het immer nood lijdende dorpshuis „De Waldhoorn". „Moeder Geerte" is een stuk in drie bedrijven van de schrijver Jan Ubink naar de gelijknamige roman van H. J. van Nijmatten-Doffegnuss. Met de op voering heeft „Vriendenkring" de aan wezigen een zeer goede avond bezorgd. Zaterdag was de zaal tenminste stamp vol en kon de jeugd een welgemeende pluim incasseren voor het aandachtige gehoor. Indrukwekkend waren décor en kleding. Men had zich goed weten aan te passen aan de stijl van de vervlogen tijden, waarin de geschiedenis van Moeder Geerte zich afspeelt. De inhoud Op een boerderij proberen moeder Geerte (mej. M. Lap) en haar man Bart Obbink (Jac. Boon) hun kinderen op de boerderij te houden. Het wordt de familie mede daarom zeer moeilijk gemaakt door de bewoners van het buurtschap. Door een roddel- en klets- campagne wordt het leven van de Ob- binks tot 'n hel gemaakt. Vooral als zoon Berend Jan (W. J. Bakker) verliefd wordt op een meisje uit het dorp, Minke genaamd (.mej. Jannie Lap), een dochter van vrouw Haarbrink (Mej. Annie Barhorst). Zij wenden zich van de dorpsruzie af en vertrekken naar Amerika. Bart Obbink komt met z'n dochter Snoekje (mevr. M. Kikkert- Kuiper) terug van een uitstapje en brengen een oude vriend en kennis Jans (mevr. H. Lap-Schrier) mee. Het is een oude kermisvrouw, in gezelschap van haar blinde zoon Freek <Kees Slegh). Beiden blijven veertien dagen logeren Bij het vertrek van de gasten blijkt echter dat Snoekje en Freek verliefd op elkaar zijn wat niet naar de zin is van Bart. De spanning loopt zo hoog dat Snoekje vertrekt. Ook de oudste zoon Dirk (F. Zwanenburg) veroorzaakt veel strubbelingen. Hij voelt nl. niets voor het boerenvak en vertrekt. Na het over lijden van Bart komt Snoekje haar moeder weer opzoeken en de wens van moeder Geerte wordt vervuld als Be rend Jan en Minke terugkeren op de boerderij (Berend Jan heeft nl. heim wee gekregen). Een uitgebreide rol had Boksenteun (W. Kikkert) als de ouwe knecht op de boerderij. Een dankbare rol hadden ook moeder Geerte en Bart. Met de regisseur, de heer G. Witvliet, kan „Vriendenkring" terugzien op een geslaagde uitvoering. Voor de zeer goede grimage hebben mevr. Beumkes- de Ridder en de heer Kees Slegh ge zorgd. Over het algemeen kan gezegd wordt dat zeer verdienstelijk is ge speeld. Het bestuur van „De Waldhoorn' is natuurlijk zeer gediend met een toneel stuk dat een veelkoppig publiek naar het dorpshuis lokt. Nog onlangs werden nogal wat kosten gemaakt met de on derhoudswerkzaamheden aan het ge bouwtje. Op het ogenblik ziet 't er keurig uit. De heer G. Kiljan besloot de avond en dankte alle medewerkenden voor hun opgebrachte energie, tevens hen die hun steentje hebben bijgedragen aan onderhoudswerkzaamheden. De laatste avond werd besloten met een geanimeerd bal. Speciale aanbieding I originele Zweedse nu f 14,75 bij Bakker's Ijzerhandel N.V. stikstof gestrooid dus plm. 10 baal oude kalkammon. Op bedrijf B is dit 86 kg. zuivere stikstof, of ruim 4 baal kalk- ammonsalpeter. Op het laatstgenoemde bedrijf is de stikstofbemesting lichter dan op de andere bedrijven, die in het bedrijfseconomisch onderzoek zijn op genomen. Het gemiddelde voor die be drijven is nl. in hetzelfde jaar (1961) 130 kg. zuivere stikstof per ha. De boer op het bedrijf A strooit dus belangrijk meer dan dit gemiddelde en z'n collega B doet het wat voorzichtiger aan. Als U de veebezetting bekijkt, dan zult U begrijpen, dat boer A geen an dere keus heeft. Wil hij al dit vee aan de kost houden, dan moet er wat ge beuren. En voor de boer op bedrijf A is dit een ruim gebruik van stikstof. Voor dit keer laten we het hierbij. In een volgend artikel meer over deze bedrijven. C. v. Gr. 20 cent per rol AAN HU1B DE RIJMELAAR Al schrijft ik niet vaak in de krant. Nu wil ik het proberen Om even in je eigen taal Je ook eens te vereren. Nu jij je duizendste qedicht Voor Texel hebt geschreven En van dit al, bij velen wel Iets achter is gebleven. Van 't ernstig woord en goede mop, Dat jij ons hebt gegeven Mochten zeer vele Texelaars Veel steun en vreugd beleven. Jij staat op Texel goed bekend Als Huib de Rijmelaar. En als zodanig stond je hier Altijd voor ieder klaar. Ik weet, dat ik als vele spreek Jij bent echt onze vriend, En door je medeleven steeds Heb jij dit wel verdiend. Je foto's stonden in de krant, Een echte leuke stunt Het brilletje dat kwam er bij. Maar de haren zijn gedund Zo gaat het als men ouder wordt Het leven gaat zijn gang. Maar dat jou geest niet is verzwakt Dat weten wij reeds lang. Wij hopen, dat je nog zeer veel, In de krant je verzen schrijft. Dan weet ik, dat de Texelaar, Je altijd dankbaar blijft. W. J. Boon FILMNIEUWS „LA BELLE AMERICAINE" „La belle Americaine" is niet een omschrijving van een of andere vedette in deze rolprent doch een super de luxe Amerikaanse auto, die door Mar cel (Robert Dhery) en Paulette (Colette Brosset) voor slechts 400— op de kop is getikt. De auto gaat het leven van het echtpaar op een wel zeer spectacu laire wijze beheersen Marcel verliest zijn baan, omdat z'n baas het niet kon verkroppen, dat een van zijn employées met een duurdere wagen rijdt dan hij zelf. Achtereenvolgens wordt hij chauf feur, raakt betrokken bij het „Con cours d'élégance", raakt bevriend met de minister van handel etc. Een on waarschijnlijk verhaal dus vol komische verwikkelingen, dat eerst eindigt als zij niet langer leven voor de auto, maar dóór de auto gaan lévenZondag en maandag 8 uur. „DE DRIE MUSKETIERS" „Les trois Mousquetaires" speelt zich af in het Frankrijk van Lodewijk XIII. Op weg naar Parijs om te trachten zich bij de „Musketiers van de koning" aan te sluiten komt d'Artagnan in contact met een der voornaamste aanhangers van Richelieu, Rochefort met wie hij moeilijkheden krijgt. Na veel avontuur weet hij zich bij de musketiers te voe gen. Hij raakt betrokken bij een actie om het paarlen collier van de koningin te verwerven en weet daarbij de mis dadige Milady vóór te zijn, ondanks de vele moeilijkheden die de sluwe Roche fort hem in de weg legt Als eindelijk het koninklijk bal wordt gehouden, kan de koning het schitterende collier aan de hals van zijn vrouw bewonderen. Vrijdag en zaterdag 8 uur en zondag middag 3 uur „WILDE AARDBEIEN" Een film, die naast de vele eervolle vermeldingen de Gouden Beer in de wacht sleepte is „Wilde aardbeien", een creatie van Ingmar Bergman. In de hoofdrol professor Isak Borg (Victor Sjöström) een oude doctor, die door zijn dromen en belevenissen merkt, dat het leven zoals hij het tot dan lijdde niet juist was. In een van z'n dromen ver schijnt hij voor een examencommissie, die hem ondervraagt over het leven. Tenslotte blijkt dat zijn kenis omtrent de naastenliefde onvoldoende isHij ziet dan in dat zijn houding verkeerd was en dat ook voor de ouderen de liefde jegens de medemens de enige weg is naar geluk en tevredenheid. Woensdagavond 8 uur. BOERDERIJBRANDEN IN DECEMBER In de maand december zijn 27 boer- derijbranden voorgekomen, waarbij de boerderij vernield of zwaar beschadigd werd. Eén van deze branden kwam voor in Groningen; drie in Friesland; één in Drente; drie in Overijssel; zes in Gelderland; acht in Noordbrabant en vijf in Limburg. De directe schade door deze branden aangericht wordt geraamd op ƒ1.444.860,—. Eén van deze branden werd veroor zaakt door jeen melkmachine, gevuld met brandstof in de nabijheid van een brandend gasstel; één vermoedelijk door slechte schoorsteen; één door von ken uit roetluikje van een schoorsteen kanaal; twee door lekke schoorsteen; één door het roken in een schuur; één door het ontdooien van een bevroren waterleiding; één door kortsluiting; één door oliekachel; twee door gasstra- lingsbranders te dicht opgehangen bij het plafond; vier door (omvallen) van elektrische verwarmingslamp(en); één door kokers van heteluchtverwarming van brandbaar materiaal, terwijl in elf gevallen de oorzaak onbekend bleef. Bij deze branden kwamen twee paar den; één veulen; 91 koeien; 178 kalve ren; 169 varkens; 175 biggen; 2000 kip pen en 28.000 kuikens om.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1963 | | pagina 3