Cjroen ^warL-Jexels in het harL,
maak 'n vla-flip!
Brandbestrijding anno 1900
Texelse brandweer telde veel rangen en standen in 1900
Woensdagavond op Groeneplaats als spel
Historische spuit doet dienst bij „echte"
brand op marktplein
Angstig half uur in zinkende taxi
DINSDAG 6 AUGUSTUS 1963
TEXELSE
76e JAARGANG No. 7782
COURANT
Uitgave N.V. v.h. Lngereld ft de Root)
Boek-, Kantoorboek- en Fotohandel
HandebdrukkertJ
Den Borg, Texel - Poetbus 11 - TeL 2058
Verschijnt «ffnartagp mi vrijdags.
Bank: Rotterdamse Bank; Coöp. Boerenleeis
bank. Postgiro 652. Abonmpr. ƒ2,40 p. kwart
25 et incasso. Advertenties: familieberichte*
12 et p. mm.; andere adrert 10 ct p. mm
Tijdens de raadsvergadering van
zaterdag 21 juli 1900, die om 10 uur
's morgens werd gehouden onder
voorzitterschap van de toenmalige
burgemeester H. W. Joncheere, werd
een zeer belangwekkend voorstel van
B. en W. met algemene stemmen door
de volksvertegenwoordigers goedge
keurd. Het was de „Verordening, rege
lende de inrichting van de brandweer
in de Gemeente Texel". De raadsleden
juichten het in werking treden van de
nieuwe verordening zeer toe, aange
zien voordien steeds kon worden ge
sproken van grote verwarring en on
kunde bij het bestrijden van branden.
De leden van het bestaande korps
brandweerlieden gingen bij de vuur-
bestrijding volkomen naar eigen per
soonlijk inzicht te werk. Het gevolg
was, dat van een effectieve bestrijding
weinig terecht kwam. Niet zelden ont
stond tussen de blussers onderling
grote tweedracht over de wijze van be
strijding, waardoor het zelfs meerdere
malen kwam tot ernstig handgemeen.
MORGENAVOND OM 7.30 UUR zal er op de Groeneplaats te Den Burg
brand uitbreken, die onmiddellijk door een aantal wakkere vuurbestrij-
ders zal worden geblust, geheel op de wijze zoals dat 60 jaar geleden
op Texel gebeurde. Deze spectaculaire stunt zal een onderdeel vormen
van de folkloristische festiviteiten. Onmiddellijk nadat de brand door
enkele oplettende burgers is gesignaleerd, wordt alarm geslagen in de
vorm van het luiden der kerkklok. Hierdoor geattendeerd zullen zich
uit de op de Groeneplaats aanwezige belangstellenden de brandmees
ter, commandeurs, manschappen etc. losmaken en verdwijnen om korte
tijd later weer op te komen draven met spuiten, brandzeilen, haken,
slangen en reddingsmiddelen. De gehele brandblussing zal zoveel mo
gelijk in overeenstemming zijn met de in 1900 goedgekeurde brandweer-
verordening, waarover wij in bijgaand artikel schrijven. Het folklore-
comité heeft bij het uitvoeren van dit plan de medewerking verkregen
van de Stichting Texels Museum, die bereid was de uit 1900 daterende
brandspuit, malmirum en zuigpomp ter beschikking te stellen benevens
de benodigde andere attributen. De regie van dit ongetwijfeld verma
kelijke spel berust hij de heer G. J. de Haan, directeur van het Texels
Museum.
Het was duidelijk, dat het functioneren van de brandweer „van boven af"
geregeld moest worden. Er moest een gezagsverhouding worden vastgesteld
en de taken van de verschillende functionarissen moesten duidelijk worden
omschreven. Een en ander kwam tot uiting in de genoemde verordening.
Tegelijk met het in werking komen van de verordening van 21 juli 1900
werd besloten ten behoeve van het op nieuwe leest geschoeide brandweer
korps een aan de eisen des tijds aangepaste brandblusinstallatie aan te
kopen. Spoedig kon een oefening worden gehouden met het uit drie onder
delen opgebouwde pompmechanisme, bestaande uit en zg. malmirum, en
een zuig-perspomp. Deze was van het bekende Jan van der Heide-type,
waarmee een onafgebroken krachtige straal kon worden geproduceerd.
Deze pomp betrok het benodigde water uit het malmirum, dat bij de dichtst
bijzijnde sloot stond opgesteld en werd bediend door twee manschappen,
die moesten zorgen dat het reservoir van de zuigperspomp gevuld bleef. Het
klinkt ons allemaal bijzonder primitief in de oren, maar men moet toch
bedenken dat op deze wijze een niet al te grote brand redelijk etfektief kon
worden bestreden. Het was natuurlijk wel zaak dat ieder precies wist wat
hij moest doen en dat de tamelijk ingewikkelde installatie niet defekt raakte.
Vooral wanneer er na zeer lange tijd weer eens een brand uitbrak ont
stonden vaak de grootste moeilijkhedden.
Een zeer kwetsbaar onderdeel van de
installatie vormden de slangen. Tegen
woordig hebben we moderne kunst
stoffen ter beschikking, waaruit soe
pele waterdichte slangen worden ge
maakt, maar in 1900 werd gewerkt met
slangen van geprepareerd linnen. Voor
al door langdurig liggen in een droge
omgeving gingen ze hard achteruit en
ontstonden er vele kleine lekken. Dit
euvel was zo ernstig, dat een belang
rijk deel van het aangepompte water
niet door de straalpijp in de vlammen
terecht kwam, maar voortijdig ont
snapte door de vele lekken. Speciaal
met het oog daarop werd in de veror
dening naast de nodige slang- en pijp-
leiders, reparateurs en lantaarndragers,
een zg. lapzakdrager benoemd. Laatst
genoemde functionaris had niets anders
te doen dan met een zak herstellapjes
voortdurend langs de gevulde slangen
te lopen en waar nodig, de lekken te
dichten. Het lapje werd daartoe op het
spuitende fonteintje gedrukt, en met
een touwtje vastgemaakt.
Een en ander bracht met zich mee,
dat het korps waaruit de toenmalige
vrijwillige brandweer bestond heel wat
meer koppen telde dan nu. Het was
a.h.w. een klein leger, waarin de ver
schillende personen een duidelijke rang
kregen toegekend. De topleiding be
rustte bij de Brandmeester, die evenals
de hem assisterende onderbrandmeester
niets anders deed dan toezicht uitoefe
nen. Als teken van hun gezag droegen
zij een stok waarop de kleuren waren
aangebracht, waaruit hun rang bleek.
Tesamen met de commandeurs en on
dercommandeurs van de pompen, slan
gen, brandhaken en brandzeilen, vorm
den zij het College van Brandmeesters,
waarvan de brandmeester voorzitter
was. Aan het college was ook een Op
zichter van geredde goederen toege
voegd. Zoals gezegd bleef de werk
zaamheid van deze genoemde personen
beperkt tot regelend toezien. Zij vorm
den de opperste macht bij de vuurbe-
strijding en aan hen waren de zeer
vele toegevoegde manschappen verant
woording verschuldigd! Om voortdu
rend van de paraatheid der brandweer
verzekerd te zijn werd nauwkeurig bij
gehouden wie door overlijden, vertrek
naar elders of het bereiken van de 60-
jarige leeftijd van de sterkte verdween
en moest worden vervangen. De burge
meester kreeg ieder jaar de lijst met
de volledige bezetting toegestuurd.
Brand.
Wat gebeurde er nu wanneer ergens
op Texel brand uitbrak? Hoe het vol
gens de letter der nieuwe verordening
moest gebeuren, kunnen we lezen in het
boekje dat indertijd door de gemeente
Texel aan alle belanghebbenden werd
verstrekt en waarin alle artikelen van
de verordening waren afgedrukt. Onder
artikel 17 staat dat het melden van
brand moet geschieden bij een brand
meester.
„Zoodra het ontstaan van brand bin
nen hun ressort te hunner kennis is ge
komen en zij voldoende zekerheid heb
ben dat de spuit, waarover zij bevel
voeren, zal uitrukken, begeven zij zich
ten spoedigste ter plaatse van den
brand teneinde bij aankomst van de
spuit, de maatregelen te kunnen ver
ordenen, welke zij tot blussching het
meest dienstig achten, en blijven daar
tot de brand afgeloopen is".
Daarnaast moest de brandmeester de
opperporder of de plaatsvervangend
opperporder waarschuwen. Deze liet op
zijn beurt de porders in actie komefi,
welke de taak hadden de manschappen
op te halen. Het op deze wijze waar
schuwen van de brandweer onder
steunde het luiden van de klok. Boven
dien wisten de porders te vertellen w&ar
de brand was, zodat navraag onnodig
was. Een kleine groep manschappen
was belast met het uit de kazerne ha
len van de spuiten en het andere blus-
matenaal. Dit geschiedde onder leiding
van de betreffende commandeurs. On
middellijk nadat men de brand meester
was, werd doorgaans appèl gehouden.
Alle manschappen stelden zich op en
riepen „present" als hun naam was af
geroepen. Als iemand die niet aanwe
zig was geen geldige reden kon opge
ven, werd hij daarover naderhand on
derhouden! In de praktijk was de stem
ming echter zeer gemoedelijk en niet
zelden zorgden de mensen, die het be
houd van hun huis of een deel ervan
aan het optreden van de brandweer
dankten ervoor dat er drank op tafel
kwam. Soms zoveel dat de militaire
sfeer spoedig plaatsmaakte voor een
vrolijke feeststemming. Vaak ontaardde
het blussen van een brand in een dolle
drinkpartij, waarbu het kostelijke ma
teriaal onbeheerd achterbleef terwijl
brandmeesters, commandeurs en man
schappen zingend door de straten trok
ken!
Geld verzoet de arbeid!
Natuurlijk stelde de gemeente Texel
een aantrekkelijke vergoeding tegen
over de inspanningen van de brand
weerlieden. Het bij een spuit behoren
de personeel kreeg na het blussen van
het vuur de volgende beloningen per
werkuur uitgekeerd: Brandmeester en
onderbrandmeester 35 cent; de com
mandeurs en him plaatsvervangers 30
cent en de overige manschappen 25
cent. Met het bestrijden van een mid
delgrote brand ging al gauw een uur of
drie gemoeid, zodat het bedrag van 75
cent, dat een spuitgast na afloop in z'n
zak kon steken, mooi meegenomen was
voor de tijd althansIn arti
kel 5 Van de verordening staat het alle
maal zwart op wit. Ook toen gooiden
B. en W. het geld niet over de balk.
Nadrukkelijk stelden zij vast: „De be
doelde beloning wordt niet toegekend,
wanneer in een dorp meerdere aldaar
gestationeerde brandspuiten dienstdoen,
doch kan wel worden toegekend, wan
neer de spuit, zonder dat zij in werking
wordt gebracht, op grooten afstand
buiten het dorp uitrukt; een en ander
ter beoordeeling van Burgemeester en
Wethouders".
Rolverdeling
Teneinde de gang van zaken tij
dens de demonstratie van morgen
avond goed te kunnen volgen is het
dienstig op de hoogte te zijn met de
rolverdeling van het spel en de
betekenis van de verschillende on
derscheidingstekenen die door de
brandbestrijders worden gedragen.
Brandmeester is de heer A. Stig-
gelbout. Hij draagt een witte stok
met vergulde knop. De heer L. Sok
is onderbrandmeester, herkenbaar
door een witte stok. De heer Van
Wilsum draagt een rood-zwarte
stok met oranje knop, want hij is
commandeur van de kruiwagen-
pomp. De manschappen K. Vinke,
K. Schoorl, B. v.d. Berg en A. Mosk
zijn aan deze functionaris toege
voegd en allen herkenbaar aan een
rode armband met de letters KP.
De heer C. van Trigt is comman
deur van de perspomp en als zo
danig herkenbaar door de geel-
blauwe stok met oranje knop. On
der zijn bevel staan de manschap
pen P. Boom, J. de Boer, H. Brui
ning, P. Bonne, F. Zwanenburg, K.
Heerschap, W. Come en A. Visser.
Zij allen dragen gele armbanden
met de blauwe letters PP.
Commandeur van het malmirum
is de heer A. Huizinga. Hij draagt
een blauw-rode stok met oranje
knop. De manschappen H. Agter,
T. Agter, C. Ipenburg en P. Ipcn-
burg zijn, hem verantwoording
schuldig en' dragen blauwe arm
banden met de rode letter M. D.
Huizinga is commandeur van de
slangen, zwart-gele stok met oranje
knop. De manschappen D. de Vries,
A. Barhorst, D. Westdorp voeren
een zwarte armband met de gele
letters SL. Onder het bevel van
Huizinga staat ook de lapzakdrager
K. van der Veen, die een witte
band met de letters LZ draagt.
Commandeur brandhaken en
brandzeilen is de heer N. Spaans
met groen-zwarte stok en oranje
knop. De manschapjjen J. Schraag,
E. Combé en A. van Hecrwaarden
dragen de groene armband met
zwarte letters BHZ. Tenslotte is er
de Opzichter van Geredde Goede
ren: de heer I. Reijerse. Hij draagt
een grijze stok met oranje knop.
Hij voert het bevel over slechts
één man, de heer D. Lap, die een
grijze armband met de zwarte
letter G draagt.
WOENSDAG GEEN
CONSULTATIEBUREAU
Woensdag 7 augustus wordt er geen
consultatiebureau voor zuigelingen ge
houden.
Donderdagmiddag om 2.45 uur heeft
zich aan de Hoofdweg door de polder
„Het Noorden" een ernstig verkeers
ongeval voorgedaan, waarbij een echt
paar uit Limburg ernstig werd gewond.
Het ongeluk gebeurde toen de auto
door een technisch defect plotseling
stuurloos werd, over de kop sloeg en
omgekeerd in de sloot terecht kwam.
Dat de beide achter in de wagen zitten
de passagiers nog in leven zijn, is te
danken aan het bijzonder kordate op
treden van de 25-jarige chauffeur Mar-
tien v.d. Wetering.
De uit Voerendaal (Limburg) afkom
stige landbouwer W. Huijts en zijn echt
genote waren op Texel gekomen om
hun zoon te bezoeken, die op het be
drijf van de fa. Th. Rutten Zn. in de
Eendrachtpolder als werkstudent helpt.
Het echtpaar was met een eigen wagen
naar Den Helder gereist. Daar parkeer
den zij de auto echter op het haven
terrein en maakten na aankomst op
Texel gebruik van een taxi van het be
drijf van de heer A. A. Smidt te Den
Burg, die werd bestuurd door zijn
hulpchauffeur, de heer Martien v.d.
Wetering. Op weg naar de polder „De
Eendracht" reed de wagen met rede
lijke snelheid langs de Hoofdweg door
„Het Noorden". Tussen de boerderijen
,,De Viersprong" en „Noordwijk" ont
stond plotseling een defekt, waardoor
de auto onbestuurbaar werd Een zg.
fusee-kogel was uit het stuurhuis ge
barsten ten gevolge waarvan het rech-
terwiel werd geblokkeerd Doordat v.d.
Wetering op hetzelfde moment een ge
weldige rukt aan het stuur gaf, week
de wagen niet naar rechts uit, maar
schoof ovér een afstand van 38 meter
schuin voorwaarts over het wegdek.
Daarna gleed de zware taxi nog 16
meter over het gras van de linker berm
en op dat moment zou deze zijdelings
de sloot zijn ingeschoven, als juist daar
geen dam .was geweest.
Zo hard botste het linker wiel tegen
deze aarden versperring, dat de auto
een sprong van dertien meter lengte
maakte, over de dam heen vloog en on
dersteboven in de sloot terecht kwam
Als deze buiteling niet met een gewel
dig geraas gepaard was gegaan, had
voorlopig niemand iets van het onge
luk bemerkt, want de taxi, die met de
wielen omhoog in de sloot zat, werd
aan het oog onttrokken door het riet
langs de slootkant. Twee kinderen wa
ren de eerste belangstellenden, die het
wrak ontdekten door het zeer duide
lijke spoor te volgen, dat de schuivende
auto op het wegdek en in de berm had
achtergelaten. Spoedig was een grote
schare nieuwsgierigen op de plaats
des onheils aanwezig.
CUD-TEXELAAR OP CURACAO
OMGEKOMEN
Zaterdag 27 juli is te Curasao
de 45-jarige heer A. Alderlieste
door verdrinking om het leven
gekomen. Het ongeluk gebeurde
tijdens het zwemmen in zee.
Waarschijnlijk is het slachtoffer
getroffen door een hartaanval,
waardoor hij zich niet langer
drijvende kon houden.
De heer Alderlieste werd op 3
mei 1941 benoemd tot onderwijzer
aan de openbare lagere school te
Den Hoorn. Later werd hij hoofd
van genoemde school. De heer
Alderlieste heeft o.a. bekendheid
verworven door de stichting van
een kleuterschool te Den Hoorn.
In 1947 aanvaardde hij een functie
bij het lager onderwijs in West-
Indië. Daartoe vertrok hij eerst
naar Bonaire en werd later over
geplaatst naar Curasao. De heer
Alderlieste was getrouwd en va
der van vier kinderen.
Plezierige vakantie-tip: maak 'n vla-flip! Doe
een laagje limonade (of jam) in 't glas, daarop
vanillevla en bovenop wat yoghurt... heerlijk!
Kranig optreden van chauffeur
In het practisch duistere interieur
van de zwaar beschadigde auto was het
een vreselijke chaos. Door de buite
ling waren de twee passagiers tegen de
voorruit gesmeten en was de chauffeur
achter in de wagen beland. De heer
Huijts had ernstige bloedende wonden
aan gezicht en ledematen. Zijn echtge
note, die zware wonden aan het hoofd
vertoonde, had het bewustzijn verloren.
Wonder boven wonder vertoonde de
chauffeur slechts een kleine verwon
ding aan het hoofd en enkele onbete*
kenende beschadigingen aan armen en
benen. Hij wist een klein raampje open
te peuteren, zodat hij in contact kwam
met de toeschouwers op de wal. De
auto stond vol benzinedamp, die het
ademen haast onmogelijk maakte. Een
bijzonder gelukkige omstandigheid was
dat niemand der inzittenden op het
mement van het ongeluk rookte, anders
zou de taxi, die voor het vertrek juist
had getankt, zeker in brand zijn ge
vlogen. Na enige tijd bemerkte v.d.
Wetering, dat het slootwater de auto
begon binnen te dringen. Spoedig stond
de wagen half vol. Om te voorkomen,
dat de bewusteloze mevrouw Huijts zou
verdrinken, wist hij haar hoofd boven
water te houden.
Noch de chauffeur, noch de omstan
ders buiten konden de deuren van de
auto openen, want het wrak zat links
en rechts vastgeklemd tussen de wal
kanten. Door het openstaande tocht-
raampje werd de chauffeur meegedeeld,
dat een landbouwer met zijn trekker
zou proberen de auto weer om te trek
ken en op de wal te halen. Met het oog
op de ernstige toestand der beide pas
sagiers verzocht v.d. Wetering met
klem van dit voornemen af te zien. In
plaats daarvan stelde hij voor de linker
walkant van de sloot af te graven,
waardoor een der deuren vrij kon wor
den gemaakt. Aldus geschiedde. Spoe
dig was een der ramen vrij, waardoor
de chauffeur naai buiten kroop en ver
volgens de beide gewonde passagiers,
die nu beiden het bewustzijn hadden
verloren, op de wal bracht. Omdat de
omstanders verder werkeloos bleven
toezien bracht hij tenslotte de beide
slachtoffers in de ziekenauto, waarna
hij zijn wonden liet verzorgen door dok
ter Renout. Een half uur had het drie
tal in de omgekeerde taxi opgesloten
gezeten.
Intussen arriveerden twee kraan
wagens, die de auto uit de sloot trok
ken om deze naar Den Burg te brengen.
Daar bleek dat van reparatie geen
sprake kon zijn. De auto, een Ameri
kaanse Ford 1957, was onherstelbaar
vernield.
Het echtpaar Huijts werd naar het
ziekenhuis St Lidwina te Den Helder
overgebracht. Hoewel vooral dé toe
stand van mevrouw Huijts zeer zorg
wekkend was, is inmiddels het levens
gevaar geweken.
Natuurlijk schrok ik vreselijk", ver
telde ons Martien v.d. Wetering toen
wij een dag na het ongeval naar zijn
ervaringen informeerden. „Direkt na
dat de wagen in de sloot was gedoken
en we alle drie op het ingedeukte dak
lagen, was het practisch donker in de
auto doordat de meeste ramen waren
afgesloten door de walkanten van de
sloot. Gelukkig brandden de lichtjes
op het dashboard, zodat ik na enige
tijd kon zien, dat mijn passagiers er
vreselijk aan toe waren. Zelf voelde ik
haast niets. Eerst dacht ik dat het van
de schrik kwam, maar ik kon mijn
armen en benen normaal bewegen.
De lucht in de wagen werd vreselijk
benauwd door de benzinedamp. Ge
lukkig is de auto niet in brand gevlo
gen. Dan hadden we geen kant uitge-
kund, want we zaten als ratten in de
val. De wagen zonk dieper weg in de
sloot en het water kwam borrelend
naar binnen. De bewusteloze vrouw
moest ik het hoofd boven water hou
den en tegelijk proberen een raampje
open te maken. Dat lukte half, maar ik
kon tegen een paar kinderen zeggen
dat ze hulp moesten halen. Toen de
vrouw even bij kennis kwam en ang
stig naar het stijgende water keek,
zie ik haar, dat we niet zouden ver
drinken, want het water in de sloot
was niet hoog. Direkt daarop werd ze
weer bewusteloos. Toen ik uit de
auto klom en de pasagiers op de wal
bracht, zagen we er vreselijk uit. Alle
kleding zat onder het bloed. Misschien
dat de mensen daarvan zijn ge
schrokken, want niemand stak een
hand uit om te helpen".
De verkeerspolitie te Alkmaar heeft
zich ontfermd over het onderdeel van
de Ford, dat tot dit ongeluk heeft ge
leid. De eigenaar van de taxi heeft
voldaan aan de wettelijke verplichting
om zijn voertuig eens per half jaar te
laten inspecteren door de verkeersin-
spectie. Bovendien was de taxi de
vorige week nog nagezien en gerevi
seerd.